Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat
veilig kunt gebruiken.
Algemene aanwijzingen
Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing.
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt
u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken.
¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de monteur en de ge-
bruiker van het apparaat.
¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht.
¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in
geval van transportschade niet aan.
Bestemming van het apparaat
Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient
u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ volgens deze opstellingshandleiding en gebruiksaanwijzing.
¡ om wasmachinebestendig textiel en wol voor de handwas vol-
gens het onderhoudsetiket te wassen.
¡ met leidingwater en gangbare, voor de wasmachine geschikte
wasmiddelen en onderhoudsmiddelen.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡ tot een hoogte van maximaal 4000m boven zeeniveau.
4
Page 5
Veiligheid nl
Inperking van de gebruikers
Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen.
Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkingen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd
door kinderen indien deze niet onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen tot 3jaar en huisdieren niet bij het apparaat kunnen komen.
Veilige installatie
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het installeren van het
apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
▶
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje.
▶
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet
met wisselstroom aansluiten.
▶
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie
moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïnstalleerd. De installatie moet zijn voorzien van een afdoende
grote aderdiameter.
▶
Bij het gebruik van een aardlekschakelaar alleen een type
met het teken gebruiken.
▶
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voeden, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op afstand.
5
Page 6
nl Veiligheid
▶
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker
van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer
vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
▶
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het netsnoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
▶
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of
warmtebronnen in contact brengen.
▶
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in
contact brengen.
▶
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane
adapters is gevaarlijk.
▶
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebruiken.
▶
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servicedienst.
▶
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
¡ Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels
veroorzaken.
▶
Het apparaat niet alleen optillen.
¡ Als dit apparaat op ondeskundige wijze in een was-droogzuil
wordt opgesteld, kan het opgestelde apparaat naar beneden
vallen.
▶
De droger uitsluitend met de verbindingset van de drogerfabrikant op een wasmachine stapelen Een andere plaatsingsmethode is niet toegestaan.
▶
Het apparaat niet in een was-droogzuil opstellen als de drogerfabrikant geen passende verbindingsset aanbiedt.
▶
Geen apparaten van verschillende fabrikanten en met verschillende diepte en breedte in een was-droogzuil opstellen.
6
Page 7
Veiligheid nl
▶
Geen was-droogzuil op een platform opstellen, de apparaten kunnen kantelen.
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken
en hierin verstrikt raken en stikken.
▶
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
▶
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Het apparaat kan tijdens het bedrijf trillen of bewegen.
▶
Het apparaat op een schone, vlakke en stevige ondergrond
opstellen.
▶
Het apparaat middels de apparaatvoeten en een waterpas
horizontaal stellen.
¡ Bij ondeskundig gelegde slangen en netaansluitleidingen be-
staat er struikelgevaar.
▶
De slangen en aansluitkabels zodanig leggen dat men er
niet over kan struikelen.
¡ Wanneer het apparaat aan uitstekende onderdelen wordt ver-
plaatst, zoals bijvoorbeeld de vuldeur, dan kunnen de onderdelen afbreken.
▶
Het apparaat niet aan uitstekende onderdelen verplaatsen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor snijwonden!
Scherpe randen aan het apparaat kunnen bij aanrakingen tot
snijwonden leiden.
▶
Het apparaat niet aan scherpe randen aanraken.
▶
Veiligheidshandschoenen gebruiken bij installatie en transport van het apparaat.
7
Page 8
nl Veiligheid
Veiliger gebruik
Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in
acht.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
▶
Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
▶
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het
elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het
netsnoer trekken.
▶
Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan
direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen
of de zekering in de meterkast uitschakelen en de kraan
sluiten.
▶
"Neem contact op met de servicedienst." →Pagina71
▶
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
¡ Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken.
▶
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
▶
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
▶
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers
gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levensgevaar geraken.
▶
Het apparaat niet opstellen achter een deur die het openen
van de apparaatdeur blokkeert of verhindert.
▶
Bij afgedankte apparaten de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact halen, daarna het netsnoer doorknippen en
het slot van de apparaatdeur dusdanig beschadigen, dat de
apparaatdeur niet langer sluit.
8
Page 9
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en
hierdoor stikken.
▶
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
▶
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Was- en verzorgingsmiddelen kunnen bij inname tot vergiftigingen leiden.
▶
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
▶
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen
bewaren.
WAARSCHUWING‒Explosiegevaar!
Wanneer wasgoed met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen werd voorbehandeld, kan dit in het apparaat tot een explosie leiden.
▶
Voorbehandeld wasgoed voor het wassen grondig met water spoelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Bij het op het apparaat klimmen of klauteren kan de afdek-
plaat breken.
▶
Niet op het apparaat klimmen of klauteren.
¡ Bij het zitten of leunen op de geopende deur kan het appa-
raat kantelen.
▶
Niet op de apparaatdeur zitten of leunen.
▶
Geen voorwerpen op de apparaatdeur plaatsen.
¡ Grijpen in de draaiende trommel kan tot letsel aan de handen
leiden.
▶
Wacht tot de trommel volledig stil staat voordat u met uw
hand in de trommel grijpt.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor verbranding!
Het glas van de apparaat deur wordt heet bij het wassen met
hoge temperaturen.
▶
Raak de hete apparaatdeur niet aan.
▶
Houd kinderen uit de buurt van de hete apparaatdeur.
9
Page 10
nl Veiligheid
VOORZICHTIG‒Risico van verbranding!
Het sop wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
▶
Raak het hete sop niet aan.
VOORZICHTIG‒Corrosiegevaar!
Bij het openen van de wasmiddellade kunnen wasmiddel en
verzorgingsmiddel uit het apparaat spatten. Contact met ogen
of huid kan tot irritaties leiden.
▶
Bij contact met wasmiddelen of verzorgingsmiddelen de
ogen of de huid grondig spoelen met schoon water.
▶
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
▶
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen
bewaren.
Veilige reiniging en onderhoud
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het reinigen en onderhouden van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
▶
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
▶
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden
gebruikt voor reparatie van het apparaat.
▶
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet
het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon.
¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
▶
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers
gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
Het gebruiken van niet originele reserveonderdelen en niet
originele accessoires is gevaarlijk.
▶
Gebruik uitsluitend originele reserve-onderdelen en originele
accessoires van de fabrikant.
10
Page 11
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Bij het gebruik van oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen
kunnen giftige dampen ontstaan.
▶
Geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
11
Page 12
nl Materiële schade vermijden
Materiële schade vermijden
Materiële schade vermijden
Materiële schade vermijden
Houd deze aanwijzing aan om materiële schade en schade aan het apparaat te vermijden.
LET OP!
¡ Een verkeerde dosering van was-
verzachters, wasmiddelen, verzorgingsmiddelen en reinigingsmiddelen kan de werking van het apparaat beïnvloeden.
▶
De doseeraanbevelingen van de
fabrikant aanhouden.
¡ Het overschrijden van de maximale
beladingshoeveelheid heeft invloed
op de werking van het apparaat.
▶
De "maximale beladingshoeveelheid" →Pagina29 voor elk
programma aanhouden en niet
overschrijden.
¡ Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd.
Niet verwijderde transportbeveiligingen kunnen leiden tot materiële
schade en schade aan het apparaat.
▶
Voor inbedrijfstelling alle transportbeveiligingen volledig verwijderen en bewaren.
▶
Voor elk transport alle transportbeveiligingen volledig inbouwen,
om transportschade te vermijden.
¡ De ondeskundige aansluiting van
de watertoevoerslang kan tot materiële schade leiden.
▶
De schroefverbindingen aan de
watertoevoer handvast aantrekken.
▶
De watertoevoerslang het best
direct zonder bijkomende verbindingselementen, zoals adapter, verlengstuk, ventiel of dergelijke op de waterkraan aansluiten.
▶
Erop letten dat de ventielbehuizing van de watertoevoerslang
contactvrij met de omgeving is
ingebouwd en niet aan externe
krachtinwerking is blootgesteld.
▶
Erop letten dat de binnendiameter van de waterkraan minstens
17 mm bedraagt.
▶
Erop letten dat de lengte van de
schroefdraad aan de aansluiting
naar de waterkraan minstens 10
mm bedraagt.
¡ Een te lage of te hoge waterdruk
kan de apparaatfunctie hinderen.
▶
Zorg ervoor dat de waterdruk
aan de watervoorzieningsinstallatie minimaal 100kPa (1 bar)
en maximaal 1000kPa (10bar)
bedraagt.
▶
Wanneer de waterdruk de aangegeven maximale waarde overschrijdt, dan moet een reduceerventiel tussen de drinkwateraansluiting en de slangenset van
het apparaat worden geïnstalleerd.
▶
Het apparaat niet op de mengkraan van een drukloze geiser
of boiler aansluiten.
¡ Veranderde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële schade en schade aan het apparaat leiden.
▶
Nooit waterslangen knikken,
knellen, veranderen of doorsnijden.
▶
Alleen meegeleverde waterslangen of originele reserveslangen
gebruiken.
▶
Nooit gebruikte waterslangen
hergebruiken.
¡ Het gebruik van het apparaat met
vervuild of te heet water kan materiële schade veroorzaken.
▶
Het apparat uitsluitend met koud
leidingwater gebruiken.
12
Page 13
Milieubescherming en besparing nl
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het
apparaat beschadigen.
▶
Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
▶
Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
▶
Geen harde schuur- of afwassponsjes gebruiken.
▶
Het apparaat uitsluitend reinigen
met water en een zachte, vochtige doek.
▶
Bij contact met het apparaat direct alle wasmiddelresten,
sproeinevelresten of restanten
verwijderen.
Milieubescherming en besparing
Milieubescherming en besparing
Milieubescherming en besparing
Bescherm het milieu door het apparaat op een hulpbronnenbesparende
manier te gebruiken en herbruikbare
materialen op de juiste manier af te
voeren.
Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden hergebruikt.
▶
De afzonderlijke componenten op
soort gescheiden afvoeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of
deelraadskantoor kunt u informatie
verkrijgen over de actuele afvoermethoden.
Zuinig met energie en hulpbronnen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat minder stroom en
water.
Programma's met lage temperaturen
en langere wastijden gebruiken en
de "maximale beladingscapaciteit"
→Pagina29 gebruiken.
Het energieverbruik en het waterverbruik zijn het efficiëntst.
Zuinige programma-instelling gebruiken.
Wanneer u de programma-instellingen voor een programma aanpast, dan toont het display het te
verwachten verbruik.
Wasmiddel overeenkomstig de mate
van verontreiniging van het wasgoed
"doseren" →Pagina39.
Voor een lichte tot normale mate
van verontreiniging is een geringe
hoeveelheid wasmiddel voldoende. Houd het doseeradvies van de
fabrikant van het wasmiddel aan.
Wastemperatuur bij licht en normaal
verontreinigd wasgoed reduceren.
Bij lage temperaturen verbruikt het
apparaat weinig energie. Voor een
lichte tot normale verontreiniging
zijn ook lagere temperaturen dan
op het verzorgingslabel vermeld
afdoende.
13
Page 14
nl Opstellen en aansluiten
Maximaal toerental instellen, wanneer het wasgoed aansluitend in de
wasdroger gedroogd moet worden.
Droger wasgoed verkort de programmaduur bij het drogen en verlaagt het energieverbruik. Met een
hoger centrifugetoerental vermindert de restvochtigheid in de was
en het volume van het centrifugeren verhoogt.
Wasgoed zonder voorwas wassen.
Het wassen met voorwas verlengt
de programmaduur en verhoogt
het energie- en waterverbruik.
Het apparaat beschikt over een beladingsautomaat.
De beladingsautomaat past het
waterverbruik en de programmaduur optimaal aan de textielsoort
en de beladingscapaciteit aan.
Het apparaat beschikt over een
aquasensor.
