1.1TOEPASSINGSGEBIED, ALGEMENE FUNCTIES EN GEBRUIKSBESTEMMING ..................................................................... 3
1.2NAAM EN ADRES VAN DE FABRIKANT OF DE DISTRIBUTEUR ......................................................................................... 3
1.3VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE PRODUCTNORMEN .................................................................................... 3
1.4BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (AFHANKELIJK VAN HET MODEL) ........................................................................... 4
2 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN ...................................................................................................................... 5
3 VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN EN -INSTRUCTIES ............................................................................................................ 6
3.2VEILIG GEBRUIK ........................................................................................................................................................... 7
4 KENMERKEN VAN HET PRODUCT ........................................................................................................................................ 9
4.1GROOTTE EN AFMETINGEN VOOR INSTALLATIE (ONDER WERKBLAD) ........................................................................... 9
4.2GROOTTE EN AFMETINGEN VOOR INSTALLATIE (VERHOOGDE MODELLEN) ................................................................ 10
5 VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT VOOR HET GEBRUIK ............................................................................................. 12
5.1PLAATSING EN INSTALLATIE ....................................................................................................................................... 12
5.2AANSLUITING OP DE WATERLEIDING.......................................................................................................................... 14
5.3AANSLUITINGEN OP DE AFVOER................................................................................................................................. 14
5.4AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET .................................................................................................................. 15
6 EERSTE INWERKINGSTELLING ............................................................................................................................................ 16
7.2AANPASBARE PARAMETERS I ..................................................................................................................................... 19
7.3ACTIVERING PERISTALTISCHE POMPEN - SNELLE VULLING VAATWASMIDDEL- EN GLANSMIDDELDOSERINGSCIRCUIT. 22
8 OP DE (TECHNISCHE) DISPLAY WEERGEGEVEN STORINGEN .............................................................................................. 23
9 INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER ................................................................................................................................... 25
9.1VÓÓR HET WASSEN ................................................................................................................................................... 26
9.2EERSTE DAGELIJKSE GEBRUIK (KUIP EN BOILER LEEG) ................................................................................................. 27
9.4EEN PROGRAMMA WIJZIGEN ..................................................................................................................................... 29
10 KEUZE VAN HET PROGRAMMA ..................................................................................................................................... 30
12 ONDERHOUD EN REINIGING ......................................................................................................................................... 32
12.1REINIGING OVERDAG VAN HET FILTER........................................................................................................................ 33
12.2TOTALE AFVOER OP HET EIND VAN DE DAG ............................................................................................................... 33
12.3BIJVULLEN VAN REGENERATIEZOUT (VOOR DE MODELLEN UITGERUST MET EEN ONTHARDINGSINSTALLATIE) ........... 34
12.4PERIODIEKE CONTROLES VAN DE SPROEIERS (1 MAAL PER WEEK) .............................................................................. 34
13 PROBLEMEN EN STORINGEN ......................................................................................................................................... 35
14 OP DISPLAY (GEBRUIKER) WEERGEGEVEN STORINGEN ................................................................................................. 37
1
SMEG dankt u voor het kiezen van ons product.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van de machine. Ze moet, gedurende de gehele levensduur van
de machine, intact en binnen handbereik bewaard worden omdat ze belangrijke informatie bevat over de
montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
In geval het apparaat wordt doorverkocht, moet ook deze handleiding worden meegeleverd.
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling van de machine moeten alle in de handleiding opgenomen instructies aandachtig gelezen
worden, opdat u bekend bent met de meest geschikte omstandigheden voor het gebruik van de professionele vaatwasser.
2
1 PRODUCTIDENTIFICATIE
1.1 Toepassingsgebied, algemene functies en gebruiksbestemming
Deze vaatwasmachine is geschikt voor een professioneel gebruik in de sectoren catering en institutionele
maaltijdvoorziening en voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Een oneigenlijk gebruik kan
schade aan personen en/of voorwerpen veroorzaken; derhalve moet de vaatwasser uitsluitend gebruikt
worden door voldoende opgeleid personeel.
Deze vaatwasser is ontworpen om gebruikt te worden op een permanente plaats van installatie en is
uitsluitend bestemd voor het wassen van bestek en stabiel vaatwerk (borden, bakvormen, kopjes, glazen,
schalen en dergelijke) bij de door het apparaat geproduceerde temperatuur en vochtigheid. Elk ander
soort gebruik is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn.
De personen die als gevolg van hun lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of van hun gebrek
aan ervaring of kennis niet in staat zijn om de vaatwasser onder veilige omstandigheden te gebruiken,
mogen er geen gebruik van maken zonder het toezicht en de begeleiding van een verantwoordelijke
persoon.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor schade aan personen of voorwerpen die veroorzaakt wordt
door de niet-naleving van de in de handleiding opgenomen instructies, door een oneigenlijk gebruik, door
geknoei met ook maar één afzonderlijk onderdeel van de apparatuur en door het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.2 Naam en adres van de fabrikant of de distributeur
Smeg S.p.A.
Via Leonardo da Vinci, 4 - 42016 Guastalla (RE) Tel. +39 0522 8211 - Fax + 39 0522 821453
internet: www.smegfoodservice.com, email : foodservice@smeg.it
Neem voor prijzen en prijsopgaven contact op met het personeel van onze verkoopafdeling.
Onze afdeling technische bijstand staat tot uw beschikking met aanwijzingen voor de correcte werking van
het apparaat en kan u de contactgegevens verstrekken van het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Ons gehele productengamma kan op ons website geraadpleegd worden.
1.3 Verklaring van conformiteit met de productnormen
Dit apparaat voldoet aan de van kracht zijnde normen inzake de veiligheid en is in overeenstemming met de
bepalingen van de richtlijnen 2006/42/EG en 2004/108/EG.
De vaatwasmachine is bovendien gemarkeerd in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG,
Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Voor informatie over de behandeling, inzameling en recycling van dit product moet contact
worden opgenomen met de plaatselijk verantwoordelijke instantie voor afvalinzameling of
de verkoper waar het product is aangekocht.
Door ervoor te zorgen dat dit product op correcte wijze verwijderd wordt, draagt de
gebruiker bij aan het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid.
3
1.4 Beschrijving van het apparaat (afhankelijk van het model)
U AFDEKKING (BOVENPLAAT)
D DISPLAY EN BEDIENINGSPANEEL
A VOORSTE DEUR VOOR HET LADEN/LOSSEN
V ERVICEDEURTJE
F VERSTELBARE POOTJES
4
2 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN
Het symbool geeft aan dat de instructies van de handleiding aandachtig gelezen moeten
worden.
Het symbool wordt geplaatst naast informatie die belangrijk is voor de veiligheid van de
personen en het apparaat.
Het symbool wordt aangebracht op enkele onderdelen die elementen bevatten die onder
gevaarlijke spanning staan en duidt op het gevaar op elektrische schokken.
Dit symbool is dicht bij de klem voor het aansluiten van een externe equipotentiaalgeleider
aangebracht.
Het symbool bevindt zich naast belangrijke informatie. Lees aandachtig de weergegeven
aanwijzingen en neem de aangegeven handelingen en gedragsregels in acht.
Het symbool wordt geplaatst naast technische informatie en instructies, bestemd voor het
gekwalificeerde personeel belast met de installatie, de inbedrijfstelling, de keuring en de
eventuele werkzaamheden voor buitengewoon onderhoud.
