1.2 Waarschuwingen voor het gebruik van de magnetron133
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant135
1.4 Beoogd gebruik135
1.5 Identificatieplaatje135
1.6 Verwerking135
1.7 Deze gebruiksaanwijzing136
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing136
2 Beschrijving137
2.1 Algemene beschrijving137
2.2 Bedieningspaneel137
2.3 Microgolfoven138
2.4 Andere onderdelen138
2.5 Beschikbare accessoires139
3 Gebruik140
3.1 Waarschuwingen140
3.2 Eerste gebruik141
3.3 Gebruik van de accessoires142
3.4 Het gebruik van de oven143
3.5 Bereidingsfuncties145
3.6 Speciale functies150
3.7 Secundair menu155
4 Reiniging en onderhoud157
4.1 Waarschuwingen157
4.2 Reiniging van de oppervlakken157
4.3 Dagelijkse gewone reiniging157
4.4 Voedselresten of -vlekken157
4.5 Reiniging van de ruiten van de deur158
4.6 De reiniging van de binnenkant van de oven158
5 Installatie160
5.1 Elektrische aansluiting160
5.2 Vervanging van de kabel160
5.3 Plaatsing161
NL
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
131
1 Waarschuwingen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOORLEZEN EN VOOR NASLAG BEWAREN.
Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• AANDACHT: Gebruik de
magnetron niet als de deur of de
deurpakking beschadigd is, tot u
deze door ervaren personeel hebt
laten repareren.
• AANDACHT: Voor iedereen - met
uitzondering van ervaren personeel
- is het gevaarlijk om onderhoud of
reparaties te verrichten waarvoor
een afscherming, die bescherming
tegen de microgolven biedt,
gedemonteerd moet worden.
• AANDACHT: Vloeistoffen en ander
voedsel mogen niet in verzegelde
houders worden opgewarmd,
aangezien ze zouden kunnen
ontploffen.
• AANDACHT: Het apparaat en de
bereikbare delen ervan worden
heel warm tijdens het gebruik.
• Raak geen warmte-elementen
delen aan tijdens gebruik van het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen met
beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met een
gebrek aan ervaring of kennis is
alleen toegestaan onder toezicht en
begeleiding van volwassenen die
verantwoordelijk zijn voor hun
veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Schakel het apparaat uit na gebruik
ervan.
• Schakel het apparaat uit of koppel
het van de voeding af en houd de
deur gesloten om eventuele
vlammen te doven, als rook uit het
apparaat komt.
• Probeer nooit om vlammen/brand
met water te blussen.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
132
Waarschuwingen
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten van
het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat
te repareren, zonder tussenkomst
van een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of plastic
gereedschappen.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Gebruik het apparaat nooit om de
ruimte te verwarmen.
1.2 Waarschuwingen voor het
gebruik van de magnetron
• Controleer het apparaat tijdens
de bereiding van levensmiddelen
in houders van plastic of papier.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar
NL
• Tijdens het gebruik van de
magnetron voor het
(her)opwarmen van vloeistoffen
kan het kookproces worden
vertraagd. De kooktemperatuur
wordt bereikt zonder dat de
normale bellen worden gevormd.
Het vertraagde kookproces kan
tot een ontploffing in de oven
leiden. Bij het verwijderen van de
houder uit de oven kan kokend
hete vloeistof blijven overkoken.
Om deze gevaren te vermijden,
dient u tijdens het opwarmen altijd
het meegeleverde kookstaafje (of
een plastic, hittebestendige lepel)
in de houder aan te brengen.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen
in de deur vastzitten.
• Gebruik de magnetron uitsluitend
voor het bereiden van
levensmiddelen. Andere
toepassingen (bijv. het opdrogen
van kleding, het opwarmen van
133
Waarschuwingen
sloffen, sponsen, vochtige doeken
enz., het drogen van voedsel) zijn
absoluut verboden en kunnen
letsel of brand veroorzaken.
• Maak het apparaat continu
schoon en verwijder eventuele
voedselresten.
• Gebruik de magnetron niet om
voedsel te drogen.
• Gebruik de magnetron niet voor
het opwarmen van of bakken met
olies.
• Gebruik het apparaat niet voor
het opwarmen van
alcoholhoudende levensmiddelen
of dranken.
• Babyvoeding mag niet in
gesloten houders in de magnetron
worden opgewarmd. Verwijder de
deksel of de speen (in het geval
van een fles). Verifieer aan het
einde van de bereiding altijd de
temperatuur, deze mag niet te
hoog zijn. Meng of roer de inhoud
goed door om voor een
gelijkmatige temperatuur te
zorgen, en brandwonden te
vermijden.
• Warm eieren in een schaal of
hele, hardgekookte eieren niet op
aangezien ze na het opwarmen
zouden kunnen ontploffen.
• Prik de schil door alvorens u
levensmiddelen met huid of harde
schil bereid (bijv. aardappels,
appels, enz.).
