Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.bsh-group.com en in de onlineshop: www.siemens-home.bsh-group.com/eshops
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 12
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor sc hr i f t en
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen in brand vliegen. Voor gebruik dient
u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
Risico van letsel!
■ Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur
kunnen scherpe randen hebben. Draag
veiligheidshandschoenen.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
5
nl Oorzaken van schade
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
Stoom
:Waarschuwing – Risico van verbranding!!
■ Het water in de tank kan sterk worden verhit
wanneer het apparaat de volgende keer
wordt gebruikt. Na gebruik van de
stoomfunctie moet de tank altijd worden
leeggemaakt.
Risico van verbranding!!
■ Er ontstaat hete damp in de binnenruimte.
Tijdens het gebruik van de stoomfunctie
mag u niet met uw handen in de
binnenruimte komen.
Risico van verbranding!
■ Tijdens het uitnemen van de toebehoren
kan hete vloeistof over de rand stromen.
Hete toebehoren voorzichtig uitnemen, met
de ovenhandschoen.
:Waarschuwing – Risico van letsel en
verbranding!!
Brandbare vloeistoffen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten (explosieve
verbranding). Doe geen ontvlambare
vloeistoffen (bijv. alcoholhoudende dranken) in
de watertank. Vul de watertank uitsluitend met
water of de door ons aanbevolen
ontkalkingspoplossing.
Braadthermometer
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Bij gebruik van een verkeerde
braadthermometer kan de isolatie beschadigd
raken. Gebruik alleen de braadthermometer
die bestemd is voor het toestel.
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is. Nooit het apparaat met beschadigde
afdichting of zonder afdichting gebruiken.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
6
Milieubescherming nl
Stoom
Attentie!
■ Bakvormen: de vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn. Bakvormen van silicone zijn
niet geschikt voor gecombineerd gebruik met stoom.
■ Kookgerei met roestplekken: gebruik geen
kookgerei met roestplekken. De kleinste plekken
kunnen al corrosie in de binnenruimte veroorzaken.
■ Vrijkomende vloeistof: plaats bij het stomen met een
bak met gaatjes altijd de bakplaat, de braadslede of
de bak zonder gaatjes eronder. Vrijkomende
vloeistof wordt opgevangen.
■ Heet water in de watertank: door heet water kan het
stoomsysteem beschadigd raken. Vul de watertank
uitsluitend met koud water.
■ Schade aan het email: start geen programma of
functie wanneer zich water op de bodem van de
binnenruimte bevindt. Dit water dient voor gebruik te
worden verwijderd.
■ Ontkalkingsoplossing: zorg ervoor dat er geen
ontkalkingsoplossing op het bedieningspaneel of
andere oppervlakken van het apparaat komt. De
oppervlakken raken dan beschadigd. Gebeurt dit
toch, verwijder de ontkalkingsoplossing dan direct
met water.
■ Watertank reinigen: watertank niet in de
afwasmachine reinigen. De tank raakt dan
beschadigd. Reinig de watertank met een zachte
doek en een in de handel gebruikelijk
schoonmaakmiddel.
7Milieubescherming
Milieubescherming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Laat diepvrieslevensmiddelen eerst ontdooien
voordat u ze in de binnenruimte plaatst.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Verwijder de accessoires die u niet nodig heeft uit
de binnenruimte.
7
nl Milieubescherming
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee rechthoekige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat
10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
8
Het apparaat leren kennen nl
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
'KHWHOXFKW
POPGG
NFOVTUBSUTUPQ
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van toetsen
en een draaiknop de verschillende functies van uw
apparaat in. Het display geeft de actuele instellingen
weer.
&
6WRRPWRHYRHU
Toetsen
(
De toetsen links en rechts van de draaiknop
hebben een drukpunt. Druk op de toets om deze
in werking te stellen.
Draaiknop
0
U kunt de draaiknop naar rechts of naar links
draaien.
Touch-display
8
Op het touch-display ziet u de actuele
instelwaarden, keuzemogelijkheden en
aanwijzingen. Om in te stellen tipt u op het
betreffende tekstveld. Afhankelijk van de keuze
veranderen de tekstvelden.
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen
De betekenis van de verschillende toetsen wordt hier
kort uitgelegd.
ToetsenBetekenis
on/offApparaat in- en uitschakelen
menuMenuFunctiekeuze-menu openen
l/
0
c
Informatie
Kinderslot
TijdfunctiesMenu Tijdfuncties openen
Snel voorverwarmen
Aanwijzingen laten weergeven
Kinderslot activeren en deactive-
ren
Snel voorverwarmen in- en uitschakelen
X
start/stopWerking starten, stoppen of afbre-
--------
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display zijn weergegeven,
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. de
verwarmingsmethoden, begint na het laatste punt het
eerste weer. Bij de temperatuur moet u de draaiknop
bijv. weer terugdraaien wanneer de minimale of
maximale temperatuur bereikt is.
