Lijst met opnamefuncties [10]
Slim automatisch [11]
Superieur automat. [12]
Over scèneherkenning [13]
De voordelen van automatisch opnemen [14]
Autom. programma [15]
iDraaipanorama [16]
Scènekeuze [17]
Film [18]
De opnamefuncties gebruiken
De zoom gebruiken
Zoom [19]
De zoomfuncties die beschikbaar zijn op het apparaat [20]
Zoom-instelling [21]
Over de zoomvergroting [22]
De flitser gebruiken
Informatie over het gebruik van de flitser [23]
Flitsfunctie [24]
Een schermweergavefunctie selecteren
De schermweergave veranderen (Opnemen) [25]
Het formaat/de kwaliteit van stilstaande beelden selecteren
PlayMemories Home [123]
PlayMemories Home installeren [124]
Softwareprogramma's voor Mac-computers [125]
Dit apparaat aansluiten op een computer
Het apparaat aansluiten op een computer [126]
Beelden importeren in de computer [127]
Het apparaat loskoppelen van de computer [128]
Een disc met bewegende beelden maken
Disctype [129]
Selecteer de methode voor het maken van een disc [130]
Een disc maken met een ander apparaat dan een computer [131]
Een Blu-ray Disc maken [132]
Voorzorgsmaatregelen/Dit apparaat
Voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen [133]
Interne oplaadbare batterij [134]
Opmerkingen over de accu [135]
De accu opladen [136]
Geheugenkaart [137]
Dit apparaat reinigen
Reiniging [138]
Aantal opneembare stilstaande beelden en opnameduur van bewegende
beelden
Aantal stilstaande beelden [139]
Resterende opnameduur van bewegende beelden [140]
Dit apparaat in het buitenland gebruiken
Adapterstekker [141]
Over tv-kleursystemen [142]
Overige informatie
AVCHD-formaat [143]
Licentie [144]
Handelsmerken
Handelsmerken [145]
Probleemoplossing
In geval van problemen
In geval van problemen
Problemen oplossen [146]
Problemen oplossen
Accu en voeding
U kunt de accu niet in het apparaat plaatsen. [147]
U kunt het apparaat niet inschakelen. [148]
Het apparaat schakelt plotseling uit. [149]
De resterende-acculadingindicator geeft een verkeerd niveau aan. [150]
Het oplaadlampje van het apparaat knippert tijdens het opladen van de accu. [151]
De accu is niet opgeladen ondanks dat het oplaadlampje van het apparaat is uitgegaan.
[152]
De accu wordt niet opgeladen. [153]
Stilstaande/bewegende beelden opnemen
U kunt geen beelden opnemen. [154]
Het opnemen duurt erg lang. [155]
Het beeld is onscherp. [156]
De zoomfunctie werkt niet. [157]
De flitser werkt niet. [158]
Wazige ronde witte vlekken zijn te zien op beelden die met de flitser zijn gemaakt. [159]
De close-up-opnamefunctie (Macro) werkt niet. [160]
De opnamedatum en -tijd worden niet afgebeeld op het scherm. [161]
De datum en tijd worden onjuist opgenomen. [162]
De kleuren van het beeld zijn niet juist. [163]
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. [164]
Een donkere schaduw verschijnt in het beeld. [165]
De ogen van het onderwerp zijn rood. [166]
Punten verschijnen en blijven op het scherm. [167]
U kunt niet continu beelden opnemen. [168]
Het beeld is wazig. [169]
Het duurt te lang voordat de flitser opnieuw is opgeladen. [170]
Beelden weergeven
Het lukt niet beelden weer te geven. [171]
De datum en tijd worden niet afgebeeld. [172]
Het lukt niet het beeld te wissen. [173]
Het beeld is per ongeluk gewist. [174]
Wi-Fi
U kunt het draadloze accesspoint waarmee moet worden verbonden niet vinden. [175]
[WPS-Push] werkt niet. [176]
