Smeg SWT260D-1 User manual [NL]

1
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
SMEG dankt u voor het kiezen van
ons product.
Lees aandachtig alle in de handleiding opgenomen instructies, opdat u bekend bent met
de meest geschikte omstandigheden voor het gebruik van de vaatwasser.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het apparaat en moet altijd intact en samen met het apparaat bewaard worden. Voorafgaand aan het gebruik moeten alle aanwijzingen van deze handleiding aandachtig worden gelezen. De installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en in overeenstemming met de huidige regelgeving. Dit apparaat is bestemd voor een professioneel gebruik. Het stemt overeen met de machinerichtlijn 2006/42/EG, de internationale normen betreffende elektrische en mechanische veiligheid (CEI-EN­IEC 60335-2-58/61770) en de norm betreffende de elektromagnetische compatibiliteit (CEI-IEC-EN 55014-1/-2, 61000-3;4, 50366). Het apparaat is gebouwd voor het wassen van vaatwerk (borden, koppen, schalen, ovenschalen, bekers, bestek) en soortgelijke producten binnen de gastronomische sectoren en de collectieve horeca. Elk ander gebruik is oneigenlijk. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor een andere dan de aangegeven toepassingen.
1 IDENTIFICATIE VAN DE PRODUCT EN WAARSCHUWINGEN VOOR DE
VEILIGHEID EN HET GEBRUIK
1.1. Commercieel merk en model (of type)
Vaatwasmachine voor professioneel gebruik Merk: Smeg Model: SW260/262/264
Editie (index revisie) van de handleiding
19 390 6518 10
04/03/2020
Herz. Handleiding
Datum
1.2. Naam en adres van de fabrikant of de distributeur
Smeg S.p.A.
Via Leonardo da Vinci, 4 - 42016 Guastalla (RE) Tel. +39 0522 8211 - Fax + 39 0522 821453 Website: www.smegfoodservice.com, e-mail : foodservice@smeg.it
Info:
INFORMATIE EN BIJSTAND VOOR PRODUCTEN SMEG PROFESSIONELE VAATWASMACHINES Neem voor prijzen en prijsopgaven contact op met het personeel van onze verkoopafdeling. Onze afdeling technische bijstand staat tot uw beschikking met aanwijzingen voor de correcte werking van het apparaat en kan u de contactgegevens verstrekken van het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum. Ons gehele productengamma kan op het hierboven aangegeven website geraadpleegd worden.
2
1.3. Verklaring van conformiteit met de productnormen
Dit apparaat is gemarkeerd in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op correcte wijze verwijderd wordt, draagt de gebruiker bij aan het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Verwijder de apparatuur volgens de plaatselijke regelgeving voor afvalverwerking. Voor meer informatie over de behandeling, inzameling en recycling van dit product moet contact worden opgenomen met de plaatselijk verantwoordelijke instantie, de dienst voor afvalinzameling of de verkoper waar het product is aangekocht. Een aardaansluiting in overeenstemming met de wijzen voorzien door de veiligheidsvoorschriften van de elektrische installatie is verplicht. De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor schade aan personen of voorwerpen die veroorzaakt wordt door de niet-naleving van de in de handleiding opgenomen instructies, door een oneigenlijk gebruik, door geknoei met ook maar één afzonderlijk onderdeel van de apparatuur en door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
2 VERKLARING VAN DE GEBRUIKTE SYMBOLEN
Het symbool geeft aan dat de instructies van de handleiding aandachtig gelezen moeten worden.
Het symbool wordt geplaatst naast informatie die belangrijk is voor de veiligheid van personen en apparaat.
Het symbool wordt aangebracht op enkele onderdelen die onder spanning staande elementen bevatten en duidt op het gevaar op elektrische schokken.
Het symbool bevindt zich in de nabijheid van de aansluitklem voor de aansluiting op de potentiaalvereffening van het systeem.
Het symbool bevindt zich naast belangrijke informatie. Lees aandachtig de weergegeven aanwijzingen en neem de aangegeven handelingen en gedragsregels in acht.
Het symbool wordt geplaatst naast technische informatie en instructies, bestemd voor het gekwalificeerde personeel belast met de installatie, de inbedrijfstelling, de keuring en de eventuele werkzaamheden voor buitengewoon onderhoud.
De aanwezigheid van dit symbool geeft aan dat het apparaat, aan het einde van zijn levensduur, voor terugwinning en recycling moet worden ingeleverd bij afvalverwerkingsbedrijven, in overeenstemming met de regelgeving van kracht in het land van installatie. Neem voor de verwijdering contact op met gespecialiseerde centra.
Voorschriften voor vervoer en uitpakken
Het symbool duidt op het gevaar van hete oppervlakken.
