Klik op een knop bovenaan rechts op de omslag en op een bepaalde bladzijde als u naar
de overeenkomende bladzijde wilt springen.
Dit is handig wanneer u zoekt naar een functie die u wilt gebruiken.
Zoeken naar informatie op
functie.
Zoeken naar informatie op
voorbeeldfoto's.
Zoeken naar informatie in een
lijst van menu-items.
Zoeken naar informatie op
sleutelwoord.
Merktekens en notaties die in dit handboek
worden gebruikt
In dit handboek wordt de volgorde van
handelingen getoond door middel van
pijlen (t). Bedien de camera in de
aangegeven volgorde.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
De standaardinstelling wordt aangeduid
door .
Duidt aanwijzingen en beperkingen aan
die relevant zijn voor de juiste bediening
van de camera.
De foto's die als voorbeeldfoto's in deze
handleiding worden gebruikt, zijn
gereproduceerde afbeeldingen en niet de
werkelijke afbeeldingen die met deze
camera zijn gemaakt.
Het symbool
nuttig is om te weten.
z geeft informatie aan die
NL
2
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de
camera
Zo gebruikt u dit handboek····································2
Voorbeeldfoto ························································ 6
Onderdelen herkennen········································12
Lijst van pictogrammen op het scherm················16
Eenvoudige bedieningshandelingen
De camera bedienen ··········································· 19
Menu ···································································22
Beelden opnemen ···············································27
Weergeven ·························································· 29
Beelden wissen ···················································31
Met uw computer ··············································· 164
De software installeren ······································166
De camera op de computer aansluiten ·············169
Een disc met bewegende beelden maken ········171
Stilstaande beelden afdrukken ··························175
De camera in het buitenland gebruiken·············186
Geheugenkaart··················································187
"InfoLITHIUM"-accu's ········································189
De accu opladen ··············································· 191
Montage-adapter ··············································· 192
AVCHD-indeling ················································194
Reiniging ···························································195
"Dit is de scène die ik wil vastleggen in een foto, maar hoe moet ik dat doen?"
U vindt misschien het antwoord door de voorbeeldfoto's die hier worden gegeven, door
te lopen. Klik op de voorbeeldfoto van uw keuze.
Foto's maken van mensen (pagina 7)
Macrofoto's maken (pagina 8)
Landschapsopnamen maken (pagina 9)
Opnamen maken van zonsondergang/nachtelijke taferelen (pagina 10)
Opnamen maken van snel bewegende onderwerpen (pagina 11)
Als u op een foto klikt, springt het scherm naar de bladzijde die de functie beschrijft die
wordt aanbevolen voor het vastleggen van een dergelijke foto.
Raadpleeg die beschrijvingen in aanvulling op de opnametips die op het scherm van de
camera worden weergegeven.
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Klik!
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Vervolg rVervolg r
NL
6
Foto's maken van mensen
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
33
Een persoon wordt scherp afgebeeld terwijl
de achtergrond onscherp is (33)
49
Dezelfde scène met verschil in helderheid
(49)
7657
Een blije glimlach (76)Een persoon bij kaarslicht (57)
5650
Een persoon voor een nachtscène (56)Een bewegend persoon (50)
4765
Een groepsfoto (47, 48)Een persoon die van achter wordt belicht
(65)
79
Een persoon met zachte huidtinten (79)
Vervolg rVervolg r
NL
7
Macrofoto's maken
3390
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
De achtergrond onscherp maken (33)De kleur aanpassen aan het licht
De achtergrond onscherp maken (33)Uw opname recht houden (115)
Vervolg rVervolg r
NL
9
Opnamen maken van zonsondergang/nachtelijke
taferelen
5756
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
De camera in de hand houden (57)Prachtige foto's maken van het rode licht
van de zonsondergang (56)
6165
Vuurwerk (61)Lichtspoor (65)
49
Dezelfde scène met verschil in helderheid
(49)
33
De achtergrond onscherp maken (33)
47
Camerabewegingen voorkomen (47)
Vervolg rVervolg r
10
NL
Opnamen maken van snel bewegende
onderwerpen
6962
Een bewegend onderwerp volgen (69)Krachtige actie uitdrukken (62)
6646
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Het onderwerp opnemen dat de camera
nadert (66)
Het beste moment vastleggen (46)
11
NL
Onderdelen herkennen
Raadpleeg de paginanummers tussen
haakjes voor meer informatie over de
bediening van de onderdelen.
