8. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN EN ADVIES VOOR HET GEBRUIK ........................... 113
9. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN OP HET FRONTPANEEL ................................ 114
10. HET GEBRUIK VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN ........................................................ 117
10.1 Het eerste gebruik ..................................................................................................................................... 117
10.2 Regeling van de huidige tijd ...................................................................................................................... 117
10.3 De selectie van een functie ....................................................................................................................... 117
10.5 De selectie van een recept ........................................................................................................................ 119
10.6 Tabel met vooraf bepaalde recepten: ....................................................................................................... 121
10.7 Secundair menu ........................................................................................................................................ 122
11. HET GEBRUIK VAN DE HULPOVEN ............................................................................... 123
11.1 Het eerste gebruik ..................................................................................................................................... 123
12. BEREIDINGEN MET DE OVEN ........................................................................................ 124
12.1 Beschrijving van de selecteerbare functies ............................................................................................... 124
12.3 Tabel met bereidingen: ............................................................................................................................. 126
13. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ...................................................................................... 127
13.2 Controlelampen van de restwarmte .......................................................................................................... 127
13.3 Advies voor het gebruik van de kookplaat ................................................................................................ 127
14. REINIGING EN ONDERHOUD ......................................................................................... 128
14.1 Het reinigen van roestvrij staal .................................................................................................................. 128
14.3 Voedselvlekken of -resten ......................................................................................................................... 128
14.4 Reiniging van de oven ............................................................................................................................... 128
14.5 Reiniging van de ruiten van de deur ......................................................................................................... 128
15.1 De vervanging van de lamp voor de verlichting ........................................................................................ 129
15.2 Demontage van de deur ............................................................................................................................ 129
15.3 Demontage van de pakking ...................................................................................................................... 129
15.4 Oplossingen voor problemen… ................................................................................................................. 130
16. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL ............................................................................ 131
16.2 Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen) ..................................................... 132
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de gebruiksaanwijzingen, de beschrijving
van de bedieningsorganen en de correcte handelingen voor het reinigen en onderhouden van
het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet
het gascircuit controleren en moet zorgen voor de installatie, de inwerkingstelling en het
uittesten van het apparaat.
107
Waarschuwingen voor het gebruik
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE KEUKEN INTACT EN BINNEN HANDBEREIK
WORDEN BEWAARD. WE RADEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET TOESTEL IN GEBRUIK WORDT GENOMEN.
ALLE BIJGELEVERDE STRAALPIJPEN ZULLEN EVENEENS MOETEN BEWAARD WORDEN. DE
INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN DOOR
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. HET TOESTEL
WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN VERWARMING VANVOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONGESCHIKT BESCHOUWD WORDEN.
DE FABRIKANT WIJST IEDERE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR HET GEBRUIK DAT VERSCHILT
VAN WAT WORDT AANGEDUID.
GEBRUIK DIT TOESTEL NIET VOOR HET VERWARMEN VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SCHEIDT DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN AFKOMSTIG VAN
DE VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN
AFVALINZAMELING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/
96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN
AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE
EUROPESE UNIE.
ZORG ERVOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE
WARMTEAFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET
MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VERWIJDER ALLE VERWIJDERBARE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VAN DE BUITENEN BINNENKANT VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN METALEN SPONZEN OF SCHERPE KRABBERS, ZODAT
DE OPPERVLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD.
GEBRUIK NORMALE EN NIET SCHURENDE PRODUCTEN VOOR STAAL, EN
EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC MATERIAAL.
SPOEL ZORGVULDIG, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF MET EEN ZEEMVEL.
VERMIJDT OM ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS (BV. JAM) TE LATEN OPDROGEN IN
DE OVEN. WANNEER HET TE LANG OPDROOGT, KAN HET EMAIL IN DE OVEN
BESCHADIGD WORDEN.
DE FABRIKANT WIJST IEDERE AANSPRAKELIJKHEID VOOR LETSELS AAN PERSONEN OF
MATERIËLE SCHADE AF DIE WORDEN VEROORZAAKT DOOR HET NIET IN ACHT NEMEN VAN
DEZE VOORSCHRIFTEN, OF DOOR HET ONKLAAR MAKEN VAN ZELFS MAAR ÉÉN ENKEL
ONDERDEEL VAN HET TOESTEL, OF DOOR HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE
RESERVEONDERDELEN.
108
Aanwijzingen voor de recycling
2. AANWIJZINGEN VOOR DE RECYCLING - ONS MILIEUBELEID
Voor de verpakking van onze huishoudelijke toestellen gebruiken we niet-vervuilende, en dus
milieuvriendelijke en recyclebare materialen. Wij verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen
voor een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar
de adressen van afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking
vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook het oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: bezorg het toestel bij het erkende plaatselijke bedrijf voor het inzamelen van afgedankte
huishoudelijke toestellen.
Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden. De koelapparaten
bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. Zorg er daarom voor dat de leidingen van het
koelcircuit niet worden beschadigd tot de bevoegde dienst het huishoudelijke toestel ophaalt.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de werkvlakken niet
verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in de oven zouden kunnen opsluiten.
Bovendien is het nodig dat u de elektricitietskabel doorsnijdt, en samen met de stekker verwijdert.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SCHEIDT DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR DE DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR
AFVALINZAMELING.
IKENNISGEVING AAN DE GEBRUIKERS:
IN DE ZIN VAN DE RICHTLIJNEN 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG, BETREFFENDE DE
VERMINDERING VAN HET GEBRUIK VAN GEVAARLIJKE STOFFEN IN ELEKTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE APPARATEN, ALSMEDE DE VERWERKING VAN AFVAL, ZAL HET OP DE
APPARATUUR AANGEBRACHTE SYMBOOL VAN DE DOORKRUISTE AFVALBAK EROP WIJZEN
DAT HET PRODUCT OP HET EIND VAN DIENS LEVENSDUUR GESCHEIDEN VAN ANDER AFVAL
MOET WORDEN INGEZAMELD. DE GEBRUIKER ZAL HET APPARAAT OP HET EIND VAN DIENS
LEVENSDUUR DAAROM BIJ DE SPECIALE CENTRA VOOR DE GESCHEIDEN INZAMELING VAN
ELEKTRISCH EN ELEKTRONISCH AFVAL MOET INLEVEREN, OF HET MOETEN OVERDRAGEN
AAN DE WEDERVERKOPER OP HET MOMENT VAN AANSCHAF VAN EEN GELIJKWAARDIG
APPARAAT, IN EEN VERHOUDING VAN ÉÉN STAAT TOT ÉÉN. DE DOELTREFFENDE
INZAMELING VOOR DE DAAROPVOLGENDE, RECYCLAGE, BEHANDELING OF ECOLOGISCH
VERANTWOORDE VERWERKING, ZAL BIJDRAGEN AAN HET VERMIJDEN VAN MOGELIJKE
NEGATIEVE GEVOLGEN VOOR HET MILIEU EN DE GEZONDHEID EN BEVORDERT DE
RECYCLAGE VAN DE MATERIALEN WAARUIT HET APPARAAT IS SAMENGESTELD. DE
ILLEGALE VERWERKING VAN HET PRODUCT DOOR DE GEBRUIKER WORDT BESTRAFT MET
ADMINISTRATIEVE SANCTIES.