De aquasensor controleert tijdens
het spoelen de troebelheid van het
spoelwater en past de duur en het
aantal spoelcycli overeenkomstig
aan.
Energiebesparingsmodus
Wanneer u het apparaat langere tijd
niet bediend, dan schakelt het apparaat automatisch naar de energiebespaarstand. Alle aanwijzingen verdwijnen en Start/Bijvullen knippert.
De energiebespaarmodus wordt afgesloten, wanneer u het apparaat opnieuw bedient, bijv. de deur opent of
sluit.
Wanneer u het apparaat in de energiebespaarmodus langere tijd niet
bediend, dan schakelt het apparaat
automatisch uit.
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Waar en hoe u het apparaat het beste opstelt, komt u hier te weten. Bovendien komt u te weten hoe u het
apparaat op de watertoevoer en het
elektriciteitsnet aansluit.
Apparaat uitpakken
1. Verpakkingsmateriaal en bescher-
ming volledig van het apparaat
verwijderen.
2. Controleer het apparaat op zicht-
bare beschadigingen.
3. LET OP! Voorwerpen die in de
trommel achterblijven, en die niet
voor het gebruik van het apparaat
bedoeld zijn, kunnen tot materiëleen apparaatschade leiden.
▶
Voor gebruik alle deze voorwerpen
en de meegeleverde accessoires
uit de trommel verwijderen.
De deur openen en de accessoires uit de trommel verwijderen.
14
Page 15
1234
1
2
3
4
Opstellen en aansluiten nl
Inhoud van de verpakking
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledigheid van de levering.
Wasmachine
Begeleidende documenten
Bochtstuk voor het bevestigen van de
waterafvoerslang
Afdekkapjes
Vereisten ten aanzien van de
opstelplaats
Het apparaat kan bij het centrifugeren "wandelen". Houd de aanwijzingen voor de opstellocatie aan.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
15
Page 16
nl Opstellen en aansluiten
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoerende delen. Het aanraken van spanningsvoerende delen is gevaarlijk.
▶
Gebruik het apparaat niet zonder
afdekplaat.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Bij gebruik op een sokkel kan het apparaat kantelen.
▶
De apparaatvoeten voor inbedrijfstelling op een sokkel absoluut
met de "bevestigingen"
→Pagina35 van de fabrikant bevestigen.
LET OP!
¡ Wanneer het apparaat in vorstge-
vaarlijke zones of buiten wordt opgesteld, dan kan bevroren restwater het apparaat beschadigen en
bevroren slangen kunnen scheuren of barsten.
▶
Het apparaat niet op vorstgevoelige plaatsen of buiten plaatsen en gebruiken.
¡ Het apparaat werd voor het verla-
ten van de fabriek aan een functietest onderworpen en kan restwater
bevatten. Dit restwater kan lekken
als het apparaat meer dan 40°
wordt gekanteld.
▶
Het apparaat voorzichtig kantelen.
OpstelplaatsEisen
Op een sokkelHet apparaat met
"borglippen"
→Pagina35 beves-
tigen.
OpstelplaatsEisen
Op een vloer met houten balken
Het apparaat op een
waterbestendige houten plaat plaatsen,
welke vast met vloer
is geschroefd. De houten plaat moet minimaal 30 mm dik zijn.
In een keuken¡ Een nisbreedte van
60cm is noodzakelijk.
¡ Het apparaat al-
leen onder een
doorlopend werkblad plaats, welke
vast met de naastliggende kast is
verbonden.
Aan een wandGeen slangen tussen
wand en apparaat inklemmen.
Transportbeveiligingen verwijderen
Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen aan de achterzijde van het apparaat geborgd.
Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en
"materiële schade vermijden"
→Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Bewaar de transportbeveiligingen,
de bouten en hulzen voor een toekomstig "transport" →Pagina69.
1. De slangen uit de houders trekken.
16
Page 17
Opstellen en aansluiten nl
2. Alle bouten van de 4 transportbe-
veiligingen met een steeksleutel
SW13 losmaken en verwijderen
.
3. De netaansluitkabel uit de houder
trekken.
5. De 4 afdekkappen plaatsen.
6. De 4 afdekkappen naar beneden
duwen.
4. De 4 hulzen verwijderen.
Transportverstevigingen verwijderen
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
17
Page 18
nl Opstellen en aansluiten
¾˝
min.
min.
10 mm
17 mm
1. De schroeven van de verticale
transportverstevigingen met een
schroevendraaier T20 losdraaien
en verwijderen.
2. De transportverstevigingen verwij-
deren.
Apparaat aansluiten
Sluit uw apparaat aan op het elektriciteitsnet, de watertoevoer en de waterafvoer.
Watertoevoerslang aansluiten
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
3. De schroeven van de horizontale
transportversteviging met een
schroevendraaier T20 losdraaien
en verwijderen.
4. De transportversteviging verwijde-
ren.
18
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoerende delen. Het aanraken van spanningsvoerende delen is gevaarlijk.
▶
De elektrische Aquastop afsluiter
niet in water onderdompelen.
1. De watertoevoerslang op de kraan
(26,4 mm = 3/4") aansluiten.
Page 19
Opstellen en aansluiten nl
2. De kraan voorzichtig openen en
controleren of de aansluitingen
dicht zijn.
Aansluitsoorten waterafvoer
De informatie helpt u dit apparaat op
de waterafvoer aan te sluiten.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
LET OP!
Bij het afpompen staat de waterafvoerslang onder druk en kan van de
geïnstalleerde aansluitpositie losraken.
▶
De waterafvoerslang tegen onbedoeld losraken borgen.
Afvoer in een sifon.
De aansluitpositie met
een slangklem (24-40
mm) borgen.
Afvoer in een wastafel.
De waterafvoerslang
met een bochtstuk
fixeren en borgen.
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een
stopcontact in de omgeving van
het apparaat steken.
De aansluitgegevens van het apparaat vindt u in de "technische
gegevens" →Pagina73.
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.
Stellen van het apparaat
Om geluiden en trillingen te reduceren en het wandelen van het apparaat te vermijden, stelt u het apparaat
horizontaal.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 losdraaien.
Afvoer in en kunststof
standpijp met rubberen mof of in een afvoerputje.
De waterafvoerslang
met een bochtstuk
fixeren en borgen.
Apparaat elektrisch aansluiten
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
2. Om het apparaat te stellen, aan de
apparaatvoetjes draaien. De horizontale afstelling van het apparaat
met waterpas controleren.
19
Page 20
nl Opstellen en aansluiten
Alle apparaatvoeten moeten stevig
op de grond staan.
3. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 handvast tegen de
behuizing aantrekken.
Het apparaatvoetje daarbij vasthouden en niet in de hoogte verstellen.
20
Page 21
1
2
473
5
9
8
8
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Uw apparaat leren kennen nl
Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren kennen
Lees meer over de onderdelen van uw apparaat.
Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de afbeelding verschillen,
bijv. de kleur en de vorm.
"Serviceklep en pomp" →Pagina54
Deur
"Wasmiddellade" →Pagina22
"Bedieningselementen"
→Pagina22
"Waterafvoerslang" →Pagina19
"Transportverstevigingen"
→Pagina17
"Netaansluitkabel" →Pagina19
"Transportbeveiligingen" →Pagina16
"Watertoevoerslang" →Pagina18
21
Page 22
nl Uw apparaat leren kennen
231
1
2
3
3
24
11
3
1
2
3
4
Wasmiddellade
Hier vindt u een overzicht over het
verwijderen van de wasmiddellade.
Compartiment voor handmatige dosering
/ : Doseerreservoir voor wasver-
zachter of wasmiddel
: Doseerreservoir voor wasmiddel
Bedieningselementen
Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw apparaat instellen en
informatie krijgen over de gebruikstoestand.
22
"Programma's" →Pagina29
"Programmakiezer" →Pagina39
"Toetsen" →Pagina26
"Display" →Pagina23
Page 23
Display nl
Display
Display
Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden, keuzemogelijkheden of aanwijzingsteksten.
IndicatieBenamingBeschrijving
1
0:40
1
10h
1
10 kg
- 1600CentrifugetoerentalIngestelde centrifugetoerental in omw/min.
WaterverbruikWaterverbruik voor het ingestelde programma.
¡ : lager waterverbruik
¡ : hoger waterverbruik
Wi-Fi¡ brandt: het apparaat is met het thuisnetwerk ver-
bonden.
¡ knippert: het apparaat probeert verbinding te ma-
ken met het thuisnetwerk.
→"HomeConnect ", Pagina44
EnergiemanagerHet apparaat is met het Smart Energy System (ener-
giemanager) verbonden.
→"Apparaat met de energiemanager verbinden",
Pagina47
Doseerbakje voor vloei-
baar wasmiddel
Doseerbakje voor vloei-
baar wasmiddel of wasverzachter.
1
50 ml
Basisdoseerhoeveelheid
SchuimdetectieHet apparaat heeft te veel schuim geconstateerd.
DeurDe deur is vergrendeld en kan worden geopend.
1
Voorbeeld
¡ brandt: het intelligente doseersysteem voor vloei-
baar wasmiddel is geactiveerd.
¡ knippert: het minimale vulpeil van het doseerbakje
is onderschreden.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
(Vloeibaar wasmiddel)
¡ brandt: het intelligente doseersysteem voor vloei-
baar wasmiddel of wasverzachter is geactiveerd.
¡ knippert: het minimale vulpeil van het doseerbakje
is onderschreden.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
(Vloeibaar wasmiddel)
( Wasverzachter)
Basisdoseerhoeveelheid voor het wasmiddel of de
wasverzachter.
→"Basisdoseerhoeveelheid", Pagina44
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina59
24
Page 25
IndicatieBenamingBeschrijving
Kraan¡ Geen waterdruk.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina59
¡ De waterdruk is te laag.
WasmiddelladeDe wasmiddellade is niet volledig ingeschoven.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina59
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina59
E:60 / -2B
1
Voorbeeld
1
FoutFoutcode, foutindicatie, signaal.
Display nl
25
Page 26
nl Toetsen
Toetsen
Toetsen
Toetsen
Hier vindt u een overzicht van de buttons en hun instelmogelijkheden.
De selectie van de programma-instellingen is afhankelijk van het ingestelde
programma. De selectiemogelijkheden voor elk programma ziet u in het overzicht voor
→"Programma's", Pagina29.
Temperatuur - 90 °CDe temperatuur in °C aanpassen.
Centrifugeren - 1600Het centrifugetoerental aanpassen of (spoel-
(netschakelaar)¡ Inschakelen
¡ Uitschakelen
Programma starten, annuleren of pauzeren.
Wassen met verkorte tijdsduur activeren of deactiveren.
AanwijzingHet energieverbruik wordt hoger.
Het wasresultaat wordt daardoor niet beïnvloed.
Wanneer u de button kort indruk, activeert of deactiveert u het intelligente doseersysteem voor
vloeibaar wasmiddel .
Wanneer u de button ca. 3 s indrukt, kunt u de
basisdoseerhoeveelheid instellen.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
Wanneer u de button kort indrukt, activeert of deactiveert u het intelligente doseersysteem voor
wasverzachter of vloeibaar wasmiddel .
Wanneer u de button ca. 3 s indrukt, kunt u de inhoud van het doseerreservoir vastleggen of de
basisdoseerhoeveelheid instellen.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
De programmaduur is reeds in het ingestelde
aantal uren inbegrepen.
Na de start van het programma wordt de programmaduur weergegeven.
stop) activeren.
Met de selectie wordt het water aan het einde van de wascyclus niet afgepompt en het centrifugeren gedeactiveerd. Het wasgoed blijft in
het spoelwater liggen.
Het apparaat in- of uitschakelen.
26
Page 27
Toetsen nl
ToetsKeuzeBeschrijving
Starten op afstand¡ activeren
¡ deactiveren
¡ HomeConnect Me-
nu openen
3 sec. (Kinderbevei-
liging 3 sec.)