• Verwarm verpakte
levensmiddelen niet op.
• Gebruik de functies microgolven
niet als de magnetron leeg is.
• Gebruik vaatwerk en instrumenten
die voor de magnetron geschikt
zijn.
• Gebruik geen aluminium bakjes
voor de bereiding van voedsel.
• Gebruik geen vaatwerk met
decoraties van metaal (goud,
zilver).
• Het apparaat werkt op een ISMgolflengte van 2.4 Ghz.
• Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort het
apparaat tot groep 2 en klasse B
(EN 55011).
• Dit apparaat voldoet aan de
actueel toepasselijke normen en
richtlijnen inzake
elektromagnetische compatibiliteit
en veiligheid. Desondanks raden
we personen met een pacemaker
aan om een afstand van 20-30
cm tussen de werkende
magnetron en de pacemaker te
behouden. Raadpleeg de
fabrikant van de pacemaker voor
overige informatie.
134
Waarschuwingen
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade aan personen en
voorwerpen tengevolge:
• een ander gebruik van het apparaat
dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een
huishoudelijke omgeving. Elk ander
gebruik is oneigenlijk. Bovendien kan dit
apparaat niet worden gebruikt:
• in de keuken van werknemers in
winkels, kantoren en andere
werkomgevingen.
• op (vakantie)boerderijen.
• door gasten in hotels en motels en in
residences.
• in bed en breakfasts.
• Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe kookwekkers of
afstandsbedieningystemen.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat. Het plaatje
mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker
(indien aanwezig).
• De gebruiker moet het apparaat dus
aan het einde van het gebruik toekennen
aan geschikte centra voor de
gescheiden inzameling van elektrisch en
elektronisch afval, of het overhandigen
aan de verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
NL
135
Waarschuwingen
1.7 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en dient
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
• Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
136
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Advies
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Bedieningspaneel
2 Lamp
3 Pakking
2.2 Bedieningspaneel
Beschrijving
4 Deur
5 Frame voor roosters/ovenschalen
NL
Niveau van het frame
1 Temperatuurknop
Met deze knop kunt u de
bereidingstemperatuur selecteren als de
traditionele of gecombineerde functie
wordt gebruikt.
137
Beschrijving
2 Controlelamp thermostaat
Traditionele en gecombineerde functies:
de oven wordt tot de ingestelde
opgewarmd als de controlelamp knippert.
De controlelamp blijft branden tot de oven
uitgeschakeld wordt de temperatuur is
bereikt.
Functies microgolven: blijft branden om
aan te geven dat een functie microgolven is
gestart. Blijft branden tot de oven
uitgeschakeld wordt.
3 Klok
Geeft de actuele tijd, het gekozen
vermogen, de gekozen
bereidingstemperatuur en de eventuele
toegekende duur weer.
4 Functieknop
Met deze knop is het volgende mogelijk:
• in-/uitschakelen van het apparaat;
• een functie selecteren;
• in-/uitschakelen interne verlichting van
het apparaat.
Draai aan het einde van elk
gebruik de functieknop op 0.
2.3 Microgolfoven
Het apparaat is voorzien van een
microgolfgenerator, magnetron genaamd.
De geproduceerde microgolven worden
gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld,
bereiken de gerechten en warmen ze op.
Het opwarmen vindt plaats door middel
van de wrijving van de moleculen (en met
name de watermoleculen) in het voedsel,
waardoor warmte wordt geproduceerd.
De warmte die direct in het voedsel wordt
geproduceerd, maakt het mogelijk om in
weinig tijd - minder dan voor een normale
bereidingswijze nodig is - voedsel te
bereiden, te ontdooien of op te warmen.
Door het gebruik van houders die voor de
bereiding in de magnetron geschikt zijn,
kunnen de microgolven het voedsel
gelijkmatig bereiken (zie Materialen die
voor de magnetron geschikt zijn).
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
138
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in
werking tijdens de bereiding.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die boven de deur
naar buiten komt, en die nog even kan
doorgaan nadat de oven werd
uitgeschakeld.
Beschrijving
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld:
• als de deur wordt geopend;
• als een willekeurige functie wordt
gekozen;
• als de functieknop wordt gedraaid op
het symbool .
2.5 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
Rooster
Bakerplaat
Nuttig voor een gelijkmatige en goudbruine
bereiding.
Kookstaafje
NL
Tijdens het opwarmen van vloeistoffen in de
houder plaatsen om het vertraagde
kookproces te voorkomen.
De ovenaccessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen
worden aangevraagd bij erkende
servicecentra. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
constructeur.
139
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
De temperatuur in de oven is
hoog tijdens gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de oven.
• Let op dat u de warmte-elementen in de
oven niet aanraakt.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• Houd kinderen verwijderd van de oven
tijdens gebruik ervan.
De temperatuur in de oven is
hoog tijdens gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid
van de oven.