A ON/OFF (Aan/Uit)-schakelaar
B Ontspanknop (27)
C AF-hulplicht/Zelfontspannerlampje/
Lach-sluiterlampje
D Microfoon
E Flitser (65)
F Bevestigingsoog voor de schouderriem
Bevestig de schouderriem om te voorkomen
dat de camera valt en beschadigd raakt.
Wanneer de lens is
verwijderd
G Lensontgrendelingsknop
H Lens
I Vatting
J Beeldsensor
K Contactpunten van de lens
1)
Bedek dit deel niet tijdens het opnemen van
films.
2)
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
1)
2)
2)
Vervolg rVervolg r
12
NL
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
A Multi-interfaceschoen
1)2)
B FINDER/LCD-knop
• U kunt omschakelen tussen weergave op het
LCD-scherm en op de zoeker. (In de
weergavefunctie is alleen het LCD-scherm
beschikbaar.)
C (weergave-)knop (29)
D Positiemarkering beeldsensor (66)
E Zoeker
F MOVIE-knop (27)
G Schermtoets A (20)
H Schermtoets B (20)
I Schermtoets C (20)
J Besturingswiel (19)
1)
Voor meer informatie over accessoires voor
de multi-interfaceschoen, bezoekt u de
website van Sony voor uw gebied, of neemt
u contact op met uw Sony-dealer of
plaatselijk, erkend Sony-servicecentrum.
Accessoires voor de accessoireschoen
kunnen ook worden gebruikt. De werking
van accessoires van andere fabrikanten kan
niet worden gegarandeerd.
2)
Accessoires voor de Zelfvergrendelende
accessoireschoen kunnen ook worden
bevestigd met behulp van een schoenadapter
(los verkrijgbaar).
A (flitser pop-up-)-knop (65)
B Diopter-instelwiel
C LCD-scherm
D Functiekeuzeknop
E Toegangslampje
F Deksel van de geheugenkaart/aansluiting
G Multi/Micro USB-aansluiting (169)
Ondersteunt een micro-USB-compatibel
apparaat.
H Oplaadlampje
I Insteeksleuf geheugenkaart
Vervolg rVervolg r
13
NL
A Afdekking van verbindingsplaat
Gebruik deze wanneer u een AC-PW20netspanningsadapter (los verkrijgbaar)
gebruikt. Steek de verbindingsplaat in het
accuvak en geleid het snoer daarna door de
opening in het afdekking van verbindingsplaat
zoals hieronder is afgebeeld.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
• Let erop dat het snoer niet bekneld raakt
wanneer u de accudeksel sluit.
B Schroefgat voor statief
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera
niet stevig op een statief bevestigen als de
schroef langer is dan 5,5 mm en daarbij
mogelijk de camera beschadigen.
C Luidspreker
D Accudeksel
E Accuvak
F Vergrendelingshendel
Vervolg rVervolg r
14
NL
Lens
E 18 - 55 mm F3.5-5.6 OSS
A Lenskapmarkering
B Scherpstelring
C Zoomring
D Schaal voor brandpuntsafstand
E Markeringen voor brandpuntsafstand
F Contactpunten van de lens
G Vattingmarkering
1)
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
1)
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
15
NL
Lijst van pictogrammen op het
scherm
Pictogrammen worden op het scherm afgebeeld om de status van de camera aan te duiden.
U kunt de weergave op het scherm wijzigen door middel van DISP (Inhoud weergeven)
op het besturingswiel (pagina 39).
Opname-standby
A
Schermtoetsen
P A S M
Indicatie
Opn.modus
Scènekeuze
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Grafische weergave
4
Bewegende beelden opnemen
1
Weergave
100
123Min.
20M 17M 10M
8.4M 5.0M 4.2M
RAW+J FINE STD
60i/50i
60i/50i
24p/25p
24p/25p
100%
Pictogram van
scèneherkenning
Geheugenkaart/
Uploaden
Aantal opneembare
stilstaande beelden
Resterende opnameduur
van bewegende beelden
Beeldverhouding van
stilstaande beelden
Beeldformaat van
stilstaande beelden
Beeldkwaliteit van
stilstaande beelden
Opnamefunctie van
bewegende beelden
Resterende acculading
Flitser bezig op te laden
AF-hulplicht
Live-weergave
Vervolg rVervolg r
16
NL
Schermtoetsen
101-0012
B
Schermtoetsen
C
Schermtoetsen
±0.0
Indicatie
Neemt geen geluid op
tijdens het opnemen van
bewegende beelden
Windgeruisvermindering
is ingeschakeld
SteadyShot/SteadyShotwaarschuwing
Waarschuwing voor
oververhitting
Databasebestand vol/
Databasebestandsfout
Zoomvergroting
Slimme-zoomfunctie
Helder Beeld Zoom
Digitale zoom
Weergavefunctie
(Stilst.b./film select.)