¡ activeren
¡ deactiveren
CentrifugerenBasisinstellingenBasisinstellingen van het apparaat wijzigen.
Voorwas¡ activeren
¡ deactiveren
Extraspoelen¡ Activeren
¡ Deactiveren
Wanneer u op de button druk, wordt het apparaat voor het starten op afstand via de HomeConnect app vrijgegeven
Wanneer u de button ca. 3s indrukt, opent het
HomeConnect menu.
Aanwijzingen
¡
De start op afstand kan vanwege veiligheidsredenen onder de volgende condities niet
worden geactiveerd:
– De deur is open.
– De wasmiddellade is niet volledig dichtge-
schoven.
¡
De start op afstand wordt vanwege veiligheidsredenen onder de volgende omstandigheden gedeactiveerd:
– De deur openen.
– Start/Bijvullen indrukken.
– Starten op afstand indrukken.
– Het apparaat uitschakelen.
– Na een stroomonderbreking.
Het kinderslot activeren of deactiveren.
De bedieningspanelen tegen per ongeluk bedienen beveiligen.
Werd het kinderslot geactiveerd en het apparaat
uitgeschakeld, dan blijft het kinderslot geactiveerd.
→"Kinderslot", Pagina43
→"Basisinstellingen wijzigen", Pagina51
Voorwas activeren of deactiveren, bijv. voor het
wassen van sterk verontreinigd wasgoed.
AanwijzingWanneer het intelligente doseersysteem is geactiveerd, dan wordt het wasmiddel
automatisch voor de voorwas en de hoofdwas
gedoseerd.
Wanneer het intelligente doseersysteem is gedeactiveerd, doe dan het wasmiddel voor de voorwas direct in de trommel.
Een extra spoelcyclus activeren of deactiveren.
Aanbevolen bij bijzonder gevoelige huid of in gebieden met heel zacht water.
27
Page 28
nl Toetsen
ToetsKeuzeBeschrijving
Antikreuk¡ activeren
¡ deactiveren
Wassen met minder kreuk activeren of deactiveren.
Om kreukvorming in het wasgoed te reduceren,
wordt het centrifugeproces en het centrifugetoerental aangepast.
Het wasgoed is na het wassen zo vochtig, dat deze aan de waslijn goed uithangt.
28
Page 29
Antikreuk
Voorwas
Centrifugeren
(Spoelstop)
Extraspoelen
Programma's nl
varioSpeed
Max. centrifugetoerental (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
1
10901600
mengde weefsels wassen.
Ook geschikt als verkort programma
voor normaal vervuild wasgoed als u va-
rioSpeed activeert. Is varioSpeed
–
10901600
geactiveerd, dan wordt de maxima-
le beladingshoeveelheid gereduceerd
tot 5kg.
mengde weefsels wassen.
Energiebesparend programma.
Programma's
Programma's
Programma's
Hier vindt u een overzicht van de programma's. U krijgt informatie over de belading en de instelbare program-
mamogelijkheden.
Tip:De verzorgingslabels van het wasgoed geven u extra aanwijzingen voor de programmakeuze.
→"Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels", Pagina37
ProgrammaBeschrijving
KatoenStevig textiel van katoen, linnen of ge-
KatoenkleurStevig textiel van katoen, linnen of ge-
1
Programma-instellingen
29
Page 30
nl Programma's
Antikreuk
Voorwas
Centrifugeren
(Spoelstop)
Extraspoelen
varioSpeed
Max. centrifugetoerental (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
–
1
10–1600
AanwijzingOm energie te besparen
kan de daadwerkelijke wastemperatuur
afwijken van de ingestelde temperatuur.
De wasresultaat is conform de wettelij-
ke vereisten.
weefsels wassen.
Geschikt voor normaal verontreinigd
textiel.
4601200
AanwijzingTextiel dat volgens het on-
derhoudssymbool met 40 °C of
met 60 °C wasbaar is, kan samen wor-
den gewassen. Voor een optimale ener-
gie-efficiëntie werd door de fabrikant
een optimale wastemperatuur voor dit
programma vastgelegd.
De wastemperatuur is geactiveerd en
kan niet worden veranderd.
weefsels wassen.
ProgrammaBeschrijving
30
Eco40-60Textiel van katoen, linnen en gemengde
Programma-instellingen
KreukherstellendTextiel van synthetisch en gemengd
1
Page 31
Antikreuk
Voorwas
Centrifugeren
(Spoelstop)
Extraspoelen
Programma's nl
varioSpeed
Max. centrifugetoerental (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
–
1
4601600
materiaal en gemengde weefsels was-
sen.
240800
Geschikt voor licht verontreinigd was-
goed.
cose en synthetische stof wassen.
Gebruik een wasmiddel voor fijne was
of zijde.
–––––
240800
AanwijzingWas bijzonder gevoelig tex-
tiel of textiel met haken, ogen of beu-
gels in een wasnetje.
textiel van wol of met en groot wolaan-
deel wassen.
Om krimp van het wasgoed te vermij-
den, beweegt de trommel met textiel bij-
–––
––1600
zonder voorzichtig met lange pauzes.
Gebruik een wasmiddel voor wol.
en afpompen van het water.
ProgrammaBeschrijving
Snel/MixTextiel van katoen, linnen, synthetisch
Delicaat/ZijdeGevoelig, wasbaar textiel van zijde, vis-
Wol/HandwasMet de hand of in de machine wasbaar
Programma-instellingen
SpoelenSpoelen met aansluitend centrifugeren
1
31
Page 32
nl Programma's
Antikreuk
Voorwas
Centrifugeren
(Spoelstop)
Extraspoelen
varioSpeed
Max. centrifugetoerental (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
––
––––––
1
––1600
––
3,5301000
–––––––
––1200
ProgrammaBeschrijving
32
Centrifugeren en water afpompen.
Wanneer u alleen het water wilt afpom-
pen, activeer dan 0 . Het wasgoed
wordt niet gecentrifugeerd.
materiaal en gemengde weefsels was-
sen.
Voorzichtigere wasbehandeling.
Mate van verontreiniging en soort tex-
tiel worden automatisch herkend. Het
wasproces wordt aangepast.
Centrifugeren/Af-
pompen
Automatic30°CGevoelig textiel van katoen, synthetisch
temperatuur van 40°C en lager,
mel.
Gebruik het programma in de volgende
gevallen:
¡ voor het eerste gebruik
¡ bij frequent wassen met een was-
¡ na lange afwezigheid
Gebruik een poederwasmiddel of een
bleekmiddelhoudend wasmiddel.
Halveer de hoeveelheid wasmiddel om
schuimvorming te vermijden.
Trommel reinigen Reiniging en onderhoud van de trom-
Programma-instellingen
1
Page 33
Antikreuk
Voorwas
Centrifugeren
(Spoelstop)
Extraspoelen
Programma's nl
varioSpeed
Max. centrifugetoerental (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
–––––
1
140800
Gebruik geen wasverzachter.
Gebruik geen wol-, fijn- of vloeibaar was-
middel.
AanwijzingWanneer u langere tijd
geen programma met 60°C of hogere
temperatuur heeft gebruikt, knippert de
indicatie voor de trommelreiniging ter
herinnering.
Outdoortextiel met membraantechnolo-
gie en waterafstotende uitrusting was-
sen.
Geschikt voor het wassen met aanslui-
tend impregneren.
Gebruik een wasmiddel voor out-
doortextiel.
Gebruik uitsluitend een voor machine-
was geschikt impregneermiddel.
Doe het wasmiddel voor outdoor-textiel
in het compartiment voor de handmati-
ge dosering. Wanneer het programma
voor de laatste spoelcyclus stopt, doet u
het impregneermiddel in het comparti-
ment voor de handmatige dosering.
ProgrammaBeschrijving
Outdoor/Impregne-
ren
Programma-instellingen
1
33
Page 34
nl Programma's
Antikreuk
Voorwas
Centrifugeren
(Spoelstop)
Extraspoelen
varioSpeed
Max. centrifugetoerental (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
––
–
1
5401400
4401200
ProgrammaBeschrijving
34
Druk op Start/Bijvullen om het program-
ma te hervatten.
→"Wasmiddellade", Pagina22
Voer de nabehandeling van het was-
goed volgens de informatie van de fabri-
kant uit.
materiaal en gemengde weefsels was-
sen.
Geschikt voor licht- en normaal veront-
reinigd wasgoed.
Een optimaal wasresultaat binnen één
uur.
aal en gemengde weefsels wassen.
Kort programma voor licht verontreinig-
de kleine stukken wasgoed.
De programmaduur bedraagt ca. 30 mi-
powerSpeed 59' Textiel van katoen, linnen, synthetisch
Super 15'/30' Textiel van katoen, synthetisch materi-
. De maximale beladingshoeveel-
nuten.
Wilt u de programmaduur tot 15 minu-
ten inkorten, activeer dan varioSpeed
heid wordt tot 2 kg verlaagd.
Programma-instellingen
1
Page 35
Accessoires nl
Accessoires
Accessoires
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn speciaal op uw apparaat afgestemd. Hier krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw apparaat en de manier waarop ze worden gebruikt.
GebruikBestelnummer
Verlenging watertoevoerslangKoudwater- of Aquastop-water-
toevoerslang verlengen (2,50
m).
BevestigingsbeugelsStevige stand van het apparaat
verbeteren.
WZ10131
WX975600
Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Bereid het apparaat voor voor het gebruik.
Wascyclus zonder wasgoed
starten
Uw apparaat werd voor het verlaten
van de fabriek grondig gecontroleerd. Om eventueel restwater te verwijderen, wast u de eerste keer zonder wasgoed.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op .
Het inschakelen van het apparaat
kan enkele seconden duren.
2. Het programma Trommel reinigen
instellen.
3. De deur sluiten.
4. De wasmiddellade uittrekken.
5. Ca. 1 liter leidingwater in het com-
partiment voor de handmatige dosering gieten.
35
Page 36
nl Wasgoed
6. Het poederwasmiddel in het com-
partiment voor de handmatige dosering doen.
Gebruik om schuimvorming te vermijden, slechts de helft van de
door de wasmiddelfabrikant aanbevolen hoeveelheid voor lichte
verontreiniging. Gebruik geen wolof fijnwasmiddel.
7. De wasmiddellade erin schuiven.
8. Druk op Start/Bijvullen om het
programma te starten.
a Het display toont de resterende
programmaduur.
a Na het programma-einde toont het
display: End.
9. De eerste wascyclus starten of op
drukken om het apparaat uit te
schakelen.
→"De Bediening in essentie",
Pagina39
Wasgoed
Wasgoed
Wasgoed
U kunt in uw apparaat alle textiel, die
door de fabrikant op het textiellabel
als geschikt voor de wasmachine
staat aangegeven en textiel van
handwasbaar wol wassen.
Wasgoed voorbereiden
LET OP!
In het wasgoed achtergebleven voorwerpen kunnen het wasgoed en de
trommel beschadigen.
▶
Voor gebruik alle voorwerpen uit
de zakken van het wasgoed verwijderen.
▶
Om uw apparaat en het wasgoed
te beschermen, bereidt u het wasgoed voor.
– alle zakken legen
– Zand uit alle omslagen en zak-
ken borstelen
– Dekbedhoezen en kussenover-
trekken sluiten
– alle ritssluitingen, klittenbandslui-
tingen, haken en ogen sluiten
– Stoffen riemen of banden bij el-
kaar binden of een wasnetje gebruiken.
– Gordijnrollers en loodveters ver-
wijderen of een wasnetje gebruiken
– voor kleine stukken wasgoed,
bijv. kindersokken een wasnetje
gebruiken
– Was uit elkaar vouwen en los
maken
– grote en kleine stukken was-
goed door elkaar wassen
– verse vlekken met zeepsop af-
deppen (niet wrijven)
– sommige hardnekkige, inge-
droogde vlekken kunnen door
meerdere malen wassen worden
verwijderd
36
Page 37
Wasgoed nl
Wasgoed sorteren
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
▶
Om het wasresultaat te verbeteren
en verkleuringen te vermijden, sorteert u het wasgoed voor het wassen overeenkomstig de volgende
criteria.