• Laat geen ontvlambaar materiaal in de
nabijheid van de oven.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic
houders om voedsel te bereiden (met
uitzondering van de functie
microgolven).
• Plaats geen dichte schotels of houders in
de oven.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waar vetten
en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen
en roosters uit de ovenruimte tijdens
gebruik.
Incorrect gebruik
Beschadiging van geëmailleerde
oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er
voor zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de oven er niet door
wordt verhinderd.
• Pannen niet over de gelakte bodem
slepen of er tegen laten stoten.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
Materialen die voor de magnetron
geschikt zijn
Doorgaans geldt dat de materialen die
voor de bereiding met de magnetron
gebruikt worden de microgolven moeten
doorlaten, zodat de microgolven het
voedsel kan bereiken.
• Plastic* (geschikt voor de magnetron):
bakjes, folie (mag het voedsel niet
raken).
*uitsluitend hittebestendig.
140
Gebruik
Niet bruikbaar :
• Metaal (kan vonken veroorzaken):
aluminium folie en bakjes, metalen
borden en keukengerei, sluitstrips
diepvrieszakken.
• Hout.
• Kristallen glazen.
• Papier (brandgevaar).
• Houders van piepschuim (mogelijke
contaminatie van het voedsel).
Het vaatwerk testen
Het vaatwerk mag geen
decoraties van metaal bevatten.
Gebruik voor deze test de functie
microgolven zonder dat u voedsel
in de magnetron plaatst.
Aan de hand van de volgende eenvoudige
test kunt u nagaan of het vaatwerk voor de
bereiding in de magnetron geschikt is:
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats het bord/de schaal op de bodem
van de oven.
3. Selecteer de functie microgolven op
maximaal vermogen (bijv. 1000W).
4. Stel een bereidingsduur van 30
seconden in.
5. Start de bereiding.
Ongeschikt vaatwerk.
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Onderbreek de test onmiddellijk als u
merkt dat het vaatwerk vonken of
geknetter produceert. In dit geval is het
vaatwerk niet voor de bereiding met de
magnetron geschikt.
6. Aan het einde van de test moet het
bord/de schaal koud of lauwwarm zijn.
We raden u aan om het bord/de schaal
niet voor de bereiding met de magnetron
te gebruiken als deze warm is.
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires of uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
4. Verwarm de lege oven op de maximale
temperatuur (met traditionele functies)
om eventuele productieresten te
verwijderen.
NL
Gebruik voor de eerste
opwarming de traditionele functie
en dus geen functie microgolven.
141
Gebruik
3.3 Gebruik van de accessoires
Rooster
Het rooster moet helemaal in de
zijgeleiders worden aangebracht.
• De mechanische veiligheidsblokkeringen
om ongewenste verwijdering van de
roosters te voorkomen moeten naar
beneden en naar de binnenzijde van de
oven gericht zijn.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Het accessoire kan erg warm worden.
Gebruik ovenwanten voor de hantering.
Bakerplaat
Voor een optimale functionering moet de
Bakerplaat midden op het rooster worden
geplaatst.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Het accessoire kan erg warm worden.
Gebruik ovenwanten voor de hantering.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
142
Breng het rooster voorzichtig
helemaal in de oven aan.
Maak het rooster schoon voor het
eerste gebruik, om eventuele
productieresten te verwijderen.
• Het oppervlak van de plaat niet direct
met messen aanraken
• Niet met metaalborstels of -sponzen
reinigen, aangezien deze de
bovenlaag zouden kunnen
beschadigen.
Gebruik
Kookstaafje
Het kookproces kan bij het gebruik van de
magnetron voor het (her)opwarmen van
vloeistoffen worden vertraagd. Om dit
fenomeen te vermijden, dient u tijdens het
opwarmen altijd het meegeleverde
kookstaafje (of een plastic, hittebestendige
lepel) in de houder aan te brengen.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor
brandwonden
• Om het gevaar voor een ontploffing in
het apparaat of het blijven overkoken
van de kokend hete vloeistof te
voorkomen, dient u tijdens het
opwarmen altijd het kookstaafje in de
vloeistof te plaatsen.
3.4 Het gebruik van de oven
Klok
NL
Controlelamp microgolven
Controlelamp klok
Controlelamp kookwekker
Controlelamp bereiding met
tijdinstelling
Controlelamp geprogrammeerde
bereiding
A Regelknop
B Bevestigingsknop
Hoge temperatuur
Gevaar voor schade aan het
apparaat
• Gebruik het kookstaafje uitsluitend met
de functies microgolven. Gebruik het
kookstaafje niet met gecombineerde of
traditionele functies.
143
Gebruik
Werkingscondities
Stand-by: Wanneer geen enkele functie is
gekozen, toont de klok de actuele tijd
ON: Draai de functieknop op een
willekeurige stand, niet 0, om een
willekeurige functie te starten. De klok toont
te ingestelde parameters, zoals de
temperatuur, de bereidingsduur, het
vermogen van de microgolven en het
bereiken van de ingestelde temperatuur.
