8.INSTALLATIE VAN DE OVEN......................................................... 109
DEZE AANWIJZINGEN ZIJN ENKEL GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING
WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN AANGEDUID WORDEN OP DE COVER
VAN DEZE HANDLEIDING.
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u advies betreffende het
gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte handelingen
voor de reiniging en het onderhoud van het toestel.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de
gekwalificeerde technicus die de installatie, de indienststelling en de
keuring van het toestel moet uitvoeren.
91
Algemene waarschuwingen
1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. ZE MOET
INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE
GEBRUIKSDUUR VAN HET TOESTEL.
DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWEZIGE AANDUIDINGEN MOETEN
AANDACHTIG DOORGELEZEN WORDEN VOORDAT HET TOESTEL IN GEBRUIK
WORDT GENOMEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE
RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS VOORZIEN VOOR PROFESSIONEEL GEBRUIK,
EN IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN. HET
TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING VAN
VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJJK BESCHOUWD
WORDEN.
DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
WANNEER HET TOESTEL IN BOTEN OF CARAVANS GEÏNSTALLEERD WORDT, MAG
HET NIET GEBRUIKT WORDEN OM DE OMGEVINGEN TE VERWARMEN.
GEBRUIK DIT TOESTEL NOOIT VOOR DE VERWARMING VAN DE WONING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE
RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE
TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN
VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE
GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
ZORG ER VOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN
DE WARMTE-AFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
92
GA NIET STEUNEN OF ZITTEN OP DE GEOPENDE DEUR VAN HET TOESTEL.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR AANGEBRACHT OP HET
TOESTEL.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE
BESCHERMENDE FOLIES VAN DE BINNENKANT EN DE BUITENKANT VAN HET
TOESTEL VERWIJDEREN.
LET OP DAT GEEN VOORWERPEN VASTRAKEN IN DE DEUR VAN DE OVEN.
Algemene waarschuwingen
TIJDENS HET GEBRUIK VAN HET TOESTEL WORDT DE BINNENKANT ZEER HEET.
ER WORDT AANBEVOLEN OM VOOR ELKE HANDELING SPECIALE THERMISCHE
HANDSCHOENEN TE DRAGEN.
DE OVENSCHALEN MOETEN VÓÓR GEBRUIK GEWASSEN WORDEN MET EEN
DAARVOOR BESTEMD REINIGINGSMIDDEL (GEBRUIK GEEN SCHURENDE
PRODUCTEN).
DE OVEN KAN MAXIMAAL 3.5 KG BEVATTEN.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN STALEN SPONZEN OF SCHERPE
KRABBERS ZODAT DE VLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD.
GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE PRODUCTEN, EN
EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC KEUKENGEREI. SPOEL
ZORGVULDIG, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF EEN DOEK IN
MICROFIBER.
VERMIJD DAT ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS OPDROGEN IN DE
OVEN (BIJV.JAM). WANNEER ZE TE LANG OPDROGEN, KAN HET DE
OPPERVLAKKEN BESCHADIGEN.
GEBRUIK GEEN KEUKENGEREI OF DOZEN DIE PLASTIC MATERIAAL BEVATTEN.
DE HOGE TEMPERATUREN IN DE OVEN KUNNEN DIT MATERIAAL DOEN SMELTEN,
ZODAT HET TOESTEL KAN BESCHADIGD WORDEN.
GEBRUIK GEEN GESLOTEN DOZEN OF BAKJES IN HET TOESTEL. TIJDENS DE
BEREIDING KAN EEN OVERDRUK IN DE BAKJES GEVAAR OP ONTPLOFFINGEN
CREËREN.
LAAT HET TOESTEL NIET ONBEWAAKT ACHTER TIJDENS BEREIDINGEN WAAR
VETTEN EN OLIES KUNNEN VRIJKOMEN.
DE VETTEN EN DE OLIES KUNNEN VLAM VATTEN.
