Lijst met standen van de functiekeuzeknop [11]
Slim automatisch [12]
Superieur automat. [13]
Over scèneherkenning [14]
De voordelen van automatisch opnemen [15]
Autom. programma [16]
iDraaipanorama
Scènekeuze [18]
Sluitertijdvoorkeuze [19]
Diafragmavoorkeuze [20]
Handm. belichting [21]
Geheug.nr. oproep. [22]
Film [23]
De opnamefuncties gebruiken
De zoom gebruiken
Zoom [24]
De zoomfuncties die beschikbaar zijn op het apparaat [25]
Zoom-instelling [26]
Over de zoomvergroting [27]
De flitser gebruiken
De flitser gebruiken
Flitsfunctie [29]
Flitscompensatie [30]
Een schermweergavefunctie selecteren
De schermweergave veranderen (Opnemen) [31]
Het formaat/de kwaliteit van stilstaande beelden selecteren
PlayMemories Mobile [134]
Een Android-smartphone verbinden met dit apparaat [135]
Het apparaat aansluiten op een iPhone of iPad [136]
Een applicatie oproepen met [One-touch (NFC)] [137]
Dit apparaat bedienen met behulp van een smartphone
Intellig. afstandsbedien. ingeslot. [138]
One-touch connection met een NFC-compatibele Android-smartphone (NFC One-touch
remote) [139]
Beelden kopiëren naar een smartphone
Naar smartph verznd [140]
Beelden zenden naar een Android-smartphone (NFC One-touch sharing) [141]
U kunt de accu niet in het apparaat plaatsen. [186]
U kunt het apparaat niet inschakelen. [187]
Het apparaat schakelt plotseling uit. [188]
De resterende-acculadingindicator geeft een verkeerd niveau aan. [189]
Het oplaadlampje van het apparaat knippert tijdens het opladen van de accu. [190]
De accu is niet opgeladen ondanks dat het oplaadlampje van het apparaat is uitgegaan.
[191]
De accu wordt niet opgeladen. [192]
Stilstaande/bewegende beelden opnemen
U kunt geen beelden opnemen. [193]
Het opnemen duurt erg lang. [194]
Het beeld is onscherp. [195]
De zoomfunctie werkt niet. [196]
De flitser werkt niet. [197]
Wazige ronde witte vlekken zijn te zien op beelden die met de flitser zijn gemaakt. [198]
De close-up-opnamefunctie (Macro) werkt niet. [199]
De opnamedatum en -tijd worden niet afgebeeld op het scherm. [200]
De datum en tijd worden onjuist opgenomen. [201]
De diafragmawaarde en/of de sluitertijd knipperen.
De kleuren van het beeld zijn niet juist. [203]
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. [204]
Een donkere schaduw verschijnt in het beeld. [205]
De ogen van het onderwerp zijn rood. [206]
Punten verschijnen en blijven op het scherm. [207]
U kunt niet continu beelden opnemen. [208]
Het beeld is wazig. [209]
Het duurt te lang voordat de flitser opnieuw is opgeladen. [210]
Beelden weergeven
Het lukt niet beelden weer te geven. [211]
De datum en tijd worden niet afgebeeld. [212]
Het lukt niet het beeld te wissen. [213]
Het beeld is per ongeluk gewist. [214]
GPS
Het apparaat ontvangt geen GPS-signaal. (DSC-HX60V) [215]
Er is een buitensporige fout opgetreden in de locatie-informatie. (DSC-HX60V) [216]
Ondanks dat de GPS-hulpgegevens zijn opgeslagen, kan de driehoeksmeting enige tijd
duren (DSC-HX60V). [217]
De locatie-informatie is niet opgenomen. (DSC-HX60V) [218]
Wi-Fi
U kunt het draadloze accesspoint waarmee moet worden verbonden niet vinden. [219]
[WPS-Push] werkt niet. [220]
[Naar computer verz.] wordt voortijdig geannuleerd. [221]
U kunt geen bewegende beelden zenden naar een smartphone. [222]
[Intellig. afstandsbedien. ingeslot.] of [Naar smartph verznd] wordt voortijdig geannuleerd.
Het opnamescherm voor [Intellig. afstandsbedien. ingeslot.] wordt niet soepel afgebeeld./De
verbinding tussen het apparaat en de smartphone is verbroken.
