Sony CYBERSHOT DSC-T110 User Manual [nl]

Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Cyber-shot-handboek
DSC-T110/T110D
© 2011 Sony Corporation 4-269-981-71(1)
NL

Gebruik van dit handboek

Klik op een toets in de rechterbovenhoek om naar de betreffende pagina te verspringen. Dit is handig wanneer u een functie zoekt waarover u wilt lezen.
Inhoud
bediening
Instelli ngen
Inhoud
Zoeken op
Zoeken in ME NU/
Index
Zoeken naar informatie op functie.
Zoeken naar informatie op bediening.
Zoeken naar informatie in een lijst met MENU/Instellingen.
Zoeken naar informatie op trefwoord.
Markeringen en notatie gebruikt in dit handboek
In dit handboek wordt de volgorde van de bedieningen aangegeven door pijlen (t). U moet de onderdelen op het scherm aanraken in de aangegeven volgorde. Markeringen worden afgebeeld zoals ze worden verschenen in de standaardinstellingen van de camera.
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
De standaardinstelling wordt aangegeven met . Dit geeft voorzorgen en beperkingen aan die betrekking hebben op de correcte bediening van de camera.
zDit geeft informatie aan die nuttig is
om te weten.
NL
2

Opmerkingen over het gebruik van de camera

Inhoud
Opmerkingen over de typen geheugenkaarten die u kunt gebruiken (los verkrijgbaar)
De volgende geheugenkaarten zijn compatibel met deze camera: "Memory Stick PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo", "Memory Stick Duo", SD-geheugenkaart, SDHC­geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart. MultiMediaCard kan niet gebruikt worden. In deze gebruiksaanwijzing wordt de term "Memory Stick Duo" gebruikt als verwijzing naar een "Memory Stick PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo" en "Memory Stick Duo", en wordt de term "SD­geheugenkaart" gebruikt als verwijzing naar een SD-geheugenkaart, SDHC­geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart.
• Een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit tot 32 GB, en een SD-geheugenkaart met een opslagcapaciteit tot 64 GB, zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera.
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een van de volgende geheugenkaarten te gebruiken: – (Mark2) ("Memory Stick
PRO Duo" (Mark2))
("Memory Stick PRO-
HG Duo")
– SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart of
SDXC-geheugenkaart (klasse 4 of sneller)
• Voor verdere informatie over de "Memory Stick Duo", zie pagina 156.
Bij gebruik van een "Memory Stick Duo" in een standaardformaat "Memory Stick"-gleuf
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter (los verkrijgbaar) te steken.
Functies ingebouwd in deze camera
• Deze gebruiksaanwijzing beschrijft elke functie van TransferJet-compatibele/incompatibele apparaten. Om te controleren of uw camera de TransferJet­functie ondersteunt, controleert u of de volgende merktekens op de onderkant van de camera staan. TransferJet-compatibel apparaat:
(TransferJet)
Opmerkingen over de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de camera voor het eerst gebruikt.
• U kunt de accu opladen ook als deze niet volledig leeg is. Bovendien, zelfs als de accu niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijke lading van de accu gebruiken.
• Als u de accu gedurende een lange tijd niet denkt te gaan gebruiken, verbruikt u de resterende acculading, haalt u de accu uit de camera, en bewaart u de accu op een koele, droge plaats. Dit dient om de functies van de accu te behouden.
• Voor verdere informatie over bruikbare accu’s, zie pagina 158.
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een lens van Carl Zeiss die in staat is scherpe beelden met een uitstekend contrast te reproduceren. De lens van de camera is geproduceerd onder een kwaliteitsborgingssysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in Duitsland.
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
"Memory Stick Duo"­adapter
Wordt vervolgd r
NL
3
Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van uiterste precisietechnologie zodat meer dan 99,99% van de beeldpunten effectief werkt. Echter, enkele kleine zwarte en/of heldere punten (wit, rood, blauw of groen) kunnen zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Deze punten zijn een normaal gevolg van het productieproces en hebben géén invloed op de opnamen.
Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes
• Als water of een ander vloeistof op het LCD­scherm spettert waardoor het nat wordt, veegt u het scherm onmiddellijk af met een zachte doek. Als vloeistof op het oppervlak van het LCD­scherm blijft zitten, kan de kwaliteit ervan achteruitgaan en een storing worden veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is geen defect.
• Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Condensvorming
• Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken.
• Als vocht condenseert, schakelt u de camera uit en wacht u ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek gebruikt worden als voorbeeld, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met de camera zijn opgenomen.
NL
4

