Smeg PDX12RUSP, PDX12RUSF, PDX9RUS, PDX12RUSC, PDX6RS User Manual [nl]

...
Inhoudsopgave
2. INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING - ONZE ZORG VOOR
HET MILIEU........................................................................................ 109
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID.................................. 110
4. LEER UW APPARAAT KENNEN........................................................ 111
5. VÓÓR DE INSTALLATIE.................................................................... 112
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT....................................................... 113
7. REINIGING EN ONDERHOUD........................................................... 119
8. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT................................................. 123
9. GASAANSLUITING ............................................................................ 128
10. AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN GAS ............ 131
11. AFSLUITENDE HANDELINGEN VOOR DE GAS-APPARATEN ....... 133
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen voor het gebruik, de beschrijving van de bedieningsorganen en de correcte handelingen voor het reinigen en onderhouden van het apparaat
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor de installatie, de
inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat
107
Waarschuwingen voor het gebruik

1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK

DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET APPARAAT. HIJ MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE KOOKPLAAT INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN MET INACHTNEMING VAN DE VAN TOEPASSING ZIJNDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL GELDENDE EEG RICHTLIJNEN. HET APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD." DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
GEBRUIK DIT APPARAAT NOOIT VOOR HET VERWARMEN VAN RUIMTEN.
LAAT DE VERPAKKINGSRESTEN NOOIT ONBEHEERD IN HET HUIS. SCHEID DE VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN LEVER ZE IN BIJ HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE GEDIFFERENTIEERDE VERZAMELING VAN AFVAL.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE). DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
DE OPENINGEN, DE VENTILATIE- EN WARMTE-AFVOERGLEUVEN MOGEN NOOIT WORDEN GEBLOKKEERD.
108
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS ZICHTBAAR ONDER HET CARTER AANGEBRACHT. HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
(UITSLUITEND VOOR DE GLASKERAMISCHE MODELLEN) LET ERVOOR OP DAT U TIJDENS HET KOKEN GEEN SUIKER OF ZOETE MENGSELS OP DE KOOKPLAAT MORST EN ER GEEN MATERIALEN OP LEGT DIE ZOUDEN KUNNEN SMELTEN (PLASTIC OF ALUMINIUMFOLIE); INDIEN DIT TOCH MOCHT GEBEUREN, DAN MOET U, OM DE STAAT VAN HET OPPERVLAK NIET TE BESCHADIGEN, DE VERHITTING ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN DE PLAAT MET DE BIJGEVOEGDE SPATEL SCHOONMAKEN ZOLANG HIJ NOG LAUWWARM IS. INDIEN DE GLASKERAMISCHE PLAAT
NIET ONMIDDELLIJK WORDT SCHOONGEMAAKT BESTAAT HET RISICO VAN AANKOEKINGEN DIE NA HET AFKOELEN VAN DE PLAAT ONMOGELIJK ZOUDEN KUNNEN WORDEN VERWIJDERD.
Waarschuwingen voor de
afvalverwerking
2. INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING ­ONZE ZORG VOOR HET MILIEU
Wij gebruiken voor de verpakking van onze producten niet-vervuilende en dus milieuvriendelijke en recyclebare materialen . Wij vragen om uw medewerking door te zorgen voor een juiste verwerking van het verpakkingsmateriaal. De adressen van de centra voor het verzamelen, de recyclage of de verwerking zijn beschikbaar bij uw wederverkoper of bij de plaatselijke betrokken instanties. Laat de verpakking of delen ervan niet zomaar ergens achter. Dit kan gevaar van verstikking opleveren voor kinderen, vooral de plastic zakjes.
U moet ook zorgen voor een correcte verwerking van het oude apparaat. Belangrijk: bezorg het apparaat bij het plaatselijk bevoegde bedrijf voor het inzamelen van afgedankte huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op intelligente wijze worden gerecycled.
Verder moet u de elektrische voedingskabel afsnijden en samen met de stekker verwijderen.
109
Waarschuwingen voor de veiligheid

