We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
219
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de
bereikbare delen ervan
worden heel warm tijdens het
gebruik. Houd het apparaat
buiten bereik van kinderen.
• Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren
van voedsel in de ovenruimte.
• Probeer geen vlammen/brand
te doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
• Gebruik door kinderen vanaf 8
jaar, personen met beperkte
fysieke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten of met een gebrek
aan ervaring of kennis is alleen
toegestaan indien onder
begeleiding en geïnstrueerd over
het veilige gebruik van het
apparaat en de eventuele
gevaren die ermee verbonden
zijn.
• Laat kinderen niet spelen met
het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8
jaar die niet onder toezicht
staan verwijderd van het
apparaat.
• Kinderen jonger dan 8 jaar
mogen het apparaat tijdens zijn
werking niet benaderen.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Controleer of de vlamverdelers
met de respectievelijke deksels
correct in de zittingen
gepositioneerd zijn.
• Let op voor de snelle
verwarming van de kookzones.
Plaats geen lege potten of
pannen op de ingeschakelde
plaat. Gevaar op oververhitting.
• Het kookproces moet altijd
gecontroleerd worden. Een
kort kookproces moet
voortdurend bewaakt worden.
• Vetten en oliën kunnen vlam
vatten als ze oververhit raken.
Het is aanbevolen bij het
apparaat te blijven tijdens de
voorbereiding van voedsel dat
olie of vet bevat. Als de oliën of
vetten vlam zouden vatten,
mag geen water gebruikt
worden om te blussen. Plaats
het deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
• Tijdens de bereiding geen
metalen voorwerpen zoals
vaatwerk of bestek op het
oppervlak van de kookplaat
plaatsen, omdat deze oververhit
zouden kunnen raken.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks
op hete ovenschalen.
220
Waarschuwingen
• De ovendeur moet tijdens de
bereiding gesloten blijven.
• In geval van ingrepen op de
etenswaren of aan het einde
van de bereiding, de deur
gedurende een aantal
seconden 5 centimeter
openen, het stoom laten
ontsnappen en vervolgens de
deur volledig openen.
• Open de bergruimte (indien
aanwezig) niet wanneer de
oven ingeschakeld of warm is.
• De voorwerpen in de
bergruimte kunnen erg heet zijn
erg heet zijn na het gebruik het
gebruik van de oven.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te
halen.
• ONTVLAMBARE
MATERIALEN NIET IN DE
BUURT VAN HET APPARAAT
GEBRUIKEN OF IN DE
BERGRUIMTE (INDIEN
BESCHIKBAAR) BEWAREN.
• GEBRUIK GEEN
SPUITBUSSEN IN DE BUURT
VAN HET APPARAAT TERWIJL
HET WERKT.
• VOER GEEN WIJZIGINGEN
AAN DIT APPARAAT UIT.
• Voorafgaand aan iedere
ingreep op het apparaat
(installatie, onderhoud,
plaatsing of verplaatsing) moet
u altijd zorgen voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Om gevaren te vermijden, moet
men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging van
de kabel zal zorgen als de
stroomkabel beschadigd is.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik voor het reinigen van de
ruiten van de oven geen
agressieve schurende materialen
of scherpe metalen krabbers, die
het oppervlak zouden kunnen
krassen en versplinteren.
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Reinig het apparaat niet met
een stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie
en de warmteafvoer niet
verstopt raken.
NL
221
Waarschuwingen
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Roosters en ovenschalen
moeten in de zijgeleiders
worden geplaatst tot ze niet
verder kunnen. De mechanische
veiligheidsblokkeringen die de
verwijdering van de roosters
voorkomen, moeten naar
beneden en naar de achterzijde
van de oven gericht zijn.
• Laat het apparaat niet
onbewaakt achter tijdens
bereidingen waarbij vetten of
oliën oververhit kunnen raken of
vlam kunnen vatten. Besteed de
grootst mogelijke aandacht
• Brandgevaar: Breng geen
voorwerpen aan op de
kookoppervlakken.
• Sproei geen spuitbussen in de
nabijheid van de oven.
• GEBRUIK HET APPARAAT
NOOIT OM DE RUIMTE TE
VERWARMEN.
• Gebruik geen plastic vaatwerk
of houders voor de bereiding.
• Plaats geen blikken of gesloten
houders in de ovenruimte.
• Verwijder alle ovenschalen en
roosters die tijdens de
bereiding niet gebruikt worden
uit de ovenruimte.
• Bedek de bodem van de
ovenruimte niet met
aluminiumfolie.
• Plaats geen pannen of
ovenschalen rechtstreeks op de
bodem van de ovenruimte.
