Smeg FA490RANAU User manual [NL]

Page 1
Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen 106
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 106
1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant 109
1.3 Toepassingsgebied van het apparaat 109
1.4 Verwijdering 109
1.5 Typeplaatje 110
1.6 Gebruiksaanwijzing 110
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 110
2 Beschrijving van het apparaat 111
2.1 Algemene beschrijving 111
3 Gebruik van het apparaat 112
3.1 Informatie over de nieuwe generatie koeltechnologie 112
3.2 Display en bedieningspaneel 112
3.3 Gebruik van het apparaat 113
3.4 Waarschuwingen voor de regeling van de temperatuur 115
3.5 Accessoires 115
4 Het bewaren van voedsel 119
4.1 Koelcel 119
4.2 Vriescel 121
5 Reiniging en onderhoud 125
5.1 Ontdooien 125
5.2 Waarschuwingen 125
5.3 Reiniging van het apparaat 126
5.4 Oplossingen voor problemen... 127
6 Installatie 128
6.1 Elektrische aansluiting 128
6.2 Plaatsing 129
6.3 Waarschuwingen voor de installatie 130
6.4 Tijdens het gebruik 131
7 Verzending en verplaatsing 134
7.1 Transport en positie wijzigen 134
8 Voordat u de klantenservice belt 134
NL
9 Suggesties voor energiebesparing 138
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen omdat het alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden. Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
105
Page 2
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene veiligheidswaar­schuwingen
Gevaar voor persoonlijk letsel
• Raak geen verwarmende de-
len aan tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan
acht jaar op een veilige af­stand, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan en zorg ervoor dat ze niet met het ap­paraat spelen.
• Volgens de huidige wetgeving
mogen kinderen tussen 3 en 8 jaar voedsel uit het apparaat nemen of erin plaatsen, maar wij raden ten zeerste af om kinderen jonger dan 8 jaar toe te staan deze handelingen uit te voeren, en in het algemeen om toe te staan dat zij het apparaat gebruiken.
• Probeer geen vlammen/brand
te doven met water: schakel het apparaat uit en doof de vlam met een brandwerende deken.
• De reinigings- en onderhouds-
werkzaamheden die door de gebruiker moeten worden uitgevoerd, mogen niet door kinderen zonder toezicht wor­den uitgevoerd.
• Laat de installatie en techni­sche interventies uitvoeren door gekwaliceerd personeel in overeenstemming met de geldende normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het apparaat.
• Plaats geen metalen en pun­tige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van een gekwali­ceerde technicus.
• Raak bevroren producten niet aan (vooral niet met natte han­den), en stop ze niet direct in uw mond.
• Bewaar geen ontvlambare, explosieve of verdampende stoffen.
• Geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met ontvlambare drijfgassen in het apparaat bewaren.
• Flessen die een hoog percen­tage alcohol bevatten, moe­ten goed gesloten zijn en in verticale positie opgeborgen worden.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet u onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen om elk risico te voorkomen.
106
Page 3
• Het langdurig openen van de deur kan de temperatuur in de compartimenten van het appa­raat aanzienlijk doen stijgen.
• Reinig regelmatig de opper­vlakken die in contact kunnen komen met het voedsel en de toegankelijke watergoten.
• Bewaar rauw vlees en vis in speciale bakjes in de koelkast, zodat ze niet in contact kunnen komen met ander voedsel en er niet over kunnen druppelen.
• Als het koelapparaat voor langere tijd leeg blijft, schakel het dan uit, ontdooi het, reinig het, laat het drogen en laat het open staan om schimmelvor­ming te voorkomen.
Beschadiging van het apparaat
• WAARSCHUWING: Let er bij het plaatsen van het apparaat op dat de stroomkabel niet klem komt te zitten of bescha­digd raakt.
• WAARSCHUWING: Plaats geen verlengsnoeren, stekker­dozen of draagbare voedin­gen aan de achterkant van het apparaat.
• Gebruik geen stekkeradapters.
• Leg tijdens het gebruik geen scherpe metalen voorwerpen op het apparaat, zoals mes­sen, vorken, lepels en deksels.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de gla­zen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Ga niet op het apparaat zit­ten.
• Pak de deur of het handvat niet vast om het apparaat te verplaatsen.
• Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen.
• Gebruik het apparaat in geen enkel geval om de ruimte af te koelen.
• Koppel het apparaat altijd los van het elektriciteitsnet in geval van defecten, onderhoud of tijdens de reiniging.
• Bewaar geen vloeistoffen in blikjes of glazen bakjes in de diepvries.
• Gebruik geen scherpe metalen voorwerpen om overtollig ijs uit het vriesvak te verwijderen.
• Installeer en bevestig het appa­raat op een correcte manier, zoals aangegeven in de in­structies in deze handleiding, om ervoor te zorgen dat het niet onstabiel is.
• Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat.
NL
107
Page 4
• Als het apparaat in de buurt van een andere koelkast of diepvries geïnstalleerd moet worden, dient deze op een minimale afstand van 2 cm geplaatst worden.
• Plaats/gebruik het apparaat niet in de open lucht.
Voor dit apparaat
• WAARSCHUWING: brandge­vaar / ontvlambaar materiaal.
• Gebruik van dit apparaat door kinderen vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaci­teiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toe­gestaan mits geïnstrueerd door volwassenen die verantwoor­delijk zijn voor hun veiligheid met betrekking tot het veilige gebruik en de risico's van het apparaat zelf.
• Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het appa­raat.
• Controleer of er geen voorwer­pen in de deur vastzitten.
ne hoeveelheid isobutaan (R600a); zorg ervoor dat het koelcircuit niet beschadigd raakt tijdens transport, installa­tie en reiniging.
• Houd de ventilatie-openingen rondom het apparaat of in de omgeving vrij van obstakels.
• Geen mechanische, elektrische of andere chemische middelen dan degene die door de fabri­kant zijn aanbevolen gebrui­ken om het ontdooiproces te versnellen.
• Beschadig het koelcircuit niet (indien toegankelijk).
• Gebruik geen elektrische ap­paraten in de compartimenten voor het bewaren van voedsel als deze niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
• In geval van beschadiging van het koelcircuit, vermijd open vuur en ventileer de ruimte voldoende.
• Gebruik het apparaat of on­derdelen ervan niet op andere manieren dan die in deze handleiding worden beschre­ven.
• Het apparaat bevat een klei-
108
Page 5
1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant
De fabrikant kan niet aansprake­lijk worden gesteld voor persoon­lijk letsel en materiële schade tengevolge:
• ander gebruik van het appa-
raat dan hetgeen dat wordt voorzien;
• het niet naleven van de instruc-
ties in deze gebruiksaanwij­zing;
• het forceren, ook van slechts
één deel van het apparaat;
• gebruik van niet-originele reser-
veonderdelen.
1.3 Toepassingsgebied van het
apparaat
Het apparaat is bestemd voor gebruik in huis of in een soortge­lijke omgeving:
• de kantine van het personeel
van winkels, kantoren en ande­re werkplekken;
• vakantieboerderijen en door
gasten van hotels, motels en andere verblijven;
• in bed en breakfasts;
• catering en soortgelijke appli-
caties die niet voor de detail­handel bestemd zijn.
• Het apparaat is niet ontwor-
pen voor professioneel en commercieel gebruik.
• Dit apparaat is bestemd voor
de koeling en bewaring van vers en diepgevroren voedsel, in een huishoudelijke omge­ving. Elk ander gebruik wordt als oneigenlijk beschouwd.
• Het apparaat is niet ontwor­pen om te functioneren met externe timers of systemen voor afstandsbediening.
