Klik op een knop rechts bovenaan om naar de overeenstemmende pagina te gaan.
Dat is handig als u zoekt naar een functie die u wilt bekijken.
Inhoudsopgave
Zoek naar informatie aan de hand van
functies.
Zoeken op
bediening
Zoeken op MEN U/
Instellingen
Index
Aanduidingen en notaties in dit handboek
Zoek naar informatie aan de hand van de
bediening.
Zoek naar informatie aan de hand van
een lijst met items van MENU/
Instellingen.
Zoek naar informatie aan de hand van
trefwoorden.
In dit handboek wordt een opeenvolging
van handelingen uitgedrukt met behulp van
pijlen (t). Bedien de camera in de
aangegeven volgorde. Aanduidingen
worden weergegeven zoals ze verschijnen
bij de standaardinstelling van de camera.
Inhoudsopgave
bediening
Instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
De standaardinstelling wordt aangeduid
door .
Wijst op waarschuwingen en beperkingen
die belangrijk zijn voor de correcte
bediening van de camera.
z Wijst op nuttige informatie.
NL
2
Opmerkingen over het gebruik
van de camera
Inhoudsopgave
Opmerkingen over de types
geheugenkaart die kunnen worden
gebruikt (los verkrijgbaar)
De volgende geheugenkaarten kunnen met
deze camera worden gebruikt: "Memory
Stick PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG
Duo", "Memory Stick Duo", SDgeheugenkaarten en SDHC-geheugenkaarten.
Een MultiMediaCard kan niet worden
gebruikt. Geheugenkaarten met een
opslagcapaciteit tot 32 GB zijn goedgekeurd
voor gebruik in de camera.
In deze handleiding worden "Memory Stick
PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo"
en "Memory Stick Duo" allemaal
omschreven als "Memory Stick Duo".
Voor het opnemen van films is het aan te
raden de volgende geheugenkaarten te
gebruiken:
– ("Memory Stick PRO
Duo")
– ("Memory Stick PRO-
HG Duo")
– SD-geheugenkaart of SDHC-
geheugenkaart (Klasse 2 of sneller)
Zie pagina 99 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" met "Memory Stick"-sleuf van
standaardformaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter
(los verkrijgbaar) te plaatsen.
"Memory Stick
Duo"-adapter
Opmerkingen over de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• U kunt de accu zelfs opladen wanneer deze nog
niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet
volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens
bewaart u de accu op een koele, droge plaats.
Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft
werken.
• Zie pagina 101 voor meer informatie over de
accu.
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens die
zeer scherpe beelden met uitstekend contrast kan
reproduceren. De lens van de camera is gemaakt
volgens een kwaliteitsbeheersysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss conform de
kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op
het LCD-scherm zwarte en/of heldere stipjes
(wit, rood, blauw of groen) zichtbaar zijn. Deze
stipjes zijn normaal en hebben geen enkele
invloed op de opname.
Zwarte, witte, rode, blauwe
of groene stipjes
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de beweegbare lens niet
ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op
uit.
bediening
Instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Wordt vervolgd r
NL
3
Condensvorming
• Als de camera rechtstreeks vanuit een koude
naar een warme omgeving wordt overgebracht,
kan vocht condenseren in of op de buitenkant
van de camera. Deze condensvorming kan een
storing in de camera veroorzaken.
• Schakel de camera bij condensvorming uit en
wacht ongeveer een uur om het vocht te laten
verdampen. Als u opnames maakt met vocht in
de lens, kunt u geen heldere beelden opnemen.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Afbeeldingen
De afbeeldingen in dit handboek zijn van de
DSC-W320 tenzij anders aangegeven.