– Soort weefsel en soort vezel
– witte was
– bonte was
Was nieuwe bonte was de
eerste keer gescheiden van
ander wasgoed.
– "Verontreiniging" →Pagina37
– "Verzorgingsaanwijzingen op
verzorgingslabels" →Pagina37
Mate van verontreiniging
Mate van vervuilingVerontreinigingVoorbeelden
licht¡ geen verontreinigingen of vlek-
ken zichtbaar
¡ Wasgoed heeft geuren aange-
nomen
normaalVerontreinigingen of lichte vlekken
zijn zichtbaar
sterkVerontreinigingen of vlekken zijn
duidelijk zichtbaar
lichte zomerkleding of sportkelding, die slechts enkele uren is gedragen
¡ T-shirts, overhemden of blouses
zijn doorzweet, of werden meerdere malen gedragen
¡ Handdoeken of beddengoed,
welke tot één week is gebruikt
Theedoeken, babywas of werkkleding
Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels
De symbolen verwijzen naar het aanbevolen programma en de getalen in de
symbolen naar de maximaal aanbevolen wastemperatuur.
SymboolWasprocesAanbevolen programma
normaalKatoen
voorzichtigKreukherst.
zeer voorzichtigFijn/ zijde voor handwas
HandwasWol
niet in de wasmachine wasbaar–
Tip:Op www.ginetex.ch vindt u meer
informatie over verzorgingssymbolen.
37
Page 38
nl Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Met de juiste selectie en het gebruik
van wasmiddelen en verzorgingsmiddelen beschermt u uw apparaat en
uw wasgoed. U kunt alle wasmiddelen en verzorgingsmiddelen gebruiken, die voor huishoudelijke wasmachines geschikt zijn.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Aanwijzingen
¡ bij vloeibare wasmiddelen uitslui-
tend zelf stromende vloeibare wasmiddelen gebruiken
¡ verschillende vloeibare wasmidde-
len niet mengen
¡ wasmiddel en wasverzachter niet
mengen
¡ geen te lang bewaarde en sterk in-
gedikte producten gebruiken
¡ geen oplosmiddelhoudende, bijten-
de of desinfecterende middelen,
bijv. bleekwater, gebruiken
¡ Verfstoffen met mate gebruiken,
zout kan RVS aantasten
¡ geen ontkleuringsmiddel in het ap-
paraat gebruiken
Informatie van de fabrikant over gebruik en dosering vindt u op de verpakking.
Wasmiddelaanbeveling
De informatie helpt u het juiste wasmiddel voor het textiel te kiezen.
WasmiddelTextielProgrammaTemperatuur
Compleet wasmiddel met
optische witmakers
Bontwasmiddel zonder
bleekmiddel en optische
witmakers
Bont/fijnwasmiddel zonder
optisch witmiddel
FijnwasmiddelGevoelig fijn textiel van zijde
WolwasmiddelWolWolvan koud tot 40°C
kookbestendig wit textiel
van linnen of katoen
Bont wasgoed van linnen of
katoen
Bont wasgoed van kreukherstellende vezels of synthetische vezels
of viscose
Katoenvan koud tot 90°C
Katoenvan koud tot 60°C
Kreukherstel-
van koud tot 60°C
lend
Fijne was/zijde van koud tot 40°C
Tip:Op www.cleanright.eu vindt u
een veelvoud aan verdere informatie
omtrent wasmiddelen, verzorgingsmiddelen en reinigingsmiddelen voor
huishoudelijk gebruik.
38
Page 39
Wasmiddeldosering
De Bediening in essentie nl
Met de juiste wasmiddeldosering realiseert u een optimaal wasresultaat
en kunt u hulpbronnen sparen.
De dosering van het wasmiddel is
gebaseerd op:
¡ De hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
¡ Mate van vervuiling
¡ Waterhardheid
U kunt de waterhardheid opvragen
bij uw plaatselijke waterbedrijf of
vaststellen met een waterhardheidtester.
HardheidbereikTotale hardheid in mmol/lDuitse hardheid in °dH
zacht (I)0 - 1,50 - 8,4
gemiddeld (II)1,5 - 2,58,4 - 14
hard (III)hoger dan 2,5hoger dan 14
Voorbeeld van fabrikantinformatie
voor wasmiddel
Deze voorbeeldwaarden hebben betrekking op een standaardbelading
van 4-5 kg.
Verontreiniginglichtnormaalsterk
Waterhardheid: zacht/ gemiddeld40ml55ml80ml
Waterhardheid: hard/ zeer hard55ml80ml105ml
De doseerhoeveelheden vindt u op
de verpakking van de fabrikant.
¡ Wanneer u handmatig doseert,
past u de doseerhoeveelheid aan
de daadwerkelijke beladingshoeveelheid aan.
¡ Wanneer de intelligente dosering
is geactiveerd, past u de doseerhoeveelheid niet aan de daadwer-
De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
Hier wordt de bediening van het apparaat in essentie beschreven.
Apparaat inschakelen
▶
Druk op .
kelijke beladingshoeveelheid aan.
De hoeveelheid wasmiddel en
wasverzachter wordt automatisch
via de "basisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44 en de bekende hoeveelheid wasgoed berekend. De
ingestelde basisdoseerhoeveelheid
moet altijd zijn afgestemd op de
doseerhoeveelheid voor een belading van 4,5 kg.
39
Page 40
nl De Bediening in essentie
Het inschakelen van het apparaat
kan enkele seconden duren.
a Het apparaat voert een hoorbare
functietest in de wasmiddellade uit.
→"Geluiden", Pagina65
AanwijzingDe trommel wordt verlicht
na het openen, sluiten en starten van
het programma. De verlichting dooft
automatisch.
Programma instellen
1. Zet de programmakiezer op het
gewenste "programma"
→Pagina29.
2. Indien nodig, "de programma-in-
stellingen aanpassen"
→Pagina40.
De programma-instellingen worden
niet permanent voor het programma opgeslagen.
AanwijzingWanneer u het intelligente doseersysteem activeert of deactiveert, wordt de instelling opgeslagen.
Trommel vullen met wasgoed
Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en
"materiële schade vermijden"
→Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Houd om kreukvorming te voorko-
men de maximale belading van het
"programma" →Pagina29 aan.
Voorwaarde:Het wasgoed voorbereiden en sorteren.
→"Wasgoed", Pagina36
1. De deur openen.
Programma-instellingen aanpassen
Afhankelijk van het programma en de
programmavoortgang kunt u de beschikbare instellingen aanpassen of
activeren/deactiveren.
AanwijzingOverzicht van alle programma-instellingen:
→"Toetsen", Pagina26
Voorwaarde:Een programma is ingesteld.
▶
De programma-instellingen aanpassen.
40
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg
is.
3. Het wasgoed uit elkaar gevouwen
in de trommel doen.
4. AanwijzingZorg ervoor dat er
geen kleine stukken wasgoed tussen de deur klem zitten.
De deur sluiten.
Page 41
De Bediening in essentie nl
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel doseren
Bij programma's waarbij de intelligente dosering niet mogelijk of gewenst
is, kunt u het wasmiddel in het compatiment voor handmatige dosering
doen.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Tip:In aanvulling op de intelligente
dosering kunt u in het compartiment
voor handmatige dosering ook andere wasverzorgingsmiddelen toevoegen, zoals vlekkenzout, stijfsel of
bleek. Doe geen aanvullend wasmiddel toevoegen in het compartiment
voor handmatige dosering om overdosering of schuimvorming te voorkomen.
Voorwaarde:Informeer uzelf over de
optimale dosering voor "wasmiddelen
en verzorgingsmiddelen."
→Pagina38
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Vullen met wasmiddel.
→"Wasmiddellade", Pagina22
3. Indien gewenst vullen met een ver-
zorgingsmiddel.
4. De wasmiddellade erin schuiven.
Starten van het programma
AanwijzingWanneer u de tijd tot het
programma-einde wilt wijzigen, stel
dan eerst de klaar-in tijd in.
▶
Druk op Start/Bijvullen.
a De trommel draait en er vindt een
beladingsherkenning plaats, welke
tot wel 2 minuten kan duren en
daarna stroomt het water in het apparaat.
a In het display wordt of de program-
maduur of de klaar-in tijd weergegeven.
a Na het programma-einde toont het
display: End.
Wasgoed inweken
U kunt het wasgoed voor het wassen
in het apparaat inweken, door het
programma te pauzeren.
AanwijzingEr is geen extra wasmiddel nodig. Het zeepsop wordt aansluitend voor het wassen gebruikt.
1. Het programma starten.
2. Druk om het programma te pauze-
ren, na ca. 10 minuten op Start/
Bijvullen.
3. Druk om het programma te hervat-
ten na de gewenste inweektijd op
Start/Bijvullen.
Wasgoed bijvullen
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start/Bijvullen.
Het apparaat pauzeert en controleert of het bijvullen of verwijderen
van wasgoed mogelijk is. Let op
de programmastatus.
→"Display", Pagina23
2. Wasgoed uitnemen of bijvullen.
3. De deur sluiten.
4. Druk op Start/Bijvullen.
41
Page 42
nl De Bediening in essentie
Progr. annuleren
Na het starten van het programma
kunt u het programma te allen tijde
afbreken.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start/Bijvullen.
2. De deur openen.
Bij hoge temperatuur en hoog waterniveau blijft de deur van het apparaat om veiligheidsredenen vergrendeld.
– Start bij hoge temperatuur het
programma Spoelen.
– Start bij een hoog waterniveau
het programma Centrifugeren
of Afpompen.
3. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
Apparaat uitschakelen
1. Druk op .
Programma bij spoelstop hervatten
1. Stel het programma Centrifugeren
of Afpompen in.
2. Druk op Start/Bijvullen.
Wasgoed uitnemen
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De deur openen.
2. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
42
2. De rubbermanchet droog vegen
en vreemde voorwerpen verwijderen.
3. De deur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan opdrogen.
Page 43
Kinderslot nl
Kinderslot
Kinderslot
Kinderslot
Beveilig uw apparaat tegen ongewenst bedienen via de bedieningselementen.
Kinderslot inschakelen
▶
Beide toetsen 3 sec.ca. 3 seconden indrukken.
a Op het display wordt weerge-
geven.
a De bedieningselementen zijn ge-
blokkeerd.
a Het kinderslot blijft ook na het uit-
schakelen van het apparaat geactiveerd.
Kinderslot deactiveren
Voorwaarde:Om het kinderslot te
deactiveren, moet het apparaat zijn
ingeschakeld.
▶
Druk ca. 3 seconden op beide buttons 3 sec..
Om het lopende programma niet
te annuleren, moet de programmakiezer op het uitgangsprogramma
staan.
a In het display dooft .
toevoegen.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmid-
del doseren", Pagina41
Doseerbakje vullen
Aanwijzing
Om de intelligente dosering te
gebruiken, vult u het doseerreservoir.
¡ Vul de doseerreservoirs uitsluitend
met geschikt "wasmiddel en verzorgingsmiddel" →Pagina38.
¡ Wanneer u van vloeibare wasmid-
del of de wasverzachter wisselt,
leeg en reinig dan eerst het doseerreservoir.
→"Schoonmaken van de wasmid-
dellade", Pagina52
¡ Wanneer u beide doseerreservoirs
voor vloeibaar wasmiddel wilt gebruiken, stel dan de "Inhoud van
de doseerreservoirs" →Pagina44
in.
Voorwaarde: / knippert.
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Het vuldeksel openen.
