Sony HST-SE581 User Manual [lt]

Cassette Deck Receiver
3-862-621-31 (1)
Gebruiksaanwijzing Bruksanvisning Instruzioni per l‘uso
NL S I
HST-SE581
©1998 by Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan deskundig personeel over.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Plaats nooit de CD-speler of een andere component bovenop de HST-SE581 cassettedeck/ontvanger.
– Voor CD-speler CDP-C661/CDP-CX571 – De stekker van het netsnoer van CDP-C661/ CDP-CX571 is een 2-pins type dat ontworpen is om alleen op HST-SE581 te worden aangesloten. Sluit deze stekker niet aan op een ander systeem of op het stopcontact.
BELANGRIJK: Verbind nooit twee netsnoeren met één netstekker.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Dit systeem is voorzien van Dolby ruisonderdrukking en de Dolby Pro Logic Surround* decoder. * Geproduceerd onder licentle van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation. DOLBY, het dubbel D symbool a en PRO LOGIC zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
NL
2
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem .... 4
Stap 2: Installeren van de
luidsprekers ...................................... 8
Aansluiten van optionele
audio/video componenten .......... 12
Aansluiten van optionele
buitenantenne’s .............................. 13
De radio
Voorprogrammeren van
radio-zenders ................................. 14
Luisteren naar de radio ....................... 16
Het tapedeck
Afspelen van een band ........................ 17
Opnemen op een band ........................ 18
Opnemen van de radio........................ 19
Opnemen van een andere band ......... 20
Inlassen van niet-opgenomen
intervallen tijdens het
opnemen ......................................... 21
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 25
Gids voor storingzoeken ..................... 27
Technische gegevens............................ 29
Beschrijving van de toetsen op de
afstandsbediening.......................... 30
Index....................................................... 31
NL
Klankregeling
Instellen van het geluid ....................... 22
Kiezen van voorgeprogrammeerde
geluidsvelden ................................. 22
Kiezen van de surround-functie ........ 23
Versterken van het basgeluid ............. 24
NL
3

Voorbereidingen

Stap 1: Aansluiten van het systeem

Voer de onderstaande bedieningen 1 tot 9 uit (bij modellen niet voorzien van een spanningskiezer kunt u stap 7 overslaan) om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en accessoires aan te sluiten. Voer ook stap 2 uit om de voorbereidingen te voltooien.
AM-raamantenne
FM-draadantenne Rechter voorste luidspreker
CD-speler (CDP-CX571*)
Linker voorste luidspreker
HST-SE581 achterpaneel
8
7
9
Superwoofer
* Op de afbeelding wordt CDP-CX571 als voorbeeld gebruikt. U kunt CDP-C661 op dezelfde manier aansluiten.
NL
4
Rechter achterste
luidspreker
Linker achterste
luidspreker
Middelste luidspreker
Sluit de voorste luidsprekers aan.
1
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de FRONT SPEAKER aansluitklemmen van dezelfde kleur.
Houd de luidsprekersnoeren op een afstand van de antenne’s om ruis te voorkomen.
Sluit de luidsprekersnoeren aan en trek dan de hendel naar u toe.
R L
+
Sluit de FM/AM antenne’s aan.
5
Zet de AM-raamantenne in elkaar en sluit deze dan aan.
Voor het Europese model
AM-raamantenne
Strek de FM-draadantenne horizontaal uit.
FM
COAXIAL
AM
Zwart* ()
Rood* ()
* De kleur van uw luidsprekersnoeren kan
verschillen. Voor details, zie de gebruiksaan­wijzing van uw luidsprekersysteem.
Sluit de achterste luidsprekers aan.
2
Steek dit gedeelte erin.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de REAR SPEAKER aansluitklemmen van dezelfde kleur.
Sluit de middelste luidspreker aan.
3
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de CENTER SPEAKER aansluitklemmen van dezelfde kleur.
Sluit de superwoofer aan.
4
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SUPER WOOFER aansluitklemmen van dezelfde kleur.
Sluit de antenne aan en trek dan de hendel naar u toe.
Voor overige modellen
AM-raamantenne
Strek de FM-draadantenne horizontaal uit.
Sluit de antenne aan en trek dan de hendel naar u toe.
F
M
75
AM
wordt vervolgd
NL
5
Stap 1: Aansluiten van het systeem (vervolg)
Sluit de CD-speler aan.
6
Gebruik de audiokabel en sluit de stekkers aan op de aansluitbussen van dezelfde kleur.
Europese, Australische, Singaporese en Maleisische modellen
Steek de stekkers stevig erin door deze zo diep mogelijk erin te duwen.
Correct Niet correct
Zet VOLTAGE SELECTOR in de
7
stand die overeenkomt met de plaatselijke netspanning (alleen bij modellen met een spanningskiezer).
220–240V 110–120V
Sluit het netsnoer van de CD-speler
8
aan op AC OUTLET op het systeem.
Wanneer het netsnoer van de CD-speler op AC OUTLET is aangesloten, wordt de CD-speler automatisch in- of uitgeschakeld wanneer u het systeem in­of uitschakelt.
Overige modellen
Sluit het netsnoer van het systeem
9
aan op een stopcontact.
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstands­bediening.
]
}
}
]
Wenk
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet meer met de afstandsbediening kunt bedienen, dient u beide batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerking
Als u de afstandsbediening voor geruime tijd niet gaat gebruiken, neem dan de batterijen eruit om mogelijke beschadiging door batterijlekkage te voorkomen.
NL
6
Alvorens te beginnen
Druk de 1/u schakelaar op het systeem in om het systeem in te schakelen. Wanneer het STANDBY-lampje op het systeem in rood brandt, kunt u het systeem inschakelen door één van de SYSTEM CONTROL/FUNCTION-toetsen op de afstandsbediening in te drukken. Wanneer u het systeem uitschakelt door SYSTEM STANDBY op de afstandsbediening in te drukken, komt het systeem in de STANDBY-stand te staan (het STANDBY­lampje brandt). Wanneer u het systeem voor langere tijd niet gaat gebruiken, dient u het uit te schakelen door de 1/u schakelaar op het systeem in te drukken.
STANDBY
STANDBY
r
P
R
0
0
pª·
)
§
pª·
§
)
Wijzigen van de fabrieksinstelling van een functietoets
Indien de fabrieksinstellingen van de SYSTEM CONTROL/FUNCTION-toetsen niet overeenstemmen met uw systeemonderdelen, kunt u deze wijzigen. Indien u bijvoorbeeld twee CD-spelers hebt, maar geen MD-deck, dan kunt u de TAPE­toets toewijzen aan uw tweede CD-speler. De instellingen van de TUNER- en PHONO­toets kunnen echter niet worden gewijzigd.
SYSTEM
SYSTEM
CONTROL/
CONTROL/
Cijfertoet­sen
1
4 7
=
0
23
8 0
+
)
65 9
FUNCTION
FUNCTION
SYSTEM STANDBY
SYSTEM CONTROL/
23
1
4
FUNCTION
65
Gebruik van andere apparatuur met de afstandsbediening
Met de bijgeleverde afstandsbediening kunt u TV’s en videorecorders van Sony en de CD­spelers CDP-C661/CDP-CX571 bedienen. Druk op één van de SYSTEM CONTROL/ FUNCTION-toetsen om het gewenste systeemonderdeel te kiezen. Raadpleeg “Beschrijving van de toetsen op de afstandsbediening” op blz. 30 voor nadere bijzonderheden.
1 Houd de SYSTEM CONTROL/
FUNCTION-toets waarvan u de instelling wilt wijzigen (bijvoorbeeld de TAPE-toets) ingedrukt.
2 Druk op de cijfertoets van het
systeemonderdeel waaraan u de SYSTEM CONTROL/FUNCTION­toets wilt toewijzen (bijvoorbeeld 1-CD-speler).
Nu kunt u de TAPE-toets gebruiken voor het bedienen van een tweede CD­speler.
Raadpleeg de tabel op de volgende bladzijde voor het kiezen van andere functies.
wordt vervolgd
NL
7
Stap 1: Aansluiten van het systeem (vervolg)
Hieronder volgt een overzicht van de cijfertoetsen en de systeemonderdelen die daarmee worden gekozen:
Cijfertoets Voor bediening van
1 CD-speler 2 DAT-deck 3 MD-deck 4 Tapedeck A 5 Tapedeck B 6 Laserdisc-speler
Videorecorder (afstandsbedienings-
7
modus VTR 1*) Videorecorder (afstandsbedienings-
8
modus VTR 2*) Videorecorder (afstandsbedienings-
9
modus VTR 3*)
10 TV
>10 DBS
* De videorecorders van Sony worden bediend met
stand VTR1, 2 of 3. Deze komen overeen met respectievelijk Beta, 8mm en VHS.
Terugkeren naar de fabrieksinstelling
Herhaal de bovenstaande stappen.