1.4 Verwijdering
Het apparaat moet aan het einde van zijn gebruiks­duur gescheiden van ander
vuil ingezameld worden (Richtlijnen EG/2002/95, EG/2002/96, EG/2003/108).
Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richt­lijnen. Verwerking van het apparaat:
• Verwijder de elektrische kabel en de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• De stroomtoevoer uitschakelen.
• Het apparaat loskoppelen.
• De gebruiker moet de apparatuur aan het einde van de gebruiks­duur overdragen aan geschikte centra voor gescheiden inzame­ling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
NL
109
Page 6
• In geval van vervanging van het apparaat, verwijder de deur en laat de plateaus op hun plek staan om te voorkomen dat kinde­ren erin vast kunnen komen te zitten.
Het apparaat zit verpakt in milieu­vriendelijke en recyclebare materi­alen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken.
1.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
1.7 Wegwijs in de gebruiks­aanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Aandacht
Ernstig letsel of levensgevaar
Gevaar voor elektrische schok
Gevaar voor hoge spanning
Brand
Waarschuwing; brandgevaar / ontvlambaar materiaal
Aandacht
Gevaar voor letsel of schade aan eigendommen
Belangrijk
Correcte werking van het systeem
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoi­res, advies voor het bewaren van voedsel.
Deze gebruiksaanwijzing is een integrerend deel van het apparaat en moet gedurende de volledige bedrijfsduur intact en op een mak­kelijk bereikbare plaats worden bewaard. Lees deze gebruiksaanwijzing aan­dachtig vóór installatie.
110
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoon­maak en onderhoud van het apparaat
Installatie
Informatie voor gekwaliceerde technici: Installatie, werking en inspectie.
Page 7
Beschrijving
2 Beschrijving van het apparaat
2.1 Algemene beschrijving
NL
Deze presentatie dient alleen als informatie over de onder­delen van het apparaat. De onderdelen kunnen variëren, afhankelijk van het model van het apparaat.
A) Koelcel B) Vriescel
1) Display en bedieningspaneel
2) Turboventilator *
3) Plateaus koelkast
4) Flessenrek *
5) Ionisator *
6) Chiller compartiment (vlees en vis) *
7) Deksel crisper compartiment (groente en fruit)
8) Crisper compartiment (groente en fruit)
9) IJsblokjesvorm *
10) Sluitdeur diepvries * / Bovenste lade
11) Diepvriesladen
12) Stelvoeten
13) Flessenrek
14) In de hoogte verstelbaar plateau in de deur * / Plateau in de deur
15) Plateaus in de deur
16) Eierbakje
17) IJsbakje *
* In bepaalde modellen
111
Page 8
Gebruik
3 Gebruik van het apparaat
3.1 Informatie over de nieuwe generatie koeltechnologie
De koelkasten die zijn ontwikkeld volgens de nieuwe generatie koeltechno­logie werken volgens een ander systeem dan statische koel­kasten. In traditione- le (statische) koelkasten kan zich ijs vormen in de vriescel door het herhaald ope­nen van de deur en de vochtigheid van het voedsel. Om het ijs dat zich in de vriescel vormt te verwijderen, moeten deze koelkasten systematisch worden ontdooid: de koel­kast moet worden uitgeschakeld en het diepgevroren voedsel moet in geschikte bakjes worden geplaatst. De koelkasten die zijn ontwikkeld vol­gens de nieuwe generatie koeltechnolo­gie zijn uitgerust met een ventilator die koude, droge lucht in de hele koelkast en vriescellen verspreidt. De koude lucht koelt het voedsel uniform en gelijkmatig en voorkomt de vorming van vochtig­heid en ijs. In de koelcel wordt de lucht die wordt gegenereerd door de ventilator in het bovenste gedeelte van de cel gekoeld wanneer deze door de gleuf achter het
luchtkanaal stroomt. Tegelijkertijd stroomt de lucht door de openingen in het lucht­kanaal en verspreidt de koude lucht zich gelijkmatig door de koelcel. Omdat er geen luchtdoorgang tussen de vriescel en de koelcel is worden geuren niet vermengd. Hierdoor bieden de koelkasten die zijn ontwikkeld volgens de nieuwe generatie koeltechnologie een hoog gebruiksgemak, grote volumes en zien zij er mooi uit.
3 5 6 7 4
1 2
3.2 Display en bedieningspaneel
Gebruik van het bedieningspaneel
1. Hiermee kunt u de diepvries instel­len.
2. Hiermee kunt u de koelkast instellen.
3. Indicator ingestelde waarde van de diepvries.
4. Indicator ingestelde waarde van de koelkast.
5. Symbool energiebesparing.
6. Symbool superkoud.
7. Symbool alarm.
112
Page 9
Gebruik
3.3 Werking van de koelkast met diepvries
Zodra het apparaat op het stroom wordt aangesloten, worden alle sym­bolen gedurende 2 seconden weer­gegeven en de beginwaarden zullen worden aangegeven als -18 °C op de indicator van de diepvries en +4 °C op de indicator van de koelkast.
3.3.1 Instelling temperatuur
diepvries
• De beginwaarde van de tempera-
tuur van de diepvries is -18 °C.
• Druk eenmaal op de toets voor de
regeling van de vriezer. Wanneer de toets voor de eerste keer wordt ingedrukt, knippert de vorige waarde op de indicator.
• Elke keer dat op dezelfde toets
wordt gedrukt, wordt een lagere
temperatuur ingesteld (-16 °C,
-18 °C, -20 °C, -22 °C of -24 °C).
• Als de knop opnieuw wordt ingedrukt,
start deze opnieuw vanaf -16 °C.
N.B. De energiebesparing wordt automatisch geacti­veerd wanneer de tempera­tuur van de vriescel is inge­steld op -18 °C.
3.3.2 Instelling temperatuur koelkast
• De beginwaarde van de tempera-
tuur op de indicator van de koelkast is +4 °C.
• Druk eenmaal op de toets van de
koelkast.
• Elke keer dat op dezelfde toets
wordt gedrukt, wordt een lagere temperatuur ingesteld (+8 °C, +6 °C, +5 °C, +4 °C of +2 °C).
• Als de knop opnieuw wordt ingedrukt,
start deze opnieuw vanaf +8 °C.
3.3.3 Superkoude stand
Doel
• Een grote hoeveelheid voedsel
invriezen dat niet op de snelvries­ruimte kan worden geplaatst.
• Bereid voedsel invriezen.
• Snel vers voedsel invriezen om de
versheid te behouden.
Gebruiksaanwijzing
Houd, om de superkoude stand in te schakelen, de toets voor de regeling van de temperatuur 3 seconden inge­drukt. Na het instellen van de superkou­de stand licht het bijbehorende symbool op de indicator op en geeft het appa­raat een geluidssignaal om te bevesti­gen dat de gekozen stand actief is.
NL
113
Page 10
Gebruik
Tijdens de superkoude stand:
• Is het mogelijk om de temperatuur van de koelkast te regelen. In dit ge­val blijft de superkoude stand actief.
• Het is niet mogelijk om de energie­besparende stand te selecteren.
• De superkoude stand kan op dezelf­de manier worden uitgeschakeld als waarop hij geselecteerd is.
Opmerking:
• De maximale hoeveelheid vers voedsel (in kilogram) dat binnen 24 uur kan worden ingevroren, wordt aangegeven op het etiket van het apparaat.
• Activeer de superkoude stand 3
uur voordat u vers voedsel in de
diepvries plaatst om optimale prestaties van het apparaat met de diepvries op maximale capaciteit te bereiken.
De superkoude stand wordt automa­tisch uitgeschakeld na 24 uur of wan­neer de sensor van de diepvries onder de -32 °C daalt.
