Smeg SF4800MPO User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen 132
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 132
1.2 Waarschuwingen voor het gebruik van de magnetron 133
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant 135
1.4 Beoogd gebruik 135
1.5 Identificatieplaatje 135
1.7 Deze gebruiksaanwijzing 136
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 136
2 Beschrijving 137
2.1 Algemene beschrijving 137
2.2 Bedieningspaneel 137
2.3 Microgolfoven 138
2.4 Andere onderdelen 138
2.5 Beschikbare accessoires 139
3 Gebruik 140
3.1 Waarschuwingen 140
3.2 Eerste gebruik 141
3.3 Gebruik van de accessoires 142
3.4 Het gebruik van de oven 143
3.5 Bereidingsfuncties 145
3.6 Speciale functies 150
3.7 Secundair menu 155
4 Reiniging en onderhoud 157
4.1 Waarschuwingen 157
4.2 Reiniging van de oppervlakken 157
4.3 Dagelijkse gewone reiniging 157
4.4 Voedselresten of -vlekken 157
4.5 Reiniging van de ruiten van de deur 158
4.6 De reiniging van de binnenkant van de oven 158
5 Installatie 160
5.1 Elektrische aansluiting 160
5.2 Vervanging van de kabel 160
NL
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
131
1 Waarschuwingen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOORLEZEN EN VOOR NASLAG BEWAREN.
Waarschuwingen
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• AANDACHT: Gebruik de
magnetron niet als de deur of de deurpakking beschadigd is, tot u deze door ervaren personeel hebt laten repareren.
• AANDACHT: Voor iedereen - met
uitzondering van ervaren personeel
- is het gevaarlijk om onderhoud of reparaties te verrichten waarvoor een afscherming, die bescherming tegen de microgolven biedt, gedemonteerd moet worden.
• AANDACHT: Vloeistoffen en ander
voedsel mogen niet in verzegelde houders worden opgewarmd, aangezien ze zouden kunnen ontploffen.
• AANDACHT: Het apparaat en de
bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik.
• Raak geen warmte-elementen
delen aan tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan verwijderd van het apparaat.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toegestaan onder toezicht en begeleiding van volwassenen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
• Werkzaamheden voor schoonmaak en onderhoud van het apparaat mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet onder toezicht staan.
• Schakel het apparaat uit na gebruik ervan.
• Schakel het apparaat uit of koppel het van de voeding af en houd de deur gesloten om eventuele vlammen te doven, als rook uit het apparaat komt.
• Probeer nooit om vlammen/brand met water te blussen.
• Laat de installatie en technische interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het apparaat.
132
Waarschuwingen
• Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen.
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Gebruik het apparaat nooit om de ruimte te verwarmen.
1.2 Waarschuwingen voor het gebruik van de magnetron
• Controleer het apparaat tijdens
de bereiding van levensmiddelen in houders van plastic of papier.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar
NL
• Tijdens het gebruik van de
magnetron voor het (her)opwarmen van vloeistoffen kan het kookproces worden vertraagd. De kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat de normale bellen worden gevormd. Het vertraagde kookproces kan tot een ontploffing in de oven leiden. Bij het verwijderen van de houder uit de oven kan kokend hete vloeistof blijven overkoken. Om deze gevaren te vermijden, dient u tijdens het opwarmen altijd het meegeleverde kookstaafje (of een plastic, hittebestendige lepel) in de houder aan te brengen.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten.
• Gebruik de magnetron uitsluitend voor het bereiden van levensmiddelen. Andere toepassingen (bijv. het opdrogen van kleding, het opwarmen van
133
Waarschuwingen
sloffen, sponsen, vochtige doeken enz., het drogen van voedsel) zijn absoluut verboden en kunnen letsel of brand veroorzaken.
• Maak het apparaat continu schoon en verwijder eventuele voedselresten.
• Gebruik de magnetron niet om voedsel te drogen.
• Gebruik de magnetron niet voor het opwarmen van of bakken met olies.
• Gebruik het apparaat niet voor het opwarmen van alcoholhoudende levensmiddelen of dranken.
• Babyvoeding mag niet in gesloten houders in de magnetron worden opgewarmd. Verwijder de deksel of de speen (in het geval van een fles). Verifieer aan het einde van de bereiding altijd de temperatuur, deze mag niet te hoog zijn. Meng of roer de inhoud goed door om voor een gelijkmatige temperatuur te zorgen, en brandwonden te vermijden.
• Warm eieren in een schaal of hele, hardgekookte eieren niet op aangezien ze na het opwarmen zouden kunnen ontploffen.
• Prik de schil door alvorens u levensmiddelen met huid of harde schil bereid (bijv. aardappels,
appels, enz.).
