SMEG CG90IX9 User Manual [nl]

Page 1
NL
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen 84
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 84
1.2 Identificatieplaatje 85
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant 86
1.5 Deze gebruiksaanwijzing 86
1.6 Verwerking 86
1.7 De gebruikershandleiding raadplegen 87
2 Beschrijving 88
2.1 Algemene beschrijving 88
2.2 Kookplaat 89
2.3 Bedieningspaneel 90
2.4 Andere onderdelen 91
2.5 Beschikbare accessoires 91
3 Gebruik 93
3.1 Aanwijzingen 93
3.2 Eerste gebruik 94
3.3 De accessoires gebruiken 95
3.4 De kookplaat gebruiken 97
3.5 De bergruimte gebruiken 102
3.6 Het gebruik van de oven 102
3.7 Kooktips 104
3.8 Klok programmeereenheid 106
4 Reiniging en onderhoud 110
4.1 Aanwijzingen 110
4.2 Het apparaat reinigen 110
4.3 De deur demonteren 111
4.4 De ruit van de deur reinigen 112
4.5 De binnenruiten demonteren 112
4.6 Vapor Clean 114
4.7 Buitengewoon onderhoud 115
5 Installatie 117
5.1 Plaatsing 117
5.2 Elektrische aansluiting 121
5.3 Voor de installateur 122
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
83
Page 2
Aanwijzingen
1 Aanwijzingen
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik.
• Raak geen verwarmde delen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan verwijderd van het apparaat.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toegestaan onder toezicht en begeleiding van volwassenen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
• Plaats geen metalen voorwerpen
zoals messen, vorken, lepels of deksels op het apparaat tijdens gebruik ervan.
• Schakel het apparaat uit na
gebruik ervan.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: Schakel het apparaat uit en bedek de vlam met een deksel of een brandwerende deken.
• Laat het apparaat nooit reinigen door kinderen die niet onder toezicht staan.
• Laat de installatie en technische interventies uitvoeren door bevoegd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van bevoegd personeel.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
• Spuit geen aerosol in de buurt van het werkende apparaat.
• Dit apparaat mag niet worden geïnstalleerd in boten of caravans.
• Gebruik of bewaar geen ontvlambare materialen in de nabijheid van het apparaat.
84
Page 3
Aanwijzingen
NL
Gevaar voor schade aan het apparaat
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt. De mechanische veiligheidsvergrendelingen die vermijden dat het rooster ongewenst kan worden verwijderd, moeten naar beneden en naar de achterkant van de oven zijn gedraaid.
• Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Laat geen voorwerpen achter op de kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om de ruimte te verwarmen.
• Verwijder voedselresten of grote vlekken van vorige bereidingen uit de oven.
• Als barsten of scheuren opgemerkt worden, of als het oppervlak van de glaskeramische plaat breekt, moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden. Schakel de voeding uit en neem contact op met de Technische Dienst.
• Personen met een pacemaker of een gelijkaardig apparaat moeten zich ervan vergewissen dat de werking van deze apparaten niet wordt beïnvloed door het inductieveld, waarvan het frequentiebereik tussen 20 en 50 kHz ligt.
• Conform de voorschriften inzake elektromagnetische compatibiliteit valt de elektromagnetisch inductiekookplaat onder groep 2 en klasse B (EN 55011).
Voor dit apparaat
• Voor u de lamp vervangt, schakel de voeding van het apparaat uit.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen in
de deur vastzitten.
1.2 Identificatieplaatje
• Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
85
Page 4
Aanwijzingen
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen tengevolge:
• Een ander gebruik van het apparaat dan
wordt voorzien;
• De niet-inachtneming van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• Het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• Het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een huisgezin. Elk ander gebruik is oneigenlijk.
• Gebruik van dit apparaat door kinderen
vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toegestaan onder toezicht en begeleiding van volwassenen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
• Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe timers of systemen voor afstandsbediening.
1.5 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een integrerend deel van het apparaat en moet gedurende de volledige levensduur intact en op een voor de gebruiker makkelijk bereikbare plaats worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig vóór installatie.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet op het einde van zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/ 108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Verwerking van het apparaat:
• Verwijder de elektrische kabel en de
stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Koppel het apparaat af.
• Ken de apparatuur op het einde van de
gebruiksduur toe aan geschikte centra voor de recycling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in milieuvriendelijke en recyclebaar materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar
geschikte centra voor de recycling.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
86
Page 5
Aanwijzingen
NL
1.7 De gebruikershandleiding raadplegen
In deze gebruikershandleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
Aanwijzingen
Algemeen informatie over de handleiding, de veiligheid en de verwijdering.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over de reiniging en het onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor de gekwalificeerde technicus: Installatie, werking en inspectie.
Veiligheidsaanwijzingen
Informatie
Advies
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
87
Page 6
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Beschrijving
1 Plint 2 Kookplaat 3 Bedieningspaneel 4 Lamp 5 Pakking
88
6 Deur 7 Ventilator 8 Bergruimte
Niveau van het frame voor
roosters/ovenschalen
Page 7
NL
2.2 Kookplaat
Beschrijving
Zone Buitendiameter (mm) Max. stroomopname (W)*
1 180 2 210 3 270
1300 1400 2300 3000 2300 3000
Stroomopname boosterfunctie
(W) *
* De waarden zijn slechts een benadering en kunnen variëren naargelang de gebruikte pan of
verrichte instellingen.
Voordelen van inductiekoken
• Energiebesparing, dankzij de rechtstreekse overdracht van energie
Het apparaat is voorzien van een inductiegenerator voor elke bereidingszone. Elke generator onder het glaskeramische oppervlak heeft een elektromagnetisch veld dat een thermische stroom veroorzaakt op de onderkant van de pan. De warmte wordt niet aan de bereidingszone overgedragen, maar wordt direct door de inductieve stromen in het recipiënt gecreëerd.
naar de pan (u moet daarvoor bestemde pannen in magnetiseerbaar materiaal gebruiken) in vergelijking met het traditioneel elektrisch koken.
• Grotere veiligheid dankzij de zending van energie naar enkel het recipiënt dat op de kookplaat geplaatst is.
• Hoog rendement bij de zending van energie van de bereidingszone met inductie naar de basis van de pan.
• Snelle verwarming.
• Kleinere kans op brandwonden, omdat het kookoppervlak enkel wordt verwarmd door de onderkant van de pan; overgekookt voedsel bakt niet aan.