3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID

RAADPLEEG DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES. IN UW BELANG EN VOOR UW VEILIGHEID IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE VAN, EN DE ASSISTENTIE VOOR ALLE ELEKTRISCHE APPARATEN MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN DAT HET WERK NAAR TEVREDENHEID WORDT UITGEVOERD. GAS- OF ELEKTRISCHE APPARATEN MOETEN ALTIJD DOOR DESKUNDIGE PERSONEN WORDEN LOSGEKOPPELD.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. HET STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
EEN AARDAANSLUITING, IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN VOORZIEN DOOR DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE, IS VERPLICHT.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET APPARAAT KORT TESTEN IN OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT NIET FUNCTIONEERT MOET U HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. WIJ RADEN VÓÓR IEDERE HANDELING HET GEBRUIK AAN VAN SPECIALE OVENWANTEN.
110
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSENEN. STA NIET TOE DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT KOMEN
OF ERMEE SPELEN.
NA IEDER GEBRUIK MOET U ALTIJD CONTROLEREN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND 0 (UIT) STAAN.
ZODRA U EEN BARST OF SCHEUR ONTDEKT IN DE OPPERVLAKTE VAN DE GLASKERAMISCHE PLAAT, ONMIDDELLIJK HET APPARAAT LOSKOPPELEN EN U WENDEN TOT EEN ERKENDE TECHNISCHE DIENST.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften, van wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en van het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
Instructies voor de gebruiker

4. LEER UW APPARAAT KENNEN

In de bovenstaande tekeningen ziet u alle afzonderlijke zones waaruit het product dat u heeft aangeschaft zal kunnen bestaan.
Bij de “op maat” genoemde kookplaten kunnen de bedieningen zowel aan de voorkant (zoals afgebeeld in de figuur) of verticaal zijn aangebracht.
Hulpbrander (AUX)
Halfsnelle brander (HS)
Snelle brander (S) Weerstand
Ultrasnelle brander (UR3)
Ultrasnelle br. (UR3) Pandrager verh. punten
Kleine glaskeramisch kookzone
Grote glaskeramische kookzone
barbecue
Beveiliging weerstand
Weerstand
e
Controlelampje restwarmte
Controlelampje thermostaat weerstand barbecue
Groen controlelampje aanwezigheid spanning
Rood controlelampje thermostaat friteuse
111
Instructies voor de gebruiker

5. VÓÓR DE INSTALLATIE

Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd achter in de huiselijke omgeving. Scheid de verschillende van de verpakking afkomstige afvalmaterialen en lever ze in bij het dichtstbijzijnde centrum voor de gedifferentieerde verzameling van het afval.
Om alle fabricageresten te verwijderen wordt het aanbevolen om het apparaat schoon te maken. Voor meer informatie over het reinigen verwijzen wij naar hoofdstuk "7. REINIGING EN ONDERHOUD".
Bij de eerste ingebruikneming van de kookzones of de barbecue (indien voorzien) verdient het aanbeveling om ze op de maximumtemperatuur te verhitten tot de eventuele olie-achtige resten van het fabricageproces die kwalijke luchten op het voedsel zouden kunnen overbrengen, zijn verbrand.
112
Instructies voor de gebruiker

6. GEBRUIK VAN DE KO OKPLAAT

6.1 Gaskookplaat

Voordat u de branders van de kookplaat ontsteekt moet u controleren of de vlamverdelers in hun zetels liggen met de bijbehorende deksels, waarbij u ervoor moet opletten dat de gaten A van de vlamverdelers overeenstemmen met de vonkontstekers en thermokoppels.
Het optionele rooster B moet worden gebruikt voor een wok (Chinese koekepan). Om schade aan de kookplaat te voorkomen hebben we het product uitgerust met een verhoogde pandrager C. om te plaatsen onder de pannen waarvan de doorsnede groter is dan die verm eld in de tabel van paragraaf "6.3 Diameter van de recipiënten". In ieder geval zullen pannen met een diameter van meer dan 30 cm uitsluitend op de centrale brander mogen worden gebruikt.
Naast iedere knop wordt de bijbehorende brander aangegeven. Het apparaat is uitgerust met een elektrische ontsteking. U hoeft slechts de knop in te drukken en linksom te draaien op het symbool van de maximumvlam, tot de brander zal zijn ontstoken. Indien hij niet binnen 15 seconden gaat branden moet u de knop op 0 zetten en tenminste 60 seconden lang wachten voor u het opnieuw probeert.
Bij de modellen met een veiligheidskraan moet u, nadat de brander is gaan branden, de knop nog enkele seconden lang ingedrukt houden om het thermokoppel warm te laten worden. Het kan gebeuren dat de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat: dit betekent dat het thermokoppel nog niet voldoende was verwarmd. Wacht een ogenblik en herhaal de handeling maar houd de knop iets langer ingedrukt. Bij de branders zonder thermokoppel is deze voorzorgsmaatregel niet nodig. Wanneer de brander eenmaal brandt kunt u de vlam naar behoefte regelen. Na ieder gebruik van de kookplaat moet u altijd controleren of de bedieningsknoppen in de stand (uit) staan.
Indien de branders per ongeluk uit zouden gaa n dan zal, na ongeveer 20 seconden, een veiligheidsinrichting ingrijpen en de gastoevoer blokkeren, ook bij een open kraantje. In dit geval moet u de knop in de uit stand zetten en tenminste 60 seconden lang niet proberen om de brander te ontsteken.
113
Instructies voor de gebruiker