[Naar computer verz.] wordt voortijdig geannuleerd. [177]
U kunt geen bewegende beelden zenden naar een smartphone. [178]
[Bedien. via smartph.] of [Naar smartph verznd] wordt voortijdig geannuleerd. [179]
Het opnamescherm voor [Bedien. via smartph.] wordt niet soepel afgebeeld./De
verbinding tussen het apparaat en de smartphone is verbroken. [180]
U kunt One-touch connection (NFC) niet gebruiken. [181]
Computers
De computer herkent dit apparaat niet. [182]
U kunt geen beelden importeren. [183]
Het beeld en het geluid worden onderbroken door ruis wanneer u een film op een
computer bekijkt. [184]
Beelden die vanaf een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet op dit apparaat worden
weergegeven. [185]
Geheugenkaarten
De geheugenkaart is per ongeluk geformatteerd. [186]
Afdrukken
Bij de afdruk van de beelden worden beide randen afgesneden. [187]
U kunt geen beelden met de datum erop afdrukken. [188]
Overige
De lens raakt beslagen. [189]
Het apparaat stopt met uitgeschoven lens./Het apparaat wordt uitgeschakeld met
uitgeschoven lens. [190]
Het apparaat wordt warm wanneer u het gedurende een lange tijd gebruikt. [191]
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat het apparaat is ingeschakeld. [192]
Het aantal op te nemen beelden neemt niet af of neemt met twee beelden tegelijk af. [193]
Het apparaat werk niet goed. [194]
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren [197]
[1] Hoe te gebruikenVóór gebruikNamen van de onderdelen
Plaats van de onderdelen
1. Ontspanknop
2. Voor opnemen: W/T (zoom-)knop
Voor weergeven: (index-)knop/ (weergavezoom-)knop
3. Flitser
4. Zelfontspannerlamp/AF-hulplicht
5. ON/OFF (aan/uit)-knop
6. Oplaadlampje
7. Microfoon
8. Lens
1. (N-markering)
Deze markering geeft het aanraakpunt aan voor het verbinden van dit apparaat met
een NFC-compatibele smartphone.
NFC (Near Field Communication) is een internationale norm voor draadloze
communicatie over een korte afstand.
2. LCD-scherm
3. MOVIE (bewegende beelden-)knop
4. Multi/Micro USB-aansluiting*
Ondersteunt een micro-USB-compatibel apparaat.
5. Oog voor polsriem
6. Besturingswiel
7. Wi-Fi-sensor (ingebouwd)
8. MENU-knop
9. ?/ (Helpfunctie in camera/wis-)knop
10. (weergave-)knop
1. Accuvak
2. Schroefgat voor statief
Gebruik een statief met een schroef van minder dan 5,5 mm lang. Als de schroef te
lang is, kunt u dit apparaat niet stevig bevestigen en kan het apparaat worden
beschadigd.
3. Luidspreker
4. Accu-uitwerphendel
5. Toegangslamp
6. Geheugenkaartgleuf
7. HDMI-microaansluiting
8. Deksel van geheugenkaartgleuf en accuvak
*
Voor informatie over de Multi/Micro USB-aansluiting gaat u naar de Sony-website, of neemt u
contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke, erkende Sony-servicecentrum.
[2] Hoe te gebruikenVóór gebruikPictogrammen en indicators
3. Naar opn.mod. schakel.
Gidsweergave voor omschakelen van de opnamefunctie
REC 0:12
Opnameduur van de bewegende beelden (m:s)
Scherpstellen
1/250
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
±0.0
Belichtingscompensatie
ISO400
ISO-gevoeligheid
Histogram
Foto-effectfout
2014-1-1
10:37AM
Opnamedatum
3/7
Bestandsnummer/Aantal beelden in de weergavefunctie
[3] Hoe te gebruikenVóór gebruikDe riem gebruiken
De polsriem gebruiken
Bevestig de polsriem en steek uw hand door de lus om te voorkomen dat het apparaat valt
en beschadigd raakt.
