Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt, is een "Memory Stick
Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory
Stick" gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Zie pagina 114 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• De accu kan zelfs worden opgeladen wanneer
deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens bewaart
u de accu op een koele, droge plaats. Hierdoor
zorgt u ervoor dat de accu goed blijft werken.
2
• Zie pagina 116 voor meer informatie over de
accu.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee scherpe beelden met
uitstekend contrast kunnen worden
gereproduceerd.
De lens voor deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitseisen
van Carl Zeiss Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kun nen er op
het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of
heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen)
permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en
heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de beweegbare lens niet
ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op
uit.
puntjes
De beelden in dit handboek
De foto's die in dit handboek worden gebruikt als
voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 10
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................12
Aanduidingen op het scherm ..................................................................14
De schermweergave wijzigen..................................................................18
Het interne geheugen gebruiken.............................................................20
Basishandelingen
De modusknop gebruiken .......................................................................21
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
EV: de lichtintensiteit instellen
Lichtmeetfun.: de lichtmeetfunctie selecteren
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
Flitsniveau: de hoeveelheid flitslicht instellen
Rode-ogeneffect: het rode-ogeneffect beperken
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
SETUP: de opname-instellingen selecteren
3
Inhoud
Functies voor weergeven gebruiken
Beelden weergeven vanaf het HOME-scherm ...........................48
(Enkelbeeld): één beeld weergeven
(Indexweergave): een lijst met beelden afspelen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
(Wissen): beelden verwijderen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken nadat deze zijn opgenomen
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
: een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
(Map kiezen): een map selecteren voor het weergeven van beelden
De instellingen aanpassen
De functie Geheugen beheren en de instellingen aanpassen
Foutcodes en berichten.........................................................................110
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening .............113
De "Memory Stick" ................................................................................114
Over de accu.........................................................................................116
De acculader .........................................................................................117
5
Inhoud
Index
Index ..................................................................................................... 118
6
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen
Scherpstellen
Belichting
Kleur
Kwaliteit
Scherpstellen op een onderwerp
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. In dit
gedeelte wordt het gebruik van verschillende
camerafuncties, zoals de modusknop
(pagina 21), het HOME-scherm (pagina 33),
de menu's (pagina 35), enzovoort beschreven.
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Aanduiding voor AE/
Druk de sluiterknop
volledig in.
Druk de
sluiterknop half
in.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
AF-vergrendeling
knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens
de sluiterknop
volledig in.
t [Scherpstellen]
(pagina 42)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder).
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een
boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen
met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief gebruiken.
Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht.
t
7
Basistechnieken voor betere beelden
Belichting
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
De lichtintensiteit instellen
Belichting:
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen
belichtingswaarde)
opnamegevoeligheid
=
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld (pagina 19,
41).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 42).
De ISO-gevoeligheid is een speed rating voor opnamemedia met een beeldsensor die het licht
opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de
ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid aanpassen, zie pagina 41.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
8
Basistechnieken voor betere beelden
Kleur
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
De effecten van de lichtbron
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
Weer/lichtbron
Kenmerken van het
licht
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 45).
DaglichtBewolktFluorescerendGloeilamp
Wit (standaard)BlauwachtigGroengetintRoodachtig
9
Basistechnieken voor betere beelden
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 8M (alleen DSC-W90)
3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels
2 Beeldformaat: 7M (alleen DSC-W80/W85)
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
Pixels
3 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 11)
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal A3formaat
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
10
Basistechnieken voor betere beelden
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Beeldformaat
8M (3264×2448)
alleen DSC-W90)
(
1)
(3264×2176)
3:2
(
alleen DSC-W90)
7M (3072×2304)
(
alleen DSC-W80/
W85)
1)
(3072×2048)
3:2
(
alleen DSC-W80/
W85)
5M (2592×1944)Voor afdrukken tot A4
3M (2048×1536)Voor afdrukken tot 10×15 cm of
VGA (640×480)Klein beeldformaat opnemen voor
2)
(1920×1080)Met HDTV-beeldverhouding
16:9
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 107).
Beeldformaat van filmsFrame/secondeGebruiksrichtlijnen
RichtlijnenAantal beeldenAfdrukken
Voor afdrukken tot A3Minder
Met beeldverhouding 3:2
opnemen
Voor afdrukken tot A3
Met beeldverhouding 3:2
opnemen
13×18 cm
verzenden per e-mail
opnemen
Meer
Fijn
Ruw
640(Fijn) (640×480)Ongeveer 30Bewegend beelden van hoge kwaliteit opn.
voor TV-weerg
640(Standaard)
(640×480)
Ongeveer 17Bewegende beelden van std. kwaliteit opn.
voor TV-weerg
320 (320×240)Ongeveer 8Klein formaat opnemen voor verzenden per
e-mail
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave is.