.
Instelling van het uur
De eerste keer dat het apparaat wordt
gebruikt of na een stroomonderbreking
knippert het symbool op de klok.
1. Draai de regelknop rechtsom/linksom tot
de actuele tijd is ingesteld.
2. Na ongeveer 5 seconden gaat het
symbool uit en hervat de klok de
normale functionering.
Het kan zijn dat u de huidige tijd moet
wijzigen, bijvoorbeeld bij de overgang
naar de zomertijd.
3. Verzeker u ervan dat geen enkele functie
geactiveerd is (de temperatuurknop en
de functieknop moeten op 0 zijn
geplaatst) om de klok verder te regelen.
4. Draai de regelknop rechtsom/linksom.
144
Gebruik
3.5 Bereidingsfuncties
Een functie kan op elk ogenblik
onderbroken worden door de
functieknop op 0 te draaien.
Microgolfoven
Microgolven dringen het voedsel
binnen en maken het daardoor
mogelijk om binnen kortere tijd
voedsel te bereiden, waarbij
bovendien aanzienlijk veel energie
wordt bespaard. Microgolven zijn
ideaal voor bereidingen zonder vet,
voor het ontdooien en voor het
opwarmen van voedsel, terwijl het
originele aanzicht en de smaak
behouden blijven.
1. Draai de functieknop op het symbool
microgolven. De symbolen en
knipperen op de klok. De
standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/
seconden) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om de bereidingsduur (max. 30 minuten)
in te stellen.
5. Bevestig de ingestelde gegevens met
een druk op de regelknop. De symbolen
en knipperen op de klok.
6. Druk op de bevestigingsknop om de
bereiding te starten.
De bereiding wordt onderbroken
als de deur geopend wordt.
Hervat de bereiding door na het
sluiten van de deur op de
bevestigingsknop te drukken.
Onderbreek tijdelijk de
bereidingsfunctie door op de
bevestigingsknop te drukken. Druk
opnieuw op de bevestigingsknop
om de bereiding te hervatten.
7. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Draai aan de regelknop om extra
bereidingsduur in te stellen.
Druk op de bevestigingsknop om
de bereiding te starten.
NL
3. Druk op de regelknop. Het symbool
knippert op de knop. Het
standaardvermogen van de microgolven
wordt op het display weergegeven
4. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om het vermogen van 100W tot
1000W te wijzigen (zie “Vermogen
microgolven”).
Schakel het apparaat uit door de
functieknop op 0 te draaien.
Het is niet mogelijk om een
bereiding met microgolven op te
starten zonder dat een
bereidingsduur is ingesteld.
145
Gebruik
Vermogen microgolven
Hieronder geven we de vermogens die u
kunt selecteren:
Vermogen (W)Nuttig voor
100
Ontdooien van voedsel200
300
400
500
600
700
800
900
1000
Bereiding van vlees of delicate
bereidingen
Opwarmen of bereiding van
voedsel
Opwarmen van vloeistoffen
Gecombineerd (microgolven+grill)
Door het gebruik van de grill kleurt
de buitenkant van het voedsel
goudbruin. De werking van
microgolven maakt het echter
mogelijk om de binnenkant van het
voedsel in korte tijd te bereiden.
1. Draai de functieknop op het symbool
gecombineerd. De symbolen en
knipperen op de klok. De
standaardwaarde (uren/
minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om de bereidingsduur (max. 13 uur) in te
stellen.
3. Druk op de regelknop. Het symbool
knippert op de knop. Het
standaardvermogen van de microgolven
wordt op het display weergegeven
146
4. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om het vermogen van 100W tot 700W
te wijzigen.
5. Bevestig de ingestelde gegevens met
een druk op de regelknop. De symbolen
en knipperen op de klok.
6. Stel de temperatuur in door aan de
temperatuurknop te draaien. Op het
display wordt 5 seconden lang de
ingestelde temperatuur weergegeven.
7. Druk op de bevestigingsknop om de
bereiding te starten.
Gebruik
In deze functie wordt het
voorverwarmen niet verricht.
De bereiding wordt onderbroken
als de deur geopend wordt.
Hervat de bereiding door na het
sluiten van de deur op de
bevestigingsknop te drukken.
Tijdens de bereiding kan de
bereidingstemperatuur worden
gewijzigd. Draai aan de
temperatuurknop om de nieuwe
temperatuur in te stellen. De
nieuwe temperatuur wordt 5
seconden lang op het display
weergegeven.
Onderbreek tijdelijk de
bereidingsfunctie door op de
bevestigingsknop te drukken. Druk
opnieuw op de bevestigingsknop
om de bereiding te hervatten.
8. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Draai aan de regelknop om extra
bereidingsduur in te stellen.
Druk op de bevestigingsknop om
de bereiding te starten.