Paneel openenWatertank vullen of leegmaken
~ "Watertank vullen"
op pagina 19
ken
Display
Het display is zo gestructureerd dat u de opgaven met
één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in focus. Hij wordt
in het wit weergegeven tegen een donkere achtergrond.
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier
worden de tijd en de ingestelde tijdfuncties
weergegeven.
Voortgangslijn
Aan de hand van de voortgangslijn ziet u bijv. hoever
de oven al is opgewarmd of de tijdsduur afgelopen is.
De rechte lijn onder de waarde in focus wordt met het
voortschrijden van de werking van links naar rechts
gevuld.
9
nl Het apparaat leren kennen
Tijdsafloop
Wanneer u het apparaat heeft gestart zonder een
tijdsduur in te voeren, kunt u rechtsboven in de
statusregel zien hoelang het programma al loopt.
Wanneer u een tijdsduur heeft ingesteld die vervolgens
gewist is, wordt vanaf het moment dat de tijdsduur
afgelopen is verder geteld.Zo kunt u altijd controleren
hoelang het programma al loopt.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte
aan.
Verwarmingscontrole
Restwarmte-indicatie
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.Tijdens het
opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen.
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurverhoging in de binnenruimte weer. Wanneer alle
balken vol zijn, is het optimale tijdstip bereikt om
het gerecht in te schuiven.
Bij de grill- en reinigingsstanden verschijnen de
balken niet.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
temperatuurregeling de restwarmte in de binnenruimte weer.De weergave verdwijnt wanneer de
temperatuur tot ca. 60°C gedaald is.
² de actuele
Functiekeuze-menu
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies. Zo
kunt u snel naar de gewenste functie gaan.
Naargelang het apparaattype zijn er veel verschillende
functies. In de statusregel rechtsboven ziet u hoeveel
bladzijden het functie-menu beslaat. Staat er 1/2in de
statusregel dan bent u op de eerste van twee
bladzijden.
FunctieGebruik
VerwarmingsmethodenVoor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde verwarmingsmethoden.
Stomen ~ "Stoom"
op pagina 17
Gerechten ~ "Gerechten"
op pagina 35
Ontkalken
~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 26
Drogen ~ "Stoom"
op pagina 17
Instellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 23
--------
Voor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde verwarmingsmethoden met gebruik
van stoom.
Hier vindt u voor veel gerechten
de juiste, al geprogrammeerde
instelwaarden.
Hierdoor verwijdert u de kalk uit
de verdamper.
Altijd gebruiken na het bereiden
met stoom.
U kunt de basisinstellingen van
uw apparaat aanpassen aan uw
gewoontes.
Verwarmingsmethoden
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodenTemperatuurGebruik
:
%
‘
+
4
4D hetelucht *30-250°CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte * 30-250°CVoor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak
met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Hetelucht eco30-250°CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder voor-
verwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125-250°C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de cir-
culatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Boven- en onderwarmte
eco
Circulatiegrillen *30-250°CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
30-250°CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150-250°C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de con-
ventionele modus gebruikt.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt
de hete lucht rond de gerechten.
Bij temperatuurinstellingen boven 275°C en grillstand
3verlaagt het apparaat de temperatuur na ca.
40minuten tot ca. 275°C resp. grillstand 1.
10
Het apparaat leren kennen nl
(
*
;
.
$
,
R
ˆ
Grill, grootGrillstanden:
1= zwak
2= gemiddeld
3= sterk
Grill, kleinGrillstanden:
1= zwak
2= gemiddeld
3= sterk
Pizzastand30-250°CVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig heb-
Langzaam garen70-120°CVoor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
Onderwarmte30-250°CVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
coolStart-functie30-250°CVoor de snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3. De temperatuur is
Warmhouden *60-100°CVoor het warmhouden van bereide gerechten.
Servies voorverwarmen30-70°CVoor het opwarmen van servies.
Voor het grillen van platte stukken zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratineren.
Het hele oppervlak van het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast en om te gratineren.
Het middelste deel onder het grillelement wordt heet.
ben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achter-
wand zijn ingeschakeld.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
De warmte komt van onderen.
afhankelijk van de opgaven van de fabrikant. Gebruik de hoogste temperatuur die op
de verpakking staat aangegeven. De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.Het
heeft geen zin om voor te verwarmen
* Bereiden met stoom bij deze verwarmingsmethode mogelijk (gebruik alleen met gevulde watertank)
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
Stoom
Om altijd de juiste verwarmingsmethode met gebruik
van stoom voor uw gerecht te kunnen bepalen, geven
wij hier uitleg over de verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodeTemperatuurGebruik
Stomen30-100 °CVoor groente, vis, bijgerechten, voor het uitpersen van fruit en om te blancheren
P
W
R
?