89
Page 8
2.3 Bedieningspaneel
Beschrijving
1 Klok programmeereenheid
Voor de weergave van de actuele tijd, het instellen van de geprogrammeerde bereidingen en de kookwekker.
2 Temperatuurknop
Met deze knop kunt u de bereidingstemperatuur kiezen.
Draai de knop rechtsom op de gewenste waarde tussen de laagste en de hoogste stand.
3 Controlelampje
Het controlelampje gaat branden om aan te geven dat de oven wordt opgewarmd. Het gaat uit zodra de ingestelde temperatuur is bereikt. Het knippert regelmatig om aan te geven dat de ingestelde temperatuur binnen de oven behouden blijft.
4 Functieknop
De diverse functies van de oven zijn geschikt voor verschillende bereidingswijzen. Kies de gewenste functie en stel de temperatuur in met de temperatuurknop.
5 Knoppen bereidingszones van de
kookplaat
Nuttig voor het bedienen van de bereidingszones van de inductiekookplaat.
Draai de knop linksom om het vermogen van de plaat in te stellen tussen minimaal 1 en maximaal 9.
Het werkingsvermogen wordt op het display van de kookplaat aangegeven.
90
Page 9
Beschrijving
NL
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat wordt ingeschakeld:
• Wanneer de deur wordt geopend.
• Wanneer een functie wordt gekozen, met uitzondering van de functie .
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in werking tijdens de bereiding.
De ventilator produceert een regelmatige luchtstroom die aan de achterkant van het apparaat naar buiten stroomt. De ventilator blijft ook nadat het apparaat is uitgeschakeld nog korte tijd functionering.
2.5 Beschikbare accessoires
Bepaalde modellen zijn niet van alle accessoires voorzien.
Schraper
Nuttig voor de reiniging van de kookplaat.
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding.
Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
91
Page 10
Beschrijving
Ovenschaal
Nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van het voedsel op het rooster erboven.
Diepe ovenschaal
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van voedsel op het bovenstaande rooster, of om taarten, pizza's en gebak te bakken.
Draaispit
Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel dat uniform moet bereid worden.
De accessoires die met de levensmiddelen in aanraking komen, zijn gemaakt van materialen die overeenstemmen met de bepalingen van de toepasselijke wet.
Bij erkende servicecentra kunnen meegeleverde en optionele accessoires worden besteld. Gebruik uitsluitend de originele accessoires die voor de fabrikant worden geleverd.
92
Page 11
Gebruik
NL
3 Gebruik
3.1 Aanwijzingen
De temperatuur in de oven is hoog tijdens gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met behulp van ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de oven.
• Let op dat u de warmte-elementen in de oven niet aanraakt.
• Giet geen water rechtstreeks op hete schalen.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar buiten bereik van het werkende apparaat.
• Als u voedsel in de oven moet plaatsen of aan het einde van de bereiding, open de deur een aantal seconden lang 5 cm, laat de stoom ontsnappen en open de deur vervolgens helemaal.
• Oververhitte olies en vetten kunnen vlam vatten. Wees voorzichtig.
Hoge temperatuur in de bergruimte
Gevaar op verbranding
• De bergruimte niet openen als de oven functioneert en nog heet is.
• De voorwerpen in de bergruimte kunnen na het gebruik van de oven erg heet zijn.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
• Plaats geen potten of ovenschalen rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
• Gebruik de open deur niet als steun voor potten of schalen door deze te plaatsen op het binnenglas.
• Giet geen water rechtstreeks op hete schalen.
• Recipiënten en de vleesroosters moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden.
• Alle pannen moeten een effen en regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden.
• Gebruik geen pannen waarvan de bodem niet volkomen glad en vlak is.
• Vermijd dat harde en zware voorwerpen op de kookplaat kunnen vallen.
• In geval van barsten of scheuren, moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden, moet de stroomtoevoer uitgeschakeld worden en moet contact met de assistentie worden opgenomen.
• Gebruik de kookplaat niet als werk­en/of snijvlak.
93
Page 12
Gebruik
De temperatuur in de oven is hoog tijdens gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei niet met sprays in de nabijheid van het apparaat.
• Laat geen ontvlambaar materiaal in de nabijheid van de oven of in bergruimte achter.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden.
• Plaats geen dichte schotels of houders in de oven.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen en roosters uit te oven tijdens gebruik.
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventueel aanwezige beschermende folie aan de binnen- en buitenzijde van het apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve het plaatje met de technische gegevens) van de accessoires en uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van het apparaat (zie 4 Reiniging en onderhoud).
Ovenruimte
4. Verwarm de oven op de maximale temperatuur om eventuele productieresten te verwijderen.
Glaskeramische kookplaat
5. Positioneer een volle pan water op elke bereidingszone vooraan, en schakel het maximum vermogen minstens 30 minuten lang in.
6. Schakel na 30 minuten de bereidingszones vooraan uit, en herhaal de handeling op de bereidingszones achteraan en op de eventuele centrale bereidingszone.
7. Indien na de bovenstaande handelingen de knoppen nog niet correct werken, laat de kookplaten dan nog ingeschakeld tot het aanwezige vocht volledig verdampt is.
94
Page 13
Gebruik
NL
3.3 De accessoires gebruiken
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt.
De mechanische veiligheidsvergrendelingen die vermijden dat het rooster ongewenst kan worden verwijderd, moeten naar beneden en naar de achterkant van de oven zijn gedraaid.
Breng de roosters en ovenschalen voorzichtig helemaal in de oven aan.
Draaispit
1. Breng de meegeleverde 4 draagpotten aan in de 4 gaten in de hoeken van de diepe ovenschaal. Draai ze met behulp van een gereedschap (bijv. een schroevendraaier) op de ringen vast.
2. Breng de steunen van het draaispit aan in de draagpotten, zie de onderstaande afbeelding.
Maak de ovenschalen voor het eerste gebruik schoon om eventuele productieresten te verwijderen.
95
Page 14
Gebruik
3. Rijg het voedsel op de spies van het draaispit door gebruik te maken van de bijgeleverde vorken. De vorken kunnen bevestigd worden met de bevestigingsschroeven.
4. Plaats de spies van het draaispit op de steunen. Breng de punt van de spies helemaal aan in de zitting van het mechanisme op de linkersteun.
5. Breng de ovenschaal op het eerste vlak aan (zie „Algemene beschrijving”).
6. Breng de punt van de spies in de motor van het draaispit aan de rechterzijde van de oven aan.
Verricht deze handeling bij koude en uitgeschakelde oven.