109
Waarschuwingen i.v.m. de veiligheid
3. WAARSCHUWINGEN I.V.M. DE VEILIGHEID
DE STEKKER DIE WORDT AANGESLOTEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE
STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN
ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
DE AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE
INSTALLATIE.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN VOLGENS DE
AANWIJZINGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET
TOESTEL LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM INLICHTEN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
WANNEER U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT OP HET GLAZEN OPPERVLAK VAN DE
KOOKPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN EEN BEVOEGD
ASSISTENTIECENTRUM CONTACTEREN.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: HET TOEVALLIG AANSCHAKELEN VAN
DE OVEN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET TOESTEL ERG HEET. RAAK DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE
OVEN NIET AAN.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET
VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT
ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE OVEN STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0
(UIT) STAAN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET TOESTEL
AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
4. GEBRUIKSBESTEMMING
HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN
VERWARMING VAN VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONGESCHIKT BESCHOUWD
WORDEN.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor letsels aan personen of materiële schade af die worden
veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs
maar één enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
110
Instructies voor de gebruiker
5. KEN UW FORNUIS
KOOKPLAAT
BEDIENINGSPANEEL
HOOFDZAKELIJKE OVEN
HULPOVEN
RECHAUD
5.1Algemene beschrijving
5.1.1 Plaatsbare vlakken
Het toestel beschikt voor beide ovens over 4 vlakken zodat de ovenschalen en
roosters op verschillende hoogtes kunnen geplaatst worden. De plaatsbare
hoogtes werden genummerd van laag naar hoog (raadpleeg de figuur).
(Tijdens het gebruik van de recepten moeten de aanbevolen vlakken gebruikt
worden die beschreven worden in de tabel “10.6 Tabel met vooraf bepaalde
recepten:”).
5.1.2 Koelventilatie
Het toestel heeft een koelsysteem dat in werking treedt wanneer met een bereiding wordt begonnen. De
werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die boven de deur naar buiten komt, en
die nog even kan doorgaan nadat de oven werd uitgeschakeld.
5.1.3 Lamp van de binnenverlichting
De ovenlamp gaat aan wanneer de deur wordt geopend of wanneer een functie of recept geselecteerd
wordt, behalve bij (waar aanwezig). Wanneer op de toets wordt gedrukt, is het bovendien
mogelijk om de lamp op elk moment aan- of uit te schakelen, behalve wanneer de functie van de
automatische reiniging ingeschakeld is (waar aanwezig).
De lamp van de hulpoven gaat aan wanneer eender welke functie of de daarvoor bestemde functie van
de lamp, aangeduid door het symbool , geselecteerd wordt.
5.1.4 Rechaud (waar aanwezig)
Onderaan het fornuis, onder de oven, bevindt zich de bergruimte. Ze
kan bereikt worden door aan de bovenkant van het deurtje te trekken.
Bewaar er absoluut geen ontvlambare materialen zoals vodden,
papier en dergelijk, maar eventueel enkel de metalen accessoires van
het toestel.
Open de bergruimte niet wanneer de oven aangeschakeld of warm is. De temperaturen in deze
ruimte kunnen zeer hoog zijn.
111
Instructies voor de gebruiker
6. VÓÓR DE INSTALLATIE
Nadat u al het overtollige heeft verwijderd, wordt aangeraden om de binnenkant van het toestel schoon
te maken. Voor meer informatie in verband met de reiniging, raadpleegt u het hoofdstuk “14. REINIGING
EN ONDERHOUD”.
Wanneer de ovens en de grill voor het eerst worden gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de
maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat mogelijke oliehoudende productieresten verbrandt
worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
7. BESCHIKBARE ACCESSOIRES
Ovenrooster: dient voor het bereiden van gerechten in platte
recipiënten, zoals taartjes, gebraad of voedsel dat op een dun
rooster moet bereid worden.
Rooster voor ovenschaal: om bovenop een ovenschaal te zetten
voor het bereiden van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van
het voedsel op het rooster erboven.
Gebakschaal: handig voor het klaarmaken van taarten, pizza en
ovengebak.
Verchroomde ronde tang: handig voor het verwijderen van hete
roosters en ovenschalen.
De ovenaccessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt uit materialen die
conform de voorschriften van richtlijn 89/109/EEG van 21/12/88 en het Italiaanse wetsbesluit 108 van
25/01/92 zijn.
Niet alle accessoires zijn aanwezig op sommige modellen.
Verkrijgbare accessoires:
Via de Erkende Assistentiecentra kunnen originele bijgeleverde of optionele accessoires besteld
worden.
112
Instructies voor de gebruiker
8. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN EN ADVIES VOOR HET
GEBRUIK
Tijdens het gebruik wordt het toestel zeer heet. Er wordt aangeraden om steeds ovenwanten te
gebruiken.
De deur moet tijdens alle bereidingen gesloten blijven.
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met aluminiumfolie, en plaats hierop geen
pannen of ovenschalen om beschadiging aan het email te vermijden. Bij gebruik van bakpapier
moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt
verhinderd.
Om te voorkomen dat eventuele damp in de oven ongemakken veroorzaakt, opent
u de ovendeur het best in twee keer: open de deur eerst een beetje (ong. 5 cm) voor
4-5 seconden, en daarna helemaal. Wanneer gerechten moeten gecontroleerd
worden tijdens de bereiding, moet u de ovendeur zo kort mogelijk openhouden om
te vermijden dat de temperatuur in de oven zodanig zakt dat het slagen van de
bereiding in gedrang komt. Als de ovendeur wordt geopend, wordt de
binnenventilatie automatisch uitgeschakeld en wordt ze na het sluiten opnieuw
ingeschakeld.
• Met de grill mag nooit langer dan 60 minuten gewerkt worden.
• Om gevaarlijke oververhittingen te voorkomen tijdens het gebruik van de oven of de grill, moet het
glazen deksel (waar aanwezig) van het toestel steeds omhoog staan.
• Tijdens en na het gebruik van de grill kunnen de bereikbare delen zeer heet worden en moeten
kinderen dus uit de buurt van het toestel gehouden worden.
• Tijdens bereidingen met het draaispit wordt aangeraden om onderin de oven, op de eerste geleider
van onderen, één van de bijgeleverde ovenschalen te plaatsen die eventueel het vet opvangen.
• Tijdens het gebruik van de oven moet u alle ovenschalen en roosters die niet gebruikt worden uit de
oven verwijderen.