--------
Regenereren 80-180°CVoor het opnieuw verwarmen van gerechten en het opbakken van gebak.
Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit
Deegrijsstand 30-50°COm gist- en zuurdeeg deeg te laten rijzen en yoghurt te laten rijpen.
Het deeg rijst sneller dan bij kamertemperatuur. Het oppervlak van het deeg
droogt niet uit
Ontdooien30-60 °CVoor groente, vlees, vis en fruit
Door het vocht wordt de warmte behoedzaam overgedragen op de gerechten. De
gerechten drogen niet uit en vervormen niet
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.Druk hiervoor op de toets l.De
aanwijzing wordt enkele seconden weergegeven.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
11
nl Toebehoren
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies vergemakkelijken het gebruik van uw
apparaat. Zo wordt bijv. de binnenruimte volledig
verlicht en een koelventilator beschermt het apparaat
voor oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan
15 minuten open, dan schakelt de binnenverlichting
weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra c wordt gestart.
Wanneer het programma beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de
oven oververhit.
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan worden gebruikt om het vet op te
vangen, als u direct op het rooster grilt.
Bij gebruik van stoom kan hij ook als
opvangbak voor afdruipend water worden gebruikt.
Stoombak met gaatjes, grootte S
Voor het stomen van groente, het uitpersen van kleinfruit en het ontdooien
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 23
Watertank
Het apparaat is voorzien van een watertank. De
watertank bevindt zich achter het bedieningspaneel.
Voor de bereiding met stoom de tank vullen met water.
~ "Stoom" op pagina 17
Tankdeksel
(
Opening om te vullen
0
Greep om de watertank uit te nemen en te
8
plaatsen
Stoombak zonder gaatjes, groote S
Voor het garen van rijst, peulvruchten en
granen
Stoombak met gaatjes, grootte XL
Voor het stomen van grote hoeveelheden.
Braadthermometer
Maakt het mogelijk het eindresultaat
exact op uw wensen af te stellen.
In het betreffende hoofdstuk kunt u
lezen hoe deze te gebruiken.
~ "Braadthermometer" op pagina 24
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in
de vakhandel of via Internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Aanwijzing: U kunt de stoombakken onbeperkt met
alle stoommethodes gebruiken. Wanneer u anders
verwarmingsmethodes met hoge temperaturen wilt
12
Toebehoren nl
instellen, neemt u de stoombak uit de binnenruimte.
Hoge temperaturen leiden tot permanente
verkleuringen en vervormingen van de stoombak.
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
De accessoires altijd inschuiven tussen de beide
geleidestangen van een inschuifhoogte.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Toebehoren combineren
U kunt het rooster gelijktijdig met de braadslede
inschuiven, om afdruipende vloeistof op te vangen.
Let er bij het plaatsen vanhet rooster op dat beide
afstandhouders ‚ op de achterste rand staan. Bij het
inschuiven van de braadslede bevindt het rooster zich
boven de bovenste geleidestang van de inschuifhoogte.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
D
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de accessoires altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
■ Neem de accessoires die u niet nodig hebt uit de
binnenruimte.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en
naar beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden ¾
wijzen.
D
D
Let er bij het inschuiven van platen op dat de kerf ‚ zich
aan de achterkant bevindt en naar beneden wijst. De
schuine kant van de accessoires ƒ moet van voren
naar de apparaatdeur wijzen.
Kleine stoombakken kunnen alleen met het rooster in
de binnenruimte worden geplaatst.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 35
Speciale accessoires
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op
het rooster grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
13
nl Voor het eerste gebruik
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
Braadslede met antiaanbaklaag
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Gebak en vlees laten gemakkelijker los van de braadslede.
Bakplaat met antiaanbaklaag
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak laat gemakkelijker los van de bakplaat.
Grote braadpan met inzetrooster
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode “Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Stoombak, met gaatjes, grootte XL
Voor het stomen van grote hoeveelheden.
Stoombak, met gaatjes, grootte S
Voor het stomen van groente, het uitpersen van kleinfruit en het ontdooien.
Stoombak, zonder gaatjes, grootte S
Voor het koken van rijst, peulvruchten en granen.
Porseleinen bak, zonder gaatjes, grootte S
Voor het stomen en serveren van vlees, vis en groente.
Porseleinen bak, zonder gaatjes, grootte L
Voor het stomen en serveren van vlees, vis en groente.
Uittreksysteem enkelvoudig
Met de uitschuifbare rails op hoogte 2kunt u de accessoires verder
naar buiten trekken, zonder dat ze kantelen.
