1.2 Waarschuwingen voor het gebruik van de magnetron125
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant126
1.4 Beoogd gebruik127
1.5 Identificatieplaatje127
1.6 Verwerking127
1.7 Deze gebruiksaanwijzing128
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing128
2 Beschrijving129
2.1 Algemene beschrijving129
2.2 Bedieningspaneel130
2.3 Andere onderdelen130
2.4 Microgolfoven131
2.5 Beschikbare accessoires131
3 Gebruik132
3.1 Waarschuwingen132
3.2 Eerste gebruik133
3.3 Gebruik van de accessoires134
3.4 Het gebruik van de oven134
3.5 Bereidingsfuncties136
3.6 Speciale functies en automatische programma’s141
3.7 Secundair menu144
4 Reiniging en onderhoud147
4.1 Waarschuwingen147
4.2 Reiniging van de oppervlakken147
4.3 Dagelijkse gewone reiniging147
4.4 Voedselresten of -vlekken147
4.5 Reiniging van de ruiten van de deur148
4.6 De reiniging van de binnenkant van de oven148
5 Installatie150
5.1 Elektrische aansluiting150
5.2 Vervanging van de kabel150
5.3 Plaatsing151
NL
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
123
1 Waarschuwingen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOORLEZEN EN VOOR NASLAG BEWAREN.
Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• AANDACHT: Gebruik de
magnetron niet als de deur of de
deurpakking beschadigd is, tot u
deze door ervaren personeel
hebt laten repareren.
• AANDACHT: Voor iedereen - met
uitzondering van ervaren
personeel - is het gevaarlijk om
onderhoud of reparaties te
verrichten waarvoor een kap, die
bescherming tegen de
microgolven biedt, gedemonteerd
moet worden.
• AANDACHT: Vloeistoffen en
ander voedsel mogen niet in
afgesloten houders worden
opgewarmd, aangezien ze
zouden kunnen ontploffen.
• AANDACHT: Het apparaat en
de bereikbare delen ervan
worden heel warm tijdens het
gebruik.
• Raak geen warmte-elementen
delen aan tijdens gebruik van het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met een
gebrek aan ervaring of kennis is
alleen toegestaan onder toezicht
en begeleiding van volwassenen
die verantwoordelijk zijn voor hun
veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Schakel het apparaat uit na
gebruik ervan.
• Schakel het apparaat uit of
koppel het van de voeding af en
houd de deur gesloten om
eventuele vlammen te doven, als
rook uit het apparaat komt.
• Probeer nooit om vlammen/
brand met water te blussen.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
124
Waarschuwingen
van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie en
de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Gebruik het apparaat nooit om
de ruimte te verwarmen.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen
voorwerpen in de deur vastzitten.
1.2 Waarschuwingen voor het
gebruik van de magnetron
• Controleer het apparaat tijdens
de bereiding van levensmiddelen
in houders van plastic of papier.
• Maak het apparaat continu
schoon en verwijder eventuele
voedselresten.
• Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort het
apparaat tot groep 2 en klasse B
(EN 55011).
• Dit apparaat voldoet aan de
actueel toepasselijke normen en
richtlijnen inzake
elektromagnetische compatibiliteit
en veiligheid. Desondanks raden
we personen met een pacemaker
aan om een afstand van 20-30
cm tussen de werkende
magnetron en de pacemaker te
behouden. Raadpleeg de
fabrikant van de pacemaker voor
overige informatie.
• Het kookproces kan bij het
gebruik van de magnetron voor
het (her)opwarmen van
vloeistoffen worden vertraagd. Let
goed op wanneer u de houder
hanteert: de vloeistof kan uit de
houder stromen of eruit spatten als
u met de houder ergens tegen aan
stoot. Om dit gevaar te vermijden,
kunt u tijdens het opwarmen een
NL
125
Waarschuwingen
plastic, hittebestendige lepel in de
houder aan te brengen.
• Babyvoeding mag niet in
gesloten houders in de magnetron
worden opgewarmd. Verwijder de
deksel of de speen (in het geval
van een fles). Verifieer aan het
einde van de bereiding altijd de
temperatuur, deze mag niet te
hoog zijn. Meng of roer de inhoud
goed door om voor een
gelijkmatige temperatuur te
zorgen, en brandwonden te
vermijden.
• Gebruik de magnetron niet om
voedsel te drogen.