• Verwarm verpakte levensmiddelen niet op.
• Gebruik de functies microgolven niet als de magnetron leeg is.
• Gebruik vaatwerk en instrumenten die voor de magnetron geschikt zijn.
• Gebruik geen aluminium bakjes voor de bereiding van voedsel.
• Gebruik geen vaatwerk met decoraties van metaal (goud, zilver).
• Het apparaat werkt op een ISM­golflengte van 2.4 Ghz.
• Overeenkomstig de bepalingen van de elektromagnetische compatibiliteit behoort het apparaat tot groep 2 en klasse B (EN 55011).
• Dit apparaat voldoet aan de actueel toepasselijke normen en richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid. Desondanks raden we personen met een pacemaker aan om een afstand van 20-30 cm tussen de werkende magnetron en de pacemaker te behouden. Raadpleeg de fabrikant van de pacemaker voor overige informatie.
134
Waarschuwingen
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen tengevolge:
• een ander gebruik van het apparaat
dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een huishoudelijke omgeving. Elk ander gebruik is oneigenlijk. Bovendien kan dit apparaat niet worden gebruikt:
• in de keuken van werknemers in winkels, kantoren en andere werkomgevingen.
• op (vakantie)boerderijen.
• door gasten in hotels en motels en in residences.
• in bed en breakfasts.
• Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningystemen.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de merknaam van het apparaat. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker (indien aanwezig).
• De gebruiker moet het apparaat dus
aan het einde van het gebruik toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of het overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
NL
135
Waarschuwingen
1.7 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en dient gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard.
• Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig vóór installatie.
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
136
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Advies
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Bedieningspaneel 2 Lamp 3 Pakking
2.2 Bedieningspaneel
Beschrijving
4 Deur 5 Frame voor roosters/ovenschalen
NL
Niveau van het frame
1 Temperatuurknop
Met deze knop kunt u de bereidingstemperatuur selecteren als de traditionele of gecombineerde functie wordt gebruikt.
137
Beschrijving
2 Controlelamp thermostaat
Traditionele en gecombineerde functies: de oven wordt tot de ingestelde opgewarmd als de controlelamp knippert. De controlelamp blijft branden tot de oven uitgeschakeld wordt de temperatuur is bereikt.
Functies microgolven: blijft branden om aan te geven dat een functie microgolven is gestart. Blijft branden tot de oven uitgeschakeld wordt.
3 Klok
Geeft de actuele tijd, het gekozen vermogen, de gekozen bereidingstemperatuur en de eventuele toegekende duur weer.
4 Functieknop
Met deze knop is het volgende mogelijk:
• in-/uitschakelen van het apparaat;
• een functie selecteren;
• in-/uitschakelen interne verlichting van het apparaat.
Draai aan het einde van elk gebruik de functieknop op 0.
2.3 Microgolfoven
Het apparaat is voorzien van een microgolfgenerator, magnetron genaamd. De geproduceerde microgolven worden gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld, bereiken de gerechten en warmen ze op.
Het opwarmen vindt plaats door middel van de wrijving van de moleculen (en met name de watermoleculen) in het voedsel, waardoor warmte wordt geproduceerd.
De warmte die direct in het voedsel wordt geproduceerd, maakt het mogelijk om in weinig tijd - minder dan voor een normale bereidingswijze nodig is - voedsel te bereiden, te ontdooien of op te warmen.
Door het gebruik van houders die voor de bereiding in de magnetron geschikt zijn, kunnen de microgolven het voedsel gelijkmatig bereiken (zie Materialen die voor de magnetron geschikt zijn).
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
138
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in werking tijdens de bereiding.
De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die boven de deur naar buiten komt, en die nog even kan doorgaan nadat de oven werd uitgeschakeld.
Beschrijving
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat wordt ingeschakeld:
• als de deur wordt geopend;
• als een willekeurige functie wordt gekozen;
• als de functieknop wordt gedraaid op het symbool .
2.5 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Rooster
Bakerplaat
Nuttig voor een gelijkmatige en goudbruine bereiding.
Kookstaafje
NL
Tijdens het opwarmen van vloeistoffen in de houder plaatsen om het vertraagde kookproces te voorkomen.
De ovenaccessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen.
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding.
De originele bijgeleverde of optionele accessoires kunnen worden aangevraagd bij erkende servicecentra. Gebruik enkel de originele accessoires van de constructeur.
139
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
De temperatuur in de oven is hoog tijdens gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de oven.
• Let op dat u de warmte-elementen in de oven niet aanraakt.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• Houd kinderen verwijderd van de oven tijdens gebruik ervan.
De temperatuur in de oven is hoog tijdens gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid van de oven.
• Laat geen ontvlambaar materiaal in de nabijheid van de oven.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden (met uitzondering van de functie microgolven).
