Smeg SF4309MX User manual [NL]

Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen 150
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 150
1.2 Waarschuwingen voor het gebruik van de magnetron 151
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant 153
1.4 Beoogd gebruik 153
1.5 Identificatieplaatje 153
1.7 Deze gebruiksaanwijzing 154
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 154
2 Beschrijving 155
2.1 Algemene beschrijving 155
2.2 Bedieningspaneel 156
2.3 Andere onderdelen 157
2.5 Beschikbare accessoires 158
3 Gebruik 159
3.1 Waarschuwingen 159
3.2 Eerste gebruik 161
3.3 Gebruik van de accessoires 161
3.4 Het gebruik van de oven 162
3.5 Bereidingsfuncties 164
3.6 Speciale functies 170
3.7 Secundair menu 173
NL
4 Reiniging en onderhoud 176
4.1 Waarschuwingen 176
4.2 Reiniging van de oppervlakken 176
4.3 Dagelijkse gewone reiniging 176
4.4 Voedselresten of -vlekken 177
4.6 Reiniging van de ruiten van de deur 177
4.7 De reiniging van de binnenkant van de oven 177
5 Installatie 180
5.1 Elektrische aansluiting 180
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
149
1 Waarschuwingen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOORLEZEN EN VOOR NASLAG BEWAREN.
Waarschuwingen
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• AANDACHT: Gebruik de
magnetron niet als de deur of de deurpakking beschadigd is, tot u deze door ervaren personeel hebt laten repareren.
• AANDACHT: Voor iedereen - met
uitzondering van ervaren personeel
- is het gevaarlijk om onderhoud of reparaties te verrichten waarvoor een afscherming, die bescherming tegen de microgolven biedt, gedemonteerd moet worden.
• AANDACHT: Vloeistoffen en ander
voedsel mogen niet in verzegelde houders worden opgewarmd, aangezien ze zouden kunnen ontploffen.
• AANDACHT: Het apparaat en de
bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik.
• Raak geen warmte-elementen
delen aan tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan verwijderd van het apparaat.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toegestaan onder toezicht en begeleiding van volwassenen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
• Werkzaamheden voor schoonmaak en onderhoud van het apparaat mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet onder toezicht staan.
• Schakel het apparaat uit na gebruik ervan.
• Schakel het apparaat uit of koppel het van de voeding af en houd de deur gesloten om eventuele vlammen te doven, als rook uit het apparaat komt.
• Probeer nooit om vlammen/brand met water te blussen.
• Laat de installatie en technische interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het apparaat.
150
Waarschuwingen
• Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen.
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Gebruik het apparaat nooit om de ruimte te verwarmen.
1.2 Waarschuwingen voor het gebruik van de magnetron
• Controleer het apparaat tijdens de
bereiding van levensmiddelen in houders van plastic of papier.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar
NL
• Tijdens het gebruik van de
magnetron voor het (her)opwarmen van vloeistoffen kan het kookproces worden vertraagd. De kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat de normale bellen worden gevormd. Het vertraagde kookproces kan tot een ontploffing in de oven leiden. Bij het verwijderen van de houder uit de oven kan kokend hete vloeistof blijven overkoken. Om deze gevaren te vermijden, dient u tijdens het opwarmen altijd het meegeleverde kookstaafje (of een plastic, hittebestendige lepel) in de houder aan te brengen.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten.
• Gebruik de magnetron uitsluitend voor het bereiden van levensmiddelen. Andere toepassingen (bijv. het opdrogen van kleding, het opwarmen van
151
Waarschuwingen
sloffen, sponsen, vochtige doeken enz., het drogen van voedsel) zijn absoluut verboden en kunnen letsel of brand veroorzaken.
• Maak het apparaat continu schoon en verwijder eventuele voedselresten.
• Gebruik de magnetron niet om voedsel te drogen.
• Gebruik de magnetron niet voor het opwarmen van of bakken met olies.
• Gebruik het apparaat niet voor het opwarmen van alcoholhoudende levensmiddelen of dranken.
• Babyvoeding mag niet in gesloten houders in de magnetron worden opgewarmd. Verwijder de deksel of de speen (in het geval van een fles). Verifieer aan het einde van de bereiding altijd de temperatuur, deze mag niet te hoog zijn. Meng of roer de inhoud goed door om voor een gelijkmatige temperatuur te zorgen, en brandwonden te vermijden.
• Warm eieren in een schaal of hele, hardgekookte eieren niet op aangezien ze na het opwarmen zouden kunnen ontploffen.
• Prik de schil door alvorens u levensmiddelen met huid of harde schil bereid (bijv. aardappels, appels, enz.).
niet op.
• Gebruik de functies microgolven niet als de magnetron leeg is.