De aanwezigheid van dit symbool geeft aan dat het apparaat, aan het einde van zijn
levensduur, voor terugwinning en recycling moet worden ingeleverd bij
afvalverwerkingsbedrijven, in overeenstemming met de regelgeving van kracht in het land
van installatie. Neem voor de verwijdering contact op met gespecialiseerde centra.
5
3 VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN EN -INSTRUCTIES
De onderstaande waarschuwingen en instructies bevatten belangrijke informatie die aandachtig gelezen
moet worden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die veroorzaakt wordt de de niet-naleving van de
veiligheidswaarschuwingen en -instructies.
3.1 Correcte installatie
De vaatwasmachine moet door een erkende technicus geïnstalleerd worden.
Bij de verplaatsing en installatie van de vaatwasser moet altijd gebruik worden gemaakt van de
persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) die het meest geschikt zijn voor de uit te voeren
werkzaamheden.
Een vaatwasmachine die tijdens het transport schade heeft opgelopen, mag niet geïnstalleerd
worden. Neem in geval van twijfel contact op met de verkoper.
Indien de voedingskabel beschadigd is, mag de vaatwasser niet in werking worden gesteld.
De vaatwasser niet installeren in ruimten die worden blootgesteld aan vorst of omgevingen met een
explosiegevaarlijke atmosfeer (ATEX).
Eventuele accessoires mogen alleen geïnstalleerd worden indien goedgekeurd door de fabrikant.
De vaatwasser niet installeren in de nabijheid van apparaten die hoge temperaturen uitstralen (bijv.
gasbranders, kachels en dergelijke) omdat deze schade kunnen veroorzaken.
In het geval de vaatwasser op een verhoogde positie geïnstalleerd wordt, moet ervoor gezorgd
worden dat zowel de steun als de vaatwasser correct bevestigd worden en er geen gevaarlijke
situaties kunnen ontstaan.
De elektrische veiligheid wordt alleen gewaarborgd wanneer de vaatwasser is aangesloten op een
aardleiding die voldoet aan de vereisten van de geldende elektrische normen. Laat het systeem in
geval van twijfel controleren door een gekwalificeerde elektricien.
Installeer op de voedingslijn van de vaatwasser, op een gemakkelijk bereikbare plaats, een
stroomonderbreker en een beveiliging tegen overstroom (vermogensschakelaar of zekeringen). Deze
voorziening moet uitsluitend bestemd zijn voor de vaatwasser en overeenkomen met diens nominale
elektrische kenmerken.
Sluit de vaatwasser niet aan op het elektriciteitsnet door middel van adapters of verlengsnoeren
omdat die de noodzakelijke veiligheid niet garanderen.
Wanneer de vaatwasser op het elektriciteitsnet wordt aangesloten met een stekker, moet deze van
hetzelfde type zijn als het stopcontact, geschikt voor de elektrische kenmerken van het apparaat en
voldoen aan de plaatselijk geldende regelgeving voor elektrische installaties.De stekker moet na de
installatie gemakkelijk bereikt kunnen worden.
Gebruik voor de aansluiting op het waternet alleen nieuwe slangen. Gebruik geen oude slangen of
slangen verkregen van eerdere installaties.
De aansluiting op de afvoer moet voldoen aan de van kracht zijnde nationale regelgeving. Een
onjuiste aansluiting kan retourwater en in sommige gevallen verontreiniging veroorzaken.
6
3.2 Veilig gebruik
Het met het gebruik van de vaatwasser belaste personeel moet naar behoren opgeleid en
geïnstrueerd worden.
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik door minderjarigen of personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, zonder de nodige ervaring en kennis. Het gebruik
van het apparaat is voor deze personen alleen toegestaan wanneer ze onder toezicht staan van een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat de deur van de vaatwasser niet open. Gevaar op struikelen of letsel door de hoeken van de deur.
Niet op de geopende deur gaan zitten of leunen. De machine zou kunnen kantelen of schade kunnen
oplopen.
Het water in de vaatwasser is niet drinkbaar.
Gebruik de vaatwasser niet voor het wassen of weken van levensmiddelen.
Gebruik het water in de vaatwasser niet voor het ontdooien van levensmiddelen, ook niet wanneer
deze in hermetische containers verpakt zijn.
Let tijdens het gebruik van de vaatwasser goed op voor de hoge temperatuur die het vaatwerk aan
het einde van een wascyclus bereikt.
De messen en ander scherp keukengerei moet in de mand worden geplaatst, met de punt naar
beneden of horizontaal, en mogen niet uit de mand steken.
De vaatwasser is alleen bestemd voor gebruik met water en reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor
het wassen in een professionele vaatwasmachine. Het gebruik van andere producten kan zowel het
vaatwerk als de machine beschadigen.
De vaatwasser niet laten werken met organische oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen. In de
vaatwasser geen vaatwerk plaatsen dat bevuild is met as, was of verf.
Neem bij de hantering van de reinigingsmiddelen strikt de aanwijzingen van de fabrikant van het
middel in acht.
Houd de veiligheidsinformatiebladen van de reinigingsmiddelen altijd onder handbereik, opdat ze,
wanneer nodig, eenvoudig kunnen worden geraadpleegd door de bediener.
Het inslikken of inademen van de reinigingsmiddelen kan ernstig letsel van de neus, mond en keel
veroorzaken. Wanneer er reinigingsmiddel wordt ingeademd of ingeslikt, moet onmiddellijk een
arts geraadpleegd worden.
7
3.3 Correct onderhoud
De machine mag niet worden gereinigd met een waterstraal, een hogedruk- of een
stoomreiniger.
Voorafgaand aan de onderhoudswerkzaamheden van het apparaat moet de vaatwasser worden
losgekoppeld van het elektriciteitsnet. Het, ook per ongeluk, aanraken van de onder spanning
staande elektrische onderdelen kan zeer gevaarlijk zijn.
De behuizing van de vaatwasser mag nooit geopend worden. Gevaar voor elektrische schokken. De
toegang tot de interne delen van de vaatwasser is voorbehouden aan de gekwalificeerde technicus.
De vaatwasser mag alleen gerepareerd worden door de erkende technische servicedienst. Niet-
correct uitgevoerde reparaties kunnen schade of gevaren voor de bediener veroorzaken.
Het is niet toegestaan om op enige wijze de elektrische circuits of de mechanische structuur van de
machine te wijzigen. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid en draagt geen schuld voor
schade die veroorzaakt wordt door andere dan de toegestane handelingen.