Intelligent doseersysteem
Intelligent doseersysteem
Intelligent doseersysteem
Uw apparaat is voorzien van een intelligent doseersysteem voor vloeibaar wasmiddel en wasverzachter.
Afhankelijk van het programma en de
instellingen worden de optimale hoeveelheden vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter automatisch gedoseerd. De intelligente dosering is in
alle daarvoor bedoelde "programma's" →Pagina29 af fabriek geactiveerd en kan individueel worden gedeactiveerd. In alle andere programma's kunt u handmatig wasmiddel
3. Vloeibaar wasmiddel en was-
verzachter in de betreffende doseerreservoirs doen.
→"Wasmiddellade", Pagina22
43
Page 44
nl HomeConnect
4. Het vuldeksel sluiten.
AanwijzingLaat het vuldeksel niet
langere tijd geopend om te voorkomen dat wasmiddel opdroogt of
uitdroogt.
5. De wasmiddellade erin schuiven.
6. De "basisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44 aanpassen.
Inhoud van het doseerreservoir
Af fabriek is het doseerreservoir voor
wasverzachter ingesteld. Alternatief kunt u het doseerreservoir voor
een tweede vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Aanwijzingen
¡ Wanneer u de inhoud van het do-
seerreservoir wijzigt, dan wordt de
basisdoseerhoeveelheid voor dit
doseerreservoir gereset.
¡ Wanneer u beide doseerreservoirs
voor vloeibaar wasmiddelen gebruikt, moet u een doseerreservoir
kiezen dat tijdens het wassen moet
worden gebruikt.
Inhoud van het doseerreservoir
aanpassen
1. Druk ca. 3 s op .
2. Druk op om in te stellen.
a Op het display wordt weerge-
geven.
3. Druk opnieuw op om in te
stellen.
4. Om deinstelling tebeëindigen,
kort wachten.
Basisdoseerhoeveelheid
U kunt de vooringestelde basishoeveelheden voor vloeibaar wasmiddel
en wasverzachter aanpassen.
De basisdoseerhoeveelheid is gebaseerd op de informatie van de fabrikant van het wasmiddel, de waterhardheid en de mate van verontreiniging van het wasgoed.
Stel altijd een basisdoseerhoeveelheid in, die is afgestemd op een
standaard belading van 4,5 kg.
→"Wasmiddeldosering", Pagina39
Basisdoseerhoeveelheid aanpassen
U kunt de basisdoseerhoeveelheid
voor beide doseerreservoirs afzonderlijk aanpassen.
1. Druk ca. 3 s op .
a Het display toont de ingestelde ba-
sisdoseerhoeveelheid voor .
2. Druk op om de instelling aan te
passen.
3. Om deinstelling tebeëindigen,
kort wachten.
AanwijzingOm de basisdoseerhoeveelheid voor aan te passen, herhaalt de stappen met .
HomeConnect
HomeConnect
HomeConnect
Dit apparaat is geschikt voor netwerken. Verbind uw apparaat met een
mobiel eindapparaat om functies te
kunnen bedienen via de HomeCon-
44
Page 45
HomeConnect nl
nect app, basisinstellingen aan te
passen of de actuele gebruikstoestand te bewaken.
De HomeConnect diensten zijn niet
in elk land beschikbaar. De beschikbaarheid van de functie HomeConnect is afhankelijk van de beschikbaarheid van de HomeConnect diensten in uw land. Informatie hierover
vindt u op: www.home-connect.com.
¡ →"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) met WPS-functie verbinden", Pagina45
¡ →"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) zonder WPS-functie
verbinden", Pagina46
De HomeConnect app leidt u door
het gehele aanmeldingsproces. Volg
de aanwijzingen in de HomeConnect
app om de instellingen aan te brengen.
Tips
¡ Neem de meegeleverde documen-
ten vanHomeConnect in acht.
¡ Neem ook de aanwijzingen in
deHomeConnectapp in acht.
Aanwijzingen
¡ Houd u aan de veiligheidsinstruc-
ties in deze gebruiksaanwijzing en
zorg ervoor dat deze ook worden
nageleefd wanneer u het apparaat
via de HomeConnect app bedient.
→"Veiligheid", Pagina4
¡ De bediening aan het apparaat
heeft altijd voorrang. Gedurende
deze tijd is de bediening via de
HomeConnectapp niet mogelijk.
meConnect geïnstalleerd is en of het
apparaat met het thuisnetwerk is verbonden.
Apparaat met WLAN-thuisnetwerk (WiFi) met WPS-functie
verbinden
Gebruik de WPS-functie van uw router om het apparaat te verbinden met
het thuisnetwerk.
Voorwaarde:Heeft uw router een
WPS-functie, dan kunt u het apparaat
automatisch met uw WLAN (WiFi)
thuisnetwerk verbinden.
1. Ca. 3 s op Starten op afstand
drukken.
a Op het display wordt Aut weerge-
geven.
2. Druk op Start/Bijvullen.
3. Binnen 2minuten op de WPS-toets
van de router drukken.
Houd de informatie aan in de do-
cumentatie van uw router.
a Op het display knippert .
a Het apparaat probeert verbinding
te maken met het WiFi thuisnetwerk.
a Wanneer op het display wordt
weergegeven en permanent
brandt, dan is het apparaat met
het thuisnetwerk verbonden.
HomeConnect instellingen
Pas HomeConnect aan uw behoeften aan.
U vindt de HomeConnect instellingen in de basisinstellingen van uw
apparaat. Welke instellingen het display toont, hangt ervan af of Ho-
45
Page 46
nl HomeConnect
4. Wanneer op het display Err wordt
weergegeven dan is het apparaat
niet met het thuisnetwerk verbonden.
‒ Controleer of uw apparaat zich
binnen het bereik van het thuisnetwerk bevindt.
‒ Het apparaat met WLAN-thuis-
netwerk (WiFi) met WPS-functie
opnieuw verbinden.
5. "Het apparaat met de Home Con-
nect app verbinden." →Pagina47
Apparaat met WLAN-thuisnetwerk (WiFi) zonder WPS-functie verbinden
Heeft uw router geen WPS-functie,
dan kunt u het apparaat handmatig
met uw WLAN (WiFi) thuisnetwerk
verbinden. Het apparaat zet kortstondig een eigen WiFi-netwerk op. U
kunt met een mobiel eindapparaat
verbinding maken met het WiFi-netwerk en de netwerkinformatie van het
WLAN-thuisnetwerk (WiFi) aan uw apparaat overdragen.
Voorwaarde:De HomeConnect app
is geopend en u heeft zich aangemeld.
1. Tenminste 3 s op Starten op af-
stand drukken.
a Op het display wordt Aut weerge-
geven.
2. Programma op stand 2 instellen.
a Op het display wordt SAP weerge-
geven.
3. Druk op Start/Bijvullen.
a Op het display knippert .
a Het apparaat maakt nu een eigen
WiFinetwerk met de netwerknaam
(SSID) HomeConnect.
4. In het mobiele eindapparaat
WLAN-instellingen oproepen.
Het mobiele eindapparaat met het
WiFi-netwerk HomeConnect verbinden en het WiFi-wachtwoord (Key)
HomeConnect invoeren.
a Uw mobiele eindapparaat verbindt
zich met het apparaat. De verbindingsprocedure kan tot wel 60 seconden duren.
5. De HomeConnect app op het mo-
biele eindapparaat openen en de
stappen in de app volgen.
6. In de HomeConnect app de net-
werknaam (SSID) en het wachtwoord (Key) van uw thuisnetwerk
invoeren.
7. De stappen in de HomeConnect
app volgen, om het apparaat te
verbinden.
a Wanneer op het display wordt
weergegeven en permanent
brandt, dan is het apparaat met
het thuisnetwerk verbonden.
46
Page 47
HomeConnect nl
8. Wanneer op het display Err wordt
weergegeven dan is het apparaat
niet met het thuisnetwerk verbonden.
‒ Controleer of uw apparaat zich
binnen het bereik van het thuisnetwerk bevindt.
‒ Het apparaat met WLAN-thuis-
netwerk (WiFi) met WPS-functie
opnieuw verbinden.
9. "Het apparaat met de Home Con-
nect app verbinden" →Pagina47.
Apparaat met de Home Connect app verbinden
Voorwaarden
¡ Het apparaat is verbonden met het
WiFi thuisnetwerk.
¡ De HomeConnect app is geopend
en u heeft zich aangemeld.
1. Het programma op stand 3 instel-
len.
a Op het display wordt APP weer-
gegeven.
2. Druk op Start/Bijvullen.
a Het apparaat maakt verbinding
met de HomeConnect app.
3. Zodra het apparaat in de Ho-
meConnect app wordt weergegeven, de laatste stappen in de HomeConnect app volgen.
a Wanneer het display weergeeft, is
het apparaat met de HomeConnect app verbonden.
Apparaat met de energiemanager verbinden
Wanneer u het apparaat met het
Smart Energy systeem (energiemanager) verbindt, dan optimaliseert u het
energieverbruik. Het apparaat start
pas, wanneer uw eigen PV-installatie
voldoende energie opwekt of wanneer het elektriciteitstarief gunstig is.
Voorwaarden
¡ Het Smart Energy-systeem (Ener-
giemanager) maakt gebruik van de
communicatiestandaard van het
EEBus initiatief.
¡ U heeft in de gebruiksaanwijzing
van het Smart Energy-systeem
(energiemanager) gelezen, hoe het
Smart Energy-systeem (de energiemanager) verbinding maakt met
uw apparaat.
1. Ca. 3 s op Starten op afstand
drukken.
a Op het display wordt Aut weerge-
geven.
2. Programma op stand7 instellen.
a Op het display wordt EnG weer-
gegeven.
3. Op Start/Bijvullen drukken.
a Het apparaat maakt verbinding
met het Smart Energy systeem
(energiemanager).
a Wanneer op het display en
wordt weergegeven, dan is het apparaat succesvol met de energiemanager verbonden.
4. Wanneer het apparaat door het
Smart Energy systeem (energiemanager) moet worden gestart, dan
Flexstart activeren.
→"Flexstart activeren", Pagina47
Flexstart activeren
Activeer de Flexstart, zodat uw Smart
Energy-systeem (energiemanager)
uw apparaat mag starten, wanneer
uw eigen PV-installatie voldoende
energie opwekt of het elektriciteitstarief laag is.
47
Page 48
nl HomeConnect
Voorwaarde:Het Smart Energy system (energiemanager) kan het apparaat alleen starten wanneer Smart
Energy systeem (energiemanager) en
apparaat met elkaar verbonden zijn.
1. Het gewenste programma instel-
len.
2. Druk op -Klaarin+ en stel de ge-
wenste tijdsperiode in.
3. Druk op Start/Bijvullen.
4. Druk op Start/Bijvullen.
a Het display geeft aan en de
Flexstart is geactiveerd. Het apparaat wacht op een start op afstand
via het Smart Energy-systeem
(energiemanager).
a Wanneer op het display de weer-
gave van de tijd naar bijv. 8h
gaat, dan heeft het Smart Energysysteem (energiemanager) een
tijdstip vastgelegd, waarop het apparaat start.
a Wanneer het Smart Energy-sys-
teem (energiemanager) het apparaat niet binnen de ingestelde tijd
start, dan start het apparaat het
programma zelfstandig, voor het
verstrijken van de ingestelde tijdsperiode. Het programma eindigt
wanneer dit tijdsbestek afgelopen
is.
Aanwijzing
De Flex Start wordt vanwege
veiligheidsredenen onder de volgende
omstandigheden gedeactiveerd:
¡ Druk op Start/Bijvullen.
¡ De deur openen.
¡ Het apparaat uitschakelen.
¡ Stroomonderbreking.
WiFi op het apparaat activeren
AanwijzingHet energieverbruik
wordt hoger ten opzichte van de in
de verbruikswaardetabellen aangegeven waarden, wanneer WiFi is geactiveerd.