Inhoudsopgave
bediening
Instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
NL
4
Inhoudsopgave
Opmerkingen over het gebruik van de
camera
Dit handboek gebruiken ········································ 2
Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3
Zoeken op bediening············································· 8
Zoeken op MENU/Instellingen ···························· 10
Onderdelen en bedieningselementen ················· 13
Lijst met pictogrammen weergegeven op het
scherm ································································ 14
De modusschakelaar gebruiken·························· 16
Het interne geheugen gebruiken························· 17
Beelden bekijken op een televisiescherm ··········· 77
Gebruik met uw computer··································· 79
De software gebruiken ········································ 80
De camera op de computer aansluiten ···················82
Beelden uploaden naar een mediaservice ·············84
Beelden op een televisie weergeven············· 77
NL
9
Zoeken op MENU/Instellingen
MENU-items (Opnemen)
U kunt de verschillende opnamefuncties gemakkelijk selecteren met behulp van de MENU-toets.
Inhoudsopgave
1 Druk op de ON/OFF (Aan/uit)-toets om de opnamefunctie te activeren.
2 Druk op de MENU-toets om het menuscherm
ON/OFF (Aan/uit)-toets
weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met v/V/b/B
op de regeltoets.
4 Druk op de MENU-toets om het menuscherm uit
te schakelen.
MENU-toets
Regeltoets
In de onderstaande tabel geeft een functie aan die door de gebruiker kan worden gewijzigd,
terwijl — een functie aangeeft die niet kan worden gewijzigd. De pictogrammen onder []
geven de beschikbare functies aan. Afhankelijk van de opnamefunctie kunnen de functieinstellingen vergrendeld of beperkt zijn. Raadpleeg de pagina van elk item voor meer informatie.
Modusschakelaar
Opn.functie
Menu-items
Opn.functie
Scènekeuze
Eenvoudig-functie
Beeldformaat
Burstinstellingen
EV
ISO
Witbalans
Witbalans onderwater
Scherpstellen
Lichtmeetfunctie
Scèneherkenning
Lach-herkenn.gevoeligheid
Gezichtsherkenning
DRO
(Instellingen)
————
——
———
—
————
————
———
————
—
—
————
—
—
bediening
Instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Opmerking
• Alleen de items die beschikbaar zijn voor elke functie, worden op het scherm weergegeven.
10
NL
MENU-items (Weergeven)
U kunt de verschillende weergavefuncties gemakkelijk selecteren met behulp van de MENUtoets.
Inhoudsopgave
1 Druk op de (Weergave)-toets om over te
Regeltoets
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Druk op de MENU-toets om het menuscherm
weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met v/V/b/B
op de regeltoets.
4 Druk op z in het midden van de regeltoets.
(Weergave)-
toets
In de onderstaande tabel geeft een functie aan die door de gebruiker kan worden gewijzigd,
terwijl — een functie aangeeft die niet kan worden gewijzigd.
Menu-itemsGeheugenkaartIntern geheugen
(Eenvoudig-functie)
(Diavoorstelling)
(Bijwerken)
(Wissen)
(Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Roteren)
(Map kiezen)
(Instellingen)
MENU-toets
—
—
bediening
Instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerking
• Alleen de items die beschikbaar zijn voor elke functie, worden op het scherm weergegeven.
11
NL
Instelitems
U kunt de instellingen aanpassen op het (Instellingen)-scherm.
Inhoudsopgave
1 Druk op de MENU-toets om het menuscherm
weer te geven.
2 Selecteer (Instellingen) met behulp van V op
de regeltoets en druk dan op z in het midden van
de regeltoets om het instelscherm weer te geven.
3 Selecteer de gewenste categorie met v/V, druk
vervolgens op B om elk item te selecteren en dan
op z.
4 Selecteer de gewenste instelling en druk vervolgens op z.
CategorieënItems
Opname-instellingn
Hoofdinstellingen
Geheugenkaart-tool
Intern geheugen-tool
Klokinstellingen
Stramienlijn
Digitale zoom
Rode-ogenvermind.
Pieptoon
Language Setting
Functiegids
Stroombesparing
Initialiseren
Video-uit
USB-aansluiting
LUN-instellingen
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Opn.map wissen
Kopiëren
Bestandsnummer
Formatteren
Bestandsnummer
Datum/tijd instellen
Regeltoets
MENU-toets
bediening
Instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerkingen
• [Opname-instellingn] wordt alleen weergegeven als er instellingen zijn opgegeven in de opnamefunctie.
