Smeg MC30RA User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID ................................................................ 100
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET MILIEU ...... 101
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID................................................................................ 102
4.1 Voorbeelden van gebruik............................................................................................................ 104
5. VÓÓR DE INSTALLATIE .................................................................................................................. 105
6. INSTALLATIE.................................................................................................................................... 106
6.1 Installatie op een verhoog........................................................................................................... 106
6.2 Inbouw (enkel module)................................................................................................................ 107
6.3 Inbouw (met barbecue)............................................................................................................... 108
6.4 Bevestiging ................................................................................................................................. 109
6.5 Aansluiting van het toestel op de gasfles (aansluiting van vloeibaar gas).................................. 111
6.6 Controleer eventuele gaslekken ................................................................................................. 112
7. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES ....................................................................... 113
7.1 Vervanging van de straalpijpen................................................................................................... 113
8. AANSLUITING VAN HET TOESTEL OP HET NET
(AANSLUITING VAN METHAAN)...................................................................................................... 114
8.1 Tabel met de kenmerken van de branders, de straalpijpen en het gasverbruik.......................... 115
9. UITEINDELIJKE HANDELINGEN VOOR DE GASTOESTELLEN.................................................... 116
9.1 Regeling van het minimum voor stadsgas en voor methaan...................................................... 116
9.2 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas........................................................................... 116
9.3 Smering van de gaskranen......................................................................................................... 116
10. KEN UW TOESTEL......................................................................................................................... 117
11. HET BEDIENINGSPANEEL........................................................................................................... 118
12. HET GEBRUIK VAN HET TOESTEL .............................................................................................. 119
12.1 Plaatsing en vervanging van de batterij.................................................................................... 119
12.2 Plaatsing van het rooster .......................................................................................................... 119
13. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ................................................................................................... 120
13.1 Met gas ..................................................................................................................................... 120
13.2 Praktisch advies voor het gebruik van de branders.................................................................. 120
13.3 Diameter van de recipiënten..................................................................................................... 121
14. REINIGING EN ONDERHOUD ....................................................................................................... 122
14.1 Reiniging van roestvrij staal...................................................................................................... 122
14.2 Reiniging van de gasonderdelen .............................................................................................. 122
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u advies betreffende het gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte handelingen voor de reiniging en het onderhoud van het toestel.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor de installatie, de inwerkingstelling en het uittesten van het toestel.
99
Waarschuwingen voor het gebruik

1. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID

DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL, EN MOET INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE GEBRUIKSDUUR VAN HET PRODUCT. WE RADEN AAN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING EN ALLE AANDUIDINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN VOORDAT HET PRODUCT GEBRUIKT WORDT. DE INSTALLATIE MOET
UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN VOLGENS DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. DIT TOESTEL IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN IN OPEN
RUIMTES, EN IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN. HET TOESTEL WERD GEFABRICEERD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN VERWARMING VAN VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK BESCHOUWD WORDEN.
DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR ELK ANDER GEBRUIK.
GEBRUIK DIT TOESTEL NOOIT VOOR DE VERWARMING VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SORTEER HET VERSCHILLENDE VERPAKKINGSAFVAL, EN BEZORG HET AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
ZORG ERVOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE WARMTEAFVOER DIE ZICH AAN DE ZIJKANT EN DE ACHTERKANT VAN HET PRODUCT BEVINDEN NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE, DAT DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING BEVAT, WERD ZICHTBAAR AANGEBRACHT OP DE ACHTERKANT VAN HET TOESTEL. DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
LAAT HET PRODUCT TIJDENS HET GEBRUIK NOOIT ONBEWAAKT ACHTER.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN METALEN SPONZEN OF SCHERPE KRABBERS, ZODAT DE EXTERNE OPPERVLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD. GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE PRODUCTEN, EN EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC GEREI. SPOEL GOED, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF MET EEN ZEEMVEL.
GEBRUIK GEEN HOGEDRUKREINIGERS OM HET PRODUCT TE REINIGEN, OMDAT DE KRACHT VAN DE WATERSTRAAL DE VEILIGHEID EN HET UITZICHT VAN HET PRODUCT ZOUDEN KUNNEN SCHADEN.
WANNEER DE KNOP MOEILIJK DRAAIT, WORDT AANGERADEN DE KRANEN TE LATEN CONTROLEREN DOOR HET PERSONEEL VAN EEN ERKEND ASSISTENTIECENTRUM.
100
ALS HET TOESTEL NIET GEBRUIKT WORDT VOOR EEN BEPAALDE PERIODE, MOET DE GASKRAAN GESLOTEN WORDEN. IN GEVAL VAN EEN DEFECT OF EEN ONREGELMATIGE WERKING VAN HET TOESTEL, MOET DE ASSISTENTIEDIENST GECONTACTEERD WORDEN.
ALLE HERSTELLINGEN VAN DE DEFECTEN MOETEN UITGEVOERD WORDEN DOOR HET PERSONEEL VAN EEN ASSISTENTIECENTRUM.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel of door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
Waarschuwingen voor de afvalverwerking
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET MILIEU
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen gebruikt die het milieu niet schaden, en die recycleerbaar zijn. We verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de adressen van afvalverwerkings- en recyclagecentra. Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden. Belangrijk: bezorg het toestel bij het erkende plaatselijke bedrijf voor het inzamelen van afgedankte huishoudelijke toestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden.
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische toestellen, en ook de verwerking van afval, duidt het symbool van de doorkruiste vuilbak, aangebracht op de apparatuur, aan dat het product op het einde van zijn gebruiksduur afzonderlijk verzameld moet worden. De gebruiker moet dus de apparatuur op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig apparaat aangekocht wordt. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende recyclage van de apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch compatibele verwerking, draagt bij tot het vermijden van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het recycleren van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het product illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.
101
Waarschuwingen voor de veiligheid

