SIEMENS HB38D575 User Manual [nl]

[nl] Gebruiksaanwijzing

HB38D5.5.

Stoombakoven

é Inhoudsopgave

Veiligheidsvoorschriften............................................................ 4

Instructies voor uw veiligheid ...........................................................4

Oorzaken van schade ........................................................................4

Uw nieuwe apparaat ................................................................... 5

Bedieningspaneel ...............................................................................5

Draaiknop .............................................................................................5

Display ..................................................................................................5

Temperatuurregeling ..........................................................................6

Verwarmingsmethoden ......................................................................6

Binnenruimte........................................................................................6

Toebehoren..........................................................................................7

Automatische kalibratie .....................................................................7

Vochtsensor .........................................................................................7

Voor het eerste gebruik .............................................................8

Tijd en taal instellen............................................................................ 8

Waterhardheid instellen .....................................................................8

Eerste gebruik .....................................................................................8

Toebehoren voorreinigen ..................................................................8

Vetfilter inbrengen...............................................................................8

Apparaat bedienen ..................................................................... 9

Watertank vullen..................................................................................9

Toestel inschakelen............................................................................9

Apparaat uitschakelen. ................................................................... 10

Na het gebruik.................................................................................. 10

Insteladvies ....................................................................................... 10

Tijdfuncties ............................................................................... 10

Kookwekker instellen ...................................................................... 10

Tijdsduur instellen ............................................................................ 11

De eindtijd op een later tijdstip zetten ......................................... 11

Tijd instellen ...................................................................................... 11

Automatische programma's .................................................... 12

Programma instellen ....................................................................... 12

Aanwijzingen voor de programma's............................................. 12

Programmatabellen ......................................................................... 13

Memory...................................................................................... 17

Memory opslaan .............................................................................. 17

Memory starten ................................................................................ 17

Kerntemperatuursensor...........................................................17

Kerntemperatuursensor in het te bereiden product steken..... 17

Kerntemperatuur instellen .............................................................. 17

Richtwaarden voor de kerntemperatuur...................................... 18

Kinderslot.................................................................................. 19

Kinderslot activeren ......................................................................... 19

Kinderslot deactiveren .................................................................... 19

Basisinstellingen ...................................................................... 19

Automatische uitschakeling.................................................... 19

Reiniging en onderhoud..........................................................20

Schoonmaakmiddelen .................................................................... 20

Reinigingshulp .................................................................................. 21

Ontkalken .......................................................................................... 21

Apparaatdeur verwijderen en inbrengen..................................... 22

Ruiten van de deur schoonmaken ............................................... 23

Inschuifrails reinigen........................................................................ 24

Wat te doen bij storingen? ...................................................... 24

Lamp van de binnenruimte vervangen ........................................ 25

Deurdichting vervangen.................................................................. 26

[nl]Gebruiksaanwijzing

Servicedienst............................................................................ 26

Enummer en FDnummer .............................................................. 26

Milieubescherming................................................................... 26

Milieuvriendelijke afvalverwerking ................................................ 26

Tips om energie te besparen ........................................................ 26

Tabellen en tips ........................................................................ 27

Stomen............................................................................................... 27

Hete lucht .......................................................................................... 27

Hete lucht + stomen ........................................................................ 27

Groente.............................................................................................. 27

Bijgerechten en peulvruchten........................................................ 28

Gevogelte en vlees.......................................................................... 28

Vis ....................................................................................................... 31

Langzaam garen bij vlees .............................................................. 31

Ovenschotels, ingrediënten voor in de soep ... ......................... 31

Desserts, compote .......................................................................... 32

Taart, cake en gebak ...................................................................... 32

Gerechten regenereren .................................................................. 34

Ontdooien.......................................................................................... 34

Deeg laten rijzen.............................................................................. 35

Uitpersen ........................................................................................... 35

Inmaken............................................................................................. 35

Diepvriesproducten ......................................................................... 35

Testgerechten........................................................................... 36

Produktinfo

Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com

3

ã=Veiligheidsvoorschriften

Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift goed. Geeft u het apparaat door aan anderen, doe de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift er dan bij.

Instructies voor uw veiligheid

Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd.
Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten.

Volwassenen en kinderen mogen het apparaat niet zonder
toezicht gebruiken wanneer

■ ze hiertoe lichamelijk of geestelijk niet in staat zijn,

■ of niet over de nodige kennis en ervaring beschikken.

Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.

Kans op verbrandingen!!

Bij het openen van de apparaatdeur kan er hete stoom
ontsnappen. Tijdens of na de bereiding de apparaatdeur
voorzichtig openen. Buig u wanneer u het openmaakt niet over
de apparaatdeur. Let erop dat de stoom niet te zien kan zijn,
afhankelijk van de temperatuur.

Risico van verbranding!

Nooit de hete binnenvlakken en verwarmingselementen van de
binnenruimte aanraken. Houd kleine kinderen uit de buurt.