Inhoud

Opmerkingen over het gebruik van de camera
Gebruik van dit handboek ····································· 2 Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3 Zoeken op bediening············································· 8 Zoeken in MENU/Instellingen······························ 11 Namen van de onderdelen·································· 16 Lijst met pictogrammen die op het scherm
worden afgebeeld················································ 17 Het aanraakscherm gebruiken···························· 19 De MENU-onderdelen aanpassen ······················ 21 Het interne geheugen gebruiken························· 22 Helpfunctie in camera ········································· 23
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Opnemen
Weergeven
Opn.functie·························································· 25 Intelligent automatisch ········································ 26 Panorama door beweging··································· 27 Bewegende beeldn ············································· 29 Autom. Programma············································· 30 Scènekeuze ························································ 31 Onderw.panor. door beweging (alleen
DSC-T110) ·························································· 34 Zoom ··································································· 35
Stilstaande beelden weergeven ·························· 36 Weergave zoom·················································· 37 Breedzoom·························································· 38 Tijdelijk geroteerde weergave ····························· 39
Index
NL
5
Bewegende beelden weergeven························· 40
MENU (Opnemen)
MENU-onderdelen (Opnemen) ··························· 11
Inhoud
bediening
Zoeken op
MENU
(Weergeven)
Instellingen
Televisie
Computer
MENU-onderdelen (Weergeven)························· 13
Zoeken in MENU/
Instellingen·························································· 14
Index
Een beeld bekijken op een standard­definitiontelevisie (SD-televisie) ························ 129
Een beeld bekijken op een high­definitiontelevisie (HD-televisie) ························ 130
Afdrukken
Gebruiken met een computer···························· 132 Het softwareprogramma gebruiken··················· 133 De camera aansluiten op een computer ···············136 Beelden uploaden naar een mediaservice········ 138
Stilstaande beelden afdrukken·························· 140
NL
6
Problemen oplossen
Problemen oplossen ········································· 141 Foutcodes en meldingen··································· 150
Overige
Gebruik van de camera in het buitenland ········· 155 Geheugenkaart ················································· 156 Accu ·································································· 158 Acculader ·························································· 159 TransferJet-standaard······································· 160 Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden·········································· 161 Voorzorgsmaatregelen······································ 163
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Index
Index ································································· 164
NL
7