• Gebruik vaatwerk en instrumenten die voor de magnetron geschikt zijn.
• Gebruik geen aluminium bakjes voor de bereiding van voedsel.
• Gebruik geen vaatwerk met decoraties van metaal (goud, zilver).
• Het apparaat werkt op een ISM­golflengte van 2.4 Ghz.
• Overeenkomstig de bepalingen van de elektromagnetische compatibiliteit behoort het apparaat tot groep 2 en klasse B (EN 55011).
• Dit apparaat voldoet aan de actueel toepasselijke normen en richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid. Desondanks raden we personen met een pacemaker aan om een afstand van 20-30 cm tussen de werkende magnetron en de pacemaker te behouden. Raadpleeg de fabrikant van de pacemaker voor overige informatie.
• Verwarm verpakte levensmiddelen
152
Waarschuwingen
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen tengevolge:
• een ander gebruik van het apparaat dan
wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een huishoudelijke omgeving. Elk ander gebruik is oneigenlijk. Bovendien kan dit apparaat niet worden gebruikt:
• in de keuken van werknemers in winkels, kantoren en andere werkomgevingen.
• op (vakantie)boerderijen.
• door gasten in hotels en motels en in residences.
• in bed en breakfasts.
• Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningystemen.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de merknaam van het apparaat. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker (indien aanwezig).
• De gebruiker moet het apparaat dus aan
het einde van het gebruik toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of het overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
NL
153
Waarschuwingen
1.7 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en dient gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard.
• Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig vóór installatie.
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
154
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Advies
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Beschrijving
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Bedieningspaneel 2 Lamp links 3 Lamp rechts (uitsluitend bepaalde modellen) 4 Pakking
NL
5 Deur 6 Ventilator van de oven 7 Frames voor roosters/ovenschalen
Vlak van het frame
155
2.2 Bedieningspaneel
Beschrijving
1 Temperatuurknop
Met deze knop kunt u het volgende selecteren:
• het vermogen van de microgolven,
• de bereidingstemperatuur,
• de duur van een functie,
• geprogrammeerde bereidingen,
• de actuele tijd,
• de in- of uitschakeling van de lamp in het apparaat.
2 Display
Geeft de actuele tijd, de gekozen functie, het gekozen vermogen, de gekozen bereidingstemperatuur en de eventuele toegekende duur weer.
3 Functieknop
Met deze knop is het volgende mogelijk:
• in-/uitschakelen van het apparaat,
• een functie selecteren,
• een functie starten of tijdelijk stoppen.
156
Beschrijving
2.3 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in werking tijdens de bereiding.
De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die boven de deur naar buiten komt, en die nog even kan doorgaan nadat de oven is uitgeschakeld.
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat wordt ingeschakeld:
• als de deur wordt geopend (uitsluitend bepaalde modellen);
• als een willekeurige functie wordt gekozen;
• als geen enkele functie geselecteerd is, draai de programmeerknop eventjes naar rechts om de binnenverlichting handmatig te activeren of te deactiveren.
2.4 Magnetron
Het apparaat is voorzien van een generator die microgolven produceert, magnetron genaamd. De geproduceerde microgolven worden gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld, bereiken de gerechten en warmen ze op.
Het opwarmen vindt plaats door middel van de wrijving van de moleculen (en met name de watermoleculen) in het voedsel, waardoor warmte wordt geproduceerd.
De warmte die direct in het voedsel wordt geproduceerd, maakt het mogelijk om in weinig tijd - minder dan voor een normale bereidingswijze nodig is - voedsel te bereiden, te ontdooien of op te warmen.
Door het gebruik van houders die voor de bereiding in de magnetron geschikt zijn, kunnen de microgolven het voedsel gelijkmatig bereiken (zie Materialen die voor de magnetron geschikt zijn).
NL
Om energie te besparen gaat de lamp aan het begin van elke bereiding na één minuut uit (deze functie kunt u in het secundaire menu deactiveren).
De binnenverlichting kan niet worden uitgeschakeld als de deur geopend is (enkel op sommige modellen).
157
Beschrijving
2.5 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding.
Kookstaafje
Tijdens het opwarmen van vloeistoffen in de houder plaatsen om het vertraagde kookproces te voorkomen.
De ovenaccessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of optionele accessoires kunnen worden aangevraagd bij erkende servicecentra. Gebruik enkel de originele accessoires van de fabrikant.
158
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Het apparaat wordt heel warm tijdens het gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de oven.
• Let op dat u de warmte-elementen in de oven niet aanraakt.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• Houd kinderen verwijderd van de oven tijdens gebruik ervan.
Het apparaat wordt warm tijdens het gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid van de oven.
• Laat geen ontvlambaar materiaal in de nabijheid van de oven.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden (met uitzondering van de magnetronfunctie).