1. Ca. 3 s op Starten op afstand
drukken.
2. Programma op positie 4 instellen.
a Op het display wordt Con weerge-
geven.
3. Druk op Start/Bijvullen totdat het
display On weergeeft.
a WiFi is geactiveerd.
AanwijzingHet apparaat schakelt
niet automatisch uit, wanneer WiFi is
geactiveerd.
WiFi op het apparaat deactiveren
1. Tenminste 3 seconden op Starten
op afstand drukken.
2. Programma op positie 4 instellen.
a Op het display wordt Con weerge-
geven.
3. Druk op Start/Bijvullen totdat het
display OFF weergeeft.
a WiFi is gedeactiveerd.
AanwijzingWordt de WiFi gedeactiveerd en uw apparaat was eerder
met uw thuisnetwerk verbonden, dan
wordt de verbinding bij het opnieuw
inschakelen van de WiFi automatisch
weer hersteld.
Software update
48
Voorwaarde:Op het display wordt
UdP weergegeven.
1. Ca. 3 s op Starten op afstand
drukken.
Page 49
HomeConnect nl
2. Programma op positie 6 instellen.
a Op het display verschijnt UPd.
3. Op Start/Bijvullen drukken.
a De software-update wordt geïnstal-
leerd.
a Als het display End toont, is de
software-update geïnstalleerd.
AanwijzingDe software-update kan
meerdere minuten duren. Schakel het
apparaat tijdens de software-updates
niet uit.
Netwerkinstellingen van het
apparaat resetten
1. Tenminste 3 seconden op Starten
op afstand drukken.
2. Programma op positie 5 instellen.
a Op het display wordt rES weerge-
geven.
3. Op Start/Bijvullen drukken.
a Op het display wordt weergege-
ven.
4. Op Start/Bijvullen drukken.
a De netwerkinstellingen worden te-
ruggezet.
a Als het display End toont, zijn de
netwerkinstellingen teruggezet.
Tip:Wilt u uw apparaat weer via de
HomeConnect app bedienen, dan
moet u het opnieuw met het thuisnetwerk en de HomeConnect app verbinden.
Afstandsdiagnose
De klantenservice kan via de diagnose op afstand toegang verkrijgen tot
uw apparaat als u zich met de desbetreffende wens tot de klantenservice richt, uw apparaat met de HomeConnect server verbonden is en
de diagnose op afstand in het land
waarin u het apparaat gebruikt, beschikbaar is.
Tip:Meer informatie alsook aanwijzingen over de beschikbaarheid van
de diagnose op afstand in uw land
vindt u in het gedeelte service/support van de lokale website: www.home-connect.com
Bescherming persoonsgegevens
Neem de aanwijzingen m.b.t. de bescherming van de persoonsgegevens
in acht.
Wanneer uw apparaat voor de eerste
keer wordt verbonden met een
thuisnetwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de
HomeConnect server(eerste
registratie):
¡ Eenduidige identificatie van het ap-
paraat (bestaande uit apparaatsleutels en het MAC-adres van de
ingebouwde
Wi-Ficommunicatiemodule).
¡ Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de informatietechnische beveiliging van
de verbinding).
¡ De actuele software- en hardware-
versie van uw huishoudapparaat.
¡ Status van een eventuele eerdere
reset naar de fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de HomeConnect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op
het moment dat u voor het eerst van
de HomeConnect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
AanwijzingLet erop dat de HomeConnect functionaliteiten alleen
kunnen worden gebruikt in combinatie met de HomeConnect app. Infor-
49
Page 50
nl HomeConnect
matie over gegevensbescherming
kan worden opgeroepen in de HomeConnect app.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart BSH Hausgeräte
GmbH dat het apparaat met Home
Connect functionaliteit voldoet aan de
5GHz WLAN (WiFi): alleen voor het gebruik binnenshuis.
fundamentele vereisten en de overige
toepasselijke bepalingen van de
richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op het internet onder
www.siemens-home.bsh-group.com
op de productpagina van uw apparaat bij de aanvullende documenten.
2,4 GHz band: 100 mW max.
5 GHz band: 100 mW max.
50
Page 51
Basisinstellingen nl
Basisinstellingen
Basisinstellingen
Basisinstellingen
U kunt uw apparaat instellen volgens uw behoeften.
Overzicht over de basisinstellingen
Hier vindt u een overzicht van de basisinstellingen van het apparaat.
BasisinstellingProgrammapositieWaardeBeschrijving
Signaal20 (uit)
1 (zacht)
2 (gemiddeld)
3 (luid)
4 (zeer luid)
Toetssignaal30 (uit)
1 (zacht)
2 (gemiddeld)
3 (luid)
4 (zeer luid)
Herinnering trommelreiniging
4On (aan)
OFF (uit)
Het volume van het signaal na het programma-einde instellen.
Het volume van het signaal bij het kiezen van
de buttons instellen.
De herinnering voor de
trommelreiniging activeren of deactiveren.
Basisinstellingen wijzigen
1. De programmakiezer op stand 1
instellen.
51
Page 52
nl Reiniging en onderhoud
2. Druk op Centrifugerenen draai te-
gelijkertijd de programmakiezer op
stand 2.
a Het display geeft de actuele waar-
de aan.
3. De programmakiezer op de ge-
wenste positie instellen.
4. Druk op -Klaarin+ om de waarde
te wijzigen.
5. Schakel het apparaat uit om de
wijziging op te slaan.
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
Tips voor onderhoud van het
toestel
Houd om de werking van uw apparaat langdurig te garanderen de tips
voor het onderhoud van het apparaat
aan.
De behuizing en het
bedieningspaneel uitsluitend met water en
een vochtige doek afnemen.
Verwijder direct alle
wasmiddelresten,
sproeinevelresten of
achtergebleven restanten.
De deur van het apparaat en de wasmiddellade na gebruik open
laten.
De apparaatdelen blijven schoon en hygiënisch.
Recente afzettingen
kunnen makkelijker
en zonder resten worden verwijderd.
Restwater kan dan
verdampen, hetgeen
de geurvorming in het
apparaat vermindert.
Trommel reinigen
Wanneer u vaak met een wastemperatuur van 40°C en lager wast of het
apparaat langere tijd niet heeft gebruikt, reinig dan de trommel.
▶
Draai het programma Trommel
reinigen zonder wasgoed.
Gebruik een poederwasmiddel.
Schoonmaken van de wasmiddellade
Wanneer u van wasmiddel wisselt of
de wasmiddellade vuil is, reinig dan
de wasmiddellade en de pompeenheid van het intelligente doseersysteem.
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. De wasmiddellade uittrekken.
3. Inzetstuk naar beneden drukken
en de wasmiddellade er uit nemen.
4. De pompunit verwijderen.
52
Page 53
5. Het deksel van de wasmiddellade
ontgrendelen en verwijderen.
Reiniging en onderhoud nl
De pompunit met een vochtige
doek reinigen.
8. De wasmiddellade en het deksel
met een zachte, vochtige doek of
handdouche reinigen.
6. De wasmiddellade legen.
7. LET OP! De pompeenheid bevat
elektrische componenten.
▶
De pompunit niet in de vaatwasser
reinigen of in water dompelen.
▶
De elektrische aansluitingen aan
de achterkant tegen vocht, wasmiddel- en wasverzachterresten
beschermen.
9. De wasmiddellade plaatsen, het
deksel en de pompeenheid afdrogen en plaatsen.
53
Page 54
nl Reiniging en onderhoud
10.De behuizing van de wasmiddella-
de in het apparaat reinigen.
Afvoerpomp reinigen
Reinig de afvoerpomp in geval van
storingen, bijv. bij verstoppingen of
geklapper.
Afvoerpomp legen
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De kraan sluiten.
2. Het apparaat uitschakelen.
3. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
4. Open de serviceklep.
11.De wasmiddellade erin schuiven.
Ontkalken
Wanneer u wasmiddel correct doseert, hoeft u uw apparaat niet te ontkalken. Als u toch ontkalkingsmiddel
wilt gebruiken, neem dan de gebruiksinstructies van de fabrikant in acht.
LET OP!
Door het gebruik van ongeschikte
ontkalkingsmiddelen, zoals bijv. voor
koffiezetapparaten, kan het apparaat
beschadigen.
▶
Gebruik voor dit apparaat slechts
een ontkalkingsmiddel dat via de
internetsite of de klantenservice
van de fabrikant verkrijgbaar is.
54
5. Verwijder de serviceklep.
6. Plaats een opvangbak onder de
opening.
Page 55
Reiniging en onderhoud nl
7. Neem de aftapslang uit de houder.
8.
VOORZICHTIG-Risico van
verbranding! Het sop wordt heet
bij het wassen met hoge temperaturen.
▶
Raak het hete sop niet aan.
Trek het afsluitstopje los, om het
wassop in de opvangbak te laten
stromen.
10.De aftapslang in de houder klem-
men.
Afvoerpomp reinigen
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Voorwaarde:"De afvoerpomp is
leeg." →Pagina54
1. Omdat er nog restwater in de
pomp kan zitten, het deksel er
voorzichtig uit draaien.
‒ Door grote verontreinigingen
kan het filterelement in het
pomphuis vastzitten. Verontreinigingen losmaken en filterelement verwijderen.
9. Druk het stopje er weer op.
55
Page 56
nl Reiniging en onderhoud
90°
1
2
2. Binnenruimte, schroefdraad van
het pompdeksel en pomphuis reinigen.
5. Draai het pompdeksel aan.
De greep van het pompdeksel
moet verticaal staan.
6. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
Het pompdeksel bestaat uit twee
componenten die voor de reiniging
kunnen worden gedemonteerd.
3. Verifieer dat de rotor van de pomp
makkelijk ronddraait.
4. Breng het pompdeksel aan.
‒ Controleer of de componenten
van het pompdeksel correct gemonteerd zijn.
56
7. De serviceklep sluiten.
Vóór de volgende keer wassen
Om te voorkomen dat bij de volgende wasbeurt wasmiddel ongebruikt in
de afvoer stroomt, voert u het programma Afpompen uit, nadat u de
pomp heeft geleegd.
1. De kraan opendraaien.
2. Steek de stekker in het stopcon-
tact.
3. Schakel het apparaat in.
4. Doe een liter water in het comparti-
ment voor de handmatige dosering.
5. Start het programma Afpompen.
Page 57
Waterafvoerslang op de sifon
reinigen
Wanneer de waterafvoerslang op de
sifon is verontreinigd of het sop niet
wordt afgepompt, dan moet u deze
reinigen.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
3. De slangklem losmaken en de wa-
terafvoerslang er voorzichtig aftrekken.
Er kan resterend water uitlopen.
4. De waterafvoerslang en de sifon-
aansluiting reinigen.
Reiniging en onderhoud nl
Zeef in de watertoevoer reinigen
Reinig de zeef in de watertoevoer in
geval van verstoppingen of bij een te
lage waterdruk.
Watertoevoerslang legen
Om de zeef te kunnen reinigen, leegt
u eerst de watertoevoerslang.
1. De waterkraan sluiten.
2. Stel het programma Katoen in.
3. Het programma starten en ca. 70
seconden laten lopen.
4. Het apparaat uitschakelen.
5. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
5. De waterafvoerslang opsteken en
de aansluitklem met de slangklem
borgen.
Zeef van de waterkraan reinigen
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid"
→Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw
apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Voorwaarde:De watertoevoerslang
is leeg.
1. De watertoevoerslang van de wa-
terkraan verwijderen.
57
Page 58
nl Reiniging en onderhoud
2. De zeef met een kleine borstel rei-
nigen.
3. De watertoevoerslang aansluiten
en op lekdichtheid controleren.
58
Page 59
Storingen verhelpen nl
Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
▶
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat
uitvoeren.
▶
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
▶
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding
van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon.
Foutcode / foutindicatie / signaal
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Het display is gedoofd en
Start/Bijvullen knippert.
