5. VÓÓR DE INSTALLATIE .................................................................................................................................... 25
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ...................................................................................................................... 26
6.1 Inschakelen van de branders van de kookplaat ................................................................................................................26
6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de kookplaat ...........................................................................26
6.3 Diameter van de recipiënten ..............................................................................................................................................26
7. HET BEDIENINGSPANEEL ................................................................................................................................ 27
8. GEBRUIK VAN DE OVEN ................................................................................................................................... 29
8.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen .................................................................................................................29
8.3 Gebruik van de elektrische grill ..........................................................................................................................................29
8.4 Het gebruik van de grill ......................................................................................................................................................29
9.1 Instellen van de juiste tijd ...................................................................................................................................................31
9.4 Einde kooktijd ....................................................................................................................................................................32
9.6 Regeling van het volume van het geluidssignaal ...............................................................................................................32
9.7 Uitschakeling van het geluidssignaal .................................................................................................................................32
9.8 Wijzigen van de ingestelde gegevens ...............................................................................................................................32
9.9 Wijzigen van de ingestelde gegevens ...............................................................................................................................32
10. SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD ................................................................................................................ 33
10.1 Het reinigen van roestvrij staal ........................................................................................................................................33
10.3 Voedselvlekken of -resten ...............................................................................................................................................33
10.4 Reiniging van de componenten van de kookplaat ...........................................................................................................33
10.5 De oven reinigen ..............................................................................................................................................................34
10.6 Reiniging van de ruiten van de deur ................................................................................................................................34
11.1 Smering van de kraantjes en thermostaat van de gasoven .............................................................................................35
11.2 Vervanging van het lampje voor de verlichting ................................................................................................................35
11.3 Demontage van de deuren ..............................................................................................................................................35
11.4 Verwijdering van de pakking ............................................................................................................................................35
12. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT .............................................................................................................. 36
12.2 Ventilatie van de ruimten .................................................................................................................................................37
12.3 Afvoer van de verbrandingsproducten .............................................................................................................................37
12.4 Aansluiting op het gas .....................................................................................................................................................37
13. AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN GAS ......................................................................... 40
13.2 Tabel karakteristieken branders en spuitstukken ............................................................................................................41
13.3 Opstelling van de branders op de kookplaat ...................................................................................................................41
14.1 Regeling van het minimum van de branders van de kookplaat voor stadsgas en methaan ............................................42
14.2 Regeling van het minimum van de branders van de kookplaat voor vloeibaar gas .........................................................42
14.3 Regeling van het minimum van de ovenbrander .............................................................................................................42
14.4 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat (Afhankelijk van de modellen) ..............................................................42
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen voor het gebruik, de beschrijving
van de bedieningsorganen en de correcte handelingen voor het reinigen en onderhouden van het
apparaat
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet
zorgen voor de installatie, de inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat
Ga voor meer informatie over onze producten naar onze website: www.smeg.com
22
Waarschuwingen voor het gebruik
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET APPARAAT. HIJ MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE KOOKPLAAT INTACT EN BINNEN BEREIK
WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN
AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE KOOKPLAAT IN GEBRUIK TE
NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD
PERSONEEL EN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS
BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL
GELDENDE EEG RICHTLIJNEN. HET APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN
VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER
GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE
VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
GEBRUIK DIT APPARAAT NOOIT VOOR HET VERWARMEN VAN RUIMTEN.
LAAT DE VERPAKKINGSRESTEN NOOIT ONBEHEERD IN HET HUIS. SCHEID DE
VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN LEVER ZE AF BIJ
HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE GEDIFFERENTIEERDE VERZAMELING VAN AFVAL.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR –
AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE
EUROPESE UNIE.
BLOKKEER DE OPENINGEN EN DE GLEUVEN VOOR DE VENTILATIE EN HET AFVOEREN VAN
DE WARMTE NIET.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS
ZICHTBAAR IN HET OPBERGVAK AANGEBRACHT.
HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
HET GEBRUIK VAN METALEN SCHUURSPONSJES EN SCHERPE SPATELS MOET
WORDEN VERMEDEN OM DE OPPERVLAKKEN NIET TE BESCHADIGEN.
GEBRUIK NORMALE, NIET SCHURENDE PRODUCTEN, EN EVENTUEEL
KEUKENGEREI VAN HOUT OF PLASTIC. SPOEL HET GOED AF EN DROOG HET AF
MET EEN ZACHTE DOEK OF EEN ZEEM.
ZORG ERVOOR DAT IN DE OVEN GEEN SUIKERHOUDENDE VOEDSELRESTEN
OPDROGEN (BIJV. JAM). WANNEER DIE TE LANG UITDROGEN KUNNEN ZE HET
EMAIL AAN DE BINNENKANT VAN DE OVEN BESCHADIGEN.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als
gevolg van het niet in acht nemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van
wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en als gevolg van
het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING - ONZE ZORG VOOR HET MILIEU
Wij gebruiken voor de verpakking van onze producten niet-vervuilende en dus milieuvriendelijke en recyclebare
materialen. Wij vragen om uw medewerking door te zorgen voor een juiste verwerking van het
verpakkingsmateriaal. De adressen van de centra voor het verzamelen, de recyclage of de verwerking zijn
beschikbaar bij uw wederverkoper of bij de plaatselijke betrokken instanties.
Laat de verpakking of delen ervan niet zomaar ergens achter. Dit kan gevaar van verstikking opleveren voor
kinderen, vooral de plastic zakjes.
U moet ook zorgen voor een correcte verwerking van het oude apparaat.
Belangrijk: bezorg het apparaat bij het plaatselijk bevoegde bedrijf voor het inzamelen van afgedankte
huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op intelligente wijze
gerecycled worden.
Voordat u uw apparaat wegdoet is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de rekken in de gebruiksstand laat
om te voorkomen dat spelende kinderen opgesloten raken in de ovenruimte. Verder moet u de elektrische
voedingskabel afsnijden en samen met de stekker verwijderen.
23
Waarschuwingen voor de veiligheid
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR
ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES.
IN UW BELANG EN VOOR UW VEILIGHEID IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE VAN
EN DE ASSISTENTIE VOOR ALLE ELEKTRISCHE APPARATEN MOET WORDEN UITGEVOERD
DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN.
ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN DAT HET WERK NAAR TEVREDENHEID
WORDT UITGEVOERD. GAS- OF ELEKTRISCHE APPARATEN MOETEN ALTIJD DOOR
DESKUNDIGE PERSONEN WORDEN UITGESCHAKELD.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET BIJBEHORENDE
STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN OVEREENSTEMMING MET DE
GELDENDE VOORSCHRIFTEN.
HET STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGDE PLATFORM WORDEN GEMONTEERD.
EEN AARDAANSLUITING, IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN VOORZIEN DOOR DE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE, IS VERPLICHT.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET APPARAAT KORT TESTEN IN
OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT
NIET FUNCTIONEERT MOET U HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP
DE PANDRAGERS VAN DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN OF BAKIJZERS WAARVAN DE DIAMETER GROTER IS DAN DE
BUITENOMTREK VAN DE KOOKPLAAT.
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: EEN ONVERWACHTE ONTSTEKING
ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE
WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
HOUD HET GLAZEN DEKSEL ALTIJD GOED VAST WANNEER U HEM LAAT ZAKKEN.
LET OP: HET GLAZEN DEKSEL KAN UITEEN SPRINGEN INDIEN OVERVERHIT.
DOE ALLE BRANDERS UIT EN WACHT TOT ZE ZIJN AFGEKOELD ALVORENS HET DEKSEL TE SLUITEN.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSENEN. STA NIET
TOE DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN.
BIJ EEN FUNCTIONERENDE GRILL KUNNEN DE TOEGANKELIJKE DELEN ZEER HEET WORDEN:
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.