• [Geheugenkaart-tool] wordt alleen weergegeven wanneer er een geheugenkaart in de camera is geplaatst,
terwijl [Intern geheugen-tool] alleen wordt weergegeven wanneer er geen geheugenkaart is geplaatst.
12
NL
Onderdelen en
bedieningselementen
A ON/OFF (Aan/uit)-toets
B Sluiterknop
C Flitser
D Zelfontspannerlampje/Lach-sluiterlampje
E Microfoon
F Lens
G LCD-scherm
H Voor opnemen: W/T (zoom)-toets (18)
Voor weergaven: (Weergavezoom)toets/ (Index)-toets (24, 25)
I Modusschakelaar (16)
J Oog voor de polsriem*
K (Weergave)-toets (23)
L (Wissen)-toets (26)
M MENU-toets (10)
N Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z
Menu uit: DISP/ / /
O Klepje voor aansluiting
P (USB)/A/V OUT-aansluiting
Q Luidspreker
R Bevestigingsopening voor statief
S Toegangslampje
DSC-W320DSC-W330
T Geheugenkaartsleuf
U Accuontgrendelknop
V Accusleuf
W Klepje voor accu/geheugenkaart
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
* Bij gebruik van de polsriem
De polsriem is in de fabriek al aan de camera
bevestigd. Steek uw hand door de lus om te
voorkomen dat de camera valt en zo wordt
beschadigd.
Oog
13
NL
Lijst met pictogrammen
weergegeven op het scherm
Pictogrammen worden weergegeven op het scherm om de camerastatus aan te tonen.
U kunt de schermweergave wijzigen met DISP (Scherminstellingen) op de regeltoets.
Inhoudsopgave
Bij opname van stilstaande beelden
• De pictogrammen zijn beperkt in Eenvoudigfunctie.
Beeldnummer/aantal beelden
opgenomen in geselecteerde map
Opnameduur
(geheugenkaart, intern geheugen)
Rode-ogenvermindering
Flitser wordt opgeladen
Witbalans
ISO-waarde
D
WeergaveAanduiding
Zelfontspanner
C:32:00
+2.0EV
500
F3.5
N
00:00:12
Zelfdiagnosefunctie
Waarschuwing oververhitting
Gezichtsherkenning
Burstinstellingen
AF-bereikzoekerframe
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Belichtingswaarde
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Weergave
Weergavebalk
Teller
Volume
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
15
NL
De modusschakelaar gebruiken
Zet de modusschakelaar op de gewenste functie.
Sluiterknop
Modusschakelaar
MENU-toets
(Stilstaand beeld)
(Film)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen (pagina 29, 30, 31, 33).
U kunt de gewenste opnamefunctie voor stilstaande beelden instellen
met MENU t [Opn.functie].
Hiermee kunt u films opnemen.
Druk de sluiterknop volledig in om de opname te starten en druk de
sluiterknop nogmaals in om de opname te beëindigen.
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
16
NL
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 28 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera
worden verwijderd. U kunt beelden opnemen in het interne geheugen wanneer er geen
geheugenkaart is geplaatst in de camera.
Als er een geheugenkaart is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de geheugenkaart
B
opgenomen.
[Weergave]: beelden op de geheugenkaart worden
weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de geheugenkaart.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
B
Intern
geheugen
Als er geen geheugenkaart is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn
opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een
computer
Voer de procedure op pagina 82 uit zonder dat er een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een geheugenkaart
Bereid een geheugenkaart met voldoende opslagcapaciteit voor en voer vervolgens de procedure
bij [Kopiëren] uit (pagina 74).
Opmerkingen
• U kunt beeldgegevens die op een geheugenkaart zijn opgeslagen, niet overzetten naar het interne
geheugen.
• U kunt gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, overzetten naar een computer door een
USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en de computer met een speciale USB-kabel. U
kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet overzetten naar het interne geheugen.
Zoeken op MENU/
Instellingen
Index
17
NL
Zoom
U kunt het beeld vergroten bij het maken van opnames. Met de optische zoomfunctie van de
camera kunt u beelden tot 4× vergroten.