113
Instructies voor de gebruiker
9. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN OP HET FRONTPANEEL
Alle bedieningen en controlelampen zijn zichtbaar op het frontpaneel. De volgende tabel geeft een
beschrijving van de gebruikte symbolen.
Op dit display wordt de volgende informatie weergegeven:
Duidt het huidige uur of de duur van de bereiding
aan.
Dit display duidt de vooraf ingestelde temperatuur
aan voor de gewenste functie of recept, of de
temperatuur die werd ingesteld door de gebruiker.
Selecteerbare
recepten.
Wanneer de volgende symbolen oplichten, wordt het volgende
aangeduid:
Klok
: regeling van het uur.
Kinderbeveiliging: de Kinderbeveiliging is ingeschakeld
(raadpleeg 10.7 Secundair menu).
Belletje
Duur van de bereiding: tijdinstelling van de bereiding.
Controlelamp van de deurblokkering: wordt geactiveerd
wanneer de reinigingscyclus wordt gebruikt, en duidt aan dat de
deur geblokkeerd is (enkel op pyrolytische modellen).
Vertraagde start: tijdinstelling van de bereiding, met vertraagde
start.
: activering van de kookwekker.
114
PT1
PT2
Instructies voor de gebruiker
DRAAIKNOP VOOR DE SELECTIE VAN DE TEMPERATUUR VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN
(PT1)
Met deze knop kan de gewenste temperatuur in de hoofdzakelijke oven
geselecteerd worden. Wanneer in wijzerszin wordt gedraaid, geeft het
display de net ingestelde temperatuur weer; de selectie kan uitgevoerd
worden tussen 50°C en 260°C op basis van de gekozen functie.
Wanneer het recept “pizza” wordt gebruikt, is de maximum bereikbare
temperatuur 280°C.
DRAAIKNOP VOOR DE SELECTIE VAN DE FUNCTIES VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN (PT2)
Met deze knop kan de gewenste functie van bereiding geselecteerd
worden. Wanneer in wijzerszin of tegenwijzerszin gedraaid wordt, kan
de keuze tussen de getoonde functies uitgevoerd worden.
Voor meer details in verband met de bereidingsmodaliteit van elke
functie, moet de paragraaf “12. BEREIDINGEN MET DE OVEN”
geraadpleegd worden.
DRAAIKNOP VOOR DE SELECTIE VAN DE FUNCTIES / TEMPERATUUR VAN DE HULPOVEN
Met deze knop kan de bereidingsfunctie en de temperatuur (enkel in de
statische functie) geselecteerd worden voor de hulpoven. Wanneer de
knop op de positie van gedraaid wordt, licht de lamp in de hulpoven
op. Om de knop op “O” te plaatsen, moet steeds in tegenwijzerszin
gedraaid worden.
DRAAIKNOP VAN DE BEDIENINGEN VAN DE KOOKPLAAT
NORMALE VERWARMING:
Met deze draaiknoppen kunnen de zones van de kookplaat bediend
worden. Onder elke draaiknop wordt de bediende plaat aangegeven.
De tekening duidt de draaiknop van de zone linksachter aan. Draai de
knop naar rechts om het vermogen van de werking van de plaat te
regelen, van een minimum tot een maximum. De regeling is progressief,
en voor de uitschakeling moet de knop in positie O geplaatst worden.
115
Instructies voor de gebruiker
DUBBELE VERWARMING:
Met deze draaiknoppen kunnen de dubbele kookzones bediend
worden. Onder elke draaiknop wordt de bediende plaat aangegeven.
De verwarming in de kleine diameter wordt geregeld met hetzelfde
principe van een kookzone met normale verwarming. Om de
verwarming van de externe zone te activeren, moet de knop in
wijzerszin overeenkomstig het symbool of gedraaid worden.
Wanneer de knop losgelaten wordt, keert de draaiknop terug in de
positie van het maximum voor beide zones (intern + extern). Om enkel
de verwarming in de interne diameter aan te schakelen, moet de
draaiknop op positie O en daarna op het gewenste vermogen geplaatst
worden.
Voor de uitschakeling moet de draaiknop in positie O geplaatst worden.
116
Instructies voor de gebruiker
10.HET GEBRUIK VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN
10.1 Het eerste gebruik
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking knippert op het display het symbool . Om met
een bereiding te kunnen beginnen met de hoofdzakelijke oven, moet de juiste tijd ingesteld worden.
10.2 Regeling van de huidige tijd
Om de huidige tijd te regelen wanneer het display knippert:
• Druk op de toetsen of om het weergegeven uur te wijzigen: Wanneer u een toets blijft
indrukken, gebeurt de uurregeling sneller.
• Wanneer een toets wordt losgelaten, licht het display na enkele seconden vast op, en zullen enkel de
twee puntjes tussen de uren en de minuten knipperen die de correcte werking melden (Bovendien
wordt op het display het symbool weergegeven).
Het kan zijn dat u de huidige tijd moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de overgang naar de zomertijd.
hou voor enkele seconden de toets ingedrukt, tot het symbool niet meer knippert.
Herhaal de handelingen die beschreven worden in de paragraaf “10.2 Regeling van de huidige tijd”.
10.2.1Het gebruik van de kookwekker
De kookwekker kan gebruikt worden tijdens een bereiding of wanneer de oven uitgeschakeld is. De
procedure van de instelling blijft identiek in beide gevallen.
Druk eventjes op de toets ; het symbool zal knipperen, en op het display zal het symbool
verschijnen (of de resterende tijd van een eerder ingestelde telling).
Druk op de toetsen
03:59 (wanneer ze ingedrukt gehouden worden, gebeurt de regeling sneller). Na enkele seconden
begint de telling en wordt op het display de resterende tijd en het symbool , dat vast oplicht,
weergegeven.
of om de tijd van de kookwekker te verhogen of te verlagen van 00:01 tot
Druk gelijktijdig en voor ongeveer een seconde op de toetsen en .
Aandacht: de kookwekker onderbreekt de bereiding niet, maar waarschuwt de gebruiker wanneer de
ingestelde minuten verstreken zijn. Om de oven uit te schakelen, moet de draaiknop PT2 op positie O
gedraaid worden.
Het wijzigen van de ingestelde gegevens:
Wanneer de telling begonnen is, kunnen de eerder ingestelde gegevens gewijzigd worden. Herhaal de
procedure die wordt beschreven in de paragraaf “10.2.1 Het gebruik van de kookwekker”.
10.3 De selectie van een functie
Wanneer u PT2 naar rechts of links op de gewenste functie draait, kan een bereidingsfunctie
geselecteerd worden. Nadat u de gewenste bereidingsfunctie geselecteerd heeft, moet u de gewenste
temperatuur instellen met de draaiknop PT1.
De bereiding wordt voorafgegaan door de fase van de voorverwarming, die de oven sneller op
temperatuur zal brengen. Deze fase wordt aangegeven door het knipperen van het symbool op het
display. Op het einde van de voorverwarming licht het symbool vast op, en hoort u een
geluidssignaal dat aanduidt dat het voedsel in de ovenruimte kan geplaatst worden.