NA IEDER GEBRUIK MOET U ALTIJD CONTROLEREN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE
STAND (UIT) STAAN.
24
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET
APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN
DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR DE LANDEN VAN
BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE OMSLAG VAN DEZE
HANDLEIDING STAAN AFGEBEELD.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als
gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen
aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat, en door het gebruik van nietoriginele vervangingsonderdelen.
Instructies voor de gebruiker
3. GEBRUIK WAARVOOR HET APPARAAT IS BESTEMD
Het apparaat is specifiek ontwikkeld voor een huishoudelijk gebruik en is daarom geschikt voor het
koken en opwarmen van voedsel. Het apparaat is niet ontworpen en gefabriceerd voor een
professioneel gebruik. Smeg kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een niet
correct gebruik van het apparaat.
Let op:
de fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als
gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van
wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en van het
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
4. LEER UW APPARAAT KENNEN
KOOKPLAAT
BEDIENINGSPANEEL
HOOFDOVEN
HULPOVEN
OPBERGVAK (AFHANKELIJK VAN DE
MODELLEN)
5. VÓÓR DE INSTALLATIE
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd achter in de huiselijke omgeving. Scheid de
verschillende van de verpakking afkomstige afvalmaterialen en lever ze af bij het dichtstbijzijnde centrum
voor de gedifferentieerde verzameling van het afval.
Voor het verwijderen van alle fabricageresten wordt het aanbevolen om de binnenkant van het apparaat
schoon te maken. Voor meer informatie over het reinigen verwijzen wij naar hoofdstuk “10.
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD”.
Bij de eerste ingebruikneming van de oven en de grill moet u ze net zolang op de maximumtemperatuur
verhitten tot de eventuele olieachtige resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten op het voedsel
zouden kunnen overbrengen, zijn verbrand. Na een stroomonderbreking zal de display van de
programmeereenheid met regelmatige onderbrekingen knipperen en aangeven. Voor de
regeling verwijzen wij naar paragraaf “9. ELEKTRONISCHE PROGRAMMEEREENHEID”
25
Instructies voor de gebruiker
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
6.1Inschakelen van de branders van de kookplaat
Voordat u de branders van de kookplaat ontsteekt moet u controleren of de vlamverdelers in hun zetels
liggen met de bijbehorende deksels, waarbij u ervoor moet opletten dat de gaten A van de
vlamverdelers overeenstemmen met de vonkontstekers en thermokoppels.
Alvorens de branders te ontsteken moet u het glazen deksel optillen; en voordat u hem weer sluit
moet alle branders uitschakelen en wachten tot te zijn afgekoeld.
De op verzoek beschikbare pandrager B moet worden gebruikt voor “woks” (chinese koekenpan).
Om schade aan de kookplaat te voorkomen is het fornuis uitgerust met een verhoogde pandrager C om
onder pannen met een doorsnede van meer dan 26 cm te plaatsen.
De meegeleverde reductie C dient voor kleine recipiënten.
Naast iedere knop wordt de bijbehorende brander aangegeven.
Het apparaat heeft een inrichting voor de elektronische ontsteking. U hoeft
alleen maar de knop in te drukken en linksom op het symbool van de kleine
vlam te zetten , tot de brander zal branden. Bij de modellen met een
veiligheidsklep moet u, nadat de brander is gaan branden, de knop nog enkele
seconden lang ingedrukt houden om het thermokoppel warm te laten worden.
Het kan voorkomen dat de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat:
dit betekent dat het thermokoppel nog niet voldoende was verwarmd.
Wacht een ogenblik en herhaal de handeling en houd de knop iets langer
ingedrukt. Bij de branders zonder thermokoppel is deze voorzorgsmaatregel
niet nodig.
Wanneer bij de modellen met een thermokoppel de branders per ongeluk zouden uitgaan, zal een
veiligheidsinrichting ingrijpen en de gastoevoer blokkeren, ook bij een open kraantje.