Aanbevolen instellingen voor de temperatuur van de vriescel en de koelcel
Diepvries
Cel
-18 °C 4 °C
-20 °C,
-22 °C of
-24 °C
Superkou­de stand
-18 °C,
-20 °C,
-22 °C of
-24 °C
Koelkast
Cel
4 °C
4 °C
2 °C
Opmerking
Voor regelma­tig gebruik en betere presta­ties.
Aanbevolen wanneer de omgevings­temperatuur hoger is dan 30 °C.
Te gebruiken wanneer u voedsel in korte tijd in wilt vriezen.
Deze tempe­ratuurwaar­den moeten worden ingesteld wanneer de omgevings­temperatuur hoog is of als wordt aange­nomen dat de koelcel niet koud genoeg is omdat de deur vaak wordt geo­pend.
114
Page 11
Gebruik
3.4 Waarschuwingen voor de regeling van de temperatuur
• Het wordt afgeraden om het apparaat
te gebruiken in omgevingen waar de temperatuur lager is dan 10 °C om de efciëntie ervan niet in het gedrang te brengen.
• Start geen nieuwe regeling als er al
een andere regeling wordt uitge­voerd.
• De regeling van de temperatuur
moet worden uitgevoerd op basis van de frequentie waarmee de deur geopend wordt, de hoeveelheid voedsel dat in het apparaat wordt bewaard en de omgevingstempera­tuur op de plaats waar het apparaat is geïnstalleerd.
• Om het apparaat de werkingstem-
peratuur te laten bereiken nadat het op de stroomtoevoer is aangesloten, moet voorkomen worden dat de deuren vaak geopend worden en er grote hoeveelheden voedsel in wordt geplaatst. Afhankelijk van de verschillende omgevingstemperatu­ren kan het tot 24 uur duren tot het apparaat de werkingstemperatuur bereikt.
• Er is een vertragingsfunctie van 5
minuten voorzien om schade aan de compressor van het apparaat te voorkomen wanneer deze wordt aangesloten of losgekoppeld van de stroomtoevoer of wanneer er storin­gen zijn op het stroomnet. Het appa­raat begint normaliter na 5 minuten te werken.
3.5 Accessoires
3.5.1 IJsbakje (in bepaalde modellen)
• Vul het ijsbakje met water en plaats
deze in de vriescel.
• Wanneer het water volledig be-
vroren is, draait u het bakje zoals hieronder wordt getoond om de ijsblokjes te verwijderen.
3.5.2 IJsblokjesvorm
(In bepaalde modellen)
• Trek de hendel naar u toe en verwij-
der de ijsblokjesvorm
• Vul het met water tot het aangege-
ven niveau
NL
115
Page 12
Gebruik
• Pak het linker uiteinde van de hendel vast en plaats de ijsblokjesvorm in het ijsbakje
• Zodra de ijsblokjes zijn gevormd, draait u aan de hendel om de ijs­blokjes in het ijsbakje te laten vallen.
Doe geen water in het ijsbakje om ijs te maken. Het ijsbakje zal breken.
3.5.3 Diepvrieslade
De diepvrieslade biedt gemakkelijker toegang tot het voedsel.
Freezer boxes
De lade uit de diepvries verwijde­ren:
• Trek de lade zo ver mogelijk uit de diepvries
• Til het voorste deel van de lade op en trek het uit de diepvries
Herhaal deze handeling in om­gekeerde volgorde om de lade terug te plaatsen.
Houd de handgreep van de lade altijd vast wanneer u deze verwijdert.
3.5.4 Plateau van het Chiller compartiment (in bepaalde modellen)
Chiller shelf
Het voedsel dat in het Chiller compar­timent wordt bewaard, in plaats van in het compartiment van de diepvries of in de koelkast, blijft langer vers en behoudt langer de smaak en het aanzicht. Wanneer de plaat van het Chiller compartiment vuil wordt, moet deze verwijderd worden en gereinigd worden met water. (Water bevriest op een temperatuur van 0°C, maar voedsel dat zout of suiker bevat bevriest op lagere tempe­raturen). Het Chiller compartiment wordt meestal gebruikt voor het bewaren van voed­sel zoals rauwe vis, licht gemarineerd voedsel, rijst, enz.
Plaats geen voedsel dat ingevroren moet worden of ijsbakjes (om ijs te maken) in het Chiller compartiment.
116
Page 13
Gebruik
Om het plateau uit het Chiller com­partiment te verwijderen:
• Trek het plateau van het Chiller com­partiment naar u toe en schuif deze over de geleiders.
• Til het plateau van het Chiller com­partiment uit de geleiders en haal deze uit de koelkast.
3.5.5 Frisse luchtinlaat (in bepaalde
modellen)
Fresh dial
Als het Crisper compartiment vol is, opent u de frisse luchtinlaat aan de voorkant van het compartiment.
Hiermee kan de lucht en de luchtvoch­tigheid in het Crisper compartiment ge­regeld worden waardoor de levensduur van het voedsel erin wordt verlengd. De luchtinlaat achter het plateau moet open zijn indien er condens op het glazen plateau aanwezig is.
3.5.6 In de hoogte verstelbaar plateau in de deur (in be­paalde modellen)
De plateaus in de deur zijn verstelbaar op zes verschillende hoogtes om de ruimte naar wens in te delen. Om de positie van het verstelbare plateau in de deur te wijzigen:
Pak het plateau van onder vast en druk de zijkanten van het plateau in de deur omhoog door ze in de richting van de pijl te bewegen. (Fig.1)
Plaats het plateau in de deur op de gewenste hoogte door deze naar boven of beneden te bewegen. Zodra de gewenste positie van het plateau in de deur is bereikt, laat u de zijkanten van het plateau los (Fig.2)
Fig. 1
Fig. 2
NL
117
Page 14
Gebruik
Voordat u het plateau in de deur loslaat, beweegt u deze op en neer en controleert u of deze stevig vastzit.
Opmerking: Voordat u voedsel en drinken op het plateau in de deur plaatst, moet u het plateau van onder vasthouden. Anders kan het plateau in de deur als gevolg van het gewicht uit de geleiders vallen. Dit kan het plateau in de deur of de geleiders beschadigen.
3.5.7 In de hoogte verstelbaar glazen plateau (in bepaalde modellen)
Fig. 1
Het mechanisme van het verstelbare glazen plateau vergroot de opslagruim­te van de koelkast met een eenvoudige handeling. Om meer ruimte te verkrij­gen, duwt u het plateau naar binnen om deze te laten verdwijnen. Zo kunnen er andere levensmiddelen in de extra gecreëerde ruimte geplaatst worden. Trek het plateau naar buiten om hem terug te brengen in zijn oor­spronkelijke positie.
Fig. 2
3.5.8 Natuurlijke ionentechnolo­gie (in bepaalde modellen)
De natuurlijke ionentechnologie verspreidt negatieve ionen die onaangename geu­ren en stof in de lucht neutraliseren. Door deze deeltjes uit de lucht in de koelkast te verwijderen, verbetert de natuurlijke ionentechnologie de lucht-
kwaliteit en elimineert het geuren.
Ioniser
• Deze functie is optioneel. Het is mo-
gelijk niet aanwezig in uw product.
• De positie van de ionisator kan van
model tot model verschillen.
118
Page 15
Gebruik
3.5.9 Maxi-versheid mechanisme (indien aanwezig)
De technologie van het Maxi-versheid mechanis­me helpt ethyleen (een bioproduct dat op natuur­lijke wijze vrijkomt uit vers voedsel) en onaangename geuren uit het Crisper com­partiment te elimineren. Op deze manier blijft het voedsel langer vers.