Zoeken op bediening

Inhoud
De instellingen overlaten aan de camera
Bewegende beelden opnemen
Opnemen van portretten
Opnemen van panoramabeelden
Intelligent automatisch ······································· 26 Scènekeuze ·························································· 31 Scèneherkenning················································· 65
Bewegende beeldn ············································· 29
Zachte huid···························································· 31 Soft Snap ······························································· 31 Schemer-portret··················································· 31 Lach-sluiter···························································· 43 Scèneherkenning················································· 65 Gezichtsherkenning············································ 68 Dichte-ogenvermindering ·································· 71 Rode-ogenvermind. ·········································· 101
Panorama door beweging································· 27
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Opnemen dichtbij onderwerpen
Opnemen van bewegende onderwerpen
Opnemen zonder wazige beelden
Macro ······································································ 55 Superclose-up ······················································ 55
Bewegende beeldn ············································· 29 Korte sluitertijd······················································ 32 Burstinstellingen ·················································· 54
Hoge gevoeligheid ·············································· 31 Korte sluitertijd······················································ 32 Zelfontspanner met een vertraging van
2 seconden···························································· 47 ISO··········································································· 57
NL
8
Opnemen met tegenlicht
Altijd flitsen ···························································· 45 Scèneherkenning················································· 65 DRO········································································· 70
Inhoud
Opnemen op donkere plaatsen
Scherpstellingspositie veranderen
Beeldformaat veranderen
Beelden wissen
Vergrote beelden weergeven
Beelden weergeven op het hele scherm
Hoge gevoeligheid ·············································· 31 Lgz synchro··························································· 45 ISO··········································································· 57
Scherpstellen ························································ 62 Gezichtsherkenning············································ 68
Beeldformaat/Panoramisch-beeldformaat ··· 51
Wissen ···································································· 80 Formatteren························································· 121
Weergave zoom··················································· 37 Trimmen (formaat wijz.) ····································· 85
Breedzoom···························································· 38 Tijdelijk geroteerde weergave·························· 39 Beeldformaat/Panoramisch-beeldformaat ··· 51
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Beelden bewerken
Een serie beelden op volgorde weergeven
Beelden afdrukken met de datum erop
Datum- en tijdinstellingen veranderen
Kleuren ··································································· 84 Bijwerken ······························································· 85
Diavoorstelling······················································ 77
"PMB (Picture Motion Browser)"··················· 133
Tijdzone instellen··············································· 127 Datum/tijd instellen············································ 128
NL
9
Instellingen terugstellen
Initialiseren ·························································· 108
Inhoud
Helpfunctie in camera weergeven
Beelden afdrukken
Weergeven op een televisie
Helpfunctie in camera ········································ 73
Stilstaande beelden afdrukken······················ 140
Een beeld bekijken op een standard­definitiontelevisie (SD-televisie)
Een beeld bekijken op een high­definitiontelevisie (HD-televisie)···················· 130