96
7. Activeer het draaispit door de
functieknop op te draaien en met de temperatuurknop een
bereidingstemperatuur in te stellen.
Giet een beetje water in de ovenschaal zodat rookvorming wordt vermeden.
Page 15
Gebruik
NL
8. Verwijder de ovenschaal met het draaispit als de bereiding is voltooid.
9. Schroef het geleverde handvat vast om het draaispit eenvoudiger te kunnen hanteren.
3.4 De kookplaat gebruiken
Bij de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet zal automatisch een werkingstest worden uitgevoerd, en zullen alle controlelampjes enkele seconden oplichten.
Recipiënten die geschikt zijn voor inductiekoken
De pannen en potten die op de inductiekookplaat worden gebruikt, moeten van metaal zijn en over magnetische kenmerken en een voldoende grote bodem beschikken.
Geschikte recipiënten:
• Recipiënten van geëmailleerd staal met dikke bodem.
• Recipiënten van gietijzer met geëmailleerde bodem.
• Recipiënten van meerlagig roestvrij staal, roestvrij ferritisch staal en aluminium met speciale bodem.
Niet geschikte recipiënten:
• Recipiënten van koper, roestvrij staal, aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek en terracotta.
Schakel de hete platen na het gebruik uit door de specifieke knop op O te draaien. Vertrouw nooit uitsluitend het panherkenningssysteem.
De bedieningen en controle-inrichtingen van het apparaat zijn aangebracht op het voorpaneel. Naast elke knop wordt de bijhorende kookzone aangeduid.
Draai de knop rechtsom op het gewenste vermogen.
97
Page 16
Gebruik
Om na te gaan of een pot of pan geschikt is, volstaat het om een magneet tegen de onderkant te houden: als de magneet wordt aangetrokken is de pan of pot geschikt voor een inductiekookplaat. Als u niet over een magneet beschikt, kunt u in het recipiënt een kleine hoeveelheid water gieten, het op een bereidingszone plaatsen en de plaat inschakelen. Als op het display in
plaats van het vermogen het symbool verschijnt, is de pan niet geschikt.
Gebruik uitsluitend pannen met een perfect vlakke onderkant, die geschikt zijn voor inductiekookplaten. Het gebruik van pannen met een onregelmatige bodem kan er voor zorgen dat het systeem niet goed werkt of dat het systeem de pan niet herkent.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een bereidingszone staat of als de pan te klein is, wordt geen energie verzonden en
verschijnt het symbool op het display.
Als een geschikte pan op de bereidingszone staat, detecteert het herkenningssysteem de aanwezigheid van de pan en schakelt het systeem de plaat in op het ingestelde vermogen. Het zenden van energie wordt ook onderbroken wanneer de pan wordt verwijderd van de bereidingszone (op het display wordt het
symbool weergegeven).
Wanneer de panherkenningsfunctie geactiveerd wordt, ondanks de beperkte afmetingen van de pannen of de potten die zich op de bereidingszone bevinden, wordt enkel de noodzakelijke energie verzonden.
Limieten bij de herkenning van de pan: De minimum diameter van de onderkant van de pan wordt aangeduid door een interne omtrek op de bereidingszone. Pannen met een kleinere diameter worden misschien niet herkend, waardoor de inductiestroom niet wordt ingeschakeld.
98
Page 17
Gebruik
NL
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een automatisch systeem dat de werkingsduur beperkt.
De maximale werkingsduur van elke zone hangt af van het geselecteerde vermogensniveau als de instellingen van de bereidingszone niet worden gewijzigd.
Wanneer het mechanisme voor de beperking van de werkingsduur wordt geactiveerd, wordt de bereidingszone uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt het symbool weergegeven op het display.
Ingesteld
vermogensniveau
1 8
26
3 - 4 5
54
6 - 7 - 8 - 9 1 ½
Maximale
bereidingsduur in uren
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange periode op het maximale vermogen wordt gebruikt, kan de elektronica moeite hebben om af te koelen als de omgevingstemperatuur hoog is.
Het vermogen van de bereidingszone wordt automatisch verlaagd om te vermijden dat in de elektronica een te hoge temperatuur ontstaat.
Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan moet overeenkomen met de diameter van de bereidingszone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u controleren of de aangeduide diameter de bodem of de bovenkant van het recipiënt betreft, omdat deze laatste bijna altijd groter is dan de bodem.
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor lange bereidingstijden noodzakelijk zijn, kunt u tijd en energie besparen door gebruik te maken van een snelkookpan waardoor bovendien de vitamines die het voedsel bevat bewaard blijven.
• Controleer of de snelkookpan voldoende vloeistof bevat, omdat een oververhitting, die veroorzaakt wordt door gebrek aan vloeistof, de pan en de bereidingszone zou kunnen beschadigen.
• Bedek indien mogelijk de pannen steeds met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de hoeveelheid voedsel die klaargemaakt moet worden. Wanneer u een grote pan gebruikt die half leeg is, wordt energie verspild.
Als de bereidingszone en de oven tegelijk worden gebruikt, kan in bepaalde omstandigheden het maximale nuttige vermogen van uw elektrische installatie worden overschreden.
99
Page 18
Gebruik
Vermogensniveaus
Het vermogen van de bereidingszone kan op verschillende niveaus geregeld worden. In de tabel vindt u de relatieve aanduidingen betreffende de verschillende types van bereidingen.
Vermogens-
niveau
0 Positie OFF
1 - 2
3 - 4 Bereiding
Bereidingen van grote hoeveel-
5 - 6
7 - 8 Braden, fruiten met meel
9Braden
P *
* zie boosterfunctie
heden voedsel, het braden van
Geschikt voor:
Bereiding van beperkte
hoeveelheden voedsel
(minimaal vermogen)
grotere stukken
Braden / Aanbraden, bakken
(maximaal vermogen)
Restwarmte
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Let goed op voor kinderen omdat ze de aanduiding van de restwarmte niet goed kunnen zien. De bereidingszones blijven na gebruik voor een bepaalde periode zeer warm, ook al zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun handen niet verbranden.
Verwarmingsversneller
Elke bereidingszone is voorzien van een verwarmingsversneller die het maximale vermogen kan afgeven gedurende een tijd die proportioneel is aan het gekozen vermogen.
Met deze functie kan het geselecteerde vermogen zo snel mogelijk bereikt worden.
1. Draai de knop linksom op A en laat de knop los. Op het display wordt
weergegeven.