• Het Maxi-versheid mechanisme moet
eenmaal per jaar worden gereinigd.
Het lter moet 2 uur in een oven
op 65 °C worden geplaatst.
• Verwijder het achterste lterdeksel
van de lterbehuizing in de richting van de pijl om het lter te reinigen.
• Gebruik geen water of reinigings-
middelen om het lter te reinigen.
Maxi Fresh Preserver (In some models)
De visuele en tekstuele beschrijvingen van het gedeelte accessoires kunnen variëren, afhankelijk van het aange­schafte apparaat.
4 Het bewaren van voedsel
4.1 Koelcel
Stel bij normale gebruikscondities de temperatuur van de koelcel in op +4 of +6 °C.
• Bewaar vloeibare producten altijd in gesloten bakjes om de luchtvochtig­heid en de daaruit voortvloeiende vorming van rijp in de koelkast te verminderen. De rijp concentreert zich meestal in de koudere delen van de vloeistof die verdampt en na verloop van tijd zal het apparaat steeds vaker moeten worden ont­dooid.
• Plaats nooit warm voedsel in de koelkast. Laat warme gerechten afkoelen tot kamertemperatuur en plaats ze in de koelcel op een manier die voldoende luchtcirculatie garandeert.
• Zorg ervoor dat de producten niet in direct contact staan met de achter­wand van het apparaat, omdat dit de vorming van rijp kan veroorzaken en de verpakking aan de wand kan blijven kleven. Open de deur van de koelkast niet te vaak.
• Het wordt aanbevolen om schoon vlees en vis in verpakkingen die niet stevig zijn samengedrukt op het gla­zen plateau boven de groentelade te bewaren, waar de lucht kouder is, dwz in de positie die de beste bewaarcondities biedt.
• Plaats groente en fruit los in de spe­ciale lades van het crisper comparti­ment.
NL
119
Page 16
Gebruik
• Plaats groente en fruit los in het spe­ciale crisper compartiment.
• Het apart bewaren van groenten en fruit helpt voorkomen dat ethyleenge­voelige groenten (groene bladgroen­ten, broccoli, wortelen, enz.) wor­den aangetast door fruit dat ethyleen afgeeft (banaan, perzik, abrikoos, vijgen, enz.).
• Plaats geen natte groenten in de koelkast.
• De bewaartijd van de verschillende voedingsproducten is afhankelijk van hun beginkwaliteit en of ze al dan niet aan een ononderbroken koelcy­clus zijn onderworpen voordat ze in de koelkast worden bewaard.
• Bewaar vlees niet samen met groen­ten en fruit om kruisbesmetting te voorkomen. Vloeistoffen die uit het vlees vrijkomen, kunnen andere pro­ducten in de koelkast besmetten. Het vlees moet goed worden verpakt en u moet ervoor zorgen dat eventuele vrijgekomen vloeistoffen van de plateaus worden verwijderd.
• Bewaar geen voedsel voor de lucht­doorgang.
• Consumeer verpakt voedsel vóór de aanbevolen vervaldatum.
Opmerking: Bewaar aardappelen, uien en knoook niet in de koelkast. De onderstaande tabel biedt een snelle handleiding voor het bewa­ren van de belangrijkste voedsel­groepen in de koelcel.
Product Maximale
bewaartijd
Groente en fruit
Vlees en vis 2 - 3 dagen
Verse kaas 3 - 4 dagen
Boter en margarine
Producten in essen zoals melk of yoghurt
Eieren 1 maand
Gekookt voedsel
1 week Groentelade
1 week
Tot de door de fabrikant aanbevolen vervaldatum
Bewaarmethode
en positie
In plastic wikke­len of in zakjes of in een vlees­bakje leggen en op het glazen plateau plaatsen Op het speciale plateau in de deur Op het speciale plateau in de deur
Op het speciale plateau in de deur
Op het speciale plateau in de deur
Alle plateaus
120
Page 17
Gebruik
4.2 Vriescel
Stel bij normale gebruikscondities de temperatuur van de vriescel in op -18 of -20 °C.
• De diepvries is handig voor de be­waring van diepgevroren voedsel, voor het invriezen van vers voedsel en voor de productie van ijsblokjes.
• Om vers voedsel in te vriezen, ver­pakt en sluit u het verse voedsel op de juiste manier af, waarbij u ervoor zorgt dat de verpakkingen gesloten en waterdicht zijn.
Speciale diepvrieszakjes, zakjes van
polyethyleen en aluminiumfolie en plastic bakjes zijn de ideale oplos­sing.
• Bewaar vers voedsel niet naast diepgevroren voedsel, omdat dit het diepgevroren voedsel kan ontdooien.
• Verdeel vers voedsel voor het invrie­zen in porties die in één keer kunnen worden geconsumeerd.
• Consumeer ontdooid voedsel binnen korte tijd na het ontdooien.
• Plaats nooit warm voedsel in de vriescel om te voorkomen dat diep­gevroren voedsel wordt ontdooid.
• Volg altijd de instructies van de fabri­kant op voor het bewaren van diep­gevroren voedsel. Indien er geen instructies aanwezig zijn mag het voedsel niet langer dan 3 maanden na de datum van aankoop worden bewaard.
• Let er bij het kopen van diepgevro­ren voedsel op dat het in optimale staat is bewaard en dat de verpak­king niet is beschadigd.
• Diepgevroren voedsel moet in spe­ciale bakjes worden vervoerd en zo snel mogelijk in de vriezer worden geplaatst.
• Koop geen diepvriesproducten in verpakkingen die tekenen van voch­tigheid en abnormale zwelling ver­tonen. Het is waarschijnlijk dat het op een ontoereikende temperatuur is bewaard en de inhoud is bedorven.
• De bewaartijd van diepgevroren voedsel is afhankelijk van de omge­vingstemperatuur, de instelling van de thermostaat, hoe vaak de deur wordt geopend, het soort voed­sel en de tijd die nodig is om het product van het verkooppunt naar huis te transporteren. Volg altijd de instructies op de verpakking op en overschrijd nooit de aangegeven maximale bewaartijd.
• De maximale hoeveelheid vers voedsel (in kilogram) die binnen 24 uur kan worden ingevroren, wordt aangegeven op het etiket van het apparaat.
• Om gebruik te maken van de maximale capaciteit van de vriescel, gebruikt u de glazen plateaus voor het bovenste en middelste gedeelte en gebruikt u het onderste rek voor het onderste gedeelte.
• Gebruik de snelvriesruimte om berei­de gerechten snel in te vriezen (en ander voedsel dat snel moeten wor­den ingevroren), omdat de snelvries­ruimte meer vriesvermogen heeft. De snelvriesruimte is de onderste lade van de vriescel.
NL
121
Page 18
Gebruik
Opmerking: Als u de deur van de
vriezer probeert te openen direct nadat u deze hebt gesloten, merkt u enige weerstand. Dit is normaal. Zodra het evenwicht is hersteld, gaat de deur gemakkelijk open.
Belangrijke opmerkingen:
• Vries diepgevroren voedsel dat is ontdooid nooit opnieuw in.
• De smaak van sommige kruiden in bereide gerechten (anijs, basilicum, waterkers, azijn, gemengde krui­den, gember, knoook, ui, mosterd, tijm, marjolein, zwarte peper, enz.) verandert en wordt sterker indien deze voor een lange tijd worden bewaard. Voeg daarom altijd kleine hoeveelheden kruiden toe aan het voedsel dat ingevroren moet worden of voeg de gewenste kruiden toe na het ontdooien van het gerecht.
• De bewaartijd van voedsel is afhan­kelijk van het soort smaakmaker dat wordt gebruikt. Geschikte smaakma­kers zijn margarine, kalfsvet, olijfolie en boter. Ongeschikte smaakmakers zijn pinda-olie en varkensvet.