• Plaats geen dichte schotels of houders in de oven.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen en roosters uit de ovenruimte tijdens gebruik.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
• Pannen niet over de gelakte bodem slepen of er tegen laten stoten.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
Materialen die voor de magnetron geschikt zijn
Doorgaans geldt dat de materialen die voor de bereiding met de magnetron gebruikt worden de microgolven moeten doorlaten, zodat de microgolven het voedsel kan bereiken.
Hieronder geven we een tabel van de materialen die wel of niet kunt gebruiken:
BRUIKBAAR
Glas*
• Vuurvaste schalen
• Glazen
De deksels altijd verwijderen.
Glazen potten
Porselein
Terracotta
Kunststof*
• Houders
• Plastic folie
Alleen voor magnetron.
De gebruikte folie mag de levensmiddelen niet raken.
*uitsluitend hittebestendig
NL
159
Gebruik
NIET BRUIKBAAR
Metaal
• Aluminiumfolie
• Aluminium schalen
• Borden
• Metalen instrumenten
• Diepvrieszakjes sluitstrips
Hout
Kristallen glazen
Papier
Houders van geëxpandeerd polystyreen
*uitsluitend hittebestendig
Het vaatwerk mag geen decoraties van metaal bevatten.
Met de functies magnetron of magnetron gecombineerd geen metalen schalen gebruiken.
Kunnen bogen of vonken veroorzaken.
Brandgevaar
Gevaar voor de contaminatie van voedsel.
Het vaatwerk testen
Gebruik voor deze test de magnetronfunctie zonder dat u voedsel in de magnetron plaatst.
Aan de hand van de volgende eenvoudige test kunt u nagaan of het vaatwerk voor de bereiding in de magnetron geschikt is:
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats het te testen vaatwerk op het rooster op het eerste niveau.
3. Selecteer de magnetronfunctie op maximaal vermogen (bijv. 1000W).
4. Stel een bereidingsduur van 30 seconden in.
5. Start de bereiding.
Ongeschikt vaatwerk
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Onderbreek de test onmiddellijk als u merkt dat het vaatwerk vonken of geknetter produceert. In dit geval is het vaatwerk niet voor de bereiding met de magnetron geschikt.
160
6. Aan het einde van de test moet het
bord/de schaal koud of lauwwarm zijn. We raden u aan om het bord/de schaal niet voor de bereiding met de magnetron te gebruiken als deze warm is.
Gebruik
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan de binnen- en buitenzijde van het apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve het plaatje met de technische gegevens) van de accessoires of uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van het apparaat (zie 4 Reiniging en onderhoud).
4. Verwarm de lege oven op de maximale temperatuur (met traditionele functies) om eventuele productieresten te verwijderen.
Gebruik voor de eerste opwarming de traditionele functie en dus geen magnetronfunctie.
3.3 Gebruik van de accessoires
Roosters en ovenschalen
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Het accessoire kan erg warm worden. Gebruik ovenwanten voor de hantering.
Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt.
• De mechanische veiligheidsblokkeringen om ongewenste verwijdering van de roosters te voorkomen moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de oven gericht zijn.
NL
Plaats de roosters en de schalen helemaal in de oven, tot ze vast komen te zitten.
Maak de ovenschalen schoon voor het eerste gebruik, om eventuele productieresten te verwijderen.
161
Gebruik
Kookstaafje
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor brandwonden
• Om het gevaar voor een ontploffing in het apparaat of het blijven overkoken van de kokend hete vloeistof te voorkomen, dient u tijdens het opwarmen altijd het kookstaafje in de vloeistof te plaatsen.
Hoge temperatuur
Gevaar voor schade aan het apparaat
• Gebruik het kookstaafje uitsluitend met
de magnetronfuncties. Gebruik het kookstaafje niet met gecombineerde of traditionele functies.
Tijdens het gebruik van de magnetron voor het (her)opwarmen van vloeistoffen kan zich een vertraagd kookproces voordoen. Om dit fenomeen te voorkomen, dient u tijdens het opwarmen het meegeleverde kookstaafje (of een plastic, hittebestendige lepel) in de houder aan te brengen.
3.4 Het gebruik van de oven
Display
Controlelamp klok
Controlelamp timer kookwekker
Controlelamp geprogrammeerde
bereiding
Controlelamp bereiding met tijdinstelling
Controlelamp kinderblokkering
Controlelamp show room stand
Controlelamp magnetron
Werkingscondities Stand-by: Wanneer geen enkele functie is
gekozen, toont het display de actuele tijd en het symbool
ON: Het display toont de ingestelde parameters, zoals de temperatuur, de duur, het vermogen van de magnetron en het niveaubereik als een willekeurige functie is gekozen.
.