Vervang eventuele defecte of beschadigde delen alleen met originele reserveonderdelen. De
fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af en draagt geen schuld voor schade die veroorzaakt wordt
door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
Om enig risico te voorkomen, moet de vervanging van de voedingskabel, wanneer noodzakelijk,
worden uitgevoerd door de fabrikant of door een erkend servicecentrum, in overeenstemming met
de kenmerken vermeld op het bij de machine geleverde elektrische schema
8
4 KENMERKEN VAN HET PRODUCT
4.1 Grootte en afmetingen voor installatie (onder werkblad)
4.2 Grootte en afmetingen voor installatie (verhoogde modellen)
R
C
Q
E
P
S
T
ONDERPANEEL ACHTERKANT
VULSLANG
QUIPOTENTIAALKLEM
ELEKTRISCHE VOEDINGSKABEL
PERISTALTISCHE SLANGEN
AFVOERSLANG
INGANG VOEDINGSKABEL EXTERNE DOSEERUNIT
10
-
4.3 Technische kenmerken
Energievoorziening - Zie het
Druk voedingswater
Temperatuur voedingswater
-
Gebruik - Intern
Max hoogte van gebruik m 2000
Temperatuur gebruiksomgeving °C 10 - 35
Relatieve vochtigheid 80% voor
typeplaatje en het
bij de machine
temperaturen tot
25 °C met lineaire
vermindering tot
temperatuur van
geleverde
elektrische
schema
50% bij een
35 °C
Hardheid voedingswater (modellen met waterontharder) °f ≤ 60
Hardheid voedingswater (modellen zonder waterontharder) °f ≤ 15
Stroomdebiet water (modellen met pomp spoeling) L/min min 6
Stroomdebiet water (modellen zonder pomp spoeling) L/min min 12
Buisverbinding toevoerpijp - met schroefdraad
Minimale diameter afvoer mm 25
Hoogte van de afvoer (vanaf het steunvlak van de machine) mm max 600
Waterverbruik voor spoelcyclus L 3.2
Capaciteit boiler L 6
Capaciteit compartiment L 11
Geluidsniveau LpA < 60 dB(A)
Beschermingsgraad IPX 4
Netto gewicht kg ˜ 60/85
Type voedingskabel ◄HAR►H07RN-F
3/4 “
11
5 VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT VOOR HET GEBRUIK
Breng de vaatwasser naar de plaats van installatie, verwijder de verpakking, controleer de intactheid van
het apparaat en de onderdelen; in geval van schade moet dit schriftelijk gemeld worden aan de
vervoerder. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, piepschuim, spijkers, enz.) is een mogelijke bron van
gevaar en mag niet binnen het bereik van kinderen en huisdieren bewaard worden. Alle voor de
verpakking gebruikte materialen zijn milieuvriendelijk. Deze kunnen zonder gevaar bewaard worden of
verwijderd worden via een speciaal centrum voor afvalverwerking. De plastic materialen die eventueel
gerecycled kunnen worden, zijn als volgt gemarkeerd:
PE - polyethyleen: externe verpakkingsfolie, zakje instructies, beschermende zakjes.
PP - polypropyleen: verpakkingsband voor het sluiten van de verpakking.
PS - polystyreenschuim: hoekbeschermingen, deksel verpakking.
De materialen hout en karton kunnen volgens de plaatselijke voorschriften verwijderd worden.
Alle in dit deel beschreven handelingen moeten worden uitgevoerd en/of gecontroleerd door
het gekwalificeerde personeel dat belast is met de installatie en de eerste inbedrijfstelling
van de vaatwasser.
5.1 Plaatsing en installatie
Plaats de vaatwasser op de gewenste plek en verwijder de beschermende folie. Nivelleer de vaatwasser
(met behulp van een waterpas) door middel van de vier verstelbare pootjes, om zo de stabiliteit van het
apparaat te waarborgen. In het geval de vaatwasser op een verhoogde positie geïnstalleerd wordt, moet
ervoor gezorgd worden dat zowel de steun als de vaatwasser correct bevestigd worden en er geen
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
De systemen en de ruimten waarin de vaatwasser geïnstalleerd wordt, moeten voldoen aan
de van kracht zijnde voorschriften.
In het geval de vaatwasser grenzend aan een ander apparaat geïnstalleerd wordt, moeten
ook de voorschriften van de fabrikant van het andere apparaat gecontroleerd worden..
De fabrikant moet voorafgaand toestemming verlenen voor andere dan de voorziene
installatie.
In de zone rond de vaatwasser moet uitsluitend meubilair voor een professioneel gebruik
gebruikt worden. Andere soorten meubilair kunnen beschadigd raken.
12
13
5.2 Aansluiting op de waterleiding
Controleer of de druk, het debiet en de temperatuur van het voedingswater overeenkomen met de
technische gegevens van de vaatwasser. Indien de dynamische druk hoger is dan
vermeld staat onder de technische gegevens, moet een drukreduceerventiel
geïnstalleerd worden. In geval de druk lager is zou het, voor het waarborgen van
optimale prestaties, noodzakelijk kunnen zijn om een speciale hulppomp te
installeren. Sluit de watertoevoerleiding aan op een kraan met een
schroefdraadaansluiting ¾” gas en plaats er het meegeleverde filter “A” tussen. De
kraan moet na de installatie gemakkelijk bereikbaar zijn.
Gebruik voor de aansluiting op het waternet alleen nieuwe slangen. Gebruik geen oude
slangen of slangen verkregen van eerdere installaties.
In geval de watervoorziening langdurig inactief is gebleven of er zijn ingrepen op uitgevoerd,
moet, vóór het aansluiten van de voedingsleidingen van het apparaat, de lucht en de
onzuiverheden vanuit de leidingen verwijderd worden door het water te laten stromen.
5.3 Aansluitingen op de afvoer
De vaatwasser is voorzien van een afvoerpomp en is voorbereid voor de afvoer naar zowel de muur als de
vloer. Voordat de pijp wordt aangesloten, moet gecontroleerd worden of de doorsnede en de hoogte van
de muurafvoer in overeenstemming zijn met de technische kenmerken van de vaatwasser. Let bij het
aansluiten van de afvoerpijp van de vaatwasser op dat er geen knikken, scherpe bochten of kneuzingen
ontstaan. Aangezien het afgevoerde water hoge temperaturen kan bereiken, moet het uiteinde van de
afvoerpijp met de meegeleverde klemmen op de afvoeraansluiting bevestigd worden.
De aansluiting op de afvoer moet voldoen aan de van kracht zijnde nationale regelgeving.
Een onjuiste aansluiting kan retourwater en in sommige gevallen verontreiniging
veroorzaken.
Er mogen geen verlengingen van de met de machine geleverde afvoerpijp tot stand worden
gebracht. Eventuele verlengingen kunnen problemen met betrekking tot de afvoer
veroorzaken.
14
5.4 Aansluiting op het elektriciteitsnet
De elektrische aansluiting van de vaatwasser moet worden toevertrouwd aan gemachtigd en
gekwalificeerd personeel, in overeenstemming met de geldende normen. Neem bovendien de met de
machine geleverde technische voorschriften voor de aansluiting in acht. De nominale elektrische
kenmerken van de vaatwasser staan vermeld op het typeplaatje van het apparaat. Op de voedingslijn van
de vaatwasser moet, op een gemakkelijk bereikbare plaats, een stroomonderbreker worden geïnstalleerd,
met een contactopeningswijdte voor de overspanningsklasse II, en een beveiliging tegen overstroom
(vermogensschakelaar of zekeringen). De voorzieningen moeten uitsluitend bestemd zijn voor de
vaatwasser en overeenkomen met diens nominale elektrische kenmerken. Voorafgaand aan de
inbedrijfstelling van de vaatwasser moeten de veiligheidsvoorzieningen onderworpen worden aan een
functionele test. Wanneer de vaatwasser op het elektriciteitsnet wordt aangesloten met een stekker, moet
deze van hetzelfde type zijn als het stopcontact, geschikt voor de elektrische kenmerken van het apparaat
en voldoen aan de plaatselijk geldende regelgeving. De stekker moet na de installatie gemakkelijk bereikt
kunnen worden.
De elektrische veiligheid wordt alleen gewaarborgd wanneer de vaatwasser is aangesloten
op een aardleiding die voldoet aan de vereisten van de geldende elektrische normen. Laat
het systeem in geval van twijfel controleren door een gekwalificeerde elektricien.