Weergavemap –
Bestandsnummer
Beveiligen
Afdrukmarkering
Indicatie
Schermtoetsen
Indicatie
Flitsfunctie/
Rode ogen verm.
Flitscompensatie
Transportfunctie
Lichtmeetfunctie
Scherpstellingsfunctie
Functie voor
Scherpstellingsgebied
Schermtoetsen
AWB
7500K A7 G7
D
Schermtoetsen
z
1/125
F3.5
±0.0
±0.0
ISO200
Indicatie
Gezichtsherkenning
Witbalans
Zachte-huideffect
DRO/Auto HDR
Automat. kadreren
Creatieve stijl
Lach-sluiter
Foto-effect
Gevoeligheidsindicator
lachdetectie
Indicatie
Scherpstellingsstatus
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Gemeten handmatig
Belichtingscompensatie
ISO-gevoeligheid
AE-vergrendeling
Sluitertijdindicatie
Diafragma-indicatie
Vervolg rVervolg r
17
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
NL
Schermtoetsen
OPNAME 0:12
2013-1-1 9:30AM
12/12
Indicatie
Opnameduur van de
bewegende beelden
(m:s)
Opgenomen datum/tijd
van het beeld
Beeldnummer/Aantal
beelden in de
weergavefunctie
Verschijnt wanneer
HDR niet heeft gewerkt
op het beeld.
Dit wordt afgebeeld
wanneer [Foto-effect]
niet werkte op het beeld.
Histogram
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
18
NL
Eenvoudige bedieningshandelingen
De camera bedienen
Met het besturingswiel en de schermtoetsen kunt u diverse functies van de camera
gebruiken.
Besturingswiel
Schermtoetsen
Besturingswiel
Tijdens het opnemen zijn de functies DISP (Inhoud weergeven), (Belicht.comp.),
(Transportfunctie) en ISO (ISO) toegewezen aan het besturingswiel. Tijdens het
weergeven zijn de functies DISP (Inhoud weergeven) en (Beeldindex) toegewezen
aan het besturingswiel.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Vervolg rVervolg r
19
NL
Wanneer u het besturingswiel draait of op de boven-/onder-/rechter-/linkerzijde ervan
drukt, overeenkomstig de schermweergave, kunt u items selecteren en instellen. Uw
selectie wordt vastgelegd wanneer u op het midden van het besturingswiel drukt.
De pijl duidt aan dat u het besturingswiel kunt
draaien.
Wanneer opties op het scherm worden
weergegeven, kunt u die doorlopen door aa n de
rechter-/linker-/boven-/onderzijde van het
besturingswiel te draaien of erop te drukken. Druk
op het midden als u uw keuze wilt maken.
Schermtoetsen
De schermtoetsen vervullen verschillende rollen, afhankelijk van de context.
De rol (functie) die aan elk van de schermtoetsen is toegewezen, wordt op het scherm
getoond.
Als u de functie wilt gebruiken die in de rechterbovenhoek van het scherm wordt
weergegeven, drukt u op schermtoets A. Als u de functie wilt gebruiken die in de
rechteronderhoek van het scherm wordt weergegeven, drukt u op schermtoets B. Als u
de functie die in het midden wordt getoond, wilt gebruiken, drukt u op het midden van
het besturingswiel (schermtoets C).
U kunt functies toewijzen aan de schermtoets B (pagina 136).
In dit handboek worden de schermtoetsen aangeduid door het pictogram of door de
functie die op het scherm wordt getoond.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
A
In dit geval werkt de schermtoets A als
de MENU-knop (Menu) en de
schermtoets B als de -knop
C
(Opnametips).
B
Vervolg rVervolg r
20
NL
Functiekeuzeknop
Selecteer een opnamefunctie aan de hand van het onderwerp.