162
Gebruik
Bij elke druk op de temperatuurknop tijdens een functie wordt de staat van de parameters cyclisch in de volgende volgorde weergegeven.
In elke staat kan de waarde worden gewijzigd door de temperatuurknop naar rechts of naar links te draaien. Houd de knop gedraaid om de wijziging sneller uit te voeren.
Als een functie met magnetron wordt geactiveerd:
1. Vermogen magnetron.
2. Duur functie.
Als een functie magnetron+grill is geactiveerd:
1. Temperatuur.
2. Duur magnetron.
3. Vermogen magnetron.
Als een functie grill is geactiveerd:
Instelling van het uur
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking zal op de display van
het apparaat het symbool knipperen. Om te kunnen beginnen met een
bereiding zult u de juiste tijd moeten instellen.
1. Draai aan de temperatuurknop om de weergegeven tijd in te stellen (houd de knop gedraaid om de tijd sneller of trager te doen verlopen).
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de minuten in te stellen (houd de knop gedraaid om de tijd sneller of trager te doen verlopen).
4. Druk op de temperatuurknop om de instelling te beëindigen.
Het kan zijn dat u de huidige tijd moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de overgang naar de zomertijd. Houd vanuit de stand-by stand de temperatuurknop naar links of naar rechts gedraaid tot de uren gaan knipperen.
Het is niet mogelijk om het uur te wijzigen als de oven zich niet in ON bevindt.
NL
1. Temperatuur
2. Tijdsduur timer kookwekker.
3. Duur magnetron.
4. Tijdsduur geprogrammeerde bereiding (als de bereiding met tijdinstelling is ingesteld).
5. Weergave uur.
163
Gebruik
3.5 Bereidingsfuncties
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
Tijdens het gebruik van de magnetron moeten de gerechten worden aangebracht in een geschikte houder die op het rooster op het eerste niveau is geplaatst.
TIJDENS HET GEBRUIK GEEN ENKELE HOUDER/ACCESSOIRE (ovenschalen, glazen schalen, enz.) AANBRENGEN OP DE BODEM VAN DE OVENRUIMTE.
Magnetron:
1. Selecteer de functie magnetron door op de functieknop te drukken/
eraan te draaien
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de duur te wijzigen (max. 30 minuten).
4. Druk op de temperatuurknop.
5. Draai aan de temperatuurknop om het vermogen van 100W tot 1000W te wijzigen (zie Magnetronvermogen).
6. Druk op de temperatuurknop of wacht 3 seconden.
7. Druk op de functieknop om de bereiding met magnetron te starten.
.
164
De bereiding wordt onderbroken als de deur geopend wordt. Hervat de bereiding door na het sluiten van de deur op de functieknop te drukken.
Onderbreek tijdelijk de bereidingsfunctie door op de functieknop te drukken. Druk opnieuw op de functieknop om de bereiding te hervatten.
Voor optimale resultaten met langdurige bereidingen met de functies magnetron en gecombineerd wordt aanbevolen om de levensmiddelen één of twee keer door te roeren.
Gebruik
8. Aan het einde van de bereiding wordt op het display “Stop” weergegeven.
U kunt de bereiding met de hand verlengen door nogmaals op de functieknop te drukken. Het apparaat zal de normale werking hervatten met de instellingen van de bereiding die eerder geselecteerd werden.
Schakel het apparaat uit door de functieknop ingedrukt te houden.
Magnetron
Microgolven dringen het voedsel binnen en maken het daardoor mogelijk om binnen kortere tijd voedsel te bereiden, waarbij bovendien aanzienlijk veel energie wordt bespaard. Microgolven zijn ideaal voor bereidingen zonder vet, voor het ontdooien en voor het opwarmen van voedsel, terwijl het originele aanzicht en de smaak behouden blijven.
Magnetronvermogen
Hieronder geven we de vermogens die u kunt selecteren:
Vermogen (W) Nuttig voor
100
Ontdooien van voedsel200 300 400 500 600 700 800 900
1000
Bereiding van vlees of delicate
bereidingen
Opwarmen of bereiding van
voedsel
Opwarmen van vloeistoffen
Functie QUICK START magnetron
Met de functie QUICK START kunt u snel de magnetron activeren. Dit is nuttig voor het opwarmen van kleine hoeveelheden vloeistof of voedsel.
1. Druk in de stand-by stand twee keer op de functieknop.
2. Het apparaat start de magnetron met de standaardparameters op.
NL
165
Gebruik
Gecombineerd magnetron + grill
De gecombineerde bereiding is een combinatie van een traditionele bereiding en de magnetron.
Magnetron + grill
Door het gebruik van de grill kleurt de buitenkant van het voedsel goudbruin. De magnetron maakt het echter mogelijk om de binnenkant van het voedsel in korte tijd te bereiden.