···················· 129
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
10
NL

Zoeken in MENU/Instellingen

MENU-onderdelen (Opnemen)
U kunt de diverse opnamefuncties eenvoudig selecteren op het .
Inhoud
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, worden niet afgebeeld op het MENU-scherm.
3 Raak het menuonderdeel aan t raak de
gewenste functie aan.
In onderstaande tabel geeft een instelling aan die kan worden veranderd, en geeft – een instelling aan die niet kan worden veranderd. Een instelling kan vast liggen of beperkt zijn, afhankelijk van de opnamefunctie. Zie voor meer informatie de betreffende pagina van het onderdeel. De onderstaande pictogrammen en geven de beschikbare functies aan.
Opn.functie
Menuonderdelen
Eenvoudig-functie Scène bew. bldn. opnemen
(alleen DSC-T110) Lach-sluiter Flitser Zelfontsp. Opnamerichting Beeldformaat/Panoramisch-
beeldformaat Burstinstellingen Macro EV ISO Witbalans Witbalans onderwater (alleen
DSC-T110) Scherpstellen Lichtmeetfunctie Scèneherkenning Zachte-huideffect
————
——
——
——
——— —
——
——
———
——
——
——
———
————
——
Wordt vervolgd r
11
bediening
Index
NL
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Opn.functie
Menuonderdelen
Gezichtsherkenning DRO Dichte-ogenvermindering Scherminstellingen Helpfunctie in camera
———
————
——
Opmerkingen
• [Onderw.panor. door beweging] wordt alleen afgebeeld als [Behuizing] (alleen DSC-T110) is ingesteld op [Aan].
• Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
• De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, verschillen afhankelijk van de functie.
• De functie (Onderwater) in Scènekeuze is alleen beschikbaar voor het model DSC-T110.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
12
NL
MENU-onderdelen (Weergeven)
U kunt de diverse weergavefuncties eenvoudig selecteren op het .
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, worden niet afgebeeld op het MENU-scherm.
3 Raak het menuonderdeel aan t raak de
gewenste functie aan.
In onderstaande tabel geeft een instelling aan die kan worden veranderd, en geeft – een instelling aan die niet kan worden veranderd.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Weergavefunctie
Menuonderdelen
(Eenvoudig-functie) (Kalender) (Beeldindex)
(Diavoorstelling)
(Wissen)
(Verzenden via TransferJet)
(Kleuren) (Bijwerken)
(Weergavefunctie)
(Beveiligen)
DPOF
(Roteren) (Volume-instellingen) (Scherminstellingen)
(Belichtingsgegevens)
(Aantal beelden in index)
(Map kiezen)
Helpfunctie in camera
Geheugenkaart
Datumweergave Mapweergave
(stilstaand)
———
——
Mapweergave
(bewegend)
——
——
Intern
geheugen
Mapweergave
Index
Opmerkingen
• Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
• De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, verschillen afhankelijk van de functie.
13
NL
Instellingen
U kunt de instellingen veranderen op het scherm (Instellingen).
1 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
2 Raak (Instellingen) aan t gewenste
categorie t gewenst onderdeel t gewenste instelling.
Categorieën Onderdelen
Opname-instellingn
Hoofdinstellingen
AF-verlicht. Stramienlijn Displayresolutie Digitale zoom Autom. Oriëntatie Gids scèneherken. Rode-ogenvermind. Dichte-ogenalarm Pieptoon LCD-helderheid Language Setting Kleur van infomatie Demonstratiefunctie Initialiseren COMPONENT Video-uit Behuizing (alleen DSC-T110) USB-aansluiting LUN-instellingen Downl. muz. Muziek verwijder. Stroombesparing TransferJet Eye-Fi* Kalibratie
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Wordt vervolgd r
14
NL
Categorieën Onderdelen
Geheugenkaart-tool
Intern geheugen-tool
Klokinstellingen
* [Eye-Fi] wordt alleen afgebeeld wanneer een Eye-Fi -kaart (verkrijgbaar in de winkel) in de camera is
geplaatst.
Formatteren Opnamemap maken Opnamemap wijz. Opn.map wissen Kopiëren Bestandsnummer Formatteren Bestandsnummer Tijdzone instellen Datum/tijd instellen
Opmerkingen
• [Opname-instellingn] wordt alleen afgebeeld als het instelscherm is opgeroepen vanuit de opnamefunctie.
• [Geheugenkaart-tool] wordt alleen afgebeeld wanneer een geheugenkaart in de camera is geplaatst, en [Intern geheugen-tool] wordt alleen afgebeeld wanneer een geheugenkaart niet is geplaatst.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
15
NL