Risico van brand!

Geen brandbare voorwerpen in de binnenruimte bewaren.

Risico van brand!

Tijdens het voorverwarmen mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er tocht. Door zeer hete oppervlakken kan het
bakpapier vlam vatten. Verzwaar het bakpapier altijd met een
vorm. Bekleed alleen het benodigde oppervlak met bakpapier.
Het bakpapier mag niet over de toebehoren uitsteken.

Kans op verbrandingen!

Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan hete
waterdamp.

Risico van kortsluiting!

Nooit aansluitkabels van elektrische apparaten tussen de hete
apparaatdeur beklemd laten raken. De isolatie van de kabel
kan smelten.

Risico van verbranding!

Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage alcohol
bevatten. Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte vlam
vatten. Gebruik alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage en open de deur van het apparaat
voorzichtig.

Kans op verbrandingen!!

Niet direct nadat het apparaat uitgeschakeld is beginnen met
de reiniging. Het water in de stoomschaal is nog heet. Wacht
tot het apparaat is afgekoeld.

Kans op een elektrische schok!

Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice. Wanneer het apparaat
defect is, trek de stekker dan uit het stopcontact of schakel de
betreffende zekering in de meterkast uit. Neem contact op met
de klantenservice.

Oorzaken van schade

Attentie!

■ Plaats niets direct op de bodem van de binnenruimte. Bedek

hem niet met aluminiumfolie. Het apparaat kan door
warmteophoping beschadigd raken.

De bodem van de binnenruimte en de stoomschaal moeten
altijd vrij blijven. Zet vormen altijd op het rooster of in de bak
met gaatjes.

■ Aluminiumfolie in de binnenruimte mag niet in contact komen

met de deurruit. Hierdoor kunnen permanente verkleuringen
van de ruit optreden.

■ De vormen dienen hitte- en stoombestendig te zijn.

Bakvormen van silicone zijn niet geschikt voor gecombineerd
gebruik met stoom.

■ Gebruik geen vormen die roestplekken vertonen. De kleinste

plekken kunnen al corrosie in de binnenruimte veroorzaken.

■ Schuif bij het stomen met een bak met gaatjes altijd de

bakplaat of de bak zonder gaatjes eronder in. Vrijkomend
vocht wordt opgevangen.

■ Geen vochtige levensmiddelen langere tijd in de afgesloten

binnenruimte bewaren. Dit kan corrosie in de binnenruimte tot
gevolg hebben.

■ Vruchtensap kan vlekken in de binnenruimte achterlaten.

Verwijder vruchtensap altijd direct en neem het oppervlak
daarna af met een vochtige en een droge doek.

■ Is de deurdichting sterk vervuild, dan sluit de deur tijdens het

gebruik niet meer goed. De aangrenzende voorzijden van
meubels kunnen worden beschadigd. Deurdichting altijd
schoon houden en eventueel vervangen.

■ Niets op de open apparaatdeur plaatsen. Het apparaat kan

beschadigd worden.

■ Het apparaat niet aan de deurgreep vasthouden of dragen.

De deurgreep houdt op den duur het gewicht van het
apparaat niet en kan afbreken.

■ De binnenruimte van uw apparaat bestaat uit hoogwaardig

roestvrij staal. Door onjuist onderhoud kan corrosie in de
binnenruimte ontstaan. Neem de aanwijzingen voor het
onderhoud en de reiniging in de gebruiksaanwijzing in acht.
Verwijder vuil in de binnenruimte direct nadat het apparaat is
afgekoeld.

Risico van verbranding!

Nooit hete toebehoren of vormen zonder pannenlappen uit de
binnenruimte nemen.

4

Uw nieuwe apparaat

RQ



RII

FOHDQ

VWRSVWDUW

0

3

'LVSOD\

7RHWV6WDUW 7RHWV6WRS

+RRIG

VFKDNHODDU

0HQX

WRHWVHQ

1DYLJDWLH

WRHWVHQ

'UDDLNQRS

)XQFWLHNHX]HWRHWVHQ

6WRPHQ

&



9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ





6WDWXVUHJHO

,QVWHOEHUHLN
DFWLHI

,QVWHOEHUHLN

'UDDLULFKWLQJVLQGLFDWLH

9RRUWJDQJVLQGLFDWLH

In dit hoofdstuk vindt u informatie over

■ het bedieningspaneel

■ De verwarmingsmethoden

■ de binnenruimte

■ de toebehoren

■ de automatische kalibrering

Bedieningspaneel

Bedieningselement Gebruik

Hoofdschakelaar
Menutoetsen

‡

"
X
l
s

Navigatietoetsen
Draaiknop Waarden voor tijd, tijdsduur, gewicht, etc. veranderen.