Traditioneel (grill)
Met de warmte die van het grill
element komt, kunnen uitstekende
resultaten bereikt worden zoals het
roosteren van dun/iets dikker vlees.
Aan het einde van de bereiding
wordt bovendien een uniforme
goudbruine kleur verkregen. Ideaal
voor worsten, ribbetjes en bacon.
Met deze functie kan een grote
hoeveelheid voedsel, en vooral
vlees, uniform gegrild worden.
1. Draai de functieknop op het symbool
grill.
2. Draai de temperatuurknop op de
gewenste waarde (50° tot 250°). Het
display toont de ingestelde temperatuur
(bijv. ).
3. Na een enkele seconde knippert de
controlelamp van de thermostaat om de
voorverwarmingsfase aan te geven.
4. Als de temperatuur bereikt is stopt de
controlelamp van de thermostaat met
knipperen. U hoort een geluidssignaal
dat aangeeft dat het te bereiden gerecht
in de oven kan worden geplaatst.
5. Draai aan het einde van de bereiding de
functieknop en de temperatuurknop op 0.
NL
Schakel het apparaat uit door de
functieknop op 0 te draaien.
147
Gebruik
Bereiding met tijdinstelling
Met bereiding met tijdinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
Als een traditionele functie is ingesteld:
1. Druk 2 keer op de regelknop. Het
symbool knippert op de klok. De
standaardwaarde (uren/
minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai binnen 5 seconden de regelknop
rechtsom/linksom om de bereidingsduur
(max. 13 uur) in te stellen.
3. Druk de regelknop 2 keer in (de
symbolen en knipperen op de
klok) of wacht 5 seconden na de laatste
instelling: het symbool brandt en de
bereiding met tijdinstelling wordt gestart.
Tijdens een bereiding met tijdinstelling kan
de duur worden aangepast.
4. Druk op de regelknop.
5. Draai binnen 5 seconden de regelknop
rechtsom/linksom om de nieuwe
bereidingsduur in te stellen.
6. Druk 2 keer op de regelknop of wacht 5
seconden na de laatste instelling.
7. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Druk de regelknop ongeveer 3
seconden in om een bereiding met
tijdinstelling op elk gewenst
moment te wissen.
Delay timer
De functie 'delay timer' is een
functie waarmee u de bereiding
op een door u ingesteld tijdstip
automatisch, met de automatische
uitschakeling van de oven, kunt
laten beëindigen.
Als een traditionele functie is ingesteld:
1. Druk 2 keer op de regelknop. Het
symbool knippert op de klok. De
standaardwaarde (uren/
minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai binnen 5 seconden de regelknop
rechtsom/linksom om de bereidingsduur
(max. 13 uur) in te stellen. Bijv.
148
Gebruik
3. Druk op de regelknop. Het symbool
knippert op de klok. De
standaardwaarde voor de delay timer
(uren/minuten) wordt op
het display weergegeven.
4. Draai binnen 5 seconden de regelknop
rechtsom/linksom om de bereidingsduur
(max. 24 uur) in te stellen. Bijv.
5. Druk op de regelknop of wacht 5
seconden na de laatste instelling: de
delay timer wordt gestart.
6. Op het display wordt de ingestelde
waarde van delay timer weergegeven
(in dit geval ).
7. De bereiding wordt gestart als de
ingestelde tijd is verstreken. Het display
toont de tijd voor het uitvoeren van de
bereiding (in dit geval ).
8. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display knipperend
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Druk de regelknop ongeveer 3
seconden in om een delay timer
op elk gewenst moment te wissen.
Kookwekker
Deze functie zal de bereiding niet
onderbreken, maar enkel het
geluidssignaal activeren.
De kookwekker kan zowel tijdens
de fase van de bereiding als de
staat van stand-by van het
apparaat geactiveerd worden.
1. Druk op de regelknop. Het symbool
knippert op de klok. De
standaardwaarde (uren/
minuten) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai binnen 5 seconden de regelknop
rechtsom/linksom om de bereidingsduur
(max. 4 uur) in te stellen.
3. Druk op de regelknop of wacht 5
seconden na de laatste instelling: het
symbool brandt en de kookwekker
wordt gestart.
Terwijl de kookwekker loopt kan de duur
worden aangepast.
4. Druk op de regelknop.
5. Draai binnen 5 seconden de regelknop
rechtsom/linksom om de nieuwe
bereidingsduur in te stellen.
6. Druk opnieuw op de regelknop of wacht
5 seconden na de laatste instelling.
NL
149
Gebruik
7. Aan het einde van de kookwekker
knipperen de symbolen en
en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Druk de regelknop ongeveer 3
seconden in om een kookwekker
op elk gewenst moment te wissen.
3.6 Speciale functies
Opwarming
Met deze functie kunt u eerder
bereide en in de koelkast
bewaarde levensmiddelen met
microgolven opwarmen.