1 Draai de functiekeuzeknop en stel deze in op de gewenste
opnamefunctie.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
(Superieur
automatisch)
(Slim automatisch)De camera evalueert het onderwerp en stelt de juiste instellingen
(Scènekeuze)Neemt op met een vooraf-gekozen instellingen uitgaande van het
(Panorama d. beweg.) Neemt op in panoramisch formaat.
(Handm. belichting)Past het diafragma en de sluitertijd aan.
(Sluitertijdvoorkeuze)Past de sluitertijd aan zodat de beweging van het onderwerp tot
(Diafragmavoorkeuze) Neemt op door het diafragma in te stellen en het scherpstelbereik
(Autom. programma)Automatisch opnemen waarbij u de instellingen kunt aanpassen,
Neemt op met een breder assortiment van opnamefuncties dan
die van Slim Automatisch opnemen. Herkent en evalueert de
opnameomstandigheden automatisch, voert Auto HDR uit en
kiest het beste beeld.
in. U kunt automatisch opnamen maken met de juiste
instellingen.
onderwerp of de omstandigheden.
uitdrukking komt.
te veranderen, of maakt de achtergrond onscherp.
behalve de belichting (sluitertijd en diafragma).
21
NL
Functies in het menu geb ruiken
Menu
U kunt de basisinstellingen instellen voor de camera als geheel of functies uitvoeren
zoals opnamen maken, afspelen of andere bedieningshandelingen.
1 Selecteer MENU.
2 Selecteer het item van uw keuze door
op de rechter-/linker-/boven-/onderzijde
van het besturingswiel te drukken en
daarna op het midden te drukken.
3 Volg de instructies op het scherm en
selecteer het item van uw keuze en
druk op het midden van het
besturingswiel als u uw keus wilt
maken.
Camera
U kunt de opnamefuncties instellen, zoals ononderbroken opnamen, zelfontspanner en
flitser.
TransportfunctieSelecteert de transportfunctie, zoals ononderbroken opnamen,
zelfontspanner of bracketopnamen.
FlitsfunctieSelecteert de methode die wordt gebruikt voor het flitsen.
AF/MF-selectieSelecteert automatische scherpstelling of handmatige
scherpstelling.
AF-gebiedSelecteert het gebied waarop moet worden scherpgesteld.
Autom. scherpst.Selecteert de methode voor automatisch scherpstellen.
Scherpst.-volgenHoudt het onderwerp scherp in beeld terwijl het wordt gevolgd.
ZoomStelt de zoomvergroting van de [Zoom]-functie van de camera in.
GezichtsherkenningDetecteert automatisch de gezichten van mensen en past
scherpstelling en belichting aan de gezichten aan.
GezichtsregistratieRegistreert of wijzigt de persoon die prioriteit krijgt bij de
scherpstelling.
MENU
Besturingswiel
Vervolg rVervolg r
22
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
NL
Lach-sluiterIedere keer dat de camera een glimlach detecteert, ontspant de
camera automatisch de sluiter.
Automat. kadrerenBij het opnemen van gezichten, onderwerpen in close-up (macro)
of onderwerpen die worden gevolgd door [Scherpst.-volgen],
analyseert de camera de scène en snijdt automatisch het
opgenomen beeld bij naar een geschikte compositie.
Zachte-huideffectNeemt de huid glad op in de functie [Gezichtsherkenning].
Lijst met opnametipsLaat u alle opnametips bekijken.
LCD-scherm (DISP)Geeft andere informatie weer op het LCD-scherm.
Zoeker (DISP)Geeft andere informatie weer op de elektronische zoeker.
DISP-knop (scherm)Stelt u in staat het soort informatie te selecteren dat op het LCD-
scherm moet worden weergegeven wanneer u op de DISP-knop
drukt.
Beeldformaat
Biedt u de mogelijkheid het beeldformaat en de beeldverhouding in te stellen.
Stilstaand beeld
BeeldformaatSelecteert het beeldformaat.
BeeldverhoudingSelecteert de beeldverhouding.
KwaliteitSelecteert het compressieformaat.
Panorama
BeeldformaatSelecteert het beeldformaat van panoramische beelden.
PanoramarichtingSelecteert de richting voor het pannen van de camera wanneer u
panoramische beelden opneemt.
Film
BestandsindelingSelecteert AVCHD of MP4.
Opname-instellingSelecteert het beeldformaat, de beeldfrequentie en de
beeldkwaliteit van bewegende beelden.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Helderheid/ kleur
Hiermee kunt u de instellingen voor de helderheid, zoals de lichtmeetfunctie, en de
kleureninstellingen, zoals de witbalans, maken.