Functietoetsen

¾¿

0
@
±

Starttoets start Programma starten
Stoptoets stop Kort indrukken: werking onderbreken (pauze)

Apparaat in- en uitschakelen
Verwarmingsmethode kiezen
Programma kiezen (zie het hoofdstuk: Automatische programma's)
Memory opslaan en opvragen (zie het hoofdstuk: Memory)
Reiniginghulp en Ontkalken kiezen (zie het hoofdstuk: Reiniging en onderhoud)
Op het display naar links of rechts gaan. Hierbij worden veranderingen opgeslagen

Druk op de draaiknop om hem te ver- of ontgrendelen
Tijdfunctie kiezen (zie het hoofdstuk: Tijdfuncties)

Kinderslot in- en uitschakelen (zie het hoofdstuk: Kinderslot)
Ingeschakeld apparaat: actuele informatie opvragen

Uitgeschakeld apparaat: Basisinstellingen kiezen (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen)

Lang indrukken: werking beëindigen

Draaiknop

Met de draaiknop kunt u alle voorgestelde waarden en
instelwaarden veranderen.

De draaiknop kan worden ingedrukt. Om in en uit te schakelen
op de draaiknop drukken.

Display

Kort nadat het apparaat is uitgeschakeld gaat het display over
in de energiebesparingsmodus. Het display wordt donkerder.

Het display is onderverdeeld in verschillende gebieden:

■ Statusregel

■ Voortgangsindicatie

■ Instelbereiken

■ Indicatie van de draairichting

Statusregel

De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier worden
de tijd, de gekozen functie, aanwijzingsteksten, informatie en de
ingestelde tijdfuncties weergegeven.

Indicatie van de voortgang

De voortgangsindicatie biedt u een snel overzicht over de
aflopende tijdsduur. Deze wordt na de start onder de
statusregel als lijn weergegeven. De lijn begint links en wordt

5

9RRUYHUZDUPHQ

6WRPHQ

&










6WRRPVFKDDO

,QVFKXLIUDLOVYRRU

GHWRHEHKRUHQ

:DWHUWDQN

,QVWHHNEXVYRRU
NHUQWHPSHUDWXXUVHQVRU

9HWILOWHU

langer naarmate de tijdsduur afloopt. Wanneer de tijdsduur
afgelopen is, heeft de lijn de rechterrand van het display
bereikt.

Instelbereiken

In de beide instelbereiken verschijnen voorgestelde waarden
die u kunt veranderen. Het instelbereik waar u zich bevindt is
licht met zwarte letters. Hier kunt u wijzigingen invoeren.

Met de navigatietoetsen
het andere instelbereik. U ziet aan de pijlen
instelbereiken in welke richting u met de navigatietoetsen kunt
gaan.

Na de start zijn beide instelbereiken donker met lichte letters.

Indicatie van de draairichting

De indicatie
bewegen.

Ï geeft aan in welke richting u de draaiknop kunt

¾ en ¿ gaat u over van het ene naar

¾ en ¿ in de

Ð = draaiknop naar rechts draaien
Ñ = draaiknop naar links draaien

Wanneer beide richtingspijlen worden weergegeven kunt u de
draaiknop in beide richtingen draaien.

Temperatuurregeling

De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte aan.

Verwarmingscontrole

De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer.

Bij de reinigingsstanden verschijnen de balken niet.
Tijdens het opwarmen kunt u met de toets

opwarmtemperatuur opvragen. Door de thermische traagheid
kan de getoonde temperatuur iets afwijken van de
daadwerkelijke temperatuur in de binnenruimte.

Restwarmte

Na het uitschakelen geeft de temperatuurcontrole de
restwarmte in de binnenruimte aan. Is de laatste balk gevuld,
dan heeft de binnenruimte een temperatuur van ca. 300 °C. De
indicatie verdwijnt wanneer de temperatuur tot ca. 60 °C is
gedaald.

± de actuele

Verwarmingsmethoden

Via de toets " kunt u het apparaat voor verschillende
toepassingen instellen.

Verwarmingsmethode Toepassing

Hete lucht 30 - 230 °C voor vochtig gebak, biscuittaart, stoofvlees.

Stomen 35 - 100 °C voor groente, vis, bijgerechten, voor het uitpersen van fruit en om te blancheren.
Hete lucht + stomen 60- 230 °C voor vlees, overschotels en gebak.

Regenereren 100 - 180 °C voor gerechten op borden en bakwaren.

Laten rijzen 35 - 50 °C voor gistdeeg en zuurdesem.

Ontdooien 35 - 60 °C voor groente, vlees, vis en fruit.

Langzaam garen 60 - 120 °C voor rosbief, lamsbout.

Voorverwarmen 30 - 70 °C voor servies van porselein.

Warmhouden 60 - 100 °C voor het warmhouden van gerechten tot twee uur

Binnenruimte

De binnenruimte heeft vier inschuifhoogtes. De inschuifhoogtes
worden van beneden naar boven geteld.

Een ventilator aan de achterzijde verdeelt de warmte gelijkmatig in de binnenruimte.

Hete lucht en stoom worden hierbij gecombineerd.