• Gebruik de magnetron uitsluitend
voor het bereiden van
levensmiddelen. Andere
toepassingen (bijv. het opdrogen
van kleding, het opwarmen van
sloffen, sponsen, vochtige doeken
enz., het drogen van voedsel) zijn
absoluut verboden en kunnen
letsel of brand veroorzaken.
• Gebruik de magnetron niet voor
het opwarmen van olies.
• Warm alcoholhoudende dranken
of levensmiddelen niet teveel op.
• Warm eieren in een schaal of
hele, hardgekookte eieren niet op
aangezien ze na het opwarmen
zouden kunnen ontploffen.
schil bereid (bijv. aardappels,
appels, enz.).
• Verwarm verpakte
levensmiddelen niet op.
• Gebruik de microgolven of
combi-functie niet als de
magnetron leeg is.
• Gebruik vaatwerk en instrumenten
die voor de magnetron geschikt
zijn.
• Gebruik geen aluminium bakjes
voor de bereiding van voedsel.
• Gebruik geen vaatwerk met
decoraties van metaal (goud,
zilver).
• Het apparaat wekt op een ISMgolflengte van 2.4 Ghz.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade aan personen en
voorwerpen tengevolge:
• een ander gebruik van het apparaat
dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
• Prik de schil door alvorens u
levensmiddelen met huid of harde
126
Waarschuwingen
1.4 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een
huishoudelijke omgeving. Elk ander
gebruik is oneigenlijk. Bovendien kan dit
apparaat niet worden gebruikt:
• in de keuken van werknemers in
winkels, kantoren en andere
werkomgevingen.
• op (vakantie)boerderijen.
• door gasten in hotels en motels en in
residences.
• in bed en breakfasts.
• Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe kookwekkers of
afstandsbedieningystemen.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat. Het plaatje
mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker
(indien aanwezig).
• De gebruiker moet het apparaat dus
aan het einde van het gebruik toekennen
aan geschikte centra voor de
gescheiden inzameling van elektrisch en
elektronisch afval, of het overhandigen
aan de verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
NL
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
127
Waarschuwingen
1.7 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en dient
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
• Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
128
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Advies
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Beschrijving
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Bedieningspaneel
2 Lamp links
3 Lamp rechts (uitsluitend bepaalde modellen)
4 Pakking
5 Deur
6 Ventilator van de oven
7 Frame voor roosters/ovenschalen
NL
Niveau van het frame
129
2.2 Bedieningspaneel
Beschrijving
Temperatuurknop (1)
Met deze knop kunt u het volgende
selecteren:
• het vermogen van de microgolven,
• de bereidingstemperatuur,
• de duur van een functie,
• geprogrammeerde bereidingen,
• de actuele tijd,
• de in- of uitschakeling van de lamp in het
apparaat.
Display (2)
Geeft de actuele tijd, de gekozen functie,
het gekozen vermogen, de gekozen
bereidingstemperatuur en de eventuele
toegekende duur weer.
Functieknop (3)
Met deze knop is het volgende mogelijk:
• in-/uitschakelen van het apparaat,
• een functie selecteren,
• een functie starten of tijdelijk stoppen.
2.3 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in
werking tijdens de bereiding.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die boven de deur
naar buiten komt, en die nog even kan
doorgaan nadat de oven werd
uitgeschakeld.
Interne verlichting
De interne verlichting van de oven wordt
ingeschakeld wanneer de deur wordt
geopend of wanneer een functie wordt
geselecteerd. Om energie te besparen
gaat de lamp aan het begin van elke
bereiding na één minuut uit (deze functie
kunt u in het secundaire menu deactiveren).
130
Beschrijving
Draai de temperatuurknop eventjes naar
rechts om de binnenverlichting handmatig
te activeren of te deactiveren.
2.4 Microgolfoven
Het apparaat is voorzien van een
microgolfgenerator, magnetron genaamd.
De geproduceerde microgolven worden
gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld,
bereiken de gerechten en warmen ze op.
Het opwarmen vindt plaats door middel
van de wrijving van de moleculen (en met
name de watermoleculen) in het voedsel,
waardoor warmte wordt geproduceerd.
De warmte die direct in het voedsel wordt
geproduceerd, maakt het mogelijk om in
weinig tijd - minder dan voor een normale
bereidingswijze nodig is - voedsel te
bereiden, te ontdooien of op te warmen.
Door het gebruik van houders die voor de
bereiding in de magnetron geschikt zijn,
kunnen de microgolven het voedsel
gelijkmatig bereiken (zie Materialen die
voor de magnetron geschikt zijn).
