SMEG PGF 96 BE User Manual [nl]

@
Inhoudsopgave
1. WAARSCHUWINGEN BIJ GEBRUIK............................................... 58
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID ............................... 59
3. ZORG VOOR HET MILIEU............................................................... 61
4. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ............................................. 62
5. REINIGING EN ONDERHOUD......................................................... 64
6. PLAATSING VAN HET WERKBLAD ................................................ 65
7. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES....................... 71
8. AFSLUITENDE HANDELINGEN ...................................................... 74
DEZE AANWIJZINGEN ZIJN ENKEL GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN AANGEDUID WORDEN OP DE COVER VAN DEZE HANDLEIDING. DEZE INBOUW KOOKPLAAT BEHOORT TOT KLASSE 3.
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u advies betreffende het gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte handelingen voor de reiniging en het onderhoud van het toestel.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de gekwalificeerde technicus die de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het toestel moet uitvoeren.
Surf voor meer informatie over de producten naar www.smeg.com
57
Algemene waarschuwingen
1. WAARSCHUWINGEN BIJ GEBRUIK
Deze handleiding is een integrerend deel van het toestel. Ze moet integer en binnen handbereik worden bewaard voor de volledige gebruiksduur van het toestel. We raden aan om deze handleiding en alle aanwijzingen aandachtig door te lezen alvorens het toestel in gebruik wordt genomen. De installatie moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel, en door de van kracht zijnde normen te respecteren. Dit toestel is bedoeld voor huishoudelijk gebruik, en is conform de EG-richtlijnen die actueel van kracht zijn. Het toestel werd gebouwd voor de volgende functie: de bereiding en verwarming van voedsel; elk ander gebruik moet als oneigenlijk beschouwd worden. De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ander gebruik dan hetgene dat aangeduid wordt.
Wanneer het toestel in boten of caravans wordt geïnstalleerd, mag het niet gebruikt worden om de omgevingen te verwarmen.
Gebruik dit toestel nooit voor de verwarming van de woning.
Dit toestel is voorzien van het merkteken volgens de europese richtlijn 2002/96/ EG in verband met elektrische en elektronische toestellen (Waste Electrical and Electronic Equipment - WEEE). Deze richtlijn bepaalt de normen voor het inzamelen en recycleren van afgedankte toestellen, en geldt voor het volledige grondgebied van de europese unie.
Voordat het toestel in werking wordt gesteld, moeten alle beschermende folies verplicht verwijderd worden.
58
Laat het toestel niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en olies kunnen vrijkomen. De vetten en de olies kunnen vlam vatten.
Na het gebruik van de kookplaat moet steeds gecontroleerd worden of de bedieningsknoppen zich in de positie O (uit) bevinden.
Plaats nooit pannen die geen perfecte effen en regelmatige bodem hebben op de roosters van de kookplaat.
Gebruik geen recipiënten die groter zijn dan de buitenomtrek van de plaat.
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers, zodat de oppervlakken niet worden beschadigd. Gebruik normale en niet-schurende producten, en eventueel houten of plastic gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een doek van microfiber.
Algemene waarschuwingen
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Raadpleeg de aanwijzingen voor de installatie voor de veiligheidsnormen voor elektrische toestellen of toestellen op gas, en voor de ventilatiefuncties. In het belang van uw veiligheid werd bij wet bepaald dat de installatie en de assistentie van alle elektrische toestellen moet uitgevoerd worden door bevoegd personeel, met inachtneming van de van kracht zijnde normen. Onze erkende installateurs garanderen het beste resultaat. Elektrische toestellen of toestellen op gas moeten steeds door bekwame personen worden weggenomen. Controleer voordat het toestel wordt aangesloten op het stroomnet of de gegevens die aangeduid worden op de plaat overeenkomen met diegene van het stroomnet zelf.
Het identificatieplaatje met de technische gegevens, het serienummer en de markering is zichtbaar onder de carter aangebracht.
Het plaatje op de carter mag in geen geval worden verwijderd.
Voordat het toestel wordt aangesloten, moet gecontroleerd worden of het is afgesteld voor het type van gas dat zal gebruikt worden; raadpleeg het etiket dat onder de carter is aangebracht.
Voordat de handelingen van de installatie / onderhoud uitgevoerd worden, moet gecontroleerd worden of de stroom naar het toestel is uitgeschakeld.
De stekker die op de stroomkabel moet worden aangesloten en het bijhorende stopcontact moeten van hetzelfde type en conform de van kracht zijnde normen zijn. Het stopcontact moet bereikbaar blijven na installatie van het toestel. Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Als de stroomkabel beschadigd is, moet onmiddellijk de technische assistentiedienst gecontacteerd worden die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie.
