Veiligheidsinformatie2
Veiligheidsvoorschriften3
Bediening5
Het eerste gebruik5
Dagelijks gebruik5
Aanwijzingen en tips7
Onderhoud en reiniging8
Probleemoplossing10
Montage 13
Technische informatie14
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig
gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
•
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
•
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
–
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
–
woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit
•
geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
• Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door
de fabrikant zijn aanbevolen.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij
deze door de fabrikant worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag
het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht
kan circuleren.
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen, ovens
of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op een plaats
met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden die
te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als u
hem wilt verplaatsen, om krassen op de
vloer te voorkomen.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
4
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een elektricien
om de elektrische onderdelen te
wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan
het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij
uitdrukkelijk geschikt verklaard door de
fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken
in het vriesvak. Dit zal extra druk in de
drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet
aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Binnenverlichting
• Het type lampje gebruikt voor dit
apparaat is niet geschikt voor de
verlichting van huishoudelijke ruimten.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig.
Indien de afvoer verstopt is, zal er water
op de bodem van het apparaat liggen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en
gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken
in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen
van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
BEDIENING
5
Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts
op een gemiddelde stand.
Uitschakelen
Draai de temperatuurknop op de stand "O"
om het apparaat uit te schakelen.
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
Een gemiddelde instelling is over
het algemeen het meest
geschikt.
De exacte instelling moet echter
worden gekozen rekening
houdend met het feit dat de
temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend
wordt
• de hoeveelheid voedsel die
wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
1. draai de thermostaatknop op een lagere
stand om de minimale koude te
verkrijgen.
2. draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude te
verkrijgen.
LET OP! Als de
omgevingstemperatuur hoog is
of als het apparaat volledig
gevuld is en de
thermostaatknop op de koudste
instelling staat, kan het apparaat
continu werken, waardoor er ijs
op de achterwand gevormd
wordt. In dat geval moet de
knop op een hogere
temperatuur gezet worden om
automatische ontdooiing
mogelijk te maken en zodoende
het energieverbruik te beperken.
HET EERSTE GEBRUIK
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de
interne accessoires met lauwwarm water en
een beetje neutrale zeep om de typische
geur van een nieuw product weg te nemen.
Droog daarna grondig af.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
LET OP! Gebruik geen
oplosmiddelen of
schuurmiddelen. Deze
beschadigen de lak.
Invriezen van vers voedsel
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en om diepvriesvoedsel
langere tijd te bewaren.
Om vers voedsel in te vriezen, moet de
gemiddelde instelling veranderd worden.
6
Om het invriezen sneller te laten verlopen,
moet u de thermostaatknop echter op een
hogere stand instellen om de maximale kou
te verkrijgen.
LET OP! In deze conditie komt
de temperatuur in het
koelkastgedeelte mogelijk onder
de 0°C. Als dit het geval is, stelt
u de thermostaatknop weer in
op een warmere instelling.
Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een
periode dat het niet gebruikt is inschakelt,
dient u het apparaat minstens 2 uur op een
hoge instelling te laten werken voordat u er
producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de
stroom langer is uitgevallen dan
de duur die op de kaart met
technische kenmerken onder
"maximale bewaartijd bij
stroomuitval" is vermeld, moet
het ontdooide voedsel snel
geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden en
dan weer worden ingevroren
(nadat het afgekoeld is).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u,
voordat het gebruikt wordt, in het koelvak
of op kamertemperatuur laten ontdooien,
afhankelijk van de hoeveelheid tijd die
hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog
bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding
iets langer duren.
Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
legrekken op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentela en het flessenrek niet
om een goede luchtcirculatie te
garanderen.
Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van voedselverpakkingen
van verschillende afmetingen mogelijk te
maken, kunnen de schappen op
verschillende hoogtes worden geplaatst.
1.
Trek het plateau geleidelijk in de richting
van de pijlen totdat het los komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
Indicatielampje voor
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel is
de koelkast uitgerust met een
temperatuurlampje. Het symbool op de
zijkant van het apparaat duidt het koudste
deel van de koelkast aan.
Als “OK” wordt weergegeven (A), plaatst u
het verse voedsel in het gedeelte dat wordt
aangegeven door het symbool. Zo niet (B)
past u de temperatuurregelaar aan naar
een koudere stand en wacht u 12 uur
voordat u de temperatuurlampje weer
controleert.