2. Selecteer binnen 3 seconden het gewenste verwarmingsvermogen (1 - 8). Het geselecteerde vermogen en het
symbool worden afwisselend weergegeven op het display.
Het vermogensniveau kan te allen tijde worden verhoogd. De periode “maximaal vermogen” wordt automatisch aangepast.
Het eerder geselecteerde vermogensniveau blijft behouden als de versnellingsperiode is verstreken.
Als het vermogen wordt beperkt, door de knop linksom te draaien, zal de verwarmingsversneller automatisch gedeactiveerd worden.
Als de bereidingszone na uitschakeling nog warm is, wordt het symbool op het
display weergegeven. Als de temperatuur 60°C of minder bedraagt, verdwijnt het symbool.
100
Page 19
Gebruik
NL
Boosterfunctie
Met de boosterfunctie kan de bereidingszone maximaal 5 minuten lang op het maximale vermogen geactiveerd worden. Met deze functie kan bijvoorbeeld een grote hoeveelheid water snel aan de kook gebracht worden, of vlees bereid worden.
• Draai de knop rechtsom twee seconden lang op P en laat de knop los.
Op het display wordt weergegeven. Na 5 minuten wordt de boosterfunctie
automatisch gedeactiveerd en gaat de bereiding door op vermogensniveau 9 (alleen in de zones 2 en 3).
De boosterfunctie heeft de prioriteit over de verwarmingsversneller.
Vermogensbeheer
Het apparaat is voorzien van een vermogensbeheermodule die het verbruik optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk ingestelde vermogensniveaus het toegelaten maximum overschrijden, beheert de elektronische kaart automatisch het vermogen van de kookplaten.
De module probeert het maximale leverbare vermogensniveau te behouden. Op het display worden de niveaus weergegeven die door het automatische beheer zijn ingesteld.
Een knipperend vermogensniveau duidt op automatische beperking door de vermogensbeheermodule.
De laatst ingestelde zone heeft prioriteit.
101
Page 20
Gebruik
Toetsblokkering
De toetsblokkering is een mechanisme waarmee het apparaat kan worden beschermd tegen toevallig of onjuist gebruik.
1. Draai beide knoppen van de linker kookzone samen linksom (positie A) terwijl alle kookzones uit zijn.
2. Houd de knoppen gedraaid tot op het display wordt weergegeven.
3. Laat de knoppen los.
Om de toetsblokkering te verwijderen, moeten de eerder beschreven handelingen uitgevoerd worden.
Als de knoppen langer dan 30 seconden in positie A gedraaid blijven, verschijnt op de displays
het foutbericht
Na een lange onderbreking van de energie zal de toetsblokkering gedeactiveerd worden. Activeer de functie, indien noodzakelijk, zoals eerder werd beschreven.
Foutcodes
Indien het display één van de volgende foutcodes , weergeeft, moet
contact worden opgenomen met de technische assistentie.
3.5 De bergruimte gebruiken
De bergruimte is aan de onderkant van het fornuis aangebracht. Open de bergruimte door de hendel naar u toe te trekken. U kunt de bergruimte gebruiken voor het opbergen van kookgerei of metalen voorwerpen die u voor het gebruik van het apparaat nodig heeft.
3.6 Het gebruik van de oven
Inschakelen van de oven
Om de oven in te schakelen:
1. Selecteer de gewenste bereidingsfunctie met de functieknop.
2. Selecteer de gewenste temperatuur met de temperatuurknop.
Controleer of op de klok van de programmeereenheid het symbool
van de bereidingsduur wordt weergegeven. De oven kan niet
worden ingeschakeld als dit niet het geval is.
Druk tegelijkertijd op de toetsen
en om de klok van de programmeereenheid te resetten.
102
Page 21
Gebruik
NL
Lijst van functies
Statisch
De warmte wordt gelijktijdig bovenaan en onderaan afgegeven, en maakt dit systeem geschikt voor het bereiden van speciale types van voedsel. De traditionele bereiding, die ook statisch wordt genoemd, is geschikt voor het klaarmaken van één gerecht per keer. Het is ideaal voor alle types van gebraden, brood en gevulde taarten, en het is vooral geschikt voor vet vlees zoals gans en eend.
Geventileerde onderwarmte
Met de combinatie van de ventilator en enkel de onderwarmte zal de bereiding sneller klaar zijn. Dit systeem wordt aanbevolen voor het steriliseren of voor het voltooien van voedsel dat reeds goed oppervlakkig gaar is, maar nog niet binnenin, en waarvoor dus een gematigde bovenwarmte nodig is. Ideaal voor elk type van voedsel.
In pyrolytische modellen zijn de speciale ontdooi- en rijsfuncties in deze functie samengebracht.
Grill + draaispit
Het draaispit werkt in combinatie met de centrale grillweerstand, zodat het voedsel een perfect goudbruine kleur krijgt.
Grill
Met de warmte die van het grill element komt kunnen uitstekende resultaten bereikt worden, zoals het roosteren van dun en iets dikker vlees, en in combinatie met het draaispit (waar voorzien) wordt aan het einde van de bereiding een uniforme goudbruine kleur verkregen. Ideaal voor worsten, ribbetjes en bacon. Met deze functie kan een grote hoeveelheid voedsel, en vooral vlees, uniform gegrild worden.
Geventileerde grill
De lucht geproduceerd door de ventilator verzacht de sterke warmtegolf van de grill, voor perfect uniform grillen van heel dik voedsel. Ideaal voor grote stukken vlees (bijv. varkensschenkel).
Statisch+ventilator
De werking van de ventilator, gecombineerd met de traditionele bereiding, verzekert ook voor ingewikkelde recepten homogene bereidingen. Ideaal voor koekjes en taarten, die ook gelijktijdig op meerdere niveaus bereid kunnen worden. (Voor bereidingen op meerdere niveaus raden we u aan
e
om het 2 gebruiken).
en het 4e niveau te
103
Page 22
Gebruik
Circulatie + ventilator
Met de combinatie van de ventilator en het luchtcirculatie element (ingebouwd in de ovenruimte) kan verschillend voedsel op meerdere vlakken bereid worden waarvoor dezelfde temperatuur en hetzelfde type van bereiding nodig is. De warmeluchtcirculatie verzekert een onmiddellijke en uniforme verdeling van de warmte. Het zal bijvoorbeeld mogelijk zijn om gelijktijdig (op meerdere vlakken) vis, groenten en koekjes klaar te maken, zonder dat de geur en de smaak gemengd zullen worden.