117
Instructies voor de gebruiker
10.4 Geprogrammeerde bereidingen
10.4.1Halfautomatische bereiding
Met halfautomatische bereiding wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kan beginnen, en
u deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen.
Selecteer een functie en de temperatuur (raadpleeg paragraaf 10.3).
Druk op de toets op het display, het symbool zal knipperen en het symbool zal verschijnen;
wanneer binnen enkele seconden geen enkele tijdsduur wordt ingesteld, zal de oven terugkeren naar de
manuele modaliteit; anders is het mogelijk om door middel van de toetsen of een tijdsduur van de
bereiding in te stellen (max 23.59).
Nadat de waarde van de gewenste duur van de bereiding bereikt wordt, blijft het symbool oplichten.
Op het einde van de bereiding verschijnt de opschrift STOP op het display, wordt de bereiding onderbroken,
en hoort u een geluidssignaal dat gedesactiveerd kan worden door op de toets te drukken.
Indien u de bereiding langer dan de ingestelde tijdsduur wil laten duren, moet u een tweede keer op de toets
drukken; de hoofdzakelijke oven zal de normale werking hervatten met de eerder geselecteerde
instellingen van de bereiding. Om de oven uit te schakelen, moet de draaiknop PT2 op “O” gedraaid worden.
Tijdens de halfautomatische bereiding is het mogelijk om de waarden van de temperatuur en de
gewenste functie te wijzigen zonder dat de eerder ingestelde tijdsduur gewijzigd wordt.
Het wijzigen van de ingestelde gegevens:
Wanneer de halfautomatische bereiding begonnen is, kan u de duur ervan wijzigen.
Wanneer het symbool vast oplicht en de oven zich in de bereidingsfase bevindt, moet op de toets
gedrukt worden. Het symbool begint te knipperen, en wanneer op de toetsen of wordt
gedrukt, kan de duur van de bereiding gewijzigd worden.
Enkele seconden na de laatste wijziging houdt het symbool op met knipperen, en wordt de
halfautomatische bereiding hervat vanaf de nieuwe waarde.
10.4.2Automatische bereiding
Met automatische bereiding wordt de functie bedoeld waarmee u op een vooraf bepaalde tijd met de
bereiding kan beginnen, om ze na een vooraf ingestelde tijd te doen eindigen.
Selecteer een functie en de temperatuur (raadpleeg paragraaf 10.3).
Druk op de toets op het display, het symbool zal knipperen en het symbool zal
verschijnen; wanneer binnen enkele seconden geen enkele tijdsduur wordt ingesteld, zal de oven
terugkeren naar de manuele modaliteit; anders is het mogelijk om door middel van de toetsen of
een tijdsduur van de bereiding in te stellen (max 23.59).
118
Druk nogmaals op de toets , en het symbool zal beginnen te knipperen; wanneer binnen enkele
seconden geen enkele tijdsduur wordt ingesteld, zal de oven terugkeren naar de manuele modaliteit.
Anders is het mogelijk om door middel van de toetsen of een tijdsduur van de bereiding in te
stellen (max 23.59). Enkele seconden na de laatste wijziging zal het display de huidige tijd weergeven,
en wacht de oven op de ingestelde begintijd.
Op het einde verschijnt de opschrift STOP, wordt de bereiding onderbroken, en hoort u een
geluidssignaal dat gedesactiveerd kan worden door op de toets te drukken.
Indien u de bereiding langer dan de ingestelde tijdsduur wil laten duren, moet u een tweede keer op de
toets drukken; de hoofdzakelijke oven zal de normale werking hervatten met de eerder
geselecteerde instellingen van de bereiding.
Instructies voor de gebruiker
Het wijzigen van de ingestelde gegevens:
Eens de automatische bereiding is begonnen, kan u de duur ervan wijzigen.
Wanneer de symbolen en vast oplichten en wanneer de oven in de fase van de bereiding of in
afwachting van het begin van de bereiding is, moet u op de toets drukken. Het symbool begint
te knipperen, en wanneer op de toetsen of wordt gehandeld, kan de duur van de bereiding
gewijzigd worden. Druk nogmaals op de toets , en het symbool begint te knipperen; wijzig door
middel van de toetsen of het uur van het einde van de bereiding.
Enkele seconden na de laatste wijziging houdt het symbool op met knipperen, en wordt de
automatische bereiding hervat met de nieuw ingestelde gegevens.
Na de programmering van de bereiding maar voordat de bereiding zelf begint, zullen het symbool van
de functie of het gekozen recept en de symbolen , blijven oplichten.
10.5 De selectie van een recept
De oven beschikt over 8 vooraf ingestelde recepten (raadpleeg “10.6 Tabel met vooraf bepaalde
recepten:”) en 2 geheugens. Een recept is het geheel van de voorinstellingen van de functie, de
temperatuur en de bereidingstijden.
Enkel wanneer PT1 op “O” geplaatst is, is het mogelijk om een recept te selecteren door PT2 op de
opschrift te plaatsen.
Druk op de toetsen of ; het geselecteerde recept zal rood worden op het display. De bereiding
zal beginnen met de vooraf ingestelde parameters. Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur wordt
bereikt, wordt een sequentie van geluidssignalen gegeven die melden dat het voedsel in de oven kan
geplaatst worden. Vanaf nu begint de bereidingsduur die aangeduid wordt in de tabel “10.6 Tabel met
vooraf bepaalde recepten:”.
Het wijzigen van de ingestelde gegevens (tijdens de bereiding)
Tijdens de bereiding is het mogelijk om de temperatuur manueel te wijzigen die vooraf ingesteld werd
voor het recept, door PT1 op de gewenste temperatuur voor de bereiding te plaatsen. Om de duur te
wijzigen, moet u op de toets drukken, en het symbool knippert op het display. Door middel van
de toetsen of is het mogelijk om de tijd van het einde van de bereiding te wijzigen.
Deze wijzigingen worden niet permanent opgeslagen.
10.5.1Automatische bereiding met de selectie van een recept
Enkel wanneer PT1 op “O” geplaatst is, is het mogelijk om een recept te selecteren door PT2 op de
opschrift te plaatsen.
Druk op de toetsen of , het geselecteerde recept wordt rood op het display; druk binnen enkele
seconden op de toets , en het symbool zal knipperen op het display, druk nogmaals op de toets
, het symbool begint te knipperen; wanneer binnen enkele seconden geen enkele tijd ingesteld
wordt, keert de oven terug naar de modaliteit recept en begint de bereiding, anders kan met de toetsen
of het uur van het einde van de bereiding ingesteld worden (max vertraging 23.59).
Enkele seconden na de laatste wijziging zal het display de huidige tijd weergeven, en wacht de oven op
de ingestelde begintijd.