Namen van de onderdelen

A W/T-zoomknop (35, 37) B Ontspanknop C Microfoon D ON/OFF (aan/uit-) knop/lampje E Flitser F Zelfontspannerlamp/Lach-sluiterlamp/
AF-verlichting
G Lens H Lensafdekking I LCD-scherm/aanraakscherm J Luidspreker K (weergave-)toets (36) L Oog voor polsriem* M Accu-insteekgleuf N Schroefgat voor statief O Deksel van geheugenkaartgleuf en
accuvak
P Multifunctionele aansluiting (Type3a) Q Accu-uitwerphendel R Geheugenkaartgleuf S Toegangslampje T (TransferJet™-)markering (82, 117)
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Afdekpaneel
* De polsriem gebruiken
Bevestig de polsriem aan de camera en steek uw hand door de lus om te voorkomen dat de camera valt.
Oog
* De tekenpen gebruiken
De tekenpen wordt gebruikt bij het bedienen van het aanraakscherm. Hij is bevestigd aan de polsriem. Draag de camera niet aan de tekenpen. De camera kan dan vallen.
16
NL

Lijst met pictogrammen die op het scherm worden afgebeeld

De pictogrammen worden op het scherm afgebeeld om de toestand van de camera aan te geven. De plaats van de afgebeelde pictogrammen kan verschillen afhankelijk van de opnamefunctie.
Inhoud
Bij het opnemen van stilstaande beelden
Bij het opnemen van bewegende beelden
Bij het weergeven
1
Indicator Betekenis
DRO
Media opnemen/weergeven
8/8 Beeldnummer/Aantal beelden
Databasebestand is vol/
Map veranderen
Pictogram van scèneherkenning
Witbalans
(Witbalans onderwater) wordt alleen weergegeven op het model DSC-T110.
Bestemming Scèneherkenning Trillingswaarschuwing Bewegende-
beeldenopnamefunctie (alleen DSC-T110)
Weergavezoom
(geheugenkaart, intern geheugen) Eye-Fi-functie
opgenomen in datumbereik, de geselecteerde map
Beeldformaat/Panorama­beeldformaat
TransferJet-instellingen
Databasebestand-foutmelding Opnamemap Weergavemap
Beveiliging Afdrukmarkering (DPOF) Dichte-ogenvermindering
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Wordt vervolgd r
17
NL
2
Indicator Betekenis
Accu-restlading Waarschuwing voor zwakke
accu AF-verlichting Opnamemap
Media opnemen/weergeven
(geheugenkaart, intern geheugen)
Lichtmeetfunctie
Flitser
Eye-Fi-functie
Zoomvergroting
Witbalans
(Witbalans onderwater) wordt alleen weergegeven op het model DSC-T110.
3
Indicator Betekenis
Burstinstellingen
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie
Waarschuwing hoge temperatuur
Zelfontspanner
96 Aantal opneembare beelden 100 Min Opneembare tijd
Gezichtsherkenning
Zachte-huideffect
Databasebestand is vol/
Databasebestand-foutmelding Beeldformaat/Panorama-
beeldformaat
Indicator Betekenis
125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde
4
Indicator Betekenis
Scherpstellen
Vermindering van het rode­ogeneffect
z AE/AF-vergrendelingsindicator
NR lange-sluitertijd
125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde ISO400 ISO-nummer +2.0EV Belichtingswaarde
Close-scherpstelling
Flitsfunctie
Opladen flitser
Lichtmeetfunctie
OPNMN. Standby
0:12 Opnametijd (min:sec)
N Weergeven
0:00:12 Teller 101-0012 Map-bestandsnummer
2010 1 1 9:30 AM
Bewegende beelden opnemen/ Standby
Weergavebalk
Opgenomen datum/tijd van het weergavebeeld
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
AF-bereikzoekerframe
Dradenkruis van de puntlichtmeetfunctie
ISO400 ISO-nummer +2.0EV Belichtingswaarde
18
NL

Het aanraakscherm gebruiken

U kunt met deze camera bedieningen uitvoeren en instellingen maken door de toetsen aan te raken of met uw vinger over het LCD-scherm te vegen.
Toets Werking
///
Opmerkingen
• Om het aanraakscherm te bedienen, raakt u het licht aan met uw vinger of de bijgeleverde tekenpen. Door hard drukken of het gebruiken van een puntig voorwerp anders dan de bijgeleverde tekenpen kan het aanraakscherm worden beschadigd.
• Als u tijdens het opnemen de rechterbovenhoek van het scherm aanraakt, gaan de toetsen en pictogrammen tijdelijk uit. De toetsen en pictogrammen worden weer afgebeeld zodra u uw vinger van het scherm afhaalt.
Geeft de verborgen onderdelen weer zodat de onderdelen die u wilt instellen op het scherm worden afgebeeld.
Keert terug naar het vorige scherm.
Hiermee kunt u een beschrijving afbeelden van de functies van elke instelling op de selectieschermen van MENU (opnemen), opnamefunctie of scènekeuzefunctie. Raak aan t raak de onderdelen aan waarvan u de beschrijving wilt lezen.
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Het scherm aanraken om scherp te stellen
Door het onderwerp op het aanraakscherm aan te raken wordt een kader afgebeeld, en door vervolgens de ontspanknop tot halverwege in te drukken, wordt op het kader scherpgesteld. Als in het kader een gezicht aanwezig is, worden naast de scherpstelling tevens de helderheid en tint automatisch geoptimaliseerd.
Toets/Bedieningsmethode Werking
Raak het onderwerp aan De scherpstelling wordt
bijgeregeld. De functie wordt geannuleerd.
Opmerkingen
• U kunt deze functie niet gebruiken tijdens gebruik van de digitale zoom, opnemen in de superclose­upfunctie, en in de eenvoudig-functie.
• U kunt deze functie niet gebruiken wanneer (Landschap), (Schemer), (Vuurwerk) of
(Onderwater) (alleen DSC-T110) is geselecteerd als scènekeuzefunctie.
19
NL
De camera bedienen door over het LCD-scherm te vegen
Werking Bedieningsmethode
Het MENU­scherm weergeven/ sluiten
Raak de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts om het MENU-scherm af te beelden. Veeg van rechts naar links om het MENU-scherm te verbergen.
bediening
Inhoud
Zoeken op
De bedienings­toetsen afbeelden/ verbergen
Het volgende/ vorige beeld weergeven
Het indexweergave­scherm afbeelden
De volgende/ vorige pagina weergeven in de indexweergave­functie
Raak de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar links om de bedieningstoetsen te verbergen. Veeg van links naar rechts om de bedieningstoetsen af te beelden.
Veeg tijdens weergave naar rechts of links over het LCD-scherm. Om het beeld continu te veranderen, veegt u naar rechts of links en blijft u die kant aanraken.
Veeg omhoog over het LCD-scherm.
Veeg omlaag of omhoog over het LCD­scherm.
Zoeken in MENU/
Index
20
NL