OK
OK
A
B
AANWIJZINGEN EN TIPS
7
Nadat u verse levensmiddelen in
de koelkast heeft gelegd of
nadat de deur regelmatig of
langer is opengeweest, is het
normaal dat er geen 'OK' wordt
weergegeven; wacht minstens
12 uur voordat u de
temperatuur opnieuw instelt.
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid
als het koelmiddel door leidingen wordt
gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat veroorzaakt
door thermische uitzetting (een natuurlijk
en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten
staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is,
de thermostaatknop op een lage
temperatuur staat en het apparaat
volledig gevuld is, kan de compressor
continu aan staan waardoor er ijs op de
verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet
u de thermostaatknop naar een warmere
instelling om de koelkast automatisch te
laten ontdooien en zo
elektriciteitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers
voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht
er vrijelijk omheen kan circuleren
Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
• Bewaar het, voor de veiligheid, slechts
een of maximaal twee dagen op deze
manier.
• Gekookt voedsel, koude schotels, enz:
deze moeten afgedekt worden en
mogen op willekeurig welk schap gezet
worden.
• Fruit en groente: deze moeten
zorgvuldig schoongemaakt worden en in
de speciaal daarvoor bedoelde lade(n)
geplaatst worden.
• Boter en kaas: dit moet in speciale
luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht in te sluiten.
• Flessen: deze moeten een dop hebben
en opgeslagen worden oftewel in het
flessenrek of het deurflessenrek (indien
voorzien).
• Bananen, aardappelen, uien en
knoflook, indien niet verpakt, mogen niet
in de koelkast bewaard worden.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen het voedsel zo goed
mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar
belangrijke tips:
8
• de maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden, staat
vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens
deze periode moet er geen ander in te
vriezen voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor,
zo kan het snel en volledig worden
ingevroren en zo kunt u later alleen die
hoeveelheid laten ontdooien die u nodig
heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet
tegen het al ingevroren voedsel, om te
voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• mager voedsel kan beter worden
ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt
dat het voedsel in de vriezer minder lang
goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het
aan de huid vastvriezen;
ONDERHOUD EN REINIGING
• het is aan te bevelen de invriesdatum op
elk pakje te vermelden, dan kunt u zien
hoe lang het al bewaard is.
Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op geschikte
wijze door de detailhandelaar werden
opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van de
winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te
laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft
het snel en kan het niet opnieuw worden
ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Algemene waarschuwingen
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen
van het apparaat zijn niet
geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
Periodieke reiniging
LET OP! Trek niet aan leidingen
en/of kabels aan de binnenkant
van de kast en verplaats of
beschadig ze niet.
LET OP! Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
LET OP! Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op de
vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1.
Maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale
zeep.
2.
Controleer de afdichtingen regelmatig
en wrijf ze schoon om u ervan te
PF
9
verzekeren dat ze schoon en vrij van
restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor
en de compressor aan de achterkant
van het apparaat schoon met een
borstel.
Deze handeling zal de prestatie van het
apparaat verbeteren en het
elektriciteitsverbruik besparen.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de
compressormotor tijdens normale werking
stopt, automatisch van de verdamper van
het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt
via een gootje in een speciale opvangbak
aan de achterkant van het apparaat, boven
de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater (F) onder de groentela
regelmatig schoon te maken, om te
voorkomen dat het water overloopt en op
het voedsel in de koelkast gaat druppelen.
Gebruik daarvoor de speciale reiniger (P),
die al in het afvoergaatje zit.
De vriezer ontdooien
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp
van de verdamper te krabben,
deze zou beschadigd kunnen
raken. Gebruik geen
mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces
te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant
zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u
gaat ontdooien een lagere
temperatuur in om voldoende
koudereserve op te bouwen
voor de onderbreking tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een
dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een koele
plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met
natte handen aan. Uw
handen kunnen dan aan de
producten vastvriezen.
3. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde
voedsel terug in het vriesvak.
Pulizia dei canali per l’aria
1. Verwijder de plint (A) en daarna het
ventilatierooster (B).
Loading...
+ 21 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.