Op het einde verschijnt de opschrift STOP, wordt de bereiding onderbroken, en hoort u een
geluidssignaal dat gedesactiveerd kan worden door op de toets te drukken.
Na de programmering van de bereiding maar voordat de bereiding zelf begint, zullen het symbool van
de functie of het gekozen recept en de symbolen , blijven oplichten.
119
Instructies voor de gebruiker
10.5.2Het permanent wijzigen van een recept
De oven heeft 8 vooraf ingestelde recepten (raadpleeg “10.6 Tabel met vooraf bepaalde recepten:”) en 2
recepten die moeten ingesteld worden naar uw voorkeur van bereiding:
overige vooraf ingestelde recepten gewijzigd worden.
Om een recept permanent te wijzigen of in te stellen:
1 Met de draaiknoppen PT1 en PT2 op de positie “O” moet voor 3 seconden op de toets gedrukt
worden.
2 Wanneer het te wijzigen recept geselecteerd wordt met de toetsen of , worden op het display
de huidige instellingen van het recept weergegeven.
3 Druk op de toets, het display geeft de vooraf ingestelde functie weer; (raadpleeg “10.6.1
Associëring opschrift display - functie”) om te wijzigen, moet PT2 op de gewenste functie gedraaid
worden.
4 Druk op de toets; op het display begint de bereidingsduur te knipperen, en wanneer u op de
toetsen of handelt, kan de waarde gewijzigd worden.
5 Druk op de toets : op het display verschijnt knipperend de vooraf ingestelde temperatuur, en draai
aan PT1 om de waarde te wijzigen.
. Bovendien kunnen de
6 Druk op de toets om de programmering van het recept te verlaten.
120
Instructies voor de gebruiker
10.6 Tabel met vooraf bepaalde recepten:
KlasseTyp eGew.Temp.
(°C)
0.7 Kg20030
Duur
kooktijd
(min)
Func.Aanbevolen
vlak
RundvleesRoast beef
Varkensvlees Gebraad
KipGebraden kip
LamsvleesGebraden bout
VisZeebaars in folie
GroentenGevulde paprika’s
1 Kg20040
1.5 Kg20065
0.5 Kg18050
1 Kg19075
1.5 Kg180110
0.5 Kg19040
1 Kg19060
2 Kg18090
1.0 Kg19065
1.5 Kg19090
0.7 Kg20035*
1.0 Kg20045
1 Kg17045*
1.5 Kg16050
2 Kg16060
*
*
*
*
PizzaGevulde pizza1 pizza2808*
Ta ar tAppelvlaai8 personen17060*
De bereidingstijden die worden beschreven in de tabel zijn in verband met het voedsel dat wordt
aangeduid in het recept, en kunnen wijzigen naargelang het gewicht.
De tabel bevat de gegevens die werden ingesteld in de fabriek. Wanneer u de originele instellingen van
een recept na een eventuele wijziging weer wil invoeren, is het voldoende om de gegevens van de tabel
in te voeren.
(* originele instellingen).
Wanneer de besparingsfunctie werd geactiveerd (raadpleeg het secundair menu), kunnen de
bereidingstijden wijzigen van diegene die worden aangeduid.
10.6.1Associëring opschrift display - functie
F0:01F0:02F0:03F0:04F0:05F0:06F0:07F0:08
ECOStatischGrill
draaispit
Stat.
geventileerd
Grill
geventileerd
Bodemvlak
geventileerd
CirculatieTurbo
121
Instructies voor de gebruiker
10.7 Secundair menu
Dit product is tevens uitgerust met een verborgen “secundair menu”, waarmee de gebruiker het
volgende kan uitvoeren:
De kinderbeveiliging activeren of desactiveren .
De Show Room functie activeren of desactiveren (die alle verwarmingselementen desactiveert en enkel
het bedieningspaneel laat werken).
De functie van de vermogensbeperking activeren of desactiveren.
Druk, met de draaiknop PT2 op “O”, gelijktijdig en voor minstens 3 seconden op de toetsen en
om het secundair menu weer te geven.
Met de toetsen en is het mogelijk om de staat van de instelling (ON / OFF) (HI / LO).
Druk op om over te gaan naar de instelling van de volgende functie.
Functie van de kinderbeveiliging: wanneer deze functie wordt
geactiveerd, worden de bedieningen na twee minuten van
werking zonder handelingen door de gebruiker automatisch
geblokkeerd, en zal het symbool oplichten. Om de blokkering
tijdelijk uit te schakelen tijdens een bereiding, moet u de toets
indrukken voor minstens 3 seconden. De blokkering zal twee
minuten na de laatste instelling weer actief worden.
Wanneer aan de draaiknop PT2 wordt gedraaid, wordt de
opschrift “BLOC” permanent weergegeven. De opschrift
verdwijnt enkel wanneer de draaiknop weer op de
originele plaats wordt gedraaid. Wanneer aan de draaiknop PT1
wordt gedraaid, wordt de temperatuur van de bereiding niet
gewijzigd maar wordt de opschrift “BLOC” weergegeven.
Functie show room: (enkel voor exposanten) wanneer deze
functie geactiveerd wordt, desactiveert de oven alle
verwarmingselementen maar blijft het bedieningspaneel actief.
Om de oven normaal te gebruiken, moet deze functie ingesteld
worden op OFF. Tijdens een bereiding verschijnt op het display
de opschrift SHO (elke minuut), wat aanduidt dat de show room
functie geactiveerd werd.
122
Functie vermogensbeperking: wanneer LO wordt
geselecteerd, absorbeert de hoofdzakelijke oven tijdens de
bereidingen een beperkt vermogen dat afhankelijk is van het
model. Selecteer HI om het normale verbruik weer te activeren.
Voor het opslaan van de instellingen, in het beeldscherm van de selectie “modaliteit vermogensbegrenzer”, moet
het secundaire menu verlaten worden en op de toets , gedrukt worden, of moet enkele seconden gewacht
worden. In het omgekeerde geval worden de uitgevoerde instellingen niet opgeslagen.
Instructies voor de gebruiker
11.HET GEBRUIK VAN DE HULPOVEN
11.1 Het eerste gebruik
Het gebruik van de hulpoven is onafhankelijk van de instellingen die uitgevoerd werden op de
hoofdzakelijke oven of de elektronische programmeereenheid. Het is dus mogelijk om de gewenste
functie op eender welk moment te selecteren, door eenvoudigweg aan de overeenkomstige draaiknop te
draaien.
De keuze van de bereidingstemperatuur wordt uitgevoerd door de knop in
wijzerszin op de gewenste waarde te draaien, tussen 50° en 245°C.
Het oplichten van de controlelamp meldt dat de oven aan het
voorverwarmen is.
Wanneer deze controlelamp uitgaat, werd de ingestelde temperatuur
bereikt. Het regelmatig aan- en uitschakelen duidt aan dat de temperatuur in
de oven constant op het ingestelde niveau wordt gehouden.