Inhoudsopgave
1 Druk op de W/T (zoom)-toets.
Druk op de T-toets om in te zoomen en op de W-toets om uit te
zoomen.
• Zie pagina 60 als de zoomvergrotingsfactor groter is dan 4×.
Opmerking
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen terwijl u een film opneemt.
T-toets
W-toets
bediening
Instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
18
NL
DISP (Scherminstellingen)
1 Druk op DISP (Scherminstellingen) op de regeltoets.
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets.
Inhoudsopgave
(Helder +
alleen Beeld)
(Helder +
Belichtingsgeg.)
(Alleen
weergavefunctie)
(Helder)Maakt het scherm helderder en geeft de
(Normaal)Stelt het scherm in op de standaardhelderheid
Opmerking
• Regel de helderheid van het scherm naar boven bij als u beelden bij helder natuurlijk licht wilt
weergeven. Het accuniveau kan echter sneller afnemen in deze omstandigheden.
Maakt het scherm helderder en geeft alleen
beelden weer.
Maakt het scherm helderder en geeft de
informatie weer.
Exif-gegevens van het opgenomen beeld
worden eveneens weergegeven.
informatie weer.
en geeft de informatie weer.
bediening
Instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
19
NL
Flitser
1 Druk op (Flitser) op de regeltoets.
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets.
(Autom.)De flitser wordt automatisch geactiveerd in donkere locaties of bij
tegenlicht.
(Aan)Flitser werkt altijd.
(Lgz
synchro)
(Uit)Flitser werkt niet.
Flitser werkt altijd.
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond
helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
Opmerkingen
• De flitser gaat twee keer af. De eerste flits wijzigt de lichthoeveelheid.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
• U kunt tijdens burstopnames de flitser niet gebruiken.
• In de functie Slim automatisch instellen of Eenvoudig kunt u alleen [Autom.] of [Uit] selecteren.
zAls "witte cirkelvormige vlekken" verschijnen op
foto's die met een flitser genomen zijn
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enzovoort) die in de buurt van de lens
rondzweven. Als deze door de flitser van de camera worden geaccentueerd, verschijnen ze
als witte cirkelvormige vlekken.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof, pollen,
enzovoort) in de lucht
Hoe kunnen de "witte cirkelvormige vlekken" worden teruggedrongen?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op zonder flitser.
• Selecteer -functie (Hoge gevoeligheid) in scènekeuze. ([Uit] wordt automatisch geselecteerd).
Zoeken op MENU/
Instellingen
Index
20
NL
Lach-sluiter
Wanneer de camera een glimlach detecteert, gaat de sluiterknop automatisch af.
1 Druk op (Lach) op de regeltoets.
2 Wacht tot een lach wordt gedetecteerd.
Als het lachniveau hoger is dan het b-punt op de aanduiding,
dan neemt de camera automatisch beelden op.
Als u op de sluiterknop drukt terwijl Lach-sluiter actief is,
neemt de camera het beeld op en keert deze vervolgens terug
naar de functie Lach-sluiter.
3 Druk opnieuw op (Lach) om op te houden met
opnemen.
Opmerkingen
• Het opnemen met de lach-sluiter houdt automatisch op als de geheugenkaart of het interne geheugen vol
is.
• Lachen wordt mogelijk niet correct herkend afhankelijk van de voorwaarden.
• U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken.
• Als de functie Bewegende beelden geselecteerd is, kunt u de functie Lach-sluiter niet gebruiken.
zTips voor het beter vastleggen van een lach
Frame gezichtsherkenning
Aanduiding lachherkenn.gevoeligheid
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
1 Zorg ervoor dat de ogen niet bedekt zijn door het haar.
Verstop het gezicht niet achter een hoed, masker,
zonnebril, enzovoort.
2 Probeer het gezicht recht voor de camera te plaatsen en
zo horizontaal mogelijk. Knijp de ogen dicht.