U kunt One-touch connection (NFC) niet gebruiken. [225]
Computers
De computer herkent dit apparaat niet. [226]
U kunt geen beelden importeren. [227]
Het beeld en het geluid worden onderbroken door ruis wanneer u een film op een computer
bekijkt. [228]
Beelden die vanaf een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet op dit apparaat worden
weergegeven. [229]
Geheugenkaarten
De geheugenkaart is per ongeluk geformatteerd. [230]
Afdrukken
Bij de afdruk van de beelden worden beide randen afgesneden. [231]
U kunt geen beelden met de datum erop afdrukken. [232]
Overige
De lens raakt beslagen. [233]
Het apparaat stopt met uitgeschoven lens./Het apparaat wordt uitgeschakeld met
uitgeschoven lens. [234]
Het apparaat wordt warm wanneer u het gedurende een lange tijd gebruikt. [235]
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat het apparaat is ingeschakeld. [236]
Het aantal op te nemen beelden neemt niet af of neemt met twee beelden tegelijk af. [237]
Het apparaat werk niet goed. [238]
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren [241]
[1] Hoe te gebruikenVóór gebruikNamen van de onderdelen
Plaats van de onderdelen
1. Belichtingscompensatieknop
2. ON/OFF (aan/uit)-knop
3. Ontspanknop
4. Voor opnemen: W/T (zoom-)knop
Voor weergeven: (index-)knop/ (weergavezoom-)knop
5. Zelfontspannerlamp/AF-hulplicht
6. Functiekeuzeknop
7. Multi-interfaceschoen*
8. Flitser
Druk op de knop (flitser omhoog) om de flitser te gebruiken.
Wanneer de flitser niet wordt gebruikt, duwt u hem terug in de behuizing van de camera.
9. Microfoon
10. Luidspreker
11. Lens
1. (flitser omhoog-)knop
2. (N-markering)
Deze markering geeft het aanraakpunt aan voor het verbinden van dit apparaat met een
NFC-compatibele smartphone.
NFC (Near Field Communication) is een internationale norm voor draadloze
communicatie over een korte afstand.
3. LCD-scherm
4. MOVIE (bewegende beelden-)knop
5. (weergave-)knop
6. Besturingswiel
7. GPS-ontvanger (ingebouwd, alleen DSC-HX60V)
8. Oplaadlampje
9. Multi/Micro USB-aansluiting*
Ondersteunt een micro-USB-compatibel apparaat.
10. Wi-Fi-sensor (ingebouwd)
11. Oog voor polsriem
12. MENU-knop
13. ? (Helpfunctie in camera-)knop/ (wis-)knop
14. Voor opnemen: Fn (Functie-)knop
Voor weergeven: (Naar smartph verznd-)knop
1. Accuvak
2. Geheugenkaartgleuf
3. Toegangslamp
4. Accu-uitwerphendel
5. Deksel van geheugenkaartgleuf en accuvak
6. HDMI-microaansluiting
7. Schroefgat voor statief
Gebruik een statief met een schroef van minder dan 5,5 mm lang. Als de schroef te lang
is, kunt u dit apparaat niet stevig bevestigen en kan het apparaat worden beschadigd.
*
Voor informatie over compatibele accessoires voor de multi-interfaceschoen en de multi/micro-USBaansluiting gaat u naar de Sony-website, of neemt u contact op met uw Sony-dealer of het
plaatselijke, erkende Sony-servicecentrum.
U kunt ook accessoires gebruiken die compatibel zijn met de accessoireschoen. De werking van
accessoires van andere fabrikanten kan niet worden gegarandeerd.
[2] Hoe te gebruikenVóór gebruikPictogrammen en indicators
3. AF-vergrendeling
Gidsweergave voor AF-vergrendeling
Stel de scherpstelling in
Gidsweergave voor halfhandmatige/handmatige scherpstelling
Av/Tv schakelen
Gidsweergave voor omschakelen tussen diafragmawaarde en sluitertijd
REC 0:12
Opnameduur van de bewegende beelden (m:s)
Werking van het besturingswiel
Av: Diafragma
Scherpstellen
1/250
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
±0.0
Gemeten-handmatig
±0.0
Belichtingscompensatie
ISO400
ISO-gevoeligheid
Sluitertijdbalk
Diafragma-indicatie
Histogram
GPS-informatie
Richting
90°44′55″N
233°44′55″W
Lengtegraad- en breedtegraad-weergave
Foto-effectfout
Waarschuwing Auto HDR-beeld
2014-1-1
10:37AM
Opnamedatum
3/7
Bestandsnummer/Aantal beelden in de weergavefunctie
[3] Hoe te gebruikenVóór gebruikDe riem gebruiken
De polsriem gebruiken
Bevestig de polsriem en steek uw hand door de lus om te voorkomen dat het apparaat valt en
beschadigd raakt.