• Bij gebruik van bakpapier moet
u er voor zorgen dat de
circulatie van de warme lucht in
de oven er niet door wordt
verhinderd.
• Gebruik de open deur niet als
steun door pannen of schalen
direct op het binnenglas te
plaatsen.
• De houders of de grillplaten
moeten binnen de omtrek van
de kookplaat geplaatst
worden.
• Alle houders moeten een
vlakke en regelmatige bodem
hebben.
• In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
• Mors geen zuurhoudende
stoffen zoals citroenspa of azijn
op de kookplaat.
• Reinig het apparaat niet met
een stoomreiniger.
222
Waarschuwingen
• Plaats geen lege potten of
pannen op ingeschakelde
kookzones.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
• Gebruik op de stalen delen of
de delen waarvan het
oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld
(bijv. elektrolytische oxidatie,
vernikkeling, verchroming)
geen producten die chloor,
ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Stop de verwijderbare
onderdelen, zoals de roosters
van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels
niet in de vaatwasser.
• Gebruik de open deur niet als
hefboom om het apparaat in
het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op
de geopende deur.
• Til dit apparaat niet op door de
handgreep beet te pakken.
Installatie
• DIT APPARAAT MAG NIET
GEÏNSTALLEERD WORDEN
IN BOTEN OF CARAVANS.
• dit apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een
voetstuk.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
• Om de mogelijke oververhitting
van het apparaat te vermijden,
moet het niet achter een
decoratieve deur of een
paneel geïnstalleerd worden.
• Vóór de installatie moet
gecontroleerd worden of de
plaatselijke omstandigheden
van de gasdistributie (de aard
en de druk van het gas) en de
afstelling van het apparaat
compatibel zijn.
• Dit apparaat is niet
aangesloten op een afvoer van
de verbrandingsproducten. Het
moet in overeenstemming met
de actuele
installatievoorschriften worden
geïnstalleerd en aangesloten.
Let in het bijzonder goed op de
ventilatievoorschriften.
NL
223
Waarschuwingen
• De omstandigheden voor de
afstelling van dit apparaat kunt
u vinden op het label met de
gasafstelling.
• Laat de gasaansluiting
uitvoeren door bevoegd
personeel.
• Het aansluiten met een
flexibele buis moet zodanig
uitgevoerd worden dat de
lengte van de buis niet langer is
dan 2 meter bij maximale
uitschuiving voor flexibele
stalen buizen en 1,5 meter voor
rubberen buizen.
• De buizen mogen niet in
aanraking komen met
beweegbare delen, en mogen
niet geplet worden.
• Gebruik, daar waar nodig, een
drukregelaar in
overeenstemming met de van
kracht zijnde norm.
• Controleer na elke ingreep of
het aandraaimoment van de
gasaansluitingen zich tussen
10 Nm en 15 Nm bevindt.
• Na de installatie moet u
eventuele lekken opsporen met
een zeepoplossing, maar nooit
met een vlam.
• Laat de aansluiting uitvoeren door
bevoegd technisch personeel.
• De aardverbinding van het
elektrische systeem is verplicht
en moet in overeenstemming
met de geldende
veiligheidsnormen worden
uitgevoerd.
• Gebruik kabels die bestand
zijn tegen temperaturen van
minstens 90°C.
• Het aandraaimoment van de
schroeven van de
stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
Voor dit apparaat
• Controleer of het apparaat is
uitgeschakeld voordat de lamp
wordt vervangen.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het
apparaat.
• Controleer of er geen
voorwerpen in de deur vastzitten.
1.2 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan personen en
voorwerpen ten gevolge van:
• een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts
één deel van het apparaat;
224
Waarschuwingen
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om
thuis voedsel te bereiden. Elk
ander gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.4 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de
technische gegevens, het
serienummer en de markering. Het
plaatje mag in geen geval worden
verwijderd.
1.5 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een
belangrijk onderdeel van het
apparaat en moet gedurende de
volledige levensduur intact en op
een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Deze gebruiksaanwijzing
aandachtig voor het gebruik van het
apparaat doorlezen.
1.6 Verwerking
In overeenstemming met de
Europese richtlijn AEEA
(2012/19/EU) moet dit
apparaat aan het einde van de
levensduur gescheiden van het
andere vuil verwijderd worden. Het
product bevat geen delen die als
gevaarlijk voor de gezondheid en
het milieu worden beschouwd,
conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Voor de verwijdering van het
apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en
verwijder de elektrische kabel en
de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische
schok
• Schakel de algemene
stroomtoevoer uit.
• Schakel de stroomtoevoer naar
het apparaat uit.