2.5 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
Rooster
NL
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
De ovenaccessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen
worden aangevraagd bij erkende
servicecentra. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
constructeur.
131
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
De temperatuur in de oven is
hoog tijdens gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de oven.
• Let op dat u de warmte-elementen in de
oven niet aanraakt.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• Houd kinderen verwijderd van de oven
tijdens gebruik ervan.
De temperatuur in de oven is
hoog tijdens gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid
van de oven.
• Laat geen ontvlambaar materiaal in de
nabijheid van de oven.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic
houders om voedsel te bereiden (met
uitzondering van de functie
microgolven).
• Plaats geen dichte schotels of houders in
de oven.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waar vetten
en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen
en roosters uit de ovenruimte tijdens
gebruik.
Incorrect gebruik
Beschadiging van geëmailleerde
oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er
voor zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de oven er niet door
wordt verhinderd.
• Pannen niet over de gelakte bodem
slepen of er tegen laten stoten.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
Materialen die voor de magnetron
geschikt zijn
Doorgaans geldt dat de materialen die
voor de bereiding met de magnetron
gebruikt worden de microgolven moeten
doorlaten, zodat de microgolven het
voedsel kan bereiken.
Hieronder geven we een tabel van de
materialen die wel of niet kunt gebruiken:
BRUIKBAAR
Glas*
• Vuurvaste schalen
• Glazen
De deksels altijd
verwijderen.
•Glazen potten
Porselein
Terracotta
Kunststof*
• Houders
• Plastic folie
Alleen voor
magnetron.
De gebruikte folie
mag de
levensmiddelen niet
raken.
*uitsluitend hittebestendig
132
NIET BRUIKBAAR
Metaal
• Aluminiumfolie
• Aluminium schalen
• Borden
• Metalen instrumenten
• Diepvrieszakjes
sluitstrips
Hout
Kristallen glazen
Papier
Houders van
geëxpandeerd
polystyreen
*uitsluitend hittebestendig
Kunnen bogen of
vonken
veroorzaken.
Brandgevaar
Gevaar voor de
contaminatie van
voedsel.
Gebruik
4. Stel een bereidingsduur van 30
5. Start de bereiding.
• Onderbreek de test onmiddellijk als u
6. Aan het einde van de test moet het
seconden in.
Ongeschikt vaatwerk.
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
merkt dat het vaatwerk vonken of
geknetter produceert. In dit geval is het
vaatwerk niet voor de bereiding met de
magnetron geschikt.
bord/de schaal koud of lauwwarm zijn.
We raden u aan om het bord/de schaal
niet voor de bereiding met de magnetron
te gebruiken als deze warm is.
NL
Het vaatwerk mag geen
decoraties van metaal bevatten.
Met de functies microgolven of
microgolven gecombineerd geen
extra metalen schalen gebruiken.
Het vaatwerk testen
Gebruik voor deze test de functie
microgolven zonder dat u voedsel
in de magnetron plaatst.
Aan de hand van de volgende eenvoudige
test kunt u nagaan of het vaatwerk voor de
bereiding in de magnetron geschikt is:
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats het bord/de schaal op de bodem
van de oven.
3. Selecteer de functie microgolven op
maximaal vermogen (bijv. 1000W).
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires of uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
4. Verwarm de lege oven op de maximale
temperatuur (met traditionele functies)
om eventuele productieresten te
verwijderen.
Gebruik voor de eerste
opwarming de traditionele functie
en dus geen functie microgolven.
133
Gebruik
3.3 Gebruik van de accessoires
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de
zijgeleiders worden geplaatst tot aan het
eindpunt.
• De mechanische veiligheidsblokkeringen
om ongewenste verwijdering van de
roosters te voorkomen moeten naar
beneden en naar de binnenzijde van de
oven gericht zijn.
Hoge temperatuur.
Gevaar op verbranding
• Het accessoire kan erg warm worden.
Gebruik ovenwanten voor de hantering.
3.4 Het gebruik van de oven
Display
Controlelamp klok
Controlelamp kookwekker
Controlelamp bereiding met
tijdinstelling en uitgestelde start
Controlelamp bereiding met
tijdinstelling
Controlelamp kinderbeveiliging
Controlelamp show room
Controlelamp microgolven
Werkingscondities
Stand-by: Wanneer geen enkele functie is
gekozen, toont het display de actuele tijd
en het symbool .
134
Plaats de roosters en de schalen
helemaal in de oven, tot ze vast
komen te zitten.
Maak de ovenschalen schoon
voor het eerste gebruik, om
eventuele productieresten te
verwijderen.