3
3 KENMERKEN VAN HET PRODUCT
3.1 Toepassingsgebied, algemene functies en gebruiksbestemming
Vaatwasmachine bestemd voor een uitsluitend professioneel gebruik, moet gebruikt worden door bevoegd personeel dat geïnformeerd is over het gebruik. De machine is ontworpen voor het wassen van vaatwerk (borden, kopjes, schalen, bakplaten, bestek) en dergelijke in de sectoren gastronomie en catering, en voldoet aan de internationale normen voor elektrische en mechanische veiligheid.
Bepaalde modellen vaatwassers kunnen hoge temperatuur programma's uitvoeren met karakteristieken van thermische desinfectie maar MOGEN NIET worden gebruikt voor het wassen van medisch hulpmiddelen!
3.2 Afmetingen, gewicht en voorschriften voor de verplaatsing Afmetingen in mm
INSTALLATIE EN PLAATSING
Breng de vaatwasser naar de plaats van installatie, verwijder de verpakking, controleer de intactheid van het apparaat en de onderdelen; eventuele schade moet schriftelijk gemeld worden aan de vervoerder. Volg voor het beheer van het verpakkingsmateriaal de aanwijzingen van de betreffende paragraaf. Op het moment van ontmanteling van het apparaat moet verspreiding in het milieu vermeden worden; de ontmanteling moet gebeuren volgens de van kracht zijnde normen. Alle metalen delen zijn van roestvrij staal en kunnen gedemonteerd worden. De plastic onderdelen zijn gemarkeerd met het betreffende symbool van het materiaal, indien van toepassing.
LET OP!
Alle ingrepen voor afstelling, onderhoud, enz. moeten worden uitgevoerd op het van het elektriciteitsnet losgekoppelde apparaat. Voor bijzondere behoeften kan de vaatwasmachine worden uitgerust met een top voor inbouw. De hoogte van het product in dan 30 mm lager dan de aanwijzingen van deze handleiding. Het gewicht van de vaatwasmachine ligt (afhankelijk van de uitvoering en de geïnstalleerde opties) tussen 65 en 75 kg.
afb. 1 – Schematische tekening, afmetingen omtrek product
INSTALLATIE ONDERBOUW
afb. 2 – Schematische tekening, weergave inbouw
4
BELANGRIJK Voor modellen uitgerust met een condensor, is het voor diens correcte werking van fundamenteel belang dat het koude voedingswater voldoet aan het voorziene temperatuurbereik en een hardheid van < 40° f (21° dh)
AANSLUITINGEN ACHTERZIJDE VAATWASMACHINE
ID
Beschrijving
A
Toevoerslang heet water (rode ring)
B
Toevoerslang koud water (blauwe ring)
C
Elektrische voedingskabel
D
Afvoerslang stoomcondensor (indien van toepassing)
E
Afvoerslang vaatwasmachine
F
Opvoerbuisje dosering P1 en kabel sonde reinigingsmiddel in reservoir P1 (OPTIONEEL)
G
Opvoerbuisje dosering P2 en kabel sonde reinigingsmiddel in reservoir P2 (OPTIONEEL)
H
potentiaalvereffening van het systeem.
H
afb. 3 – Schematische tekening aansluitingen en verbindingen achterzijde vaatwasmachine.
De vaatwasmachine wordt zonder stekker geleverd en de kabel is voorzien van voorgeïsoleerde pinconnectoren. De elektrische aansluiting van de vaatwasmachine moet tot stand worden gebracht met een industriële stekker. De stekker en de montage van de stekker zijn ten laste van de gebruiker. De stekker moet een geschikte afmeting hebben voor de gebruikte elektrische kabel en de elektrische kenmerken van de vaatwasmachine H07RN-F.
INSTALLATIEAUTOMAAT Voor elk apparaat moet een INSTALLATIEAUTOMAAT aanwezig zijn. Kenmerken van de installatieautomaat a) Meerpolig: moet alle stroomdragende geleiders loskoppelen; b) Moet eenvoudig toegankelijk zijn voor de gebruiker; c) Moet eenvoudig geactiveerd kunnen worden (zonder gebruik van gereedschap); d) Moet geplaatst worden in de directe nabijheid van het apparaat; e) Moet duidelijk gemarkeerd zijn als scheidingsvoorziening van het apparaat. Het apparaat is voorzien van beveiligingsvoorzieningen tegen overstroom. In ieder geval is het raadzaam om in de schakelkast van de ruimte te zorgen voor: een beveiligingsvoorziening specifiek voor het apparaat (bijv. stroomonderbreker of zekeringen op elke fase met een geschikte grootte voor de bovenstaande elektrische kenmerken).