6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders

Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik moet u recipiënten gebruiken met een platte, effen bodem en een deksel die qua grootte aangepast zijn aan de brander om te voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (zie paragraaf "6.3 Diameter van de recipiënten"). Op het moment dat de vloeistof aan de kook raakt moet u de vlam zover verminderen dat hij niet overkookt. Om brandwonden en schade aan de kookplaat tijdens het koken te voorkomen moeten alle recipiënten of bakijzers binnen de buitenomtrek van de kookplaat blijven. Wanneer u olie of vet gebruikt moet u ervoor opletten dat ze bij het heet worden niet gaan branden.

6.3 Diameter van de recipiënten

BRANDERS
Ø MIN. E MAX. (IN
CM)

1 Hulpbrander 2 Halfsnelle

brander 3 Snelle brander 4 Ultrasnelle
brander 5 Pandrager
ultrasnelle
brander met
verhoogde
punten 6 Visbrander

6.4 Glaskeramische kookplaat

Het apparaat heeft twee kookzones met verschillende diameters en vermogens. De posities ervan zijn duidelijk aangegeven met cirkels en de verwarming vindt uitsluitend binnen de op de plaat afgetekende diameters plaats. De stralingszones gaan na een paar seconden branden en u kunt de verwarming ervan regelen door de knop op de gewenste stand tussen 1 en 9 te zetten.
12 - 16 16 - 24 18 - 26 20 - 26
20 - 31
SPECIALE OVALE
RECIPIËNTEN
114
Instructies voor de gebruiker
De regeling is progressief toenemend en alle tussenliggende standen kunnen dus worden gebruikt. De controlelampjes naast de knoppen verwijzen naar de restwarmte: Zij gaan branden wanneer de kookzones warmer worden dan 50°C en ze gaan uit wanneer die onder deze waarde dalen. Voor het reinigen verwijzen wij naar de paragraaf “7.3 Reiniging van de glaskeramische plaat”.

6.4.1 Referentietabel voor het koken

In de onderstaande tabel staan de in te stellen vermogenswaarden weergegeven en bij iedere waarde wordt het type te bereiden voedsel vermeld. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en de persoonlijke smaak van de gebruiker.
Stand Knop
1
2 - 3
4 - 5
6
7 - 8
9
Voor een goed rendement en een passend energieverbruik mag u alleen maar recipiënten gebruiken die bestemd zijn voor elektrisch koken:
Geschikte kookwijze
Voor het smelten van boter, chocolade en dergelijke. Voor het opwarmen van voedsel, om kleine
hoeveelheden water mee aan de kook te houden, om sauzen van eierdooiers of boter mee op te kloppen.
Voor het verwarmen van vast en vloeibaar voedsel, om water mee aan de kook te houden, diepvriesproducten mee te ontdooien, om omeletten met 2-3 eieren mee te bakken, om fruit, groente en andere gerechten mee te koken.
Voor het bereiden van vlees, vis en groenten met vocht, van gerechten met meer of minder water; voor het klaarmaken van jam, enz.
Voor vleesgebraad of vis, vleeslappen, lever, het roosteren van vlees en vis, eieren enz.
Voor het frituren van aardappels enz.., om snel water mee aan de kook te brengen.
115
Instructies voor de gebruiker
• De bodem van de recipiënten moet zeer dik en perfect plat zijn. Verder moet hij schoon en droog zijn net als de kookplaat.
• Gebruik geen pannen van gietijzer of met een ruwe bodem die krassen op het kookoppervlak zouden kunnen veroorzaken.
• De diameter van de bodem van de recipiënten moet gelijk zijn aan die van de cirkel afgetekend op de kookzone; indien deze niet overeenstemmen zal energieverspilling plaatsvinden.