Klaargemaakte levensmiddelen worden met behoud van de voedingsstoffen weer opge­warmd. Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit.

Het deeg rijst duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur. Hete lucht en stoom worden
gecombineerd, zo droogt het deegoppervlak niet uit

Hete lucht en stoom worden gecombineerd. Door het vocht wordt de warmte behoed­zaam overgedragen op de gerechten. De gerechten drogen niet uit en vervormen niet.

Hiermee worden alle stukken vlees erg sappig.

In voorverwarmd servies koelen de gerechten niet zo snel af. Dranken blijven langer
warm.

Attentie!

■ Plaats niets direct op de bodem van de binnenruimte. Bedek

hem niet met aluminiumfolie. Het apparaat kan door
warmteophoping beschadigd raken.

De bodem van de binnenruimte en de stoomschaal moeten
altijd vrij blijven. Zet vormen altijd op het rooster of in de bak
met gaatjes.

■ Schuif geen toebehoren tussen de inschuifhoogtes, anders

kunnen ze omkantelen.

6

Toebehoren

Gebruik alleen de meegeleverde of bij de klantenservice te
verkrijgen toebehoren. Deze zijn speciaal op uw apparaat
afgestemd.

Uw apparaat beschikt over de volgende toebehoren:

Bak met gaatjes, GN
diep

voor het stomen van hele vis of
grotere hoeveelheden groente, voor
het uitpersen van kleinfruit, etc.

Bak zonder gaatjes, GN
diep (bakplaat)

Voor het bakken van plaatgebak en
het opvangen van afdruipende
vloeistof bij het stomen

Bak zonder gaatjes, GN
diep

voor het garen van rijst,
peulvruchten en granen

Bak met gaatjes, GN
diep

voor het stomen van groente, het
uitpersen van kleinfruit en het
ontdooien

Rooster
voor servies, gebak en ovenschalen
en voor braadstukken

Kerntemperatuursensor
Met de kerntemperatuursensor kunt
u heel precies bakken.

Vetfilter
beschermt de ventilator aan de
achterwand van de binnenruimte
tegen verontreiniging (bijv.
braadspetters)

Z, 40 mm

Z, 28 mm

Y, 40 mm

Y, 40 mm

Meer toebehoren kunt u kopen in speciaalzaken:

Toebehoren Bestelnr.

Bak zonder gaatjes, GN
Bak met gaatjes, GN
Bak zonder gaatjes, GN

(bakplaat)
Bak zonder gaatjes, GN
Bak met gaatjes, GN
Porseleinen bak, zonder gaatjes GN
Porseleinen bak, zonder gaatjes, GN
Rooster HZ36DR
Braadset HZ36DB
Schoonmaakspons 643 254
Ontkalkingsmiddel 311 138
Microvezeldoek met honingraatstructuur 460 770
Kerntemperatuursensor 644 777
Vetfilter HZ36DF

De bakken kunnen tijdens de bereiding kromtrekken. De
oorzaak hiervan zijn grote temperatuurverschillen bij de
toebehoren. Deze kunnen zich voordoen wanneer er slechts op
een deel van de toebehoren gerechten zijn geplaatst of
diepvriesproducten, zoals pizza's, op de toebehoren zijn
gelegd.

Z, 40 mm diep

Z, 40 mm diep

Z, 28 mm diep

Y, 40 mm diep

Y, 40 mm diep

Z

Y

HZ36D533
HZ36D533G
HZ36D532

HZ36D513
HZ36D513G
HZ36D533P
HZ36D513P

Automatische kalibratie

De kooktemperatuur van het water is afhankelijk van de
luchtdruk. Bij het kalibreren wordt het apparaat op de druk ter
plaatse ingesteld. Dit gebeurt automatisch tijdens het eerste
gebruik (zie het hoofdstuk: Eerste gebruik). Er ontwikkelt zich
meer stoom dan gewoonlijk.

Belangrijk hierbij is dat het apparaat gedurende 20 minuten bij
100 °C zonder onderbreking stoomt. Open de apparaatdeur
niet in deze tijd.

Als het apparaat niet automatisch kon worden gekalibreerd
(bijv. omdat de apparaatdeur geopend was), wordt de kalibratie
bij het eerstvolgende gebruik automatisch uitgevoerd.

Na een verandering van plaats
Om ervoor te zorgen dat het apparaat zich weer automatisch
instelt op de nieuwe plaats zet u het terug naar de
fabrieksinstellingen (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen) en
herhaalt u het eerste gebruik (zie het hoofdstuk:
Eerste gebruik).

Na een stroomonderbreking
Het apparaat slaat de instellingen van de kalibratie ook op na
een stroomonderbreking of wanneer de stekker uit het
stopcontact is gehaald. Het hoeft niet opnieuw te kalibreren.

Vochtsensor

De vochtsensor bevindt zich rechtsboven op het plafond van de
binnenruimte. Hij mengt bij verwarmingsmethoden met stoom
het vochtgehalte in de binnenruimte.

