We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
83
Page 2
Aanwijzingen
1 Aanwijzingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm
tijdens het gebruik.
• Raak geen verwarmde delen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring of
kennis is alleen toegestaan onder
toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid.
• Plaats geen metalen voorwerpen
zoals messen, vorken, lepels of
deksels op het apparaat tijdens
gebruik ervan.
• Schakel het apparaat uit na
gebruik ervan.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: Schakel het
apparaat uit en bedek de vlam
met een deksel of een
brandwerende deken.
• Laat het apparaat nooit reinigen
door kinderen die niet onder
toezicht staan.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
bevoegd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van bevoegd
personeel.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging van
de kabel zal zorgen.
• Spuit geen aerosol in de buurt
van het werkende apparaat.
• Dit apparaat mag niet worden geïnstalleerd in boten of
caravans.
• Gebruik of bewaar geen
ontvlambare materialen in de
nabijheid van het apparaat.
84
Page 3
Aanwijzingen
NL
Gevaar voor schade aan het
apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Roosters en ovenschalen moeten
in de zijgeleiders worden
geplaatst tot aan het eindpunt. De
mechanische
veiligheidsvergrendelingen die
vermijden dat het rooster
ongewenst kan worden
verwijderd, moeten naar
beneden en naar de achterkant
van de oven zijn gedraaid.
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie
en de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen
waarbij vetten en oliën kunnen
vrijkomen.
• Laat geen voorwerpen achter op
de kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om
de ruimte te verwarmen.
• Verwijder voedselresten of grote
vlekken van vorige bereidingen uit
de oven.
• Als barsten of scheuren
opgemerkt worden, of als het
oppervlak van de glaskeramische
plaat breekt, moet het apparaat
onmiddellijk uitgeschakeld
worden. Schakel de voeding uit
en neem contact op met de
Technische Dienst.
• Personen met een pacemaker of
een gelijkaardig apparaat
moeten zich ervan vergewissen
dat de werking van deze
apparaten niet wordt beïnvloed
door het inductieveld, waarvan
het frequentiebereik tussen 20 en
50 kHz ligt.
• Conform de voorschriften inzake
elektromagnetische compatibiliteit
valt de elektromagnetisch
inductiekookplaat onder groep 2
en klasse B (EN 55011).
Voor dit apparaat
• Voor u de lamp vervangt, schakel de
voeding van het apparaat uit.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen in
de deur vastzitten.
1.2 Identificatieplaatje
• Het identificatieplaatje bevat de
technische gegevens, het serienummer
en de markering. Het plaatje mag in
geen geval worden verwijderd.
85
Page 4
Aanwijzingen
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade aan personen en
voorwerpen tengevolge:
• Een ander gebruik van het apparaat dan
wordt voorzien;
• De niet-inachtneming van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• Het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• Het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een huisgezin.
Elk ander gebruik is oneigenlijk.
• Gebruik van dit apparaat door kinderen
vanaf 8 jaar, personen met beperkte
fysieke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten of met een gebrek aan
ervaring of kennis is alleen toegestaan
onder toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk zijn
voor hun veiligheid.
• Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe timers of
systemen voor afstandsbediening.
1.5 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een
integrerend deel van het apparaat en moet
gedurende de volledige levensduur intact
en op een voor de gebruiker makkelijk
bereikbare plaats worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig
vóór installatie.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet op het einde
van zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/
108/EG). Het product bevat geen delen
die als gevaarlijk voor de gezondheid en
het milieu worden beschouwd, conform de
actuele Europese Richtlijnen.
Verwerking van het apparaat:
• Verwijder de elektrische kabel en de
stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Koppel het apparaat af.
• Ken de apparatuur op het einde van de
gebruiksduur toe aan geschikte centra
voor de recycling van elektrisch en
elektronisch afval, of overhandigen aan
de verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebaar
materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar
geschikte centra voor de recycling.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
86
Page 5
Aanwijzingen
NL
1.7 De gebruikershandleiding
raadplegen
In deze gebruikershandleiding worden de
volgende symbolen gebruikt:
Aanwijzingen
Algemeen informatie over de
handleiding, de veiligheid en de
verwijdering.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over de reiniging en het
onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor de gekwalificeerde
technicus: Installatie, werking en
inspectie.
* De waarden zijn slechts een benadering en kunnen variëren naargelang de gebruikte pan of
verrichte instellingen.
Voordelen van inductiekoken
• Energiebesparing, dankzij de
rechtstreekse overdracht van energie
Het apparaat is voorzien van een
inductiegenerator voor elke
bereidingszone. Elke generator
onder het glaskeramische
oppervlak heeft een
elektromagnetisch veld dat een
thermische stroom veroorzaakt op
de onderkant van de pan. De
warmte wordt niet aan de
bereidingszone overgedragen,
maar wordt direct door de
inductieve stromen in het recipiënt
gecreëerd.
naar de pan (u moet daarvoor bestemde
pannen in magnetiseerbaar materiaal
gebruiken) in vergelijking met het
traditioneel elektrisch koken.
• Grotere veiligheid dankzij de zending
van energie naar enkel het recipiënt dat
op de kookplaat geplaatst is.
• Hoog rendement bij de zending van
energie van de bereidingszone met
inductie naar de basis van de pan.
• Snelle verwarming.
• Kleinere kans op brandwonden, omdat
het kookoppervlak enkel wordt
verwarmd door de onderkant van de
pan; overgekookt voedsel bakt niet aan.
89
Page 8
2.3 Bedieningspaneel
Beschrijving
1 Klok programmeereenheid
Voor de weergave van de actuele tijd, het
instellen van de geprogrammeerde
bereidingen en de kookwekker.
2 Temperatuurknop
Met deze knop kunt u de
bereidingstemperatuur kiezen.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
waarde tussen de laagste en de hoogste
stand.
3 Controlelampje
Het controlelampje gaat branden om aan
te geven dat de oven wordt opgewarmd.
Het gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur is bereikt. Het knippert
regelmatig om aan te geven dat de
ingestelde temperatuur binnen de oven
behouden blijft.
4 Functieknop
De diverse functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Kies de gewenste functie
en stel de temperatuur in met de
temperatuurknop.