• Vloeibaar voedsel moet worden ingevroren in plastic bakjes, terwijl ander voedsel moet worden ingevro­ren in plasticfolie of plastic zakken.
De onderstaande tabel biedt een snelle handleiding voor het bewa­ren van de belangrijkste voedsel­groepen in de vriescel.
Vlees en vis Bereiding
Biefstuk
Lamsvlees Geroosterd
kalfsvlees Gesneden kalfsvlees Gesneden lamsvlees
Gehakt
Orgaanvlees (stukken)
Salami
Kip en kalkoen Gans en eend Hert, konijn en wild zwijn
In aluminiumfolie wikkelen In aluminiumfolie wikkelen In aluminiumfolie wikkelen
In kleine stukjes 6 - 8
In stukken 4 - 8 In verpakkingen
zonder toege­voegde kruiden
In stukken 1 - 3 Bewaar in ver-
pakking, ook de darmen In aluminiumfolie wikkelen In aluminiumfolie wikkelen
In porties van 2,5 kg of in lets
Maximale bewaartijd (maanden)
6 - 8
6 - 8
6 - 8
1 - 3
4 - 6
4 - 6
6 - 8
122
Page 19
Gebruik
Zoetwater­vis (Zalm, Karper, Meerval) Magere vis (zeebaars, tarbot, schol) Vette vis (tonijn, makreel blauwvis, ansjovis)
Schaaldie­ren
Kaviaar
Slakken
Opmerking: Ontdooid diepgevroren vlees moet worden bereid als vers vlees. Als het vlees niet wordt bereid, mag het niet opnieuw worden ingevroren na het ontdooien.
Groente en
fruit
Bonen en sperziebo­nen
Bonen
Van de inge­wanden ont­doen, ontschub­ben, afspoelen en drogen. Verwijder indien nodig de kop en de staart.
Schoonmaken en in zakjes doen In de verpak­king of in een aluminium of plastic bakje In zout water of in een alumi­nium of plastic bakje
Bereiding
Wassen, in kleine stukjes snijden en in water koken Schillen, was­sen en in water koken
2
4
2 - 4
4 - 6
2 - 3
3
Maximale bewaartijd (maanden)
10 - 13
12
Kool
Wortels
Paprika’s
Spinazie
Bloemkool
Aubergines
Maïs
Appels en peren
Abrikoos en perzik
Aardbeien en bramen
Schoonmaken en in water koken Schoonmaken, snijden en in water koken De steel verwij­deren, door­midden snijden, de draden en zaadjes uit de binnenkant verwijderen en in water koken Wassen en in water koken De bladeren verwijderen, het hart in stukken snijden en korte tijd in water en citroensap leggen Na het wassen in stukken van 2 cm snijden Schoonmaken en met steel verpakken zoals zoete maïs Schillen en in plakjes snijden Doormidden snijden en de pit verwijderen Wassen en de pit verwijderen
6 - 8
12
8 - 10
6 - 9
10 - 12
10 - 12
12
8 - 10
4 - 6
8 - 12
NL
123
Page 20
Gebruik
Groente en
fruit
Gekookt fruit
Pruimen, kersen, bessen
Maximale
Pro­duct
Brood 4 - 6 2 - 3
Koek­jes
Gebak 1 - 3 2 - 3
Taarten 1 - 1,5 3 - 4
Filo­deeg
Pizza 2 - 3 2 - 4
bewaar-
Bereiding
Voeg 10% suiker aan het bakje toe
Wassen en de pit verwijderen
Ontdooi-
tijd bij
tijd
(maan-
den)
3 - 6 1 - 1,5
2 - 3 1 - 1,5
kamer­tempe-
ratuur
(uren)
Maximale
bewaartijd (maanden)
12
8 - 12
Ontdooitijd
in de oven
(minuten)
4-5 (220-
225 °C)
5-8 (190-
200 °C)
5-10 (200-
225 °C)
5-8 (190-
200 °C)
5-8 (190-
200 °C)
15-20
(200 °C)
Zuivelpro-
ducten
Verpakte melk (ge­homogeni­seerd)
Kaas ­exclusief witte kazen
Boter, marga­rine
Berei-
ding
In de origi­nele verpak­king
In plak­ken
In de origi­nele verpak­king
Maxi­male be­waartijd
(maan-
den)
2 - 3
6 - 8
6
Bewaarcon-
dities
Pure melk – in de originele verpakking
De origine­le verpak­king kan worden gebruikt voor korte bewaarpe­rioden. In aluminium­folie wik­kelen voor langere periodes.
124
Page 21
Reiniging en onderhoud
5 Reiniging en onderhoud
5.1 Ontdooien
De regelmatige aanwezigheid van rijp in de vriescel is nor­maal.
Gebruik voor de ontdooiing geen elektrische apparaten (bijv. haardroger...) of een spray, omdat anders de plastic delen zouden kunnen vervor­men.
Ontdooiing van de koel-/vriescel
De koel-/vriescel hoeft niet ontdooid te worden, omdat het ijs dat zich op de koelplaat vormt automatisch wordt ontdooid gedurende de stilstand van de compressor. De ontdooiing vindt automatisch plaats. Het door de ontdooiing gegenereer­de water wordt rechtstreeks in het verdampingsbakje aan de achterkant van het apparaat geleid die het water laat verdampen door middel van de warmte die door de compressor wordt gegenereerd.
5.2 Aanwijzingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behan­deld (bijv. elektrolytische oxidaties, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaal­sponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Voordat de reiniging wordt uitge­voerd, moet het apparaat uitgescha­keld worden en moet de stekker uit het stopcontact gehaald worden.
• Trek nooit aan de kabel om de stek­ker uit het stopcontact te halen.
• Spoel na het reinigen met schoon water af en droog grondig af. Sluit na het reinigen de stekker met dro­ge handen weer op het stopcontact aan.
NL
125
Page 22
Reiniging en onderhoud
5.3 Reiniging van het apparaat
Een speciale bacteriedodende bescher­ming in de bovenlaag van de wanden van het apparaat belet de reproductie van bacteriën, en behoudt de reiniging. Het is alleszins belangrijk dat de opper­vlakken regelmatig worden gereinigd.
Was het apparaat niet door er water overheen te gieten.
Reiniging van de buitenkant
• Het apparaat moet gereinigd wor­den met water of met een vloeibaar reinigingsmiddel op alcoholbasis (bijv. reinigingsmiddel voor ruiten...).
• Gebruik geen agressieve reini­gingsmiddelen of schuursponsjes zodat de oppervlakken niet worden beschadigd.
• Verwijder stof en rookafzettingen van de condensator achteraan het apparaat met behulp van een zach­te borstel.
• Reinig de condensor minimaal twee keer per jaar met een borstel. Dit zal bijdragen tot energiebesparing en een betere efciëntie.
Ontkoppel het apparaat altijd van de stroomtoevoer tijdens het reinigen.
Reiniging van de binnenkant
• Reinig de binnenkant van het appa­raat met verdund vloeibaar reini­gingsmiddel en met lauw water en een beetje azijn.
• Zorg ervoor dat er geen water in de behuizing van de lampjes komt en dat het geen andere elektrische componenten bereikt.
• De vakken in de deur en de pla­teaus kunnen worden verwijderd.
• Was de accessoires apart met de hand met water en zeep. Was de accessoires niet in de vaatwasser.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen of spray oplossingen.
De LED-verlichting vervangen
Neem contact op met het dichtstbijzijn­de erkende servicecentrum om de LED's te vervangen. Opmerking: Het aantal en de positie van de LED-strips kan variëren, afhan­kelijk van het model.
