Smeg FR132A1 User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN GEBRUIK VAN HET KOELVAK GEBRUIK VAN HET LAGETEMPERATUURVAK ONTDOOIEN EN SCHOONMAKEN VAN HET
VAK MET LAGE TEMPERATUUR REINIGING VAN HET KOELGEDEELTE TIPS VOOR ENERGIEBESPARING STORINGEN OPSPOREN KLANTENSERVICE INSTALLATIE
30
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen die anders zouden kunnen worden veroorzaakt door onjuiste verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt, onbruikbaar door de deuren te verwijderen en de voedingskabel door te snijden, zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking op wanneer u het apparaat afdankt en breng het naar een speciaal verwerkingsbedrijf. Laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
1.
Controleer na het uitp akken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld.
2.
Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren.
3.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften
4.
Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat R600a). Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Europese Richtlijn 89/109/EEG, 90/128/EEG en 02/72/EEG.
Dit product is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn 89/336/EEG gewijzigd door de Richtlijn 93/68/CEE;
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
31
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op de voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak want deze kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een warmtebron.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van de koelkast of andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Laat voor een goede ventilatie een ruimte van 1 cm aan beide zijkanten en boven het apparaat vrij.
Houd de ventilatie-openingen in de behuizing van het apparaat of in de omkasting vrij van enige obstructies.
Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar (25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het typeplaatje staat aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp.
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v. parket).
Gebruik geen mechanische systemen of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve dan die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Beschadig het interne vloeistofcircuit van de koelkast niet.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant van de vriesvakken voor diepvriesproducten, als die van een ander type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door jonge kinderen of zieke personen zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet worden toegestaan in het product te spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door een bevoegd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (indien bijgeleverd).
(°C)
Omg. temp.
(°F)
32
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een automatische koelkast of een koelkast met een vak met lage temperatuur met sterren.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De koelkast functioneert bij omgevingstemperaturen tussen +16°C en +32°C.
Ingebruikneming van de koelkast
Steek de stekker in het stopcontact. De temperatuur van het koelgedeelte kan geregeld worden met de thermostaatknop, waarbij de prestaties in het vak met lage temperatuur gehandhaafd blijven.
Voor het instellen van de binnentemperatuur:
1.
Voor een correcte werking en de beste bewaring van het voedsel raden wij aan de thermostaat in de stand
2.
Indien u de temperatuur in de vakken wilt wijzigen, moet u aan de regelknop van de thermostaat draaien:
•op e e n
•op de
Thermostaat op • : de functies van het apparaat en de verlichting worden onderbroken.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deuren worden geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de temperatuur in de twee vakken. De thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast
A. B. C. D. E. F.
Opmerking:
De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand van de koelkast zorgt voor een vrije luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de binnenwand van het vak.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Het is normaal dat het bewaren van groente met een hoog watergehalte (bv.: sla) condensvorming in de onderste laden en op de middelste schappen veroorzaakt dit beïnvloedt het correct functioneren van het apparaat niet. Wij raden u in elk geval aan de groenten in te pakken om condensvorming te voorkomen.
lagere stand 1-2
MINDER KOUD IS.
vakken
hogere stand 3-4
te verkrijgen.
Gekookt voedsel Vis, vlees Groente en fruit Flessen Eieren Boter, zuivelproducten, kaas
als u wilt dat de temperatuur in de om een
KOUDERE
2-3.
temperatuur
33
GEBRUIK VAN HET LAGETEMPERATUURVAK
Het vak met lage temperatuur is een vak met sterren. Op de verpakking van diepvriesprodukten kunt U zien hoe lang deze bewaard kunnen worden.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:
de verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het product anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het lagetemperatuurvak.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor 3/4 met water en zet het op de bodem van het vak met lage temperatuur. Indien het bakje vastvriest aan de bodem van het vak,
geen scherpe of snijdende voorwe rpen gebruiken om het los te maken.
mag u
Voor een optimale werking raden wij u aan het lagetemperatuurvak te ontdooien als de ijsvorming op de wanden ongeveer 3 mm dik is geworden en in elk geval minstens 2 maal per jaar
Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u weinig voorraad heeft.
1.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer, wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze op een koele plaats of in een koeltas.
2.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
3.
Laat de deur open, zodat het ijs op de wanden van het vak kan smelten.
4.
Verwijder het dooiwater met een spons.
5.
Reinig de koelkast met een vochtige spons met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel.
schuurmiddelen.