Stap 2: Installeren van de luidsprekers

Door de luidsprekers aan te sluiten kunt u genieten van Dolby Pro Logic Surround geluid. Dolby Pro Logic Surround is een decodeersysteem dat gestandaardiseerd is in TV-programma’s en films. Dolby Pro Logic Surround verbetert het geluidsbeeld door gebruik te maken van vier afzonderlijke kanalen. Deze kanalen verwerken het geluid en benadrukken de actie zoals deze op het scherm aan de gang is.
Kiezen van de Dolby Pro Logic Surround functie
Om te kunnen gebruik maken van Dolby Pro Logic Surround, moet u tenminste één paar achterste luidsprekers en/of één middelste luidspreker, plus een TV en een videorecorder aansluiten. Om het effect tenvolle te kunnen benutten, moet u bovendien de geschikte Dolby Pro Logic functie (NORMAL, WIDE, 3CH of PHANTOM) kiezen in overeenstemming met uw luidsprekersysteem.
NORMAL functie
Kies de NORMAL functie wanneer u voorste en achterste luidsprekers en een kleine middelste luidspreker hebt zoals deze die bij dit systeem zijn meegeleverd. Aangezien een kleine luidspreker het basgeluid niet voldoende kan weergeven, wordt het basgeluid van het middelste kanaal via de voorste luidsprekers uitgevoerd.
Middelste luidspreker
Voorste luidspreker (L)
Achterste luidspreker (L)
NL
8
Voorste luidspreker (R)
Achterste luidspreker (R)
WIDE functie
Kies de WIDE functie wanneer u voorste en achterste luidsprekers en een grote middelste luidspreker hebt. Met deze functie kunt u tenvolle gebruik maken van het Dolby Surround geluidseffect.
Middelste luidspreker
Voorste luidspreker (L)
Achterste luidspreker (L)
Voorste luidspreker (R)
Achterste luidspreker (R)
3CH functie
Kies de 3CH (3-kanaals) functie wanneer u voorste en middelste luidsprekers, maar geen achterste luidsprekers hebt. Het geluid van het achterste kanaal wordt dan via de voorste luidsprekers uitgezonden, zodat u kunt genieten van het surround-geluidseffect zonder achterste luidsprekers te gebruiken.
Middelste luidspreker
Voorste luidspreker (L)
Voorste luidspreker (R)
Plaatsen van de luidsprekers
Bepaal de optimale plaats voor uw luidsprekers alvorens deze aan te sluiten.
1 Plaats de voorste luidsprekers onder
een hoek van 45 graden ten opzichte van uw luisterpositie.
Middelste luidspreker
Voorste luidspreker (L)
Achterste luidspreker (L)
45°
Voorste luidspreker (R)
Achterste luidspreker (R)
2 Installeer de middelste luidspreker
op ongeveer dezelfde hoogte als de voorste luidsprekers (A). Plaats de middelste luidspreker op één lijn met de voorste luidsprekers of een beetje verder naar achteren dan de voorste luidsprekers (B).
PHANTOM functie
Kies de PHANTOM functie wanneer u voorste en achterste luidsprekers, maar geen middelste luidspreker hebt. Het geluid van het middelste kanaal wordt dan via de voorste luidsprekers uitgezonden.
Voorste luidspreker (L)
Achterste luidspreker (L)
Voorste luidspreker (R)
Achterste luidspreker (R)
A
B
Middelste luidspreker
wordt vervolgd
NL
9
Stap 2: Installeren van de
9(
=
+
p
P
0
)
9
1
23
4
65
7
8 0
1
4
3,5
6
+/–
luidsprekers (vervolg)
3 Installeer de achterste luidsprekers
vlak tegenover elkaar, op een hoogte van ongeveer 60 tot 90 cm boven uw luisterpositie.
Achterste luidspreker
60 tot 90 cm
Instellen van het luidsprekervolume
Om van het Dolby Pro Logic Surround geluidseffect te kunnen genieten, kiest u eerst de geschikte Dolby Pro Logic functie en dan stelt u het volume van elke luidspreker in door gebruik te maken van de testtoon die door het systeem wordt uitgezonden.
1
2
POWER
0
pª·
)
§
4
P
R
0
pª·
§
r
)
NL
10
1 Druk op DOLBY (of herhaaldelijk
op SURROUND MODE op de afstandsbediening) om DOLBY te kiezen.
5 Nadat de instellingen zijn voltooid,
drukt u op SURROUND T.TONE op de afstandsbediening.
De testtoon wordt uitgeschakeld.
2 Druk herhaaldelijk op
CENTER MODE totdat de gewenste Dolby Pro Logic functie op het display verschijnt.
Kies de Dolby Pro Logic functie die overeenkomt met uw luidsprekersysteem (zie blz. 8).
Bij elke druk op de toets, verandert de indicatie als volgt:
n NORMAL n WIDE
PHANTOM N 3CH N
3 Druk op SURROUND T.TONE op
de afstandsbediening.
De testtoon van elke luidspreker zal in de onderstaande volgorde worden uitgezonden. Stel het volume van de testtoon in.
NORMAL, WIDE:
n Voorste (links) n Middelste
Achterste N Voorste (rechts) N
3CH:
n Voorste (links) n Middelste
Voorste (rechts) N
PHANTOM:
n Voorste n Achterste
6 Druk herhaaldelijk op SURROUND
DELAY op de afstandsbediening om de vertragingstijd in te stellen.
Om een doeltreffender surround­geluidseffect te krijgen, dient u het tijdstip waarop het signaal van de achterste luidsprekers wordt uitgezonden een beetje te vertragen. Wanneer de achterste luidsprekers in een grote kamer of op afstand van uw luisterpositie zijn geplaatst, dient u een kortere vertragingstijd in te stellen.
Bij elke druk op de toets, verandert de indicatie als volgt:
n 20 ms n 30 ms n 15 ms
Opmerkingen
• U kunt de vertragingstijd niet instellen wanneer u de 3CH functie kiest.
• De testtoon werkt alleen voor de Dolby Pro Logic Surround functie.
Wenk
Wanneer u MASTER VOLUME op het hoofdapparaat draait, veranderen de volume­instellingen van alle luidsprekers.
4 Stel het volumeniveau zo in dat de
testtoon van elke luidspreker vanaf uw luisterpositie op hetzelfde niveau wordt gehoord.
Om het niveau van de middelste luidspreker in te stellen, drukt u op CENTER en daarna op – of + (of LEVEL CENTER – of + op de afstandsbediening).
Om het niveau van de achterste luidsprekers in te stellen, drukt u op REAR en daarna op – of + (of LEVEL REAR – of + op de afstandsbediening).
11
NL