Sluit de vaatwasser niet aan op het elektriciteitsnet door middel van adapters of
verlengsnoeren omdat die gevaarlijke oververhitting kunnen veroorzaken.
Sluit het apparaat aan op de potentiaalvereffening van het systeem. De aansluitklem voor de
aansluiting op de potentiaalvereffening bevindt zich onderaan op de achterzijde van de
machine en is gemarkeerd met het symbool .
De vaatwasser kan alleen verstoken worden van spanning door middel van de
stroomonderbreker of, in geval van machines met een stekker, door de stekker uit het
stopcontact te verwijderen.
15
6 EERSTE INWERKINGSTELLING
6.1 Eerste inwerkingstelling
Vóór de ingebruikneming moet de werking van het elektrische beveiligingssysteem worden getest.
De installatie moet worden uitgevoerd en/of gecontroleerd door gekwalificeerd personeel dat voor de
eerste inwerkingstelling en de instructies met betrekking tot de werking van de vaatwasser zal zorgen.
6.2 Klaarmaken voor het gebruik (belangrijk)
Alle modellen zijn uitgerust met de glansmiddeldoseerunit terwijl slechts enkele modellen
uitgerust zijn met de vaatwasmiddeldoseerunit.
Bij aanwezigheid van beide doseerunits moet u de externe vaatwas- en glansmiddeltanks aanbrengen en
er de respectievelijke aanzuigslangen, die u aan de achterkant van de machine vindt, van in steken. Rode
slang: vaatwasmiddel, blauwe slang: glansmiddel.
Voordat u de slangen in de tanks steekt moet u op de uiteinden ervan het gewicht
(noodzakelijk voor het handhaven van het aanzuigen vanaf de bodem van de tank)
en het filter aanbrengen, zoals afgebeeld in de figuur. Indien de
vaatwasmiddeldoseerunit niet reeds is gemonteerd kunt u hem later installeren
door de bijbehorende KIT te bestellen.
BELANGRIJK:
Bij iedere wijziging van het type vaatwasmiddel of glansmiddel is het ABSOLUUT NOODZAKELIJK dat u
de peristaltische pompen doorspoelt door de externe aanzuigbuisjes een paar cycli lang onder water te
dompelen.
Gebruik in ieder geval uitsluitende specifieke producten voor gebruik in professionele vaatwassers.
Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen zal de garantie op het hydraulische circuit van de machine
doen vervallen.
Vervanging van de interne buis van het afwasmiddel- en glansspoelmiddel peristaltische pompen
wordt aangeraden elke 12 maanden of 15.000 was cycli, door de After-Sales Service.
6.3 Gebruik van de waterontharder (alleen modellen met onthardingsinstallatie)
De hoeveelheid kalk die het water bevat (hardheidsgraad van het water) is
verantwoordelijk voor de witte vlekken op de droge vaat, welke in de loop der tijd mat
zal worden. De vaatwasser is uitgerust met een automatische ontharder die met
gebruikmaking van het specifiek hiervoor bestemde regeneratiezout de hardheidelementen uit het water onttrekt.
Bij het eerste gebruik van de machine moet u, afgezien van het zout, ook een liter
water in de tank gieten. Na iedere vulling van de tank moet u zich ervan verzekeren
dat de dop goed wordt afgesloten. De water en vaatwasmiddeloplossing mag niet in
de zouttank vloeien daar dit de werking van de regeneratie-inrichting nadelig zou
beïnvloeden. Dit zal de geldigheid van de garantie doen vervallen.
16
7 BEDIENINGSPANEEL
On/off drukknop
Drukknop programmaselectie
Drukknop start BEVESTIGING/PAUZE
Drukknop volledige lediging (kuip en boiler)
Drukknop selectie extra functiesL1 Controlelampje netvoeding L2 Controlelampje vaatwasser in werking, cyclus bezig, FILL bezig…. (blauw), gereed (groen)
met storing (rood)
L3 Controlelampje afvoer geactiveerd
Symbool ontbreken glansmiddel (indien een extern detectiesysteem van de vaatwasser is
voorzien)
Symbool werking kuipelement
Symbool ontbreken zout (alleen bij aanwezigheid onthardingsinstallatie)
Symbool werking boilerelement
Symbool ontbreken vaatwasmiddel (indien een extern detectiesysteem van de vaatwasser
is voorzien)
Controlelampje L2
Groen licht: vaatwasser gereed
Blauw licht: vaatwasser in werking (bezig met wassen, bezig met vullen (FILL)….)
Rood licht: signalering storing tijdens de werking
De instructies verwijzen naar zowel de onderbouw- als de kapmodellen, en in bepaalde delen van de
handleidingen kunt u daarom handelingen vinden die verwijzen naar zowel het ene als het andere type,
afhankelijk van het aangeschafte model (bv. open de deur/hef de kap op….).
17
Bij het inschakelen van de display van het elektrisch
paneel verschijnt het type vaatwasser (PRF 400, PRF 500,
CAPOTE…….), gevolgd door de geïnstalleerde firmware- en
herzieningsversie.
Wanneer u bij een onder spanning staande vaatwasser de
on/off drukknop indrukt, verschijnt rechtstreeks de
geïnstalleerde firmware- en herzieningsversie.
7.1 SET-UP (alleen bevoegd personeel)
Set-up
Tijdens de eerste inwerkingstelling moet u de volgende functies/parameters instellen of
regelen:
Procedura di modifica dei parametri macchina
Bij een lege kuip
1- Schakel de machine in, op de display verschijnt “FILL” en de
vulfase start.
2- Open de deur/hef de kap op (afhankelijk van het model). Op
de display verschijnt “CLOSE”.
3- Houd de toets 5/7 seconden ingedrukt. Bij het
verschijnen van ------ op de display moet u de toets loslaten en
wederom indrukken om het hoofdmenu voor de
configuratie van de elektronische kaart te openen.
Bij een volle kuip en open deur/kap
1- Houd de toets 5/7 seconden ingedrukt. Bij het
verschijnen van ------ op de display moet u de toets loslaten en
wederom indrukken om het hoofdmenu voor de
configuratie van de elektronische kaart te openen.
Op dit punt kunt u alle aanpasbare parameters weergeven door herhaaldelijk de toets in te drukken.
Druk op de toets om voor iedere parameter de gewenste waarde te kiezen.
Om de gewenste waarde te bevestigen volstaat het om het menu te verlaten of verder te gaan naar de
volgende parameter door het indrukken van .
Automatische afsluiting van het set-up-menu: wacht ongeveer 3 minuten zonder de bedieningen te
gebruiken.
Handmatige afsluiting van het set-up-menu: houd ON/OFF ingedrukt tot de beep, de vaatwasser gaat uit.
18
7.2Aanpasbare parameters i
De afbeeldingen dienen ter indicatie. De beschikbare minimum- en maximumtemperaturen
zijn afhankelijk van het model (glazenwasser, bordenwasser, onderbouw, kap….).
Spoeltemperatuur
(boilertemperatuur)
Wastemperatuur
(kuiptemperatuur)
Let op: de op de display aangegeven temperaturen van de kuip en de boiler kunnen enkele graden
afwijken van de werkelijke temperaturen, vooral in de overgangsfasen (vlak na beëindiging van het
vullen (FILL), na het eind van de cyclus, enz.) vanwege de thermische inertie van de meetsondes.
Indien ingesteld op “on” zal de cyclus starten bij de sluiting
van de kap/deur.