5 Knoppen bereidingszones van de
kookplaat
Nuttig voor het bedienen van de
bereidingszones van de inductiekookplaat.
Draai de knop linksom om het vermogen
van de plaat in te stellen tussen minimaal 1
en maximaal 9.
Het werkingsvermogen wordt op het
display van de kookplaat aangegeven.
90
Page 9
Beschrijving
NL
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld:
• Wanneer de deur wordt geopend.
• Wanneer een functie wordt gekozen,
met uitzondering van de functie .
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in
werking tijdens de bereiding.
De ventilator produceert een regelmatige
luchtstroom die aan de achterkant van het
apparaat naar buiten stroomt. De ventilator
blijft ook nadat het apparaat is
uitgeschakeld nog korte tijd functionering.
2.5 Beschikbare accessoires
Bepaalde modellen zijn niet van
alle accessoires voorzien.
Schraper
Nuttig voor de reiniging van de kookplaat.
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmte-afvoer niet verstopt raken.
91
Page 10
Beschrijving
Ovenschaal
Nuttig voor het opvangen van vet dat
afkomstig is van het voedsel op het rooster
erboven.
Diepe ovenschaal
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van
voedsel op het bovenstaande rooster, of
om taarten, pizza's en gebak te bakken.
Draaispit
Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel
dat uniform moet bereid worden.
De accessoires die met de
levensmiddelen in aanraking
komen, zijn gemaakt van
materialen die overeenstemmen
met de bepalingen van de
toepasselijke wet.
Bij erkende servicecentra kunnen
meegeleverde en optionele
accessoires worden besteld.
Gebruik uitsluitend de originele
accessoires die voor de fabrikant
worden geleverd.
92
Page 11
Gebruik
NL
3 Gebruik
3.1 Aanwijzingen
De temperatuur in de oven is
hoog tijdens gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met behulp van
ovenwanten bij het hanteren van
voedsel in de oven.
• Let op dat u de warmte-elementen in de
oven niet aanraakt.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
schalen.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar buiten
bereik van het werkende apparaat.
• Als u voedsel in de oven moet plaatsen
of aan het einde van de bereiding, open
de deur een aantal seconden lang 5
cm, laat de stoom ontsnappen en open
de deur vervolgens helemaal.
• Oververhitte olies en vetten kunnen vlam
vatten. Wees voorzichtig.
Hoge temperatuur in de
bergruimte
Gevaar op verbranding
• De bergruimte niet openen als de oven
functioneert en nog heet is.
• De voorwerpen in de bergruimte kunnen
na het gebruik van de oven erg heet zijn.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er
voor zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de oven er niet door
wordt verhinderd.
• Plaats geen potten of ovenschalen
rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
• Gebruik de open deur niet als steun
voor potten of schalen door deze te
plaatsen op het binnenglas.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
schalen.
• Recipiënten en de vleesroosters moeten
binnen de omtrek van de kookplaat
geplaatst worden.
• Alle pannen moeten een effen en
regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken
moet de vloeistof onmiddellijk van de
kookplaat verwijderd worden.
• Gebruik geen pannen waarvan de
bodem niet volkomen glad en vlak is.
• Vermijd dat harde en zware
voorwerpen op de kookplaat kunnen
vallen.
• In geval van barsten of scheuren, moet
het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld
worden, moet de stroomtoevoer
uitgeschakeld worden en moet contact
met de assistentie worden opgenomen.
• Gebruik de kookplaat niet als werken/of snijvlak.
93
Page 12
Gebruik
De temperatuur in de oven is
hoog tijdens gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei niet met sprays in de nabijheid
van het apparaat.
• Laat geen ontvlambaar materiaal in de
nabijheid van de oven of in bergruimte
achter.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic
houders om voedsel te bereiden.
• Plaats geen dichte schotels of houders in
de oven.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waar vetten
en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen
en roosters uit te oven tijdens gebruik.
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventueel aanwezige
beschermende folie aan de binnen- en
buitenzijde van het apparaat en de
accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires en uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
Ovenruimte
4. Verwarm de oven op de maximale
temperatuur om eventuele
productieresten te verwijderen.
Glaskeramische kookplaat
5. Positioneer een volle pan water op elke
bereidingszone vooraan, en schakel het
maximum vermogen minstens 30 minuten
lang in.
6. Schakel na 30 minuten de
bereidingszones vooraan uit, en herhaal
de handeling op de bereidingszones
achteraan en op de eventuele centrale
bereidingszone.
7. Indien na de bovenstaande handelingen
de knoppen nog niet correct werken,
laat de kookplaten dan nog
ingeschakeld tot het aanwezige vocht
volledig verdampt is.
94
Page 13
Gebruik
NL
3.3 De accessoires gebruiken
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de
zijgeleiders worden geplaatst tot aan het
eindpunt.
De mechanische
veiligheidsvergrendelingen die vermijden
dat het rooster ongewenst kan worden
verwijderd, moeten naar beneden en naar
de achterkant van de oven zijn gedraaid.
Breng de roosters en ovenschalen
voorzichtig helemaal in de oven
aan.
Draaispit
1. Breng de meegeleverde 4 draagpotten
aan in de 4 gaten in de hoeken van de
diepe ovenschaal. Draai ze met behulp
van een gereedschap (bijv. een
schroevendraaier) op de ringen vast.
2. Breng de steunen van het draaispit aan
in de draagpotten, zie de onderstaande
afbeelding.
Maak de ovenschalen voor het
eerste gebruik schoon om
eventuele productieresten te
verwijderen.
95
Page 14
Gebruik
3. Rijg het voedsel op de spies van het
draaispit door gebruik te maken van de
bijgeleverde vorken. De vorken kunnen
bevestigd worden met de
bevestigingsschroeven.
4. Plaats de spies van het draaispit op de
steunen. Breng de punt van de spies
helemaal aan in de zitting van het
mechanisme op de linkersteun.
5. Breng de ovenschaal op het eerste vlak
aan (zie „Algemene beschrijving”).
6. Breng de punt van de spies in de motor
van het draaispit aan de rechterzijde van
de oven aan.
Verricht deze handeling bij koude
en uitgeschakelde oven.
96
7. Activeer het draaispit door de
functieknop op te draaien en met de
temperatuurknop een
bereidingstemperatuur in te stellen.