6.5 Barbecueplaat

U kunt de grill gebruiken om mee te grilleren, roosteren of als barbecue.
Het bakje onder de weerstand kan als volgt worden gebruikt:
• u kunt er water (Fig. 1) in doen om het vet en de sappen van het braden mee op te vangen (doe niet meer dan anderhalve liter water in het bakje), of;
• een laag lavasteen om de warmte langer mee vast te houden voor een kortere kooktijd en een betere kwaliteit van het koken.
In beide gevallen moet u ervoor opletten dat de vulling niet over de rand van de schaal komt. Voordat u het water of de lavasteen in het bakje doet, moet u de weerstand blokkeren zoals afgebeeld in fig. 2.
Let op: indien omhoog geklapt, moet de kantelweerstand altijd met de speciale verschuifbare inrichting worden geblokkeerd.
1)
2)
116
LET OP: voordat u de weerstand omhoog klapt moet u controleren of hij is afgekoeld. Gevaar voor brandwonden!
LET OP: wanneer de weerstand omhoog is geklapt moet u ervoor opletten dat u het bedieningsorgaan niet inschakelt. Gevaar voor brandwonden!
Instructies voor de gebruiker
Het vermogen van de barbecueplaat wordt geregeld met de bedieningsknop die in de gewenste stand tussen de 1 en 9 kan worden gezet. De regeling is progressief toenemend en alle tussenliggende gebieden kunnen dus worden gebruikt. Het branden van het controlelampje wijst erop dat de plaat wordt opgewarmd. Wanneer dit controlelampje uitgaat is het vooraf ingestelde vermogen bereikt.
Het regelmatig knipperen wijst erop dat het vermogen van de kookzone continu op het ingestelde niveau wordt gehouden. Voor het verwijderen van het rooster en het schoonmaken verwijzen wij naar de paragraaf “7.4 Schoonmaken van de barbecueplaat”

6.6 Friteuse

U kunt de frituurtemperatuur instellen door de knop op één van de standen 1, 2 en 3 te zetten. Onderstaand vindt u een tabel met een samenvatting van de soorten frituur die u kunt uitvoeren voor de geselecteerde waarde. Het gaan branden van het controlelampje geeft aan dat het apparaat onder spanning staat (ook wanneer hij niet wordt gebruikt).
Het gaan branden van het oranje controlelampje wijst erop dat de weerstand wordt opgewarmd. Wanneer dit controlelampje uitgaat is het vooraf ingestelde vermogen bereikt. Het regelmatige aan- en uitgaan ervan wijst erop dat het vermogen van de kookzone continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
In de onderstaande tabel staan de in te stellen vermogenswaarden weergegeven en bij iedere waarde wordt het type te bereiden voedsel vermeld. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en de persoonlijke smaak van de gebruiker.
Stand Knop
Geschikte kookwijze
1 (160°C)
1-2 (170°C) Visfrituur * * 2 (180°C) Pannekoeken - Vis 250 350 2-3 (185°C) Kroketten - Kaaskroketten 500 750
Patat 500 750 Kippenpoten - vleugels * *
Ideale
hoeveel
heid
(gr)
Maximale
hoeveel-
heid
(gr)
117
Instructies voor de gebruiker
*= deze waarden zijn hoofdzakelijk afhankelijk van de omvang van het voedsel. Let ervoor op dat ze volledig ondergedompeld zijn in de olie.

6.6.1 Praktische wenken om goed te frituren.

Het niveau van de olie in de bak moet altijd tussen de 3 liter (minimumteken aangegeven aan de binnenkant van de bak) en de 3,5 liter zijn (maximumteken aangegeven aan de binnenkant van de bak). De weerstand mag niet in de vrije lucht functioneren: hij moet altijd ondergedompeld zijn in de olie of het vet.
Gebruik geen vast plantaardig of dierlijk vet in de bak. U moet het reeds gesmolten in de frituurbak doen.
LET OP: voordat u de weerstand omhoog klapt moet u controleren of hij is afgekoeld. Gevaar voor brandwonden!
LET OP: wanneer de weerstand omhoog is geklapt moet u ervoor opletten dat u het bedieningsorgaan niet inschakelt. Gevaar voor brandwonden!
De ideale frituurtemperatuur ligt tussen de 160°C en 185°C. Bij lagere of hogere waarden zal de kwaliteit van de olie zeer snel achteruitgaan. Wanneer de temperatuur te laag is, wordt het voedsel aan de oppervlakte niet aan een hoge vlam blootgesteld en zullen ze doordrenkt raken met vet. Hoe groter de stukken, des te langer zullen ze in de friteuse moeten blijven. Het verdient dus aanbeveling om een kooktemperatuur te kiezen die het mogelijk maakt om het voedsel grondig te koken zonder dat het aan de buitenkant verbrandt.
118
Instructies voor de gebruiker