Aansluiten van optionele audio/ video componenten

U kunt uw systeem uitbreiden door optionele componenten erop aan te sluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van elk component.
Aansluiten van een TV-spel/Laserdisc speler
Let erop dat de kleuren van de stekkers overeenkomen met die van de aansluitbussen.
Naar de audio-uitgang van een TV-spel/Laserdisc speler
Om te luisteren naar het geluid van een TV-spel/Laserdisc speler
Druk op VIDEO 2.
Aansluiten van een platenspeler
Let erop dat de kleuren van de stekkers overeenkomen met die van de aansluitbussen.
y
Naar de analoge (lijn-) uitgang van een platenspeler
Om te luisteren naar het geluid van een platenspeler
Druk op PHONO.
Wenk
Om de ruis te verminderen, dient u de bijgeleverde aardleiding van uw platenspeler aan te sluiten op de signaal-aardaansluiting (y SIGNAL GND) van dit apparaat.
Signaal­aardaansluiting (y SIGNAL GND)
Aansluiten van een videorecorder
Let erop dat de kleuren van de stekkers overeenkomen met die van de aansluitbussen.
Naar de audio-ingang van een videorecorder
Om te luisteren naar het geluid van een videorecorder
Druk op VIDEO 1.
NL
12
Naar de audio-uitgang van een videorecorder

Aansluiten van optionele buitenantenne’s

Sluit de buitenantenne aan om een betere ontvangst te krijgen.
FM-antenne
Sluit de optionele FM-buitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook de TV-antenne gebruiken.
Voor het Europese model
Schroefklem
FM
COAXIAL
AM
IEC-standaard contrasteker (niet bijgeleverd)
Aarddraad (niet bijgeleverd)
AM-antenne
Sluit een 6 tot 15 meter lange geïsoleerde draad aan op de AM antenne-aansluiting. Laat de bijgeleverde AM-raamantenne aangesloten.
Voor het Europese model
Schroefklem
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
FM
COAXIAL
AM
Aarddraad (niet bijgeleverd)
Voor overige modellen
Schroefklem
Voor overige modellen
75-ohm coaxiale kabel (niet bijgeleverd)
Aarddraad (niet bijgeleverd)
F
M
75
Schroefklem
AM
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
F
M
75
AM
Aarddraad (niet bijgeleverd)
Belangrijk
Wanneer u een buitenantenne aansluit, dient u deze door middel van de schroefklem vanaf de signaal-aardaansluiting (y SIGNAL GND) te aarden ter bescherming tegen bliksem. Sluit de aarddraad niet op een gaspijp aan, teneinde een gasontploffing te voorkomen.
13
NL