Giet een beetje water in de
ovenschaal zodat rookvorming
wordt vermeden.
Page 15
Gebruik
NL
8. Verwijder de ovenschaal met het
draaispit als de bereiding is voltooid.
9. Schroef het geleverde handvat vast om
het draaispit eenvoudiger te kunnen
hanteren.
3.4 De kookplaat gebruiken
Bij de eerste aansluiting op het
elektriciteitsnet zal automatisch een
werkingstest worden uitgevoerd,
en zullen alle controlelampjes
enkele seconden oplichten.
Recipiënten die geschikt zijn voor
inductiekoken
De pannen en potten die op de
inductiekookplaat worden gebruikt, moeten
van metaal zijn en over magnetische
kenmerken en een voldoende grote bodem
beschikken.
Geschikte recipiënten:
• Recipiënten van geëmailleerd staal met
dikke bodem.
• Recipiënten van gietijzer met
geëmailleerde bodem.
• Recipiënten van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte recipiënten:
• Recipiënten van koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek
en terracotta.
Schakel de hete platen na het
gebruik uit door de specifieke
knop op O te draaien. Vertrouw
nooit uitsluitend het
panherkenningssysteem.
De bedieningen en controle-inrichtingen
van het apparaat zijn aangebracht op het
voorpaneel. Naast elke knop wordt de
bijhorende kookzone aangeduid.
Draai de knop rechtsom op het gewenste
vermogen.
97
Page 16
Gebruik
Om na te gaan of een pot of pan geschikt
is, volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan of pot geschikt
voor een inductiekookplaat. Als u niet over
een magneet beschikt, kunt u in het recipiënt
een kleine hoeveelheid water gieten, het
op een bereidingszone plaatsen en de
plaat inschakelen. Als op het display in
plaats van het vermogen het symbool
verschijnt, is de pan niet geschikt.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een
bereidingszone staat of als de pan te klein
is, wordt geen energie verzonden en
verschijnt het symbool op het display.
Als een geschikte pan op de
bereidingszone staat, detecteert het
herkenningssysteem de aanwezigheid van
de pan en schakelt het systeem de plaat in
op het ingestelde vermogen. Het zenden
van energie wordt ook onderbroken
wanneer de pan wordt verwijderd van de
bereidingszone (op het display wordt het
symbool weergegeven).
Wanneer de panherkenningsfunctie
geactiveerd wordt, ondanks de beperkte
afmetingen van de pannen of de potten die
zich op de bereidingszone bevinden,
wordt enkel de noodzakelijke energie
verzonden.
Limieten bij de herkenning van de pan: De
minimum diameter van de onderkant van de
pan wordt aangeduid door een interne
omtrek op de bereidingszone. Pannen met
een kleinere diameter worden misschien
niet herkend, waardoor de inductiestroom
niet wordt ingeschakeld.
98
Page 17
Gebruik
NL
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een
automatisch systeem dat de werkingsduur
beperkt.
De maximale werkingsduur van elke zone
hangt af van het geselecteerde
vermogensniveau als de instellingen van de
bereidingszone niet worden gewijzigd.
Wanneer het mechanisme voor de
beperking van de werkingsduur wordt
geactiveerd, wordt de bereidingszone
uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt het symbool
weergegeven op het display.
Ingesteld
vermogensniveau
1 8
26
3 - 45
54
6 - 7 - 8 - 91 ½
Maximale
bereidingsduur in uren
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange
periode op het maximale vermogen wordt
gebruikt, kan de elektronica moeite hebben
om af te koelen als de
omgevingstemperatuur hoog is.
Het vermogen van de bereidingszone
wordt automatisch verlaagd om te
vermijden dat in de elektronica een te hoge
temperatuur ontstaat.
Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan
moet overeenkomen met de diameter
van de bereidingszone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u
controleren of de aangeduide diameter
de bodem of de bovenkant van het
recipiënt betreft, omdat deze laatste
bijna altijd groter is dan de bodem.
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor
lange bereidingstijden noodzakelijk zijn,
kunt u tijd en energie besparen door
gebruik te maken van een snelkookpan
waardoor bovendien de vitamines die
het voedsel bevat bewaard blijven.
• Controleer of de snelkookpan
voldoende vloeistof bevat, omdat een
oververhitting, die veroorzaakt wordt
door gebrek aan vloeistof, de pan en de
bereidingszone zou kunnen
beschadigen.
• Bedek indien mogelijk de pannen steeds
met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die klaargemaakt
moet worden. Wanneer u een grote pan
gebruikt die half leeg is, wordt energie
verspild.
Als de bereidingszone en de oven
tegelijk worden gebruikt, kan in
bepaalde omstandigheden het
maximale nuttige vermogen van
uw elektrische installatie worden
overschreden.
99
Page 18
Gebruik
Vermogensniveaus
Het vermogen van de bereidingszone kan
op verschillende niveaus geregeld worden.
In de tabel vindt u de relatieve
aanduidingen betreffende de verschillende
types van bereidingen.
Vermogens-
niveau
0Positie OFF
1 - 2
3 - 4Bereiding
Bereidingen van grote hoeveel-
5 - 6
7 - 8Braden, fruiten met meel
9Braden
P *
* zie boosterfunctie
heden voedsel, het braden van
Geschikt voor:
Bereiding van beperkte
hoeveelheden voedsel
(minimaal vermogen)
grotere stukken
Braden / Aanbraden, bakken
(maximaal vermogen)
Restwarmte
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Let goed op voor kinderen omdat ze de
aanduiding van de restwarmte niet
goed kunnen zien. De bereidingszones
blijven na gebruik voor een bepaalde
periode zeer warm, ook al zijn ze
uitgeschakeld. Houd kinderen dus uit de
buurt, zodat ze hun handen niet
verbranden.
Verwarmingsversneller
Elke bereidingszone is voorzien
van een verwarmingsversneller die
het maximale vermogen kan
afgeven gedurende een tijd die
proportioneel is aan het gekozen
vermogen.
Met deze functie kan het geselecteerde
vermogen zo snel mogelijk bereikt worden.
1. Draai de knop linksom op A en laat de
knop los. Op het display wordt
weergegeven.