ON: Het display toont de ingestelde
parameters, zoals de temperatuur, de duur,
het vermogen van de microgolven en het
niveaubereik als een willekeurige functie is
gekozen.
Gebruik
Bij elke druk op de temperatuurknop tijdens
een functie wordt de staat van de
parameters cyclisch in de volgende
volgorde weergegeven.
In elke staat kan de waarde worden
gewijzigd door de temperatuurknop naar
rechts of naar links te draaien. Houd de
knop gedraaid om de wijziging sneller uit te
voeren.
Als een functie met microgolven wordt
geactiveerd:
1. Vermogen microgolven.
2. Duur microgrolven.
Als een functie microgolven+grill is
geactiveerd:
1. Temperatuur.
2. Duur microgrolven.
3. Vermogen microgolven.
Als een functie grill is geactiveerd:
Instelling van het uur
Bij het eerste gebruik of na een
stroomonderbreking zal op de display van
het apparaat het symbool
knipperen. Om te kunnen beginnen met een
bereiding zal u de juiste tijd moeten
instellen.
1. Draai aan de temperatuurknop om de
weergegeven tijd in te stellen (houd de
knop gedraaid om de tijd sneller of
trager te doen verlopen).
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de
minuten in te stellen (houd de knop
gedraaid om de tijd sneller of trager te
doen verlopen).
4. Druk op de temperatuurknop om de
instelling te beëindigen.
Het kan zijn dat u de huidige tijd
moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de
overgang naar de zomertijd.
Houd vanuit de stand-by stand de
temperatuurknop naar links of naar
rechts gedraaid tot de uren gaan
knipperen.
Het is niet mogelijk om het uur te
wijzigen als de oven zich niet in
ON bevindt.
NL
1. Temperatuur
2. Tijdsduur kookwekker.
3. Duur microgrolven.
4. Tijdsduur geprogrammeerde bereiding
(als de bereiding met tijdinstelling is
ingesteld).
5. Weergave uur.
135
Gebruik
3.5 Bereidingsfuncties
Microgolfoven:
1. Selecteer de functie microgolven
door op de functieknop te drukken/
eraan te draaien.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de
duur te wijzigen (max. 30 minuten).
4. Druk op de temperatuurknop.
5. Draai aan de temperatuurknop om het
vermogen van 100W tot 1000W te
wijzigen (zie Vermogen microgolven).
6. Druk op de temperatuurknop of wacht 3
seconden.
7. Druk op de bedieningsknop om de
bereiding met microgolven te starten.
De bereiding wordt onderbroken
als de deur geopend wordt.
Hervat de bereiding door na het
sluiten van de deur op de
functieknop te drukken.
8. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display “Stop” weergegeven.
Draai aan de temperatuurknop om
extra bereidingsduur in te stellen.
Druk op de functieknop om de
bereiding te starten.
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Microgolfoven
Microgolven dringen het voedsel
binnen en maken het daardoor
mogelijk om binnen kortere tijd
voedsel te bereiden, waarbij
bovendien aanzienlijk veel energie
wordt bespaard. Microgolven zijn
ideaal voor bereidingen zonder vet,
voor het ontdooien en voor het
opwarmen van voedsel, terwijl het
originele aanzicht en de smaak
behouden blijven.
136
Onderbreek tijdelijk de
bereidingsfunctie door op de
functieknop te drukken. Druk
opnieuw op de functieknop om de
bereiding te hervatten.
Gebruik
Vermogen microgolven
Hieronder geven we de vermogens die u
kunt selecteren:
Vermogen (W)Nuttig voor
100
Ontdooien van voedsel200
300
400
500
600
700
800
900
1000
Bereiding van vlees of delicate
bereidingen
Opwarmen of bereiding van
voedsel
Opwarmen van vloeistoffen
Functie QUICK START microgolven
Met de functie QUICK START kunt
u snel de microgolven activeren.
Dit is nuttig voor het opwarmen van
kleine hoeveelheden vloeistof of
voedsel.
1. Druk in de stand-by stand twee keer op
de functieknop.
2. Het apparaat start de microgolven met
de standaardparameters op.
Gecombineerd microgolven + grill
De gecombineerde bereiding is
een combinatie van een
traditionele bereiding en
microgolven.
Microgolven + grill
Door het gebruik van de grill kleurt
de buitenkant van het voedsel
goudbruin. De werking van
microgolven maakt het echter
mogelijk om de binnenkant van het
voedsel in korte tijd te bereiden.