De radio

Voorprogrammeren van radio-zenders

U kunt maximaal 30 zenders voorprogram­meren, 20 voor FM en 10 voor AM.
34
POWER
r
P
R
0
0
)
pª·
5
5
§
1
4 7
=
0
9(
1
23
65
8
9
0
+
)
p
P
1 Schakel het systeem in en druk op
TUNER.
2 Druk herhaaldelijk op BAND om
FM of AM te kiezen.
)
pª·
§
2
SYSTEM STANDBY
1
2 3
3 Druk op TUNING + of – (of op
CH/PRESET + of – op de afstandsbediening).
Druk op + voor een hogere frequentie. Druk op – voor een lagere frequentie.
Automatisch afstemmen op een zender (Automatische Afstemming)
Houd TUNING + of – ongeveer één seconde ingedrukt en laat deze los wanneer de frequentie begint te veranderen. Wanneer een zender is afgestemd, stopt het systeem automatisch en verschijnt “TUNED” op het display.
Wenk
Om de automatische afstemming te laten stoppen voordat een zender is afgestemd, drukt u op TUNING + of –.
Afstemmen op een zender met een zwak signaal (Handmatige Afstemming)
Druk TUNING + of – herhaaldelijk in om de gewenste frequentie te kiezen. “TUNED” verschijnt wanneer een zender is afgestemd.
4 Druk op MEMORY.
“MEMORY” verschijnt en het laatste preselectie-nummer knippert op het display.
MEMORY
MHz
Preselectie-nummer
5 Druk op de cijfertoetsen (1 – 9, 0/10
(of 0 op de afstandsbediening) en >10) om een preselectie-nummer te kiezen.
Kiezen van Druk op
55 10 0/10 (of 0) 15 >10 n 1 n 5 20 >10 n 2 n 0/10 (of 0)
14
NL
De zender wordt in het gekozen preselectie-nummer voorgeprogram­meerd.
6 Herhaal stappen 2 t/m 5 om andere
zenders te programmeren.
Om het preselectie-nummer te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 2.
Om het AM-afsteminterval te veranderen (behalve het Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz. Om het AM­afsteminterval te veranderen, drukt u herhaaldelijk op BAND om AM te kiezen, en dan schakelt u het systeem uit. Schakel daarna het systeem opnieuw in terwijl u MEMORY ingedrukt houdt. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde zenders uit het geheugen gewist. Herhaal dezelfde procedure om het interval opnieuw in te stellen.
Wenken
• Indien “MEMORY” van het display verdwijnt alvorens u het preselectie-nummer kiest, dient u MEMORY nogmaals in te drukken.
• De voorgeprogrammeerde zenders worden voor enkele dagen in het geheugen vastgehouden, zelfs wanneer u het netsnoer uit het stopcontact haalt of er een stroomonderbreking optreedt.
Achtereenvolgend afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders
2,4
POWER
0
1 Druk herhaaldelijk op BAND om
)
pª·
§
FM of AM te kiezen.
3
P
R
0
pª·
§
r
)
2 Druk op MEMORY SCAN.
Een preselectie-nummer knippert op het display.
MHz
Preselectie-nummer
3 Druk op TUNING + of –.
Druk op + om achtereenvolgend af te stemmen op hogere preselectie­nummers. Druk op – om achtereenvolgend af te stemmen op lagere preselectie-nummers. U zult elke voorgeprogrammeerde zender voor ongeveer vier seconden horen.
1
4 Druk nogmaals op MEMORY SCAN
zodra er op de gewenste zender is afgestemd.
Het achtereenvolgend afstemmen stopt.
Wenk
Tijdens achtereenvolgend afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders, is het mogelijk dat een zender met een zwak signaal wordt overgeslagen. Stem in zo’n geval af met de hand.
15
NL

Luisteren naar de radio

— Afstemmen op voorgeprogram­meerde zenders
Programmeer eerst de radio-zenders in het geheugen van de tuner (zie blz. 14).
STEREO/MONO TUNING –/+
2
1
1 Druk herhaaldelijk op BAND om
FM of AM te kiezen.
2 Druk op de cijfertoetsen (1 – 9, 0/10
(of 0 op de afstandsbediening) en >10) om een preselectie-nummer te kiezen.
Kiezen van Druk op
55 10 0/10 (of 0) 15 >10 n 1 n 5 20 >10 n 2 n 0/10 (of 0)
16
NL
POWER
0
)
pª·
§
1
2
4 7
=
0
9(
23
65
8
9
0
+
)
p
P
r
P
R
0
)
pª·
§
MASTER VOLUME
1
CH/PRESET +/–
MASTER VOL +/–
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt
Druk op CH/PRESET + voor het kiezen van hogere preselectie-nummers. Druk op CH/PRESET – voor het kiezen van lagere preselectie-nummers.
3 Herhaal stappen 1 en 2 om naar
andere voorgeprogrammeerde zenders te luisteren.
Instellen van het volume
Draai MASTER VOLUME (of druk op MASTER VOL +/– op de afstandsbediening).
Luisteren naar niet­voorgeprogrammeerde radio­zenders
Houd TUNING + of – (of CH/PRESET + of – op de afstandsbediening) ongeveer één seconde ingedrukt na het uitvoeren van stap 1 en laat de toets los wanneer de frequentie­indicatie begint te veranderen. Het doorlopen van de frequentieband stopt wanneer er op een zender is afgestemd (Automatische Afstemming).
Druk na het uitvoeren van stap 1 herhaaldelijk op TUNING + of – (of op CH/PRESET + of – op de afstandsbediening) om de gewenste frequentie te kiezen. “TUNED” verschijnt wanneer er op een zender is afgestemd (Handmatige Afstemming).
Wenken
• Wanneer er ruis is tijdens ontvangst van een FM­stereo programma, drukt u op STEREO/MONO zodat “MONO” op het display verschijnt. De ontvangst zal dan verbeteren, maar er zal geen stereo-effect zijn. Druk de toets nogmaals in om het stereo-effect weer in te schakelen.
• Soms kunt u de ontvangst verbeteren door de bijgeleverde antenne’s te richten.