3 Geef een duidelijke lach met een open mond. De lach is
makkelijker te detecteren wanneer de tanden zichtbaar
zijn.
• De sluiter treedt in werking als een persoon lacht van wie het gezicht wordt herkend.
• U kunt met [Gezichtsherkenning] het onderwerp selecteren dat voorrang krijgt voor
gezichtsherkenning. Om lach-herkenning voor een ander gezicht uit te voeren, verandert u het
voorkeursgezicht met z op de regeltoets (pagina 48).
• Als er geen lach wordt herkend, stelt u de [Lach-herkenn.gevoeligheid] in het instellingenmenu in.
21
NL
Zelfontsp.
1 Druk op (Zelfontsp.) op de regeltoets.
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets.
(Uit)De zelfontspanner wordt niet gebruikt.
(10 sec)De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden wordt
ingesteld.
Wanneer u op de sluiterknop drukt, knippert het
zelfontspannerlampje en hoort u een pieptoon tot de sluiter werkt.
Druk nogmaals op om te annuleren.
(2 sec)De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden wordt
ingesteld.
Opmerking
• In de functie Eenvoudig kunt u alleen [10 sec] of [Uit] selecteren.
zWazige beelden voorkomen met de zelfontspanner
met een vertraging van 2 seconden
Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te
voorkomen. De sluiter gaat af 2 seconden nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt. Zo
worden cameratrillingen voorkomen wanneer er op de sluiterknop wordt gedrukt.
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
22
NL
Stilstaande beelden weergeven
1 Druk op de (Weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 Selecteer een beeld met de regeltoets.
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
23
NL
Weergavezoom
Speelt het vergrote beeld af.
1 Druk op de (Weergavezoom)-toets terwijl u een
stilstaand beeld bekijkt.
Het beeld wordt vergroot tot twee keer het vorige formaat, in het
midden van het beeld.
2 Regel de positie met de regeltoets.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
3 Wijzig de zoomvergrotingsfactor met de W/T (zoom)-
toets.
Druk op de (T)-toets om in te zoomen en op de W-toets om uit te
zoomen.
Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
zVergrote beelden opslaan
U kunt een vergroot beeld opslaan met behulp van de trimfunctie.
Druk op MENU t [Bijwerken] t [Trimmen].
Toont het
weergegeven deel van
het volledige beeld
Zoeken op MENU/
Instellingen
Index
24
NL
Beeldindex
Geeft tegelijkertijd meerdere beelden weer.
1 Druk op de (Weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
Inhoudsopgave
2 Druk op de (Index)-toets om het beeldindexscherm weer te geven.
Druk opnieuw op de toets om een indexscherm weer te geven met meer beelden.
3 Selecteer een beeld met de regeltoets en druk op z om terug te keren
naar het enkelbeeldscherm.
Opmerking
• Wanneer de camera wordt ingesteld op de functie Eenvoudig terwijl de beeldindex wordt weergegeven,
schakelt het LCD-scherm over naar het enkelbeeldscherm. Terwijl de functie Eenvoudig wordt gebruikt,
kunt u geen beelden weergeven in de indexfunctie.
zBeelden weergeven van de gewenste map
Selecteer met de regeltoets de balk aan de linkerkant en
selecteer vervolgens de gewenste map met v/V.
bediening
Instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
25
NL
Wissen
Hiermee kunt u ongewenste beelden selecteren om te wissen. U kunt ook beelden wissen met de
MENU-toets (pagina 54).
1 Druk op de (Weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 (Wissen)-toets t gewenste functie tz op de regeltoets.
Alle in deze mapHiermee verwijdert u in een keer alle beelden in de
geselecteerde map.
Druk op [OK] t z na stap 2.
Meerdere beeldenU kunt meerdere beelden selecteren en wissen.
Doe na stap 2 het volgende.
1Selecteer een beeld en druk vervolgens op z.
Herhaal de bovenstaande stappen tot er geen beelden
meer moeten gewist worden. Selecteer een beeld met
een -markering opnieuw om de -markering
ongedaan te maken.