• Plaats geen dichte schotels of houders in de oven.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen en roosters uit de ovenruimte tijdens gebruik.
Incorrect gebruik
Beschadiging van geëmailleerde oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
• Pannen niet over de gelakte bodem slepen of er tegen laten stoten.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
Materialen die voor de magnetron geschikt zijn
Doorgaans geldt dat de materialen die voor de bereiding met de magnetron gebruikt worden de microgolven moeten doorlaten, zodat de microgolven het voedsel kan bereiken.
Bruikbaar:
Glas* (deksels altijd verwijderen): ovenschalen, glazen, glazen potten.
Porselein.
Terracotta.
Plastic* (geschikt voor de magnetron): bakjes, folie (mag het voedsel niet raken).
*uitsluitend hittebestendig.
140
Gebruik
Niet bruikbaar :
Metaal (kan vonken veroorzaken): aluminium folie en bakjes, metalen borden en keukengerei, sluitstrips diepvrieszakken.
Hout.
Kristallen glazen.
Papier (brandgevaar).
Houders van piepschuim (mogelijke contaminatie van het voedsel).
Het vaatwerk testen
Het vaatwerk mag geen decoraties van metaal bevatten.
Gebruik voor deze test de functie microgolven zonder dat u voedsel in de magnetron plaatst.
Aan de hand van de volgende eenvoudige test kunt u nagaan of het vaatwerk voor de bereiding in de magnetron geschikt is:
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats het bord/de schaal op de bodem van de oven.
3. Selecteer de functie microgolven op maximaal vermogen (bijv. 1000W).
4. Stel een bereidingsduur van 30 seconden in.
5. Start de bereiding.
Ongeschikt vaatwerk.
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Onderbreek de test onmiddellijk als u merkt dat het vaatwerk vonken of geknetter produceert. In dit geval is het vaatwerk niet voor de bereiding met de magnetron geschikt.
6. Aan het einde van de test moet het bord/de schaal koud of lauwwarm zijn. We raden u aan om het bord/de schaal niet voor de bereiding met de magnetron te gebruiken als deze warm is.
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan de binnen- en buitenzijde van het apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve het plaatje met de technische gegevens) van de accessoires of uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van het apparaat (zie 4 Reiniging en onderhoud).
4. Verwarm de lege oven op de maximale temperatuur (met traditionele functies) om eventuele productieresten te verwijderen.
NL
Gebruik voor de eerste opwarming de traditionele functie en dus geen functie microgolven.
141
Gebruik
3.3 Gebruik van de accessoires
Rooster
Het rooster moet helemaal in de zijgeleiders worden aangebracht.
• De mechanische veiligheidsblokkeringen om ongewenste verwijdering van de roosters te voorkomen moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de oven gericht zijn.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Het accessoire kan erg warm worden. Gebruik ovenwanten voor de hantering.
Bakerplaat
Voor een optimale functionering moet de Bakerplaat midden op het rooster worden geplaatst.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Het accessoire kan erg warm worden. Gebruik ovenwanten voor de hantering.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
142
Breng het rooster voorzichtig helemaal in de oven aan.
Maak het rooster schoon voor het eerste gebruik, om eventuele productieresten te verwijderen.
• Het oppervlak van de plaat niet direct met messen aanraken
• Niet met metaalborstels of -sponzen reinigen, aangezien deze de bovenlaag zouden kunnen beschadigen.
Gebruik
Kookstaafje
Het kookproces kan bij het gebruik van de magnetron voor het (her)opwarmen van vloeistoffen worden vertraagd. Om dit fenomeen te vermijden, dient u tijdens het opwarmen altijd het meegeleverde kookstaafje (of een plastic, hittebestendige lepel) in de houder aan te brengen.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor brandwonden
• Om het gevaar voor een ontploffing in het apparaat of het blijven overkoken van de kokend hete vloeistof te voorkomen, dient u tijdens het opwarmen altijd het kookstaafje in de vloeistof te plaatsen.
3.4 Het gebruik van de oven
Klok
NL
Controlelamp microgolven
Controlelamp klok
Controlelamp kookwekker
Controlelamp bereiding met
tijdinstelling
Controlelamp geprogrammeerde
bereiding
A Regelknop B Bevestigingsknop
Hoge temperatuur
Gevaar voor schade aan het apparaat
• Gebruik het kookstaafje uitsluitend met de functies microgolven. Gebruik het kookstaafje niet met gecombineerde of traditionele functies.
143
Gebruik
Werkingscondities
Stand-by: Wanneer geen enkele functie is gekozen, toont de klok de actuele tijd
ON: Draai de functieknop op een willekeurige stand, niet 0, om een willekeurige functie te starten. De klok toont te ingestelde parameters, zoals de temperatuur, de bereidingsduur, het vermogen van de microgolven en het bereiken van de ingestelde temperatuur.