2. Selecteer binnen 3 seconden het
gewenste verwarmingsvermogen (1 - 8).
Het geselecteerde vermogen en het
symbool worden afwisselend
weergegeven op het display.
Het vermogensniveau kan te allen tijde
worden verhoogd. De periode “maximaal
vermogen” wordt automatisch aangepast.
Het eerder geselecteerde
vermogensniveau blijft behouden als de
versnellingsperiode is verstreken.
Als het vermogen wordt beperkt,
door de knop linksom te draaien,
zal de verwarmingsversneller
automatisch gedeactiveerd
worden.
Als de bereidingszone na uitschakeling nog
warm is, wordt het symbool op het
display weergegeven. Als de temperatuur
60°C of minder bedraagt, verdwijnt het
symbool.
100
Page 19
Gebruik
NL
Boosterfunctie
Met de boosterfunctie kan de
bereidingszone maximaal 5
minuten lang op het maximale
vermogen geactiveerd worden.
Met deze functie kan bijvoorbeeld
een grote hoeveelheid water snel
aan de kook gebracht worden, of
vlees bereid worden.
• Draai de knop rechtsom twee seconden
lang op P en laat de knop los.
Op het display wordt weergegeven.
Na 5 minuten wordt de boosterfunctie
automatisch gedeactiveerd en gaat de
bereiding door op vermogensniveau 9
(alleen in de zones 2 en 3).
De boosterfunctie heeft de prioriteit
over de verwarmingsversneller.
Vermogensbeheer
Het apparaat is voorzien van een
vermogensbeheermodule die het verbruik
optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk
ingestelde vermogensniveaus het
toegelaten maximum overschrijden, beheert
de elektronische kaart automatisch het
vermogen van de kookplaten.
De module probeert het maximale
leverbare vermogensniveau te behouden.
Op het display worden de niveaus
weergegeven die door het automatische
beheer zijn ingesteld.
Een knipperend vermogensniveau duidt op
automatische beperking door de
vermogensbeheermodule.
De laatst ingestelde zone heeft
prioriteit.
101
Page 20
Gebruik
Toetsblokkering
De toetsblokkering is een
mechanisme waarmee het
apparaat kan worden beschermd
tegen toevallig of onjuist gebruik.
1. Draai beide knoppen van de linker
kookzone samen linksom (positie A)
terwijl alle kookzones uit zijn.
2. Houd de knoppen gedraaid tot op
het display wordt weergegeven.
3. Laat de knoppen los.
Om de toetsblokkering te verwijderen,
moeten de eerder beschreven handelingen
uitgevoerd worden.
Als de knoppen langer dan 30
seconden in positie A gedraaid
blijven, verschijnt op de displays
het foutbericht
Na een lange onderbreking van
de energie zal de toetsblokkering
gedeactiveerd worden. Activeer
de functie, indien noodzakelijk,
zoals eerder werd beschreven.
Foutcodes
Indien het display één van de volgende
foutcodes , weergeeft, moet
contact worden opgenomen met de
technische assistentie.
3.5 De bergruimte gebruiken
De bergruimte is aan de onderkant van het
fornuis aangebracht. Open de bergruimte
door de hendel naar u toe te trekken. U
kunt de bergruimte gebruiken voor het
opbergen van kookgerei of metalen
voorwerpen die u voor het gebruik van het
apparaat nodig heeft.
3.6 Het gebruik van de oven
Inschakelen van de oven
Om de oven in te schakelen:
1. Selecteer de gewenste bereidingsfunctie
met de functieknop.
2. Selecteer de gewenste temperatuur met
de temperatuurknop.
Controleer of op de klok van de
programmeereenheid het symbool
van de bereidingsduur wordt
weergegeven. De oven kan niet
worden ingeschakeld als dit niet
het geval is.
Druk tegelijkertijd op de toetsen
en om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
102
Page 21
Gebruik
NL
Lijst van functies
Statisch
De warmte wordt gelijktijdig
bovenaan en onderaan afgegeven,
en maakt dit systeem geschikt voor
het bereiden van speciale types van
voedsel. De traditionele bereiding,
die ook statisch wordt genoemd, is
geschikt voor het klaarmaken van
één gerecht per keer. Het is ideaal
voor alle types van gebraden,
brood en gevulde taarten, en het is
vooral geschikt voor vet vlees zoals
gans en eend.
Geventileerde onderwarmte
Met de combinatie van de
ventilator en enkel de onderwarmte
zal de bereiding sneller klaar zijn.
Dit systeem wordt aanbevolen voor
het steriliseren of voor het voltooien
van voedsel dat reeds goed
oppervlakkig gaar is, maar nog niet
binnenin, en waarvoor dus een
gematigde bovenwarmte nodig is.
Ideaal voor elk type van voedsel.
In pyrolytische modellen zijn de
speciale ontdooi- en rijsfuncties in
deze functie samengebracht.
Grill + draaispit
Het draaispit werkt in combinatie
met de centrale grillweerstand,
zodat het voedsel een perfect
goudbruine kleur krijgt.
Grill
Met de warmte die van het grill
element komt kunnen uitstekende
resultaten bereikt worden, zoals het
roosteren van dun en iets dikker
vlees, en in combinatie met het
draaispit (waar voorzien) wordt
aan het einde van de bereiding een
uniforme goudbruine kleur
verkregen. Ideaal voor worsten,
ribbetjes en bacon. Met deze
functie kan een grote hoeveelheid
voedsel, en vooral vlees, uniform
gegrild worden.
Geventileerde grill
De lucht geproduceerd door de
ventilator verzacht de sterke
warmtegolf van de grill, voor
perfect uniform grillen van heel dik
voedsel. Ideaal voor grote stukken
vlees (bijv. varkensschenkel).
Statisch+ventilator
De werking van de ventilator,
gecombineerd met de traditionele
bereiding, verzekert ook voor
ingewikkelde recepten homogene
bereidingen. Ideaal voor koekjes en
taarten, die ook gelijktijdig op
meerdere niveaus bereid kunnen
worden. (Voor bereidingen op
meerdere niveaus raden we u aan
e
om het 2
gebruiken).
en het 4e niveau te
103
Page 22
Gebruik
Circulatie + ventilator
Met de combinatie van de
ventilator en het luchtcirculatie
element (ingebouwd in de
ovenruimte) kan verschillend
voedsel op meerdere vlakken
bereid worden waarvoor dezelfde
temperatuur en hetzelfde type van
bereiding nodig is. De
warmeluchtcirculatie verzekert een
onmiddellijke en uniforme verdeling
van de warmte. Het zal
bijvoorbeeld mogelijk zijn om
gelijktijdig (op meerdere vlakken)
vis, groenten en koekjes klaar te
maken, zonder dat de geur en de
smaak gemengd zullen worden.