1. Draai de functieknop op het symbool
opwarming. De symbolen en
knipperen op de klok. De
standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/
seconden) wordt op het display
weergegeven.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om de bereidingsduur (max. 99 minuten)
in te stellen.
3. Druk op de regelknop.
4. Druk op de bevestigingsknop om de
opwarming te starten.
5. Aan het einde van de opwarming wordt
op het display knipperend
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Baker
Met deze functie en de bakerplaat
krijgen uw gerechten een mooi
goudbruin korstje en worden ze
knapperig. Ideaal voor pizza's,
frietjes en hartige taarten.
1. Plaats het rooster op het gewenste
niveau. Plaats daar de lege bakerplaat
op.
2. Draai de functieknop op het symbool
baker. De symbolen en
knipperen op de klok. De
standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/
seconden) wordt op het display
weergegeven.
3. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om de bereidingsduur (max. 99 minuten)
in te stellen.
4. Druk op de regelknop. Het symbool
knippert op de klok.
5. Bevestig de ingestelde gegevens met
een druk op de regelknop.
150
Gebruik
6. Druk op de bevestigingsknop om de
functie baker te starten. Na een enkele
seconde knippert de controlelamp van
de thermostaat om de
voorverwarmingsfase aan te geven.
7. Als de temperatuur bereikt is, wordt op
het display weergegeven
en stopt de controlelamp van de
thermostaat met knipperen. U hoort een
geluidssignaal dat aangeeft dat het te
bereiden gerecht in de oven kan worden
geplaatst.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Hanteer de bakerplaat met ovenwanten
8. Plaats het gerecht op de bakerplaat.
9. Druk op de bevestigingsknop om de
bereiding te hervatten.
10. Aan het einde van de functie baker
wordt op het display
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Tabel bereidingstips
Type
Diepgevroren pizza300211
Verse pizza600214
Diepgevroren friet500215
Diepgevroren kipnuggets 500216
Losgeklopte verse eieren40029
Gewicht
(g)
Niveau
Tijd
(min)
NL
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Plaats geen houders op de bakerplaat
die niet hittebestendig zijn.
De gegeven tijd bevat tevens de
voorverwarmingstijd van de lege
bakerplaat.
151
Gebruik
Ontdooien op tijd
Met deze functie kunt u met de
functie microgolven en een
instelbare tijd levensmiddelen
ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie
Procedure “Turn”).
2. Draai de functieknop op het symbool
ontdooien op tijd. De symbolen en
knipperen op de klok. De
standaardwaarde van de
bereidingsduur (minuten/
seconden) wordt op het display
weergegeven.
3. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om de bereidingsduur (max. 99 minuten)
in te stellen.
4. Druk op de regelknop.
5. Druk op de bevestigingsknop om de
opwarming te starten.
6. Aan het einde van het ontdooien wordt
op het display knipperend
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Draai aan de regelknop om extra
bereidingsduur in te stellen.
Druk op de bevestigingsknop om
de bereiding te starten.
Voor een optimaal resultaat moet u
het gerecht in de ovenruimte
draaien, als het ontdooien meer
dan 5 minuten duurt, zie
Procedure “Turn”.
152
Het ontdooien wordt onderbroken
als de deur geopend wordt.
Hervat het ontdooien door na het
sluiten van de deur op de
bevestigingsknop te drukken.
Onderbreek tijdelijk het ontdooien
door op de bevestigingsknop te
drukken. Druk opnieuw op de
bevestigingsknop om het
ontdooien te hervatten.
Gebruik
Ontdooien op gewicht
Met deze functie kunt u met de
functie microgolven afhankelijk van
het gewicht en het type
levensmiddel levensmiddelen
ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie
Procedure “Turn”).
2. Draai de functieknop op het symbool
ontdooien op gewicht. Het display
toont het standaardbericht
om het eerste beschikbare
ontdooiprogramma aan te geven.
3. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om het gewenste programma (d01...
d04) te selecteren.
4. Druk op de regelknop. Het programma
toont het standaardgewicht in gram
(als het programma d01
wordt gekozen).
5. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om het gewicht van het te ontdooien
gerecht in te stellen.
6. Bevestig de ingestelde gegevens met
een druk op de regelknop.
7. Druk op de bevestigingsknop om het
ontdooien te starten.
8. Aan het einde van het ontdooien wordt
op het display knipperend
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
regelknop kunt uitschakelen.
Voor een optimaal resultaat moet u
het gerecht in de ovenruimte
draaien, als het ontdooien meer
dan 5 minuten duurt, zie
Procedure “Turn”.
Van te voren ingestelde parameters
Type
d01: Vlees
d02: Vis
d03: Fruit
d04: Brood
Gewicht
(g)
500
(min 100 max 1100)
400
(min 100 max 700)
300
(min 100 max500)
300
(min100 max 500)
Tijd
(min)
20
17
15
5
NL
153
Gebruik
Procedure “Turn”
Voor optimaal ontdooien geeft het
apparaat aan wanneer u het gerecht in de
ovenruimte moet draaien.