Indien ingesteld op “off” zal de cyclus starten na de
bevestiging met de start drukknop .
g/l.
19
Hardheid
Hardheid
Rigenerazione disattivata
H00 150 8,5 15 H01 200 11 20 H02
300 17 30 * H03
400 22,5
40
H04 500 28 50 H05
Regeling regeneratiefrequentie (modellen met onthardingsinstallatie)
* Defaultwaarde: H03; wijzig de parameter afhankelijk van de hardheid van het leidingwater.
Al primo utilizzo è necessario riempire d’acqua il serbatoio del sale, in seguito è sufficiente il rifornimento di
apposito sale rigenerante quando necessario.
Tabel instelling hardheid leidingwater
Ppm-
mg/l
°d Duitse
graden
°f Franse
graden
Niveau
regeling
Bij waarden van meer dan 60°dF moet u een externe
inrichting voor de behandeling van het water gebruiken en
moet de regeneratiefrequentie worden ingesteld op H00.
600 33,5 60 H06
Belangrijk:
Tijdens de normale werking zal de vaatwasser tegelijk met de regeneratiefasen enkele wascycli
uitvoeren, gedurende welke (5-6 cycli) het vulwater niet wordt behandeld. Dit zal de kwaliteit van het
wassen echter niet beïnvloeden.
Extra spoelen
Spoelen is 10 sconden langer dan de standaard in elke was
cyclus.
On: ingeschakeld – OFF: uitgeschakeld.
“Schoon water” cyclus
Met de activering van deze optie wordt al het water in de
kuip afgevoerd die daarna bij iedere wascyclus weer met
schoon water wordt gevuld. De duur van deze procedure
hangt af van de temperatuur van het vulwater.
N.b.: het langdurige gebruik van deze optie kan leiden tot
On: ingeschakeld – OFF: uitgeschakeld.
een hoger vaatwasmiddel- en glansmiddelverbruik.
20
Thermostop
Ingesteld op “on” = minimale spoeltemperatuur zoals ingesteld
(zie boven, boilertemperatuur), zal de nominale duur van de cyclus,
ongeacht de temperatuur van het vulwater, enkele seconden
langer kunnen duren.
Ingesteld op “off” = de minimale spoeltemperatuur zal
enkele graden lager kunnen zijn dan de ingestelde
temperatuur wanneer u geen warm vulwater gebruikt.
Bij een deactivering van de thermostop wordt de °t van het spoelen niet meer gecontroleerd
en zal de gebruiker moeten opletten dat de correcte minimale °t voor de kuip en boiler worden
gehandhaafd. Wij bevelen vooral aan om de temperatuur van het vulwater te controleren;
Zie ook de paragraaf “storingen” - onder: onvoldoende wassen/drogen / schuim in de kuip: herstel °t
Stop ON en/of de machine aansluiten op warm water
Vullen (FILL) snel vullen (FST) of economisch vullen (ECO
Snelle start (FST): om de machine in kortere tijd ten
opzichte van de standaardtijd te starten; leidt tot een hoger
watergebruik bij het eerste starten.
Eco-start (ECO): start volgens de standaardtijd van de
machine, zonder extra verspilling van water.
On: ingeschakeld – OFF: uitgeschakeld.
Teller aantal uitgevoerde cyclussen
Toont het totaal van de door de vaatwasser uitgevoerde
cyclussen, vanaf het moment van installatie ervan.
Behoudens een herprogrammering van de software kan
deze parameter niet worden gewijzigd of op nul gezet.
Personalisering tijdsduur USER-programma. (optioneel, alleen indien voorzien)
Uitsluitend het USER.-programmakan worden aangepast.
Bij het verschijnen, tijdens het doorbladeren van de set-up-
parameters, van USER.P1, P2….., gevolgd door twee
streepjes (bv. P2--), moet u herhaaldelijk de toets P
indrukken tot USER verschijnt, gevolgd door de duur
Service-instelling (alleen voor gekwalificeerde servicedienst)
Zie de informatie op Smegtech
7.3 Activering peristaltische pompen - snelle vulling vaatwasmiddel- en
glansmiddeldoseringscircuit.
Uitvoeren na de parameterwijzingsprocedure beschreven in de voorgaande paragraaf.
Houd, bij een onder spanning staande vaatwasser met volle
kuip de on/off drukknop enkele seconden lang ingedrukt
tot het verschijnen van ------- op de display, waarna u hem
moet loslaten en weer snel, binnen 0,5 seconden moet
indrukken.
De peristaltische pompen zullen blijven functioneren tot u
wederom dezelfde drukknop indrukt, de controlelampjes
met het glans- en vaatwasmiddelsymbool zullen tijdens de
volledige duur van de activering blijven branden; houd er
rekening mee dat de peristaltische pomp van het
glansmiddel het circuit in circa 7 minuten zal vullen, voor het
vaatwasmiddel volstaan 2 minuten. Laat daarom de eerste 5
minuten alleen glansmiddel en de laatste 2 minuten ook
vaatwasmiddel uit de tank (1 vaatwasmiddel en glansmiddel)
halen.
Tijdens de set-up handelingen kan op sommige modellen het bericht “door” verschijnen
(zelfdiagnose van de elektronische printplaat op de sluiting van de vaatwasser). Open en
sluit de vaatwasser om het bericht te resetten. Wendt u zich tot de Technische
servicedienst als het bericht niet verdwijnt.
22
8 OP DE (TECHNISCHE) DISPLAY WEERGEGEVEN STORINGEN
De vaatwasser kan een reeks van storingen signaleren en weergeven op de display. Indien, na de machine
te hebben uit- en weer ingeschakeld, het probleem niet is opgelost, moet u als volgt te werk gaan:
Er 04
Er 05
Storing van de
temperatuursonde in de tank
Storing tijdens het vullen van
de tank met water
Temperatuursonde van de tank losgeraakt of niet werkend.
-Lekkage van de buis welke is aangesloten met de luchtbuffer in
de afvoer, als het probleem niet opgelost is, treedt het op tijdens
het werk programma.
- De tank was niet gevuld in de verwachte tijd: controleer de
waterkraan, de dynamische voeding druk, schoonheid van de
inlaat waterfilter, schoonheid van de sproeiers, eventuele schade
van het water vulslang. Als het probleem nog steeds optreedt
tijdens de "FILL":
- Tank level sensor beschadigd (detecteert altijd "leeg":
controleer of de tank veiligheid drukschakelaar begint te
werken).
- Lekkage van de buis verbonden met de lucht val; als het
probleem niet is opgelost, het gebeurt tijdens het
werkprogramma.
- Ontluchtingsklep van de draineerbuis verstopt met vuil: met
hevelwerking, de tank loopt geheel leeg aan het einde van een
wasprogramma.
Er 06
Er 23
Storing tijdens het
wegpompen van het water
De boilertemperatuur stijgt
niet volgens de verwachting
Controleer:
-filter schoonheid; obstructies, buigen en het versmallen van de
afvoerleiding.
-mogelijke belemmeringen van de afvoerpomp (geblokkeerd
met vuič).
In het geval dat het probleem niet wordt opgelost, neem dan
contact op met de After-Sales Service.
Het probleem zou zich ook kunnen voordoen wanneer er water
in de kuip blijft stromen (de oorzaken zijn diezelfden die “Er 05”
veroorzaken – zie hierboven). Indien het probleem aanhoudt,
achtereenvolgend het volgende controleren: - defect boilerelement. - defect omschakelaar, - open op de
veiligheidsthermostaat van de boiler, - sonde boilertemperatuur
defect of slecht gepositioneerd, - relais moederkaart defect.