6.
Spoel en droog zorgvuldig.
• Opmerking: Gebruik, om onherstelbare schade aan het vak te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen en verwarm het lagetemperatuurvak niet kunstmatig.
Gebruik geen
34
REINIGING VAN HET KOELGEDEELTE
Reinig het koelvak geregeld. Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het koelvak duidt erop dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt via een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het verdampt. Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater, met behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante afvoer van het dooiwater zeker te stellen.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u met reinigingswerkzaamheden begint.
Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een neutraal reinigingsmiddel.
Spoel en droog met een zachte doek.
schuurmiddelen.
Gebruik geen
REINIGING EN ONDERHOUD
Reinig regelmatig de ventilatieroosters met een stofzuiger of een borstel
Reinig de buitenkant met een zachte doek
Als u de vriezer voor langere tijd niet gebruikt
1.
Maak het koelvak en het lagetemperatuurvak leeg.
2.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
3.
Ontdooi het vak met lage temperatuur, en maak beide vakken schoon en droog.
4.
Laat de deuren open om te voorkomen dat er onaangename geuren ontstaan.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen of zonnestralen en zet het niet in de buurt van warmtebronnen of fornuizen, want dan neemt het energieverbruik toe.
Laat de ventilatie- of luchtopeningen niet verstopt raken.
Leg diepgevroren voedsel dat ontdooid moet worden in het koelgedeelte, om de daardoor afgegeven koude te benutten.
Laat de deur van de koelkast zo kort mogelijk openstaan.
Zet geen levensmiddelen in de koelkast die nog warm zijn.
Laat de deur van het vak met lage temperatuur niet openstaan.
35
STORINGEN OPSPOREN
1. Het apparaat functioneert niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de hoofdschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Staat de thermostaat misschien op de stand ●?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Sluiten de deuren wel goed?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in de vriezer is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
4. Er staat water op de bodem van het koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien verstopt?
5. De binnenverlichting functioneert niet.
Controleer eerst punt 4, en vervolgens:
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Zie de instructies en de tekening op het bijgaande productinformatieblad om bij het lampje te kunnen komen
Controleer het lampje en vervang het, indien nodig, door een nieuw exemplaar (type E14, max. 15W).
6. Er vormt zich teveel ijs in het vak met lage temperatuur.
Is de deur van het vak met lage temperatuur correct gesloten?
Opmerkingen:
Eventuele vreemde geluiden (gorgelende- en expansiegeluiden), afkomstig van het koelcircuit, zijn normaal.
36
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen (zie “Storingen opsporen”).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3.
Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze Klantenservice.
Opmerking: Het omkeren van de deuren van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt.
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (minimumafstanden: 30 cm tot kolen- of oliekachels, 3 cm tot elektrische ovens en fornuizen).
Zet het apparaat op een droge en goed geventileerde plaats.
• Laat de ventilatie-openingen niet verstopt raken.
Reinig het apparaat aan de binnenzijde (zie hiervoor de specifieke hoofdstukken).
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
• Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning en het opgenomen vermogen staan vermeld op het plaatje met serienummer naast de groente- en fruitlade.
• De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van hetzelfde type zijn, laat het stopcontact dan vervangen door een gekwalificeerd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Moet mogelijk zijn door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige schakelaar bovenstrooms van het stopcontact.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het Servicenummer (nummer achter het woord SERVICE, op het plaatje met het serienummer naast de groente- en fruitlade)
uw volledige adres,
uw telefoonnummer en netnummer.
37
UC 148 A/Z PRODUCTINFORMATIEBLAD
A. Koelvak
Groente- en fruitlade
1.
Schappen en ruimte voor schappen
2.
Thermostaatgroep
3.
Licht
4.
Deurvakken
5.
Flessenplank
6.
Verwijderbare flessenblokkering
7.
Serienummerplaatje (naast de groente- en
8.
fruitlade) IJsbakje
9.
Binnenkant deur lagetemperatuurvak
10.
NL
B. Lagetemperatuurvak
Koudste zone Minst koude zone
Let op: sluit de binnendeur!
Opmerkingen
Alle planken, vakken en schappen kunnen worden verwijderd.
: Het aantal schappen en de vorm van de accessoires kunnen van model tot model verschillen.
indien aanwezig
Let op: de accessoires van de koelkast mogen niet in de vaatwasmachine worden gewassen.
GBD F E P GR
NL
I
S N FIN
DK
Loading...
+ 21 hidden pages