Belicht.comp.Corrigeert de helderheid van het totale beeld.
ISOStelt de ISO-gevoeligheid in.
WitbalansPast de kleurtemperatuur aan aan de lichtomstandigheden van de
omgeving.
LichtmeetfunctieSelecteert de methode die wordt gebruikt voor het meten van de
helderheid.
FlitscompensatiePast de hoeveelheid flitslicht aan.
DRO/Auto HDRCorrigeert automatisch de helderheid of het contrast.
Vervolg rVervolg r
23
NL
Foto-effectMaakt opnamen met de gewenste effecten zodat een unieke sfeer
Creatieve stijlSelecteert de beeldverwerkingsmethode.
ontstaat.
Afspelen
Hiermee kunt u de weergavefuncties instellen.
WissenWist beelden.
Stilst.b./film select.Biedt u de mogelijkheid te bepalen hoe u de weer te geven
DiavoorstellingGeeft beelden automatisch weer.
Printen opgevenSelecteert de af te drukken beelden of maakt instellingen voor het
BeeldindexSelecteert het aantal beelden dat op het indexweergavescherm
VergrootVergroot het beeld.
RoterenRoteert beelden.
BeveiligenBeveiligt beelden of annuleert de beveiliging.
Volume-instellingenStelt het geluidsvolume in van bewegende beelden.
Inhoud weergeven
Tijdens weergaveWisselt tussen informatie die op het weergavescherm moet
beelden wilt groeperen (weergavefunctie).
afdrukken.
moet worden weergegeven.
worden weergegeven.
Instellingen
Hiermee kunt u meer gedetailleerde instellingen voor opnamen maken, of de instellingen
van de camera wijzigen.
Opname-instellingen
AEL met sluiterStelt in of de belichting moet worden vergrendeld of niet
AF-hulplichtStelt het AF-hulplicht in ter ondersteuning van het automatisch
Rode ogen verm.Geeft een voorflits voorafgaand aan de opname met de flitser, ter
LiveView-weergaveHiermee kunt u kiezen of u de waarde van de
Autom.weergaveStelt de weergavetijd in van de afbeelding direct na het maken
StramienlijnSchakelt de stramienlijn in die u helpt de beeldcompositie aan te
ReliëfniveauAccentueert de contouren van scherpstelbereiken met een
ReliëfkleurStelt de kleur in die wordt gebruikt voor de reliëffunctie.
wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
scherpstellen op minder goed verlichte plaatsen.
voorkoming van rode ogen.
belichtingscompensatie, enz. op het scherm wilt weergeven of
niet.
van de opname.
passen.
geselecteerde kleur.
Vervolg rVervolg r
24
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
NL
Helder Beeld ZoomHiermee kunt u een gezoomd beeld van hogere kwaliteit krijgen
dan met [Digitale zoom].
Digitale zoomHiermee kunt u gezoomde beelden krijgen met een hogere
vergroting dan met [Helder Beeld Zoom]. Deze functie is tevens
beschikbaar tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Sup. aut. Beeld extractieStelt in of alle beelden die continu werden opgenomen in de
functie [Superieur automatisch] moeten worden opgeslagen of
niet.
MF AssistGeeft vergroot beeld weer wanneer u handmatig scherpstelt.
MF-hulptijdHiermee wordt ingesteld hoe lang de afbeelding zal worden
getoond in een uitgebreide vorm.
KleurenruimteWijzigt het bereik van de kleurenreproductie.
SteadyShotStelt de correctie in voor camerabewegingen.
Opn. zonder lensStelt in of de sluiter moet worden ontspannen of niet wanneer er
geen lens op de camera zit.
NR bij hoge-ISOStelt de ruisonderdrukkingsbewerking in voor opnamen met een
hoge ISO-gevoeligheid.
Lenscomp.: schaduwCorrigeert de donkere hoeken van het scherm.
Lenscomp.: chrom. afw.Vermindert de kleurafwijking in de hoeken van het scherm.
Lenscomp.: vervormingCorrigeert de vervorming op het scherm.
Gezichtsprioriteit volgenStelt in of een bepaald gezicht met prioriteit moet worden
gevolgd of niet wanneer de camera dat gezicht herkent tijdens
scherpstellen-volgen.
Filmgeluid opnemenStelt in of geluid moet worden opgenomen of niet tijdens het
opnemen van bewegende beelden.