[4] Hoe te gebruikenVóór gebruikHelpfunctie in camera
Over de [Helpfunct. in camera]
De [Helpfunct. in camera] beeldt beschrijvingen af van MENU-onderdelen en instellingen, en
als een functie niet kan worden ingesteld geeft het de reden daarvan aan.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van boven-/onder-/linker/rechterkant van het besturingswiel.
3. Druk op de ? (Helpfunct. in camera-) knop.
De bedieningsgids voor het MENU-onderdeel dat u in stap 2 hebt geselecteerd, wordt
afgebeeld.
Als u op in het midden van het besturingswiel drukt nadat u een item hebt
geselecteerd dat grijs wordt afgebeeld, wordt de reden afgebeeld waarom het item
niet kan worden ingesteld.
[5] Hoe te gebruikenVóór gebruikHelpfunctie in camera
Over het opnameadvies
Geeft het opnameadvies weer overeenkomstig de geselecteerde opnamefunctie.
1. Druk op de ? (Helpfunct. in camera) knop terwijl het opnamescherm wordt
weergegeven.
2. Druk op de boven-/onderkant van het besturingswiel om het gewenste opnameadvies
te selecteren en druk daarna op in het midden.
Het opnameadvies wordt weergegeven.
U kunt het scherm doordraaien door op de boven-/onderkant van het besturingswiel
te drukken.
Hint
Om alle opnameadviezen te bekijken, selecteert u MENU → (Camera- instellingen)
→ [Lijst met opnametips].
[6] Hoe te gebruiken
controleren
De bedieningsmethode controlerenDe bedieningsmethode
Het besturingswiel gebruiken
U kunt onderdelen selecteren en instellen door het besturingswiel te draaien of op de boven/onder-/rechter-/linkerkant van het besturingswiel te drukken. Uw selectie wordt vastgelegd
wanneer u op in het midden van het besturingswiel drukt.
De functies DISP (weergave-instelling), (Creatief met foto's),/
(Transportfunctie), (Flitsfunctie) zijn toegewezen aan de boven-/onder-/linker-/rechterkant
van het besturingswiel. Bovendien is [Opn.modus] toegewezen aan in het midden.
Tijdens weergave kunt u het volgende/vorige beeld weergeven door op de rechter/linkerkant van het besturingswiel te drukken, of door het besturingswiel te draaien.
[7] Hoe te gebruikenDe bedieningsmethode controlerenDe bedieningsmethode
controleren
MENU-onderdelen gebruiken
In dit gedeelte leert u hoe u instellingen kunt veranderen die betrekking hebben op alle
camerabedieningen en de camerafuncties kunt uitvoeren, waaronder opnemen, weergeven,
en bedieningsmethoden.
1. Druk op de MENU-knop om het menuscherm af te beelden.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van de boven-/onder-/rechter/linkerkant van het besturingswiel of door het besturingswiel te draaien en druk daarna
op in het midden van het besturingswiel.
De weergave kan van stap 1 rechtstreeks veranderen naar stap 3 afhankelijk van de
instelling van [Tegelmenu].
3. Selecteer het gewenste instelitem door op de boven-/onder-/rechter-/linkerkant van het
besturingswiel te drukken of door het besturingswiel te draaien en daarna op in het
midden van het besturingswiel.
Selecteer een pictogram bovenaan het scherm en druk op de rechter-/linkerkant van
het besturingswiel om naar een ander MENU-onderdeel te gaan.
4. Selecteer de gewenste waarde van de instelling en druk ter bevestiging op .
lens en onderwerp.
[8] Hoe te gebruikenOpnemenStilstaande/bewegende beelden opnemen
Stilstaande beelden opnemen
Neemt stilstaande beelden op.
1. Stel de opnamefunctie in op (Slim automatisch).
2. Houd de camera stil, met uw armen tegen uw lichaam, en stel uw opname samen.
3. Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.