5
3.3 Technische kenmerken (elektrische voeding, watervoorziening)
3.3.1 Elektrische aansluitingen - zie typeplaatje
Legenda van de afkortingen gebruikt voor de elektrische aansluitingen Model driefasige/eenfasige versies:
ELEKTRISCHE VOEDING
KENMERKEN
INSTALLATIEAUTOMAAT
VOEDINGSKABEL
400V 3N~ / 50Hz / 12A / 7000W
3P+N, 16A, 230/400V, 6kA
5X2,5mm²
230V 3~ / 50Hz / 19A / 7000W
3P, 20A, 230/400V, 6kA
4X2,5mm²
230V 1N~ / 50Hz / 16A / 3500W
1P+N, 20A, 230/400V, 6kA
3X2,5mm²
230V 1N~ / 50Hz / 12A / 2800W
1P+N, 16A, 230/400V, 4,5kA
3X2,5mm²
Modellen: SWT262 M/ SW262M (eenfasige versies)
ELEKTRISCHE VOEDING
KENMERKEN
INSTALLATIEAUTOMAAT
VOEDINGSKABEL
230V 1N~ / 50Hz / 30A / 7000W
1P+N, 32A, 230/400V, 6kA
3X6mm²
3.3.2 Hydraulische aansluitingen
Legenda van de afkortingen gebruikt voor de hydraulische aansluitingen.
AFKORTING
Type: TOEVOER of AFVOER
TYPE WATER
CW
TOEVOER
Slang koud water - cw - Temperatuur >5°C <30°C
DW
TOEVOER
Slang warm water - dw - Temperatuur max 60°C
d
AFVOER
Afvoerslang vaatwasmachine - d
cd
AFVOER
Afvoerslang stoomcondensor – cd (indien van toepassing)
WATERTOEVOER - VERBINDING WATERAANSLUITINGEN
De vaatwasmachine is uitgerust met twee toevoerslangen, voor leidingwater en voor warm water. De slangen moeten worden aangesloten op kranen met een 3/4” schroefkoppeling. Gebruik het meegeleverde filter bij het aansluiten van het uiteinde van de toevoerslang, op de afbeelding aangegeven als “A”.
afb. 4 – Plaats het meegeleverde filter bij het aansluiten van de toevoerslang.
PLAATSING VAN DE TOEVOERKRANEN
De kranen voor de watertoevoer moeten zich in de nabijheid van het apparaat bevinden, op een voor de gebruiker toegankelijke plek. Onder verwijzing naar de volgende afbeelding, zijn de aanbevolen maten: Opmerking voor het voorkomen van het risico op verstopping of beschadiging: wanneer de waterleiding nieuw is of langdurig niet gebruikt is, moet, alvorens de aansluiting uit te voeren, gecontroleerd worden of het water helder is en geen onzuiverheden bevat.
6
LET OP! - HARDHEID WATERNET Ten laste van de gebruiker: de controle van de waterhardheid van het net moet voorafgaand aan de installatie worden uitgevoerd. Alleen wanneer de waterhardheid van de toevoer bekend is, kan de technicus van Smeg de parameters van de vaatwasmachine, met betrekking tot de ingebouwde waterontharder, correct configureren. De kwaliteit van het toegevoerde water moet periodiek gecontroleerd worden (bijv. elke 6 maanden/1 jaar) om de handhaving van de aanvankelijke waarden te controleren en om de parameters van de vaatwasser in geval van gewijzigde kenmerken te kunnen aanpassen.
Dw: WARM WATER - optionele maar sterk aanbevolen aansluiting. Indien beschikbaar wordt de aansluiting van warm water aanbevolen om een minimale duur van de cyclus te waarborgen.
LET OP! - GEEN WARM WATER Wanneer het warme water niet in het systeem beschikbaar is, moet de betreffende slang worden aangesloten op de ingangen van koud water.
3.4 Bepalingen voor de aansluiting op afvoerleidingen
De vaatwasmachine is uitgerust met één of meerdere afvoerslangen, afhankelijk van het model. Rubberen eindstuk voor slangaansluiting diameter 21 mm (1/2”). De afvoerslangen worden aangeduid als: d - afvoerslang vaatwasmachine – d (drain tank) cd - afvoerslang stoomcondensor – cd (condenser drain) Hieronder volgt een samenvattend schema en tabel.
afb. 5 – Schematische tekening, de hydraulische afvoeraansluitingen kunnen op de rechter- of linkerzijde van het apparaat voorzien worden,
altijd rekening houdend met de aangegeven maximale afstand tot het product.