.
Instelling van het uur
De eerste keer dat het apparaat wordt gebruikt of na een stroomonderbreking
knippert het symbool op de klok.
1. Draai de regelknop rechtsom/linksom tot de actuele tijd is ingesteld.
2. Na ongeveer 5 seconden gaat het
symbool uit en hervat de klok de normale functionering.
Het kan zijn dat u de huidige tijd moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de overgang naar de zomertijd.
3. Verzeker u ervan dat geen enkele functie geactiveerd is (de temperatuurknop en de functieknop moeten op 0 zijn geplaatst) om de klok verder te regelen.
4. Draai de regelknop rechtsom/linksom.
144
Gebruik
3.5 Bereidingsfuncties
Een functie kan op elk ogenblik onderbroken worden door de functieknop op 0 te draaien.
Microgolfoven
Microgolven dringen het voedsel binnen en maken het daardoor mogelijk om binnen kortere tijd voedsel te bereiden, waarbij bovendien aanzienlijk veel energie wordt bespaard. Microgolven zijn ideaal voor bereidingen zonder vet, voor het ontdooien en voor het opwarmen van voedsel, terwijl het originele aanzicht en de smaak behouden blijven.
1. Draai de functieknop op het symbool microgolven. De symbolen en
knipperen op de klok. De standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/ seconden) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 30 minuten) in te stellen.
5. Bevestig de ingestelde gegevens met een druk op de regelknop. De symbolen
en knipperen op de klok.
6. Druk op de bevestigingsknop om de bereiding te starten.
De bereiding wordt onderbroken als de deur geopend wordt. Hervat de bereiding door na het sluiten van de deur op de bevestigingsknop te drukken.
Onderbreek tijdelijk de bereidingsfunctie door op de bevestigingsknop te drukken. Druk opnieuw op de bevestigingsknop om de bereiding te hervatten.
7. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Draai aan de regelknop om extra bereidingsduur in te stellen.
Druk op de bevestigingsknop om de bereiding te starten.
NL
3. Druk op de regelknop. Het symbool knippert op de knop. Het
standaardvermogen van de microgolven wordt op het display weergegeven
4. Draai de regelknop rechtsom/linksom om het vermogen van 100W tot 1000W te wijzigen (zie “Vermogen microgolven”).
Schakel het apparaat uit door de functieknop op 0 te draaien.
Het is niet mogelijk om een bereiding met microgolven op te starten zonder dat een bereidingsduur is ingesteld.
145
Gebruik
Vermogen microgolven
Hieronder geven we de vermogens die u kunt selecteren:
Vermogen (W) Nuttig voor
100
Ontdooien van voedsel200
300
400
500
600
700
800
900
1000
Bereiding van vlees of delicate
bereidingen
Opwarmen of bereiding van
voedsel
Opwarmen van vloeistoffen
Gecombineerd (microgolven+grill)
Door het gebruik van de grill kleurt de buitenkant van het voedsel goudbruin. De werking van microgolven maakt het echter mogelijk om de binnenkant van het voedsel in korte tijd te bereiden.
1. Draai de functieknop op het symbool gecombineerd. De symbolen en
knipperen op de klok. De
standaardwaarde (uren/ minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 13 uur) in te stellen.
3. Druk op de regelknop. Het symbool knippert op de knop. Het
standaardvermogen van de microgolven wordt op het display weergegeven
146
4. Draai de regelknop rechtsom/linksom om het vermogen van 100W tot 700W te wijzigen.
5. Bevestig de ingestelde gegevens met een druk op de regelknop. De symbolen
en knipperen op de klok.
6. Stel de temperatuur in door aan de temperatuurknop te draaien. Op het display wordt 5 seconden lang de ingestelde temperatuur weergegeven.
7. Druk op de bevestigingsknop om de bereiding te starten.
Gebruik
In deze functie wordt het voorverwarmen niet verricht.
De bereiding wordt onderbroken als de deur geopend wordt. Hervat de bereiding door na het sluiten van de deur op de bevestigingsknop te drukken.
Tijdens de bereiding kan de bereidingstemperatuur worden gewijzigd. Draai aan de temperatuurknop om de nieuwe temperatuur in te stellen. De nieuwe temperatuur wordt 5 seconden lang op het display weergegeven.
Onderbreek tijdelijk de bereidingsfunctie door op de bevestigingsknop te drukken. Druk opnieuw op de bevestigingsknop om de bereiding te hervatten.
8. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Draai aan de regelknop om extra bereidingsduur in te stellen.
Druk op de bevestigingsknop om de bereiding te starten.