Als het beeld scherpgesteld is, klinkt een pieptoon en wordt de indicator ()
afgebeeld.
De kortste opnameafstand is ongeveer 5 cm (W-kant) of 150 cm (T-kant) tussen
4. Druk de ontspanknop helemaal in.
Scherpstellingsindicator
brandt:
Het beeld is scherpgesteld.
knippert:
Het scherpstellen is mislukt.
Hint
Als het apparaat niet automatisch kan scherpstellen, knippert de scherpstellingsindicator
en klinkt geen pieptoon. Maak opnieuw een compositie van de opname of kies een
andere instelling voor het scherpstellen.
Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende situaties:
Het is donker en het onderwerp is ver weg.
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
Het onderwerp is zichtbaar door glas heen.
Het onderwerp beweegt snel.
Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken.
Er is een knipperend licht.
Het onderwerp wordt van achteren belicht.
[9] Hoe te gebruikenOpnemenStilstaande/bewegende beelden opnemen
Bewegende beelden opnemen
U kunt bewegende beelden opnemen door op de MOVIE-knop te drukken.
1. Druk op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt starten.
2. Druk nogmaals op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt stoppen.
Opmerking
Wanneer een functie, zoals de zoomfunctie, wordt gebruikt tijdens het opnemen van
bewegende beelden, wordt het geluid van de apparaatbediening ook opgenomen. Het
geluid van de werking van de MOVIE-knop kan ook worden opgenomen wanneer u op de
MOVIE-knop drukt om het opnemen te stoppen.
Voor de ononderbroken opnameduur van bewegende beelden, raadpleegt u
"Opnameduur van bewegende beelden". Nadat het opnemen van bewegende beelden
klaar is, kunt u het opnemen hervatten door nogmaals op de MOVIE-knop te drukken. Het
opnemen kan automatisch worden onderbroken om het apparaat te beschermen
afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
[10] Hoe te gebruiken
OpnemenEen opnamefunctie selecteren
Lijst met opnamefuncties
U kunt een gewenste opnamefunctie selecteren.
1. MENU → (Camera- instellingen) → [Opn.modus] → gewenste instelling.
Beschikbare functies
(Slim automatisch):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
(Superieur automat.):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met een hogere kwaliteit dan in de intelligent
automatische functie.
P (Autom. programma):
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde (F-getal)). U kunt ook diverse instellingen selecteren op het menu.
(Film):
Maakt het mogelijk om de instellingen voor het opnemen van bewegende beelden te
veranderen.
(iDraaipanorama):
Maakt het mogelijk om een panoramabeeld op te nemen door het beeld samen te stellen.
SCN (Scènekeuze):
Maakt het mogelijk om opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk
zijn van het onderwerp en de scène.
[11] Hoe te gebruikenOpnemenEen opnamefunctie selecteren
Slim automatisch
Het apparaat analyseert het onderwerp en biedt u de mogelijkheid een opname te maken
met de juiste instellingen.
1. MENU → (Camera- instellingen) → [Opn.modus] →[Slim automatisch].
2. Richt de camera op het onderwerp.
Nadat de camera de scène heeft herkend, wordt het pictogram van de herkende scène
afgebeeld op het scherm.
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
Het apparaat zal de scène niet herkennen wanneer u beelden opneemt met een andere
zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie.
Het apparaat herkent deze scènes mogelijk niet goed onder bepaalde
opnameomstandigheden.
[12] Hoe te gebruiken
OpnemenEen opnamefunctie selecteren
Superieur automat.
Het apparaat herkent en evalueert automatisch de opnameomstandigheden en de
toepasselijke instellingen worden automatisch gemaakt.
Het apparaat kan meerdere beelden opnemen en een samengesteld beeld maken, enz., met
gebruikmaking van meer opname-instellingen dan in de intelligente automatische functie om
beelden met een hogere kwaliteit op te nemen.