De MENU-onderdelen aanpassen

Tijdens het opnemen/weergeven worden de vier MENU-onderdelen afgebeeld onder op het LCD-scherm. U kunt deze vier toetsen aanpassen met de gewenste MENU-onderdelen en op de gewenste positie op het LCD-scherm, zodat u veelgebruikte toetsen snel kunt vinden. U kunt deze toetsen aanpassen en de instellingen opslaan tijdens het opnemen voor iedere opnamefunctie, en tijdens het weergeven voor het interne geheugen en de geheugenkaart.
1 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
bediening
Inhoud
Zoeken op
2 (Custom) t [OK]
3 Selecteer een MENU-pictogram en sleep het naar
de gewenste positie aan de linkerkant van het LCD-scherm.
Het pictogram MENU in het aanpassingsgebied wordt omgeruild.
4 Raak aan om te annuleren.
Opmerking
• U kunt het pictogram MENU niet aanpassen in de Eenvoudig-functie.
Aanpassingsgebied
zHet menu naar wens aanpassen
U kunt niet alleen de MENU-pictogrammen omruilen met het menuscherm, maar u kunt ook de MENU-pictogrammen omruilen binnen het aanpassingsgebied, en u kunt het aantal MENU-pictogrammen verkleinen.
Zoeken in MENU/
Index
MENU-pictogrammen binnen het aanpassingsgebied omruilen
Terwijl u een MENU-pictogram binnen het aanpassingsgebied aanraakt, verplaatst u het naar de gewenste locatie.
Het aantal pictogrammen in het aanpassingsgebied verkleinen
Terwijl u een MENU-pictogram binnen het aanpassingsgebied aanraakt, verplaatst u het naar het gebied rechts.
21
NL

Het interne geheugen gebruiken

De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 23 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
Als een geheugenkaart is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden opgenomen op de
geheugenkaart.
B
[Weergeven]: De beelden op de geheugenkaart worden weergegeven. [Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden uitgevoerd op de beelden op de geheugenkaart.
bediening
Inhoud
Zoeken op
Als geen geheugenkaart is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
• U kunt geen bewegende beelden in het interne geheugen opnemen wanneer het beeldformaat van de bewegende beelden [1280×720 (Fijn)] of [1280×720 (Standaard)] is.
[Weergeven]: De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen worden weergegeven. [Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
B
Intern geheugen
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp van een van de onderstaande methoden.
Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer
Volg de procedure op pagina 136 zonder dat een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Een reservekopie (back-up) maken op een geheugenkaart
Bereid een geheugenkaart voor met voldoende vrije geheugencapaciteit en volg vervolgens de procedure beschreven onder [Kopiëren] (pagina 125).
Zoeken in MENU/
Index
Opmerkingen
• U kunt beeldgegevens op een geheugenkaart niet importeren in het interne geheugen.
• Door een USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer met behulp van de kabel, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen importeren in een computer. U kunt beeldgegevens echter niet exporteren van de computer naar het interne geheugen.
22
NL