Traditioneel (grill)
Met de warmte die van het grill element komt, kunnen uitstekende resultaten bereikt worden zoals het roosteren van dun/iets dikker vlees. Aan het einde van de bereiding wordt bovendien een uniforme goudbruine kleur verkregen. Ideaal voor worsten, ribbetjes en bacon. Met deze functie kan een grote hoeveelheid voedsel, en vooral vlees, uniform gegrild worden.
1. Draai de functieknop op het symbool grill.
2. Draai de temperatuurknop op de gewenste waarde (50° tot 250°). Het display toont de ingestelde temperatuur
(bijv. ).
3. Na een enkele seconde knippert de controlelamp van de thermostaat om de voorverwarmingsfase aan te geven.
4. Als de temperatuur bereikt is stopt de controlelamp van de thermostaat met knipperen. U hoort een geluidssignaal dat aangeeft dat het te bereiden gerecht in de oven kan worden geplaatst.
5. Draai aan het einde van de bereiding de functieknop en de temperatuurknop op 0.
NL
Schakel het apparaat uit door de functieknop op 0 te draaien.
147
Gebruik
Bereiding met tijdinstelling
Met bereiding met tijdinstelling wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kunt beginnen, en deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen.
Als een traditionele functie is ingesteld:
1. Druk 2 keer op de regelknop. Het symbool knippert op de klok. De
standaardwaarde (uren/ minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai binnen 5 seconden de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 13 uur) in te stellen.
3. Druk de regelknop 2 keer in (de
symbolen en knipperen op de klok) of wacht 5 seconden na de laatste
instelling: het symbool brandt en de bereiding met tijdinstelling wordt gestart.
Tijdens een bereiding met tijdinstelling kan de duur worden aangepast.
4. Druk op de regelknop.
5. Draai binnen 5 seconden de regelknop rechtsom/linksom om de nieuwe bereidingsduur in te stellen.
6. Druk 2 keer op de regelknop of wacht 5 seconden na de laatste instelling.
7. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Druk de regelknop ongeveer 3 seconden in om een bereiding met tijdinstelling op elk gewenst moment te wissen.
Delay timer
De functie 'delay timer' is een functie waarmee u de bereiding op een door u ingesteld tijdstip automatisch, met de automatische uitschakeling van de oven, kunt laten beëindigen.
Als een traditionele functie is ingesteld:
1. Druk 2 keer op de regelknop. Het symbool knippert op de klok. De
standaardwaarde (uren/ minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai binnen 5 seconden de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 13 uur) in te stellen. Bijv.
148
Gebruik
3. Druk op de regelknop. Het symbool knippert op de klok. De
standaardwaarde voor de delay timer
(uren/minuten) wordt op
het display weergegeven.
4. Draai binnen 5 seconden de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 24 uur) in te stellen. Bijv.
5. Druk op de regelknop of wacht 5 seconden na de laatste instelling: de delay timer wordt gestart.
6. Op het display wordt de ingestelde waarde van delay timer weergegeven
(in dit geval ).
7. De bereiding wordt gestart als de ingestelde tijd is verstreken. Het display toont de tijd voor het uitvoeren van de
bereiding (in dit geval ).
8. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Druk de regelknop ongeveer 3 seconden in om een delay timer op elk gewenst moment te wissen.
Kookwekker
Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren.
De kookwekker kan zowel tijdens de fase van de bereiding als de staat van stand-by van het apparaat geactiveerd worden.
1. Druk op de regelknop. Het symbool knippert op de klok. De
standaardwaarde (uren/ minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai binnen 5 seconden de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 4 uur) in te stellen.
3. Druk op de regelknop of wacht 5 seconden na de laatste instelling: het
symbool brandt en de kookwekker wordt gestart.
Terwijl de kookwekker loopt kan de duur worden aangepast.
4. Druk op de regelknop.
5. Draai binnen 5 seconden de regelknop rechtsom/linksom om de nieuwe bereidingsduur in te stellen.
6. Druk opnieuw op de regelknop of wacht 5 seconden na de laatste instelling.
NL
149
Gebruik
7. Aan het einde van de kookwekker
knipperen de symbolen en
en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Druk de regelknop ongeveer 3 seconden in om een kookwekker op elk gewenst moment te wissen.
3.6 Speciale functies
Opwarming
Met deze functie kunt u eerder bereide en in de koelkast bewaarde levensmiddelen met microgolven opwarmen.
1. Draai de functieknop op het symbool opwarming. De symbolen en
knipperen op de klok. De standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/ seconden) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 99 minuten) in te stellen.