1. MENU → (Camera- instellingen) → [Opn.modus] → [Superieur automat.].
2. Richt de camera op het onderwerp.
Als de camera een scène herkent, wordt het pictogram van de scèneherkenning
afgebeeld op het scherm. Zo nodig wordt (overlay-pictogram) afgebeeld.
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
Wanneer het apparaat wordt gebruikt om samengestelde beelden te maken, duurt het
opnameproces langer dan normaal.
Het apparaat zal de scène niet herkennen wanneer u een andere zoomfunctie gebruikt
dan de optische-zoomfunctie.
Het apparaat herkent een scène mogelijk niet goed onder bepaalde
opnameomstandigheden.
[13] Hoe te gebruiken
OpnemenEen opnamefunctie selecteren
Over scèneherkenning
Scèneherkenning werkt in de functies [Slim automatisch] en [Superieur automat.].
In deze functie herkent het apparaat automatisch de opnameomstandigheden en neemt het
beeld automatisch op.
Scèneherkenning:
Als het apparaat een scène herkent, worden pictogrammen en gidsen, zoals
(Portretopname), (Kind), (Nachtportret), (Nachtscène), (Portret m.
tegenlicht), (Tegenlichtopname), (Landschap), (Macro), (Spotlight) of
(Weinig licht), afgebeeld op de eerste regel.
Als het apparaat een omstandigheid herkent, worden pictogrammen, zoals (Statief) ,
(Bewegen), (Bewegen (Helder)) of (Bewegen (Donker)), afgebeeld op de tweede
regel.
Opmerking
Als [Lach-/Gezichtsherk.] is ingesteld op [Uit], worden de scènes [Portretopname],
[Portret m. tegenlicht], [Nachtportret] en [Kind] niet herkend.
[14] Hoe te gebruikenOpnemenEen opnamefunctie selecteren
De voordelen van automatisch opnemen
In de functie [Superieur automat.] neemt het apparaat op in een hogere kwaliteit dan in de
functie [Slim automatisch] en voert zo nodig samengesteld opnemen uit.
In de functie [Autom. programma] kunt u opnemen na het instellen van diverse functies,
zoals de witbalans, ISO, enz.
(Slim automatisch):
Selecteer deze functie als u wilt dat de camera de scène automatisch herkent.
(Superieur automat.):
Selecteer deze functie om scènes op te nemen onder moeilijke opnameomstandigheden,
zoals bij donkere scènes of een onderwerp met tegenlicht. Selecteer deze functie om
beelden van een hogere kwaliteit op te nemen dan mogelijk is in de functie (Slim
automatisch).
P(Autom. programma):
Selecteer deze functie om op te nemen met diverse functies, behalve de belichting (sluitertijd
en diafragma), ingesteld.
Opmerking
In de functie [Slim automatisch] kunt u donkere scènes of onderwerpen met tegenlicht
mogelijk niet duidelijk opnemen.
In de functie [Superieur automat.] duurt het opnameproces langer aangezien het apparaat
een samengesteld beeld maakt.
[15] Hoe te gebruiken
OpnemenEen opnamefunctie selecteren
Autom. programma
Stelt u in staat op te nemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde).
U kunt opnamefuncties instellen, zoals [ISO].
2. U kunt de opnamefuncties instellen op de gewenste instellingen.
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
[16] Hoe te gebruiken
OpnemenEen opnamefunctie selecteren
iDraaipanorama
Stelt u in staat om een enkel panoramabeeld te creëren uit meerdere beelden die zijn
opgenomen tijdens het pannen van de camera.
1. MENU → (Camera- instellingen) → [Opn.modus] → [iDraaipanorama].
2. Richt de camera op het onderwerp waarvoor u de scherpstelling en helderheid wilt
instellen.
3. Terwijl de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden, richt u de camera
naar één uiteinde van de panoramacompositie.
(A) Dit gedeelte wordt niet opgenomen.