1. Selecteer de functie microgolven door
op de functieknop te drukken/eraan te
draaien.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Stel de temperatuur in door aan de knop
te draaien.
4. Druk op de temperatuurknop.
5. Draai aan de temperatuurknop om de
duur te wijzigen.
6. Druk op de temperatuurknop.
7. Draai aan de temperatuurknop om het
vermogen van (100W tot 700W) te
wijzigen.
8. Druk op de temperatuurknop of wacht 3
seconden.
9. Druk op de functieknop om de
gecombineerde bereiding te starten.
NL
137
Gebruik
Functie grill
Grill
Met de warmte die van het grill
element komt, kunnen uitstekende
resultaten bereikt worden zoals het
roosteren van dun/iets dikker vlees.
Aan het einde van de bereiding
wordt bovendien een uniforme
goudbruine kleur verkregen. Ideaal
voor worsten, ribbetjes en bacon.
Met deze functie kan een grote
hoeveelheid voedsel, en vooral
vlees, uniform gegrild worden.
1. Selecteer de functie Grill door op de
functieknop te drukken/eraan te
draaien.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Stel de temperatuur in door aan de knop
te draaien.
4. Druk op de temperatuurknop of wacht 3
seconden.
5. Druk op de functieknop om de bereiding
te starten.
Voorverwarmingsfase
In het geval van de functie grill wordt de
bereiding voorafgegaan door een
voorverwarmingsfase, waardoor de oven
sneller op temperatuur wordt gebracht.
Deze fase wordt aangeduid door het
knipperen van het symbool .
Op het einde van de voorverwarming licht
het symbool vast op, en hoort u een
geluidssignaal dat aanduidt dat het voedsel
in de ovenruimte kan geplaatst worden.
De bereiding kan op elk ogenblik
onderbroken worden door de
functieknop minstens 3 seconden
lang ingedrukt te houden.
138
Gebruik
Kookwekker
Deze functie zal de bereiding niet
onderbreken, maar enkel het
geluidssignaal activeren.
De kookwekker kan zowel tijdens
de fase van de bereiding als de
staat van stand-by van het
apparaat geactiveerd worden.
1. Druk één maal op de temperatuurknop
(2 maal als de bereidingsfase al bezig
is). Op de display verschijnen de cijfers
en de controlelamp
knippert.
2. Draai aan de temperatuurknop om de
duur in te stellen (van 1 minuut tot 4 uur).
Na enkele seconden stop de
controlelamp met knipperen en
begint het aftellen.
3. Nu kunt u de functie grill selecteren, en
moet u wachten tot het geluidssignaal
aanduidt dat de tijd verstreken is. De
controlelamp knippert.
Bereiding met tijdsinstelling (uitsluitend
voor functie grill)
Met bereiding met tijdsinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
De activering van een bereiding
met tijdsinstelling annuleert de
eventuele timer kookwekker die
eerder werd ingesteld.
1. Nadat een bereidingsfunctie en temperatuur zijn geselecteerd, moet drie
maal op de temperatuurknop gedrukt
worden. Op de display verschijnen de
cijfers en de controlelamp
knippert.
2. Draai aan de temperatuurknop om de
duur van de bereiding van 00:01 tot
13:00 in te stellen. Houd de knop
gedraaid om de wijziging sneller uit te
voeren.
NL
4. Draai de knop om een extra kookwekker
in te stellen. Of druk de temperatuurknop
in om het geluidssignaal uit te schakelen.
3. Enkele seconden na instelling van de
duur stopt de controlelamp met
knipperen en begint de bereiding met
tijdsinstelling.
139
Gebruik
4. Aan het einde van de bereidingstijd
wordt op het display “STOP”
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
temperatuurknop kunt uitschakelen.
Om een extra bereiding met
tijdsinstelling te selecteren, draait u
de temperatuurknop naar links of
rechts.
Om de kooktijd in handmatige
modus te verlengen drukt u
opnieuw op de temperatuurknop.
Het apparaat zal de normale
werking hervatten met de
instellingen van de bereiding die
eerder geselecteerd werden.
Een geprogrammeerde bereiding
is een functie waarmee u de
bereiding op een door u ingesteld
tijdstip automatisch, met de
automatische uitschakeling van de
oven, kunt laten beëindigen.
1. Nadat een bereidingsfunctie en temperatuur zijn geselecteerd, moet drie
maal op de temperatuurknop gedrukt
worden. Op de display verschijnen de
cijfers en de controlelamp
knippert.