Helpfunctie in camera

Deze camera is uitgerust met een interne functiegids. Hiermee kunt u op basis van uw behoeften op zoek gaan naar een bepaalde camerafunctie. Na het lezen van de gids kunt u de geselecteerde functie gebruiken.
Er wordt een bedieningshandleiding weergegeven zodat u de camera kunt bedienen op basis van de instructies die op het scherm worden weergegeven.
1 Raak (Helpfunctie in camera) aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan.
2 Selecteer een zoekmethode.
Meer informatie hierover vindt u in de Opname-/weergavegids.
3 Selecteer de gewenste functie.
De functies die beschikbaar zijn in de geselecteerde stand worden weergegeven.
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
4 Selecteer de gewenste functie.
De bedieningshandleiding voor de geselecteerde functie wordt weergegeven.
5 Gebruik / om de scherminformatie te
wijzigen van een samenvatting naar bediening naar details.
• De bedieningshandleiding en details worden mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de geselecteerde functie.
• Wanneer u [Deze functie gebruiken] selecteert, schakelt de camera automatisch over naar de geselecteerde stand.
6 Raak aan om Helpfunctie in camera te sluiten.
Zoekmethode Beschrijving
Opname-/weergavegids
Pictogramgids
Problemen oplossen
Objectiefgids
Zoeken naar verschillende bedieningsfuncties in de opname-/ weergavefunctie.
Zoeken naar de functie en betekenis van weergegeven pictogrammen.
Zoeken naar veelvoorkomende problemen en de oplossing ervoor.
Functies zoeken op basis van uw behoeften.
Wordt vervolgd r
23
NL
Zoekmethode Beschrijving
Sleutelwoord
Geschiedenis
Opmerkingen
(Helpfunctie in camera) is niet beschikbaar in de volgende situaties: – In de Eenvoudig-functie – Wanneer [Behuizing] ingesteld is op [Aan] (alleen DSC-T110)
• [Deze functie gebruiken] is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de geselecteerde functies.
Functies zoeken op trefwoorden.
De laatste 10 items die werden weergegeven in Helpfunctie in camera weergeven.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
24
NL

Opn.functie

U kunt de opnamefunctie selecteren aan de hand van de situatie en het gewenste eindresultaat.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
Inhoud
2 (Opn.functie) t gewenste functie
(Intelligent
automatisch)
(Panorama door
beweging)
(Bewegende beeldn)
(Autom. Programma)
(Scènekeuze)
(Onderw.panor. door beweging) (alleen DSC-T110)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast.
Hiermee kunt u een panoramabeeld opnemen uit samengestelde beelden.
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen.
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
Hiermee kunt u opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène.
Hiermee kunt u panoramabeelden onderwater opnemen. [Onderw.panor. door beweging] is beschikbaar wanneer [Behuizing] is ingesteld op [Aan].
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
25
NL

Intelligent automatisch

Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Intelligent
automatisch)
3 Druk op de ontspanknop om een beeld op te
nemen.
bediening
Inhoud
Zoeken op
Opmerking
• [Flitser] staat in de stand [Autom.] of [Uit].
zOver de scèneherkenning
De scèneherkenning werkt in de functie Intelligent automatisch. In deze functie herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op.
Pictogram van de scèneherkenning en gids
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Superclose-up) of (Portretopname), en beeldt het betreffende pictogram en de gids
af op het LCD-scherm nadat de scène is herkend. Voor verdere informatie, zie pagina 65.
zEen stilstaand beeld opnemen van een onderwerp
waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
Zoeken in MENU/
Index
• De minimale opnameafstand is ongeveer 8 cm (1 cm in de functie Intelligent automatisch en eenvoudig-functie) (W-kant) of 50 cm (T-kant) (vanaf de lens). Neem op in de close-up­opnamefunctie wanneer u een onderwerp wilt opnemen vanaf een kortere afstand dan de minimale opnameafstand.
• Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AF­vergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen of verander de scherpstellingsinstelling (pagina 62).
• In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen: – Als het donker is en het onderwerp ver weg is. – Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is. – Als het onderwerp door glas wordt opgenomen. – Als het onderwerp snel beweegt. – Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken. – Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is.
26
NL