3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID

RAADPLEEG DE AANWIJZINGEN BETREFFENDE DE INSTALLATIE VOOR DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES. IN UW BELANG EN VOOR UW VEILIGHEID IS WETTELIJK BEPAALD DAT DE INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR BEVOEGD PERSONEEL, IN OVEREENSTEMMING MET DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN HET BESTE RESULTAAT. ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN MOETEN STEEDS DOOR EXPERTS WORDEN LOSGEKOPPELD.
VOORDAT HET TOESTEL IN WERKING WORDT GESTELD, MOETEN ALLE OP EN IN HET TOESTEL AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDERD WORDEN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN, DOOR DE AANWIJZINGEN TE VOLGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTIECENTRUM CONTACTEREN. PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL TE HERSTELLEN.
DIT PRODUCT WERD IN DE FABRIEK AFGESTELD VOOR DE WERKING MET LPG DAT IN DAARVOOR BESTEMDE FLESSEN BIJ ERKENDE CENTRA VERKOCHT WORDT. ALS HET GEBRUIK VAN EEN ANDER TYPE VAN GAS NOODZAKELIJK IS, MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE ASSISTENTIECENTRUM GECONTACTEERD WORDEN.
EEN GASFLES MOET STEEDS VOORZICHTIG GEHANTEERD WORDEN, OOK AL BLIJKT ZE LEEG, DOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN TE RESPECTEREN DIE BIJ DE AANWIJZINGEN WORDEN GELEVERD. GEBRUIK GEEN GASFLESSEN DIE GEDEUKT ZIJN OF VERROESTE DELEN HEEFT.
GEBRUIK GEEN VLAM OM DE CORRECTE LEVERING VAN GAS UIT DE BRANDERS TE CONTROLEREN OF OM EVENTUELE GASLEKKEN OP TE SPOREN.
BEWAAR GEEN RESERVEFLES NABIJ HET TOESTEL.
KOPPEL DE GASFLES NOOIT LOS WANNEER ZE IN GEBRUIK IS, EN VOER EVENTUELE HANDELINGEN BETREFFENDE DE FLES STEEDS UIT DE BUURT VAN HET TOESTEL UIT.
PLAATS NOOIT PANNEN OF POTTEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
HET TOETSEL WORDT ZEER HEET TIJDENS HET GEBRUIK, DUS WORDT AANGERADEN DAARVOOR BESTEMDE HANDSCHOENEN TE DRAGEN OM BRANDWONDEN TE VERMIJDEN.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN OF VLEESROOSTERS DIE GROTER ZIJN DAN DE BUITENOMTREK VAN DE KOOKPLAAT.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN OP HET PRODUCT: WANNEER HET TOEVALLIG AANGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE WARMTE­ELEMENTEN INTERN HET TOESTEL NIET AANRAAKT.
HET TOESTEL MAG ENKEL GEBRUIKT WORDEN DOOR VOLWASSENEN. STA NIET TOE DAT KINDEREN IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN. WANNEER HET PRODUCT IN WERKING IS, KAN HET ZEER HEET WORDEN: HOU KINDEREN UIT DE BUURT.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0 (UIT) STAAN.
102
Waarschuwingen voor de veiligheid
VOOR DE AANSLUITING OP DE FLES MOGEN ENKEL DE VERKRIJGBARE EN DAARVOOR BESTEMDE VERBINDINGEN EN REGELAARS GEBRUIKT WORDEN. DEZE PRODUCTEN KUNNEN OOK AANGEKOCHT WORDEN BIJ EEN ERKEND ASSISTENTIECENTRUM. HET GEBRUIK VAN ANDERE PRODUCTEN ZOU DE VEILIGHEID VAN HET TOESTEL ERNSTIG KUNNEN SCHADEN.
GEBRUIK DIT TOESTEL NIET IN GESLOTEN RUIMTES, IN AUTO'S, AANHANGERS, CAMPERS OF CARAVANS.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
103
Aanwijzingen voor de gebruiker