Windruis reductieVermindert windgeruis tijdens het opnemen van bewegende
beelden.
AF-microafst.Stelt de automatisch scherpgestelde positie nauwkeurig af bij
gebruik van de montage-adapter LA-EA2 (los verkrijgbaar).
Hoofdinstellingen
MenustartpositieSelecteert een menu dat het eerst wordt afgebeeld uit het
topmenu of het laatste menuscherm.
Knop MOVIEU kunt instellen of de MOVIE-toets wordt geactiveerd of niet.
Eigen toetsinstellingenWijst functies toe aan de schermtoets of de rechterkant van het
besturingswiel.
PieptoonSelecteert het geluid dat wordt geproduceerd wanneer u de
camera bedient.
TaalSelecteert de taal die op het scherm wordt gebruikt.
Datum/tijd instellenStelt de datum en tijd in.
Tijdzone instellenSelecteert het gebied waar u de camera gebruikt.
Help-schermSchakelt het Help-scherm in of uit.
StroombesparingStelt het niveau in van de stroombesparingsstand
Begintijd energiebespar.Stelt de tijd in waarna de camera de stroombesparingsstand
inschakelt.
Vervolg rVervolg r
25
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
NL
LCD-helderheidStelt de helderheid van het LCD-scherm in.
Helderheid zoekerStelt de helderheid van de elektronische zoeker in.
Kleur weergevenSelecteert de kleur van het LCD-scherm.
BreedbeeldSelecteert een methode voor het weergeven van breedbeelden.
AfspeelweergaveSelecteert de methode die wordt gebruikt voor het weergeven
van portretbeelden.
USB-verbindingSelecteert de toepasselijke USB-aansluitmethode voor elke
computer en elk USB-apparaat die zijn aangesloten op de
camera.
USB LUN-instellingVerbetert de compatibiliteit door de functies van de USB-
verbinding te beperken. Gebruik normaal [Multi].
VersieToont de versies van de camera en de lens/montage-adapter.
DemomodusStelt in of de demonstratie wordt weergegeven bij bewegende
beelden of niet.
InitialiserenStelt de camera terug op de standaardinstellingen.
Geheugenkaartprogramma
FormatterenFormatteert de geheugenkaart.
BestandsnummerSelecteert de methode die moet worden gebruikt voor het
toewijzen van bestandsnummers aan stilstaande en bewegende
beelden in het MP4-formaat.
MapnaamSelecteert het mapnaamformaat van de map waarin het
stilstaande beeld wordt opgeslagen.
Opnamemap kiezenSelecteert de opnamemap waarin de stilstaande beelden en de
bewegende beelden in het MP4-formaat worden opgeslagen.
Nieuwe mapMaakt een nieuwe opnamemap aan waarin de stilstaande beelden
en de bewegende beelden in het MP4-formaat worden
opgeslagen.
Beeld-DB herstellenRepareert het beeld-databasebestand wanneer
onregelmatigheden worden aangetroffen.
Kaartruimte weerg.Toont de resterende opnameduur van bewegende beelden en het
aantal op te nemen stilstaande beelden op de geheugenkaart.
Eye-Fi instellen*
Inst. uploadenStelt de upload-functie van de camera in wanneer een Eye-Fi-
kaart wordt gebruikt.
* Deze instelling verschijnt wanneer een Eye-Fi-kaart (los verkrijgbaar) in de camera is geplaatst.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
26
NL
Beelden opnemen
Hieronder wordt het opnemen beschreven met alle instellingen zoals ze stonden toen u
de camera kocht.
De camera neemt beslissingen die geschikt zijn voor de situatie en past de instellingen
aan.
1 Kijk naar het LCD-scherm of door de zoeker, en positioneer de camera.
De functie Scèneherkenning begint te werken.
2 Als u stilstaande beelden wilt maken, drukt u de ontspanknop half in, stelt
u scherp op uw onderwerp en maakt u vervolgens de opname door de
ontspanknop geheel in te drukken.
Bij het opnemen van gezichten, onderwerpen in close-up (macro) of onderwerpen die worden
gevolgd door [Scherpst.-volgen], analyseert de camera de scène en snijdt automatisch het
opgenomen beeld bij naar een geschikte compositie. Het oorspronkelijke maar ook het
bijgesneden beeld worden opgeslagen (pagina 78).
Druk op de MOVIE-knop als u films wilt opnemen.