2. Draai aan de knop om de duur van de
bereiding van 00:01 tot 13:00 in te
stellen. Houd de knop gedraaid om de
wijziging sneller uit te voeren.
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Geprogrammeerde bereiding
(uitsluitend voor functie grill)
Met bereiding met tijdsinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
De activering van een bereiding
met tijdsinstelling annuleert de
eventuele timer kookwekker die
eerder werd ingesteld.
140
3. Druk nogmaals op de temperatuurknop.
De controlelamp knippert. Draai aan
de knop om het einde van de kooktijd uit
te stellen.
Gebruik
4. Na een aantal seconden houden de
controlelampen en op met
knipperen. Het apparaat wacht het
begin van de geprogrammeerde
bereidingstijd af.
5. Aan het einde van de bereidingstijd
wordt op het display STOP
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
temperatuurknop kunt uitschakelen.
Om de kooktijd in handmatige
modus te verlengen drukt u
opnieuw op de temperatuurknop.
Het apparaat zal de normale
werking hervatten met de
instellingen van de bereiding die
eerder geselecteerd werden.
3.6 Speciale functies en automatische
programma’s
Opwarming
Met deze functie kunt u eerder
bereide en in de koelkast
bewaarde levensmiddelen met
microgolven opwarmen.
1. Selecteer de functie opwarming door op
de functieknop te drukken/eraan te
draaien.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de
duur van de opwarming te wijzigen.
4. Bevestig de parameters en start het
opwarmen door op de functieknop te
drukken.
5. Aan het einde wordt STOP
weergegeven.
NL
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Uit veiligheidsoverwegingen is het
niet mogelijk om enkel het tijdstip
van het einde van de kooktijd in te
stellen, zonder dat de tijdsduur
ervan wordt ingesteld.
141
Gebruik
Ontdooien op tijd
Met deze functie kunt u met de
functie microgolven en een
instelbare tijd levensmiddelen
ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie
Procedure “Turn”).
2. Selecteer de functie ontdooien op tijd,
aangegeven met het symbool en
door op de functieknop te drukken/
eraan te draaien.
3. Druk op de temperatuurknop om de duur
in te stellen.
4. Draai aan de knop om de duur (van 5
seconden tot 99 minuten) te wijzigen.
5. Druk op de functieknop om het
ontdooien te starten.
Voor een optimaal resultaat moet u
het gerecht in de ovenruimte
draaien, als het ontdooien meer
dan 5 minuten duurt, zie Procedure
“Turn”.
6. Aan het einde wordt STOP
weergegeven.
Ontdooien op gewicht
Met deze functie kunt u met de
functie microgolven afhankelijk van
het gewicht en het type
levensmiddel levensmiddelen
ontdooien.
1. Plaats het gerecht in de oven (zie
Procedure “Turn”).
2. Selecteer ontdooien op gewicht,
aangegeven met “d00”, door op de
functieknop te drukken/eraan te
draaien.
3. Selecteer het type levensmiddel dat u wilt
ontdooien door aan de functieknop te
draaien.
4. Selecteer het gewicht (in gram) van het
levensmiddel dat u wilt ontdooien door
aan de temperatuurknop te draaien.
5. Bevestig de ingestelde parameters en
start het ontdooien door op de
functieknop te drukken.
Voor een optimaal resultaat moet u
het gerecht in de ovenruimte tijdens
het ontdooien draaien, zie
Procedure “Turn”.
142
6. Aan het einde wordt STOP
weergegeven.
Gebruik
Ingestelde parameters:
dType
01Vlees100022
02Vis3005
03Groenten3005
04Gebak5008
05Brood50011
Gewicht
(g)
Procedure “Turn”
Tijd (min)
Voor optimaal ontdooien geeft het
apparaat aan wanneer u het gerecht in de
ovenruimte moet draaien.
1. Plaats het gerecht parallel aan de deur in
de oven.
NL
2. U moet het gerecht draaien als op het
display van het apparaat “Turn” wordt
weergegeven.
3. Open de deur en draai het gericht 90°.
143
Gebruik
Het apparaat wacht een minuut en
voltooit het ontdooien automatisch
als u het gerecht niet draait. Op
het display wordt ter herinnering
“Turn” onder het aftellen
weergegeven
4. Sluit de deur van het apparaat en hervat
de functie door op de functieknop te
drukken.
5. Het apparaat kan u opnieuw vragen om
het gerecht te draaien als dit nodig is.
Op het display wordt “Turn”
weergegeven.
6. Voor een tweede rotatie moet u de deur
openen en het gerecht 180° draaien.