Uittreksysteem 3-voudig
Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2en 3kunt u de accessoires
verder naar buiten trekken, zonder dat ze kantelen.
Decorlijsten
Voor het afdekken van vakbodems van meubels en de grondplaat van
het apparaat.
--------
KVoor het eerste gebruik
Voo r het eer st e gebrui k
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Voor het eerste gebruik
Informeer voor de eerste ingebruikneming bij uw
waterbedrijf naar de waterhardheid van uw leidingwater.
Om ervoor te zorgen dat het apparaat u er op het juiste
moment aan kan herinneren dat u dient te ontkalken,
dient u de juiste waterhardheid in te stellen.
Attentie!
■ Schade aan het apparaat door gebruik van
ongeschikte vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
■ Kans op functiestoringen bij het gebruik van gefilterd
of gedemineraliseerd water.
Het apparaat vraagt eventueel om na te vullen terwijl
de watertank vol is, of de stoomfunctie wordt na
ongeveer 2minuten afgebroken.
Meng gefilterd of gedemineraliseerd water eventueel
met mineraalwater zonder koolzuur, in de
verhouding één op één.
Aanwijzingen
■ Is het water zeer kalkhoudend, dan raden wij u aan
om onthard water te gebruiken.
■ Gebruikt u uitsluitend onthard water, dan kunt u als
waterhardheid ''onthard“ instellen.
■ Gebruikt u mineraalwater, stel dan waterhardheid
“4zeer hard“ in.
■ Gebruikt u mineraalwater, dan mag dit geen
koolzuur bevatten.
WaterhardheidInstelling
00onthard
1(tot 1,3 mmol/l)1zacht
2(1,3- 2,5 mmol/l)2gemiddeld
3(2,5- 3,8 mmol/l)3hart
4(meer dan 3,8 mmol/l)4zeer hard
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen in het display de instellingen voor het eerste
gebruik.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment in
de basisinstellingen wijzigen. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 23
Taal instellen
De taal “Deutsch” is standaard ingesteld.
14
1. Met de draaiknop de gewenste taal instellen.
Voor het eerste gebruik nl
2. Op de pijl ¿ tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Tijd instellen
De tijd start bij 12:00uur.
1. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
2. Op de pijl ¿ tippen
Datum instellen
Standaard is de datum 1.1.2014ingesteld.
1. Tip steeds op de pijl ¿ voor de volgende instelling.
2. Met de draaiknop de actuele dag, maand en het jaar
instellen.
Waterhardheid instellen
Als waterhardheid is “ zeer hard“ vooraf ingesteld.
1. Met de draaiknop de waterhardheid instellen.
2. Op de pijl ¿ tippen.
Op het display verschijnt een melding dat het eerste
gebruik is afgesloten
Apparaat kalibreren en binnenruimte
reinigen.
De kooktemperatuur van het water is afhankelijk van de
luchtdruk. Bij het kalibreren stelt het apparaat zich in op
de drukverhoudingen van de plaats van opstelling.Dit
gebeurt automatisch bij de eerste keer dat stoom wordt
gebruikt. Hierbij ontwikkelt zich veel stoom.
Kalibreren voorbereiden
1. Neem het toebehoren uit de binnenruimte.
2. Verwijder verpakkingsresten, zoals korreltjes
piepschuim, uit de binnenruimte.
3. Neem voor het kalibreren de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek.
Apparaat kalibreren en binnenruimte reinigen
Aanwijzingen
■ Het kalibreren kan alleen worden gestart wanneer de
binnenruimte koud is (kamertemperatuur).
■ Tijdens het kalibreren de apparaatdeur niet openen.
Het kalibreren wordt anders afgebroken.
Attentie!
Schade aan het email
Geen programma in werking zetten wanneer zich
water op de bodem van de binnenruimte bevindt. Dit
water dient voor gebruik van de binnenruimte te
worden verwijderd.
5. Maak de binnenruimte droog.
6. Stel de opgegeven verwarmingsmethode en
temperatuur voor het opwarmen in en start het
programma.
Opwarmen
Verwarmingsmethode
4D-hetelucht :
Temperatuurmaximaal
Tijdsduur30 minuten
7. Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang het
apparaat opwarmt.
8. Beëindig de werking van het apparaat na de
opgegeven tijdsduur. Schakel het apparaat uit met
de toets on/off.
9. Wacht tot de binnenruimte is afgekoeld.
10. Reinig de gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
11. Maak de watertank leeg en de binnenruimte droog.
~ "Na gebruik met stoom altijd:" op pagina 20
Aanwijzingen
■ Om ervoor te zorgen dat het apparaat zich na een
verhuizing aanpast aan de nieuwe plaats van
opstelling, zet u het terug naar de
fabrieksinstellingen. Herhaal de eerste
ingebruikneming en het kalibreren.