1. Plaats het gerecht parallel aan de deur in
de oven.
2. U moet het gerecht draaien als op het
display van het apparaat
wordt weergegeven.
3. Open de deur en draai het gericht 90°.
5. Het apparaat kan u opnieuw vragen om
het gerecht te draaien als dit nodig is.
Op het display wordt
weergegeven.
6. Voor een tweede rotatie moet u de deur
openen en het gerecht 180° draaien.
7. Sluit de deur en hervat de functie door
op de bevestigingsknop te drukken.
Lamp
Met deze functie kunt u de lamp in
de oven inschakelen als het
apparaat niet werkt.
Het apparaat wacht een minuut en
voltooit het ontdooien automatisch
als u het gerecht niet draait.
Op het display wordt ter
herinnering
weergegeven.
4. Sluit de deur van het apparaat en hervat
de functie door op de bevestigingsknop
te drukken.
154
1. Draai de functieknop op het symbool
lamp.
2. Draai aan het einde de functieknop op 0.
Gebruik
3.7 Secundair menu
Het apparaat is tevens uitgerust met een
verborgen “secundair menu”, waarin de
gebruiker het volgende kan verrichten:
• De kinderbeveiliging activeren of
deactiveren.
• De Showroom stand activeren of
deactiveren (die alle
verwarmingselementen deactiveert en
enkel het bedieningspaneel laat
werken).
• De stand Laag Vermogen (Eco-Logic)
activeren of deactiveren.
• De stand warmte behouden (Keep
Warm) activeren of deactiveren.
Als het apparaat in stand-by is geplaatst
(temperatuurknop en functieknop op 0):
1. Houd de regelknop en de
bevestigingsknop tegelijkertijd 5
seconden ingedrukt.
2. Draai de regelknop rechtsom/linksom
om de staat van de instelling te wijzigen
(ON/OFF).
3. Druk op de regelknop om over te gaan
naar de volgende instelling.
P1: Kinderbeveiliging
Deze stand doet de bedieningen van het
apparaat automatisch blokkeren na een
minuut normale werking, zonder enige
tussenkomst van de gebruiker.
De blokkering zal één minuut na de laatste
instelling geactiveerd worden.
Om de blokkering tijdelijk uit te schakelen
tijdens een bereiding, moet de regelknop 5
seconden ingedrukt gehouden worden. De
blokkering zal één minuut na de laatste
instelling weer actief worden.
Als de stand van de temperatuuren functieknop wordt aangeraakt
of gewijzigd, verschijnt op de
display twee seconden lang
.
Ook als de kinderbeveiliging
geactiveerd is, kunt u het apparaat
onmiddellijk uitschakelen door de
functieknop op 0 te draaien.
NL
155
Gebruik
P2: Showroom (enkel voor exposanten)
Deze stand laat toe om de
verwarmingselementen te deactiveren,
terwijl men toch gebruik kan maken van het
bedieningspaneel.
Om het apparaat normaal te gebruiken,
moet deze stand op OFF zijn ingesteld.
Als deze stand geactiveerd is,
wordt elke minuut 3 seconden
lang op het display
weergegeven.
P3: Laag vermogen (Eco-Logic)
Met deze stand kunt u het verbruik van de
oven beperken.
Ideaal om meerdere huishoudelijke
apparaten tegelijkertijd te kunnen
gebruiken.
P4: Warmte behouden (Keep Warm)
In deze stand kan het apparaat aan het
einde van een bereiding waarvan de duur
is ingesteld (als deze niet handmatig wordt
onderbroken) het zojuist bereide voedsel
ongeveer 1 uur lang (op lage temperatuur)
warmhouden.
Als deze stand geactiveerd is
wordt aan het einde van een
traditionele bereiding op het
display
weergegeven.
HI: normaal vermogen.
LO: laag vermogen.
Wanneer de stand van het beperkt
verbruik wordt geactiveerd, kan
de tijdsduur van de
voorverwarming en van de
bereiding langer duren.
156
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
• Nalatige reiniging van de ovenruimte
kan de levensduur van het apparaat op
negatieve wijze beïnvloeden en kan
een gevaar vormen.
• Verwijder voedselresten altijd uit de
ovenruimte.
Wend u voor de vervanging tot de
technische assistentie als de lamp
beschadigd is. Dit defect is niet van
invloed op de status van het
apparaat. U kunt het apparaat
blijven gebruiken.
Hoge temperatuur in de oven na
het gebruik
Gevaar op verbranding
• Laat het apparaat afkoelen en maak het
daarna pas schoon.
4.2 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
4.3 Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en
wrijf het over het oppervlak, spoel
zorgvuldig af, en droog met een zachte
doek of met een microfiber doek.
4.4 Voedselresten of -vlekken
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of
scherpe krabbers zodat de oppervlakken
niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende
producten, en eventueel houten of plastic
gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een
zachte doek of met een microfiber doek.