De bereidingen waarvoor het niet mogelijk is om de temperatuur te
selecteren, worden aan het maximum uitgevoerd.
Wanneer beide ovens gelijktijdig gebruikt worden, kan dit tot problemen leiden met de delicate
bereidingen
123
Instructies voor de gebruiker
12.BEREIDINGEN MET DE OVEN
12.1 Beschrijving van de selecteerbare functies
ECO:
De combinatie van de grill en de onderste weerstand wordt aanbevolen voor bereidingen
van kleine hoveelheden voedsel, aan een laag energieverbruik.
STATISCH:
De warmte wordt gelijktijdig bovenaan en onderaan afgegeven, en maakt dit systeem
geschikt voor het bereiden van speciale types van voedsel. De traditionele bereiding, die
ook statisch of warmtestraling wordt genoemd, is geschikt voor het klaarmaken van één
gerecht per keer. Het is ideaal voor alle types van gebraden, brood en gevulde taarten, en
het is vooral geschikt voor vet vlees zoals gans en eend.
GRILL:
Met de warmte die van de grillweerstand komt, kunnen uitstekende resultaten bereikt
worden zoals het roosteren van dun en iets dikker vlees, en in combinatie met het draaispit
(waar voorzien) wordt op het einde van de bereiding een uniforme goudbruine kleur
verkregen. Ideaal voor worsten, ribbetjes en bacon. Met deze functie kan een grote
hoeveelheid voedsel, en vooral vlees, uniform gegrilld worden.
GRILL DRAAISPIT:
(Enkel het pyrolytisch model)
Het draaispit werkt in combinatie met de grillweerstand, zodat het voedsel een perfect
goudbruine kleur krijgt.
STATISCH GEVENTILEERD:
De werking van de ventilator, gecombineerd met de traditionele bereiding, verzekert ook
voor ingewikkelde recepten homogene bereidingen. Ideaal voor koekjes en taarten, die ook
gelijktijdig op meerdere niveau's kunnen bereid worden.
GRILL GEVENTILEERD:
De lucht afkomstig van de ventilator verzacht de warmtegolven die worden verkregen door
de grill, zodat ook dik voedsel uitstekend wordt gegrilld. Ideaal voor grote stukken vlees
(bijv. varkensscheenbeen).
BODEMVLAK GEVENTILEERD:
Met de combinatie van de ventilator en enkel de onderste weerstand zal de bereiding
sneller klaar zijn. Dit systeem wordt aanbevolen voor het steriliseren of voor het voltooien
van voedsel dat reeds goed oppervlakkig gaar is, maar nog niet binnenin, en waarvoor dus
een gematigde bovenwarmte nodig is. Ideaal voor elk type van voedsel.
CIRCULATIE:
Met de combinatie van de ventilator en de circulatieweerstand (ingebouwd op de
achterkant van de oven) kan verschillend voedsel op meerdere vlakken bereid worden
waarvoor dezelfde temperatuur en hetzelfde type van bereiding nodig is. De
warmeluchtcirculatie verzekert een onmiddellijke en uniforme verdeling van de warmte. Het
zal bijvoorbeeld mogelijk zijn om gelijktijdig vis, groenten en koekjes klaar te maken, zonder
dat de geur en de smaak zal gemengd worden.
124
TURBO:
Met de combinatie van de geventileerde bereiding en de traditionele bereiding kan erg snel
en doeltreffend verschillend voedsel op meerdere vlakken klaargemaakt worden, zonder
het mengen van geuren of smaken.
Ideaal voor omvangrijk voedsel waarvoor een intense bereiding nodig is.
ONTDOOIEN:
Het ontdooien wordt bevorderd door de activering van de daarvoor bestemde ventiltor en
de weerstand bovenaan, die een uniforme verdeling van de lucht aan een lage temperatuur
in de oven garanderen. In bepaalde modellen integreert deze functie het rijzen. De keuze
van het ontdooien of het rijzen gebeurt naargelang de gekozen temperatuur. Wanneer u wil
ontdooien, moet de temperatuur op 30°C ingesteld worden, voor het rijzen op 40°C.
Instructies voor de gebruiker
12.2 ADVIES EN HANDIGHEIDJES VOOR DE BEREIDING
ADVIES IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES:
• Gebruik enkel originele ovenschalen van SMEG.
• Het handvat van de ovenschaal moet naar de ovendeur gericht worden.
• Plaats de ovenschalen helemaal in de oven.
• Gebruik enkel originele roosters van SMEG.
• Het profiel van het rooster moet naar onder toe geplaatst worden.
• Plaats de roosters helemaal in de oven.
• Voor een optimale bereiding wordt aanbevolen om het keukengerei in het midden van
het rooster te plaatsen.
ALGEMEEN ADVIES:
• Er wordt aangeraden om het voedsel in de oven te plaatsen nadat de oven zelf
werd opgewarmd. Plaats het voedsel dus enkel in de ovenruimte wanneer het
symbool op het display niet meer knippert, en nadat het geluidssignaal bevestigt dat
de ingestelde temperatuur bereikt werd.
• Wanneer op meerdere niveau’s wordt bereid, is het best om de ventilatiefunctie te
gebruiken om een uniforme bereiding te verkrijgen.
• In het algemeen is het niet mogelijk om de bereidingstijden te verkorten door de
temperatuur te verhogen (het voedsel zou aan de buitenkant goed gebakken kunnen
zijn, maar binnenin minder).
• Tijdens het bereiden van gebak of groenten zouden druppels onder de deur kunnen
verschijnen. Dit is een natuurlijk fysisch verschijnsel dat zich vooral voordoet wanneer
het voedsel zonder voorverwarming in de oven wordt geplaatst. Om dit te vermijden,
opent u de deur enkele keren tijdens de bereiding.
ADVIES VOOR HET BEREIDEN VAN VLEESGERECHTEN:
• De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte en
van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
• Om energie te besparen voor de bereiding van gebraad, wordt aangeraden om het
voedsel in de nog koude oven te plaatsen.
• Er wordt aangeraden om een thermometer voor vlees te gebruiken tijdens de bereiding
van gebraad, of door eenvoudigweg met een lepeltje op het gebraad te duwen;
wanneer het stevig is, is het gaar, zoniet moet u nog even wachten.
ADVIES VOOR HET BEREIDEN VAN GEBAK EN KOEKJES:
• Gebruik bij voorkeur metalen en donkerkleurige gebakvormen; deze helpen om de
warmte beter te absorberen.
• De temperatuur en de duur van de bereiding hangen af van de kwaliteit en de dikte van
het deeg.
• De tabellen duiden de temperatuursvelden aan; probeer eerst de laagste temperatuur
(met een lagere temperatuur wordt een uniformere goudbruine laag verkregen), en
wanneer u niet tevreden bent, verhoogt u de temperatuur bij de volgende bereidingen.