6.2Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de kookplaat
Voor een beter rendement van de branders en een minimaal verbruik van het gas moet u: recipiënten
met een deksel en qua grootte aangepast aan de die van de branders gebruiken om te voorkomen dat
de vlam langs de zijkanten lekt (zie paragraaf “6.3 Diameter van de recipiënten”). Op het aan de kook
raken moet u de vlam zover verminderen dat de vloeistof niet overkookt. Tijdens het koken moet u
brandwonden en schade aan de kookplaat vermijden, en alle recipiënten of het bakijzer moet binnen de
buitenomtrek van de kookplaat blijven. Alle recipiënten moet een vlakke en regelmatige bodem hebben.
Wanneer u olies of vetten gebruikt moet u ervoor opletten dat ze bij het heet worden niet gaan branden.
Bij het onverwachte doven van de vlam moet u de bedieningsknop sluiten en tenminste 1 minuut
wachten alvorens opnieuw te proberen om hem te ontsteken.
6.3Diameter van de recipiënten
BRANDERS
1. Hulpbrander
2. Halfsnelle brander
3.
Snel
4. Driedubb. vlamkr.
Ø MIN. EN MAX. (IN CM.)
12 - 14
16 - 24
18 - 26
18 - 26
26
Instructies voor de gebruiker
7. HET BEDIENINGSPANEEL
Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de keuken bevinden zich op het frontpaneel. In de
onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de gebruikte symbolen.
THERMOSTAAT HOOFDOVENBRANDER LINKSVOOR
FUNCTIES HOOFDOVENBRANDER LINKSACHTER
FUNCTIES HULPOVENBRANDER MIDDEN
BRANDER RECHTSACHTER
BRANDER RECHTSVOOR
Wanneer het fornuis een elektronische programmeereenheid heeft, moet u voordat u de oven in
gebruik neemt u ervan verzekeren dat op de display het symbool verschijnt, zie paragraaf “9.
ELEKTRONISCHE PROGRAMMEEREENHEID”.
BEDIENINGSKNOP BRANDERS VAN DE KOOKPLAAT
Om de brander te ontsteken moet u de knop indrukken en linksom op de
waarde van de kleine vlam te zetten . Om de vlam te regelen moet u de knop
in het gebied tussen het maximum () en het minimum ( ) zetten. De
uitschakeling van de brander geschiedt door de knop terug te brengen op de
stand.
THERMOSTAATKNOP (HOOFDOVEN)
U kunt de kooktemperatuur instellen door de knop rechtsom te draaien op de
gewenste stand, tussen 50° en 260°C.
Het branden van het oranje controlelampje wijst erop dat de oven wordt
opgewarmd. Wanneer het uitgaat is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt.
Het regelmatig knipperen wijst erop dat de temperatuur in de oven continu op
het ingestelde niveau wordt gehouden.
27
Instructies voor de gebruiker
FUNCTIEKEUZEKNOP
De verschillende functies van de elektrische oven zijn geschikt voor de
verschillende kookwijzen. Na de gewenste functie te hebben geselecteerd moet
u de kooktemperatuur instellen met de thermostaatknop.
OVENVERLICHTINGGRILL-ELEMENT + VENTILATIE
BOVENSTE EN ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENTGEVENTILEERD
THERMOSTAATKNOP (HULPOVEN)
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met de klok mee op de
gewenste temperatuur te draaien, tussen 50° en 250°C.
Als het controlelampje gaat branden, wil dat zeggen dat de oven wordt
opgewarmd. Als het lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de
temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau gehouden wordt.
De oven wordt aangestoken door de knop met de klok mee te draaien op één
van de onderstaande functies, met uitzondering van de ovenverlichting:
OVENVERLICHTINGGRILL-ELEMENT
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN
ONDER (50 ÷ 245°)
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
+ VENTILATIE
VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT +
VERWARMINGSELEMENT BOVEN
28
Loading...
+ 14 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.