1. Selecteer de functie magnetron + grill door op de functieknop te drukken/ eraan te draaien.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Stel de temperatuur in door aan de knop te draaien.
4. Druk op de temperatuurknop.
5. Draai aan de temperatuurknop om de duur te wijzigen.
6. Druk op de temperatuurknop.
7. Draai aan de temperatuurknop om het vermogen van (100W tot 700W) te wijzigen.
8. Druk op de temperatuurknop of wacht 3 seconden.
9. Druk op de functieknop om de gecombineerde bereiding te starten.
Oneigenlijk gebruik
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Gebruik de gecombineerde functies niet
voor het opwarmen of laten koken van vloeistoffen.
Functie grill
Grill
Met de warmte die van het grill element komt, kunnen uitstekende resultaten bereikt worden zoals het roosteren van dun/iets dikker vlees. Aan het einde van de bereiding wordt bovendien een uniforme goudbruine kleur verkregen. Ideaal voor worsten, ribbetjes en bacon. Met deze functie kan een grote hoeveelheid voedsel, en vooral vlees, uniform gegrild worden.
1. Selecteer de functie Grill door op de functieknop te drukken/eraan te draaien.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Stel de temperatuur in door aan de knop te draaien.
4. Druk op de temperatuurknop of wacht 3 seconden.
5. Druk op de functieknop om de bereiding te starten.
166
Gebruik
Voorverwarmingsfase
In het geval van de functie grill wordt de bereiding voorafgegaan door een voorverwarmingsfase, waardoor de oven sneller op temperatuur wordt gebracht.
Deze fase wordt aangeduid door het knipperen van het symbool . Op het einde van de voorverwarming licht het symbool vast op, en hoort u een
geluidssignaal dat aanduidt dat het voedsel in de ovenruimte kan geplaatst worden.
De bereiding kan op elk ogenblik onderbroken worden door de functieknop minstens 3 seconden lang ingedrukt te houden.
Timer
Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren.
De kookwekker kan zowel tijdens de fase van de bereiding als de staat van stand-by van het apparaat geactiveerd worden.
1. Druk een keer op de temperatuurknop (2 maal als de bereidingsfase al bezig is). Op de display verschijnen de cijfers
en de controlelamp
knippert.
2. Draai aan de temperatuurknop om de duur in te stellen (van 1 minuut tot 4 uur). Na enkele seconden stop de
controlelamp met knipperen en begint het aftellen.
3. Nu kunt u de functie grill selecteren, en moet u wachten tot het geluidssignaal aanduidt dat de tijd verstreken is. De
controlelamp
knippert.
NL
4. Draai de knop om een extra kookwekker in te stellen. Of druk de temperatuurknop in om het geluidssignaal uit te schakelen.
167
Gebruik
Bereiding met tijdinstelling (uitsluitend voor functie grill)
Met bereiding met tijdinstelling wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kunt beginnen, en deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen.
De activering van een bereiding met tijdinstelling annuleert de eventuele timer die eerder werd ingesteld.
1. Nadat een bereidingsfunctie en ­temperatuur zijn geselecteerd, moet drie maal op de temperatuurknop gedrukt worden. Op de display
verschijnen de cijfers
controlelamp knippert.
2. Draai aan de temperatuurknop om de duur van de bereiding van 00:01 tot 13:00 in te stellen. Houd de knop gedraaid om de wijziging sneller uit te voeren.
en de
3. Enkele seconden na de instelling van
de duur stopt de controlelamp met knipperen en begint de bereiding met
tijdinstelling.
4. Aan het einde van de bereiding wordt op het display “STOP” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u kunt uitschakelen door de deur te openen of door op een van de twee knoppen te drukken/eraan te draaien.
Om een extra bereiding met tijdinstelling te selecteren, draait u de temperatuurknop naar links of rechts.
Om de kooktijd in handmatige modus te verlengen drukt u opnieuw op de temperatuurknop. Het apparaat zal de normale werking hervatten met de instellingen van de bereiding die eerder geselecteerd werden.
Schakel het apparaat uit door de functieknop ingedrukt te houden.
168
Gebruik
Geprogrammeerde bereiding (uitsluitend voor functie grill)
Een geprogrammeerde bereiding is een functie waarmee u de bereiding op een door u ingesteld tijdstip automatisch, met de automatische uitschakeling van de oven, kunt laten beëindigen.
1. Nadat een bereidingsfunctie en ­temperatuur zijn geselecteerd, moet drie maal op de temperatuurknop gedrukt worden. Op het display
verschijnen de cijfers en de
controlelamp knippert.
2. Draai aan de knop om de duur van de bereiding van 00:01 tot 13:00 in te stellen. Houd de knop gedraaid om de wijziging sneller uit te voeren.