BEDEK TIJDENS DE BEREIDING DE BODEM VAN DE OVEN NIET MET
ALUMINIUMFOLIE OF DERGELIJK, EN PLAATS HIEROP GEEN PANNEN OF
OVENSCHALEN OM BESCHADIGING AAN HET OPPERVLAK TE VERMIJDEN.
DE DEUR MOET TIJDENS ALLE BEREIDINGEN GESLOTEN BLIJVEN.
93
Algemene waarschuwingen
2. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOESTELLEN OF TOESTELLEN OP
GAS, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES.
IN HET BELANG VAN UW VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD DAT DE
INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE TOESTELLEN MOET
UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PRSONEEL, MET INACHTNEMING VAN
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN.
ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN HET BESTE RESULTAAT.
ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN MOETEN STEEDS DOOR EXPERTS WORDEN
LOSGEKOPPELD.
CONTROLEER VOORDAT HET TOESTEL AANGESLOTEN WORDT OP HET
STROOMNET OF DE GEGEVENS DIE AANGEDUID WORDEN OP HET PLAATJE
OVEREENKOMEN MET DIEGENE VAN HET STROOMNET ZELF.
VOORDAT DE HANDELINGEN VAN DE INSTALLATIE / ONDERHOUD UITGEVOERD
WORDEN, MOET GECONTROLEERD WORDEN OF HET TOESTEL NIET VAN
STROOM WORDT VOORZIEN.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN HET
RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE
VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
ALS DE STROOMKABEL BESCHADIGD IS, MOET DEZE ONMIDDELLIJK WORDEN
VERVANGING.
94
DE AARDING MOET VERPLICHT AANGEBRACHT WORDEN VOLGENS DE
VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET
TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN AANGEDUID.
ALS HET TOESTEL NIET WERKT, MOET HET LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET
ELEKTRICITEITSNET EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE
ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: ALS DEZE
ONOPZETTELIJK INGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE
WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
HET TOESTEL
IS BESTEMD VOOR PROFESSIONEEL GEBRUIK DOOR
OPGELEID PERSONEEL. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN HET TOESTEL
WANNEER HET AANGESCHAKELD IS, EN LAAT ZE ER NIET MEE SPELEN.
Algemene waarschuwingen
PLAATS GEEN METALEN EN PUNTIGE VOORWERPEN (BESTEK OF
GEREEDSCHAPPEN) IN DE SPLETEN VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET TOESTEL TE REINIGEN.
DE STOOM ZOU DE ELEKTRISCHE DELEN KUNNEN BEREIKEN, ZODAT DEZE
BESCHADIGD KUNNEN WORDEN EN KORTSLUITING KUNNEN VEROORZAKEN.
VOER GEEN WIJZIGINGEN AAN DIT TOESTEL UIT.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN NABIJ HET TOESTEL WANNEER HET IN WERKING
IS.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN WANNEER HET TOESTEL NOG WARM IS.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of
materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van deze voorschriften, of
door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel of door
het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
95
Waarschuwingen voor de afvalverwerking
3. ZORG VOOR HET MILIEU
3.1Onze zorg voor het milieu
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de
beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
toestellen, en ook de verwerking van afval. Het symbool van de doorkruiste
vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde
van zijn gebruiksduur gescheiden ingezameld moet worden. De gebruiker moet
de apparatuur dus op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte
centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of
overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig toestel
wordt gekocht. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende
recyclage van de apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch
compatibele verwerking draagt bij tot het vermijden van mogelijke negatieve
gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het recycleren
van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het
product illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.
Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het
milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
3.2Uw zorg voor het milieu
96
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen
gebruikt die het milieu niet belasten, en die recycleerbaar zijn. Wij verzoeken
om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een correcte verwerking van
de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de
adressen van afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor
kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn
gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die
verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met
een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de
werkvlakken niet verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in
de oven zouden kunnen opsluiten. Bovendien moet de stroomkabel
doorgesneden worden en samen met de stekker verwijderd worden.