3. Druk op de regelknop.
4. Druk op de bevestigingsknop om de opwarming te starten.
5. Aan het einde van de opwarming wordt
op het display knipperend weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Baker
Met deze functie en de bakerplaat krijgen uw gerechten een mooi goudbruin korstje en worden ze knapperig. Ideaal voor pizza's, frietjes en hartige taarten.
1. Plaats het rooster op het gewenste niveau. Plaats daar de lege bakerplaat op.
2. Draai de functieknop op het symbool
baker. De symbolen en knipperen op de klok. De
standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/ seconden) wordt op het display
weergegeven.
3. Draai de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 99 minuten) in te stellen.
4. Druk op de regelknop. Het symbool knippert op de klok.
5. Bevestig de ingestelde gegevens met een druk op de regelknop.
150
Gebruik
6. Druk op de bevestigingsknop om de functie baker te starten. Na een enkele seconde knippert de controlelamp van de thermostaat om de voorverwarmingsfase aan te geven.
7. Als de temperatuur bereikt is, wordt op
het display weergegeven en stopt de controlelamp van de
thermostaat met knipperen. U hoort een geluidssignaal dat aangeeft dat het te bereiden gerecht in de oven kan worden geplaatst.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Hanteer de bakerplaat met ovenwanten
8. Plaats het gerecht op de bakerplaat.
9. Druk op de bevestigingsknop om de bereiding te hervatten.
10. Aan het einde van de functie baker
wordt op het display weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Tabel bereidingstips
Type
Diepgevroren pizza 300 2 11
Verse pizza 600 2 14
Diepgevroren friet 500 2 15
Diepgevroren kipnuggets 500 2 16
Losgeklopte verse eieren 400 2 9
Gewicht
(g)
Niveau
Tijd
(min)
NL
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Plaats geen houders op de bakerplaat die niet hittebestendig zijn.
De gegeven tijd bevat tevens de voorverwarmingstijd van de lege bakerplaat.
151
Gebruik
Ontdooien op tijd
Met deze functie kunt u met de functie microgolven en een instelbare tijd levensmiddelen ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie Procedure “Turn”).
2. Draai de functieknop op het symbool
ontdooien op tijd. De symbolen en
knipperen op de klok. De
standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/ seconden) wordt op het display
weergegeven.
3. Draai de regelknop rechtsom/linksom om de bereidingsduur (max. 99 minuten) in te stellen.
4. Druk op de regelknop.
5. Druk op de bevestigingsknop om de opwarming te starten.
6. Aan het einde van het ontdooien wordt
op het display knipperend weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Draai aan de regelknop om extra bereidingsduur in te stellen.
Druk op de bevestigingsknop om de bereiding te starten.
Voor een optimaal resultaat moet u het gerecht in de ovenruimte draaien, als het ontdooien meer dan 5 minuten duurt, zie Procedure “Turn”.
152
Het ontdooien wordt onderbroken als de deur geopend wordt. Hervat het ontdooien door na het sluiten van de deur op de bevestigingsknop te drukken.
Onderbreek tijdelijk het ontdooien door op de bevestigingsknop te drukken. Druk opnieuw op de bevestigingsknop om het ontdooien te hervatten.
Gebruik
Ontdooien op gewicht
Met deze functie kunt u met de functie microgolven afhankelijk van het gewicht en het type levensmiddel levensmiddelen ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie Procedure “Turn”).
2. Draai de functieknop op het symbool ontdooien op gewicht. Het display
toont het standaardbericht om het eerste beschikbare
ontdooiprogramma aan te geven.
3. Draai de regelknop rechtsom/linksom om het gewenste programma (d01... d04) te selecteren.
4. Druk op de regelknop. Het programma toont het standaardgewicht in gram
(als het programma d01
wordt gekozen).
5. Draai de regelknop rechtsom/linksom om het gewicht van het te ontdooien gerecht in te stellen.
6. Bevestig de ingestelde gegevens met een druk op de regelknop.
7. Druk op de bevestigingsknop om het ontdooien te starten.
8. Aan het einde van het ontdooien wordt
op het display knipperend weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de regelknop kunt uitschakelen.
Voor een optimaal resultaat moet u het gerecht in de ovenruimte draaien, als het ontdooien meer dan 5 minuten duurt, zie Procedure “Turn”.
Van te voren ingestelde parameters
Type
d01: Vlees
d02: Vis
d03: Fruit
d04: Brood
Gewicht
(g)
500
(min 100 max 1100)
400
(min 100 max 700)
300
(min 100 max500)
300
(min100 max 500)
Tijd
(min)
20
17
15
5
NL
153
Gebruik
Procedure “Turn”
Voor optimaal ontdooien geeft het apparaat aan wanneer u het gerecht in de ovenruimte moet draaien.
1. Plaats het gerecht parallel aan de deur in de oven.
2. U moet het gerecht draaien als op het
display van het apparaat wordt weergegeven.