■ Het apparaat slaat de instellingen van het kalibreren
ook op na een stroomonderbreking of bij afsluiting
van de elektriciteit. Het kalibreren hoeft niet herhaald
te worden.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
1. Schakel het apparaat in met de toets on/off.
2. U dient de watertank te vullen. ~ "Watertank vullen"
op pagina 19
3. Stel de opgegeven verwarmingsmethode,
temperatuur en tijdsduur voor het kaliberen in en
start het programma. ~ "FullSteam - Bereiden met
stoom" op pagina 17
Kalibreren
Verwarmingsmethode
Stomen P
Temperatuur100 °C
Tijdsduur30 minuten
4. Warm het apparaat na het kalibreren op.
15
nl Apparaat bedienen
1Apparaat bedienen
Appa r a a t bedi enen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en uitschakelen
gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Uitzondering: het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Indicaties op het display of aanwijzingen, bijv. voor de
restwarmte-indicatie in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off schakelt u het apparaat in.
on/off boven de toets wordt blauw verlicht.
Op het display verschijnt het Siemens-logo en
vervolgens een verwarmingsmethode en een
temperatuur.
Functie instellen
Wanneer u een functie kiest, moet het apparaat
ingeschakeld zijn.
1. Toets menu indrukken..
Het functie-menu wordt geopend.
2. Tip op de gewenste functie.
Afhankelijk van de functie zijn er verschillende
keuzemogelijkheden beschikbaar.
3. Met de draaiknop de keuze veranderen.
Naar keuze andere instellingen veranderen
4. Met de toets start/stop starten.
Op het display verschijnt een tijdsafloop. De
instellingen en de voortgangslijn zijn zichtbaar.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Nadat het apparaat is ingeschakeld verschijnt de
ingestelde verwarmingsmethode met temperatuur. U
kunt deze instelling direct met de toets start/stop
starten. Wilt u een andere verwarmingsmethode
instellen, ga dan als volgt te werk.
Voor andere instellingen kunt u de waarden op de
volgende manier veranderen.
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
met 180°C.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie-menu er na het inschakelen moet
verschijnen.
Apparaat uitschakelen.
Met de toets on/off schakelt u het apparaat uit.
De verlichting boven de toets verdwijnt.
Een ingestelde functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven wanneer het
apparaat uitgeschakeld is.
Werking starten of onderbreken
Om de werking te starten of te onderbreken drukt u op
de toets start/stop. Nadat de werking onderbroken is,
kan de koelventilator doorlopen.
Om alle instellingen te wissen, drukt u op de toets on/
off.
Wanneer u tijdens het gebruik de deur van de
binnenruimte opent, wordt de werking onderbroken.
Om de werking voort te zetten de deur van de
binnenruimte sluiten.
1. Met de draaiknop de verwarmingsmethode
veranderen.
&
%RYHQRQ
2. Op de voorgestelde temperatuur tippen.
3. Met de draaiknop de temperatuur veranderen.
GHUZDUPWH
6WRRPWRHYRHU
PLQV
&
%RYHQRQ
4. Starten met de toets start/stop.
GHUZDUPWH
6WRRPWRHYRHU
PLQV
&
%RYHQRQ
GHUZDUPWH
6WRRPWRHYRHU
16
Op het display worden de ingestelde
verwarmingsmethode en de temperatuur weergegeven.
Stoom nl
Snel voorverwarmen
Met de toets c kunt u de binnenruimte bijvonder snel
opwarmen.
Het snel voorverwarmen is niet bij alle
verwarmingsmethoden mogelijk.
Geschikte verwarmingsmethoden:
4D-hetelucht
:
Boven- en onderwarmte
%
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht en de accessoires pas in de binnenruimte
wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode
kiest. De temperatuur moet op meer dan 100°C zijn
ingesteld, anders start het snel voorverwarmen niet.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Toets c indrukken.
ꑛ
PLQV
&
%RYHQRQ
Links naast de temperatuur verschijnt het symbool c.
De temperatuurregeling begint zich te vullen.
Wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is, klinkt er
een signaal. Het symbool c verdwijnt.Plaats het
gerecht in de binnenruimte.
Aanwijzingen
■ Wanneer u de verwarmingsmethode of de
■ Een ingestelde tijdsduur loopt onafhankelijk van de
■ Tijdens het snel voorverwarmen kunt u met de toets
Afbreken
Toets c indrukken.Het symbool c verdwijnt van het
display.
GHUZDUPWH
temperatuur wijzigt, wordt de functie Snel
voorverwarmen afgebroken.
functie Snel voorverwarmen direct na de start af.
6WRRPWRHYRHU
l de actuele temperatuur van de binnenruimte
opvragen.