Instructies voor de gebruiker
4. KEN UW OVEN
OVENVENTILATOR
LAMP
FRAMES ROOSTERS EN OVENSCHALEN
BEDIENINGSPANEEL
97
Instructies voor de gebruiker
4.1BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
98
THERMOSTAATKNOP
Hiermee kan de meest geschikte temperatuur voor de bereiding
van het voedsel geselecteerd worden.
De temperatuur kan worden geregeld door de knop in wijzerszin te
draaien tot de gewenste waarde wordt bereikt, tussen 50° en
250°C. De regeling is progressief, dus alle waarden tussen de
aangeduide cijfers kunnen gebruikt worden.
Met deze knop kan ook de grill functie worden ingeschakeld door
hem op het symbool te zetten (alleen voor modellen met grill).
ORANJE CONTROLELAMP
De oven wordt opgewarmd. Wanneer de lamp uitgaat, heeft de
oven de temperatuur bereikt die ingesteld werd met de
thermostaatknop. Het aan- en uitgaan van deze lamp tijdens de
bereiding wijst er op dat de temperatuur in de oven constant wordt
gehouden.
Instructies voor de gebruiker
KNOP BEVOCHTIGING OVEN
(enkel op sommige modellen)
Dient voor de keuze van de geschikte hoeveelheid stoom voor het
te bereiden voedsel.
Wanneer de knop in wijzerszin wordt gedraaid, wordt overgegaan
van de positie 0 (geen levering van stoom) naar de positie 1
(maximum levering van stoom); de levering wordt geactiveerd tot de
knop losgelaten wordt, en de knop dus automatisch terugkeert naar
de positie 0.Opmerking:Voor stoombereidingen moet de thermostaatknop van
de oven tussen 150°C en 250°C geplaatst worden.
Om een goede vochtafvoer te verzekeren is het gebruik van de
stoomfunctie tijdens het grillen afgeraden .
GROENE CONTROLELAMP
Wanneer deze lamp uitgaat, begint de tijdsinstelling van de
bereiding.
Wanneer de lamp oplicht, is de tijdsinstelling van de bereiding
beëindigd.
TIMERKNOP
Hiermee kan de timer of de manuele bereiding geselecteerd
worden, met automatische uitschakeling van de oven op het einde
van de bereiding.
Voor manuele controle van de bakduur, de draaiknop op
symbool draaien.
Draai de knop in wijzerszin om de duur van de bereiding in te
stellen. De getallen van 5 tot 60 komen overeen met minuten. De
regeling gebeurt progressief, dus kan u ook posities selecteren
tussen de aangeduide waarden.
Na de bereiding keert de knop automatisch terug naar de positie 0,
de oven wordt uitgeschakeld en er gaat een geluidssignaal af.
99
Instructies voor de gebruiker
5. HET GEBRUIK VAN DE OVEN
DE OVEN KAN MAXIMAAL 3.5 KG BEVATTEN.
5.1Waarschuwingen en algemeen advies
• Wanneer de oven voor het eerst
wordt gebruikt, wordt aangeraden
om op te warmen tot de maximum
temperatuur, en dit lang genoeg
zodat mogelijke oliehoudende
productieresten verbrandt worden.
• Wanneer gerechten moeten
gecontroleerd worden tijdens de
bereiding, moet de ovendeur zo kort
mogelijk opengehouden worden om
te vermijden dat de temperatuur in
de oven zodanig zakt dat het slagen
van de bereiding in gedrang komt.
Alleen voor modellen met bevochtigingsfunctie:
• Het water voor de ketel van de stoomoven mag niet harder zijn dan 10-11°F.
Gebruik natuurlijk mineraalwater of met een zuiverings- of
onthardingsinstallatie behandeld leidingwater.