Belangrijk: bij een beschadiging van het boiler-element zou de
oorzaak een werking zonder water in de boiler kunnen zijn; de
pressostaat blijft op vol ook als de boiler leeg is: controleren en
eventueel de luchtval van de boiler en/of betreffende
pressostaat vervangen.
23
Er 24
Storing temperatuursonde
boiler
Storing tijdens het vullen van
de boiler met water
Er 25
Storing leegmaken boiler - controleer de schoonheid van de sproeiers
Er 26
Storing leegmaken boiler - bij
een volle kuip
Er 27
Of aanwezigheid boiler vol op
modellen zonder spoelpomp
Temperatuursonde van de boiler losgeraakt of niet werkend
De boiler was niet gevuld in de verwachte tijd: controleer de
waterkraan, de dynamische toevoer druk, schoonheid van de
toevoer waterfilter, eventuele schade aan de water vulslang, of
controleer het volgende in deze volgorde:
- lekkage of los raken van de buis (water loopt binnenin de buis)
- niet werkende spoel pomp (indien aanwezig)
Als dit gebeurt in modellen zonder spoelpomp, de boiler
drukschakelaar wordt verkeerd herkend: controleer de
instellingen in het servicemenu bij invoer "rP"
“rp”=on voor modellen met spoelpomp
“rp”=off voor modellen zonder spoelpomp
24
9 INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
Bedienigspaneel
On/off drukknop
Drukknop programmaselectie
Drukknop start BEVESTIGING/PAUZE
Drukknop volledige lediging (kuip en boiler)
Drukknop selectie extra functies:
L1 Controlelampje netvoeding
L2 Controlelampje vaatwasser in werking, cyclus bezig, FILL bezig…. (blauw), gereed (groen)
met storing (rood)
L3 Controlelampje afvoer geactiveerd
Symbool ontbreken glansmiddel (indien een extern detectiesysteem van de vaatwasser is
voorzien)
Symbool werking kuipelement
Symbool ontbreken zout (alleen bij aanwezigheid onthardingsinstallatie)
Symbool werking boilerelement
Symbool ontbreken vaatwasmiddel (indien een extern detectiesysteem van de vaatwasser
is voorzien)
Controlelampje L2
Groen licht: vaatwasser gereed
Blauw licht: vaatwasser in werking (bezig met wassen, bezig met vullen (FILL)….)
Rood licht: signalering storing tijdens de werking
De instructies verwijzen naar zowel de onderbouw- als de kapmodellen, en in bepaalde delen van de
handleidingen kunt u daarom handelingen vinden die verwijzen naar zowel het ene als het andere type,
afhankelijk van het aangeschafte model (bv. open de deur/hef de kap op….).
25
9.1 Vóór het wassen
Uitsluitend vaatwas- en glansmiddelen voor industriële vaatwassers gebruiken. Geen
afwasmiddelen bestemd voor de handafwas gebruiken.
Wij bevelen het gebruik aan van Smegproducten die speciaal voor deze vaatwasser zijn
ontwikkeld.
Tijdens het bijvullen van de tanks moet u er goed voor opletten dat u de producten niet
verwisselt, dit zou tot storingen en schade aan de vaatwasser kunnen leiden.
Meng geen verschillende vaatwasmiddelen, dit zou de doseerunit beschadigen. Het niet in acht nemen
van deze aanwijzingen zal de garantie op het hydraulische circuit van de machine doen vervallen.
Vaatwasmiddelen voor industriële vaatwassers kunnen ernstige irritaties veroorzaken. Houdt u zich
zorgvuldig aan de aanwijzingen van de vaatwasmiddelfabrikant op de verpakking.
Controles
Controleer het
leidingwater:
open de kraan
van het
waterleidingnet
(apparaat).
Controleer het
niveau van het
vaatwas- en
glansmiddel in de
tanks.
Controleer of er
regeneratiezout in
de speciale bak is
(indien aanwezig).
Controleer de
correcte positie van
de filters, de
draairichting van de
sproeiers, op de
afwezigheid van
vreemde
voorwerpen in de
vaatwasser.
Schakel de
hoofdschakelaar
(apparaat) in.
Op de display
verschijnen de
decimale
punten van de
twee cijfers.
26
9.2 Eerste dagelijkse gebruik (kuip en boiler leeg)
Bij gesloten deur/kap:
Druk op en handhaaf de druk.
De display toont de geïnstalleerde firmware- en
herzieningsversie, en vervolgens de temperatuur van de
kuip en boiler.
FILL verschijnt en de temperatuur van het water in de
boiler.
Het symbool van het boilerelement blijft branden tot
het verwarmen is voltooid. Nadat het water in de boiler is
verwarmd start het vullen van de kuip.
Wacht tot P1-END verschijnt en het controlelampje L2 van blauw
in groen verandert. Indien de verwarming van het water in de
kuip nodig is zal het branden tot de voorziene temperatuur is
bereikt. De duur van deze fase kan variëren afhankelijk van de
temperatuur van het leidingwater en de éénfase-aansluiting
(indien mogelijk, afhankelijk van het model).
Druk kort op de drukknop om kortstondig de
kuiptemperatuur (L) en de boilertemperatuur (R) weer te
geven.
Laad de vaat in de vaatwasser
Sluit de deur/laat de kap zakken; de cyclus zal starten.
1- Selecteer het gewenste programma met drukknop .
Alleen indien Autostart op OFF staat:
2- Bevestig de start van het programma door drukknop
1 seconde lang ingedrukt te houden (het controlelampje L2
verandert van groen in blauw).
27
Lopende cyclus, de voortgang van de cyclus wordt
weergegeven met het achteropeenvolgend gaan branden
van verticale streepjes.
Op het eind van het programma knippert “END”.
Verwijder de vaat.
Bij het sluiten van de kap wordt het laatst uitgevoerde programma weer voorgesteld.
9.3 Bijzondere situaties
Opening van de deur.
Bij het openen van de kap zal "CLOSE" knipperen en wordt
het programma afgebroken, wanneer u hem weer sluit
moet u het starten van het programma bevestigen door
1 seconde lang ingedrukt te houden (het controlelampje L2
verandert van groen in rood).
Onderbreking van de stroomvoorziening.
Bij een onderbreking van de elektrische stroomvoorziening
tijdens een lopende cyclus stopt het programma om na het
herstel van de stroomvoorziening automatisch weer vanaf het begin te starten.
28
9.4 Een programma wijzigen
Indien het programma reeds is gestart kunt u het
onderbreken door langdurig in te drukken.
Of indrukken om het programma te wijzigen.
Bevestig de start van het programma met drukknop
en houd hem 1 seconde lang ingedrukt (het
controlelampje L2 wordt weer blauw).
Opmerking:
Tijdens de opwarmfasen van het water in de boiler en de kuip kunnen op de display de symbolen van het
kuipelement en het boilerelement verschijnen.
Het opwarmen van de kuip begint pas nadat de boiler is opgewarmd.
Sensor aanwezigheid filter (alleen op bepaalde modellen)
Op het filter is een sensor voorzien die controleert of het filter zelf goed is gemonteerd: bij een foute
positie verschijnt op de display de tekst “FiLTER”.