`Stoom
St o o m
Met behulp van stoom kunt u de gerechten op een zeer
gezonde manier bereiden.Bij sommige
verwarmingsmethoden kunt u gerechten bereiden met
toevoeging van stoom. Daarnaast kunt u de
verwarmingsmethoden Deeg laten rijzen, Regenereren
en Ontdooien gebruiken.
:Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan hete
stoom vrijkomen. Afhankelijk van de temperatuur is er
geen stoom te zien. Tijdens het openen niet te dicht bij
het apparaat staan. De deur van het apparaat
voorzichtig openen. Zorg ervoor dat kinderen uit de
buurt blijven.
Geluiden
Pomp
Tijdens het gebruik en na uitschakeling hoort u een
brommend geluid. Het geluid ontstaat doordat de
werking van de pomp wordt gecontroleerd.Dit is
normaal.
Paneel
Tijdens het openen van het paneel hoort u een
brommend of klikkend geluid. Het geluid ontstaat door
het uitschuiven van het paneel. Dit zijn normale
gebruiksgeluiden.
FullSteam - Bereiden met stoom
Tijdens de bereiding met stoom worden de gerechten
omsloten door hete waterdamp, zodat de
voedingsstoffen in de levensmiddelen behouden
blijven. De vorm, de kleur en het typische aroma van de
gerechten blijven bij deze bereidingsmethode intact.
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens de bereiding
met stoom leegraakt, wordt de werking onderbroken.
Vul de watertank.
Starten
1. Watertank vullen.
Aanwijzing: Schakel de functie Stomen alleen in
wanneer de binnenruimte volledig is afgekoeld
(kamertemperatuur).
2. Menutoets indrukken.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Stomen P” instellen.
5. Op het veld “Temperatuur” tippen en met de
draaiknop de temperatuur instellen.
6. Op het veld “Tijdsduur” tippen en met de draaiknop
de temperatuur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
17
nl Stoom
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Menu garen
Met behulp van stoom kunt u complete menu's, met
volledig behoud van de eigen smaak, gelijktijdig
klaarmaken. ~ "Voor u in onze kookstudio uitgetest."
op pagina 37
Bereiden met gebruik van stoom
Bij de bereiding met stoom wordt met verschillende
tussenpozen en intensiteiten stoom in de binnenruimte
geleid. Hierdoor krijgt u een beter bereidingsresultaat.
Uw gerecht
■ krijgt een knapperig korstje
■ krijgt een glanzend oppervlak
■ wordt van binnen sappig en zacht
■ en het volume wordt slechts minimaal gereduceerd
De gewenste combinatie van verwarmingsmethode en
stoomintensiteit stelt u zelf in. Gebruik de opgaven in de
tabellen of kies een programma om een geschikte
verwarmingsmethode en stoomintensiteit te kiezen.
Stoomintensiteit
Voor de stoomtoevoer staan u verschillende
intensiteiten ter beschikking:
■ laag
■ gemiddeld
■ sterk
Geschikte verwarmingsmethoden
Bij deze verwarmingsmethoden kunt u ook stoom
inschakelen:
■ 4D-hetelucht :
■ Boven- en onderwarmte %
■ Circulatiegrillen 4
■ Warmhouden R
Starten
1. Watertank vullen.
2. Met de draaiknop de verwarmingsmethode instellen.
3. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
4. Op het veld “Stoomtoevoer” tippen en met de
draaiknop de stoomintensiteit instellen.
5. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Aanwijzing: Als de watertank tijdens gebruik met
stoom leegraakt, verschijnt de melding op het display
dat hij gevuld moet worden. De werking wordt zonder
gebruik van stoom voortgezet.
Toevoer van stoom afbreken
Om de stoomtoevoer voortijdig uit te schakelen tipt u
op het veld “Stoomtoevoer”. Met de draaiknop “Uit”
instellen.
Aanwijzing: De werking wordt zonder gebruik van
stoom voortgezet.
Werking van het apparaat afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Regenereren
Met de verwarmingsmethode "Regenereren W" kunt u
al bereide gerechten op een gezonde manier opnieuw
opwarmen of bakwaren van de vorige dag opbakken.
De stoom wordt er automatisch bij ingeschakeld.
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens het
regenereren leegraakt, wordt de werking onderbroken.
U dient de watertank te vullen.
Starten
1. Watertank vullen.
2. Op de menutoets tippen.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Regenereren W” instellen.
5. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
6. Op de tijdsduur tippen en met de draaiknop de
tijdsduur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Deeg laten rijzen
Met de verwarmingsmethode "Deeg laten rijzen R“ rijst
het deeg duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur en
het droogt niet uit.
Gebruik de opgaven in de tabellen om de juiste
instelling te kiezen. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 37
Aanwijzing: Wanneer de watertank leegraakt terwijl het
deeg rijst, wordt de werking onderbroken.U dient de
watertank te vullen.