6.6.2 Op het eind van het frituren

Kunt u de frituurmand eerst uit laken lekken voordat u de inhoud eruit haalt. Hiertoe kunt u hem aan de speciale haken aan de bovenkant van de weerstand ophangen, zoals afgebeeld in de tekening hiernaast.
Nadat u de mand er heeft uitgehaald kunt u de weerstand met de speciale blokkering in twee standen vastzetten: 1 stand 1 om de frituurolie “uit te laten lekken” voordat u hem volledig
omhoogklapt;
2 stand 2 die het mogelijk maakt om het bakje op alle gemak uit diens
behuizing te halen.
Wij verwijzen hiervoor naar paragraaf “7.5 Reinigen van de friteuse”.
1) 2)
LET OP: controleer of de olie koud is voordat u het uit de bak verwijdert. Gevaar voor brandwonden! Houd hem uit de buurt van kinderen.

7. REINIGING EN ONDERHOUD

GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET APPARAAT MEE SCHOON TE MAKEN.
Vóór alle werkzaamheden moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen .

7.1 Het reinigen van roestvrij staal

Voor een goed behoud van het roestvrij staal moet u het na ieder gebr uik en nadat het is afgekoeld schoonmaken.
119
Instructies voor de gebruiker

7.1.1 Gewone dagelijkse reiniging

Om de roestvrijstalen oppervlakken schoon te maken en intact te houden moet u uitsluitend de specifieke producten zonder schuurmiddelen of zuren op chloorbasis. Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en wrijf het op het oppervlak uit, spoel het zorgvuldig af en droog het met een zachte doek of een zeem.

7.1.2 Voedselvlekken of -resten

Het gebruik van metalen schuursponsjes en scherpe spatels moet worden vermeden om de oppervlakken niet te beschadigen. Gebruik de normale, niet schurende producten voor staal en eventueel houten of plastic gerei. Spoel het goed af en droog het af met een zachte doek of een zeem.

7.2 Reiniging van de gascomponenten

U kunt de pandragers, deksels, vlamverdelers en branders verwijderen om ze gemakkelijker te kunnen schoonmaken; was ze in lauw water met een niet-schurend schoonmaakmiddel en zorg ervoor dat u alle aankoekingen verwijdert en wacht tot ze volledig zijn opgedroogd. Monteer de deksels weer terug op de bijbehorende vlamverdelers en verzeker u ervan dat de uitsparingen A overeenstemmen met de pennen B van de branders.
Voor een goede werking moeten de vonkontstekers en thermokoppels altijd goed schoon zijn. Controleer ze regelmatig en maak ze, indien noodzakelijk, schoon met een vochtige doek. Eventuele droge resten moeten worden verwijderd met een houten stokje of een naald.

7.3 Reiniging van de glaskeramische plaat

De glaskeramische plaat moet regelmatig worden gereinigd, bij voorkeur na ieder gebruik en nadat de restwarmtelampjes zijn gedoofd.
120
Eventuele lichte vlekken veroorzaakt door pannen met een bodem van aluminium kunnen worden verwijderd met een met azijn bevochtigde doek. Eventueel na het koken overgebleven verbrande resten kunnen worden verwijderd met de bijgevoegde spatel, waarna u de plaat moet afspoelen met water en af moet drogen met een schone doek.
Instructies voor de gebruiker
Het constante gebruik van de spatel zal de toepassing van chemische middelen aanzienlijk verminderen bij het dagelijkse reinigen van de kookplaat. Gebruik in geen geval schurende of bijtende reinigingsmiddelen (bijv. poederproducten, ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes).
Gebruik geen stoomstraal om het apparaat mee schoon te maken.

7.4 Schoonmaken van de barbecueplaat

Til de plaat aan de voorkant op om hem uit diens zetel te verwijderen nadat hij is afgekoeld, zoals afgebeeld in figuur 1. Maak hem schoon met een gewoon schoonmaakmiddel en een niet schurend sponsje. Om de schaal onder de barbecueweerstand schoon te maken, moet u: 1 de plaat verwijderen zoals beschreven;
2 de weerstand omhoogklappen en de blokkering
naar rechts verschuiven om hem te blokkeren (zoals afgebeeld in figuur 2/3);
3 de schaal bij de twee handvatten beetpakken en
met specifieke schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal en een niet schurende sponsje schoonmaken.
LET OP: voordat u de weerstand omhoog klapt moet u controleren of hij is afgekoeld. Gevaar voor brandwonden!
1)
2)
3)
LET OP: wanneer de weerstand omhoog is geklapt moet u ervoor opletten dat u het bedieningsorgaan niet inschakelt. Gevaar voor brandwonden!