Druk nogmaals op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt stoppen.
Opmerkingen
• De maximale, ononderbroken opnameduur van bewegende beelden is ongeveer 29 minuten (beperkt door
de productspecificaties).
• De ononderbroken opnameduur van MP4 12M is ongeveer 20 minuten (beperkt door een maximale
bestandsgrootte van 2 GB).
• De opnametijd kan korter zijn afhankelijk van de omgevingstemperatuur of opnamecondities.
z Over Scèneherkenning
Met de functie Scèneherkenning kan de camera automatisch de
opnamecondities herkennen en kunt u de opname maken met
de juiste instellingen.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Pictogram voor herkende
scène en gids
• De camera herkent (Nachtscène), (Nachtscène m. statief), (Nachtportret),
(Tegenlichtopname), (Portret m. tegenlicht), (Portretopname),
(Landschap), (Macro), (Spotlight), (Duister) of (Kind), en beeldt het
bijbehorende pictogram en gids af op het LCD-scherm zodra de scène is herkend.
Vervolg rVervolg r
27
NL
z Tips voor het opnemen van een stilstaand beeld van
een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
Wanneer de camera niet automatisch op het onderwerp kan
scherpstellen, knippert de scherpstellingsindicator. Maak
opnieuw een compositie van de opname of kies een andere
instelling voor het scherpstellen.
Scherpstellingsindicator
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Scherpstellingsindicator
z brandtScherpstelling is vergrendeld.
brandtScherpstelling is bevestigd. Het scherpstelpunt beweegt doordat
brandtScherpstelling wordt uitgevoerd.
z knippertKan niet scherpstellen.
• Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende situaties:
– Het is donker en het onderwerp is ver weg.
– Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
– Het onderwerp is zichtbaar door glas heen.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Het onderwerp reflecteert licht, bijvoorbeeld een spiegel of heeft glimmende oppervlakken.
– Het onderwerp knippert.
– Het onderwerp wordt van achteren belicht.
Status
het een bewegend onderwerp volgt.
28
NL
Weergeven
Geeft de vastgelegde beelden weer.
1 Druk op de (weergave-)knop.
2 Selecteer het beeld met het besturingswiel.
3 Druk op het midden van het besturingswiel als u panoramische beelden
of films wilt weergeven.
InhoudVoorbeeldfotoMenuIndex
Tijdens het weergeven van
bewegende beelden
Onderbreken/hervattenDruk op het midden van het besturingswiel.
Snel vooruitDruk op de rechterzijde of draai het besturingswiel
Snel achteruitDruk op de linkerzijde of draai het besturingswiel
Vertraagde weergave vooruitDraai rechtsom in pauzestand.
Vertraagde weergave achteruit*Draai linksom in de pauzestand.
Geluidsvolume aanpassenDruk op de onderzijde en druk vervolgens op de
* De film wordt beeld-voor-beeld afgespeeld.
Opmerkingen
• Panoramische beelden die met andere camera's zijn opgenomen, worden mogelijk niet goed
weergegeven.
Bediening van het besturingswiel
rechtsom.
linksom.
bovenzijde/onderzijde.
z Een map van uw keuze weergeven
U kunt een map van uw keuze selecteren door de balk
links van het indexweergavescherm (pagina 51) te
selecteren en daarna op de boven- of onderzijde van het
besturingswiel te drukken. U kunt omschakelen tussen
het weergeven van stilstaande beelden en bewegende
beelden door op het midden van het besturingswiel te
drukken.
Vervolg rVervolg r
29
NL
Vergrote weergave
Een gedeelte van een stilstaand beeld kan worden vergroot tijdens de weergave. Dit is
handig om de scherpstelling van een vastgelegd stilstaand beeld te bekijken. U kunt de
weergegeven beelden vergroten vanuit het menu (pagina 106).
1 Geef het beeld weer dat u wilt vergroten en
selecteer daarna (Vergroot).
2 Pas de schaal aan door het besturingswiel
te draaien.
3 Selecteer het gedeelte dat u wilt vergroten
door op de boven-/onder-/rechter-/
linkerzijde van het besturingswiel te
drukken.
4 U kunt de vergrote weergave annuleren
door te selecteren.
Opmerkingen
• U kunt de functie voor de vergrote weergave niet gebruiken bij films.
• Om panoramabeelden te vergroten, pauzeert u eerst de weergave en drukt u daarna op (Vergroot).