29
10 KEUZE VAN HET PROGRAMMA
Wanneer langs de beschikbare programma’s gelopen wordt, worden eerst het nummer (P1, P2, .... enz.) en
de duur van het programma en vervolgens afwisselend de was- en spoeltemperatuur weergegeven.
PROGRAMMA TYPE BEVUILING DUUR (*)
GLASS M (medium)
(GLAZEN-middellang)
GLASS L (long)
(GLAZEN lang)
DISHES Short
(SERVIES kort)
DISHES L (long)
(SERVIES lang)
POTS (PANNEN) P5 Pannen 4 min 10s
USER PR
(Gepersonaliseerd
programma gebruiker)
(*) De bovenstaand aangegeven duur van de cycli wordt gegarandeerd wanneer de temperatuur van het
vulwater overeenstemt met de temperatuur die is aangegeven en aanbevolen in de tabel “TECHNISCHE
SPECIFICATIES” en verwijst hoe dan ook naar de eerste uitgevoerde cyclus. In het geval van herhaalde cycli
kunnen de gebruiksomstandigheden van installatie tot installatie veranderen. Bij een vulling met koud
water zal de duur van de cycli langer kunnen zijn, afhankelijk van de temperatuur van het vulwater en de
instelling van de “thermostop”.
P1 Normaal vuile glazen 1 min 20s
P2 Zeer vuile glazen 2 min 10s
P3 Weinig vuile borden 2 min
P4 Zeer vuile borden 3 min
P6 Aanpasbaar (lees “Informatie voor de set-up”). 1- 10 min
Onderbreking van de stroomtoevoer.
Wanneer tijdens het herstel van de stroomtoevoer de vaatwasser open staat, zal op de
display “°t” verschijnen en blijft de weerstand uitgeschakeld als beveiliging voor de gebruiker
en om het gevaar van brandwonden te vermijden.
Sluit de vaatwasser weer om het verwarmen van het water in de kuip te hervatten.
DE NAAM VAN HET PROGRAMMA OP HET DISPLAY ACTIVEREN/DEACTIVEREN
Op het display worden standaard het nummer P1, P2, P3, en de duur van het programma en vervolgens
afwisselend de was- en spoeltemperatuur weergegeven. Het is ook mogelijk om de weergave van de naam
van het programma te activeren. In dit geval zullen op het display eerst de naam van het programma en op
het volgende scherm het volgnummer en de duur, bijv. Glass (Glazen) >>> P1 1:10 ervan worden
weergegeven.
De procedure moet worden verricht bij uitgeschakelde maar aangesloten machine.
Houd start/pauze > ingedrukt
Laat start/pauze los en druk deze toets onmiddellijk weer in wanneer verticale strepen ||||| op het
display worden weergegeven.
De procedure is afgerond. De machine produceert geen geluidssignalen of berichten.
Bij de herinschakeling van de machine kan worden nagegaan of de procedure correct is afgerond.
30
11 MANDEN MEEGELEVERD
De vorm en het materiaal van de manden die bij de vaatwasser meegeleverd worden zijn afhankelijk van
het gekochte model. Extra manden kunnen worden gekocht via de After-Sales Service. De volgende
beelden zijn indicatief.
Glazen. Plaats de glazen naar beneden gericht.
Po Bestek
Gebruik de speciale mand.
Plaats het bestek
willekeurig, bij voorkeur
met het handvat naar
beneden, met de nodige
voorzichtigheid om
verwondingen te
voorkomen veroorzaak
door tanden van vorken
en bladen van de messen.
31
12 ONDERHOUD EN REINIGING
Hoewel geen specifieke onderhoudsprogramma's noodzakelijk zijn, raden wij aan de vaatwasser tweemaal
per jaar door een gespecialiseerde monteur te laten controleren.
Om altijd van optimale prestaties verzekerd te zijn, bevelen wij aan om ten minste eenmaal per jaar bij een
erkende technische servicedienst van SMEG periodiek onderhoud uit te laten voeren.
De verbruiksmaterialen (bijvoorbeeld de slangetjes van de peristaltische pompen) en/of de onderdelen die
aan slijtage onderhevig zijn, moeten worden vervangen door originele onderdelen van SMEG.
N.B.: de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor moedwillige schade of schade veroorzaakt
door onzorgvuldigheid, onachtzaamheid en het niet in acht nemen van voorschriften, instructies en
normen, of door foute aansluitingen, die de garantie zullen doen vervallen.
De vaatwasser voldoet aan de beschermingsgraad IPX4, maar het is verboden om bij het
reinigen rechtstreekse waterstralen te gebruiken.
Verwijder de filters (het volstaat om ze uit hun behuizing op te tillen
zoals aangegeven in de figuur), waarbij u ervoor moet opletten dat er
geen grote resten in het putje onder de filters vallen; verwijder de
resten en spoel ze met veel water schoon; plaats ze vervolgens weer op
correcte wijze terug; gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen.
Verwijder eventuele kalkaanslag om opeenhopingen te voorkomen;
- Laat, indien mogelijk, de kap op een kier wanneer het apparaat
niet wordt gebruikt;
- Reinig de oppervlakken zorgvuldig en frequent met een vochtige
lap; gebruik neutrale, niet schurende producten en zonder
bestanddelen op chloorbasis of producten die het roestvrij staal
zouden aantasten en beschadigen.
Gebruik de bovengenoemde producten evenmin voor het reinigen van de vloer onder of in de buurt van de
vaatwasser, om te voorkomen dat dampen of druppels het roestvrijstalen oppervlak zouden beschadigen.
32
12.1 Reiniging overdag van het filter
Het wordt aanbevolen om bij een uitzonderlijke intensief gebruik het filter tenminste om de 30-40 cycli te
reinigen met behoud van de bedrijfsklare staat van de machine; hiertoe moet u de "gedeeltelijke lediging
van de kuip" uitvoeren (programma “P0”).(TANK UNL).
Houd de drukknop , ingedrukt tot op de display
“TANK UNL” en de duur van 2’ (2 min.) verschijnt.
Bevestig door het indrukken van ; het controlelampje
L2 wordt blauw.
Op het eind van het leegpompen knippert “END” op de
display. De weergave op de display wordt weer “P1”.
Reinig het filter conform de instructies.
Na het reinigen van het filter:
moet u bij de onderbouwmodellen indrukken om het vullen (FILL) te starten.
start, bij de kapmodellen automatisch het vullen (FILL), na het sluiten van de kap.
12.2 Totale afvoer op het eind van de dag
De vaatwasser kan op het eind van de dag een “zelfreiningscyclus" uitvoeren.
Start de volledige afvoer met een druk op de knop
op; het display geeft "UNL" en de duur weer.
De indicator L2 kleurt blauw.
De vaatwasser schakelt aan het einde van de
handelinguit.
Schakel de vaatwasser niet uit indien er nog water in de kuip staat, pomp hem altijd leeg.
33
12.3 Bijvullen van regeneratiezout (voor de modellen uitgerust met een
onthardingsinstallatie)
Waarschuwing: gebruik alleen specifiek zout, gebruik geen kook zeezout.
Zout moet bijgevuld worden wanneer de led aangaat onder het symbool
zoals afgebeeld in de afbeelding links. De zout container heeft een
capaciteit van ongeveer 1 kg gekorreld zout.
Correcte procedure voor het vullen van het regenererende zout:
- start een tank leeg pomp,
- vul het regenererende zout,
- vul de tank (FILL)
- herstart de tank leegpomp
- Verwijder zoutresten van de bodem van de tank, dit kan corrosie/roest
veroorzaken.