7.5 Reinigen van de friteuse

Afgezien van de instructies van paragraaf “7.1 Het reinigen van roestvrij staal” moet u bij het schoonmaken van het bakje met het volgende rekening houden. Nadat het frituren is voltooid en u de mand heeft verwijderd (die in de vaatwasser kan worden gewassen) moet u het bakje met de frituurolie bij de handvatten beetpakken en hem eruit halen.
121
Instructies voor de gebruiker
DEZE HANDELING MOET WORDEN UITGEVOERD NADAT HET PRODUCT EN DE OLIE ERIN ZIJN AFGEKOELD. HOUD KINDEREN IN DEZE FASE UIT DE BUURT.
Na alle frituurolie op passende wijze te hebben geëlimineerd kunt u het bakje samen met de mand in de vaatwasser wassen.
LET OP: voordat u de weerstand omhoog klapt moet u controleren of hij is afgekoeld. Gevaar voor brandwonden!
LET OP: wanneer de weerstand omhoog is geklapt moet u ervoor opletten dat u het bedieningsorgaan niet inschakelt. Gevaar voor brandwonden!
122
Instructies voor de installateur

8. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT

8.1 Plaatsing in het werkblad

Dit apparaat behoort tot de klasse 3. De onderstaande werkzaamheden omvatten metsel- en timmerwerk en moeten daarom door een deskundige technicus worden uitgevoerd. De installatie is mogelijk op verschillende materialen zoals metselwerk, metaal, massief hout en gelamineerd hout, mits hittebestendig (T 90°C).

8.1.1 Bevestiging op de draagstructuur

Voor de installatie van het apparaat moet u in het werkblad de opening “B” aanbrengen evenals de gaten “A” van figuur 1. Het sponsje “C” (Fig. 1) wordt standaard met het apparaat geleverd en moet worden aangebracht met de kleefzijde naar het werkblad gericht. In de figuur 4, 5, 6, 7 en 8 worden de afmetingen en afstanden van de gaten en openingen ten opzichte van de als een gearceerd gebied afgebeelde buitenafmetingen van de kookplaat getoond. Verzeker u van een minimumafstand van 750 mm (Fig. 2) tussen de branders van de kookplaat en een eventueel erboven aangebracht schap. Het gat dat moet worden gemaakt indien de dikte van het werkblad meer is dan 20 mm staat afgebeeld in figuur 4.
1) 2)
De afstand “Y” is het verschil tussen de totale dikte van het werkblad en de diepte van het gat
3)
LET OP: INDIEN DE BRANDER DIE HET DICHTST BIJ DE WAND KOMT, DE VISBRANDER IS, MOET DE AFST AND “X” (FIG. 2) TOT DE ZIJWAND 300 MM WORDEN IN PLAATS VAN 100 MM.
van ø7 die altijd 20 mm is.
123
Instructies voor de installateur
Alle afmetingen worden uitgedrukt in mm
Kookplaat van 60 cm met uitsluitend gasbranders
4)
Kookplaat van 90 cm met uitsluitend gasbranders
124
5)
6)
Instructies voor de installateur
Kookplaat van 120 cm met uitsluitend gasbranders
Kookplaten van 120 cm met rechts een elektrische zone
7)
125
8)
Instructies voor de installateur
In de figuur 8 ziet u de in het werkblad aan te brengen opening bij installatie van het met een friteuse uitgerust product. De stippellijnen verwijzen naar de buitenafmetingen van het product, terwijl het grijze gebied de afmetingen van de opening aangeeft.
Belangrijk: onder de supervisie van de fabrikant zijn andere installatiewijzen mogelijk.
Indien de door u aangeschafte kookplaat tot de categorie “op maat” behoort en op een oven wordt geïnstalleerd, moet deze laatste worden uitgerust met een koelventilator
126

8.2 Elektrische aansluiting

Verzeker u ervan dat de spanning en de capaciteit van de voedingslijn overeenstemmen met de karakteristieken vermeld op het typeplaatje onder het carter van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Een aardaansluiting in overeenstemming met de wijzen voorzien door de veiligheidsvoorschriften van de elektrische installatie is verplicht.
Bij gebruik van een vaste aansluiting moet u op een gemakkelijk bereikbare plaats in de nabijheid van het apparaat op de voedingslijn ervan een meerpolige scheidingsinrichting aanbrengen met een minimale contactopening van 3 mm.
Instructies voor de installateur
Bij een aansluiting met een stekker moet u controleren of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn. Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen die tot oververhitting of brand zouden kunnen leiden.
Werking op 220-240 V~: gebruik een driepolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 3 x 1,5 mm voor elektrische kookplaten en een
kabel van 3 x 0,75 mm2 voor gaskookplaten)
Bij het uiteinde dat op het apparaat moet worden aangesloten moet de aardleiding (geel-groen) tenminste 20 mm langer zijn dan de andere leidingen.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gev olg v an wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat.
2
127
Instructies voor de installateur