• Om te voorkomen dat eventuele damp in de oven ongemakken veroorzaakt,
opent u de ovendeur het best in twee keer: eerst een klein beetje (ongeveer
5-6 cm), wacht daarna ongeveer 4-5 seconden en open hem vervolgens pas
helemaal.
Opmerking: Wanneer de ovendeur wordt geopend, worden de ventilator, de
verwarmingselementen en de stoomemissie automatisch uitgeschakeld.
100
5.2Interne ventilatie (afhankelijk van de modellen)
Bij sommige modellen draait de schroef in de twee richtingen; bij de
opening van de deur wordt de werking automatisch gedesactiveerd, en ze
wordt na het sluiten van de deur weer geactiveerd.
5.3Lamp van de binnenverlichting
De ovenlamp licht op:
• Wanneer de ovendeur geopend wordt (naargelang de modellen).
• Wanneer de thermostaatknop wordt bediend.
Instructies voor de gebruiker
5.4Ontdooiing
TIMERKNOP
IN STAND HANDBEDIENING
THERMOSTAATKNOP
IN VENTILATIESTAND
De luchtcirculatie bij de omgevingstemperatuur zorgt voor een snelle ontdooiing
van het voedsel. Op deze manier wordt diepgevroren voedsel, of afkomstig van
een normale vriezer, snel ontdooid zonder dat de smaak of het uitzicht wijzigt.
5.5Voorverwarming
Voordat de bereiding begint, moet de oven worden voorverwarmd op de
gewenste temperatuur gedurende minstens 15 minuten.
5.6Manuele bereiding
TIMERKNOP
IN STAND HANDBEDIENING
THERMOSTAATKNOP
TUSSEN 50°C EN 250°C
Het oplichten van de oranje controlelamp duidt de voorverwarming aan.
Wanneer de controlelamp uitgaat, werd de ingestelde temperatuur bereikt. Het
aan- en uitgaan van de oranje controlelamp wijst er op dat de temperatuur
constant gehouden wordt.
Voorbeeld
5.7Bereiding met timer
TIMERKNOP
TUSSEN 5’ EN 60’
THERMOSTAATKNOP
TUSSEN 50°C EN 250°C
Het oplichten van de oranje controlelamp duidt de fase van de voorverwarming
aan. Wanneer de controlelamp uitgaat, werd de ingestelde temperatuur bereikt.
Het aan- en uitgaan van de oranje controlelamp wijst er op dat de temperatuur
constant gehouden wordt. Na de bereiding wordt de oven automatisch
uitgeschakeld, de groene controlelamp licht op en het geluidssignaal gaat voor
enkele seconden af; draai de thermostaatknop op positie 0 voor de
uitschakeling.
Voorbeeld
Voorbeeld
101
Instructies voor de gebruiker
5.8Bereiding met bevochtiging (alleen bij sommige modellen)
KNOP BEVOCHTIGING OVEN
THERMOSTAATKNOPTUSSEN 150°C EN 250°C
TIMERKNOP
De oven kan niet worden bevochtigd bij een lagere temperatuur dan 150°C:
lagere temperaturen veroorzaken condens en druppelvorming.
Draai de thermostaatknop daarom op 150°C en wacht tot het
controlelampje van de thermostaat (oranje) uitgaat alvorens de oven te
bevochtigen.
Op positie 1
(max. 3 sec. per keer)
5.9Grillen (alleen bij sommige modellen)
Met de warmte die van de grillweerstand komt, kunnen uitstekende resultaten
bereikt worden zoals het roosteren van dun en iets dikker vlees, en op het einde
van de bereiding wordt een uniforme goudbruine kleur verkregen. Met deze
functie kan een grote hoeveelheid voedsel, en vooral vlees, uniform gegrild
worden. (Gebruik van 3de of 4de vlak).