11
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
A POWER-toets/POWER-lampje
B Sluiterknop (22)
C Microfoon
D Flitser (24)
E AF-verlichting (65)/
Zelfontspannerlampje (24)
F Zoekervenster
G Lens
A Lampje AE/AF-vergrendeling/
Zelfontspannerlampje (groen) (24)
B Oplaadlampje flitser/Opnamelampje
(oranje)
C Zoeker
D LCD-scherm (18)
E (Weergave)-toets (29)
F MENU-toets (35)
G Voor opnemen: zoomtoets (W/T) (23)
Voor weergeven: / -toets
(Weergavezoom) /-toets (Index) (29,
30)
H Bevestigingsoog voor de riem
I Klep voor de accu/"Memory Stick Duo"
J Modusknop (21)
K Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (35)
Menu uit: DISP/ / / (18, 24)
L HOME-toets (33)
M "Memory Stick Duo"-sleuf
12
Onderdelen en bedieningselementen
N Accusleuf
O Toegangslampje
P Accuontgrendelknop
Q Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Gebruikt in de volgende situaties:
• Een USB-verbinding tot stand brengen
tussen de camera en de computer.
• Aansluiten op de audio-/video-ingangen van
een televisie.
• Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer.
R Luidspreker
S Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan
de camera niet stevig op het statief worden
bevestigd en kan de camera beschadigd
raken.
13
Aanduidingen op het scherm
Telkens wanneer u op de v-toets (DISP)
drukt, worden de aanduidingen op het
scherm gewijzigd (pagina 18).
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van films
A
SchermAanduid ing
Resterende acculading
E
Waarschuwing voor
zwakke accu (110)
Beeldformaat
• wordt alleen
weergegeven voor de DSCW90.
• wordt alleen
weergegeven voor de DSCW80/W85.
Modusknop (scènekeuze)
(37)
(26)
Modusknop (programma)
(21)
SchermAanduiding
Opnamefunctie (39)
Lichtmeetfunctie (42)
SteadyShot
Zelfontspanner (24)
1.3
Witbalans (45)
Gezichtsherkenning (38)
(47)
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het beste de steadyshotfunctie inschakelen, de
flitser gebruiken voor een
betere belichting of een
statief of ander hulpmiddel
gebruiken om de camera te
stabiliseren (pagina 7).
Zoomvergrotingsfactor
23, 66)
(
Kleurfunctie
(40)
14
Aanduidingen op het scherm
B
SchermAanduiding
1.0mVooraf ingestelde
scherpstelafstand
(42)
zAE/AF-vergrendeling (22)
Standby
Stand-by/film opnemen
OPNMN.
ISO400ISO-getal (41)
NR lange-sluitertijd
• Als de sluitertijd een
bepaalde snelheid
overschrijdt bij weinig licht,
wordt de NR langesluitertijdfunctie (Noise
Reduction: ruisbeperking)
automatisch ingeschakeld
om beeldruis te
verminderen.
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
beelden opgenomen in
geselecteerde map
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Witbalans
(55)
(55)
(45)
17
De schermweergave wijzigen
• Als u beelden buiten bekijkt bij helder licht,
kunt u de helderheid van de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
v (DISP)-toets
(Schermweergave)
Wanneer u op de v-toets (DISP) drukt,
worden de aanduidingen op het scherm als
volgt gewijzigd.
Helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm verhogen
Histogram aan
Tijdens de
weergave worden
de beeldgegevens
weergegeven.
Histogramscherm
Aanduidingen uit
(pagina 19)
verhogen.
De accu loopt echter sneller leeg als u dit doet.
• Wanneer het scherm op een tv is aangesloten,
wijzigt de weergave van Histogram aan t
Aanduidingen uit t Aanduidingen aan
(pagina 70).
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven
– Tijdens het opnemen van films
Tijdens het weergeven
– Als het menu wordt weergegeven
– In de indexfunctie
– Wanneer u de weergavezoom gebruikt
– Wanneer u stilstaande beelden roteert
– Tijdens het weergeven van films
• U kunt het LCD-scherm niet uitschakelen
tijdens de beeldweergave.
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– De flitser afgaat.
– De sluitertijd is langzaam of snel.
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven
voor beelden die zijn opgenomen met andere
camera's.
• Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de
digitale zoom. Wanneer u (flitsfunctie)/
(zelfontspanner)/ (macro) selecteert, wordt
het beeld gedurende ongeveer twee seconden
weergegeven.