4. VOORZIEN GEBRUIK VAN HET TOESTEL

Het toestel werd specifiek gebouwd voor huishoudelijk gebruik buiten, en is geschikt voor de bereiding en de verwarming van voedsel. Het toestel werd niet ontworpen en gefabriceerd voor professioneel gebruik. Smeg kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade afkomstig van een niet­correct gebruik van het toestel.
DIT TOESTEL MAG UITSLUITEND BUITEN GEBRUIKT WORDEN, DUS WANNEER EEN NATUURLIJKE VENTILATIE AANWEZIG IS, EN NIET IN STAGNERENDE GEBIEDEN WAAR EVENTUELE LEKKEN VAN GAS EN VERBRANDINGSPRODUCTEN SNEL VERSPREID KUNNEN WORDEN DOOR DE WIND EN DOOR DE NATUURLIJKE CONVECTIE VAN DE LUCHT.

4.1 Voorbeelden van gebruik

Eender welk afgebakend gebied waar het toestel geplaatst wordt, moet conform het volgende zijn:
• Een gebied dat afgebakend is door muren aan alle zijden, met minstens een permanente opening op de grond en geen bedekking van het plafond.
• Intern een gebied dat afgebakend is, met bedekking van het plafond maar door maximum twee muren.
• Met een gedeeltelijk sluiting, met een bedekking van het plafond maar door maximum twee muren, met de volgende beperkingen:
Minstens 25% van het totale oppervlak van de muur moet volledig open zijn. Minstens 30% van het resterende oppervlak is open en niet afgebakend.
• In geval van balkons moet minstens 20% van het totaal van het oppervlak van de wanden, achteraan en vooraan, open zijn.
104
Aanwijzingen voor de gebruiker

5. VÓÓR DE INSTALLATIE

Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbewaakt achter in de huishoudelijke omgeving. Scheidt de verschillende afvalmaterialen van de verpakking, en breng ze naar het dichtstbijzijnde centrum voor gescheiden afvalinzameling.
Nadat u alle fabrikatieresten heeft verwijderd, wordt aangeraden om het toestel te reinigen. Meer informatie in verband met de reiniging vindt u in het hoofdstuk 14. REINIGING EN ONDERHOUD.
Het is belangrijk om de juiste plek te kiezen waar het product zal geïnstalleerd worden: 1 de plek mag niet te stoffig zijn: het stof kan mettertijd de branders verstoppen, en dus het gebruik van
het product gevaarlijk maken;
2 er mag niet te veel wind aanwezig zijn: wanneer tijdens het gebruik te veel wind aanwezig is, kan de
correcte werking van de product geschaad worden;
105
Aanwijzingen voor de installateur

6. INSTALLATIE

De installatie van dit product kan vrij zijn, op een tafeltje of op een verhoog, of ingebouwd in een gemetselde of houten structuur. De aanduidingen die vervolgens beschreven worden, moeten alleszins gerespecteerd worden.

6.1 Installatie op een verhoog

Bij het product worden 4 voetjes geleverd die reeds vastgedraaid zijn op de kanten van het toestel. Plaats het product op een vlak verhoog. Regel de perfecte vlakheid door de voetjes vast of los te draaien.
Gebruik het product niet zonder dat de bijgeleverde voetjes correct vastgedraaid zijn, omdat de veiligheid van de gebruiker kan belemmerd worden en het uitzicht van het product zou kunnen geschaad worden.
106
Loading...
+ 16 hidden pages