3. Druk nogmaals op de temperatuurknop. De controlelamp
knippert. Draai aan de knop om het einde van de kooktijd uit te stellen.
4. Na een aantal seconden houden de controlelampen en
knipperen. Het apparaat wacht het begin van de geprogrammeerde bereidingstijd af.
op met
NL
169
Gebruik
5. Aan het einde van de bereiding wordt op het display “STOP” weergegeven en hoort u een geluidssignaal dat u kunt uitschakelen door de deur te openen of door op een van de twee knoppen te drukken/eraan te draaien.
Om de kooktijd in handmatige modus te verlengen drukt u opnieuw op de temperatuurknop. Het apparaat zal de normale werking hervatten met de instellingen van de bereiding die eerder geselecteerd werden.
Schakel het apparaat uit door de functieknop ingedrukt te houden.
Uit veiligheidsoverwegingen is het niet mogelijk om enkel het tijdstip van het einde van de kooktijd in te stellen, zonder dat de tijdsduur ervan wordt ingesteld.
3.6 Speciale functies
Verwarmen
Met deze functie kunt u eerder bereide en in de koelkast bewaarde levensmiddelen met magnetron opwarmen.
1. Selecteer de functie opwarming door op de functieknop te drukken/eraan te draaien.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de duur van de opwarming te wijzigen.
4. Bevestig de parameters en start het opwarmen door op de functieknop te drukken.
5. Aan het einde wordt “Stop” weergegeven.
170
Gebruik
Ontdooien op tijd
Met deze functie kunt u met de magnetronfunctie en een instelbare tijd levensmiddelen ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie Procedure “Turn”).
2. Selecteer de functie ontdooien op tijd,
aangegeven met het symbool en door op de functieknop te drukken/
eraan te draaien.
3. Druk op de temperatuurknop om de duur in te stellen.
4. Draai aan de knop om de duur (van 5 seconden tot 99 minuten) te wijzigen.
5. Druk op de functieknop om het ontdooien te starten.
Voor een optimaal resultaat moet u het gerecht in de ovenruimte draaien, als het ontdooien meer dan 5 minuten duurt, zie Procedure “Turn”.
6. Aan het einde wordt “Stop” weergegeven.
Ontdooien op gewicht
Met deze functie kunt u met de magnetronfunctie afhankelijk van het gewicht en het type levensmiddel levensmiddelen ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie Procedure “Turn”).
2. Selecteer ontdooien op gewicht, aangegeven met “d00”, door op de functieknop te drukken/eraan te
draaien.
3. Selecteer het type levensmiddel dat u wilt ontdooien door aan de functieknop te draaien.
4. Selecteer het gewicht (in gram) van het levensmiddel dat u wilt ontdooien door aan de temperatuurknop te draaien.
5. Bevestig de ingestelde parameters en start het ontdooien door op de functieknop te drukken.
Voor een optimaal resultaat moet u het gerecht in de ovenruimte tijdens het ontdooien draaien, zie Procedure “Turn”.
NL
6. Aan het einde wordt “Stop” weergegeven.
171
Gebruik
Ingestelde parameters:
dE Type
Vlees 500 20
Vis 400 17
Fruit 300 15
Brood 300 5
Gewicht
(g)
Tijd
(minuten)
Procedure “Turn”
Voor optimaal ontdooien geeft het apparaat aan wanneer u het gerecht in de ovenruimte moet draaien.
1. Plaats het gerecht parallel aan de deur in de oven.
3. Open de deur en draai het gerecht 90°.
Het apparaat wacht een minuut en voltooit het ontdooien automatisch als u het gerecht niet draait. Op het display wordt ter herinnering “Turn” onder het aftellen weergegeven
2. U moet het gerecht draaien als op het display van het apparaat “Turn” wordt weergegeven.
172
Gebruik
4. Sluit de deur van het apparaat en hervat de functie door op de functieknop te drukken.
5. Het apparaat kan u opnieuw vragen om het gerecht te draaien als dit nodig is. Op het display wordt “Turn” weergegeven.
6. Voor een tweede rotatie moet u de deur openen en het gerecht 180° draaien.
7. Sluit de deur ven hervat de functie door op de functieknop te drukken.
3.7 Secundair menu
Het apparaat is tevens uitgerust met een verborgen “secundair menu”, waarin de gebruiker het volgende kan verrichten:
• De stand Kinderblokkering activeren of deactiveren.
• De show room stand activeren of deactiveren (die alle verwarmingselementen deactiveert en enkel het bedieningspaneel laat werken).
• De stand Laag Vermogen (Eco-Logic) activeren of deactiveren.
• De tijdinstelling van de lamp (Eco Light) activeren of deactiveren.
Als het apparaat in Stand-by staat
1. Het activeren van de binnenverlichting,
door de temperatuurknop snel te draaien.