Eco
De combinatie van de grill en de onderwarmte wordt aanbevolen voor de bereiding op één vlak, met een laag energieverbruik. Ideaal voor de bereiding van vlees, vis en groenten. Niet geschikt voor desserts die moeten rijzen.
Vap or Cl ea n
Deze functie vergemakkelijkt het schoonmaken aan de hand van stoom afkomstig van een kleine hoeveelheid water in de daartoe voorziene houder op de bodem.
3.7 Kooktips
Algemeen advies
• Gebruik de geventileerde functie om een gelijkmatige bereiding te bekomen op verschillende niveaus.
• Het is niet mogelijk om de kooktijden te verkorten door de temperatuur te verhogen (het voedsel zou aan de buitenkant goed gebakken kunnen zijn, maar binnenin minder).
Advies voor het bereiden van vleesgerechten
• De kooktijden hangen af van de dikte en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
• Gebruik een vleesthermometer voor gebraad, of druk met een lepel op het gebraad. Als het gebraad stevig aanvoelt is het klaar, anders moet de bereiding nog een aantal minuten doorgaan.
Advies voor bereidingen met de grill en de geventileerde grill
• Het grillen van vlees kan zowel uitgevoerd worden bij koude als bij voorverwarmde oven, als het resultaat van de bereiding moet gewijzigd worden.
• Bij de functie van de geventileerde grill wordt daarentegen aanbevolen om de oven eerst voor te verwarmen.
• Er wordt aanbevolen om het voedsel in het midden van het rooster te plaatsen.
104
Page 23
Gebruik
NL
• In de grillfunctie is het aanbevolen om de temperatuurknop op de hoogste
waarde in te stellen (symbool ), voor een optimale bereiding.
• Het voedsel moet gekruid worden voordat het wordt bereid. Ook olie of vloeibare boter moet vóór de bereiding toegevoegd worden.
• Gebruik de ovenschaal op het eerste vlak onderaan om de vloeistoffen afkomstig van het grillen op te vangen.
Advies voor het bereiden van gebak en koekjes
• Gebruik bij voorkeur metalen en donkerkleurige bakvormen: deze helpen de warmte beter te absorberen.
• De temperatuur en de tijdsduur van de bereiding hangen af van de kwaliteit en de dikte van het deeg.
• U kunt nagaan of het gebak van binnen voldoende gebakken is door aan het einde van de bereiding een tandenstoker in het hoogste deel te prikken. Wanneer het deeg niet aan de tandenstoker blijft plakken, is het gebak klaar.
• Wanneer het gebak verslapt wanneer het uit de oven wordt gehaald, moet bij de volgende bereiding de temperatuur ongeveer 10ºC lager worden ingesteld, en moet eventueel een langere kooktijd geselecteerd worden.
• Tijdens het bereiden van gebak of groenten kan excessief condens op de ruit gevormd worden. Om dit te vermijden, opent u de deur enkele keren zeer voorzichtig tijdens de bereiding.
Advies voor het ontdooien en het rijzen
• Plaats het ingevroren voedsel zonder de verpakking in een recipiënt zonder deksel op het eerste niveau van de oven.
• Vermijd opeenstapeling van voedingsmiddelen.
• Om vlees te ontdooien kunt u een rooster gebruiken op het tweede niveau, en een ovenschaal op het eerste niveau. Op deze manier blijft het voedsel niet in contact met de vloeistof van de ontdooiing.
• De meest delicate delen kunnen bedekt worden met aluminiumfolie.
• Voor het rijzen wordt aanbevolen om onderin de oven een bakje met water te zetten.
Om energie te besparen
• Stop de bereiding enkele minuten voordat de normale kooktijd verstrijkt. De bereiding zal voortgezet worden door de warmte die zich in de oven heeft opgehoopt.
• Open de deur van de oven zo weinig mogelijk, zodat de warmte niet verloren gaat.
• Houd de binnenkant van het toestel constant rein.
105
Page 24
Gebruik
3.8 Klok programmeereenheid
1 Toets kookwekker 2 Toets bereidingsduur 3 Toets einde bereiding 4 Toets waarde lager
5 Toets waarde hoger
Controleer of op de klok van de programmeereenheid het symbool
van de bereidingsduur wordt weergegeven. De oven kan niet
worden ingeschakeld als dit niet het geval is.
Instelling van de tijd
De oven kan niet worden ingeschakeld als de tijd niet is ingesteld.
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking zullen de cijfers
zal op de display van het
apparaat knipperen.
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen en
. De stip tussen de uren en de
minuten knippert.
2. Met de toets of kan de tijd ingesteld worden. Houd de toets
ingedrukt om snel vooruit te gaan.
3. Druk ter bevestiging op de toets of wacht 5 seconden. De stip tussen de
uren en de minuten stopt met knipperen.
4. Het symbool op het display duidt aan dat het apparaat klaar is om de
bereiding te starten.
106
Druk tegelijkertijd op de toetsen
en om de klok van de programmeereenheid te resetten.
Page 25
Gebruik
NL
Bereiding met tijdinstelling
Met bereiding met tijdinstelling wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kunt beginnen, en deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen.
1. Selecteer bereidingsfunctie en ­temperatuur, en druk op de toets .
Het display zal de cijfers en
het symbool weergeven tussen de uren en de minuten.
2. Druk op de toetsen of gewenste minuten in te stellen.
3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op een toets te drukken om de functie te activeren. Op het display verschijnt de
actuele tijd samen met de symbolen
en .
4. Na de bereiding worden de verwarmingselementen gedeactiveerd.
Op het display wordt het symbool
uitgeschakeld, knippert het symbool en wordt een geluidssignaal
geactiveerd.
5. Om het geluidssignaal uit te schakelen, moet op eender welke toets van de klok van de programmeereenheid gedrukt worden.
6. Druk tegelijkertijd op de toetsen en
om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Het is niet mogelijk om een bereidingsduur van meer dan 10 uur in te stellen.
Wanneer u na de instelling de resterende tijd wilt weergeven,
moet u op de toets drukken.
Om de ingestelde programmering op nul te stellen, moet tegelijkertijd
op de toetsen en gedrukt worden, en moet de oven manueel
uitgeschakeld worden.
Geprogrammeerde bereiding
Met geprogrammeerde bereiding wordt de functie bedoeld waarmee u op een vooraf bepaalde tijd met de bereiding kan beginnen, om ze na een vooraf ingestelde periode te doen eindigen.
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschreven werd in de vorige paragraaf „Bereiding met tijdinstelling”.