• Controleer of het gebak binnenin gaar is: Steek ongeveer 10 minuten vóór het einde
van de bereiding een tandenstoker in het hoogste punt van het gebak. Wanneer het
deeg niet aan de tandenstoker blijft plakken, is het gebak klaar.
• Wanneer het gebak verslapt wanneer het uit de oven wordt gehaald, moet bij de
volgende bereiding de temperatuur ongeveer 10°C lager worden ingesteld, en moet
eventueel een langere bereidingstijd geselecteerd worden.
125
Instructies voor de gebruiker
12.3 Tabel met bereidingen:
FUNCTIEPOSITIE VAN
DE GELEIDER
VANAF
ONDERAAN
PASTA OF RIJST
LASAGNEStatisch1220 - 23050 - 60
PASTA IN DE OVENStatisch1220 - 23040
VLEES
KALFSGEBRAADStat. geventileerd2180 - 19070 - 80
VARKENSLENDEStat. geventileerd2180 - 19070 - 80
SCHOUDERKARBONADETurbo2180 - 19090 - 100
GEBRADEN KONIJNCirculatie2180 - 19070 - 80
KALKOENBOUTStat. geventileerd2180 - 190110 - 120
VARKENSNEKTurbo2180 - 190190 - 210
TEMP. °CTIJD IN
MINUTEN
GEBRADEN KIPTurbo2180 - 19060 - 70
GEGRILLD VLEES
VARKENSKOTELETGrill geventileerd42607 - 95 - 7
VARKENSFILETGrill32609 - 115 - 9
RUNDFILETGrill32609 - 119 - 11
LEVERPLAKJESGrill geventileerd42602 - 32 - 3
WORSTGrill geventileerd32607 - 95 - 6
GEHAKTBALLETJESGrill32607 - 95 - 6
VLEES AAN HET SPIT
KIPGrill draaispitOp de stok250 - 26060 - 70
VIS
ZALMFORELBodem circ./gev.2150 - 16035 - 40
PIZZAStat. geventileerd1250 - 2806 - 10
BROODCirculatie2190 - 20025 - 30
FOCACCIATurbo2180 - 19015 - 20
GEBAK
1. ZIJDE 2. ZIJDE
126
DONUTStat. geventileerd216055 - 60
VLAAIStat. geventileerd216030 - 35
ZANDDEEGBodem - circ./gev.2160 - 17020 - 25
GEVULDE TORTELLINITurbo216020 - 25
TAART "PARADISO"Stat. geventileerd216055 - 60
SOEZENTurbo2150 - 16040 - 50
BISCUITCirculatie2150 - 16045 - 50
BRIOCHECirculatie216025 - 30
Instructies voor de gebruiker
13.GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
Wanneer de kookplaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de
maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten
verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
13.1 Kookzones
Het toestel heeft 5 kookzones met verschillende
diameters en vermogens. Hun positie wordt
duidelijk aangegeven door cirkels, en de warmte
wordt afgebakend binnen de diameters die op het
glas zijn aangebracht. De 5 kookzones zijn van het
type HIGH-LIGHT; ze schakelen na enkele
seconden aan, en de verwarming kan geregeld
worden door middel van de draaiknop op het
frontpaneel.
13.2 Controlelampen van de restwarmte
De vijf controlelampen, die zich vooraan tussen de kookzones bevinden, lichten op
wanneer de temperatuur van één of meerdere verwarmingszones warmer is dan 60°C.
Dit mechanisme detecteert ook na het gebruik van de plaat of één of meerdere platen
nog warm zijn. De controlelampen zullen pas uitgaan wanneer de temperatuur tot onder
ongeveer 60° is gedaald.
Hou kinderen uit de buurt van de platen; ze zouden de controlelampen van de restwarmte niet
kunnen opmerken. De kookzones blijven na gebruik zeer warm voor een bepaalde periode, ookal
zijn ze uitgeschakeld.
HOU KINDEREN UIT DE BUURT ZODAT ZE DE PLATEN NIET KUNNEN AANRAKEN.
13.3 Advies voor het gebruik van de kookplaat
Voor een goed rendement en een juist energieverbruik mogen alleen pannen worden gebruikt die
geschikt zijn voor gebruik op elektrische kookzones:
• De bodem van de pannen moet erg dik en perfect vlak zijn, en moet
bovendien schoon en droog zijn, evenals de kookplaat zelf.
• Gebruik geen gietijzeren pannen of pannen met een ruwe bodem,
omdat die het oppervlak van de kookplaat zouden kunnen krassen.
• De diameter van de bodem van de pannen moet gelijk zijn aan de
diameter van de cirkel op de kookzones; wanneer deze diameters niet
overeenkomen, is er energieverspilling.
Let op om geen suiker of zoetigheden te morsen op de plaat tijdens de
bereiding, of om geen materialen of stoffen op de plaat te plaatsen die
zouden kunnen smelten (plastic of aluminiumfolie); wanneer dit toch
gebeurt, moet de verwarming onmiddellijk uitgeschakeld worden en moet
de nog lauwe plaat gereinigd worden met de bijgeleverde schraper om de
staat van het oppervlak niet te beschadigen. Als de glaskeramische plaat
niet onmiddellijk schoon gemaakt wordt, bestaat het risico voor
afzettingen die niet meer verwijderd kunnen worden als de plaat
eenmaal afgekoeld is.
127
Instructies voor de gebruiker
14.REINIGING EN ONDERHOUD
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden.
Gebruik geen dampstraal om het toestel te reinigen.
14.1 Het reinigen van roestvrij staal
Voor een goede bewaring van het roestvrij staal moet u het regelmatig na elk gebruik van het fornuis
reinigen, nadat het afgekoeld is.
14.2 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het reinigen en bewaren van de roestvrije stalen oppervlakken steeds en uitsluitend
specifieke producten, die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten.
Gebruiksaanwijzing: giet het product op een vochtige doek en reinig hiermee het oppervlak, spoel
grondig, en droog met een zacht doek of met een zeemvel.
14.3 Voedselvlekken of -resten
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers, zodat de oppervlakken niet
worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal, en eventueel houten of plastic
materiaal. Spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een zeemvel. Vermijdt om
etensresten op suikerbasis (bv. jam) te laten opdrogen in de oven. Wanneer het te lang
opdroogt, kan het email in de oven beschadigd worden.
14.4 Reiniging van de oven
Om de oven in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden.
Verwijder alle verwijderbare delen.
• Reinig de ovenroosters met warm water en
niet-schurende reinigingsmiddelen; spoel en
droog ze daarna.
• Om de reiniging van de oven te
vergemakkelijken, kan u de ovendeur
verwijderen (raadpleeg de paragraaf “15.2
Demontage van de deur”).
Er wordt aangeraden om de oven voor ongeveer 15/20 minuten maximaal te verwarmen nadat
specifieke producten gebruikt werden om de afgezette resten in de oven te elimineren.