7
AANTAL
AFVOERSLANGEN
Maat “I”
Afstand van de afvoer vanaf de
zijkant van het apparaat (cm)
TYPE AFVOER EN MAAT “H” HOOGTE VANAF
HET VLAK WAAROP DE VAATWASSER RUST
[cm]
Type
Hmin
Hmax
1
50
d
65
80
2
50
d
65
80
cd
65
80
afb. 6 – Aansluiting van de afvoer. Afvoeraansluitingen – 65 cm < H < 80 cm. Maat “X”: gebruik alleen de originele afvoerslangen en de meegeleverde
“geleidebocht”. De maat “X” tussen de afvoeraansluiting en het hoogste deel van de slang moet altijd minder zijn dan 20 cm. X < 20cm.
LET OP! De afvoer moet voldoen aan de internationale regelgeving; ons bedrijf weigert elke aansprakelijkheid in geval een oneigenlijk gebruik van de vaatwasmachine verontreinigingen veroorzaakt.
Algemene normen voor installatie van de afvoer Wij raden aan een afvoer met sifon te gebruiken. Bij de installatie moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht genomen worden:
Aangezien de temperatuur van het afvoerwater (in geval van modellen met thermische desinfectie) de
maximale waarde van 95°C kan bereiken, moet het uiteinde van de afvoerslang op vast bevestigde wijze op de slangaansluiting geïnstalleerd worden, met behulp van de meegeleverde slangklemmen.
De afvoerslang mag geen scherpe bochten en dientengevolge knelpunten vertonen.
Het uiteinde van de afvoerslang moet, ten opzichte van het vlak waarop de vaatwasmachine rust, geplaatst
worden op een hoogte in overeenstemming met de verstrekte aanwijzingen.
In geen geval mag het uiteinde van de slang ondergedompeld zijn in water.
De binnendiameter van het afvoerkanaal moet ten minste 40 mm zijn.
Wij raden aan om een afvoerkanaal met diameter 50 mm te installeren.
Er mogen geen verlengingen van de bij de vaatwasmachine geleverde afvoerslang tot stand worden
gebracht. Eventuele verlengingen kunnen problemen voor terugvloeien naar de kuip veroorzaken.
8
3.5 Geluid
Geluidsdrukniveau: LpA<70 dB(A)
3.6 Beschermingsklasse tegen infiltraties (IP-code)
De vaatwasmachine heeft de beschermingsklasse tegen infiltraties IPX1.
3.7 Omgevingsomstandigheden (opslag en gebruik)
Gebruik: gebruik binnen Hoogte: maximaal 1000 boven de zeespiegel Omgevingstemperatuur: van 10°C tot 35°C Maximale relatieve vochtigheid: 80% bij temperaturen tot 31°C met lineaire vermindering tot 50% bij een temperatuur van 35°C. Opslag: tussen 0°C en 40°C, relatieve vochtigheid < 80% met lineaire vermindering tot 50% bij een temperatuur van 40°C.
3.8 Veiligheidswaarschuwingen en -instructies
Het typeplaatje met de technische gegevens, serienummer en CE-markering is zichtbaar aangebracht op de binnenrand aan de zijkant van de deur. Het plaatje op de binnenrand van de deur mag nooit verwijderd worden.
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd in de woonomgeving. Scheid de verschillende afvalmaterialen afkomstig van de verpakking en lever ze in bij het dichtstbijzijnde centrum voor gescheiden inzameling.
De aardaansluiting in overeenstemming met de veiligheidsnormen voor elektrische installaties is verplicht. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af voor eventuele schade aan personen of voorwerpen die veroorzaakt wordt door de ontbrekende of onjuiste aansluiting van de massa­/aardelijn.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd wordt op beklede vloeren, moet gecontroleerd worden dat de openingen op de onderkant niet belemmerd worden.
Het ontmantelde apparaat moet onbruikbaar gemaakt worden. Snij de voedingskabel door na de stekker uit het stopcontact verwijderd te hebben. Maak onderdelen die een gevaar kunnen vormen voor kinderen onschadelijk (sloten, deuren, enz.).
Dit apparaat is gemarkeerd in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG, Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op correcte wijze verwijderd wordt, draagt de gebruiker bij aan het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Het op het product of op de begeleidende documentatie aangegeven symbool geeft aan dat dit product niet behandeld moet worden als huishoudelijk afval, maar moet worden ingeleverd bij een geschikt inzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Verwijder het apparaat volgens de plaatselijke regelgeving voor afvalverwerking. Voor meer informatie over de behandeling, inzameling en recycling van dit product moet contact worden opgenomen met de plaatselijke verantwoordelijke instantie, de dienst voor afvalinzameling of de winkel waar het product is aangekocht.