2. Druk op de toets . Op het display verschijnt de som van de actuele tijd en
de eerder ingestelde bereidingsduur.
107
Page 26
Gebruik
3. Druk op de toetsen of gewenste minuten in te stellen.
4. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op een toets te drukken om de functie te activeren. Op het display verschijnt de
actuele tijd samen met de symbolen
en .
5. Na de bereiding worden de verwarmingselementen gedeactiveerd.
Op het display wordt het symbool
uitgeschakeld, knippert het symbool en wordt een geluidssignaal geactiveerd.
6. Om het geluidssignaal uit te schakelen, moet op eender welke toets van de klok van de programmeereenheid gedrukt worden.
7. Druk tegelijkertijd op de toetsen en
om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Wanneer u na de instelling de resterende tijd wilt weergeven,
moet u op de toets drukken.
Druk op de toets om het tijdstip waarop de bereiding moet
eindigen weer te geven.
Het annuleren van de ingestelde gegevens
Druk gelijktijdig op de toetsen en om de ingestelde programmeringen op nul
te stellen. Schakel de oven daarna manueel uit als
geen bereiding bezig is.
Kookwekker
De kookwekker onderbreekt de bereiding niet, maar waarschuwt de gebruiker wanneer de ingestelde minuten verstreken zijn.
De kookwekker kan op eender welk ogenblik geactiveerd worden.
1. Druk op de toets . Het display toont
de cijfers en de knipperende
controlelamp weergeven tussen de uren en de minuten.
2. Druk op de toetsen of gewenste minuten in te stellen.
3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder een toets in te drukken om de instelling van de kookwekker te beëindigen. Op het display verschijnt de actuele tijd
samen met de symbolen en .
Het is niet mogelijk om een bereidingsduur van meer dan 24 uur in te stellen.
Na de programmering van de kookwekker geeft het display de actuele tijd weer. Om de resterende tijd weer te geven,
moet op de toets gedrukt worden.
Regeling van het volume van het geluidssignaal
Het geluidssignaal heeft 3 verschillende toonhoogten. Druk wanneer het geluidssignaal wordt geproduceerd op de
toets om de instelling te wijzigen.
108
Page 27
NL
Kooktabel
Gebruik
Voedsel
Lasagne Pasta uit de oven
Kalfsgebraad Varkenslende Worstjes Rosbief Gebraden konijn Kalkoenborst
Gebraden
Gebraden kip
Varkenskoteletten Varkensribben Varkensspek Varkensfilet Runderfilet
Zalmforel Zeeduivel Tarbot
Gewicht
(Kg)
3 - 4 Statisch 1 220 - 230 45 - 50 3 - 4 Statisch 1 220 - 230 45 - 50
2 Turbo/Statisch+ventilator 2 180 - 190 90 - 100 2 Turbo/Statisch+ventilator 2 180 - 190 70 - 80
1,5 Geventileerde grill 4 MAX 15
1 Turbo/Statisch+ventilator 2 200 40 - 45
1,5 Circulatie 2 180 - 190 70 - 80
3 Turbo/Statisch+ventilator 2 180 - 190 110 - 120
2 - 3 Turbo/Statisch+ventilator 2 180 - 190 170 - 180
1,2 Turbo/Statisch+ventilator 2 180 - 190 65 - 70
1,5 Geventileerde grill 4 MAX 15 5 1,5 Geventileerde grill 4 MAX 10 10 0,7 Grill 5 MAX 7 8 1,5 Geventileerde grill 4 MAX 10 5
1 Grill 5 MAX 10 7
1,2 Turbo/Statisch+ventilator 2 150 - 160 35 - 40 1,5 Turbo/Statisch+ventilator 2 160 60 - 65 1,5 Turbo/Statisch+ventilator 2 160 45 - 50
Functie
Positie van de
geleider vanaf
onderaan
Temperatuur
(°C)
Tijd (minuten)
Zijde 1 Zijde 2
Pizza Brood Focaccia
Tulband/donut Confituurtaart Ricottataart Confituurtaartjes Paradijstaart Soezen/beignets Cake Rijstpudding Rijsttaart
1 Turbo/Statisch+ventilator 2 MAX 8 - 9 1 Circulatie 2 190 - 200 25 - 30 1 Turbo/Statisch+ventilator 2 180 - 190 20 - 25
1 Circulatie 2 160 55 - 60 1 Circulatie 2 160 35 - 40 1 Circulatie 2 160 - 170 55 - 60
1 Turbo/Circulatie 2 160 20 - 25 1,2 Circulatie 2 160 55 - 60 1,2 Turbo/Circulatie 2 180 80 - 90
1 Circulatie 2 150 - 160 55 - 60
1 Turbo/Circulatie 2 160 55 - 60 0,6 Circulatie 2 160 30 - 35
De tijden die aangeduid worden in de tabel zijn exclusief de voorverwarmingstijden, en zijn indicatief.
109
Page 28
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Aanwijzingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
• Mors tijdens het koken geen suiker of zoete mengsels op de kookplaat en leg er geen materialen of substanties op die kunnen smelten (plastic of aluminiumfolie). Schakel de desbetreffende bereidingszone onmiddellijk uit en maak de lauwwarme plaat met de meegeleverde schraper schoon als dit toch gebeurt.
4.2 Het apparaat reinigen
We raden het gebruik aan van de reinigingsmiddelen die door de fabrikant worden verkocht.
Advies voor de reiniging van de kookplaat
Om de oppervlakken in goede staat te houden, moeten ze na elk gebruik gereinigd worden. nadat de oven afgekoeld is.
Reiniging van de glaskeramische kookplaat
Eventuele lichtgekleurde strepen, veroorzaakt door pannen met een aluminium bodem, kunnen worden verwijderd met doek bevochtigd met azijn.
Als er na het gebruik van de kookplaat verbrande resten achterblijven, moeten deze worden verwijderd met de bijgeleverde schraper. Spoel met water en droog goed met een schone doek. Als de schraper constant wordt gebruikt, wordt het gebruik van chemische producten voor de dagelijkse reiniging van de plaat aanzienlijk beperkt.
Zandkorrels die eventueel op de kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen van sla of aardappelen zouden de plaat kunnen krassen wanneer de pannen verschoven worden.
Verwijder deze zandkorrels dus onmiddellijk van het oppervlak van de kookplaat.
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op de werking en de stabiliteit van het glas. Het betreft geen wijzigingen van het materiaal van de kookplaat, maar eenvoudige resten die niet verwijderd werden en die dus zijn verbrand.