4. Druk de ontspanknop helemaal in.
5. Pan de camera naar het einde van de overzichtsbalk in de richting van de pijl op de
monitor.
(B) Overzichtsbalk
Opmerking
Als de volledige hoek van de panoramaopname niet binnen de vaste tijdsduur wordt
gepand, wordt een grijs gebied toegevoegd aan het samengestelde beeld. Als dit gebeurt,
beweegt u het apparaat sneller om het volledige panoramabeeld op te nemen.
Als [Breed] is geselecteerd voor [Panorama: formaat], wordt mogelijk niet de volledige
hoek van het panoramabeeld binnen de gegeven tijdsduur gepand. Als dit gebeurt, neemt
u opnieuw op nadat [Panorama: formaat] is ingesteld op [Standaard].
Aangezien meerdere beelden aan elkaar worden geplakt, verloopt in sommige gevallen
de overgang mogelijk niet soepel.
De beelden kunnen wazig zijn in donkere scènes.
Als een lichtbron, zoals een tl-verlichting, flikkert, zijn de helderheid en kleur van de aan
elkaar geplakte beelden mogelijk niet consistent.
Als de volledige hoek van de panoramaopname en de AE/AF-vergrendelingshoek sterk
verschillen in helderheid en scherpstelling, lukt de opname mogelijk niet. Als dit gebeurt,
verandert u de AE/AF-vergrendelingshoek en neemt u opnieuw op.
De volgende situaties zijn niet geschikt voor opnemen met panorama door beweging:
Bewegende onderwerpen.
Onderwerpen die zich te dicht bij het apparaat bevinden.
Onderwerpen met ononderbroken soortgelijke patronen, zoals de lucht, het strand of een gazon.
Onderwerpen die constant veranderen, zoals de golven of een waterval.
Onderwerpen waarvan de helderheid sterk verschilt van hun omgeving, zoals de zon of een
gloeilamp.
Opnemen met panorama door beweging kan worden onderbroken in de volgende
situaties:
Wanneer de camera te snel of te langzaam wordt gepand.
Het onderwerp is te wazig.
Hint
U kunt het besturingswiel draaien op het opnamescherm om de opnamerichting te
selecteren.
[17] Hoe te gebruikenOpnemenEen opnamefunctie selecteren
Scènekeuze
Biedt u de mogelijkheid opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk
zijn van de scène.
1. MENU → (Camera- instellingen) → [Opn.modus]→[Scènekeuze] → gewenste
functie.
Menu-onderdelen
Portret:
Neemt het onderwerp scherp op tegen een onscherpe achtergrond. Benadrukt de zachte
huidtinten.
Landschap:
Neemt het hele landschap scherp op met levendige kleuren.
Nachtscène:
Neemt nachtscènes op zonder dat de donkere sfeer verloren gaat.
Schemeropn. hand:
Neemt nachtscènes op met minder ruis en onscherpte zonder dat u een statief gebruikt. Een
reeks opnamen wordt gemaakt en beeldbewerking wordt toegepast om de
onderwerpbeweging, camerabeweging en ruis te verminderen.
Nachtportret:
Neemt nachtscèneportretten op met de flitser.
Antibewegingswaas:
Maakt het mogelijk om binnenshuis op te nemen zonder de flitser te gebruiken en vermindert
onderwerpbeweging. Het apparaat neemt burst-beelden op en combineert deze om een
beeld te creëren, waarbij de onderwerpbeweging en ruis worden verminderd.
Teg.l.opn.corr. HDR:
Maakt het mogelijk om drie beelden met verschillende belichtingen op te nemen om een
enkel beeld te creëren met een groter bereik aan gradatie.
Huisdieren:
Maakt het mogelijk om beelden van uw huisdier op te nemen met de beste instellingen.
Voedsel:
Maakt het mogelijk om opnamen van voedsel te maken met verrukkelijke en felle kleuren.
Loading...
+ 113 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.