9
Apparaten met transportschade mogen niet gebruikt worden! Neem in geval van twijfel contact op met uw handelaar. Het apparaat moet geïnstalleerd en aangesloten worden volgens de instructies verstrekt door de fabrikant of door gekwalificeerd personeel.
De vaatwasmachine moet gebruikt worden door volwassenen. Het gebruik door personen met verminderde lichamelijke en/of geestelijke vermogens is alleen toegestaan onder het toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon. Houd kinderen uit de buurt van de reinigingsmiddelen en het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyreen, enz.). Sta niet toe dat kinderen de vaatwasmachine benaderen en er mee spelen; in de machine zou er sprake kunnen zijn van resten reinigingsmiddel die onherstelbare schade kunnen aanrichten aan ogen, mond en keel en ook kunnen leiden tot verstikking.
Maak in het apparaat geen gebruik van oplosmiddelen zoals alcohol of terpentijn die explosies kunnen veroorzaken. Plaats in de vaatwasmachine geen vaatwerk dat bevuild is met as, was of verf.
Steunen of gaan zitten op de open deur van de vaatwasmachine kan kanteling veroorzaken en dientengevolge gevaar voor personen. Laat de deur van de vaatwasmachine niet open omdat zo een gevaar voor struikelen wordt gevormd.
Eventueel resterend water dat aanwezig is in het vaatwerk of in de vaatwasmachine aan het einde van het wasprogramma en voorafgaand aan de droogcyclus mag niet gedronken worden.
Messen en ander scherp keukengerei moeten in de korf worden geplaatst, met de punt naar beneden of in horizontale stand in de bovenste korf ; let op dat u niet verwond raakt door uit de korf stekende scherpe punten.
Modellen voorzien van aquastop. De aquastop is een voorziening die in geval van waterlekkage overstroming voorkomt. Na de tussenkomst van de aquastop moet een gekwalificeerde technicus benaderd worden voor het opsporen en repareren van het defect.
Onmiddellijk na de installatie moet een korte test van het apparaat worden uitgevoerd volgens de verderop verstrekte instructies. In geval het apparaat niet functioneert, moet het worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet en moet contact worden opgenomen met het dichtstbijzijnde Servicecentrum. Tracht niet om het apparaat zelf te repareren.
De vaatwasmachine voldoet aan alle eisen voorgeschreven door de van kracht zijnde veiligheidsnormen voor elektrische apparatuur. Eventuele technische controles moeten uitsluitend door gespecialiseerd en gemachtigd personeel worden uitgevoerd: reparaties uitgevoerd door onbevoegd personeel leiden tot het vervallen van de garantie en kunnen een bron van gevaar vormen voor de gebruiker.
Vervang eventuele defecte of beschadigde delen alleen met originele reserveonderdelen. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid en is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor schade aan personen of voorwerpen veroorzaakt door de niet­naleving van de bovenstaande voorschriften, door geknoei met ook maar één afzonderlijk onderdeel van het apparaat en door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
10
4 VOORBEREIDING VAN HET APPARAAT VOOR HET GEBRUIK
4.1 Verwijdering van de verpakking en controles
Na het verwijderen van de verpakking (verpakkingsband, doos, houten pallet en PVC zak) moet gecontroleerd worden of het apparaat intact is; de toevoer- en afvoerslangen en de voedingskabel mogen niet beschadigd zijn en de metalen delen moeten stevig bevestigd zijn.
4.2 Verwijdering van het verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, piepschuim, spijkers, enz.) vormt een mogelijke bron van gevaar en mag niet binnen het bereik van kinderen en huisdieren bewaard worden. Alle voor de verpakking gebruikte materialen zijn milieuvriendelijk. Deze kunnen zonder gevaar bewaard worden of verwijderd worden via een centrum voor afvalverwerking. De plastic materialen die eventueel gerecycled kunnen worden, zijn als volgt gemarkeerd: PE externe verpakkingsfolie, zakje instructies, beschermende zakken. PP polypropyleen: verpakkingsband, PS polystyreenschuim, hoekbeschermingen, deksel verpakking. De componenten van hout en karton kunnen volgens de geldende voorschriften verwijderd worden.