2MENU t [OK] tz
Dit beeldHiermee wist u het momenteel weergegeven beeld in de
enkelbeeldfunctie.
SluitenHiermee annuleert u het wissen.
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerking
• In de functie Eenvoudig kunt u alleen het momenteel weergegeven beeld wissen.
zU kunt schakelen tussen de indexfunctie en de
enkelbeeldfunctie bij het selecteren van beelden
Druk op de (T)-zijde van de W/T (zoom)-toets in de
indexfunctie om terug te keren naar de enkelbeeldfunctie en
druk op de (Index)-toets (W) in de enkelbeeldfunctie om
terug te keren naar de indexfunctie.
• U kunt ook schakelen tussen de indexfunctie en de enkelbeeldfunctie
in [Beveiligen], [DPOF] of [Afdrukken].
26
NL
Films weergeven
1 Druk op de (Weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 Selecteer een film met de regeltoets.
3 Druk op z.
Het afspelen van de film start.
RegeltoetsWeergavefunctie
zAfspelen/Pauzeren
BSnel vooruit
bSnel achteruit
VHiermee geeft u scherm voor volumeregeling weer.
• Regel het volume met v/V op de regeltoets en druk vervolgens
op z.
Opmerking
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden afgespeeld.
zHet scherm voor weergave van films
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Selecteer het beeld dat u wilt weergeven met b/B op de regeltoets en druk op z.
De weergavebalk wordt weergegeven waar u de afspeelpositie van een film kunt bekijken.
of verschijnt op het scherm voor weergave van films.
Het weergegeven pictogram kan variëren afhankelijk van het
beeldformaat.
Weergavebalk
Index
27
NL
Opn.functie
1 Stel de modusschakelaar in op (Stilstaand beeld).
2 MENU t (Opn.functie) t gewenste functie.
Inhoudsopgave
(Slim
automatisch
instellen)
(Autom.
Programma)
(Scènekeuze)Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen
(SteadyShot)Hiermee kunt u opnemen met minder cameratrillingen of
Hiermee kunt u eenvoudig opnemen terwijl de instelling
automatisch wordt aangepast (pagina 29).
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch
wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde)
(pagina 30). U kunt ook verschillende instellingen selecteren
met het menu.
op basis van de scène (pagina 31).
onderwerpwazigheid (pagina 33).
bediening
Instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
28
NL
Slim automatisch instellen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
1 Stel de modusschakelaar in op (Stilstaand beeld).
2 MENU t (Opn.functie) t (Slim automatisch instellen) t z op
de regeltoets.
3 Neem op met de sluiterknop.
Opmerking
• De flitsfunctie is ingesteld op [Autom.] of [Uit].
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
zScèneherkenning
Scèneherkenning werkt bij de functie Slim automatisch instellen. Deze functie zorgt ervoor
dat de camera automatisch de opnameomstandigheden herkent en het beeld opneemt.
Pictogram en gids voor
scèneherkenning
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Tegenlichtopname),
(Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) of (Portretopname) en geeft
het overeenstemmende pictogram en de overeenstemmende gids weer op het LCD-scherm
als de scène wordt herkend.
Zie pagina 45 voor meer informatie.
zAls u een stilstaand beeld opneemt van een
onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
• De kortste opnameafstand is ongeveer 4 cm (W), 60 cm (T) (vanaf de lens).
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de
AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw
samen of wijzig de instelling voor het scherpstellen (pagina 42).
In de volgende situaties kan scherpstellen moeilijk zijn:
– Het is donker en het onderwerp ligt veraf.
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Het onderwerp wordt door glas bekeken.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Er is weerkaatsend licht op glanzende oppervlakken.
– Het onderwerp ligt in tegenlicht of er is een knipperend licht aanwezig.
Zoeken op MENU/
Instellingen
Index
29
NL
Autom. Programma
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd
als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu.
1 Stel de modusschakelaar in op (Stilstaand beeld).
2 MENU t (Opn.functie) t (Autom. Programma) t z op de
regeltoets.
3 Neem op met de sluiterknop.
bediening
Instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
30
NL
Loading...
+ 74 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.