TIMERKNOP
TUSSEN 5’ EN 60’
THERMOSTAATKNOP
GRILL STAND
Hiermee kan het voedsel snel goudbruin worden gebakken. Er wordt
aangeraden om de ovenschaal op de bovenste geleider te plaatsen. Voor korte
bereidingen en kleine hoeveelheden moet het rooster op de derde geleider
vanaf onderaan geplaatst worden. Voor langere bereidingstijden en grillen
plaatst u de roosters op lagere geleiders, in functie van de grootte van het stuk.
Voorbeeld
102
De grillfunctie is ingesteld op een temperatuur van circa 290°C. De gebruiker
kan deze waarde niet aanpassen.
Grillen kan alleen bij gesloten deur: wanneer de deur wordt geopend worden de
verwarmingselementen uitgeschakeld.
Instructies voor de gebruiker
6. REINIGING EN ONDERHOUD
Belangrijk:
richt de waterstraal niet rechtstreeks tegen de oven; gebruik geen
hogedrukspuit.
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL VOOR DE REINIGING VAN HET
TOESTEL.
Vóór elke ingreep moet de stroomtoevoer van de oven uitgeschakeld
worden.
6.1Reiniging van het roestvrij staal
Voor een goede bewaring van het roestvrij staal moet het regelmatig en
dagelijks gereinigd worden, nadat het afgekoeld is.
Voor de reiniging en de bewaring van het roestvrij staal moeten steeds en enkel
specifieke producten gebruikt worden die geen schurende of zure middelen op
chloorbasis bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en wrijf het over de
oppervlakken, spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een
zeemvel.
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers zodat
de oppervlakken niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal, en
eventueel houten of plastic gereedschappen.
Spoel goed, en droog met een zachte doek of met een zeemvel.
103
Instructies voor de gebruiker
6.2Interne reiniging van de oven
Voor een goede bewaring van de oven moet hij regelmatig en dagelijks
gereinigd worden, nadat hij afgekoeld is. Verwijder alle verwijderbare delen.
Wanneer de geleiderframes worden verwijderd, kunnen de
zijdelen van de oven makkelijker gereinigd worden.
Om de geleiderframes te verwijderen: trek het frame naar de
binnenkant van de oven zodat het uit de klemverbinding A komt,
en verwijder het uit de zitten achteraan B.
• Herhaal na de reiniging de net beschreven handelingen in de
omgekeerde zin om de framegeleiders weer te plaatsen.
104
Instructies voor de gebruiker
6.3Reiniging en demontage van de ruiten van de deur
Om de reiniging te vergemakkelijken, kan u de deur verwijderen (raadpleeg 7.2
Demontage van de deur) en ze op een vaatdoek laten rusten; ofwel opent u de
deur en blokkeert u de scharnieren zodat de ruiten kunnen verwijderd worden.
De ruiten van de deur kunnen volledig gedemonteerd worden, door de volgende
aanwijzingen te volgen.
Verwijdering van de interne ruit:
• Trek de interne ruit in uw richting, en
volg de beweging die wordt aangeduid
door de pijlen. Op deze manier komen
de 4 pinnen, die op de ruit bevestigd
zijn, los uit hun zitten op de ovendeur.
Reiniging:
• Nu kunnen de buitenruit en de eerder
verwijderde ruiten gereinigd worden.
Gebruik absorberend keukenpapier. Bij
hardnekkig vuil moet een vochtige
spons en een neutraal reinigingsmiddel
gebruikt worden.
Het herplaatsen van de ruiten:
• Plaats de interne ruit door de 4 pinnen
die bevestigd zijn op de ruit te centreren
en te klemmen in hun zitten op de
ovendeur, door er lichtjes op te drukken.
Aandacht: voordat de ruiten worden verwijderd, moet gecontroleerd worden of
de scharnieren van de deur in de open positie geblokkeerd werden zoals wordt
beschreven in de paragraaf "7.2 Demontage van de deur". Deze handeling zou
ook nodig kunnen blijken tijdens het verwijderen van de ruiten, wanneer de deur
toevallig los zou komen.