NL
225
Waarschuwingen
• Oude of gebruikte apparaten
aan het einde van hun levensduur
moeten door de gebruiker
worden ingeleverd bij geschikte
centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en
elektronisch afval, of overhandigd
worden aan de verkoper
wanneer een nieuw gelijkaardig
apparaat wordt gekocht.
Het apparaat is verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal
naar de betreffende centra voor
afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen
ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de
plastic zakken van de
verpakking.
1.7 Wegwijs in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
226
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Waarschuwingen
1.8 Om energie te besparen
• Verwarm het apparaat uitsluitend
voor als dit in het recept is
aangegeven.
• Ontdooi bevroren levensmiddelen
voordat u ze in de ovenruimte
plaatst, tenzij anders op de
verpakking is aangegeven.
• Bij meerdere bereidingen wordt
geadviseerd om de
levensmiddelen achtereenvolgens
te bereiden zodat u de reeds
opgewarmde ovenruimte het
beste kunt benutten.
• Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen; deze
helpen de warmte beter te
absorberen.
• Verwijder alle ovenschalen en
roosters die tijdens de bereiding
niet gebruikt worden uit de
ovenruimte.
• Stop de bereiding enkele minuten
voordat de normale bereidingstijd
verstrijkt. De bereiding zal
gedurende de resterende minuten
worden voortgezet door de
warmte die zich in de oven heeft
opgehoopt.
• Open de deur van de oven zo
weinig mogelijk, zodat de warmte
niet verloren gaat.
De verschillende functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Nadat u de gewenste
functie heeft geselecteerd, moet u de
bereidingstemperatuur instellen met de
temperatuurknop.
2 Klok programmeereenheid
Handig om het huidige uur te zien,
geprogrammeerde bereidingen te
programmeren en de kookwekker in te
stellen.
R = Snelbrander
DUAL = Ultrasnelle brander
3 Temperatuurknop hoofdoven
Met deze knop kan de temperatuur van de
bereiding geselecteerd worden. Draai de
knop rechtsom op de gewenste waarde
tussen de minimale en maximale waarde.
4 Controlelamp hoofdoven
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
229
Beschrijving
5 Temperatuur-/functieknop hulpoven
Zorgt voor de inschakeling van het licht in de
oven, of stelt het grill element en de
onderwarmte in op een temperatuur - bij
benadering - tussen een minimum van 50 °C
en een maximum van 245 °C.
Bij de maximumtemperatuur is het
bovendien mogelijk om een aantal
geoptimaliseerde functies voor specifieke
bereidingen te selecteren.
6 Controlelamp hulpoven
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
7 Knoppen van de branders van de
kookplaat
Te gebruiken voor de inschakeling en de
afstelling van de branders van de
kookplaat. Druk op de knoppen, en draai
deze linksom op de waarde om de
overeenkomstige branders te ontsteken.
Om de vlam te regelen, moet de knop in de
zone tussen het maximum en het
minimum gedraaid worden. Om de
branders uit te schakelen, moeten de
knoppen op geplaatst worden.
2.4 Andere onderdelen
Vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator zorgt voor de afkoeling van
het apparaat, en wordt tijdens de bereiding
in werking gesteld. De werking van de
ventilator veroorzaakt een normale
luchtstroom die aan de achterzijde van het
apparaat naar buiten komt en die ook na
de uitschakeling nog kort actief kan blijven.
Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmteafvoer niet verstopt raken.
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld:
(hoofdoven)
• als de deur wordt geopend;
• als een willekeurige functie wordt
gekozen, met uitzondering van de
functie .
Het is niet mogelijk om de
binnenverlichting uit te schakelen
als de deur is geopend.
(hulpoven)
• wanneer de temperatuur-/functieknop
van de hulpoven op of een
willekeurige functie wordt gedraaid.
230
2.5 Beschikbare accessoires
De ovenaccessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen
worden aangevraagd bij erkende
servicecentra. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
fabrikant.
Beschrijving
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van
voedsel op het bovenstaande rooster, of
om taarten, pizza’s en gebak te bakken.
Rooster voor ovenschaal
Ovenschaal
Nuttig voor het opvangen van vet dat
afkomstig is van het voedsel op het rooster
erboven.
Diepe ovenschaal
NL
Om op een schaal te zetten, voor het
bereiden van voedsel dat kan lekken.
231
Beschrijving
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van houders met
voedsel in bereiding.
Zelfreinigende panelen
Deze panelen absorberen kleine vetresten.
232
Gebruik
3 Gebruik
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Gevaar op verbranding
• De ovendeur moet tijdens de bereiding
gesloten blijven.
• Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de oven.
• Let op dat u de warmte-elementen in de
oven niet aanraakt.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen de
oven tijdens zijn werking niet
benaderen.