2. Houd voor minstens 5 seconden de
temperatuurknop ingedrukt.
3. Draai de temperatuurknop naar rechts
of links om de status van de instelling (ON/OFF) te wijzigen.
4. Druk op de temperatuurknop om over
te gaan naar de volgende instelling.
NL
173
Gebruik
Kinderblokkering stand: Deze stand
blokkeert de bedieningen automatisch van het apparaat na een minuut normale werking, zonder enige tussenkomst van de gebruiker.
Bij normale werking wordt dit aangeduid door de controlelamp Om de blokkering tijdelijk uit te schakelen
tijdens een bereiding, moet u de programmeerknop 5 seconden ingedrukt houden. De blokkering zal één minuut na de laatste instelling weer actief worden.
.
Show room stand (enkel voor exposanten): Deze stand maakt het
mogelijk om de warmte-elementen te deactiveren, terwijl men toch gebruik kan maken van het bedieningspaneel.
Om de oven normaal te gebruiken, moet deze modus op OFF ingesteld worden.
Als de stand actief is, licht de controlelamp op het display op.
174
Als de stand van de temperatuur­en functieknop wordt aangeraakt of gewijzigd, verschijnt op de display twee seconden lang
.
Ook als de kinderblokkering geactiveerd is, kunt u het apparaat onmiddellijk uitschakelen door 3 seconden lang op de functieknop te drukken.
Gebruik
Stand Laag Vermogen: Met deze stand
kunt u het verbruik van de oven beperken. Ideaal om meerdere huishoudelijke
apparaten tegelijkertijd te kunnen gebruiken.
HI: normaal vermogen. LO: laag vermogen.
Wanneer de stand van het Laag Vermogen wordt geactiveerd, kan de tijdsduur van de voorverwarming en van de bereiding langer duren.
Stand tijdinstelling lamp
Voor een verdere besparing van de energie wordt de lamp automatisch één minuut na het begin van de bereiding gedeactiveerd.
NL
Stel deze stand in op OFF om te voorkomen dat het apparaat de lamp automatisch na een minuut deactiveert.
De handmatige controle van de in­/uitschakeling is echter altijd mogelijk door de programmeerknop in de beide instellingen naar rechts te draaien.
175
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
De temperatuur in de ovenruimte kan na het gebruik hoog oplopen
Gevaar op verbranding
• Laat het apparaat afkoelen en maak het daarna pas schoon.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
• Nalatige reiniging van de ovenruimte kan de levensduur van het apparaat op negatieve wijze beïnvloeden en kan een gevaar vormen.
• Verwijder voedselresten altijd uit de ovenruimte.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor brandwonden
• Gebruik geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage of die ontvlambare dampen kunnen afgeven. Bij een volgende verwarming zouden ze explosies in de oven kunnen veroorzaken.
Wend u voor de vervanging tot de technische assistentie als de lamp beschadigd is. Dit defect is niet van invloed op de status van het apparaat. U kunt het apparaat blijven gebruiken.
4.2 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te houden, moeten ze na elk gebruik gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
4.3 Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke producten, die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en wrijf het over het oppervlak, spoel zorgvuldig af, en droog met een zachte doek of met een microvezeldoek.
176
Reiniging en onderhoud
4.4 Voedselresten of -vlekken
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers zodat de oppervlakken niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten, en eventueel houten of plastic gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een microvezeldoek.
Vermijd om etensresten op basis van suiker (bijv. marmelade) te laten drogen, dit kan het email binnenin aantasten.
4.5 Drogen
Door de bereiding van gerechten ontstaat vocht in de ovenruimte. Dit is normaal en is niet van invloed op de correcte werking van het apparaat.
Aan het einde van elke bereiding:
1. laat het apparaat afkoelen;
2. verwijder vuil uit de ovenruimte;
3. maak de ovenruimte droog met een zachte doek;
4. laat de deur lang genoeg open staan zodat de ovenruimte volledig kan opdrogen.
4.6 Reiniging van de ruiten van de deur
Er wordt aangeraden om deze steeds schoon te houden. Gebruik absorberend keukenpapier. Bij hardnekkig vuil moet u schoonmaken met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Er wordt aanbevolen om reinigingsproducten van de fabrikant te gebruiken.
4.7 De reiniging van de binnenkant van de oven
Om de oven in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden.
Verwijder alle verwijderbare delen. Reinig de ovenroosters met warm water en
niet-schurende reinigingsmiddelen; spoel ze af en maak ze daarna droog.
NL
Er wordt aangeraden om de oven ongeveer 15/20 minuten maximaal te verwarmen nadat specifieke producten gebruikt werden, om eventuele resten in de oven te elimineren.