105
Instructies voor de gebruiker
7. BUITENGEWOON ONDERHOUD
Er kunnen regelmatig kleine ingrepen nodig zijn voor het onderhoud of de
vervanging van onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals pakkingen,
lampjes enz.
Hieronder volgen de specifieke aanwijzingen voor elke ingreep van dit type.
Vóór elke ingreep moet de stroomtoevoer van de oven uitgeschakeld
worden.
7.1Vervanging van de lamp
Als een lamp moet vervangen worden, als
gevolg van slijtage of verbranding, moeten de
framegeleiders verwijderd worden.
Raadpleeg “6.2 Interne reiniging van de
oven”.
Verwijder daarna de lampbedekking met
behulp van bijvoorbeeld een
schroevendraaier.
106
Verwijder de lamp door ze los te draaien
zoals wordt aangeduid.
Vervang de lamp met een soortgelijke (25W).
Hermonteer de bedekking op correcte wijze,
zodat de vorming van het interne glas naar
de deur gericht is.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
Instructies voor de gebruiker
7.2Demontage van de deur
Open de deur volledig.
Plaats twee pinnetjes in de gaten van de
tegenoverliggende scharnieren, en koppel
ze vast.
Neem de deur aan beide kanten en met
beide handen vast, hef ze op aan een hoek
van ongeveer 30°, en verwijder ze.
Om de deur weer te monteren, moeten de
scharnieren in de daarvoor bestemde
openingen in de oven geplaatst worden,
zodat de gleuven C helemaal op de
openingen steunen. Laat de deur zakken
zodat ze geplaatst wordt, en verwijder de
pinnetjes uit de gaten van de scharnieren.
7.3Demontage van de pakking
Voor een grondige reiniging van de oven
kan de pakking van de deur verwijderd
worden. Vooraleer u de pakking verwijdert,
moet de deur gedemonteerd worden zoals
eerder werd beschreven. Wanneer de deur
gedemonteerd is, heft u de lipjes in de
hoeken op zoals wordt aangeduid in de
figuur.
107
Instructies voor de gebruiker
7.4Als het toestel niet werkt
Dit product is conform de veiligheidsnormen betreffende elektrische apparaten. Eventuele
technische controles of reparaties mogen uitsluitend door bevoegd personeel worden
uitgevoerd om gevaar voor de gebruiker te vermijden.
Om onnodige kosten te vermijden als het toestel niet mocht werken raden wij
aan om persoonlijk te controleren of de onderstaande handelingen zijn
uitgevoerd alvorens de hulp van de technische dienst in te roepen.
PROBLEEMWAARSCHIJNLIJKE OPLOSSING
De oven werkt niet• De knop van de tijdschakelklok staat
De oven heeft teveel tijd nodig voor de
bereiding, of de bereiding gebeurt te snel
De stoom wordt niet geleverd• De bedieningsknoppen staan niet in
Er vormt zich vocht in de oven en op
de gerechten
Er bevindt zich water in de oven• De inrichting die de watertoevoer
op 0.
• De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
• Er is een mogelijk defect of een
storing in de stroomvoorziening.
• Er zijn onderbroken zekeringen of
schakelaars.
• De temperatuur is niet goed
ingesteld.
de juiste stand.
• De deur van de oven is niet goed
gesloten.
• Het voedsel blijft te lang in de oven na
de voltooiing van de bereiding. Laat het
niet langer dan 15/20 minuten in de
oven nadat de bereiding voltooid is.
naar de oven controleert, functioneert
niet goed.
• De toevoer werd voor een te lange duur
ingeschakeld.
108
Instructies voor de installateur
8. INSTALLATIE VAN DE OVEN
De oven moet vrij op een horizontaal werkvlak geïnstalleerd worden. De afstand
tot de achterwand moet zodanig zijn dat het klemmenbord makkelijk kan bereikt
worden voor het uitvoeren van de aansluiting van de stroomkabel. Het toestel
moet geïnstalleerd worden door een gekwalificeerd technicus, en volgens de
EG-RICHTLIJNEN die actueel van kracht zijn.