De procedure voorkomt dat het waswater in de zout container komt
(mogelijke schade aan de ontkalker) en dat mogelijk zoutrest in de tank
achterblijven( risico op corrosie/roest)
12.4 Periodieke controles van de sproeiers (1 maal per week)
Draai de centrale ring 1 los om de sproeiers voor het wassen en spoelen (onder en boven) te verwijderen;
demonteer de delen van de sproeiers voor het spoelen 3, door de schroeven 2 te verwijderen met een
schroevendraaier zoals aangegeven in de figuur. Schroef de mondstukken niet los. Reinig de gaten en
mondstukken onder een schone straal water, gebruik geen gereedschap dat beschadigingen zou kunnen veroorzaken. Monteer de sproeiers weer zorgvuldig terug.
Reinig de buitenkant van de machine zorgvuldig met een vochtige lap en neutrale zeep en spoel en droog
hem daarna goed af.
12.5 Langdurige stilstand
Indien u voorziet dat u de vaatwasser langere tijd niet gaat gebruiken, moet u de vaatwasmiddel- en
glansmiddeldoseerunits leegmaken om kristallisatie en schade aan de pompen te voorkomen: Verwijder
de aanzuigslangen uit de vaatwasmiddel- en glansmiddeltanks en steek ze in een bak met schoon water,
voer een paar wascycli en een volledige afvoer uit. Schakel tenslotte de hoofdschakelaar uit, sluit de
vulkraan en laat de kap op een kier tot de binnenkant volledig is opgedroogd. De aanzuigslangen voor het
vaatwas- en glansmiddel zullen op het moment van inwerkingstelling weer in de tanks moeten worden
gestoken, waarbij u ervoor moet opletten dat u ze niet verwisselt (rode slang = afwasmiddel; blauwe
slang = glansmiddel).
34
13 PROBLEMEN EN STORINGEN
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK MOGELIJKE OPLOSSING
DE INDICATIE LAMP S1 GAAT
NIET AAN
HET WAS PROGRAMMA START
NIET
SLECHT WAS RESULTAAT
Geen stroom voorziening Controleer stroom voorziening
Het vullen van de vaatwasser
is nog niet voltooid.
Wacht tot FILL op het display
verdwijnt.
Als CLOSE blijft staan met de kap
Het display toont CLOSE
gesloten, neem contact op met de
After-Sales Service.
Verstopte of aangekoekte
sproeigaten.
Verstopt filter
Onvoldoende of onjuiste
afwasmiddel of
glansspoelmiddel.
Demonteer en reinig de sproeiers.
(10.2 Periodieke controles)
Lees “schoonmaken van de filters
overdag”
Controleer wasmiddel en
hoeveelheid.
Versleten of gebroken interne buis
Niet werkend of onvoldoende
resultaat van het afwasmiddel
of glansspoelmiddel: het
wasmiddel of
glansspoelmiddel kan niet van
de desbetreffende containers
worden onttrokken
voor wasmiddel of
glansspoelmiddel van de
peristaltische pomp, deze moet
vervangen worden de After-Sales
Service.
Dit standaard onderhoud wordt
minstens één keer per jaar
aanbevolen voor de correcte
werking van de doseerapparaten.
Slecht geplaatste borden /
glazen.
Plaats borden / glazen correct.
Controleer de getoonde
Lage was temperatuur
temperatuur, als deze lager is dan
50°C neem contact op met de
klantenservice.
Verleng de duur van de was cyclus,
Verkeerd ingestelde cyclus
voornamelijk wanneer de vaat erg
vies is of gedeeltelijk opgedroogd.
Verstopte sproeiers
Boiler aangekoekt met
kalkaanslag
35
- Controleer dat de sproeiers
schoon zijn en dat de
waterverzachter, indien aanwezig,
correct werkt.
ONVOLDOENDE SPOELEN
ONVOLLEDIG DROGEN
Verkeerd glansspoelmiddel, of
is verkeerd gedoseerd.
Lage spoel temperatuur
Verkeerd glansspoelmiddel, of
is verkeerd gedoseerd.
Water hardheid meer dan
12°dF of het bevat teveel
opgelost zout.
- Controleer dat de filter in de buis
geplaatst in de glanspoel container
niet verstopt is.
Controleer het niveau de
glansspoelmiddel container en als
er voldoende is, of het past bij het
type leidingwater.
Controleer de ingestelde boiler
temperatuur.
Herstel T Stop ON en/of sluit de
machine aan op warm water.
Als het probleem niet opgelost is,
neem contact op met de AfterSales Service.
Controleer het niveau de
glansspoelmiddel container en als
er voldoende is, of het past bij het
type leidingwater.
Als het probleem niet opgelost is,
neem contact op met de AfterSales Service.
GEVLEKTE GLAZEN EN BESTEK
WATER RESTANT IN DE TANK
NA LEEG POMP
Ongeschikt of verkeerd
afgegeven spoelmiddel.
Waterhardheid hoger dan
12°dF of veel opgeloste
zouten.
Afvoer buis slecht
gepositioneerd of gedeeltelijk
verstopt.
Verifiëren of het spoelmiddel
correct wordt afgegeven en of de
afgegeven hoeveelheid geschikt is
voor de waterhardheid.
Controleer dat de buis en afvoer
niet verstopt zijn en dat de afvoer
niet te hoog geplaatst is; zie
aansluit schema.
36
Controleer of de filters schoon zijn, en dat de afvoer
Controleer dat de sproeiers van de sproei armen
14 OP DISPLAY (GEBRUIKER) WEERGEGEVEN STORINGEN
De vaatwasser kan een aantal foutmeldingen op de display tonen.
Nadat de machine uitgeschakeld is of herstart, en het probleem is nog niet opgelost, volg de
onderstaande stappen:
( VOOR EEN MEER VAKKUNDIGE AFTER-SALES SERVICE, NOTEER ALTIJD DE GETOONDE FOUTMELDING )
Err04 Tank temperatuur sensor wijkt af Neem contact op met de After-sales Service.
Controleer of de water toevoer kraan open is, de
dynamische toevoer druk, de schoonheid van het
filter. Als probleem blijft voordoen, neem contact
op met de After-sales Service.
Err05
Tank water vulsysteem functioneert
niet
pijp niet gebogen is, verstopt of versmalt.
Controller of de afvoer pomp niet verstopt is met
vuil, volg de stappen zoals omschreven in “10.2
Periodieke controles”.
Err06
Water leeg pomp werkt niet
(water blijft achter in de vaatwasser)
Als probleem blijft voordoen, neem contact op met
de After-sales Service.
Err09 Te hoog water niveau in de water tank. Neem contact op met de After-sales Service.
Err23
Boiler verwarming functioneert niet
(warmt niet op)
Neem contact op met de After-sales Service.
Err24 Boiler temperatuur sensor storing Neem contact op met de After-sales Service.
Controleer of de water toevoer kraan open is, de
Err25
Boiler water vulsysteem functioneert
niet
dynamische toevoer druk, de schoonheid van het
filter. Als probleem blijft voordoen, neem contact
op met de After-sales Service..
Err26 Boiler loopt niet goed leeg
Err27
Boiler loopt niet goed leeg – met volle
tank
niet verstopt zijn.
Als probleem blijft voordoen, neem contact op met
de After-sales Service.
Neem contact op met de After-sales Service.
19.390.7059.04 14/12/2018
Rev. Manuale Data
37
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.