Het tapedeck

Afspelen van een band

U kunt TYPE-I (normal), TYPE-II (CrO2) of TYPE-IV (metal) banden gebruiken, aangezien het deck de bandsoort automatisch herkent.
De bijgeleverde afstandsbediening is in de fabriek ingesteld op bediening van DECK B. Voor bediening van DECK A drukt u op cijfertoets 4 terwijl u TAPE ingedrukt houdt.
Om DECK B weer te kiezen, drukt u op cijfertoets 5 terwijl u TAPE ingedrukt houdt.
MASTER
VOLUME
r
P
R
0
)
pª·
§
POWER
0
pª·
ªp
)
§
24
10/)
3
PAUSE P DOLBY NR
1 Schakel het systeem in en druk op
TAPE.
2 Druk op § en plaats een
opgenomen band in het deck.
Op de afbeelding wordt een opgenomen band in deck A geplaatst.
Met de kant die u wilt afspelen naar u toe gekeerd
3 Stel DIRECTION in voor het kiezen
van de kant(en) die u wilt afspelen.
Stel in op A voor het afspelen van één kant. Stel in op a om beide kanten continu af te spelen*. Stel in op RELAY om de banden in beide decks achtereenvolgens af te spelen*.
4 Druk op ·.
Druk op ª om de achterkant van de band af te spelen.
Het afspelen begint.
0
9
23
1
4
8
7
0
+
=
)
0
9(
65 9
p
P
SYSTEM STANDBY
1
0
p P
4
MASTER VOL +/–
* Het afspelen wordt vijfmaal herhaald en dan stopt
het deck automatisch.
wordt vervolgd
17
NL
Afspelen van een band (vervolg)
Opnemen op een
Om
Het afspelen te stoppen
Het afspelen te pauzeren (alleen deck B)
De band snel vooruit te spoelen
De band terug te spoelen
De band eruit te nemen
Het volume in te stellen
Doe het volgende
Druk op p.
Druk op PAUSE P (of op P op de afstandsbediening). Druk nogmaals om het afspelen te hervatten.
Druk op ) (voor de voorkant) of op 0 (voor de achterkant) terwijl het deck is gestopt.
Druk op 0 (voor de voorkant) of op ) (voor de achterkant) wanneer het deck is gestopt.
Druk op § terwijl het deck is gestopt.
Draai MASTER VOLUME (of druk op MASTER VOL +/– op de afstandsbediening).
Wenk
Zet DOLBY NR op B voor het afspelen van een band die met het Dolby NR systeem werd opgenomen. Het Dolby NR (ruisonderdrukking) systeem onderdrukt de bandruis door de hoogfrequentie­signalen met een laag geluidsniveau tijdens het opnemen te versterken en deze tijdens het afspelen weer te verzwakken.
band
U kunt opnemen van een CD, of alleen de gewenste liedjes opnemen vanaf het midden van de band. Om een kopie te maken van een opgenomen band, zie “Opnemen van een andere band” (blz. 20). U kunt TYPE-I (normal) of TYPE-II (CrO2) banden gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
13
POWER
0
)
pª·
§
1 Druk op een van de functietoetsen
voor het kiezen van de geluidsbron die u wilt opnemen.
DOLBY NR
r
P
R
0
)
pª·
§
25
45
18
NL
2 Druk op § en plaats een
onbespeelde band in deck B.
Met de kant waarop u wilt opnemen naar u toe gekeerd
3 Stel DIRECTION in voor het kiezen
van de kant(en) waarop u wilt opnemen.
Stel in op A om op één kant op te nemen. Stel in op a om op beide kanten op te nemen*.
4 Druk op REC r.
De · indicator gaat aan voor opnemen op de kant die naar u toe is gekeerd. Als de indicator niet aangaat, drukt u éénmaal op ·. Het deck stelt het opnameniveau automatisch in.
5 Druk op PAUSE P of ·.
Druk ª tweemaal in wanneer u de opname op de achterkant wilt laten beginnen.
Het opnemen begint.
6 Begin met het afspelen van de
geluidsbron.
* Het opnemen stopt aan het einde van de
achterkant van de band.
Om
De opname te stoppen
Te pauzeren
De band eruit te nemen
Wenken
• Voor opnemen met het Dolby ruisonder­drukkingssysteem, zet u DOLBY NR op B alvorens met de opname te beginnen.
• Om uw opnamen tegen ongewild wissen te beveiligen, verwijdert u het opname­beveiligingsnokje (zie blz. 26).
Opmerking
Wanneer u de toetsen op deck A indrukt terwijl er op deck B wordt opgenomen, zal het opgenomen geluid worden onderbroken.
Druk op
p.
PAUSE P. Druk nogmaals om de opname te hervatten.
§ terwijl het deck is gestopt.