4.3 Installatie van het apparaat
De vaatwasmachine moet door een erkende technicus geïnstalleerd worden. Een vaatwasmachine die tijdens het transport schade heeft opgelopen, mag niet geïnstalleerd worden. Installeer de vaatwasmachine niet in de nabijheid van apparaten die hoge temperaturen uitstralen (bijv. gasbranders, kachels, open haarden en dergelijke) omdat deze schade kunnen veroorzaken. In geval de vaatwasmachine geïnstalleerd is in een ruimte naast een ander apparaat, moeten de door de fabrikant van dat apparaat verstrekte voorschriften strikt worden nageleefd (minimale afstanden, wijze van installatie, enz.). In geval de vaatwasmachine op een verhoogde positie geïnstalleerd is, moet gecontroleerd worden of het meubel en de vaatwasmachine dusdanig correct bevestigd zijn dat ze geen gevaarlijke situaties kunnen veroorzaken. Installeer de vaatwasmachine niet in ruimten die worden blootgesteld aan vorst of explosiegevaar. In de zone rond de vaatwasmachine moet uitsluitend gebruik worden gemaakt van meubilair voor een professioneel gebruik. Andere soorten meubilair kunnen beschadigd raken. Onmiddellijk na de installatie moet een korte test van de vaatwasmachine worden uitgevoerd volgens de verderop verstrekte instructies. In geval het apparaat niet functioneert, moet het worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet en moet contact worden opgenomen met het dichtstbijzijnde Servicecentrum. Tracht niet om het apparaat zelf te repareren.
4.4 Voorafgaande instellingen en aanpassingen
Het elektrische beveiligingssysteem moet voorafgaand aan de inbedrijfstelling functioneel getest worden. De installatie moet worden uitgevoerd en/of gecontroleerd door het gekwalificeerde personeel dat de inbedrijfstelling zal uitvoeren en in overeenstemming met de instructies voor de werking van de vaatwasmachine.
4.4.1 Opening van de deur
Hier wordt vooruitgegaan op de procedure voor de opening van de deur van het apparaat o de toegang tot de kuip van de machine te vereenvoudigen. In de volgende paragrafen volgt de volledige beschrijving van alle bedieningselementen. De machine is uitgerust met een automatisch vergrendelingssysteem van de deur.
De opening mag niet geforceerd worden en moet als volgt worden uitgevoerd:
Sluit de machine aan op de elektriciteit.
Houd gedurende 2 seconden de knop met het symbool On/Off ingedrukt om de machine in te schakelen.
Druk op de knop Opening deur: de machine laat bij ontvangst van het signaal een geluidssignaal type biep;
laat de knop los: de deur wordt na enkele ogenblikken automatisch geopend.
TOETSEN VOOR DE OPENING VAN DE DEUR
On/Off
Opening deur
11
4.4.2 Handmatige ontgrendeling van de deur
In geval van noodzaak, vanwege een gestoorde werking of stroomuitval, kan de vaatwasmachine handmatig geopend worden door met een schroevendraaier te handelen op het ontgrendelmechanisme; ga voorzichtig te werk en let op om de vaatwasmachine niet te beschadigen.
1. De procedure kan allen worden uitgevoerd met de vaatwasmachine in de status stand-by, niet met de in uitvoering zijnde cyclus.
2. Let op: voorafgaand aan de handmatige opening moet de vaatwasmachine worden losgekoppeld van de elektriciteit.
3. Steek de schroevendraaier in het onderste middelste gat van het voorpaneel, zoals hieronder aangegeven.
4. Druk de pin omhoog tot u de klik van de het ontgrendelingsmechanisme hoort.
afb. 7 – Schema voor de handmatige ontgrendeling van het slot in noodgevallen.
4.5 Bevoegdheden operator en gekwalificeerde technicus
De installatie, het onderhoud en de eventuele reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door personeel dat door de fabrikant gemachtigd is. Reparaties uitgevoerd door niet-gemachtigd personeel leiden tot het vervallen van de garantie en kunnen een bron van gevaar vormen voor de gebruiker. Voor het vervangen van onderdelen moeten originele reserveonderdelen van Smeg gebruikt worden.
4.6 Voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan gebruik
Eerste inbedrijfstelling
Het elektrische beveiligingssysteem moet voorafgaand aan de inbedrijfstelling functioneel getest worden. De installatie moet worden uitgevoerd en/of gecontroleerd door het gekwalificeerde personeel dat de inbedrijfstelling zal uitvoeren en in overeenstemming met de instructies voor de werking van de vaatwasmachine.
Voorbereiding voor het gebruik (Belangrijk)
Indien de (optionele) dispenser voor reinigingsmiddel en glansspoelmiddel geïnstalleerd is, moeten de externe tanks voor reinigingsmiddel en glansspoelmiddel geplaatst worden en moeten de opvoerbuisjes die zich aan de achterkant van de vaatwasmachine bevinden in de tanks geplaatst worden. Rood buisje: reinigingsmiddel, wit buisje: glansspoelmiddel. OPMERKING: laad de pompen zoals beschreven in de volgende paragraaf.