177
Reiniging en onderhoud
Verwijdering van de geleiderframes voor de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes worden verwijderd, kan de reiniging van de zijdelen makkelijker uitgevoerd worden. Deze handeling moet uitgevoerd worden wanneer de automatische reinigingscyclus wordt gebruikt (enkel op sommige modellen).
Verwijder de geleiderframes:
1. Schroef de twee bevestigingspinnen van het geleiderframe los.
2. Schuif het frame naar binnen.
De bovenkant reinigen
De temperatuur in de ovenruimte kan tijdens het gebruik hoog oplopen
Gevaar op verbranding
• De volgende handelingen mogen uitsluitend bij volledig afgekoelde en uitgeschakelde oven worden verricht.
Het apparaat is voorzien van een weerstand die u voor een eenvoudigere reiniging van de bovenkant van de ovenruimte kunt kantelen.
1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig
op en draai de pal 90° zodat de weerstand vrijkomt.
2. Beweeg de weerstand voorzichtig
helemaal omlaag.
3. Herhaal na de reiniging de net beschreven handelingen om de geleiderframes weer aan te brengen. Let goed op de afstandsbussen die binnen de omtrek van het geleiderframe aangebracht moeten worden.
178
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Laat tijdens de reiniging de weerstand niet teveel buigen.
3. Plaats aan het einde van de reiniging
de weerstand terug en blokkeer hem door aan de pal te draaien.
Reiniging en onderhoud
Oplossingen voor problemen…
De display is volledig uitgeschakeld:
• Controleer de stroomtoevoer.
• Controleer of een eventuele meerpolige schakelaar vóór de stroomtoevoer van de oven zich op “On” bevindt.
De oven verwarmt niet:
• Controleer of de stand “show room” ingesteld werd (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf 3.7 Secundair menu).
De bedieningen reageren niet:
• Controleer of de stand “Kinderblokkering” ingesteld werd (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf 3.7 Secundair menu).
De bereidingstijden blijken te hoog tegenover diegene die worden aangeduid in de tabel:
• Controleer of de stand “Laag Vermogen” ingesteld werd (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf 3.7 Secundair menu).
NL
Wanneer het probleem niet wordt opgelost, of voor andere types van defecten, neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Indien andere foutberichten ERRx worden gesignaleerd:
noteer het foutmelding, en de ingestelde functie en temperatuur, en neem contact op met het plaatselijke servicecentrum.
179
Installatie
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel.
• De aardverbinding van het elektrische systeem is verplicht en moet in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met de gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de merknaam van het apparaat en is zichtbaar op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden. Het apparaat functioneert op 220-240 V~.
Gebruik een driepolige kabel (3 x 1,5 mm voor de diameter van de interne geleider).
Zorg voor de aardverbinding met een kabel die ten minste 20 mm langer is dan de andere kabels.
2
Vaste aansluiting
Rust de voedingslijn uit met een meerpolige onderbrekingsinrichting, overeenkomstig de installatienormen.
De meerpolige schakelaar dient volgens de voorschriften op een eenvoudig te bereiken plaats en in de nabijheid van het apparaat te zijn aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand zouden kunnen veroorzaken.
Vervanging van de kabel
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
1. Schroef de schroeven van het achterpaneel los en verwijder het paneel
,
om toegang te krijgen tot het klemmenbord.
2. Vervang de kabel.
3. Controleer of de kabels (oven of eventuele kookplaat) een optimaal traject hebben, zodat eender welk contact met het apparaat wordt vermeden.
180
Installatie
5.2 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat met behulp van een tweede persoon in het meubel.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Gebruik de open deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens werking van het apparaat
Brandgevaar
• Controleer of het materiaal van het meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien is van de vereiste openingen.
• Installeer het apparaat niet in een afgesloten nis of in een keukenkastje.
Positie van de voedingskabel
(achteraanzicht)
Pakking frontpaneel
Plak de meegeleverde pakking op de achterkant van het frontpaneel om de eventuele infiltratie van water of andere vloeistoffen te voorkomen.
NL
181
Installatie
Draagpotten
Verwijder de doppen van de draagpotten aan de voorzijde van de oven.
Plaats het apparaat in het meubel. Bevestig het apparaat aan het meubel met
de schroeven.
Afmetingen van het apparaat (mm)
(vooraanzicht)
Bedek de draagpotten met de voorheen verwijderde doppen.
182
(bovenaanzicht)
Installatie
Plaatsing onder een werkblad (mm)
(zijaanzicht)
NL
Ga na of het achterste/onderste deel van het meubel voorzien is van een opening van ongeveer 60 mm.
183
Inbouw in een kolom (mm)
Ga na of het bovenste/achterste deel van het meubel voorzien is van een opening van ongeveer 35-40 mm diep.
Installatie
184
Loading...