Eco
De combinatie van de grill en de
onderwarmte wordt aanbevolen
voor de bereiding op één vlak, met
een laag energieverbruik. Ideaal
voor de bereiding van vlees, vis en
groenten. Niet geschikt voor
desserts die moeten rijzen.
Vap or Cl ea n
Deze functie vergemakkelijkt het
schoonmaken aan de hand van
stoom afkomstig van een kleine
hoeveelheid water in de daartoe
voorziene houder op de bodem.
3.7 Kooktips
Algemeen advies
• Gebruik de geventileerde functie om
een gelijkmatige bereiding te bekomen
op verschillende niveaus.
• Het is niet mogelijk om de kooktijden te
verkorten door de temperatuur te
verhogen (het voedsel zou aan de
buitenkant goed gebakken kunnen zijn,
maar binnenin minder).
Advies voor het bereiden van
vleesgerechten
• De kooktijden hangen af van de dikte en
van de kwaliteit van het voedsel, en van
de smaak van de consument.
• Gebruik een vleesthermometer voor
gebraad, of druk met een lepel op het
gebraad. Als het gebraad stevig
aanvoelt is het klaar, anders moet de
bereiding nog een aantal minuten
doorgaan.
Advies voor bereidingen met de grill en
de geventileerde grill
• Het grillen van vlees kan zowel
uitgevoerd worden bij koude als bij
voorverwarmde oven, als het resultaat
van de bereiding moet gewijzigd
worden.
• Bij de functie van de geventileerde grill
wordt daarentegen aanbevolen om de
oven eerst voor te verwarmen.
• Er wordt aanbevolen om het voedsel in
het midden van het rooster te plaatsen.
104
Page 23
Gebruik
NL
• In de grillfunctie is het aanbevolen om
de temperatuurknop op de hoogste
waarde in te stellen (symbool ), voor
een optimale bereiding.
• Het voedsel moet gekruid worden
voordat het wordt bereid. Ook olie of
vloeibare boter moet vóór de bereiding
toegevoegd worden.
• Gebruik de ovenschaal op het eerste
vlak onderaan om de vloeistoffen
afkomstig van het grillen op te vangen.
Advies voor het bereiden van gebak en
koekjes
• Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen: deze helpen
de warmte beter te absorberen.
• De temperatuur en de tijdsduur van de
bereiding hangen af van de kwaliteit en
de dikte van het deeg.
• U kunt nagaan of het gebak van binnen
voldoende gebakken is door aan het
einde van de bereiding een
tandenstoker in het hoogste deel te
prikken. Wanneer het deeg niet aan de
tandenstoker blijft plakken, is het gebak
klaar.
• Wanneer het gebak verslapt wanneer
het uit de oven wordt gehaald, moet bij
de volgende bereiding de temperatuur
ongeveer 10ºC lager worden ingesteld,
en moet eventueel een langere kooktijd
geselecteerd worden.
• Tijdens het bereiden van gebak of
groenten kan excessief condens op de
ruit gevormd worden. Om dit te
vermijden, opent u de deur enkele keren
zeer voorzichtig tijdens de bereiding.
Advies voor het ontdooien en het rijzen
• Plaats het ingevroren voedsel zonder de
verpakking in een recipiënt zonder
deksel op het eerste niveau van de oven.
• Vermijd opeenstapeling van
voedingsmiddelen.
• Om vlees te ontdooien kunt u een
rooster gebruiken op het tweede niveau,
en een ovenschaal op het eerste niveau.
Op deze manier blijft het voedsel niet in
contact met de vloeistof van de
ontdooiing.
• De meest delicate delen kunnen bedekt
worden met aluminiumfolie.
• Voor het rijzen wordt aanbevolen om
onderin de oven een bakje met water te
zetten.
Om energie te besparen
• Stop de bereiding enkele minuten
voordat de normale kooktijd verstrijkt. De
bereiding zal voortgezet worden door
de warmte die zich in de oven heeft
opgehoopt.
• Open de deur van de oven zo weinig
mogelijk, zodat de warmte niet verloren
gaat.
• Houd de binnenkant van het toestel
constant rein.
Controleer of op de klok van de
programmeereenheid het symbool
van de bereidingsduur wordt
weergegeven. De oven kan niet
worden ingeschakeld als dit niet
het geval is.
Instelling van de tijd
De oven kan niet worden
ingeschakeld als de tijd niet is
ingesteld.
Bij het eerste gebruik of na een
stroomonderbreking zullen de cijfers
zal op de display van het
apparaat knipperen.
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen en
. De stip tussen de uren en de
minuten knippert.
2. Met de toets of kan de tijd
ingesteld worden. Houd de toets
ingedrukt om snel vooruit te gaan.
3. Druk ter bevestiging op de toets of
wacht 5 seconden. De stip tussen de
uren en de minuten stopt met knipperen.
4. Het symbool op het display duidt
aan dat het apparaat klaar is om de
bereiding te starten.
106
Druk tegelijkertijd op de toetsen
en om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Page 25
Gebruik
NL
Bereiding met tijdinstelling
Met bereiding met tijdinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
1. Selecteer bereidingsfunctie en temperatuur, en druk op de toets .
Het display zal de cijfers en
het symbool weergeven tussen de
uren en de minuten.
2. Druk op de toetsen of
gewenste minuten in te stellen.
3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op
een toets te drukken om de functie te
activeren. Op het display verschijnt de
actuele tijd samen met de symbolen
en .
4. Na de bereiding worden de
verwarmingselementen gedeactiveerd.
Op het display wordt het symbool
uitgeschakeld, knippert het symbool
en wordt een geluidssignaal
geactiveerd.
5. Om het geluidssignaal uit te schakelen,
moet op eender welke toets van de klok
van de programmeereenheid gedrukt
worden.