U bespaart energie en water, omdat er slechts zoveel stoom
wordt geproduceerd als nodig is.

Het stoom condenseert bij de vochtsensor en druppelt weg. Dit
is normaal.

Attentie!

Bij het schoonmaken van de binnenruimte niet verbuigen of
indrukken! Dit kan tot storingen leiden.

7

Voor het eerste gebruik

7LMG




7LMGLQVWHOOHQ

7DDONLH]HQ
1HGHUODQGV

In dit hoofdstuk leest u welke stappen er nodig zijn voor het
eerste gebruik:

■ de tijd en taal instellen

■ de waterhardheid instellen

■ het eerste gebruik starten

■ de toebehoren van te voren schoonmaken

■ de vetfilter inbrengen

Tijd en taal instellen

Na de elektrische aansluiting verschijnt op het display “Tijd“ en
“Taal kiezen“. Stel de tijd en indien gewenst de taal in voor het
display.

1.Met de draaiknop de actuele tijd instellen.

2.Met de toets ¿ naar “Taal kiezen“ gaan.

3.Met de draaiknop de gewenste taal instellen.

4.De toets 0 indrukken.

De taal en tijd zijn opgeslagen. De actuele tijd wordt
weergegeven.

Waterhardheid instellen

Ontkalk uw apparaat regelmatig. Alleen zo kunt u schade
voorkomen.

Uw apparaat geeft automatisch aan wanneer het ontkalkt moet
worden. Het is ingesteld op waterhardheid "gemiddeld".
Verander de waarde wanneer het water zachter of harder is.

U kunt de hardheid van het water met de bijgevoegde
teststrook controleren of deze navragen bij uw
waterleidingbedrijf.

Is het water zeer kalkhoudend, dan raden wij u aan om onthard
water te gebruiken.

Alleen wanneer u uitsluitend onthard water gebruikt, is
ontkalken niet nodig. Verander in dit geval de waterhardheid in
"onthard".

U kunt de waterhardheid in de basisinstellingen veranderen
wanneer het apparaat uitgeschakeld is.

1.Eventueel de toets ‡ indrukken om het apparaat uit te

schakelen.

2.De toets ± ingedrukt houden tot op het display "Taal kiezen"

verschijnt.

3.De toets ¿ indrukken tot “Waterhardheid“ verschijnt.

Op het display is "2gemiddeld" gemarkeerd.

4.Met de draaiknop de waterhardheid veranderen. Mogelijke

waarden:

Eerste gebruik

Warm het apparaat voordat u het voor de eerste keer gebruikt
gedurende 20 minuten bij 100 °C met de
verwarmingsmethode “Stomen“ leeg op. Open de
apparaatdeur niet in deze tijd. Het apparaat wordt automatisch
gekalibreerd (zie het hoofdstuk: Automatische kalibratie).

1.De toets ‡ indrukken om het apparaat in te schakelen.

Na ca. 4 seconden verschijnt de verwarmingsmethode "Hete
lucht".

2.Watertank vullen en inschuiven (zie het hoofdstuk: Watertank

vullen).
Bevochtig voor het eerste gebruik de dichting in het deksel

van de tank met wat water.

3.Aan de draaiknop draaien tot "Stomen" verschijnt.

4.De starttoets indrukken.

Het apparaat warmt op bij 100 °C. De tijdsduur van 20 minuten gaat pas in wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is. Open de apparaatdeur niet in deze tijd.

De werking wordt automatisch beëindigd en er klinkt een
signaal.

5.De toets‡ indrukken om het apparaat uit te schakelen.

Laat de apparaatdeur op een kier staan tot het apparaat
afgekoeld is.

Toebehoren voorreinigen

Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
zeepsop en een afwasdoek.

Vetfilter inbrengen

Bevestig de bijgevoegde vetfilter aan het heteluchtrooster in de
achterwand van de binnenruimte.

Laat de vetfilter bij elk gebruik in de binnenruimte.

ã=Risico van letsel!

Zorg ervoor dat u geen letsel oploopt door de haken van de
vetfilter. Reinig de vetfilter voorzichtig. Plaats de filter zo in de
vaatwasmachine dat de haken voor het inhangen naar beneden
gericht zijn.

onthard ­1-zacht I
2-gemiddeld II
3-hard III
4zeer hard IV

5.De toets ± indrukken om de basisinstellingen te verlaten.

De verandering wordt opgeslagen.

8

Reinig de vetfilter na sterk verontreinigend gebruik altijd met
heet zeepsop of in de vaatwasmachine.

Apparaat bedienen

+HWHOXFKW

&



9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ

In dit hoofdstuk leest u

■ hoe u de watertank vult

■ hoe u het apparaat in- en uitschakelt

■ waar u na gebruik altijd op moet letten

■ hoe u gebruik kunt maken van het insteladvies

Watertank vullen

Wanneer u de apparaatdeur opent ziet u rechts de watertank.