126
Page 23
Reiniging en onderhoud
5.4 Oplossingen voor proble­men...
Het apparaat functioneert niet:
• Controleer of het apparaat is aange-
sloten en of de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in werking gesteld, of is ononderbroken in werking:
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• Er is teveel vers voedsel aanwezig.
• Controleer dat voldoende lucht circu-
leert nabij de sensor die zich in het rechter deel van de koelcel bevindt.
• Controleer dat het achterste deel
van de koelcel voldoende wordt belucht, en dat de condensator niet excessief vuil is.
In de koelcel wordt teveel ijs of con­dens gevormd:
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• Er is warm voedsel in de koelcel
geplaatst.
• Het voedsel of de bakjes raken de
achterwand.
• De deurpakkingen zijn vuil of
beschadigd. Reinig of vervang de pakking.
Onvoldoende koeling van de koelcel:
• De thermostaat is ingesteld op een te hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De buitentemperatuur is te hoog.
De temperatuur in de koelcel is te laag en bevriest het voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een te lage temperatuur.
• Het voedsel is niet in daarvoor be­stemde bakjes of zakjes geplaatst.
• Fruit en groenten zouden excessief nat kunnen worden.
• Het voedsel is tegen de achterwand van de koelcel geplaatst.
De temperatuur in de vriescel zorgt niet voor een correcte bevriezing van het voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een te hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De deurpakkingen zijn vuil of beschadigd. Reinig of vervang de pakking.
• Er is een te grote hoeveelheid suiker aanwezig in het in te vriezen voedsel.
NL
127
Page 24
Installatie
In de vriescel wordt teveel ijs ge­vormd:
• De thermostaat is ingesteld op een te lage temperatuur.
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De deurpakkingen zijn vuil of beschadigd. Reinig of vervang de pakking.
• Er is warm voedsel in de vriescel geplaatst.
Moeilijkheden bij de opening van de deur onmiddellijk na de sluiting:
• Wanneer de deur onmiddellijk na de sluiting weer moet geopend worden (vooral de deur van de diepvries), zal hiervoor veel kracht moeten uitgeoe­fend worden. Dit is te wijten aan de onderdruk die gecreëerd wordt door de koeling van de warme lucht die in de cel terecht kwam.
De deuren zijn niet uitgelijnd:
• Controleer dat het apparaat correct is genivelleerd.
• Handel op de voetjes tot een perfec­te uitlijning wordt verkregen.
6 Installatie
6.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• De aarding moet verplicht aange­bracht worden volgens de voor­ziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie.
• Trek nooit aan de kabel om de stek­ker uit het stopcontact te halen.
Algemene informatie
• Controleer of de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje met de technische gege­vens, het serienummer en de mar­kering is zichtbaar op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd
worden.
• Controleer of de stekker en het stop­contact van hetzelfde type zijn.
• Vermijd het gebruik van adapters, stekkerdozen of verlengsnoeren, omdat deze oververhitting of brand­wonden kunnen veroorzaken.
• De stekker moet bereikbaar blijven na de installatie van het apparaat.
• Voordat het apparaat de eerste maal ingeschakeld wordt, moet het minstens 2 uren in de horizontale positie gelaten worden.
• Indien de stroomkabel vervangen moet worden, mag dit enkel uitge­voerd worden door een bevoegde technicus van het servicecentrum.
128
Page 25
Installatie
6.2 Plaatsing
Zwaar apparaat
Gevaar voor beknelling
• Plaats het apparaat samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur.
• Het apparaat mag niet blootgesteld worden aan zonnestralen.
• Het apparaat mag niet worden ge­plaatst in de buurt van de warmte­bron. Gebruik een geschikt isolatie­paneel als dit niet mogelijk is.
• Plaats het apparaat niet buiten.
Keuze van de plek
Het apparaat moet op een droge plek geplaatst worden, waar een goede luchtverversing wordt gegarandeerd.
• Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt van de warmte­bron. Gebruik een geschikt isolatie­paneel als dit niet mogelijk is.
• Indien het apparaat onder een keu­kenkast wordt geïnstalleerd, moet de afstand tot deze kast minstens 5 cm bedragen.
• Plaats het apparaat op een plek waar voldoende ruimte aanwezig is voor de opening van de deuren, en voor de eventuele verwijdering van de interne plateaus en laden.
• Het apparaat is ontworpen om te werken binnen de omgevingstem­peraturen gespeciceerd door de normen (T/SN = 10 °C - 43 °C) volgens de klimaatklasse die op het etiket is aangegeven. Het wordt afgeraden om het apparaat buiten de aangegeven temperatuurlimieten te gebruiken om de efciëntie ervan niet in het gedrang te brengen.
Belangrijke installatie-instructies
Dit apparaat is ontworpen om te wer­ken in moeilijke klimatologische omstan­digheden en is uitgerust met de ‘Freezer Shield’ technologie die ervoor zorgt dat diepgevroren voedsel in de diepvries niet ontdooit, zelfs niet als de omge­vingstemperatuur daalt tot -15 °C. Het is daarom mogelijk om het appa­raat in een onverwarmde omgeving te installeren met de zekerheid dat diep­gevroren voedsel niet bederft. Wanneer de omgevingstemperatuur weer normaal is, kunt u het apparaat gewoon blijven gebruiken.
Klasse
SN
(Subnormaal)
N (Normaal)
ST (Subtropisch)
T (Tropisch)
Omgevingstempe-
ratuur
van + 10°C tot
+ 32°C
van + 16°C tot
+ 32°C
van + 18°C tot
+ 38°C
van + 18°C tot
+ 43°C
NL
129
Page 26
Installatie
6.3 Waarschuwingen voor de installatie
Neem de volgende aanwijzingen in acht voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt:
• De bedrijfsspanning van het appa-
raat is 220-240 V bij 50Hz.
• Na de installatie moet de stekker
toegankelijk blijven.
• Het apparaat kan een geur afgeven
wanneer het voor de eerste keer wordt gebruikt. Dit is normaal en de geur verdwijnt zodra het apparaat begint af te koelen.
• Controleer voordat u het apparaat aan-
sluit of de informatie op het typeplaatje met technische gegevens (spanning en aangesloten belasting) compatibel is met de netvoeding. Raadpleeg bij twijfel een gekwaliceerde elektricien.
• Steek de stekker in een stopcontact
met een efciënte aardaansluiting. Als het stopcontact geen aarding heeft of als de stekker niet van het juiste type is, vraag dan een gekwa­liceerde elektricien om hulp.
• Het apparaat moet worden aange-
sloten op een stopcontact met een correct geïnstalleerde zekering.
De stroomtoevoer (AC) en de span-
ning op de plek van plaatsing moe­ten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van het apparaat (het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat).
• Er wordt geen aansprakelijkheid aan­vaard voor schade veroorzaakt door gebruik zonder aarding.
• Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht.
• Het apparaat mag nooit buitenshuis worden gebruikt of worden blootge­steld aan regen.
• Het apparaat moet op een afstand van minimaal 50 cm van fornui­zen, gasovens, warmtebronnen en minimaal 5 cm van elektrische ovens worden geplaatst.
• Als het apparaat naast een diepvries wordt geïnstalleerd, laat dan een afstand van ten minste 2 cm tussen de twee apparaten om de vorming van vochtigheid op het externe oppervlak te voorkomen.
• Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat.
• Reinig het apparaat grondig voor gebruik (zie Reiniging en onder­houd).
• In het onderste gedeelte van de ach­terkant van het apparaat bevinden zich afstandhouders die de minimale afstand tot de achterwand bepalen.