6. Druk tegelijkertijd op de toetsen en
om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Het is niet mogelijk om een
bereidingsduur van meer dan 10
uur in te stellen.
Wanneer u na de instelling de
resterende tijd wilt weergeven,
moet u op de toets drukken.
Om de ingestelde programmering
op nul te stellen, moet tegelijkertijd
op de toetsen en gedrukt
worden, en moet de oven manueel
uitgeschakeld worden.
Geprogrammeerde bereiding
Met geprogrammeerde bereiding
wordt de functie bedoeld
waarmee u op een vooraf
bepaalde tijd met de bereiding
kan beginnen, om ze na een
vooraf ingestelde periode te doen
eindigen.
1. Stel de bereidingsduur in zoals
beschreven werd in de vorige paragraaf
„Bereiding met tijdinstelling”.
2. Druk op de toets . Op het display
verschijnt de som van de actuele tijd en
de eerder ingestelde bereidingsduur.
107
Page 26
Gebruik
3. Druk op de toetsen of
gewenste minuten in te stellen.
4. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op
een toets te drukken om de functie te
activeren. Op het display verschijnt de
actuele tijd samen met de symbolen
en .
5. Na de bereiding worden de
verwarmingselementen gedeactiveerd.
Op het display wordt het symbool
uitgeschakeld, knippert het symbool en
wordt een geluidssignaal geactiveerd.
6. Om het geluidssignaal uit te schakelen,
moet op eender welke toets van de klok
van de programmeereenheid gedrukt
worden.
7. Druk tegelijkertijd op de toetsen en
om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Wanneer u na de instelling de
resterende tijd wilt weergeven,
moet u op de toets drukken.
Druk op de toets om het
tijdstip waarop de bereiding moet
eindigen weer te geven.
Het annuleren van de ingestelde
gegevens
Druk gelijktijdig op de toetsen en
om de ingestelde programmeringen op nul
te stellen.
Schakel de oven daarna manueel uit als
geen bereiding bezig is.
Kookwekker
De kookwekker onderbreekt de
bereiding niet, maar waarschuwt
de gebruiker wanneer de
ingestelde minuten verstreken zijn.
De kookwekker kan op eender welk
ogenblik geactiveerd worden.
1. Druk op de toets . Het display toont
de cijfers en de knipperende
controlelamp weergeven tussen de
uren en de minuten.
2. Druk op de toetsen of
gewenste minuten in te stellen.
3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder
een toets in te drukken om de instelling
van de kookwekker te beëindigen. Op
het display verschijnt de actuele tijd
samen met de symbolen en .
Het is niet mogelijk om een
bereidingsduur van meer dan 24
uur in te stellen.
Na de programmering van de
kookwekker geeft het display de
actuele tijd weer. Om de
resterende tijd weer te geven,
moet op de toets gedrukt
worden.
Regeling van het volume van het
geluidssignaal
Het geluidssignaal heeft 3 verschillende
toonhoogten. Druk wanneer het
geluidssignaal wordt geproduceerd op de
De tijden die aangeduid worden in de tabel zijn exclusief de voorverwarmingstijden, en zijn indicatief.
109
Page 28
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Aanwijzingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die chloor,
ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen (bijv.
poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
• Mors tijdens het koken geen suiker of zoete
mengsels op de kookplaat en leg er geen
materialen of substanties op die kunnen
smelten (plastic of aluminiumfolie). Schakel
de desbetreffende bereidingszone
onmiddellijk uit en maak de lauwwarme
plaat met de meegeleverde schraper
schoon als dit toch gebeurt.
4.2 Het apparaat reinigen
We raden het gebruik aan van de
reinigingsmiddelen die door de
fabrikant worden verkocht.
Advies voor de reiniging van de
kookplaat
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden. nadat de oven
afgekoeld is.
Reiniging van de glaskeramische kookplaat
Eventuele lichtgekleurde strepen,
veroorzaakt door pannen met een aluminium
bodem, kunnen worden verwijderd met doek
bevochtigd met azijn.
Als er na het gebruik van de kookplaat
verbrande resten achterblijven, moeten deze
worden verwijderd met de bijgeleverde
schraper. Spoel met water en droog goed met
een schone doek. Als de schraper constant
wordt gebruikt, wordt het gebruik van
chemische producten voor de dagelijkse
reiniging van de plaat aanzienlijk beperkt.
Zandkorrels die eventueel op de kookplaat
gevallen zijn tijdens het wassen van sla of
aardappelen zouden de plaat kunnen krassen
wanneer de pannen verschoven worden.
Verwijder deze zandkorrels dus onmiddellijk
van het oppervlak van de kookplaat.
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op de
werking en de stabiliteit van het glas. Het betreft
geen wijzigingen van het materiaal van de
kookplaat, maar eenvoudige resten die niet
verwijderd werden en die dus zijn verbrand.
Er kan een glanzend oppervlak gevormd
worden door het schuiven van de bodems van
de pannen, vooral indien ze van aluminium zijn,
en indien niet geschikte reinigingsmiddelen
gebruikt worden. Het is moeilijk om deze te
verwijderen met behulp van gewone
reinigingsproducten. Het kan zijn dat de
reiniging meerdere keren herhaald moet
worden. Het gebruik van bijtende
reinigingsmiddelen, of de wrijving met de
bodem van de pannen, kan de decoratie van
de kookplaat mettertijd polijsten zodat dus
donkere vlekken gevormd kunnen worden.
110
Page 29
Reiniging en onderhoud
NL
Wekelijkse reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks
met een gewoon product voor de reiniging
van glaskeramiek. Respecteer steeds de
aanwijzingen van de producent. Het
silicone dat aanwezig is in deze producten
produceert een beschermend
waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle
vlekken blijven achter op dat laagje, en
kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een reine
doek. Let op dat geen resten van
reinigingsmiddel achterblijven op de
kookplaat, omdat ze een bijtende reactie
zouden kunnen hebben wanneer de plaat
verwarmd wordt, en dus de structuur
zouden kunnen wijzigen.
Reiniging van de ovenruimte
Om de ovenruimte in goede staat te
houden, moet hij na afkoeling regelmatig
gereinigd worden.
Laat geen voedselresten in de ovenruimte
opdrogen aangezien daardoor de lak
beschadigd kan raken.