Er kan een glanzend oppervlak gevormd worden door het schuiven van de bodems van de pannen, vooral indien ze van aluminium zijn, en indien niet geschikte reinigingsmiddelen gebruikt worden. Het is moeilijk om deze te verwijderen met behulp van gewone reinigingsproducten. Het kan zijn dat de reiniging meerdere keren herhaald moet worden. Het gebruik van bijtende reinigingsmiddelen, of de wrijving met de bodem van de pannen, kan de decoratie van de kookplaat mettertijd polijsten zodat dus donkere vlekken gevormd kunnen worden.
110
Page 29
Reiniging en onderhoud
NL
Wekelijkse reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks met een gewoon product voor de reiniging van glaskeramiek. Respecteer steeds de aanwijzingen van de producent. Het silicone dat aanwezig is in deze producten produceert een beschermend waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle vlekken blijven achter op dat laagje, en kunnen dus makkelijk verwijderd worden. Droog daarna het oppervlak met een reine doek. Let op dat geen resten van reinigingsmiddel achterblijven op de kookplaat, omdat ze een bijtende reactie zouden kunnen hebben wanneer de plaat verwarmd wordt, en dus de structuur zouden kunnen wijzigen.
Reiniging van de ovenruimte
Om de ovenruimte in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden.
Laat geen voedselresten in de ovenruimte opdrogen aangezien daardoor de lak beschadigd kan raken.
Verwijder de uitneembare delen alvorens de ovenruimte te reinigen.
Voor een gemakkelijke schoonmaak is het aanbevolen om het volgende te demonteren:
• De deur;
• De frames voor roosters/ovenschalen;
• De pakking.
4.3 De deur demonteren
Om de reiniging van de oven te vergemakkelijken, kunt u de ovendeur verwijderen en op een theedoek leggen.
Voor een correcte demontage moet als volgt gehandeld worden:
1. Open de deur volledig en breng de twee pinnen aan in de scharnieren, zie de afbeelding.
2. Pak de deur aan beide kanten met beide handen vast, til de deur met een hoek van ongeveer 30° omhoog en verwijder de deur.
Als specifieke reinigingsmiddelen gebruikt worden, beveelt men aan om de oven circa 15-20 minuten op de maximale temperatuur te laten werken om eventuele resten te elimineren.
111
Page 30
Reiniging en onderhoud
3. Om de deur te hermonteren moeten de scharnieren in de daarvoor bestemde openingen in de oven worden aangebracht, zodat de gleuven A helemaal in de openingen steunen. Breng de deur helemaal omlaag en verwijder de pinnen uit de openingen van de scharnier als de deur is aangebracht.
4.4 De ruit van de deur reinigen
Houd de ruit van de deur altijd zorgvuldig schoon. Gebruik absorberend keukenpapier. Verwijder hardnekkig vuil met een vochtige spons en een neutraal reinigingsmiddel.
4.5 De binnenruiten demonteren
Voor een gemakkelijke schoonmaak, kunnen de binnenruiten van de deur worden gedemonteerd.
1. Demonteer de binnenruit door de achterkant voorzichtig op te tillen volgens de beweging van de pijlen (1).
2. Trek de voorkant vervolgens omhoog (2). Op deze manier komen de 4 pinnen die aan het glas zijn bevestigd los van hun plaats in de ovendeur.
3. Op sommige modellen is een tussenruit aanwezig. Verwijder de tussenruit door ze naar de andere ruit toe op te heffen.
112
Page 31
Reiniging en onderhoud
NL
4. Maak de buitenruit schoon, evenals de voorheen verwijderde ruiten. Gebruik absorberend keukenpapier. Verwijder hardnekkig vuil met een vochtige spons en een neutraal reinigingsmiddel.
5. Plaats de ruiten weer door de verwijdering in omgekeerde volgorde uit te voeren.
6. Plaats de binnenruit. Breng de 4 pinnen aan op hun plaats in de ovendeur en druk voorzichtig aan.
Verwijdering van de geleiderframes voor de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen worden verwijderd, kan de reiniging van de zijden makkelijker uitgevoerd worden.
Om de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen te verwijderen:
• Trek het frame omhoog naar de binnenkant van de oven om deze uit de gleuf A te halen en schuif hem uit de zittingen B aan de achterkant.
• Herhaal na de reiniging de net beschreven handelingen om de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen weer aan te brengen.
113
Page 32
Reiniging en onderhoud
4.6 Vapor Clean
Vapor Clean is een reinigingsprocedure die de verwijdering van vuil vergemakkelijkt. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenkant van de oven zeer makkelijk te reinigen. De vuilresten worden verzacht door de warmte en door de waterdamp, zodat ze makkelijker kunnen verwijderd worden.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Verwijder voedselresten of grote vlekken van vorige bereidingen uit de oven.
• Voer deze reinigingsprocedure enkel uit als de oven afgekoeld is.
Voorbereiding
Voordat de reinigingscyclus Vapor Clean wordt gestart:
• Verwijder alle accessoires uit de oven.
• Giet ongeveer 40 cc water in de ovenschaal. Let op dat het water niet uit de insnijding komt.
• Sproei met een spray een oplossing van water en afwasmiddel op de binnenzijde van de oven. Sproei op de zijwanden, de bovenwand, het bodemvlak en de deflector.
114
• Sluit de deur.
Er wordt aanbevolen om maximaal 20 maal te sproeien.
Page 33
Reiniging en onderhoud
NL
Instelling van de reinigingscyclus Vapor Clean
1. Draai de functieknop op het symbool en draai de temperatuurknop op het
symbool .
2. Stel een bereidingsduur van 18 minuten in op de klok van de programmeereenheid.
Een enkele seconde na de laatste handeling met de toetsen van de klok, begint de Vapor Clean-reinigingscyclus.
3. Aan het einde van de Vapor Clean-cyclus zal de timer de verwarmingselementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en zullen de cijfers op het display van de klok- programmeereenheid gaan knipperen.
Einde van de reinigingscyclus Vapor Clean
4. Open de deur en verwijder het minst hardnekkige vuil met een microvezeldoek.
5. Gebruik een sponsje met messingdraden voor het hardnekkige vuil.
6. Voor vetresten kunt u een specifiek ovenreinigingsproduct gebruiken.
7. Verwijder het resterende water uit de oven.
Voor een betere hygiëne en om te vermijden dat het voedsel een onaangename geur krijgt, wordt aanbevolen om de oven te drogen door een geventileerde functie ongeveer 10 minuten in te schakelen op 160 °C.