Attentie!

Apparaatschade door gebruik van ongeschikte vloeistoffen

■ Gebruik uitsluitend vers leidingwater, onthard water of

mineraal water zonder koolzuur.

■ Bevat het water veel kalk, dan bevelen wij het gebruik van

onthard water aan.

■ Gebruik geen gedestilleerd water, geen sterk

chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.

Informatie over uw leidingwater kunt u krijgen bij uw
waterleidingbedrijf. U kunt de waterhardheid controleren met de
meegeleverde teststroken.

Voor gebruik de watertank altijd vullen:

1. apparaatdeur openen en de watertank uitnemen.

2. Watertank tot de markering "max" vullen met koud water.

Verwarmingsmethode Temperatuurbereik

Hete lucht 30 - 230 °C
Stomen 35 - 100 °C
Hete lucht + stomen 60 - 230 °C
Regenereren 100 - 180 °C
Laten rijzen 35 - 50 °C
Ontdooien 35 - 60 °C
Langzaam garen 60 - 120 °C
Voorverwarmen 30- 70 °C
Warmhouden 60 - 100 °C

Bij verwarmingsmethoden met stoom dient u nu een tijdsduur
in te stellen (zie ook het hoofdstuk: Tijdfuncties):

5. De toets 0 indrukken.

Op het display verschijnt

6. Met de toets¿ naar x “Tijdsduur“ gaan.

7. Met de draaiknop de gewenste tijdsduur instellen.

8. De toets 0 indrukken.

9. De starttoets indrukken om de functie te starten.

Het toestel warmt op.
Bij de verwarmingsmethode Stomen gaat de tijdsduur pas na

de opwarmtijd in.

S “Kookwekker“.

PD[

3. Tankdeksel sluiten tot het merkbaar inklikt.

4. Watertank tot de vergrendeling inschuiven.

Toestel inschakelen

1. De toets ‡ indrukken om het toestel in te schakelen.

Op het display verschijnt gedurende ca. 4 seconden het merklogo. Dan verandert het display automatisch in het menu “Verwarmingsmethoden".

Of de toets
“Verwarmingsmethoden“ te gaan.

2. Met de draaiknop de verwarmingsmethode instellen.

" indrukken om direct naar het menu

Melding "Watertank vullen?"

De melding verschijnt wanneer u een verwarmingsmethode
instelt en de watertank slechts voor de helft gevuld is.

Wanneer u van mening bent dat het water in de watertank
voldoende is voor de bereiding, kunt u het apparaat starten. Zo
niet, vul de watertank dan tot de markering "max", schuif hem
weer in en start met de bereiding.

Actuele temperatuur

De toets
De actuele temperatuur wordt 10 seconden weergegeven.

De balken van de verwarmingscontrole naast de tijd geven de
temperatuurstijging in de binnenruimte weer.

Temperatuur wijzigen

U kunt met de draaiknop op elk moment de temperatuur
veranderen. De wijziging wordt automatisch overgenomen.

Pauze

De stoptoets kort indrukken om het proces te
onderbreken (pauze). De koelventilator kan verder lopen. Om
te starten de starttoets indrukken.

Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent, wordt de
werking onderbroken. Om te starten de apparaatdeur sluiten en
op de starttoets drukken.
Wanneer u de basisinstelling “Verder na het sluiten van de
deur" op “automatisch" heeft gezet, hoeft er niet opnieuw te
worden gestart (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen).

± indrukken.

3. De toets ¿ indrukken.

De voorgestelde temperatuur is gemarkeerd.

4. Met de draaiknop de temperatuur instellen.

Melding "Watertank vullen"

Wanneer de watertank leeg is, klinkt er een signaal. Op het
display verschijnt "Watertank vullen"'. De werking wordt
onderbroken.

1. De deur van het apparaat voorzichtig openen

Er komt hete stoom vrij!

2. Watertank uitnemen, tot de markering “max“ vullen en weer

inschuiven.

3. De starttoets indrukken.

9

Apparaat uitschakelen

ã=Kans op verbrandingen!!

Bij het openen van de apparaatdeur kan er hete stoom
ontsnappen. Tijdens of na de bereiding de apparaatdeur
voorzichtig openen. Buig u wanneer u het openmaakt niet over
de apparaatdeur. Let erop dat de stoom niet te zien kan zijn,
afhankelijk van de temperatuur.

De stoptoets lang indrukken om het programma te beëindigen.
Wanneer u een tijdsduur heeft ingesteld, wordt de bereiding
automatisch beëindigd. Er klinkt een signaal.

De toets
De koelventilator kan doorlopen wanneer u de apparaatdeur

opent.

‡ indrukken om het apparaat uit te schakelen.

Na het gebruik

De watertank altijd leegmaken

1.Apparaatdeur voorzichtig openen.

Er komt hete stoom vrij!

2.Watertank uitnemen en leegmaken.