Verwijder de uitneembare delen alvorens
de ovenruimte te reinigen.
Voor een gemakkelijke schoonmaak is het
aanbevolen om het volgende te
demonteren:
• De deur;
• De frames voor roosters/ovenschalen;
• De pakking.
4.3 De deur demonteren
Om de reiniging van de oven te
vergemakkelijken, kunt u de ovendeur
verwijderen en op een theedoek leggen.
Voor een correcte demontage moet als
volgt gehandeld worden:
1. Open de deur volledig en breng de
twee pinnen aan in de scharnieren, zie
de afbeelding.
2. Pak de deur aan beide kanten met beide
handen vast, til de deur met een hoek
van ongeveer 30° omhoog en verwijder
de deur.
Als specifieke reinigingsmiddelen
gebruikt worden, beveelt men aan
om de oven circa 15-20 minuten
op de maximale temperatuur te
laten werken om eventuele resten
te elimineren.
111
Page 30
Reiniging en onderhoud
3. Om de deur te hermonteren moeten de
scharnieren in de daarvoor bestemde
openingen in de oven worden
aangebracht, zodat de gleuven A
helemaal in de openingen steunen.
Breng de deur helemaal omlaag en
verwijder de pinnen uit de openingen
van de scharnier als de deur is
aangebracht.
4.4 De ruit van de deur reinigen
Houd de ruit van de deur altijd zorgvuldig
schoon. Gebruik absorberend
keukenpapier. Verwijder hardnekkig vuil
met een vochtige spons en een neutraal
reinigingsmiddel.
4.5 De binnenruiten demonteren
Voor een gemakkelijke schoonmaak,
kunnen de binnenruiten van de deur
worden gedemonteerd.
1. Demonteer de binnenruit door de
achterkant voorzichtig op te tillen
volgens de beweging van de pijlen (1).
2. Trek de voorkant vervolgens omhoog (2).
Op deze manier komen de 4 pinnen die
aan het glas zijn bevestigd los van hun
plaats in de ovendeur.
3. Op sommige modellen is een tussenruit
aanwezig. Verwijder de tussenruit door
ze naar de andere ruit toe op te heffen.
112
Page 31
Reiniging en onderhoud
NL
4. Maak de buitenruit schoon, evenals de
voorheen verwijderde ruiten. Gebruik
absorberend keukenpapier. Verwijder
hardnekkig vuil met een vochtige spons
en een neutraal reinigingsmiddel.
5. Plaats de ruiten weer door de
verwijdering in omgekeerde volgorde uit
te voeren.
6. Plaats de binnenruit. Breng de 4 pinnen
aan op hun plaats in de ovendeur en
druk voorzichtig aan.
Verwijdering van de geleiderframes voor
de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes voor de roosters/
ovenschalen worden verwijderd, kan de
reiniging van de zijden makkelijker
uitgevoerd worden.
Om de geleiderframes voor de roosters/
ovenschalen te verwijderen:
• Trek het frame omhoog naar de
binnenkant van de oven om deze uit de
gleuf A te halen en schuif hem uit de
zittingen B aan de achterkant.
• Herhaal na de reiniging de net
beschreven handelingen om de
geleiderframes voor de roosters/
ovenschalen weer aan te brengen.
113
Page 32
Reiniging en onderhoud
4.6 Vapor Clean
Vapor Clean is een
reinigingsprocedure die de
verwijdering van vuil
vergemakkelijkt. Dankzij deze
procedure is het mogelijk om de
binnenkant van de oven zeer
makkelijk te reinigen. De vuilresten
worden verzacht door de warmte
en door de waterdamp, zodat ze
makkelijker kunnen verwijderd
worden.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Verwijder voedselresten of grote vlekken
van vorige bereidingen uit de oven.
• Voer deze reinigingsprocedure enkel uit
als de oven afgekoeld is.
Voorbereiding
Voordat de reinigingscyclus Vapor Clean
wordt gestart:
• Verwijder alle accessoires uit de oven.
• Giet ongeveer 40 cc water in de
ovenschaal. Let op dat het water niet uit
de insnijding komt.
• Sproei met een spray een oplossing van
water en afwasmiddel op de
binnenzijde van de oven. Sproei op de
zijwanden, de bovenwand, het
bodemvlak en de deflector.
114
• Sluit de deur.
Er wordt aanbevolen om
maximaal 20 maal te sproeien.
Page 33
Reiniging en onderhoud
NL
Instelling van de reinigingscyclus Vapor
Clean
1. Draai de functieknop op het symbool
en draai de temperatuurknop op het
symbool .
2. Stel een bereidingsduur van 18 minuten
in op de klok van de
programmeereenheid.
Een enkele seconde na de laatste handeling
met de toetsen van de klok, begint de Vapor
Clean-reinigingscyclus.
3. Aan het einde van de Vapor Clean-cyclus
zal de timer de verwarmingselementen van
de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal
afgaan en zullen de cijfers op het display
van de klok- programmeereenheid gaan
knipperen.
Einde van de reinigingscyclus Vapor Clean
4. Open de deur en verwijder het minst
hardnekkige vuil met een microvezeldoek.
5. Gebruik een sponsje met messingdraden
voor het hardnekkige vuil.
6. Voor vetresten kunt u een specifiek
ovenreinigingsproduct gebruiken.
7. Verwijder het resterende water uit de oven.
Voor een betere hygiëne en om te vermijden
dat het voedsel een onaangename geur krijgt,
wordt aanbevolen om de oven te drogen door
een geventileerde functie ongeveer 10 minuten
in te schakelen op 160 °C.
4.7 Buitengewoon onderhoud
Demontage en hermontage van de
pakking
De pakking demonteren:
• Haak de haken in de 4 hoeken en in het
midden los en trek de pakking naar
buiten.
De pakking hermonteren:
• Haak de haken in de 4 hoeken en in het
midden van de pakking vast.
Advies voor het onderhoud van de
pakking
De pakking moet elastisch en zacht zijn.
• Gebruik een niet-schurende spons en
lauwwarm water om de pakking schoon
te houden.
Draag rubberen handschoenen
tijdens deze bewerkingen.
Het is aanbevolen om de deur te
verwijderen om moeilijk
bereikbare delen makkelijker
schoon te maken.