LCD-scherm uit
Aanduidingen aan
18
De schermweergave wijzigen
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen
door een histogram weer te geven
A
B
HelderDonker
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Druk
herhaaldelijk op v (DISP) om het
histogram in het scherm weer te geven. De
weergegeven grafiek geeft een donker beeld
aan wanneer deze links hoger is en geeft
een helder beeld aan wanneer deze rechts
hoger is.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt ook weergegeven wanneer
u één beeld weergeeft, maar u kunt de belichting
dan niet aanpassen.
19
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van 31 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
• Films waarvoor het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)], kunnen niet worden opgenomen in het
interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
B
Intern
geheugen
B
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 60).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina 76 tot en met 78 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de
camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt
gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
20
Basishandelingen
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
:Automatisch instellen
Hiermee kunt u gemakkelijk opnamen maken terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast.
:Autom. instellen-functie
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt
aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook
verschillende instellingen selecteren met het menu.
(Voor meer informatie over de beschikbare functies
Modusknop
Basishandelingen
t pagina 22
t pagina 36)
: Scènekeuzefunctie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van
de scène.
t pagina 26
:Filmopnamefunctie
Hiermee kunt u films opnemen met geluid. t pagina 22
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
• De kortste opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) wanneer u
opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand (pagina 24).
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/
AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Daarnaast verdwijnt het AFbereikzoekerframe. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
– Ver van de camera en donker
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Gezien door glas
– Snel bewegend
– Weerkaatsend licht of glanzend
– Knipperend
– Met tegenlicht
W/T De zoom gebruiken
Druk op T om in te zoomen en druk op W om uit te zoomen.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 66 voor meer informatie over de [Digitale zoom]-instellingen en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te
voorkomen door trillingen van de camera wanneer u de sluiterknop indrukt.
Basishandelingen
25
Stilstaande beelden opnemen
(Scènekeuzefunctie)
Sluiterknop
Modusknop
1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , , , , ,
, ) met de modusknop.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functie.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie.
26
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
n
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de
scèneomstandigheden.
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Schemer*
Hiermee kunt u's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp i
de verte om landschappen,
Soft Snap
Hiermee kunt u beelden opnemen
met een rustige achtergrond voor
foto's van mensen, bloemen,
enzovoort.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van
portretten op donkere plaatsen.
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen op
donkere plaatsen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
enzovoort op te nemen.
Strand
Wanneer u beelden aan het water
opneemt, wordt de blauwe kleur
van het water duidelijk
opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw
opneemt of op andere plaatsen
waar het hele scherm wit is,
gebruikt u deze functie om flauwe
kleuren te voorkomen en
duidelijke beelden op te nemen.
Basishandelingen
* Wanneer u beelden opneemt met (Schemer-portret) of (Schemer), is de sluitertijd langer. U kunt
het beste een statief gebruiken om wazige foto's te voorkomen.
27
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die u in de scènekeuze kunt gebruiken
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
MacroFlitser
—————
— / ——
* [Flitser] kan niet worden geselecteerd.
Gezichts-
herkenning
SL
/ ——
/ ——
——*—
———
Burst/
Bracket
EVWitbalans
—
Rode-
ogeneffect
SteadyShot
28
Beelden weergeven
(Weergavezoom)/
(Index)-toets
(Weergave)-
toets
MENU-toets
HOME-toets
(Weergavezoom)-
toets
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
1 Druk op de (Weergave)-toets.
• Als u op (Weergave) drukt wanneer de camera is uitgeschakeld, wordt de camera automatisch
ingeschakeld en ingesteld op de weergavefunctie. Als u wilt terugkeren naar de opnamefunctie, drukt
u nogmaals op (Weergave).
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op
z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op
B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normale weergave.)
Druk op
V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b/B om het
volume aan te passen.
• Films met het beeldformaat [320] worden één formaat kleiner weergegeven.
Basishandelingen
/ Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Druk op om het zoomen ongedaan te maken.
Pas de positie aan: v/V/b/B
Weergavezoom annuleren: z
• Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 52)
29
Beelden weergeven
Indexscherm weergeven
Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven terwijl een stilstaand beeld wordt
weergegeven.
Selecteer een beeld met v/V/b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Als u de "Memory Stick Duo" gebruikt en er meerdere mappen zijn, selecteert u de
selectiebalk voor mappen met b en selecteert u de gewenste map met v/V.
• U kunt het indexscherm ook openen door [ Indexweergave] te selecteren vanuit
(Beelden bekijken) in het HOME-scherm.
• Wanneer u op (Index) drukt, wordt het aantal beelden op het indexscherm gewijzigd.
30
Loading...
+ 92 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.