De energiebesparingsmodus
is actief.
"E:30 / -80"Afvoerbuis of wateraf-
voerslang is verstopt.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is geknikt of vastgeklemd.
Afvoerpomp is verstopt.
Waterafvoerslang is te hoog
aangesloten.
Pompdeksel is niet correct
in elkaar gezet.
"E:36 / -25 / -26"Afvoerpomp is verstopt.
▶
Druk op een willekeurige button.
a Het display brandt weer.
▶
Reinig de afvoerbuis en de waterafvoerslang.
▶
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de
waterafvoerslang niet geknikt of ingeklemd zijn.
▶
→"Afvoerpomp reinigen",
Pagina54
▶
Monteer de waterafvoerslang op
maximaal 1 meter hoogte.
→"Technische gegevens",
Pagina74
▶
Zet het pompdeksel correct in elkaar.
▶
→"Afvoerpomp reinigen",
Pagina54
59
Page 60
nl Storingen verhelpen
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
"E:10 / -00 / -10 / -20"Pomp van het intelligente
doseersysteem is geblokkeerd.
"E:60 / -2B"Het onbalansherkennings-
systeem heeft het centrifugeren afgebroken wegens
ongelijkmatige verdeling van
het wasgoed.
Waterdruk is laag.Geen oplossing mogelijk.
Zeef in de watertoevoer is
verstopt.
Waterkraan is gesloten.
Watertoevoerslang is geknikt of ingeklemd.
"E:35 / -10"Water in de bodembak.
Apparaat lekt.
De wasmiddellade is niet tot
aan de aanslag dichtgeschoven.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Reinig de pompeenheid.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade", Pagina52
3. Als de indicatie opnieuw verschijnt,
schakel dan de service in.
→"Servicedienst", Pagina71
AanwijzingU kunt het wasprogramma starten als u het intelligente doseersysteem deactiveert en handmatig
doseert.
→"Toetsen", Pagina26
▶
Verdeel het wasgoed opnieuw in de
trommel.
AanwijzingLeg zo mogelijk grote en
kleine stukken wasgoed samen in de
trommel. Wasgoed met verschillende
grootte verdeelt zich beter bij het centrifugeren.
▶
"Reinig de zeef in de watertoevoer"
→Pagina57.
▶
Open de waterkraan.
▶
Zorg ervoor dat de watertoevoerslang niet is geknikt of ingeklemd.
▶
Sluit de kraan.
▶
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina71
▶
Sluit de kraan.
▶
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina71
▶
Schuif de wasmiddellade tot de
aanslag in het apparaat.
60
Page 61
Storingen verhelpen nl
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Pompunit is niet geplaatst.1. Plaats de pompunit in de wasmid-
dellade.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade", Pagina52
2. Schuif de wasmiddellade tot de
aanslag in het apparaat.
Wasmiddeldosering is te
hoog.
Alle andere foutcodes.Storing
▶
Directe maatregel: meng een eetlepel wasverzachter met 0,5 l water
en giet dit mengsel in het compartiment voor handmatige dosering
(niet bij outdoor-, sportswear- en
donstextiel).
▶
Wanneer de intelligente dosering
geactiveerd is, reduceer dan de "basisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44.
▶
Reduceer, wanneer u handmatig
doseert, bij de volgende wasbeurt
met gelijke belading de hoeveelheid wasmiddel.
▶
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina71
Functiestoringen
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Apparaat werkt niet.Netstekker van de stroomka-
bel is niet ingestoken.
Zekering is defect.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Programma start niet.Start/Bijvullen werd niet in-
gedrukt.
Deur is niet gesloten.1. Sluit de deur.
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
▶
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
▶
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
Controleer of de verlichting van de
binnenruimte of andere apparaten
functioneren.
▶
Druk op Start/Bijvullen.
2. Om het programma te starten,
drukt u op Start/Bijvullen.
▶
→"Kinderslot deactiveren",
Pagina43
61
Page 62
nl Storingen verhelpen
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Programma start niet.-Klaarin+ is geactiveerd.
Wasgoed is ingeklemd tussen de deur.
De wasmiddellade is niet tot
aan de aanslag dichtgeschoven.
Pomp van het intelligente
doseersysteem is geblokkeerd.
Deur kan niet worden geo-
is geactiveerd.
pend.
Temperatuur is te hoog.
Waterniveau is te hoog.
Stroomonderbreking.
Waswater wordt niet weggepompt.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is verstopt.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is geknikt of vastgeklemd.
▶
Controleer of -Klaarin+ is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina26
1. Open de deur opnieuw.
2. Verwijder ingeklemd wasgoed.
3. Sluit de deur.
4. Om het programma te starten,
drukt u op Start/Bijvullen.
▶
Schuif de wasmiddellade tot de
aanslag in het apparaat.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Reinig de pompeenheid.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade", Pagina52
3. Als de indicatie opnieuw verschijnt,
schakel dan de service in.
→"Servicedienst", Pagina71
AanwijzingU kunt het wasprogramma starten als u het intelligente doseersysteem deactiveert en handmatig
doseert.
→"Toetsen", Pagina26
▶
Hervat het programma door Centrifugeren of Afpompen te kiezen enop Start/Bijvullen te drukken.
→"Programma bij spoelstop hervatten", Pagina42
▶
Wacht tot de temperatuur is gedaald.
▶
→"Progr. annuleren", Pagina42
▶
Start het programma Afpompen.
▶
Open de deur met de noodontgrendeling.
→"Noodontgrendeling",
Pagina69
▶
Reinig de afvoerbuis en de waterafvoerslang.
▶
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de
waterafvoerslang niet geknikt of ingeklemd zijn.
62
Page 63
Storingen verhelpen nl
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Waswater wordt niet weggepompt.
Er stroom geen water in het
apparaat. Het wasmiddel
werd niet ingespoeld.
Meermaals beginnen met
centrifugeren.
De programmaduur wijzigt
tijdens de wascyclus.
Afvoerpomp is verstopt.
is geactiveerd.
Waterafvoerslang is te hoog
aangesloten.
Pompdeksel is niet correct
in elkaar gezet.
Pompdeksel is niet correct
in elkaar gezet.
Start/Bijvullen werd niet ingedrukt.
Zeef in de watertoevoer is
verstopt.
Waterkraan is gesloten.
Watertoevoerslang is geknikt of ingeklemd.
Het onbalanscontrolesysteem heft de onbalans op
door het wasgoed meermaals te verdelen.
Het programmaverloop
wordt elektronisch geoptimaliseerd. Dat kan leiden tot
wijzigingen in de programmaduur.
Het onbalanscontrolesysteem heft de onbalans op
door het wasgoed meermaals te verdelen.
▶
→"Afvoerpomp reinigen",
Pagina54
▶
Hervat het programma door Centrifugeren of Afpompen te kiezen enop Start/Bijvullen te drukken.
→"Programma bij spoelstop hervatten", Pagina42
▶
Monteer de waterafvoerslang op
maximaal 1 meter hoogte.
→"Technische gegevens",
Pagina74
▶
Zet het pompdeksel correct in elkaar.
▶
Zet het pompdeksel correct in elkaar.
▶
Druk op Start/Bijvullen.
▶
"Reinig de zeef in de watertoevoer"
→Pagina57.
▶
Open de waterkraan.
▶
Zorg ervoor dat de watertoevoerslang niet is geknikt of ingeklemd.
▶
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
AanwijzingLeg bij het beladen zo mogelijk grote en kleine stukken wasgoed
samen in de trommel. Wasgoed met
verschillende grootte verdeelt zich beter bij het centrifugeren.
▶
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
63
Page 64
nl Storingen verhelpen
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
De programmaduur wijzigt
tijdens de wascyclus.
Schuimcontrolesysteem
voert bij te hoge schuimvorming een extra spoelbeurt
toe.
Het water is in de trommel
niet zichtbaar.
Trommel schokt na programmastart.
Trillingen en beweging van
het apparaat tijdens het centrifugeren.
Het water is onder het zichtbare bereik.
Oorzaak is een interne motortest.
Het apparaat is niet goed horizontaal gesteld.
Apparaatvoeten zijn niet gefixeerd.
Transportbeveiligingen zijn
niet verwijderd.
Trommel draait, er stroomt
geen water in het apparaat.
Beladingsherkenning is actief.
Sterke schuimvorming.Wasmiddeldosering is te
hoog.
kan niet worden ingedrukt
Intelligent doseren voor dit
programma niet mogelijk.
Programmavoortgang laat
intelligent doseren niet toe.
AanwijzingLeg bij het beladen zo mogelijk grote en kleine stukken wasgoed
samen in de trommel. Wasgoed met
verschillende grootte verdeelt zich beter bij het centrifugeren.
▶
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Stellen van het apparaat
▶
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen
van het apparaat
▶
Transportbeveiligingen verwijderen
▶
Geen fout, geen handeling noodzakelijk.
AanwijzingDe beladingsherkenning
kan tot wel 2 minuten duren.
▶
Directe maatregel: meng een eetlepel wasverzachter met 0,5 l water
en giet dit mengsel in het compartiment voor handmatige dosering
(niet bij outdoor-, sportswear- en
donstextiel).
▶
Wanneer de intelligente dosering
geactiveerd is, reduceer dan de "basisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44.
▶
Reduceer, wanneer u handmatig
doseert, bij de volgende wasbeurt
met gelijke belading de hoeveelheid wasmiddel.
▶
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Geen oplossing mogelijk.
64
Page 65
Storingen verhelpen nl
Geluiden
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Bruisend, sissend geluid.Water wordt onder druk in
de wasmiddellade gespoeld.
Lang, brommend geluid voor
aanvang van de was- of wasverzachtingscyclus.
Kort, zoemend geluid na het
inschakelen van het appa-
Intelligent doseersysteem
doseert wasmiddel of verzorgingsmiddel.
Intelligent doseersysteem
voert een functietest uit.
raat.
Luid geluid tijdens het centri-
fugeren.
Het apparaat is niet goed horizontaal gesteld.
Apparaatvoeten zijn niet gefixeerd.
Transportbeveiligingen zijn
niet verwijderd.
Geklapper, gerammel in de
pomp.
Slurpend, ritmisch zuiggeluid.
Er is een vreemd voorwerp
in de pomp gekomen.
Pomp is actief, het sop
wordt afgepompt.
▶
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
▶
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
▶
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
▶
Stellen van het apparaat
▶
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen
van het apparaat
▶
Transportbeveiligingen verwijderen
▶
→"Afvoerpomp reinigen",
Pagina54
▶
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Probleem resultaat
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Kreukvorming.Centrifugetoerental is te
hoog.
De beladingshoeveelheid is
te hoog.
Voor de textielsoort is het
verkeerde programma gekozen.
Centrifugeresultaat is niet
naar tevredenheid. Het was-
Laag centrifugetoerental is
ingesteld.
goed is te nat / te vochtig.
Antikreuk is geactiveerd.
▶
Stel bij de volgende wasbeurt een
lager centrifugetoerental in.
▶
Reduceer bij de volgende wasbeurt
de beladingshoeveelheid.
▶
Kies een geschikt programma voor
de textielsoort.
→"Programma's", Pagina29
▶
Stel bij de volgende wasbeurt een
hoger centrifugetoerental in.
▶
Start het programma Centrifugeren.
▶
Kies een geschikt programma voor
de textielsoort.
→"Programma's", Pagina29
65
Page 66
nl Storingen verhelpen
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Centrifugeresultaat is niet
naar tevredenheid. Het wasgoed is te nat / te vochtig.
Resten wasmiddel op het
vochtige wasgoed.
Wasmiddelresten op het droge wasgoed.
Het onbalansherkenningssysteem heeft het centrifugeren afgebroken wegens
ongelijkmatige verdeling van
het wasgoed.
Wasmiddelen kunnen in water onoplosbare stoffen bevatten, welke zich op het
wasgoed afzetten.