115
Page 34
Reiniging en onderhoud
De interne lamp vervangen
Onderdelen onder spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Koppel het apparaat af.
In de ovenruimte is een 40W-lamp
aangebracht.
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Verwijder de geleiderframes voor
roosters/ovenschalen.
3. Demonteer het lampenkapje met
gereedschap (bijv. schroevendraaier).
Zorg ervoor dat het email op de
wanden van de ovenruimte geen
krassen oplopen.
4. Trek de lamp naar buiten en demonteer
hem.
Raak de halogeenlamp niet met
uw vingers aan, maar wikkel er
isolatiemateriaal omheen.
5. Breng de nieuwe lamp aan.
6. Hermonteer het deksel. Keer de
geprofileerde binnenkant van het glas (A)
naar de deur.
116
7. Druk het lampenkapje helemaal aan tot
het perfect op de fitting past.
Page 35
Installatie
NL
5 Installatie
5.1 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat in het meubel
samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om
het apparaat in het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
• Fineerbewerkingen, kleefstoffen of
plastic bekledingen van aangrenzende
meubels moeten warmtebestendig zijn
(minstens 90°C).
Algemene informatie
Het apparaat kan geïnstalleerd worden
tegen wanden die hoger zijn dan het
werkblad, op een minimum afstand van 50
mm van de zijkant van het apparaat, zoals
wordt aangeduid in de afbeeldingen A en
C betreffende de installatieklassen.
Keukenkasten die zich boven het werkblad
bevinden, moeten zich op een afstand van
minstens 750 mm bevinden. Bij gebruik van
een afzuigkap boven de kookplaat dient
de gebruiksaanwijzing van de afzuigkap te
worden geraadpleegd om de correcte
afstand te bepalen.
Dit apparaat behoort naargelang het
installatietype tot de klasse:
A - Klasse 1
(Apparaat vrije installatie)
117
Page 36
B - Klasse 2 subklasse 1
(Apparaat vrije installatie)
Installatie
Plaatsing en nivellering
Zwaar apparaat
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Plaats eerst de voorste en daarna de
achterste pootjes.
• Nadat de gas- en de elektrische
aansluiting is uitgevoerd, moeten de vier
bijgeleverde voetjes van het apparaat
vastgedraaid worden.
118
Voor de stabiliteit is het absoluut
noodzakelijk dat het apparaat correct op
de ondergrond genivelleerd wordt.
• Schroef de pootjes aan de onderkant
los of vast tot het apparaat stabiel staat
en genivelleerd is.
C - Klasse 2 subklasse 1
(Apparaat vrije installatie)
Het apparaat moet volgens de
van kracht zijnde normen
geïnstalleerd worden door een
gekwalificeerd technicus.
Page 37
Installatie
NL
Bevestiging aan de wand
Om omvallen van het apparaat te
voorkomen, moeten de
stabilisatoren worden
geïnstalleerd.
1. Schroef het bevestigingsplaatje aan de
achterkant van het apparaat aan de
muur vast.
3. Assembleer de bevestigingsbeugel.
4. Lijn de onderkant van de haak van de
bevestigingsbeugel uit met de onderkant
van de rand van het bevestigingsplaatje
aan de muur.
2. Regel de hoogte van de 4 pootjes.
119
Page 38
Installatie
5. Lijn de onderkant van de
bevestigingsbeugel uit met de grond en
draai de schroeven op de vastgestelde
punten vast.
6. Houd tussen de zijkant van het apparaat
en de gaten van de beugel 50 mm vrij.
7. Plaats de beugel op de muur en geef de
punten aan waar gaten in de muur
moeten worden geboord.
8. Boor de gaten. Zet de beugel met
pluggen en schroeven aan de muur vast.
9. Duw het fornuis naar de muur en breng
tegelijkertijd de beugel aan in het plaatje
dat aan de achterkant van het apparaat
is aangebracht.
120
Page 39
Installatie
NL
Montage van de plint
De bijgeleverde plint is een
integrerend deel van het product.
Ze moet op het apparaat
bevestigd worden voordat het
apparaat zelf wordt geïnstalleerd.
De plint moet steeds correct gepositioneerd
en bevestigd worden op het apparaat.
1. Draai de 2 moeren B achter het vlak los.
2. Positioneer de plint zodanig boven het
vlak dat de pinnen C overeenkomen met
de openingen D.
3. Bevestig de plint op het vlak door de
schroeven A vast te draaien.
5.2 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Verwijder de stekker niet uit het
stopcontact door aan de kabel te
trekken.
• Gebruik kabels die een temperatuur van
minstens 90°C kunnen verdragen.
• Zet de aansluitklem van de
voedingskabel vast met een
aandraaimoment van 1,5 - 2 Nm.
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje met de technische
gegevens, het serienummer en de
markering is zichtbaar op het apparaat
aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
121
Page 40
Installatie
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
• 220-240 V 1N~
Met een driepolige kabel 3 x 6 mm².
• 380-415 V 2N~
Met een vierpolige kabel 4 x 4mm².
• 380-415 V 3N~
Met een vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
De bovenstaande waarden
verwijzen naar de doorsnede van
de interne conductor.
De genoemde voedingskabels
hebben afmetingen die rekening
houden met de
gelijktijdigheidsfactor (conform de
norm EN 60335-2-6).
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor
de voeding, overeenkomstig de
installatienormen.
De onderbreking moet gemakkelijk
bereikbaar zijn, in de nabijheid van het
apparaat.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
5.3 Voor de installateur
• Na voltooiing van de installatie moet de
stekker bereikbaar blijven. De
voedingskabel niet afknellen of
verbuigen.
• Het apparaat moet worden
geïnstalleerd volgens de
installatieschema’s.
• Probeer de elleboog met schroefdraad
van de verstuiver niet de verbuigen of
kapot te draaien. Daardoor kan dit deel
van het apparaat beschadigd raken en
gaat de fabrieksgarantie verloren.
• Neem contact op met het erkende
servicecentrum bij u in de buurt als het
apparaat niet correct werkt nadat alle
controles zijn verricht.
• Toon de gebruiker de juiste
gebruikswijze als het apparaat naar
behoren is geïnstalleerd.
122
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.