Opnemen van de radio

U kunt een radio-programma op band opnemen door af te stemmen op een voorgeprogrammeerde zender. U kunt TYPE-I (normal) of TYPE-II (CrO2) banden gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
3
POWER
0
)
pª·
§
p
1 Druk op § en plaats een
onbespeelde band in deck B.
2 Druk herhaaldelijk op BAND om
FM of AM te kiezen.
3 Druk op de cijfertoetsen (1 – 9, 0/10
(of 0 op de afstandsbediening) en >10) om een preselectie-nummer te kiezen.
Kiezen van Druk op
55 10 0/10 (of 0) 15 >10 n 1 n 5 20 >10 n 2 n 0/10 (of 0)
4
16
2
DOLBY NR
r
P
R
0
pª·
§
ª
)
6
5
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt
Druk op CH/PRESET + voor het kiezen van hogere preselectie-nummers. Druk op CH/PRESET – voor het kiezen van lagere preselectie-nummers.
wordt vervolgd
19
NL
Opnemen van de radio (vervolg)
Opnemen van een
4 Stel DIRECTION in.
Stel in op A om op één kant op te nemen. Stel in op a om op beide kanten op te nemen*.
5 Druk op REC r.
Het deck staat nu in de wachtstand voor opnemen.
6 Druk op PAUSE P of ·.
Druk ª tweemaal in wanneer u de opname op de achterkant wilt laten beginnen.
Het opnemen begint.
* Het opnemen stopt aan het einde van de
achterkant van de band.
Om de opname te stoppen
Druk op p.
Wenken
• Voor opnemen van niet-voorgeprogrammeerde zenders, stemt u op de gewenste zender af door middel van Handmatige Afstemming of Automatische Afstemming (zie blz. 14).
• Wanneer er ruis is tijdens het opnemen van een AM-uitzending, kunt u de ruis onderdrukken door de positie van de AM-antenne te veranderen.
• Voor opnemen met het Dolby ruisonder­drukkingssysteem, zet u DOLBY NR op B alvorens met de opname te beginnen.
andere band
— Dubben
U kunt de opnamen van een band in deck A met normale of hoge snelheid dubben op een band in deck B. U kunt TYPE-I (normal) of TYPE-II (CrO2) banden gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
POWER
0
)
pª·
§
1 Druk op § en plaats een
opgenomen band in deck A en een onbespeelde band in deck B.
2 Stel DIRECTION in voor het kiezen
van de kant(en) waarop u wilt opnemen.
Stel in op A om op één kant op te nemen. Stel in op a* of RELAY** om op beide kanten op te nemen.
* De opname op de achterkant van de band in
deck B begint onafhankelijk van het afspelen in deck A.
** De opname op de achterkant van de band in
deck B begint tegelijkertijd met het afspelen van de achterkant van de band in deck A.
235
r
P
R
0
)
pª·
§
pp
11
4
20
3 Kies de snelheid voor het dubben.
Druk op NORMAL voor dubben met normale snelheid.
Druk op HIGH voor dubben met hoge snelheid.
De indicator van de ingedrukte toets gaat aan en het deck staat in de wachtstand voor dubben.
NL
4 Kies de kant waarop u met het
dubben wilt beginnen.
Druk op · voor opnemen vanaf de voorkant.
Druk op ª voor opnemen vanaf de achterkant.
5 Druk op PAUSE P om met het
dubben te beginnen.
Om het dubben met normale snelheid te stoppen
Druk op p op deck B.
Om het dubben met hoge snelheid te stoppen
Druk op p op beide decks.
Wenken
• Tijdens dubben met hoge snelheid, werkt alleen de p toets.
• Indien de oorspronkelijke band met Dolby NR B werd opgenomen, wordt het dubben automatisch met Dolby NR B uitgevoerd. Indien u echter wilt meeluisteren naar het geluid tijdens dubben met normale snelheid, dient u DOLBY NR op B in te stellen.
Opmerking
Wanneer een TV-toestel dicht bij het systeem is geplaatst, kan ruis worden voortgebracht tijdens dubben met hoge snelheid. Schakel in zo’n geval de TV uit of plaats deze verder van het systeem.
Alleen bepaalde gedeelten dubben
Tijdens dubben met normale snelheid kunt u ongewenste gedeelten overslaan.
1 Druk op p op deck A bij het begin van het
gedeelte dat u wilt overslaan. Deck B komt in de opname-pauzestand te staan.
2 Bepaal op deck A het punt waar u de
opname wilt hervatten, en stop de band.
3 Druk op PAUSE P om het dubben te
hervatten.
Inlassen van niet­opgenomen intervallen tijdens het opnemen
— Opnamedemping
U kunt een niet-opgenomen interval van 4 seconden tussen de muziekstukken inlassen of ongewenste gedeelten op een band wissen.
POWER
r
P
R
0
0
)
pª·
§
1 Begin met op te nemen. 2 Druk op REC MUTING R bij het
punt waar u een niet-opgenomen interval wilt inlassen.
“REC” knippert op het display en de band blijft lopen zonder dat er wordt opgenomen. Na 4 seconden gaat P aan en komt het deck in de opname-pauzestand te staan.
3 Druk op PAUSE P of · om de
opname te hervatten.
Tijdens dubben met normale snelheid, drukt u op PAUSE P om de opname te hervatten.
Wenk
Om een interval van meer dan 4 seconden in te lassen, houdt u REC MUTING R zolang ingedrukt als u wilt. Na 4 seconden zal “REC” sneller gaan knipperen. Wanneer u REC MUTING R loslaat, gaat de P indicator aan en komt het deck in de opname­pauzestand te staan. Druk op PAUSE P om de opname te hervatten.
·
§
2
)
33
21
NL

Klankregeling

Instellen van het geluid

U kunt de weergave van de lage en de hoge tonen regelen.
–/+
POWER
r
P
R
0
0
)
pª·
§
TONEPHONES
Druk op TONE*, en druk dan op + of – om de toonkwaliteit in te stellen.
* Bij elke druk op TONE worden de lage tonen en
de hoge tonen beurtelings gekozen.
Luisteren door de hoofdtelefoon
Sluit de hoofdtelefoon aan op PHONES.
pª·
§
)
Kiezen van voorge­programmeerde geluidsvelden
U kunt genieten van de geluidsveld-effecten door een van de vijf voorgeprogrammeerde effecten te kiezen in overeenstemming met het programma dat u wilt afspelen.
SOUND FIELD
POWER
r
P
R
0
0
)
pª·
§
Druk op een van de SOUND FIELD toetsen zodat de indicatie van het gewenste geluidsveld op het display verschijnt.
Kies het geschikte geluidsveld als volgt:
Druk op
1 ROCK
2 POPS
3 CLASSIC
4 MOVIE
5 GAME
Geluidseffect
Krachtig, helder geluid met beklemtoning van de lage en hoge tonen.
Licht en helder geluid met beklemtoning van de hoge en middenhoge tonen.
Breed, open geluid met veel weergalm en gebruik van een surround-effect.
Geluidsweergave zoals in een bioscoopzaal met gebruik van een surround-effect.
Maximaal geluidseffect van videospel-programmatuur met gebruik van een surround-effect.
pª·
§
)
22
Om de geluidsvelden uit te schakelen
Druk de gekozen SOUND FIELD toets in. “OFF” verschijnt op het display en het geluidsveld-effect wordt uitgeschakeld.
NL
Kiezen met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD totdat de indicatie van het gewenste geluidsveld op het display verschijnt. Bij elke druk op de toets, verandert het display als volgt:
n ROCK n POPS n CLASSIC
OFF N GAME N MOVIE N
Wenk
Wanneer u wilt luisteren naar CLASSIC, MOVIE of GAME zonder een surround-effect, drukt u op een van de SURROUND MODE toetsen zodat de respectieve indicator uitgaat.