3.7 Secundair menu
Het apparaat is tevens uitgerust met een
verborgen “secundair menu”, waarmee de
gebruiker het volgende kan uitvoeren:
• De kinderbeveiliging activeren of
deactiveren
• De Showroom stand activeren of
deactiveren (die alle
verwarmingselementen deactiveert en
enkel het bedieningspaneel laat
werken).
• De stand Beperkt Vermogen (Eco-Logic)
activeren of deactiveren.
• De tijdsinstelling van de lamp (Eco Light)
activeren of deactiveren.
Als het apparaat in Stand-by staat
1. Het activeren van de binnenverlichting,
door de temperatuurknop snel te
draaien.
2. Houd voor minstens 5 seconden de
temperatuurknop ingedrukt.
3. Draai de temperatuurknop naar rechts of
links om de status van de instelling (ON/
OFF) te wijzigen.
4. Druk op de temperatuurknop om over te
gaan naar de volgende instelling.
7. Sluit de deur ven hervat de functie door
op de functieknop te drukken.
144
Gebruik
Kinderbeveiliging stand: Deze stand doet
de bedieningen van het apparaat
automatisch blokkeren na een minuut
normale werking, zonder enige tussenkomst
van de gebruiker.
Bij normale werking wordt deze aangeduid
door de controlelamp
Om de blokkering tijdelijk uit te schakelen
tijdens een bereiding, moet de
temperatuurknop 5 seconden ingedrukt
gehouden worden. De blokkering zal één
minuut na de laatste instelling weer actief
worden.
.
Showroom stand (enkel voor
exposanten): Deze stand laat toe om de
verwarmingselementen te deactiveren,
terwijl men toch gebruik kan maken van het
bedieningspaneel.
Om de oven normaal te gebruiken, moet
deze stand op OFF ingesteld worden.
NL
Als de stand actief is, licht de
controlelamp op het display
op.
Als de stand van de temperatuuren functieknop wordt aangeraakt
of gewijzigd, verschijnt op de
display twee seconden lang het
opschrift “bloc”.
Ook als de kinderbeveiliging
geactiveerd is, kunt u het apparaat
onmiddellijk uitschakelen door 3
seconden lang op de functieknop
te drukken.
145
Gebruik
Stand beperkt verbruik: Met deze stand
kunt u het verbruik van de oven beperken.
Ideaal om meerdere huishoudelijke
apparaten tegelijkertijd te kunnen
gebruiken.
HI: normaal vermogen.
LO: laag vermogen.
Wanneer de stand van het beperkt
verbruik wordt geactiveerd, kan
de tijdsduur van de
voorverwarming en van de
bereiding langer duren.
Als de stand actief is, licht de
controlelamp op het display
op.
Stand tijdsinstelling lamp
Voor een verdere besparing van de
energie wordt de lamp automatisch één
minuut na het begin van de bereiding
gedeactiveerd.
Stel deze stand in op OFF om te
voorkomen dat het apparaat de lamp
automatisch na een minuut deactiveert.
De handmatige controle van de in/uitschakeling is echter altijd
mogelijk door de temperatuurknop
in de beide instellingen naar rechts
te draaien.
146
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
• Nalatige reiniging van de ovenruimte
kan de levensduur van het apparaat op
negatieve wijze beïnvloeden en kan
een gevaar vormen.
• Verwijder voedselresten altijd uit de
ovenruimte.
Wend u voor de vervanging tot de
technische assistentie als de lamp
beschadigd is. Dit defect is niet van
invloed op de status van het
apparaat. U kunt het apparaat
blijven gebruiken.
Hoge temperatuur in de oven na
het gebruik
Gevaar op verbranding
• Laat het apparaat afkoelen en maak het
daarna pas schoon.
4.2 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
4.3 Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en
wrijf het over het oppervlak, spoel
zorgvuldig af, en droog met een zachte
doek of met een microfiber doek.
4.4 Voedselresten of -vlekken
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of
scherpe krabbers zodat de oppervlakken
niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende
producten, en eventueel houten of plastic
gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een
zachte doek of met een microfiber doek.
Vermijd om etensresten op basis van suiker
(bijv. marmelade) te laten drogen, dit kan
het email binnenin aantasten.
NL
147
Reiniging en onderhoud
4.5 Reiniging van de ruiten van de
deur
Er wordt aangeraden om deze steeds
schoon te houden. Gebruik absorberend
keukenpapier. Bij hardnekkig vuil moet u
schoonmaken met een vochtige spons en
een gewoon reinigingsmiddel.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de
constructeur te gebruiken.