18
Stoom nl
Starten
1. Watertank vullen.
Aanwijzing: Schakel de stand Deeg laten rijzen
alleen in wanneer de binnenruimte volledig is
afgekoeld (kamertemperatuur).
2. Op de menutoets tippen.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Deeg laten rijzen R” instellen..
5. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
6. Op de tijdsduur tippen en met de draaiknop de
tijdsduur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Ontdooien
Gebruik de verwarmingsmethode “Ontdooien ?” voor
het ontdooien van diepvriesproducten.
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens het
ontdooien leegraakt, wordt de werking onderbroken. U
dient de watertank te vullen.
Starten
1. Watertank vullen.
2. Op de menutoets tippen.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Ontdooien ?” instellen.
5. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
6. Op de tijdsduur tippen en met de draaiknop de
tijdsduur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
Zorg ervoor dat u de waterhardheid correct heeft
ingesteld. ~ "Basisinstellingen" op pagina 23
:Waarschuwing – Risico van letsel en
verbranding!!
Vul de watertank uitsluitend met water of de door ons
aanbevolen ontkalkingsoplossing. Doe geen
ontvlambare vloeistoffen (bijv. alcoholhoudende
dranken) in de watertank. Door hete oppervlakken in de
binnenruimte kunnen dampen van brandbare
vloeistoffen vlam vatten (explosieve verbranding). De
apparaatdeur kan openspringen. Er kunnen hete
dampen en steekvlammen naar buiten treden.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik van het apparaat kan de watertank
heet worden. Heeft u het apparaat zojuist gebruikt,
wacht dan tot de watertank is afgekoeld. Neem de
watertank uit de tankschacht.
Attentie!
Schade aan het apparaat door gebruik van ongeschikte
vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
Attentie!
Kans op functiestoringen bij het gebruik van gefilterd of
gedemineraliseerd water.
Het apparaat vraagt eventueel om na te vullen terwijl de
watertank vol is of de stoomfunctie wordt na ongeveer
2minuten afgebroken.
Meng gefilterd of gedemineraliseerd water eventueel
met mineraalwater zonder koolzuur, in de verhouding
één op één.
Aanwijzingen
■ Is het water zeer kalkhoudend, dan raden wij u aan
om onthard water te gebruiken.
■ Gebruikt u uitsluitend onthard water, dan kunt u de
waterhardheid op “onthard” instellen.
■ Gebruikt u mineraalwater, stel dan de waterhardheid
op “4zeer hard“ in.
■ Gebruikt u mineraalwater, dan mag dit geen
koolzuur bevatten.
1. Op het veld X tippen.
Het paneel wordt automatisch naar voren
geschoven.
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Watertank vullen
De watertank bevindt zich achter het paneel. Voordat u
een programma met stoom start, dient u het paneel te
openen en water in de watertank te doen.
19
nl Stoom
2. Paneel met beide handen naar voren trekken en
vervolgens naar boven schuiven tot het vergrendelt
(Afb. !).
3. Watertank optillen en uit de tankschacht nemen
(Afb. ").
1
4. Deksel bij de afdichting aandrukken, zodat er geen
2I
water uit de watertank kan lopen.
5. Watertank tot de markering "max" vullen met koud
water (Afb. #).
6. De gevulde watertank terugplaatsen (Afb. $). Let
erop dat de watertank achter beide houders ‚
vergrendelt (Afb. %).
7. Paneel langzaam naar beneden schuiven,
vervolgens naar achteren drukken tot het volledig
gesloten is.
De watertank is gevuld. U kunt nu stoom gebruiken
bij de bereiding.
Watertank bijvullen
Aanwijzingen
■ Programma's waarbij stoom wordt gebruikt lopen
zonder toevoeging van stoom door.
■ Wanneer de watertank tijdens het gebruik van
stoom, het laten rijzen van deeg, het regenereren of
ontdooien leegraakt, wordt de werking onderbroken.
U dient de watertank te vullen.
D
D
Na gebruik met stoom altijd:
:Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan hete
stoom vrijkomen. Afhankelijk van de temperatuur is er
geen stoom te zien. Tijdens het openen niet te dicht bij
het apparaat staan. De deur van het apparaat
voorzichtig openen. Zorg ervoor dat kinderen uit de
buurt blijven.
:Waarschuwing – Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het
voor de reiniging afkoelen.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
Na de bereiding met stoom wordt het restwater
teruggepompt in de watertank. Maak de watertank leeg
en droog hem vervolgens. In de binnenruimte blijft
vocht achter. U kunt de binnenruimte handmatig
droogmaken of met behulp van de functie “Drogen”.