3. Open de deur en draai het gericht 90°.
5. Het apparaat kan u opnieuw vragen om het gerecht te draaien als dit nodig is.
Op het display wordt weergegeven.
6. Voor een tweede rotatie moet u de deur openen en het gerecht 180° draaien.
7. Sluit de deur en hervat de functie door op de bevestigingsknop te drukken.
Lamp
Met deze functie kunt u de lamp in de oven inschakelen als het apparaat niet werkt.
Het apparaat wacht een minuut en voltooit het ontdooien automatisch als u het gerecht niet draait.
Op het display wordt ter herinnering
weergegeven.
4. Sluit de deur van het apparaat en hervat de functie door op de bevestigingsknop te drukken.
154
1. Draai de functieknop op het symbool lamp.
2. Draai aan het einde de functieknop op 0.
Gebruik
3.7 Secundair menu
Het apparaat is tevens uitgerust met een verborgen “secundair menu”, waarin de gebruiker het volgende kan verrichten:
• De kinderbeveiliging activeren of deactiveren.
• De Showroom stand activeren of deactiveren (die alle verwarmingselementen deactiveert en enkel het bedieningspaneel laat werken).
• De stand Laag Vermogen (Eco-Logic) activeren of deactiveren.
• De stand warmte behouden (Keep Warm) activeren of deactiveren.
Als het apparaat in stand-by is geplaatst (temperatuurknop en functieknop op 0):
1. Houd de regelknop en de bevestigingsknop tegelijkertijd 5 seconden ingedrukt.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom om de staat van de instelling te wijzigen (ON/OFF).
3. Druk op de regelknop om over te gaan naar de volgende instelling.
P1: Kinderbeveiliging
Deze stand doet de bedieningen van het apparaat automatisch blokkeren na een minuut normale werking, zonder enige tussenkomst van de gebruiker.
De blokkering zal één minuut na de laatste instelling geactiveerd worden.
Om de blokkering tijdelijk uit te schakelen tijdens een bereiding, moet de regelknop 5 seconden ingedrukt gehouden worden. De blokkering zal één minuut na de laatste instelling weer actief worden.
Als de stand van de temperatuur­en functieknop wordt aangeraakt of gewijzigd, verschijnt op de display twee seconden lang
.
Ook als de kinderbeveiliging geactiveerd is, kunt u het apparaat onmiddellijk uitschakelen door de functieknop op 0 te draaien.
NL
155
Gebruik
P2: Showroom (enkel voor exposanten)
Deze stand laat toe om de verwarmingselementen te deactiveren, terwijl men toch gebruik kan maken van het bedieningspaneel.
Om het apparaat normaal te gebruiken, moet deze stand op OFF zijn ingesteld.
Als deze stand geactiveerd is, wordt elke minuut 3 seconden
lang op het display weergegeven.
P3: Laag vermogen (Eco-Logic)
Met deze stand kunt u het verbruik van de oven beperken.
Ideaal om meerdere huishoudelijke apparaten tegelijkertijd te kunnen gebruiken.
P4: Warmte behouden (Keep Warm)
In deze stand kan het apparaat aan het einde van een bereiding waarvan de duur is ingesteld (als deze niet handmatig wordt onderbroken) het zojuist bereide voedsel ongeveer 1 uur lang (op lage temperatuur) warmhouden.
Als deze stand geactiveerd is wordt aan het einde van een traditionele bereiding op het
display weergegeven.
HI: normaal vermogen. LO: laag vermogen.
Wanneer de stand van het beperkt verbruik wordt geactiveerd, kan de tijdsduur van de voorverwarming en van de bereiding langer duren.
156
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
• Nalatige reiniging van de ovenruimte kan de levensduur van het apparaat op negatieve wijze beïnvloeden en kan een gevaar vormen.
• Verwijder voedselresten altijd uit de ovenruimte.
Wend u voor de vervanging tot de technische assistentie als de lamp beschadigd is. Dit defect is niet van invloed op de status van het apparaat. U kunt het apparaat blijven gebruiken.
Hoge temperatuur in de oven na het gebruik
Gevaar op verbranding
• Laat het apparaat afkoelen en maak het daarna pas schoon.
4.2 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te houden, moeten ze na elk gebruik gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
4.3 Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke producten, die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en wrijf het over het oppervlak, spoel zorgvuldig af, en droog met een zachte doek of met een microfiber doek.
4.4 Voedselresten of -vlekken
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers zodat de oppervlakken niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten, en eventueel houten of plastic gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een microfiber doek.
Vermijd om etensresten op basis van suiker (bijv. marmelade) te laten drogen, dit kan het email binnenin aantasten.