[4] Hoe te gebruikenVóór gebruikHelpfunctie in camera
Over de [Helpfunct. in camera]
De [Helpfunct. in camera] beeldt beschrijvingen af van MENU-onderdelen, Fn (Functie)-knop
en instellingen, en als een functie niet kan worden ingesteld geeft het de reden daarvan aan.
1. Druk op de MENU-knop of Fn-knop.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van boven-/onder-/linker/rechterkant van het besturingswiel.
3. Druk op de ? (Helpfunct. in camera-) knop.
De bedieningsgids voor het MENU-onderdeel dat u in stap 2 hebt geselecteerd, wordt
afgebeeld.
Als u op in het midden van het besturingswiel drukt nadat u een item hebt
geselecteerd dat grijs wordt afgebeeld, wordt de reden afgebeeld waarom het item niet
kan worden ingesteld.
[5] Hoe te gebruikenVóór gebruikHelpfunctie in camera
Over het opnameadvies
Geeft het opnameadvies weer overeenkomstig de geselecteerde opnamefunctie.
1. Druk op de ? (Helpfunct. in camera) knop terwijl het opnamescherm wordt weergegeven.
2. Druk op de boven-/onderkant van het besturingswiel om het gewenste opnameadvies te
selecteren en druk daarna op in het midden.
Het opnameadvies wordt weergegeven.
U kunt het scherm doordraaien door op de boven-/onderkant van het besturingswiel te
drukken.
Hint
Om alle opnameadviezen te bekijken, selecteert u MENU → (Camera- instellingen) →
[Lijst met opnametips].
[6] Hoe te gebruiken
controleren
De bedieningsmethode controlerenDe bedieningsmethode
Het besturingswiel gebruiken
U kunt onderdelen selecteren en instellen door het besturingswiel te draaien of op de boven/onder-/rechter-/linkerkant van het besturingswiel te drukken. Uw selectie wordt vastgelegd
wanneer u op in het midden van het besturingswiel drukt.
De functies DISP (weergave-instelling), (Creatief met foto's),/(Transportfunctie),
(Flitsfunctie), zijn toegewezen aan de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel.
Tijdens weergave kunt u het volgende/vorige beeld weergeven door op de rechter-/linkerkant
van het besturingswiel te drukken, of door het besturingswiel te draaien.
[7] Hoe te gebruikenDe bedieningsmethode controlerenDe bedieningsmethode
controleren
MENU-onderdelen gebruiken
In dit gedeelte leert u hoe u instellingen kunt veranderen die betrekking hebben op alle
camerabedieningen en de camerafuncties kunt uitvoeren, waaronder opnemen, weergeven, en
bedieningsmethoden.
1. Druk op de MENU-knop om het menuscherm af te beelden.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van de boven-/onder-/rechter/linkerkant van het besturingswiel of door het besturingswiel te draaien en druk daarna op
in het midden van het besturingswiel.
De weergave kan van stap 1 rechtstreeks veranderen naar stap 3 afhankelijk van de
instelling van [Tegelmenu].
3. Selecteer het gewenste instelitem door op de boven-/onder-/rechter-/linkerkant van het
besturingswiel te drukken of door het besturingswiel te draaien en daarna op in het
midden van het besturingswiel.
Selecteer een pictogram bovenaan het scherm en druk op de rechter-/linkerkant van
het besturingswiel om naar een ander MENU-onderdeel te gaan.
4. Selecteer de gewenste waarde van de instelling en druk ter bevestiging op .
[8] Hoe te gebruikenDe bedieningsmethode controlerenDe bedieningsmethode
controleren
De Fn (Functie)-knop gebruiken
U kunt functies oproepen tijdens het opnemen van beelden. U kunt maximaal 12 veelgebruikte
functies registreren onder de Fn (Functie)-knop.
1. Druk in de opnamefunctie op de Fn (Functie)-knop.
2. Selecteer een functie die moet worden geregistreerd door op de boven-/onder-/rechter/linkerkant van het besturingswiel te drukken.
3. Maak de gewenste instelling door het besturingswiel te draaien.
Instellingen maken op het specifieke scherm.
Selecteer de gewenste functie in stap 2 en druk daarna op in het midden van het
besturingswiel. Het specifieke scherm voor de functie wordt afgebeeld. Volg de
bedieningsgids (A) om de instellingen te maken.