9. GASAANSLUITING

Vóór de installatie moet u controleren of de plaatselijke distributie­omstandigheden (aard en druk van het gas) en de wijze waarop het apparaat is afgesteld, overeenstemmen. De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre koperbuis of met een flexibele buis met doorgaande wand en in overeenstemming met de voorschriften van de normen. Controleer na de handeling met behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of de afdichting perfect is. De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L) - G20/G25 (2E+) met een druk van 25 mbar - 20/25 mbar . Voor voeding met andere types gas zie Hoofdstuk "10. AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN GAS". Het verbindingsstuk heeft een externe schroefdraad van ½” gas (ISO 7-1) / ISO 228-1 .
Aansluiting met starre koperbuis:
de aansluiting op het gasnet moet zodanig geschieden dat het geen belastingen van welke aard dan ook op het apparaat veroorzaakt. De aansluiting kan gebeuren met een adapter D met biconus, waarbij altijd de bijgeleverde pakking C ertussen moet worden aangebracht.
Aansluiting met flexibele buis:
gebruik uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende voorschriften en zet altijd tussen het verbindingsstuk A en de flexibele buis E de geleverde pakking C.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende voorschriften (op de buis moet het opschrift AGREE AGB/BGV leesbaar zijn) en zet altijd tussen het verbindingsstuk A en de flexibele buis D een geschikte adaptor C. De adaptor C moet voorzien zijn van een interne cilindrische leiddraad (ISO 228-1) aan het uiteinde zodat deze met het apparaat aangesloten kant worden en een externe kegelvormige leiddraad (ISO 7-1) aan het uiteinde om aan de buis te sluiten. Altijd de geleverde pakking B tussen het verbindingsstuk A en de adaptor C zetten.
128
Instructies voor de installateur
Bij de plaatsing van de flexibele buis moet u er rekening mee houden dat de volledig lengte ervan niet meer dan 1.5 meter mag bedragen en dat de buizen niet met bewegende delen in aanraking mogen komen of zouden kunnen worden afgeknepen.

9.1 Aansluiting op vloeibaar gas

Gebruik een drukregelaar en voer de aansluiting op de fles uit in overeenstemming met de voorschriften van de normen. Verzeker u ervan dat de voedingsdruk overeenstemt met de waarden aangegeven in de tabel in paragraaf "10.2 Tabel karakteristieken branders en spuitstukken".
De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van 25 mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld.
NOMINALE
Brander
Hulpbrander (1) 1.05 72 350 Halfsnelle brander (2) 1.75 94 450 Snelle brander (3) 2.5 115 800 Ultransnelle
brander (4) Visbrander (5) 1.9 100 900
Om de branders op uw kookplaat te herkennen verwijzen wij naar de tekeningen in paragraaf "4. LEER UW APPARAAT KENNEN".
WARMTE-
AFGIFTE
(
KW)
Diameter spuitstuk
3.5 145 1500
METHAANGAS - G25 25 mbar
Verminderde afgifte
1/100 mm
(W)
129
Instructies voor de installateur

9.2 Ventilatie van de ruimten

Het apparaat mag alleen in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd, zoals voorzien door de normen. In de ruimte waar het apparaat is geplaatst moet voldoende lucht kunnen toestromen ter vervanging van die noodzakelijk voor de normale verbranding van het gas en de normale verversing van de lucht de ruimte zelf. De door roosters beschermde luchtinlaatopeningen moeten voldoende groot zijn, in overeenstemming met de normen, en zo zijn geplaatst dat ze, ook niet gedeeltelijk, verstopt kunnen raken. De ruimte moet altijd voldoende worden geventileerd om de door het koken veroorzaakte hitte en vocht af te voeren: vooral na een langdurig gebruik verdient het aanbeveling om een venster te openen of de snelheid van de eventuele ventilatoren te verhogen.