NL
157
Reiniging en onderhoud
4.5 Reiniging van de ruiten van de deur
Er wordt aangeraden om deze steeds schoon te houden. Gebruik absorberend keukenpapier. Bij hardnekkig vuil moet u schoonmaken met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Er wordt aanbevolen om reinigingsproducten van de constructeur te gebruiken.
4.6 De reiniging van de binnenkant van de oven
Om de oven in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden.
Verwijder alle verwijderbare delen. Reinig de ovenroosters met warm water en
niet-schurende reinigingsmiddelen; spoel en droog ze daarna.
Verwijdering van de geleiderframes voor de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes worden verwijderd, kan de reiniging van de zijdelen makkelijker uitgevoerd worden. Deze handeling moet uitgevoerd worden wanneer de automatische reinigingscyclus wordt gebruikt (enkel op sommige modellen).
Verwijder de geleiderframes:
1. Schroef de twee bevestigingspinnen van het geleiderframe los.
2. Schuif het frame naar binnen.
158
Er wordt aangeraden om de oven ongeveer 15/20 minuten maximaal te verwarmen nadat specifieke producten gebruikt werden, om eventuele resten in de oven te elimineren.
Voor een gemakkelijke schoonmaak is het aanbevolen om de deur te verwijderen.
3. Herhaal na de reiniging de net beschreven handelingen om de geleiderframes weer aan te brengen. Let goed op de afstandsbussen die binnen de omtrek van het geleiderframe aangebracht moeten worden.
Reiniging en onderhoud
De bovenkant reinigen
Het apparaat is voorzien van een weerstand die u voor een eenvoudigere reiniging van de bovenkant van de oven kunt kantelen.
1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig op en draai de pal 90° zodat de weerstand vrijkomt.
2. Beweeg de weerstand voorzichtig helemaal omlaag.
Oplossingen voor problemen…
De display is volledig uitgeschakeld:
• Controleer de stroomtoevoer.
• Controleer of een eventuele omnipolaire schakelaar vóór de stroomtoevoer van de oven zich op “On” bevindt.
De oven verwarmt niet:
• Controleer of de stand “showroom” ingesteld werd (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf “P2: Showroom (enkel voor exposanten)”).
De bedieningen reageren niet:
• Controleer of de stand “kinderblokkering” ingesteld werd (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf “P1: Kinderbeveiliging”).
De bereidingstijden blijken te hoog tegenover diegene die worden aangeduid in de tabel:
• Controleer of de stand “laag vermogen” ingesteld werd (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf “P3: Laag vermogen (Eco-Logic)”).
NL
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Laat tijdens de reiniging de weerstand niet teveel buigen.
3. Plaats aan het einde van de reiniging de weerstand terug en blokkeer hem door aan de pal te draaien.
Wanneer het probleem niet wordt opgelost, of voor andere types van defecten, neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Indien andere foutberichten ERRx worden gesignaleerd:
noteer het foutmelding, en de ingestelde functie en temperatuur, en neem contact op met het plaatselijke servicecentrum.
159
Installatie
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel.
• De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit.
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met de gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de merknaam van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden. Het apparaat functioneert op 220-240 V~. Gebruik een driepolige kabel type H05V2V2-F (kabel 3 x 1,5 mm
diameter van de interne geleider). Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
2
, voor de
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor de voeding, overeenkomstig de installatienormen.
De schakelaar dient op een eenvoudig te bereiken plaats en in de nabijheid van het apparaat te zijn aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand zouden kunnen veroorzaken.
5.2 Vervanging van de kabel
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
1. Schroef de schroeven van het carter achteraan los en verwijder het carter om toegang te krijgen tot het klemmenbord.
2. Vervang de kabel.
3. Controleer of de kabels (oven of eventuele kookplaat) een optimaal traject hebben, zodat eender welk contact met het apparaat wordt vermeden.
160
Installatie
5.3 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat op het meubel samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens werking van het apparaat
Brandgevaar
• Controleer of het materiaal van het meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien is van de vereiste openingen.
• Installeer het apparaat niet in een afgesloten nis of in een keukenkastje.
Bevestig het apparaat aan het meubel met de schroeven.
Bedek de draagpotten met de voorheen verwijderde doppen.
NL
Afmetingen van het apparaat (mm)
Draagpotten
Verwijder de doppen van draagpotten aan de voorzijde van de oven.
Plaats het apparaat in het meubel.
161
Installatie
Plaatsing onder een werkblad (mm) Inbouw in een kolom (mm)
162
Ga na of het achterste/onderste deel van het meubel voorzien is van een opening van ongeveer 60 mm.
Ga na of het bovenste/achterste deel van het meubel voorzien is van een opening van ongeveer 35-40 mm diep.
Loading...