14.5 Reiniging van de ruiten van de deur
Er wordt aangeraden om deze steeds goed rein te houden. Gebruik absorberend keukenpapier; bij
hardnekkig vuil moet u ze reinigen met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Tijdens het reinigen moet u het toestel zorgvuldig drogen om te voorkomen dat waterdruppels en het
reinigingsmiddel de correcte werking en het uitzicht schaden.
Gebruik voor het reinigen van de ruiten geen schurende of bijtende reinigingsmiddelen (bijv. poeders,
ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes). Gebruik voor het reinigen van de ruiten van de
oven geen ruwe of schurende materialen of scherpe metalen krabbers, die het glas zouden kunnen
krassen en versplinteren.
128
Instructies voor de gebruiker
15.BUITENGEWOON ONDERHOUD
De oven heeft regelmatig kleine onderhoudshandelingen of de vervanging van delen die onderhevig zijn
aan slijtage nodig, zoals de pakkingen, de lampjes, enz. Vervolgens worden de specifieke aanwijzingen
aangeduid voor elk type van deze handelingen.
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden.
15.1 De vervanging van de lamp voor de verlichting
Verwijder de beschermende bedekking A door ze in wijzerszin los te draaien; vervang de lamp B met
een andere van hetzelfde type (25 W). Monteer de beschermende bedekking A weer.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
15.2 Demontage van de deur
Open de deur volledig, plaats de hendels B
omhoog en grijp de deur aan de zijkanten met
beide handen vast, nabij de scharnieren A. Hef
de deur op met een hoek van ongeveer 45°, en
verwijder ze. Om de deur weer te monteren,
plaatst u de scharnieren A in de daarvoor
bestemde gleuven, en laat u vervolgens de deur
weer zakken en koppelt u de hendeltjes B los.
15.3 Demontage van de pakking
Voor een grondige reiniging van de oven kan de pakking van de deur
verwijderd worden.
Vooraleer u de pakking verwijdert, moet de deur gedemonteerd worden zoals
eerder werd beschreven. Wanneer de deur gedemonteerd is, heft u de lipjes
in de hoeken op zoals wordt aangeduid in de figuur.
129
Instructies voor de gebruiker
15.4 Oplossingen voor problemen…
Het display van de oven is volledig
uitgeschakeld:
De oven warmt niet op:• Controleer of de functie “show room” ingesteld
De bedieningen reageren niet:• Controleer of de functie “kinderbeveiliging”
• Controleer de stroomtoevoer.
• Controleer of een eventuele omnipolaire
schakelaar vóór de stroomtoevoer van de oven
zich in “On” bevindt.
werd; raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf “10.7 Secundair menu”.
ingesteld werd; raadpleeg voor meer informatie
de paragraaf “10.7 Secundair menu”.
De bereidingstijden blijken te hoog tegenover
diegene die worden aangeduid in de tabel:
Na de automatische reinigingscyclus
“pyrolyse” (enkel op sommige modellen) kan
geen functie geselecteerd worden:
Het display geeft de opschrift ERR 4 weer
(enkel op pyrolytische modellen):
De ventilator stopt met draaien wanneer de deur
wordt geopend tijdens een geventileerde
functie:
Wanneer het probleem niet wordt opgelost, of voor andere types van defecten, contacteert u de
dichtstbijzijnde assistentiedienst.
• Controleer of de functie “vermogensbeperking”
ingesteld werd; raadpleeg voor meer details de
paragraaf “10.7 Secundair menu”.
• Controleer of de deurblokkering uitgeschakeld
is; in het omgekeerde geval werd de oven
voorzien van een bescherming waarmee de
selectie van een functie niet kan uitgevoerd
worden terwijl de deurblokkering actief is.
• De deurblokkering is niet goed aan de deur
gekoppeld; dit omdat het mogelijk is dat de deur
toevallig werd geopend tijdens de activatie van
de blokkering zelf. Schakel de oven uit en weer
aan, en wacht enkele minuten voordat een
nieuwe reinigingscyclus wordt geselecteerd.
• Dit is geen defect, maar de normale werking van
het product, en ze is nuttig wanneer u tijdens de
bereiding het voedsel wil controleren; op deze
manier gaat er niet te veel warmte verloren.
Wanneer de deur wordt gesloten, zal de
ventilator weer gaan draaien.
130
Instructies voor de installateur
16.DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en volgens de van kracht zijnde
normen.
Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimum
afstand van 5 cm van de zijkant van het toestel, zoals wordt aangeduid in de tekeningen A en B van de
installatieklassen. Keukenkasten of afzuigkappen die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op
een afstand van minstens 75 cm bevinden
A) B)
Ingebouwd toestelVrijstaand toestel
16.1 Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn overeenstemmen met de kenmerken
die worden aangeduid op het plaatje intern de bergruimte. Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Wanneer het toestel aan het netwerk wordt verbonden met een vaste aansluiting, moet op de
stroomtoevoerlijn een omnipolair onderbrekingsmechanisme voorzien worden, met een
openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm, dat zich op een makkelijk bereikbare plaats
nabij het toestel bevindt.
De aansluiting op het elektriciteitsnet kan vast of met een stekker en stopcontact zijn. In het laatste geval
moeten die geschikt zijn voor de gebruikte kabel en conform de van kracht zijnde normen zijn. Voor elk
type van aansluiting moet het toestel verplicht een aarding hebben. Vóór de aansluiting moet u
controleren of de stroomtoevoerlijn voorzien is met een geschikte aarding. Vermijdt het gebruik van
adapters die oververhittingen zouden kunnen veroorzaken.
131
Instructies voor de installateur
Werking op 380-415V3N~: gebruik een vijfpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 5 x 2,5 mm
Werking op 380-415V2N~: gebruik een vierpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 4 x 4 mm
Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 3 x 6 mm
De aardleiding (geel-groen) van het uiteinde dat op het apparaat
moet worden aangesloten, moet tenminste 20 mm langer zijn dan de
andere draden.
2
).
2
).
2
).
AANDACHT: De bovenstaande waarden hebben betrekking tot de diameter van de interne geleider.
DE FABRIKANT WIJST IEDERE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR LETSELS AAN PERSONEN OF
MATERIËLE SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE
VOORSCHRIFTEN.
16.2 Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen)
Na het uitvoeren van de elektrische aansluiting moet de oven genivelleerd worden met behulp van de
vier regelbare pootjes. Om een goede bereiding te verkrijgen, is het absoluut noodzakelijk dat het toestel
correct genivelleerd wordt op de ondergrond. Afhankelijk van het aangekochte model kan de regeling
van de hoogte van de pootjes wijzigen van 70 tot 95 mm, en van 110 tot 160 mm. Deze hoogten duiden
de afstand aan van het hoogste punt (vaste gedeelte) tot het laagste punt van het pootje (regelbare
gedeelte dat op de grond rust).
132
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.