8.1Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die worden aangeduid op het plaatje op de
zijkant van de oven. Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
De oven is uitgerust met een driepolige kabel H07RN-F voor gebruik met
220-240V∼ en (voor sommige modellen) met een voedingsstekker.
De bijgeleverde kabel is driepolig 3 x 1.5 mm2 type H07RN-F.
De vervanging van de stroomkabel moet uitgevoerd worden door de
constructeur of door een erkend assistentiecentrum, zodat eender welk risico
vermeden wordt.
De stekker en het stopcontact in de muur moeten van hetzelfde type zijn
(in overeenstemming met de geldende normen). Controleer of de
stroomtoevoerlijn voorzien is van een geschikte aarding. Vermijdt het gebruik
van adapters, reducties of aftakkingen.
Als het toestel permanent aangesloten is op het elektriciteitsnet, moet op de
toevoerlijn een omnipolair onderbrekingsmechanisme geïnstalleerd worden met
een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm, op een positie die
makkelijk bereikbaar is en zich nabij het toestel bevindt.
AANDACHT: als de fasespanning onder 190V∼ daalt, kan een prestatieval van
de oven gebeuren die niet te wijten is aan het product zelf.
De klem met dit symbool verbindt de delen onderling die zich gewoonlijk op het
aardpotentiaal bevinden. Sluit de toestellen op gepaste wijze aan door middel
van het gebruik van deze klem zodat de equipotentialiteit gegarandeerd wordt.
109
Instructies voor de installateur
8.1.1 Veiligheidsthermostaat
De oven heeft een veiligheidmechanisme dat ingrijpt in geval van een slechte
werking. Voor de reset van de veiligheid moet de technische assistentiedienst
gecontacteerd worden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsels aan
personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van
bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van een afzonderlijk
deel van het apparaat.
8.2Nivellering
Nivelleer de oven op de grond door middel van de vier regelbare pootjes. Draai
het voetje los om de nivellering te regelen. De regelschroef kan voor 10 mm
verplaatst worden.
8.3Afvoerbuis van de rook
Afhankelijk van het model zijn achteraan de oven een of twee afvoerbuizen van
de stoom voorzien die geproduceerd wordt tijdens de bereiding. Deze moeten
vrijgelaten worden.
Ze mogen niet verpletterd worden.
110
Instructies voor de installateur
aaaaaaaaaaa
8.4Hydraulische aansluiting (alleen bij model met
bevochtigingsfunctie
Sluit de invoerplug van het water aan op
de achterkant op een waterplug met
geschroefdrade opening ¾”, en maak ze
goed vast aan de buis.
Als de bebuizing van het water nieuw is
of lang inactief bleef, moet gecontroleerd
worden of het water helder wordt en
geen onzuiverheden bevat voordat de
aansluiting uitgevoerd wordt. Zonder
deze voorzorgsmaatregel bestaat het
risico dat water ingevoed wordt dat het
toestel kan verstoppen en dus kan
beschadigen.
Er wordt aangeraden de oven te voorzien
met een waterdruk tussen: min. 50 kPa
en max. 500 kPa.
)
111
Instructies voor de installateur
8.5Multi-installaties
Bij multi-installaties moeten de toestellen minstens 50 mm van de achterwand
en 30 mm van een eventuele zijwand worden geinstalleerd.
Parallel installeren: houd een minimum afstand van 50 mm tussen beide
toestellen.
Boven elkaar installeren: installeer maximum twee toestellen op elkaar.
Draai de voetjes van het bovenste toestel zodat de minimum afstand tussen
beide apparaten 30 mm bedraagt; plaats het bovenste toestel 30 mm achteruit
t.o.v. het onderliggende toestel.
112
Opgelet: het steunvlak van het toestel mag niet hoger zijn dan 1,60 m. boven de
vloer.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.