[9] Hoe te gebruikenOpnemenStilstaande/bewegende beelden opnemen
Stilstaande beelden opnemen
Neemt stilstaande beelden op.
1. Stel de opnamefunctie in op (Slim automatisch).
2. Houd de camera stil, met uw armen tegen uw lichaam, en stel uw opname samen.
3. Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.
Als het beeld scherpgesteld is, klinkt een pieptoon en wordt de indicator () afgebeeld.
De kortste opnameafstand is ongeveer 5 cm (W-kant) of 200 cm (T-kant) tussen lens
en onderwerp.
4. Druk de ontspanknop helemaal in.
Scherpstellingsindicator
brandt:
Het beeld is scherpgesteld.
knippert:
Het scherpstellen is mislukt.
Hint
Als het apparaat niet automatisch kan scherpstellen, knippert de scherpstellingsindicator en
klinkt geen pieptoon. Maak opnieuw een compositie van de opname of kies een andere
instelling voor het scherpstellen.
Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende situaties:
Het is donker en het onderwerp is ver weg.
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
Het onderwerp is zichtbaar door glas heen.
Het onderwerp beweegt snel.
Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken.
Er is een knipperend licht.
Het onderwerp wordt van achteren belicht.
[10] Hoe te gebruikenOpnemenStilstaande/bewegende beelden opnemen
Bewegende beelden opnemen
U kunt bewegende beelden opnemen door op de MOVIE-knop te drukken.
1. Druk op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt starten.
2. Druk nogmaals op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt stoppen.
Opmerking
Wanneer een functie, zoals de zoomfunctie, wordt gebruikt tijdens het opnemen van
bewegende beelden, wordt het geluid van de apparaatbediening ook opgenomen. Het geluid
van de werking van de MOVIE-knop kan ook worden opgenomen wanneer u op de MOVIEknop drukt om het opnemen te stoppen.
Voor de ononderbroken opnameduur van bewegende beelden, raadpleegt u "Opnameduur
van bewegende beelden". Nadat het opnemen van bewegende beelden klaar is, kunt u het
opnemen hervatten door nogmaals op de MOVIE-knop te drukken. Het opnemen kan
automatisch worden onderbroken om het apparaat te beschermen afhankelijk van de
omgevingstemperatuur.
[11] Hoe te gebruikenOpnemenEen opnamefunctie selecteren
(Film):
Lijst met standen van de functiekeuzeknop
U kunt de gewenste opnamefunctie selecteren door de functiekeuzeknop te draaien.
Beschikbare functies
(Slim automatisch):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
(Superieur automat.):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met een hogere kwaliteit dan in de intelligent
automatische functie.
P (Autom. programma):
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde (F-getal)). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
A (Diafragmavoorkeuze):
Hiermee kunt u het diafragma instellen en opnemen wanneer u de achtergrond wazig wil
maken, enz.
S (Sluitertijdvoorkeuze):
Hiermee kunt u snelbewegende onderwerpen, enz., opnemen door de sluitertijd handmatig in te
stellen.
M (Handm. belichting):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de gewenste belichting door de sluitertijd en
de diafragmawaarde in te stellen.
MR (Geheug.nr. oproep.):
Hiermee kunt u een beeld opnemen nadat veelgebruikte functies of numerieke instellingen zijn
opgeroepen die van tevoren waren geregistreerd.
Hiermee kunt u de instelling voor het opnemen van bewegende beelden veranderen.
Superieur automat.
(iDraaipanorama):
Maakt het mogelijk om een panoramabeeld op te nemen door het beeld samen te stellen.
SCN (Scènekeuze):
Biedt u de mogelijkheid opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk
zijn van de scène.
[12] Hoe te gebruikenOpnemenEen opnamefunctie selecteren
Slim automatisch
Het apparaat analyseert het onderwerp en biedt u de mogelijkheid een opname te maken met
de juiste instellingen.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand (Slim automatisch).
2. Richt de camera op het onderwerp.
Nadat de camera de scène heeft herkend, wordt het pictogram van de herkende scène
afgebeeld op het scherm.
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
Het apparaat zal de scène niet herkennen wanneer u beelden opneemt met een andere
zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie.
Het apparaat herkent deze scènes mogelijk niet goed onder bepaalde
opnameomstandigheden.
[13] Hoe te gebruiken
OpnemenEen opnamefunctie selecteren
Loading...
+ 148 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.