4.6 De reiniging van de binnenkant
van de oven
Om de oven in goede staat te houden,
moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd
worden.
Verwijder alle verwijderbare delen.
Reinig de ovenroosters met warm water en
niet-schurende reinigingsmiddelen; spoel
en droog ze daarna.
Verwijdering van de geleiderframes voor
de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes worden verwijderd,
kan de reiniging van de zijdelen makkelijker
uitgevoerd worden. Deze handeling moet
uitgevoerd worden wanneer de
automatische reinigingscyclus wordt
gebruikt (enkel op sommige modellen).
Verwijder de geleiderframes:
1. Schroef de twee bevestigingspinnen van
het geleiderframe los.
2. Schuif het frame naar binnen.
148
Er wordt aangeraden om de oven
ongeveer 15/20 minuten
maximaal te verwarmen nadat
specifieke producten gebruikt
werden, om eventuele resten in de
oven te elimineren.
Voor een gemakkelijke
schoonmaak is het aanbevolen om
de deur te verwijderen.
3. Herhaal na de reiniging de net
beschreven handelingen om de
geleiderframes weer aan te brengen. Let
goed op de afstandsbussen die binnen
de omtrek van het geleiderframe
aangebracht moeten worden.
Reiniging en onderhoud
De bovenkant reinigen
Het apparaat is voorzien van een
weerstand die u voor een eenvoudigere
reiniging van de bovenkant van de oven
kunt kantelen.
1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig
op en draai de pal 90° zodat de
weerstand vrijkomt.
2. Beweeg de weerstand voorzichtig
helemaal omlaag.
Oplossingen voor problemen…
De display is volledig uitgeschakeld:
• Controleer de stroomtoevoer.
• Controleer of een eventuele omnipolaire
schakelaar vóór de stroomtoevoer van
de oven zich op “On” bevindt.
De oven verwarmt niet:
• Controleer of de stand “showroom”
ingesteld werd (raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf 3.7 Secundair
menu).
De bedieningen reageren niet:
• Controleer of de stand
“kinderbeveiliging” ingesteld werd
(raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf 3.7 Secundair menu).
De bereidingstijden blijken te hoog
tegenover diegene die worden aangeduid
in de tabel:
• Controleer of de stand “beperkt
verbruik” ingesteld werd (raadpleeg
voor meer informatie de paragraaf 3.7
Secundair menu).
NL
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Laat tijdens de reiniging de weerstand
niet teveel buigen.
3. Plaats aan het einde van de reiniging de
weerstand terug en blokkeer hem door
aan de pal te draaien.
Wanneer het probleem niet wordt
opgelost, of voor andere types
van defecten, neem contact op
met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Indien andere foutberichten ERRx
worden gesignaleerd:
noteer het foutmelding, en de
ingestelde functie en temperatuur,
en neem contact op met het
plaatselijke servicecentrum.
149
Installatie
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit.
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Het apparaat functioneert op 220-240 V~.
Gebruik een driepolige kabel type
H05V2V2-F (kabel 3 x 1,5 mm
diameter van de interne geleider).
Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
2
, voor de
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor
de voeding, overeenkomstig de
installatienormen.
De schakelaar dient op een eenvoudig te
bereiken plaats en in de nabijheid van het
apparaat te zijn aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
5.2 Vervanging van de kabel
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
1. Schroef de schroeven van het carter
achteraan los en verwijder het carter om
toegang te krijgen tot het klemmenbord.
2. Vervang de kabel.
3. Controleer of de kabels (oven of
eventuele kookplaat) een optimaal
traject hebben, zodat eender welk
contact met het apparaat wordt
vermeden.
150
Installatie
5.3 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat op het meubel
samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om
het apparaat in het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
• Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien is
van de vereiste openingen.
• Installeer het apparaat niet in een
afgesloten nis of in een keukenkastje.
Bevestig het
apparaat aan
het meubel met
de schroeven.
Bedek de
draagpotten
met de
voorheen
verwijderde
doppen.
NL
Afmetingen van het apparaat (mm)
Draagpotten
Verwijder de
doppen van
draagpotten
aan de
voorzijde van
de oven.
Plaats het
apparaat in het
meubel.
151
Installatie
Plaatsing onder een werkblad (mm)Inbouw in een kolom (mm)
152
Ga na of het achterste/onderste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer 60
mm.
Ga na of het bovenste/achterste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer
35-40 mm diep.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.