9.3 Afvoer van de verbrandingsproducten

De afvoer van de verbrandingsproducten moet verzekerd worden met behulp van afvoerkappen aangesloten op een schoorsteen met voldoende trek, of met een geforceerde afvoer. Een efficiënt afzuigsysteem vereist een zorgvuldige planning door een voor deze werkzaamheden bevoegde specialist, die zich zal moeten houden aan de door de normen voorgeschreven posities en afstanden. Na voltooiing van de werkzaamheden zal de installateur een verklaring van overeenstemming moeten afgeven.
130
Instructies voor de installateur

10. AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN GAS

Alvorens de onderstaande handelingen uit te voeren moet u het apparaat loskoppelen van het elektriciteitsnet.
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L) - G20/G25 (2E+) met een druk van 25 mbar - 20/25 mbar . Bij gebruik met andere soorten gas moet u de spuitstukken op de branders vervangen en de minimumvlam op de gaskraantjes afstellen. Voor de vervanging van de spuitstukken moet u te werk gaan zoals beschreven in de volgende paragrafen.

10.1 Vervanging spuitstukken kookplaat

1 Verwijder de pandragers, de branderdeksels en vlamverdelers; 2 Schroef de spuitstukken van de branders los met een pijpsleutel van 7 mm; 3 Vervang de spuitstukken van de branders op grond van het te

gebruiken type gas (zie paragraaf "10.2 Tabel karakteristieken branders en spuitstukken").

4 Plaats de branders weer terug in hun zetels.

U kunt de spuitstukken voor het gebruik van stadsgas (G110 -8 mbar) vinden bij de bevoegde servicecentra.
131
Instructies voor de installateur

10.2 Tabel karakteristieken branders en spuitstukken

NOMINALE
Brander
Hulpbrander (1) 1.05 50 30 350 763 750 Halfsnelle brander (2) 1.75 65 33 450 127 125 Snelle brander (3) 2.3 75 45 800 167 164 Ultransnelle
brander (4) Ultransnelle
brander (5) Visbrander (6) 1.9 65 45 900 138 136
Brander
Hulpbrander (1) 1.05 72 350 Halfsnelle brander (2) 1.75 97 450 Snelle brander (3) 2.5 108 800 Ultransnelle
brander (4) Ultransnelle
brander (5) Visbrander (6) 1.9 94 900
Om de branders op uw kookplaat te herkennen verwijzen wij naar de tekeningen in paragraaf "4. LEER UW APPARAAT KENNEN".
WARMTE-
AFGIFTE
(
KW)
Diameter spuitstuk
1/100 mm
3.5 94 65 1500 254 250
3.9 100 65 1500 284 278
NOMINALE
WARMTE-
AFGIFTE
(
KW)
3.5 133 1500
3.9 135 1500
VLOEIBAAR GAS - G30/G31 28/37 mbar
Bypass
mm
1/100
Methaangas – G20/G25 20/25 mbar
Diameter spuitstuk
1/100 mm
Verminder
de afgifte
(W)
Verminderde afgifte
Afgifte
g/h G30
(W)
Afgifte
g/h G31
132
Instructies voor de installateur
11. AFSLUITENDE HANDELINGEN VOOR DE GAS­APPARATEN
Nadat u de bovengenoemde regelingen heeft uitgevoerd moet u het apparaat weer in de tegenovergestelde volgorde ten opzichte van de instructies van paragraaf "10.1 Vervanging spuitstukken kookplaat" monteren.
Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet u het in de opwarmruimte aangebrachte etiketje voor de regeling van het gas vervangen met dat voor het nieuwe gas. Het etiketje is beschikbaar bij het dichtstbijzijnde erkende Servicecentrum.

11.1 Regeling van het minimum voor stadsgas en methaan

Ontsteek de brander en zet hem op de minimumstand. Trek de knop van het gaskraantje eraf en verdraai het schroefje in of naast de stang van het kraantje (afhankelijk van de modellen) tot u een minimale en regelmatig brandende vlam heeft. Plaats de knop weer terug en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander (wanneer u de knop snel van de maximum- naar de minimumstand draait mag de vlam niet uitgaan). Herhaal deze handeling voor alle gaskraantjes.

11.2 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas

Voor de regeling van het minimum met vloeibaar gas moet u de schroef in of naast de staaf van het kraantje (afhankelijk van de modellen) volledig rechtsom draaien. De diameters van de bypassen staan voor iedere afzonderlijke brander vermeld in de paragraaf "10.2 Tabel karakteristieken branders en spuitstukken".

11.3 Smering van de gaskraantjes

In de loop der tijd kan het gebeuren dat de gaskraantjes moeilijk gaan draaien en geblokkeerd raken. Maak ze van binnen schoon en vervang het smeervet. Deze handeling moet worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd technicus.
133
Loading...