• De afstand tussen het apparaat en de achterwand mag maximaal 75 mm zijn.
130
Page 27
Installatie
6.4 Tijdens het gebruik
• Sluit het apparaat niet aan op de stroomtoevoer met verlengsnoeren.
• Gebruik geen beschadigde, ge­scheurde of oude stekkers.
• Trek niet aan de kabel, buig hem niet en beschadig hem niet.
• Gebruik geen stekkeradapters.
• Het apparaat is ontworpen voor gebruik door volwassenen. Laat kin­deren niet met het apparaat spelen of aan de deur hangen.
• Raak de stroomkabel/de stekker nooit met natte handen aan. Dit kan kortsluiting en een elektrische schok veroorzaken.
• Plaats geen glazen essen of blikjes in de ijsblokjesvorm , deze zullen exploderen wanneer de inhoud bevriest.
• Plaats geen explosieve of ontvlamba­re materialen in de koelkast. Plaats alcoholische dranken verticaal in de koelkast en let erop dat de doppen goed gesloten zijn.
• Raak de ijsblokjes niet aan wanneer u ze uit de ijsblokjesvorm haalt. IJs kan brandwonden en/of letsel veroorzaken.
• Raak diepgevroren voedsel niet met natte handen aan. Eet geen ijs of ijsblokjes onmiddellijk nadat u ze uit de ijsblokjesvorm hebt verwijderd.
• Vries diepgevroren voedsel dat eer­der is ontdooid niet opnieuw in. Dit kan gezondheidsproblemen veroor­zaken, zoals voedselvergiftiging.
Oude en niet gebruikte koelkasten
• Als de oude koelkast of diepvries een vergrendelingssysteem heeft, breek het dan open of verwijder het voordat u verder gaat met de verwij­dering om te voorkomen dat kinde­ren erin vast kunnen komen te zitten en ongelukken kunnen veroorzaken.
• Oude koelkasten en diepvriezers bevatten CFC-isolatiemateriaal en koelmiddel. Zorg er daarom voor dat u het milieu niet vervuilt wanneer u de oude koelkast verwijderd.
EG-verklaring van overeenstemming
Wij verklaren dat de vervaardigde producten voldoen aan de geldende Europese richtlijnen, beschikkingen en voorschriften en aan de vereisten die zijn vermeld in de genoemde referen­tienormen.
Verwijdering van de oude koelkast
Het symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet als huishoude­lijk afval kan worden behan­deld.
Breng de oude koelkast naar het aangewezen inzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektroni­sche apparatuur. Als u dit product op de juiste manier verwijdert, voorkomt u mogelijke negatieve effecten op het milieu en de gezondheid die zich anders zouden kunnen voordoen als gevolg van de onjuiste verwijdering van dit product. Neem voor meer informatie over de recycling van dit product contact op met uw gemeente, de afvalverwerkingsdienst of de winkel waar het product is gekocht.
NL
131
Page 28
Installatie
Verpakking en milieu
Het verpakkingsmateriaal beschermt het apparaat tegen schade tijdens het transport. Het verpakkingsmateriaal is ecolo­gisch en recyclebaar. Het gebruik van recyclebaar materiaal vermindert het verbruik van grondstoffen en vermindert dus de productie van afval.
Opmerking:
• Lees de handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat installeert en gebruikt. De fabrikant is niet aan­sprakelijk voor schade die voort­vloeit uit oneigenlijk gebruik.
• Volg alle instructies op het apparaat en in de handleiding op en bewaar deze handleiding op een veilige plaats om eventuele problemen in de toekomst op te kunnen lossen.
• Dit apparaat is vervaardigd voor gebruik in huis en kan alleen wor­den gebruikt in huishoudelijke om­gevingen voor de gespeciceerde doeleinden. Het is niet geschikt voor commercieel of gedeeld gebruik. Dit gebruik van het apparaat maakt de garantie ongeldig en ontheft de fabrikant van eventuele geleden verliezen.
• Dit apparaat is vervaardigd voor gebruik in huis en is alleen geschikt voor het koelen/bewaren van voed­sel. Het is niet geschikt voor com­mercieel of gedeeld gebruik en/of om andere stoffen dan voedsel te bewaren. De fabrikant is niet aan­sprakelijk voor eventuele verliezen in het geval van gebruik dat afwijkt van het gespeciceerde gebruik.
Plaatsing
Positioneer het apparaat op een stabie­le en genivelleerde ondergrond. Met de twee wielen, die achteraan het apparaat zijn voorzien, is een gemak­kelijke en dus correcte positionering mogelijk.
Er wordt alleszins aanbevolen om goed op te letten tijdens de verplaat­sing, zodat de bevloering niet wordt beschadigd tijdens het schuiven (wanneer de koelkast bijvoorbeeld op parket geplaatst is). Om onregelmatigheden van de bevloe­ring te compenseren, is het apparaat vooraan voorzien van twee regelbare voetjes
132
Page 29
Installatie
Gebruik de voetjes om het apparaat waterpas te stellen. Wanneer het apparaat licht naar achteren wordt gekanteld, wordt de correcte sluiting van de deuren verkre­gen.
Wanneer de diepvries correct geplaatst wordt, kan de deur correct gesloten worden. Zorg ervoor dat de deurpakkingen hermetisch sluiten, vooral in de hoeken.
Druk op de deurpakkingen
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Druk, trek of verwijder de pakkingen niet van de deur.
Enkele dagen na de installatie moet gecontroleerd worden of de beginni­vellering nog correct is. Controleer, wanneer de diepvries werkt en gela­den is met voedsel, of het apparaat nog stabiel is en of de deurpakkingen hermetisch sluiten. Stel indien nodig opnieuw waterpas en regel de deurpakkingen.
NL
133
Page 30
Verzending en verplaatsing
7 Verzending en verplaatsing
7.1 Transport en positie wijzigen
• De originele verpakking en het schuimmateriaal kunnen worden bewaard voor later transport van het apparaat (naar eigen keuze).
• Bescherm het apparaat met zware verpakkingen, stevige banden en touwen en volg de transportinstruc­ties op de verpakking.
• Wanneer het noodzakelijk is om het apparaat opnieuw te installeren of te transporteren, verwijdert u alle losse onderdelen (plateaus, accessoires, groentelades, enz.) of bevestigt u deze in het apparaat en beschermt u ze tegen stoten door middel van tapes.
Verplaats het apparaat altijd in verticale positie.
8 Voordat u de
klantenservice belt
Foutmeldingen
Het apparaat geeft speciale waarschu­wingen als de temperatuurniveaus van het apparaat en de diepvries onjuist zijn of als er problemen zijn met het apparaat. De waarschuwingscodes worden weergegeven op de indicato­ren van de diepvries en de koelkast.
134
Page 31
Voordat u de klantenservice belt
Inhoudsopgave
HET
TYPE
FOUT
E01
E02
E03
E06
E07
E08
E09
BETEKE-
NIS
Waar­schuwing sensor
Waar­schuwing sensor
Waar­schuwing sensor
Waar­schuwing sensor
Waar­schuwing sensor
Waar­schuwing lage spanning
Vriescel niet koud genoeg
REDEN OPLOSSING
Bel zo snel mogelijk het servicecentrum.
Bel zo snel mogelijk het servicecentrum.
Bel zo snel mogelijk het servicecentrum.
Bel zo snel mogelijk het servicecentrum.
Bel zo snel mogelijk het servicecentrum.
--Dit is geen defect aan het apparaat, maar een foutmel-
De stroomtoe­voer naar het apparaat is onder de 170 V gedaald.
Dit kan voorko­men in geval van langdurige stroomuitval.
ding die schade aan de compressor helpt voorkomen.