Onmiddellijk na de installatie moet het toestel kort getest worden door de aanwijzingen te volgen die verderop worden aangeduid. Bij een slechte werking moet het toestel worden losgekoppeld van het stroomnet, en moet het dichtstbijzijnde technische servicecentrum gecontacteerd worden. Probeer nooit om het toestel zelf te herstellen. Het toestel wordt tijdens het gebruik zeer warm. Let op dat de verwarmingselementen niet worden aangeraakt.
59
Algemene waarschuwingen
Dit toestel mag gebruikt worden door kinderen die ouder zijn dan 8 jaar en door personen met verminderde fysische en psychische vermogens, of door personen die geen ervaring en kennis hebben in het gebruik van elektrische apparatuur, wanneer dit gebeurt onder toezicht of instructie van volwassenen die voor hun veiligheid instaan, en mits deze personen de betreffende risico’s begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Kinderen mogen zonder toezicht de handelingen van de reiniging en het onderhoud niet uitvoeren.
Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het toestel.
Gebruik geen stoomstraal om het toestel te reinigen. De stoom zou de elektrische delen kunnen bereiken, en ze beschadigen of kortsluiting kunnen veroorzaken.
Voer geen wijzigingen uit aan dit toestel. Probeer nooit om het toestel zelf te herstellen. Alle herstellingen moeten door een bevoegde technicus of bij een bevoegd assistentiecentrum worden uitgevoerd. Oneigenlijk gebruik van gereedschappen kan gevaarlijk zijn.
Gebruik geen spuitbussen nabij het toestel wanneer het in werking is. Gebruik geen spuitbussen wanneer het toestel nog heet is. De gassen in de spuitbus zouden vlam kunnen vatten.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel en door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
60
Waarschuwingen voor de
afvalverwerking
3. ZORG VOOR HET MILIEU
3.1 Onze zorg voor het milieu
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische toestellen, en ook de verwerking van afval: Het symbool van de doorkruiste vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde van zijn gebruiksduur gescheiden ingezameld moet worden. De gebruiker moet de apparatuur dus op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig toestel wordt gekocht. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende recyclage van de apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch compatibele verwerking draagt bij tot het vermijden van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het recycleren van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het product illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.
Het product bevat geen dusdanige hoeveelheden van stoffen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
3.2 Uw zorg voor het milieu
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen gebruikt die het milieu niet schaden, en die recycleerbaar zijn. We verzoeken u om hieraan mee te werken en de verpakking correct te verwerken. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden. Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden. Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de werkvlakken niet verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in
de oven zouden kunnen opsluiten. Bovendien moet de stroomkabel doorgesneden worden en samen met de stekker verwijderd worden.
61
1
2
3
1
2
3
4
Aanwijzingen voor de gebruiker
4. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
4.1 Inschakeling van de branders van de kookplaat
Voordat de branders van de kookplaat aangeschakeld worden, moet gecontroleerd worden of de vlamverdelers in hun zitten met de bijbehorende deksels geplaatst zijn, door op te letten dat de gaten 1 van de vlamverdelers overeenkomen met de vonkontstekers 3 en de thermokoppels 2.
Om slijtage van het werkblad te voorkomen, werd een verhoogd rooster 4 voorzien: Deze moet onder de pannen geplaatst worden die een grotere diameter hebben dan wordt aangeduid in de paragraaf “4.3 Diameter van de recipiënten”. In elk geval mogen pannen met een grotere diameter dan 28 cm uitsluitend gebruikt worden op de centrale brander. Het rooster 4 moet gebruikt worden voor recipiënten om te "wokken" (chinese kookpan).
Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het toestel is voorzien van een elektrisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te drukken en hem in tegenwijzerszin te draaien op het symbool van de maximum
vlam , tot de brander wordt aangeschakeld.
Bij de modellen met klep moet na de aanschakeling de knop nog enkele seconden ingedrukt gehouden worden, zodat het thermokoppel warm wordt. Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer de knop wordt losgelaten: dit betekent dat het thermokoppel nog niet voldoende was verwarmd. Wacht enkele ogenblikken, en herhaal de handeling door de knop langer ingedrukt te houden. Bij de branders zonder thermokoppel is deze handeling niet nodig. Eens de brander aangeschakeld is, kan de vlam naar wens geregeld worden. Na het gebruik van de kookplaat moet steeds gecontroleerd worden of de bedieningsknoppen zich in de positie O (uit) bevinden.
Als de branders toevallig uitgaan, grijpt na ongeveer 20 seconden een veiligheidsmechanisme in dat de levering van het gas blokkeert, ook al staat de kraan open. Sluit de bedieningsknop, en wacht minstens 1 minuut om nogmaals de ontsteking te proberen.
62
Loading...
+ 12 hidden pages