3.De dichting in het tankdeksel en de tankschacht goed

drogen.

Attentie!

Droog de watertank niet in de hete binnenruimte. De watertank
raakt dan beschadigd.

De binnenruimte drogen

ã=Kans op verbrandingen!!

Het water in de stoomschaal kan heet zijn. Laat het voor het
schoonmaken afkoelen.

1.Laat de apparaatdeur op een kier staan tot het apparaat

afgekoeld is.

2.Wrijf de binnenruimte en de stoomschaal met de bijgevoegde

schoonmaakspons schoon en droog ze goed na met een
zachte doek.

3.Verwijder vuil in de binnenruimte direct nadat het apparaat is

afgekoeld. Later kost het duidelijk meer moeite om
ingebrande etensresten te verwijderen.

4.Wrijf meubels of handgrepen droog als zich daar

condenswater heeft gevormd.

Insteladvies

Wanneer u een gerecht uit het insteladvies kiest, zijn de
optimale instelwaarden al ingesteld.

U kunt uit vele categorieën kiezen. U vindt hier een groot aantal
gerechten met insteladviezen, van gevogelte, vlees en vis tot
kant-en-klaar producten.

Via meerdere keuzeniveaus komt u bij de gerechten. Probeert u
het eens uit. Bekijk de keur aan gerechten.

1.De toets " indrukken.

Op het display verschijnt “Stomen 100 °C“.

2.De draaiknop naar links op j “Insteladvies“ draaien.

Op het display verschijnt de eerste categorie gerechten.

3.Met de toets ¿ naar de gerechtencategorie gaan en met de

draaiknop de gewenste categorie selecteren.
(Met de toets

draaiknop maakt u steeds de volgende keuze.)
Ten slotte verschijnt de instelling voor het gekozen gerecht.

De temperatuur en tijdsduur kunt u wijzigen, de
verwarmingsmethode niet.

4.De starttoets indrukken.

De bereiding start. De tijdsduur
en loopt af.

De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display verschijnt

De toets
Temperatuur wijzigen

U kunt op elk moment met de draaiknop de temperatuur
veranderen.

Tijdsduur wijzigen
De toets
en met de draaiknop de tijdsduur instellen. Tijdfuncties met de
toets

0 sluiten.

Informatie opvragen
De toets
Voor meer informatie opnieuw de toets

¿ gaat u naar het volgende niveau. Met de

x verschijnt op het display

x“0:00“.

0 indrukken om het signaal te beëindigen.

0 indrukken. Met de toets ¿ naar de tijdsduur gaan

± indrukken.

± indrukken.

Tijdfuncties

U roept de tijdfuncties op met de toets 0. De volgende functies
zijn mogelijk:

Wanneer het apparaat uitgeschakeld is:

■ Kookwekker instellen

■ Tijd instellen

Wanneer het apparaat ingeschakeld is:

■ Kookwekker instellen

■ Tijdsduur instellen

■ Eindtijd op een later tijdstip zetten

Tijdfuncties instellen - een beknopte uitleg

1.De toets 0 indrukken.

2.Met de toets ¾ of ¿ naar de gewenste tijdfunctie gaan.

3.Met de draaiknop de tijd of tijdsduur instellen.

4.Tijdfuncties met de toets 0 sluiten.

10

Kookwekker instellen

De wekker loopt onafhankelijk van de bereiding. U kunt hem
gebruiken als kookwekker en op elk moment instellen.

1.De toets 0 indrukken.

2.Met de draaiknop de wekkertijd instellen.

3.Tijdfuncties met de toets 0 sluiten.

Het display gaat over naar de vorige toestand. Het
symbool
weergegeven.

Wekkertijd veranderen
De toets
seconden de wekkertijd veranderen. Tijdfuncties met de toets

0 sluiten.

Na afloop van de wekkertijd
Er klinkt een signaal. Op het display verschijnt
toets

Q voor de wekker en de aflopende tijd wordt

0 indrukken. Met de draaiknop in de volgende

Q “0:00“. De

0 indrukken om het signaal te beëindigen.

.RRNZHNNHU



9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ

âPLQVHF

7LMGVGXXU
âPLQVHF



9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ



7LMGVGXXU

.RRNZHNNHU

âPLQVHF

âPLQVHF



9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ



7LMGVGXXU
âPLQVHF

(LQGH




9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ



7LMGVGXXU (LQGH
âPLQVHF 

Wekkertijd wissen
De toets
“0:00“ draaien. Tijdfuncties met de toets

0 indrukken. Met de draaiknop de wekkertijd weer op

0 sluiten.

Tijdsduur instellen

Wanneer u de tijdsduur (bereidingstijd) voor uw gerecht instelt,
wordt de werking na deze tijd automatisch beëindigd. Het
toestel warmt niet meer op.

Bij verwarmingsmethoden met stoom moet u altijd een tijdsduur
instellen.

Het voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten instellen.
Voorwaarde: verwarmingsmethode en temperatuur zijn

ingesteld.