Vermijd om etensresten op basis van suiker
(bijv. marmelade) te laten drogen, dit kan
het email binnenin aantasten.
NL
157
Reiniging en onderhoud
4.5 Reiniging van de ruiten van de
deur
Er wordt aangeraden om deze steeds
schoon te houden. Gebruik absorberend
keukenpapier. Bij hardnekkig vuil moet u
schoonmaken met een vochtige spons en
een gewoon reinigingsmiddel.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de
constructeur te gebruiken.
4.6 De reiniging van de binnenkant
van de oven
Om de oven in goede staat te houden,
moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd
worden.
Verwijder alle verwijderbare delen.
Reinig de ovenroosters met warm water en
niet-schurende reinigingsmiddelen; spoel
en droog ze daarna.
Verwijdering van de geleiderframes voor
de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes worden verwijderd,
kan de reiniging van de zijdelen makkelijker
uitgevoerd worden. Deze handeling moet
uitgevoerd worden wanneer de
automatische reinigingscyclus wordt
gebruikt (enkel op sommige modellen).
Verwijder de geleiderframes:
1. Schroef de twee bevestigingspinnen van
het geleiderframe los.
2. Schuif het frame naar binnen.
158
Er wordt aangeraden om de oven
ongeveer 15/20 minuten
maximaal te verwarmen nadat
specifieke producten gebruikt
werden, om eventuele resten in de
oven te elimineren.
Voor een gemakkelijke
schoonmaak is het aanbevolen om
de deur te verwijderen.
3. Herhaal na de reiniging de net
beschreven handelingen om de
geleiderframes weer aan te brengen. Let
goed op de afstandsbussen die binnen
de omtrek van het geleiderframe
aangebracht moeten worden.
Reiniging en onderhoud
De bovenkant reinigen
Het apparaat is voorzien van een
weerstand die u voor een eenvoudigere
reiniging van de bovenkant van de oven
kunt kantelen.
1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig
op en draai de pal 90° zodat de
weerstand vrijkomt.
2. Beweeg de weerstand voorzichtig
helemaal omlaag.
Oplossingen voor problemen…
De display is volledig uitgeschakeld:
• Controleer de stroomtoevoer.
• Controleer of een eventuele omnipolaire
schakelaar vóór de stroomtoevoer van
de oven zich op “On” bevindt.
De oven verwarmt niet:
• Controleer of de stand “showroom”
ingesteld werd (raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf “P2: Showroom
(enkel voor exposanten)”).
De bedieningen reageren niet:
• Controleer of de stand
“kinderblokkering” ingesteld werd
(raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf “P1: Kinderbeveiliging”).
De bereidingstijden blijken te hoog
tegenover diegene die worden aangeduid
in de tabel:
• Controleer of de stand “laag vermogen”
ingesteld werd (raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf “P3: Laag
vermogen (Eco-Logic)”).
NL
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Laat tijdens de reiniging de weerstand
niet teveel buigen.
3. Plaats aan het einde van de reiniging de
weerstand terug en blokkeer hem door
aan de pal te draaien.
Wanneer het probleem niet wordt
opgelost, of voor andere types
van defecten, neem contact op
met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Indien andere foutberichten ERRx
worden gesignaleerd:
noteer het foutmelding, en de
ingestelde functie en temperatuur,
en neem contact op met het
plaatselijke servicecentrum.
159
Installatie
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit.
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Het apparaat functioneert op 220-240 V~.
Gebruik een driepolige kabel type
H05V2V2-F (kabel 3 x 1,5 mm
diameter van de interne geleider).
Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
2
, voor de
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor
de voeding, overeenkomstig de
installatienormen.
De schakelaar dient op een eenvoudig te
bereiken plaats en in de nabijheid van het
apparaat te zijn aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
5.2 Vervanging van de kabel
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
1. Schroef de schroeven van het carter
achteraan los en verwijder het carter om
toegang te krijgen tot het klemmenbord.
2. Vervang de kabel.
3. Controleer of de kabels (oven of
eventuele kookplaat) een optimaal
traject hebben, zodat eender welk
contact met het apparaat wordt
vermeden.
160
Installatie
5.3 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat op het meubel
samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om
het apparaat in het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
• Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien is
van de vereiste openingen.
• Installeer het apparaat niet in een
afgesloten nis of in een keukenkastje.
Bevestig het
apparaat aan
het meubel met
de schroeven.
Bedek de
draagpotten
met de
voorheen
verwijderde
doppen.
NL
Afmetingen van het apparaat (mm)
Draagpotten
Verwijder de
doppen van
draagpotten
aan de
voorzijde van
de oven.
Plaats het
apparaat in het
meubel.
161
Installatie
Plaatsing onder een werkblad (mm)Inbouw in een kolom (mm)
162
Ga na of het achterste/onderste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer 60
mm.
Ga na of het bovenste/achterste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer
35-40 mm diep.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.