Aanwijzingen
■ Na uitschakeling van het apparaat is het veld X wat
langer verlicht, om u eraan te herinneren de
watertank leeg te maken.
■ Kalkvlekken verwijderen met een in azijn gedrenkte
doek, afnemen met helder water en drogen met een
zachte doek.
Watertank leegmaken
Attentie!
■ De watertank niet laten drogen in de hete
binnenruimte. De tank raakt dan beschadigd.
■ De watertank niet reinigen in de vaatwasmachine.De
tank raakt dan beschadigd.
1. Paneel openen.
2. Watertank uitnemen.
3. Deksel van de watertank voorzichtig afnemen.
4. Watertank leegmaken, schoonmaken met
afwasmiddel en grondig uitspoelen met helder
water.
5. Alle onderdelen drogen met een zachte doek.
6. Dichting van het deksel na gebruik droogwrijven.
7. Met het deksel eraf laten drogen.
8. Deksel op de watertank plaatsen en aandrukken.
9. Watertank terugplaatsen en paneel sluiten.
Druipgoot droogmaken
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Apparaatdeur openen.
1. Paneel openen.
2. Watertank uitnemen en bijvullen.
3. Plaats de gevulde watertank terug en het paneel
sluiten.
20
Tijdfuncties nl
D
3. Water in de druipgoot ‚ voorzichtig opnemen met
een schoonmaakdoekje (Afb. !).
Let er bij het droogmaken op dat de dichting ƒ niet
losraakt van de druipgoot (Afb. ").
1
2
E
De druipgoot
zich onder de binnenruimte (Afb.
‚ bevindt
#).
D
Aanwijzing: Is de dichting losgeraakt, maak hem
dan weer vast aan de druipgoot. ~ "Apparaatdeur"
op pagina 30
Het drogen starten
Tijdens het drogen wordt de binnenruimte verwarmd,
zodat er vocht in de binnenruimte verdampt. Open
vervolgens de apparaatdeur, zodat de waterdamp uit
de binnenruimte verdwijnt.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
1. Het apparaat af laten koelen.
2. Grove verontreiniging in de binnenruimte direct
verwijderen en het vocht van de bodem afnemen.
3. Zo nodig op de toets on/off tippen om het apparaat
in te schakelen.
4. Op de menutoets drukken.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
5. Tip op het veld “Verder”.
6. Tip op het veld ”Drogen”.
7. Op de toets start/stop drukken.
Het drogen wordt gestart en na 10 minuten
automatisch beëindigd.
8. Apparaatdeur openen en 1tot 2 minuten open laten,
zodat het vocht uit de binnenruimte kan ontsnappen.
De binnenruimte handmatig schoonmaken
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Vervuiling uit de binnenruimte verwijderen.
3. Binnenruimte met een spons droogmaken.
4. Apparaatdeur 1 uur open laten, zodat de
binnenruimte helemaal droog wordt.
OTijdfuncties
Ti j df unc t i es
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
KookwekkerDe wekker werkt als een eierwekker. Na
Q
afloop van de ingestelde tijd klinkt een
signaal.
TijdsduurNa afloop vande ingestelde tijd klinkt een
+
signaal. Het apparaat schakelt automatisch uit.
EindeStel een tijdsduur en een eindtijd in. Het
*
apparaat schakelt automatisch in, zodat
de werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
Aanwijzingen
■ U kunt een tijdsduur tot één uur op de minuut
precies instellen.
U kunt een tijdsduur van langer dan een uur instellen
in stappen van 5minuten.
■ Afhankelijk van de richting waarin u de draaiknop
draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10minuten.
rechts 30 minuten.
■ Aan het einde van elke tijdsfunctie klinkt een signaal.
■ Met de toets l kunt u tussentijds informatie
opvragen, die dan kort op het display verschijnt.
Kookwekker
U kunt de wekker op elk moment instellen, ook
wanneer het apparaat uitgeschakeld is. Hij loopt parallel
aan de andere tijdinstellingen en heeft een eigen
signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur
afgelopen is.
U kunt maximaal 24uur instellen.
1. Toets 0 indrukken.
Het veld voor de wekker gaat open.
2. Met de draaiknop de wekkertijd instellen.
Na enkele seconden start de wekker.
Het symbool U voor de wekker en de aflopende tijd
wordt links in de statusregel weergegeven.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een signaal. Op het display verschijnt
“Kookwekker afgelopen”. U kunt het signaal met de
toets 0 voortijdig uitschakelen.
Wekkertijd afbreken
Met toets 0 het menu Tijdfuncties openen en de tijd
terugdraaien. Het menu met de toets 0 sluiten.
Wekkertijd veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen en met
de draaiknop in de volgende seconden de wekkertijd
wijzigen. Met de toets 0 de wekker starten.
21
Loading...
+ 47 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.