Panorama door beweging

Hiermee kunt u een panoramabeeld samenstellen door beelden samen te voegen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Panorama door
beweging)
3 Lijn de camera uit met het einde van het
onderwerp dat u wilt opnemen en druk de ontspanknop in.
Dit deel wordt niet opgenomen
4 Pan de camera naar het einde van de
overzichtsbalk volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm.
Over­zichtsbalk
Opmerkingen
• Als u de camera niet over het hele onderwerp kunt pannen binnen de aangegeven tijdsduur, zal een grijs deel ontstaan in het samengevoegde panoramabeeld. Als dit gebeurt, beweegt u de camera sneller om een volledig panoramabeeld op te nemen.
• Aangezien meerder beelden aan elkaar worden gelast, wordt het gelaste deel niet storingsvrij opgenomen.
• Onder zwakke belichtingsomstandigheden kunnen panoramabeelden wazig zijn of kunnen de opnamen mislukken.
• Onder flikkerende lampen, zoals tl-verlichting, zal de helderheid of kleur van het samengestelde beeld niet altijd hetzelfde zijn.
• Als de volledige hoek van de panoramaopname en de AE/AF-vergrendelingshoek sterk verschillen in helderheid, kleur en scherpstelling, zal de opname niet goed lukken. Als dit gebeurt, verandert u de AE/ AF-vergrendelingshoek en neemt u opnieuw op.
• Panorama door beweging is niet geschikt in de volgende situaties: – Het onderwerp beweegt – Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera – Het beeld heeft weinig contrast, zoals lucht, zandstrand of gazon – Het beeld verandert continu, zoals golven of watervallen
• U kunt geen panoramabeelden maken in de volgende situaties: – Het pannen van de camera gaat te snel of te langzaam. – De camera beweegt te veel.
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Wordt vervolgd r
27
NL
zDe opnamerichting of het beeldformaat van een
panoramabeeld veranderen
Opnamerichting: (Opnamerichting) t [Naar rechts], [Naar links], [Naar
boven] of [Naar beneden]
Panoramisch­beeldformaat:
(Beeldformaat) t [Standaard] of [Breed]
zTips voor het opnemen van panoramabeelden
Pan de camera met constante snelheid in een boogbeweging in de richting aangegeven op het LCD-scherm. Stationaire onderwerpen zijn beter geschikt voor een panoramaopname dan bewegende onderwerpen.
Horizontale richtingVerticale richting
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Straal zo kort mogelijk
• Druk de ontspanknop eerst tot halverwege in zodat de scherpstelling, belichting en witbalans
worden vergrendeld. Druk daarna de ontspanknop helemaal in en pan de camera horizontaal of verticaal.
• Als een deel met zeer gevarieerde vormen of landschap zich langs de rand van het scherm bevindt,
kan de beeldcompositie mislukken. Pas in dergelijke gevallen de beeldcompositie aan zodat het deel zich in het midden van het beeld bevindt, en neem het beeld opnieuw op.
zDe panoramabeelden lopend weergeven
Terwijl panoramabeelden worden weergegeven raakt u aan om de panoramabeelden te laten lopen. Raak tijdens het weergeven het LCD-scherm aan om de bedieningstoetsen af te beelden.
Bedieningstoets/ Bedieningsmethode
Raak of het LCD­scherm aan
Raak / / / aan of veeg met uw vinger
Geeft het wee rgegeven deel aan van het hele panoramabeeld
• Panoramabeelden kunnen ook worden weergegeven met behulp van de bijgeleverde software
"PMB" (pagina 133).
• Panoramaopnamen die op een andere camera zijn opgenomen lopen bij het weergeven mogelijk niet
goed.
omhoog/omlaag/naar rechts/ naar links
Werking
Lopende weergave/pauzeert lopende beelden
Loopt door de beelden
Index
28
NL

Bewegende beeldn

Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
Inhoud
2 (Opn.functie) t (Bewegende beeldn)
3 Druk op de ontspanknop.
4 Om te stoppen met opnemen, drukt u de
ontspanknop nogmaals in.
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
29
NL

Autom. Programma

Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Autom. Programma)
3 Druk op de ontspanknop.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
30
NL
Loading...
+ 137 hidden pages