--De spanning moet worden teruggebracht naar de ver­eiste niveaus
Als deze waarschuwing aanhoudt, moet u contact opne­men met een bevoegde technicus.
1. Stel de temperatuur van de diepvries in op een lagere temperatuur of selecteer Superkoud. Dit zou de foutcode moeten elimineren zodra de vereiste temperatuur is be­reikt. Houd de deuren gesloten om de tijd te verkorten die nodig is om de vereiste temperatuur te bereiken.
2. Verwijder producten die tijdens deze fout zijn ont­dooid. Ze kunnen binnen een korte tijd worden gebruikt.
3. Plaats geen verse producten in de vriescel totdat de juiste temperatuur is bereikt en de fout is verholpen.
Als deze waarschuwing aanhoudt, moet u contact opne­men met een bevoegde technicus.
NL
135
Page 32
Voordat u de klantenservice belt
HET
TYPE
FOUT
E10
E11
BETEKE-
NIS
De vriescel is niet koud genoeg
De vries­cel is te koud
REDEN OPLOSSING
1. Stel de temperatuur van de koelkast in op een la-
gere temperatuur of selecteer Superkoud. Dit zou de Dit kan voorko­men nadat:
--Langdurige stroomuitval.
--Er is warm voedsel in de koelkast geplaatst.
Verschillende
foutcode moeten elimineren zodra de vereiste tempe-
ratuur is bereikt. Houd de deuren gesloten om de tijd
te verkorten die nodig is om de vereiste temperatuur
te bereiken.
2. Maak het gebied voor de openingen in het lucht-
kanaal vrij en plaats geen voedsel in de buurt van de
sensor.
Als deze waarschuwing aanhoudt, moet u contact op-
nemen met een bevoegde technicus.
1. Controleer of de superkoude stand actief is
2. Verlaag de temperatuur van de koelcel
3. Controleer of de openingen van de luchtinlaat vrij
zijn en niet worden geblokkeerd
Als deze waarschuwing aanhoudt, moet u contact op-
nemen met een bevoegde technicus.
Als u problemen met de koelkast onder­vindt, voert u de volgende controles uit voordat u de klantenservice belt.
De koelkast werkt niet Controleer of:
• De koelkast is op de stroomtoevoer aangesloten en ingeschakeld
• De zekering is doorgebrand
• Is de temperatuurregeling juist?
• het stopcontact is defect. Om dit te controleren, sluit u een ander wer­kend apparaat aan op hetzelfde stopcontact.
De prestaties van de koelkast zijn niet efciënt Controleer of:
• Het apparaat overbelast is
• De deuren perfect gesloten zijn
• De condensator vuil is met stof
• De afstand tussen het apparaat en de omringende wanden correct is
De koelkast maakt geluid
De hieronder beschreven geluiden zijn volkomen normaal als de koelkast goed werkt.
Er is een knarsend geluid (brekend ijs) te horen:
• Tijdens de automatische ontdooiing.
• Wanneer het apparaat afkoelt of opwarmt (vanwege de uitzetting van het materiaal van het apparaat).
Er is een tikkend geluid te horen wanneer: De thermostaat de compres-
sor in/uit schakelt.
136
Page 33
Voordat u de klantenservice belt
Inhoudsopgave
Geluid van de motor: Geeft aan dat de compressor goed werkt. De eerste keer dat deze wordt geactiveerd, kan de compressor korte tijd geluid maken.
Er is een gorgelend en stromend geluid te horen wanneer: Het koelmiddel door
de leidingen van het systeem stroomt.
Er is een geluid van stromend water te horen wanneer: Er water naar het
verdampingsbakje stroomt. Het geluid dat tijdens het ontdooien wordt gepro­duceerd is normaal.
Er is een geluid van geblazen lucht te horen wanneer: De lucht tijdens
de normale werking van het systeem circuleert. Er wordt vochtigheid in de koelkast gevormd.
Controleer of:
• Het voedsel correct is verpakt. De bakjes moeten in een perfect droge koelkast worden geplaatst.
• De deuren vaak geopend worden.
De luchtvochtigheid in de omgeving
komt de koelkast binnen elke keer wanneer de deuren worden geo­pend.
De vochtigheid neemt sneller toe als
de deuren vaak worden geopend, vooral als de luchtvochtigheid in de omgeving hoog is.
• Er vormen zich waterdruppels op de achterwand. Dit is normaal tijdens de automatische ontdooiing (in stati-
sche modellen).
De deuren openen of sluiten niet goed Controleer of:
• Er voedsel of verpakkingen zijn die verhinderen dat de deur sluit
• De compartimenten binnen de deur, de plateaus en de laden correct zijn geplaatst
• De deurpakkingen kapot of ge­scheurd zijn
• Het apparaat perfect waterpas staat.
De randen van het apparaat die in contact staan met het scharnier van de deur zijn warm
Vooral in de zomer (bij warm weer) kunnen de oppervlakken die in contact staan met het scharnier van de deur meer opwarmen dankzij de werking van de compressor. Dit is normaal.
Belangrijke opmerkingen:
• In het geval van stroomuitval of wan­neer het apparaat wordt losgekop­peld en opnieuw wordt aangesloten, raakt het gas in het koelsysteem van de koelkast gedestabiliseerd waar­door het thermische beveiligings­element van de compressor wordt geopend. Het apparaat zal na 5 minuten weer normaal gaan werken.
• Trek de stekker uit het stopcontact als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt (bijvoorbeeld tijdens een vakantie). Ontdooi en reinig de koelkast en laat de deur open staan om de vorming van schimmel en geuren te voorkomen.
• Neem contact op met het dichtstbij­zijnde erkende servicecentrum als het probleem zich blijft voordoen nadat u alle aangegeven instructies hebt opgevolgd.
• Het apparaat is alleen ontworpen voor huishoudelijk gebruik en voor de beschreven doeleinden. Het is niet geschikt voor commercieel of gedeeld gebruik. In het geval van gebruik dat niet conform is aan deze instructies door de consument, wordt erop gewe­zen dat de fabrikant en de verkoper geen aansprakelijkheid aanvaarden in geval van reparaties of defecten binnen de garantieperiode.
NL
137
Page 34
Advies om energie te besparen
9 Advies om energie te
besparen
1. Installeer het apparaat in een koele, goed geventileerde ruimte uit de buurt van direct zonlicht en warmte­bronnen (zoals radiatoren of ovens). Gebruik anders een isolatieplaat.
2. Warm voedsel en dranken moeten worden afgekoeld voordat ze in het apparaat worden geplaatst.
3. Plaats voedsel dat ontdooid moet worden in de koelcel. De lage temperatuur van het diepgevroren voedsel helpt om de koelcel af te koelen terwijl het voedsel ontdooit. Dit zorgt voor energiebesparing. Diepgevroren voedsel dat buiten het apparaat wordt ontdooid, leidt tot energieverlies.
4. Bedek dranken en andere vloeistof­fen die in het apparaat zijn ge­plaatst. Als zij niet wordt afgedekt, neemt de luchtvochtigheid in het apparaat toe, waardoor het appa­raat meer energie moet verbruiken. Door dranken en andere vloeistoffen te bedekken behouden zij hun geur en smaak.
5. Houd de deuren niet te lang open en open ze niet te vaak, omdat de hete lucht die het apparaat binnen­komt ervoor zorgt dat de compressor vaak en onnodig wordt ingescha­keld.
6. Houd de compartimenten met ver­schillende temperaturen altijd goed gesloten (zoals het crisper en chiller compartiment).
7. De deurpakkingen moeten altijd schoon en exibel zijn. Vervang de deurpakkingen als ze beschadigd zijn.
138
Loading...