Kiezen van de surround-functie

U kunt genieten van surround-geluid door gewoon een van de drie voorgeprogram­meerde surround-functies te kiezen in overeenstemming met het programma dat u wilt afspelen.
DOLBY PRO LOGIC indicator
POWER
0
)
pª·
§
Druk op een van de SURROUND MODE toetsen (DOLBY, HALL of SIMULATED) om de gewenste surround-functie in te schakelen.
De indicator van de gekozen functie gaat aan op het display. De DOLBY PRO LOGIC indicator gaat aan wanneer u de DOLBY functie kiest.
Kies de geschikte surround-functie als volgt:
Druk op
DOLBY
HALL
SIMULATED
Om
programma’s die met Dolby Pro Logic Surround zijn verwerkt te decoderen en de atmosfeer van een bioscoop te krijgen.
de atmosfeer van een grote concertzaal te krijgen.
een nagebootst stereo-effect te geven aan mono-geluid.
SURROUND MODE
r
P
R
0
)
pª·
§
wordt vervolgd
23
NL
Kiezen van de surround-functie (vervolg)
Om het surround-geluidseffect uit te schakelen
Druk op een van de SURROUND MODE toetsen (DOLBY, HALL of SIMULATED) die overeenkomt met de gekozen functie.
Kiezen met de afstandsbediening
U kunt de surround-functie ook met de afstandsbediening kiezen.

Versterken van het basgeluid

U kunt het basgeluid van uw superwoofer versterken om een groter gevoel van atmosfeer te krijgen. Gebruik de afstandsbediening om de superwoofer vanuit uw luisterpositie in te stellen.
SUPER WOOFER
3
indicator
1
9(p
P
SURROUND MODE
Druk herhaaldelijk op SURROUND MODE totdat de indicatie van de gewenste surround-functie op het display verschijnt.
Bij elke druk op de toets, verandert het display als volgt:
n DOLBY n HALL
OFF N SIMULATED N
Wenk
Dolby Surround gecodeerde programmatuur kunt u herkennen aan de verpakking. Sommige video’s en laserdiscs kunnen echter Dolby Surround geluid gebruiken zelfs wanneer dit niet op de verpakking is aangeduid.
POWER
r
P
R
0
0
)
pª·
§
9(p
1
P
)
pª·
§
2
3
1 Druk op WOOFER ON/OFF (of op
S.WOOFER ON/OFF op de afstandsbediening) om de superwoofer in te schakelen.
De SUPER WOOFER indicator gaat aan.
24
NL

Aanvullende informatie

2 Druk op S.WOOFER PHASE op de
afstandsbediening voor het kiezen van de polariteit die de beste basweergave geeft.
3 Druk op WOOFER en daarna op –
of + (of LEVEL S.WOOFER +/– op de afstandsbediening) om het superwoofer-niveau af te stellen.
Opmerkingen
• U kunt het superwoofer-niveau alleen instellen wanneer de superwoofer is ingeschakeld (wanneer de SUPER WOOFER indicator brandt).
• U kunt de superwoofer niet gebruiken wanneer u PHONO kiest (“SELECT OTHER FUNCTION” (kies een andere functie) verschijnt).

Voorzor gsmaatr egelen

Netspanning
Alvorens het systeem te bedienen, dient u eerst te controleren of de netspanning van uw systeem gelijk is aan de plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
• Zolang de stekker van het systeem in een stopcontact zit, blijft het systeem op het stroomnet aangesloten, zelfs wanneer het systeem zelf is uitgeschakeld.
• Haal de stekker van het systeem uit het stopcontact wanneer u het systeem geruime tijd niet gaat gebruiken. Trek aan de stekker en nooit aan het snoer zelf om de aansluiting op het stopcontact te verbreken.
• Als een vast voorwerp of vloeistof in een van de componenten terechtkomt, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de betreffende component door deskundig personeel nakijken alvorens deze weer te gebruiken.
• Het netsnoer mag alleen in een erkende service­winkel worden vernieuwd.
Installeren van het systeem
• Installeer het stereo-systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het stereo-systeem te voorkomen.
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet op de volgende plaatsen:
– Zeer warme of koude plaatsen – Stoffige of vuile plaatsen – Zeer vochtige plaatsen – Plaatsen met trillingen – Blootgesteld aan direct zonlicht
wordt vervolgd
25
NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Alvorens een band in het deck te plaatsen
Indien nodig, trek de band strak. Loshangende band kan vastlopen in de onderdelen van het deck en beschadigd raken.
Wanneer u een band die langer is dan 90 minuten gebruikt
Deze band rekt gemakkelijk uit. Verander niet herhaaldelijk de bandbedieningen zoals weergeven, stoppen, snel vooruitspoelen, enz. Hierdoor kan de band vastlopen in het deck.
Permanent beveiligen van een band
Verwijder het cassettenokje van kant A of B, zoals afgebeeld, om te voorkomen dat een band per ongeluk wordt gewist. Als u de band later weer voor opnemen wilt gebruiken, bedek dan de opening met plakband.
Reinigen van de koppen van het deck
Reinig de koppen na iedere 10 uren van gebruik. Wanneer de koppen vuil worden:
– het geluid is vervormd – het geluidsniveau vermindert – het geluid valt weg – de band wordt niet volledig gewist
– de band neemt niet op. Zorg ervoor dat u de koppen reinigt alvorens met een belangrijke opname te beginnen of na het weergeven van een oude band. Gebruik hiervoor een droog-type of nat-type reinigingscassette (afzonderlijk verkrijgbaar). Voor details, raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de koppen van het deck
Demagnetiseer na iedere 20 tot 30 gebruiksuren de koppen en de metalen onderdelen die met de band in contact komen. Gebruik hiervoor een demagnetiseercassette (afzonderlijk verkrijgbaar). Voor details, raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
Kant A
Nokje van kant B
Wanneer u een TYPE-II (CrO cassette gebruikt, bedek dan niet de detectie­openingen aan de hand waarvan het deck de gebruikte bandsoort automatisch herkent.
TYPE-II
Nokje van kant A
2) of TYPE-IV (metal)
TYPE-IV
Detectie-openingen
(Niet met plakband bedekken!)
Reinigen van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel. Gebruik nooit sterke oplosmiddelen zoals verdunner of benzine, aangezien deze de afwerking kunnen beschadigen.
Als u vragen of problemen hebt betreffende uw stereo-systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
26
NL