• In geval van ingrepen op de
etenswaren of aan het einde van de
bereiding, de deur gedurende een
aantal seconden 5 centimeter openen,
het stoom laten ontsnappen en
vervolgens de deur volledig openen.
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Controleer of de vlamverdelers met de
respectievelijke deksels correct in de
zittingen gepositioneerd zijn.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij
oververhitting. Wees heel voorzichtig.
De temperatuur in de bergruimte
kan hoog oplopen
Gevaar op verbranding
• Open de bergruimte niet wanneer het
apparaat ingeschakeld of warm is.
• De voorwerpen in de bergruimte kunnen
erg heet zijn tijdens het gebruik van het
apparaat.
• Plaats in deze ruimte geen ontvlambare
materialen, doeken of papier.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier dient u ervoor
te zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de ovenruimte niet wordt
belemmerd.
• Plaats geen pannen of ovenschalen
rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
• Gebruik de open deur niet als steun
door pannen of schalen direct op het
binnenglas te plaatsen.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• De houders of de vleesroosters moeten
binnen de omtrek van de kookplaat
geplaatst worden.
• Alle houders moeten een vlakke en
regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken
moet de vloeistof onmiddellijk van de
kookplaat verwijderd worden.
NL
233
Gebruik
De temperatuur in de bergruimte
kan hoog oplopen
Brand- en ontploffingsgevaar
• Gebruik geen spuitbussen in de
nabijheid van het apparaat.
• Laat geen ontvlambare materialen in de
nabijheid van het apparaat of de
bergruimte.
• Gebruik geen plastic vaatwerk of
houders voor de bereiding.
• Plaats geen blikken of gesloten houders
in de ovenruimte.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten of oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ovenschalen en roosters
die tijdens de bereiding niet gebruikt
worden uit de ovenruimte.
Lekkend gas kan een explosie
veroorzaken.
Wanneer u gas ruikt of als de gasinstallatie
lekt:
• De gastoevoer onmiddellijk sluiten of het
ventiel van de gasfles onmiddellijk
dichtdraaien.
• Open vuur en sigaretten onmiddellijk
uitdoven.
• Geen schakelaars of apparaten
inschakelen en geen enkele stekker uit
het stopcontact verwijderen. Binnen het
gebouw geen (mobiele) telefoons
gebruiken.
• Ramen openen en het vertrek luchten.
• Contact opnemen met het
servicecentrum of uw gasbedrijf.
Onregelmatige werking
Elke van de volgende omstandigheden
moet als een onregelmatige werking
worden beschouwd en vereist een ingreep:
• De branderplaat kleurt geel.
• Beschadiging van het keukengerei.
• Verkeerde ontsteking van de branders.
• Branders blijven met moeite branden.
• Uitschakeling van de branders tijdens de
werking.
• De gaskleppen kunnen moeilijk open of
dicht worden gedraaid.
Neem contact op met het erkende
servicecentrum bij u in de buurt als het
apparaat niet correct werkt.
Het eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires en uit de
ovenruimten.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
4. Verwarm de ovenruimte op de maximale
temperatuur om eventuele
productieresten te verwijderen.
234
Gebruik
3.1 Gebruik van de accessoires
Rooster voor ovenschaal
Het rooster voor de ovenschaal wordt in de
schaal geplaatst. Zo wordt het vet tijdens
de bereiding apart van het voedsel
opgevangen.
Plaats de roosters en de schalen
voorzichtig in de ovenruimte, tot
aan hun stoppositie.
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de
zijgeleiders worden geplaatst tot aan het
eindpunt.
• De mechanische
veiligheidsblokkeringen, die de
ongewenste verwijdering van het rooster
voorkomen, moeten omlaag en naar de
achterzijde van de oven gericht zijn.
Maak de ovenschalen schoon
alvorens ze voor de eerste keer te
gebruiken, om eventuele
productieresten te verwijderen.
3.2 Het gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Naast elke knop
wordt de bijhorende brander aangeduid.
Het apparaat is voorzien van een
elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is
voldoende om op de knop te drukken en
hem linksom te draaien op het symbool van
de maximale vlam, tot de brander wordt
ingeschakeld. Draai de knop op als de
brander niet binnen 15 seconden wordt
ontstoken. Wacht vervolgens 60 seconden,
alvorens de volgende poging te verrichten.
Na de ontsteking moet de knop enkele
seconden ingedrukt gehouden worden
zodat het thermokoppel kan opwarmen.
Het kan voorvallen dat de brander uitgaat
wanneer de knop wordt losgelaten: dit
betekent dat het thermokoppel
onvoldoende is opgewarmd.
NL
235
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.