4.7 Voorzorgsmaatregelen tijdens het niet-gebruik van het apparaat
De vaatwasmachine wordt niet gebruikt
Wanneer u voorziet dat het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden, neem dan de volgende aanbevelingen in acht. De aanbevolen procedure is met name van toepassing op periodes van niet-gebruik gelijk of langer dan 24 uur.
Voer het programma VOORWASSEN in onbelaste toestand uit.
Indien u voorziet dat u de vaatwasser langere tijd niet gaat gebruiken, moet u de vaatwasmiddel- en
glansmiddeldoseerunits leegmaken om kristallisatie en schade aan de pompen te voorkomen: Verwijder de aanzuigslangen uit de vaatwasmiddel- en glansmiddeltanks en steek ze in een bak met schoon water, voer een paar wascycli en een volledige afvoer uit. Schakel tenslotte de hoofdschakelaar uit, sluit de vulkraan en laat de
12
deur op een kier tot de binnenkant volledig is opgedroogd. De aanzuigslangen voor het vaatwas- en glansmiddel zullen op het moment van inwerkingstelling weer in de tanks moeten worden gestoken, waarbij u ervoor moet opletten dat u ze niet verwisselt (rode slang = afwasmiddel; blauwe slang = glansmiddel).
Koppel de elektriciteitsvoorziening los.
Laat de deur enigszins geopend zodat het ontstaan van vieze geuren in de waskuip wordt voorkomen.
Ingebruikneming na een stop
Wanneer het apparaat langdurig niet gebruikt is moeten, alvorens opnieuw een cyclus te starten, de volgende aanbevelingen in acht worden genomen (zie instructies van paragraaf 7).
5 INFORMATIE EN INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
5.1 Voorzorgsmaatregelen voor het veilige gebruik
Nadat de eerder onder de installatie beschreven handelingen correct zijn uitgevoerd, moet rekening gehouden met het feit dat de vaatwasmachine uitsluitend bestemd is voor een professioneel gebruik en gebruikt moet worden door bevoegd personeel.
GEVAAR HETE OPPERVLAKKEN De vaatwasmachine kan cycli voor thermische desinfectie uitvoeren, waarbij zeer heet water gebruikt wordt: tot maximaal 93°C. In geval van een defect met water aanwezig in de kuip en geopende deur moet het contact van de huid vermeden worden in verband met het gevaar op brandwonden en irritatie als gevolg van de giftigheid van de chemische producten. Vermijd absoluut om de verwarmingselementen in de kuip aan te raken. Neem in geval van defecten contact op met het gemachtigde technische personeel van Smeg.
5.2 Gebruik van de waterontharder
Het kalkgehalte van het water (waterhardheid) is verantwoordelijk voor eventuele witte vlekken op de bewerkte voorwerpen die, na verloop van tijd, mat kunnen worden. Het apparaat is uitgerust met een automatische waterontharder die, met gebruik van specifiek regeneratiezout, de verhardende stoffen aan het water onttrekken.
afb. 8 – Het zoutreservoir kan bereikt worden met geopende deur; vul het reservoir van de waterontharder met regeneratiezout.
Wanneer water gebruikt wordt met een gemiddelde hardheid, moet nieuw zout ongeveer elke 20 wascycli worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder heeft een capaciteit van ongeveer 1 Kg grof zout. Het reservoir bevindt zich op de bodem binnen in de machine. Draai, na het uittrekken van de onderste korf, de dop van het reservoir linksom los en giet zout voor waterontharders met behulp van de bij de machine geleverde trechter; voorkom dat er zout in de kuip gemorst wordt. Verwijder vóór het sluiten van de dop de eventuele zoutresten rond de vulopening.
WAARSCHUWINGEN
Bij het eerste gebruik van de machine moet het reservoir, naast het zout, ook gevuld worden
met één liter water. Controleer bij elke vulling van het reservoir of de dop goed is afgesloten.
Het mengsel van water en reinigingsmiddel mag niet in het zoutreservoir binnendringen omdat dit de werking van het regeneratiesysteem zou aantasten. In dit geval komt de garantie te
13
vervallen.
Gebruik uitsluitend grof zout voor vaatwasmachines.
Maak geen gebruik van keukenzout, omdat dit niet-oplosbare stoffen bevat die na verloop
van tijd het ontkalksysteem kunnen aantasten.
De handeling voor het bijvullen van zout moet worden uitgevoerd wanneer noodzakelijk en
voorafgaand aan het starten van een wasprogramma; op deze manier wordt het teveel aan zoutoplossing onmiddellijk door het water verwijderd. Wanneer er sprake is van een langdurige aanwezigheid van zout water in de kuip, kan dit corrosie veroorzaken. Gebruik hiervoor eventueel een voorwasprogramma.