Gids voor storingzoeken

Raadpleeg de onderstaande controlelijst wanneer u problemen hebt met de bediening van dit stereo-systeem.
Controleer eerst of het netsnoer goed is aangesloten en de luidsprekers juist en stevig zijn aangesloten.
Als u een probleem niet kunt verhelpen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Geen geluid.
•Draai MASTER VOLUME naar rechts.
•De hoofdtelefoon is aangesloten.
•Sluit de antenne’s aan.
•Controleer of de luidsprekersnoeren stevig zijn aangesloten.
•De beveiliging op de cassettedeck­ontvanger is geactiveerd vanwege een kortsluiting. (“PROTECT” knippert.) Schakel de cassettedeck-ontvanger uit, verhelp de kortsluiting en schakel de ontvanger weer in.
Er is veel brom of ruis.
•Een TV of videorecorder staat te dicht bij het stereo-systeem. Plaats het systeem verder van de TV of videorecorder.
•Zorg dat er een aarddraad is aangesloten op de signaal-aardaansluiting (y SIGNAL GND).
De afstandsbediening werkt niet.
•Er is een obstakel tussen de afstandsbediening en het systeem.
•De afstandsbediening wordt niet naar de sensor g op het systeem gericht.
•De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen.
•Wanneer u TV CONTROL indrukt, kan de afstandsbediening alleen worden gebruikt voor de TV. In dit geval moet u één van de SYSTEM CONTROL/ FUNCTION-toetsen indrukken alvorens u bijvoorbeeld de cassettedeck-ontvanger kunt gaan bedienen.
Luidsprekers
Het geluid komt van slechts één kanaal of slechte links/rechts volumebalans.
•Controleer de luidsprekeraansluitingen en de plaatsing van de luidsprekers.
Geen geluid van de luidsprekers, behalve van de middelste luidspreker.
•De afgespeelde geluidsbron is in mono. Schakel de Pro Logic functie uit.
Geen geluid van de middelste luidspreker.
•De PHANTOM Pro Logic functie is gekozen. Kies een andere functie.
•Stel het CENTER luidsprekerniveau juist in (zie blz. 11).
Geen geluid van de achterste luidsprekers.
•De 3CH Pro Logic functie is gekozen. Kies een andere functie.
•Stel het REAR luidsprekerniveau juist in (zie blz. 11).
•De afgespeelde programmatuur bevat weinig geluidseffecten. Controleer het volume met behulp van de testtoon.
Tapedeck
De bandbedieningstoetsen werken niet.
•Wacht totdat de P indicatie ophoudt met knipperen. (Bediening is niet mogelijk gedurende de eerste drie seconden na het inschakelen van de spanning.)
•Plaats de band op de juiste wijze erin en sluit de cassette-houder volledig.
Het deck neemt niet op.
•Geen band in het deck.
•Het nokje van de cassette is verwijderd. (Zie “Permanent beveiligen van een band” op blz. 26.)
•De band is tot aan het einde opgespoeld.
Opnemen en afspelen niet mogelijk of het geluidsniveau vermindert.
•De koppen zijn vuil. Reinig de koppen. (Zie “Reinigen van de koppen van het deck” op blz. 26.)
•De opname/weergave koppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen. (Zie “Demagnetiseren van de koppen van het deck” op blz. 26.)
wordt vervolgd
27
NL
Gids voor storingzoeken (vervolg)
Tuner
De band wordt niet volledig gewist.
•De opname/weergave koppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen. (Zie “Demagnetiseren van de koppen van het deck” op blz. 26.)
Te veel snelheidsfluctuaties (wow en flutter) of het geluid valt weg.
•De capstan-assen of aandrukrollen zijn vuil. Reinig deze. (Zie “Reinigen van de koppen van het deck” op blz. 26.)
Veel ruis of wissen van de hoge frequenties.
•De opname/weergave koppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen. (Zie “Demagnetiseren van de koppen van het deck” op blz. 26.)
Het geluid is niet gebalanceerd.
•Zet Dolby NR in de stand die werd gebruikt voor het opnemen van de band.
•Plaats het systeem verder van de TV of videorecorder.
De band stopt alvorens de band volledig is teruggespoeld.
•De band zit los. Trek de band strak.
•Het omhulsel van de cassette is verbogen. Gebruik een andere cassette.
Lawaaierig bandtransport tijdens snel vooruitspoelen of terugspoelen.
•Dit lawaai wordt veroorzaakt door de cassette en duidt niet op een mechanisch probleem.
§ werkt niet.
•Er is een stroomonderbreking opgetreden of het netsnoer werd uit het stopcontact gehaald tijdens bediening van het deck. Sluit het netsnoer weer aan.
Korte geluidsonderbreking tijdens bandweergave.
•U hebt ), 0 of p op een van de decks ingedrukt tijdens weergave op het andere deck. Of u hebt PAUSE P, · of ª op deck B ingedrukt tijdens weergave op deck A.
Afstemmen op een frequentie is niet mogelijk.
•Richt de antenne’s.
•Sluit de FM-buitenantenne aan.
•Programmeer de zenders opnieuw indien u verhuisd bent.
Veel brom of ruis (“TUNED” of “STEREO” knippert op het display).
•Richt de antenne.
•Het signaal is te zwak. Sluit de buitenantenne aan.
•Stem af op een juiste frequentie.
•Plaats het systeem verder van de TV of videorecorder.
Een stereo FM-programma kan niet in stereo worden ontvangen.
•Druk op STEREO/MONO zodat “STEREO” verschijnt.
Als problemen optreden die hierboven niet zijn beschreven, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen:
1 Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
2 Houd DOLBY ingedrukt en steek dan de
stekker weer in het stopcontact.
De fabrieksinstellingen van het systeem worden dan weer van kracht. Alle door u gemaakte instellingen (voorgeprogram­meerde zenders, enz.) worden uit het geheugen gewist. U dient deze opnieuw in te stellen.
28
NL
Loading...
+ 64 hidden pages