Ongeschikt wasmiddel in het
doseerreservoir van het intelligente doseersysteem gedaan.
Basisdoseerhoeveelheid niet
correct ingesteld.
Wasmiddelen kunnen in water onoplosbare stoffen bevatten, welke zich op het
wasgoed afzetten.
Ongeschikt wasmiddel in het
doseerreservoir van het intelligente doseersysteem gedaan.
▶
Verdeel het wasgoed opnieuw in de
trommel.
AanwijzingLeg zo mogelijk grote en
kleine stukken wasgoed samen in de
trommel. Wasgoed met verschillende
grootte verdeelt zich beter bij het centrifugeren.
▶
Start het programma Centrifugeren.
▶
Start het programma Spoelen.
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43
▶
Wanneer de intelligente dosering
geactiveerd is, reduceer dan de "basisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44.
▶
Borstel het wasgoed na het wassen
en drogen uit.
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43
66
Page 67
Storingen verhelpen nl
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Wasmiddelresten op het droge wasgoed.
Onvoldoende reinigende
werking.
Basisdoseerhoeveelheid niet
correct ingesteld.
Basisdoseerhoeveelheid niet
correct ingesteld.
Wasmiddel of verzorgingsmiddel in doseerreservoirs
van het intelligente doseersysteem is ingedikt.
Ongeschikt wasmiddel in het
doseerreservoir van het intelligente doseersysteem gedaan.
▶
Wanneer de intelligente dosering
geactiveerd is, reduceer dan de "basisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44.
▶
Als de intelligente dosering geactiveerd is, stelt u de "basisdoseerhoeveelheid " →Pagina44correct in.
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43
Home Connect probleem
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Home Connect functioneert
niet correct.
Geen verbinding met het
thuisnetwerk.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
Wi-Fi is uitgeschakeld.
Wi-Fi is geactiveerd, maar de
verbinding met het thuisnetwerk kan niet gerealiseerd
worden.
▶
Ga naar www.home-connect.com.
▶
→"WiFi op het apparaat activeren",
Pagina48
1. Verifieer dat het thuisnetwerk be-
schikbaar is.
2. Verbindt het apparaat opnieuw met
het thuisnetwerk.
→"Apparaat met WLAN-thuisnetwerk (WiFi) met WPS-functie verbinden", Pagina45
67
Page 68
nl Storingen verhelpen
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Geen verbinding met het
thuisnetwerk.
→"Apparaat met WLAN-thuisnetwerk (WiFi) zonder WPS-functie verbinden", Pagina46
Ondichtheid
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
Bij de watertoevoerslang
lekt water.
Er lekt water bij de waterafvoerslang.
De watertoevoerslang is niet
correct / vast aangesloten.
Waterafvoerslang is beschadigd.
Waterafvoerslang is niet correct aangesloten.
1. Sluit de watertoevoerslang correct
aan. Watertoevoerslang aansluiten
2. Draai de koppeling goed aan.
▶
Vervang de beschadigde waterafvoerslang.
▶
Sluit de waterafvoerslang correct
aan. Aansluitsoorten waterafvoer
Geurtjes
StoringOorzaakVerhelpen van storingen
In het apparaat is geurvorming opgetreden.
Vochtigheid en wasmiddelresten kunnen de bacteriegroei stimuleren.
▶
→"Trommel reinigen", Pagina52
▶
Als u het apparaat niet gebruikt,
laat dan de deur en wasmiddellade
open zodat het restwater kan opdrogen.
68
Page 69
Transporteren, opslaan en afvoeren nl
Noodontgrendeling
Om het wasgoed bijv. bij een stroomstoring uit het apparaat te halen, kunt
u de deur handmatig ontgrendelen.
Deur ontgrendelen
Voorwaarde:"De afvoerpomp is
leeg." →Pagina54
1. LET OP! Wegstromend water kan
tot materiële schade leiden.
▶
Open de deur niet als er water
achter het glas te zien is.
De noodontgrendeling met behulp
van gereedschap naar onderen
trekken en loslaten.
2. De
→"Watertoevoerslang legen",
Pagina57.
3. Het apparaat uitschakelen.
4. De stekker van het apparaat uit het
stopcontact halen.
5. Resterend sop laten weglopen.
→"Afvoerpomp reinigen",
Pagina54
6. De slangen demonteren.
7. De doseerreservoirs legen.
Transportbeveiligingen plaatsen
Zeker het apparaat voor transport
met de transportbeveiligingen om
schade te vermijden.
1. Verwijder de 4 afdekkapjes.
‒ Gebruik indien nodig een
schroevendraaier voor het verwijderen van de afdekkapjes.
a Het deurslot is ontgrendeld.
2. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
3. De serviceklep sluiten.
Transporteren, opslaan en afvoeren
Transporteren, opslaan
en afvoeren
Transporteren, opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier
waarop u het apparaat voorbereidt
voor transport en opslag. Daarnaast
leggen we u uit hoe u oude apparaten dient af te voeren.
Apparaat demonteren
1. De waterkraan sluiten.
Bewaar de afdekkapjes.
2. Plaats de 4 hulzen.
69
Page 70
nl Transporteren, opslaan en afvoeren
3. Plaats alle bouten van de 4 trans-
portborgingen en draai deze iets
aan.
Apparaat opnieuw in gebruik
nemen
1. De transportborgingen verwijderen.
2. Ca. 1 liter water in het comparti-
ment voor handmatige dosering in
de wasmiddellade doen.
3. Start het programma Afpompen.
a Het wasmiddel stroomt dan bij de
eerstvolgende wasbeurt niet ongebruikt in de afvoer.
4. Plaats de stroomkabel in de hou-
der en draai alle 4 de bouten
van de transportborgingen met
een steeksleutel SW13 vast .
5. Plaats de slang in de houder.
70
Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen opnieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat
opsluiten en in levensgevaar geraken.
▶
Het apparaat niet opstellen achter
een deur die het openen van de
apparaatdeur blokkeert of verhindert.
▶
Bij afgedankte apparaten de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen, daarna het netsnoer
doorknippen en het slot van de apparaatdeur dusdanig beschadigen,
dat de apparaatdeur niet langer
sluit.
Page 71
Servicedienst nl
1. De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Het apparaat milieuvriendelijk af-
voeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Servicedienst
Servicedienst
Servicedienst
Als u vragen hebt over het gebruik,
een storing aan het apparaat niet zelf
kunt verhelpen of als het apparaat
moet worden gerepareerd, neem dan
contact op met onze servicedienst.
Veel problemen kunt u via de informatie voor het verhelpen van storingen in deze gebruiksaanwijzing of op
onze website zelf verhelpen. Als dit
niet het geval is, neem dan contact
op met onze servicedienst.
We vinden altijd een passende oplossing en proberen onnodig bezoek
van de servicetechnicus te vermijden.
We zorgen ervoor dat het apparaat
zowel binnen de garantieperiode als
na het verstrijken van de fabrieksgarantie met originele reserveonderdelen door geschoolde servicetechnici
wordt gerepareerd.
Om veiligheidsredenen mag alleen
geschoold vakpersoneel reparaties
aan het apparaat uitvoeren. De garantieclaim vervalt indien reparaties
of ingrepen worden uitgevoerd door
personen die daartoe niet door ons
zijn gemachtigd, dan wel indien onze
apparaten worden voorzien van vervangende onderdelen, aanvullende
onderdelen of accessoires die geen
originele onderdelen zijn en daardoor
een defect wordt veroorzaakt.
Originele vervangende onderdelen
die relevant zijn voor de werking in
overeenstemming met de desbetreffende Ecodesign-verordening kunt u
voor de duur van ten minste 10 jaar
vanaf het moment van in de handel
brengen van het apparaat binnen de
Europese Economische Ruimte bij
onze servicedienst verkrijgen.
AanwijzingHet inschakelen van de
servicedienst in het kader van de fabrieksgarantievoorwaarden is gratis.
Gedetailleerde informatie over de garantieperiode en garantievoorwaarden in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op
onze website.
Als u contact opneemt met de servicedienst, hebt u het productnummer
(E-Nr.) en het productienummer (FD)
van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de servicedienst vindt u in de meegeleverde
servicedienstlijst of op onze website.
Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het
productienummer (FD) vindt u op het
typeplaatje van het apparaat.
Het typeplaatje bevindt zich afhankelijk
van het model:
¡ aan de binnenkant van de deur.
¡ aan de binnenkant van de onder-
houdsklep.
¡ aan de achterkant van het appa-
raat.
Om uw apparaatgegevens en de servicedienst-telefoonnummers snel terug te kunnen vinden, kunt u de gegevens noteren.
71
Page 72
nl Servicedienst
AQUA-STOP-garantie
In aanvulling op de garantieaanspraken tegen de verkoper op basis van
de koopovereenkomst en op onze fabrieksgarantie wordt u schadeloos
gesteld indien aan onderstaande
voorwaarden wordt voldaan.
¡ Als door een fout in het AquaStop-
systeem waterschade wordt veroorzaakt, dan vergoeden wij de
schade van particuliere gebruikers.
Om het waterbeveiligingssysteem
te garanderen moet het apparaat
op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
¡ De aansprakelijkheidsgarantie
geldt voor de levensduur van het
apparaat.
¡ Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met
AquaStop vakkundig en overeenkomstig ons installatievoorschrift is
opgesteld en aangesloten; hiertoe
behoort ook de vakkundig gemonteerde verlenging van de
AquaStop (origineel toebehoren).
Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen
of armaturen tot aan de AquaStopaansluiting op de kraan.
¡ Tijdens het gebruik van een appa-
raat met AquaStop hoeft u er in
principe niet bij te blijven resp. na
het gebruik om veiligheidsredenen
de kraan dicht te draaien. Alleen
bij langere afwezigheid, bijvoorbeeld als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan worden
dichtgedraaid.
72
Page 73
Verbruikswaarden nl
Verbruikswaarden
Verbruikswaarden
Verbruikswaarden
De volgende informatie wordt conform deEU-Ecodesign-verordening gegeven.
De opgegeven waarden voor andere programma's als Eco40-60 zijn slechts
richtwaarden en werden in aansluiting op de geldende norm EN60456 bepaald. De automatische doseringsfunctie werd voor dit doeleinde gedeactiveerd.
Aanwijzingen m.b.t. de vergelijkende test: deactiveer de automatische doseerfunctie, tenzij deze functie het voorwerp is van de test.
De werkelijke waarden kunnen door de invloed van waterdruk, hardheid en inlaattemperatuur,
omgevingstemperatuur, soort, hoeveelheid en vervuiling van het wasgoed, gebruikt reinigingsmiddel, schommelingen van de stroomvoorziening en geselecteerde bijkomende functies van de opgegeven waarden afwijken.
2
Testprogramma conform de EU-Ecodesignverordening en de EU-energielabelverordening met
koud water (15°C).
Dit product bevat lichtbronnen van de
energieklasse F De lichtbronnen zijn
leverbaar als reserveonderdeel en
mogen uitsluitend door een hiervoor
getrainde monteur worden vervangen.
Overige informatie over uw model
vindt u op het internet onder https://
energylabel.bsh-group.com1. Dit webadres bevat een link naar de officiële EU-productdatabase EPREL, waarvan de URL ten tijde van het drukken
nog niet was gepubliceerd. Volg dan
de aanwijzingen bij het zoeken naar
het model op. De modelidentificatie
bestaat uit het teken voor de slash
van het E-nummer (E-Nr.) op het typeplaatje. Alternatief vindt u de modelidentificatie ook in de eerste regel
van het EU-energielabel.
1
Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte
74
Page 75
Page 76
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
GERMANY
www.siemens-home.bsh-group.com
Gefabriceerd door BSH Hausgeräte GmbH onder handelsmerklicentie van Siemens AG
*9001433613*
9001433613(000428)
nl
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.