BELANGRIJK De machine kan alleen werken als de waterontharder zout bevat, als het controlelampje brandt kan het wasprogramma niet worden gestart.
5.3 Gebruik van het reinigingsmiddel en het glansspoelmiddel
De machine is uitgerust met een dispenser voor reinigingsmiddel en glansspoelmiddel die zich op de binnenkant van de deur bevindt. Met uitzondering van programma’s van het type “Voorwassen”, moet de gebruiker voorafgaand aan elke wascyclus de dispenser vullen met de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel.
LET OP!: Wanneer de optionele doseerpompen P1 en P2 geïnstalleerd zijn, moet de dispenser op de deur niet gebruikt worden; deze voorziening wordt elektrische uitgesloten en het klepje blijft altijd dicht.
Het klepje van de dispenser van het reinigingsmiddel kan met het hendeltje geopend worden. Vul met reinigingsmiddel en sluit het klepje zorgvuldig. Voor het bijvullen van glansspoelmiddel moet de dop verwijderd worden en worden bijgevuld tot aan het niveau van de indicator (D).
MAX
MIN
afb. 9 – Dispenser reinigingsmiddel in poedervorm en glansspoelmiddel, toegankelijk met geopende deur.
Tijdens het wassen wordt de dispenser automatisch geopend. Voor het verkrijgen van goede resultaten is het belangrijk om reinigingsmiddelen van een goede kwaliteit te gebruiken. Bewaar de gesloten flacons reinigingsmiddel op een droge plek om het ontstaan van klonten te voorkomen: deze zouden een goed resultaat kunnen belemmeren.
BELANGRIJK!
Wanneer er wascycli van korte duur worden uitgevoerd, wordt aangeraden reinigingsmiddel in poedervorm en niet in tablets te gebruiken.
LET OP!
Houd het veiligheidsinformatieblad van de reinigingsmiddelen altijd onder handbereik, opdat ze, wanneer nodig, eenvoudig kunnen worden geraadpleegd door de operator. Het inslikken of inademen van de reinigingsmiddelen kan letsel van de neus, mond en keel veroorzaken. Wanneer er reinigingsmiddel wordt ingeademd of ingeslikt, moet onmiddellijk een arts geraadpleegd worden.
14
5.3.1 Correct gebruik van de doseerpompen - OPTIONEEL
LET OP! De doseerpompen moeten door door Smeg gemachtigd technisch personeel geïnstalleerd worden.
Na hun installatie moeten ze, voor een correct gebruik, geactiveerd worden (zie SET-UP).
In dit geval moet de dispenser op de deur niet gebruikt worden maar moet de machine verbonden worden via de betreffende buisjes met de tanks van het reinigingsmiddel (rood buisje) en glansspoelmiddel (transparant buisje). Nadat de flacons geopend zijn, mogen ze niet te lang bewaard worden omdat het reinigingsmiddel de neiging heeft zijn doeltreffendheid te verliezen en om de vorming van klonten, die een goed wasproces in gevaar brengen, te voorkomen.
Na de installatie en wanneer een volledig lege tank vervangen wordt, moet een serviceprogramma (prog. 8) worden uitgevoerd om de vloeistof te laden. De leiding tussen tank en pomp moet gevuld worden om een correcte dosering van het product voor de volgende wascycli te waarborgen. Telkens wanneer het type reinigingsmiddel of glansspoelmiddel gewijzigd wordt, is het ABSOLUUT NOODZAKELIJK om de doseerpompen te ontluchten door de externe opvoerbuisjes gedurende enkele cycli in water onder te dompelen. Gebruik in ieder geval uitsluitend specifieke producten voor het gebruik in Professionele vaatwasmachines. De niet-naleving van deze aanwijzingen zal de garantie op het hydraulische circuit van de machine doen vervallen.
5.3.2 Niveausensoren tanks - OPTIONEEL
De machine kan worden uitgerust met niveausensoren opgenomen in de aanzuigslangen voor reinigingsmiddel en glansspoelmiddel.
LET OP!
De niveausensoren moeten elektrisch worden aangesloten door middel van de klemmenstrook op de binnenkant van de achterste traverse (met elke doseerpomp komt één aansluitklem overeen voor de aansluiting van de betreffende niveausensor).
De handeling moet worden uitgevoerd door door Smeg gemachtigd technisch personeel.
afb. 10 – Configuratie met NIVEAUSENSOR: Mondstuk aanzuiging reinigingsmiddel met geïntegreerde niveausensor. Het uiteinde van de aanzuigleiding bevat een filter: controleer altijd of het filter goed geplaatst is om het aanzuigen van eventuele klonten te voorkomen.
Loading...
+ 32 hidden pages