4.7 Buitengewoon onderhoud
Demontage en hermontage van de pakking
De pakking demonteren:
• Haak de haken in de 4 hoeken en in het midden los en trek de pakking naar buiten.
De pakking hermonteren:
• Haak de haken in de 4 hoeken en in het midden van de pakking vast.
Advies voor het onderhoud van de pakking
De pakking moet elastisch en zacht zijn.
• Gebruik een niet-schurende spons en lauwwarm water om de pakking schoon te houden.
Draag rubberen handschoenen tijdens deze bewerkingen.
Het is aanbevolen om de deur te verwijderen om moeilijk bereikbare delen makkelijker schoon te maken.
115
Page 34
Reiniging en onderhoud
De interne lamp vervangen
Onderdelen onder spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Koppel het apparaat af.
In de ovenruimte is een 40W-lamp aangebracht.
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Verwijder de geleiderframes voor roosters/ovenschalen.
3. Demonteer het lampenkapje met gereedschap (bijv. schroevendraaier).
Zorg ervoor dat het email op de wanden van de ovenruimte geen krassen oplopen.
4. Trek de lamp naar buiten en demonteer hem.
Raak de halogeenlamp niet met uw vingers aan, maar wikkel er isolatiemateriaal omheen.
5. Breng de nieuwe lamp aan.
6. Hermonteer het deksel. Keer de geprofileerde binnenkant van het glas (A) naar de deur.
116
7. Druk het lampenkapje helemaal aan tot het perfect op de fitting past.
Page 35
Installatie
NL
5 Installatie
5.1 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat in het meubel samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens werking van het apparaat
Brandgevaar
• Fineerbewerkingen, kleefstoffen of plastic bekledingen van aangrenzende meubels moeten warmtebestendig zijn (minstens 90°C).
Algemene informatie
Het apparaat kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimum afstand van 50 mm van de zijkant van het apparaat, zoals wordt aangeduid in de afbeeldingen A en C betreffende de installatieklassen.
Keukenkasten die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op een afstand van minstens 750 mm bevinden. Bij gebruik van een afzuigkap boven de kookplaat dient de gebruiksaanwijzing van de afzuigkap te worden geraadpleegd om de correcte afstand te bepalen.
Dit apparaat behoort naargelang het installatietype tot de klasse:
A - Klasse 1
(Apparaat vrije installatie)
117
Page 36
B - Klasse 2 subklasse 1
(Apparaat vrije installatie)
Installatie
Plaatsing en nivellering
Zwaar apparaat
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Plaats eerst de voorste en daarna de achterste pootjes.
• Nadat de gas- en de elektrische aansluiting is uitgevoerd, moeten de vier bijgeleverde voetjes van het apparaat vastgedraaid worden.
118
Voor de stabiliteit is het absoluut noodzakelijk dat het apparaat correct op de ondergrond genivelleerd wordt.
• Schroef de pootjes aan de onderkant los of vast tot het apparaat stabiel staat en genivelleerd is.
C - Klasse 2 subklasse 1
(Apparaat vrije installatie)
Het apparaat moet volgens de van kracht zijnde normen geïnstalleerd worden door een gekwalificeerd technicus.
Page 37
Installatie
NL
Bevestiging aan de wand
Om omvallen van het apparaat te voorkomen, moeten de stabilisatoren worden geïnstalleerd.
1. Schroef het bevestigingsplaatje aan de achterkant van het apparaat aan de muur vast.
3. Assembleer de bevestigingsbeugel.
4. Lijn de onderkant van de haak van de bevestigingsbeugel uit met de onderkant van de rand van het bevestigingsplaatje aan de muur.
2. Regel de hoogte van de 4 pootjes.
119
Page 38
Installatie
5. Lijn de onderkant van de bevestigingsbeugel uit met de grond en draai de schroeven op de vastgestelde punten vast.
6. Houd tussen de zijkant van het apparaat en de gaten van de beugel 50 mm vrij.
7. Plaats de beugel op de muur en geef de punten aan waar gaten in de muur moeten worden geboord.
8. Boor de gaten. Zet de beugel met pluggen en schroeven aan de muur vast.
9. Duw het fornuis naar de muur en breng tegelijkertijd de beugel aan in het plaatje dat aan de achterkant van het apparaat is aangebracht.
120
Page 39
Installatie
NL
Montage van de plint
De bijgeleverde plint is een integrerend deel van het product. Ze moet op het apparaat bevestigd worden voordat het apparaat zelf wordt geïnstalleerd.
De plint moet steeds correct gepositioneerd en bevestigd worden op het apparaat.
1. Draai de 2 moeren B achter het vlak los.
2. Positioneer de plint zodanig boven het vlak dat de pinnen C overeenkomen met de openingen D.
3. Bevestig de plint op het vlak door de schroeven A vast te draaien.
5.2 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel.
• Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
• De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Verwijder de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te trekken.
• Gebruik kabels die een temperatuur van minstens 90°C kunnen verdragen.
• Zet de aansluitklem van de voedingskabel vast met een aandraaimoment van 1,5 - 2 Nm.
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met de gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje met de technische gegevens, het serienummer en de markering is zichtbaar op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden. Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
121
Page 40
Installatie
Het apparaat kan op de volgende manieren functioneren:
220-240 V 1N~
Met een driepolige kabel 3 x 6 mm².
380-415 V 2N~
Met een vierpolige kabel 4 x 4mm².
380-415 V 3N~
Met een vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
De bovenstaande waarden verwijzen naar de doorsnede van de interne conductor.
De genoemde voedingskabels hebben afmetingen die rekening houden met de gelijktijdigheidsfactor (conform de norm EN 60335-2-6).
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor de voeding, overeenkomstig de installatienormen.
De onderbreking moet gemakkelijk bereikbaar zijn, in de nabijheid van het apparaat.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand zouden kunnen veroorzaken.
5.3 Voor de installateur
• Na voltooiing van de installatie moet de stekker bereikbaar blijven. De voedingskabel niet afknellen of verbuigen.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd volgens de installatieschema’s.
• Probeer de elleboog met schroefdraad van de verstuiver niet de verbuigen of kapot te draaien. Daardoor kan dit deel van het apparaat beschadigd raken en gaat de fabrieksgarantie verloren.
• Neem contact op met het erkende servicecentrum bij u in de buurt als het apparaat niet correct werkt nadat alle controles zijn verricht.
• Toon de gebruiker de juiste gebruikswijze als het apparaat naar behoren is geïnstalleerd.
122
Loading...