1. De toets 0 indrukken.

2. Met de toets ¿ naar de tijdsduur gaan.

3. Met de draaiknop de tijdsduur instellen.

4. Tijdfuncties met de toets 0 sluiten.

5. Wanneer de werking nog niet is ingegaan, de starttoets

indrukken.
U kunt het verloop van de tijdsduur
Bij de verwarmingmethode Stomen gaat de tijdsduur pas na

de opwarmtijd in.

Tijdsduur wijzigen
De toets
en met de draaiknop de tijdsduur veranderen. Tijdfuncties met
de toets

De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. Het toestel warmt niet meer op. Op het
display verschijnt de tijdsduur
om het signaal te beëindigen.

Tijdsduur wissen
De toets
en deze met de draaiknop op “0:00“ zetten. Tijdfuncties met de
toets

0 indrukken. Met de toets ¿ naar de tijdsduur gaan

0 sluiten.

0 indrukken. Met de toets ¿ naar de tijdsduur gaan

0 sluiten.

x op het display aflezen.

x “0:00“. De toets 0 indrukken

De eindtijd op een later tijdstip zetten

U kunt het tijdstip waarop uw gerecht klaar moet zijn wijzigen.
Het toestel start automatisch en is klaar op het gewenste
tijdstip. U kunt het gerecht bijv. 's morgens in de binnenruimte
zetten en zo instellen dat het 's middags klaar is.

Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de binnenruimte
staan en bederven.

Bij enkele programma's is het niet mogelijk de eindtijd uit te
stellen.

Bij de verwarmingsmethode Stomen gaat de tijdsduur pas na
de opwarmtijd in. De ingestelde eindtijd wordt dus verlengd met
de opwarmtijd.

Het voorbeeld in de afbeelding: Het is 9:30 uur, de
bereidingstijd bedraagt 45 minuten, maar het gerecht moet pas
om 12:45 uur klaar zijn.

Voorwaarde: de ingestelde functie is niet gestart. Er is een
tijdsduur ingesteld. De tijdfuncties

0 zijn geopend.

1. Met de toets ¿ naar y “Einde“ gaan.

Op het display wordt het tijdstip weergegeven waarop de werking beëindigd is.

2. Met de draaiknop de eindtijd op een later tijdstip zetten.

3. Tijdfuncties met de toets 0 sluiten.

4. Met de starttoets bevestigen.

De instelling is overgenomen. Het apparaat bevindt zich in de
wachtstand. Op het display wordt de eindtijd
De functie start op het juiste tijdstip. Op het display kunt u het
verloop van de tijdsduur aflezen.

Eindtijd veranderen
U kunt de eindtijd veranderen zolang het apparaat zich in de
wachtstand bevindt. De toets

0 indrukken. Met de toets ¿ naar

yweergegeven.

y “Einde“ gaan en met de draaiknop de eindtijd wijzigen.

Tijdfuncties met de toets
De tijdsduur is afgelopen

Er klinkt een signaal. Het toestel warmt niet meer op. Op het
display verschijnt de tijdsduur
om het signaal te beëindigen.

Eindtijd wissen
U kunt de eindtijd wissen zolang het apparaat zich in de
wachtstand bevindt. De toets

0 sluiten.

x “0:00“. De toets 0 indrukken

0 indrukken. Met de toets ¿ naar

y “Einde“ gaan. Met de draaiknop de eindtijd terugdraaien tot

de indicatie verdwijnt. Tijdfuncties met de toets
ingestelde tijdsduur loopt direct af.

0 sluiten. De

Tijd instellen

Om de tijd te kunnen instellen of veranderen moet het apparaat
uitgeschakeld zijn.

Voorbeeld: de tijd wijzigen van zomer- in wintertijd.

1. Het apparaat uitschakelen.

2. De toets 0 indrukken.

3. Met de toets ¿ naar de tijd 0 gaan.

4. Met de draaiknop de tijd wijzigen.

5. Tijdfuncties met de toets 0 sluiten.

Na een stroomonderbreking

Na een stroomonderbreking verschijnt "Tijd instellen" op het
display. Met de draaiknop de actuele tijd instellen. Tijdfuncties
met de toets

Tijdsindicatie wijzigen
Als het apparaat uitgeschakeld is, verschijnt de actuele tijd op
het display. U kunt deze indicatie wijzigen (zie het hoofdstuk:
Basisinstellingen).

0 sluiten. De tijd is overgenomen.

11

Automatische programma's

*URHQWH

%ORHPNRROVWRPHQ



3URJUDPPDV

*HYRJHOWH

.LS



3URJUDPPDV



YHUV

.LSILOHW



3URJUDPPDV



YHUVJHVWRRPG

âJ

Met de automatische programma's kunt u heel eenvoudig twee
gerechten klaarmaken. Er zijn 16 programmagroepen met in
het totaal 70 programma's.

In dit hoofdstuk leest u

■ hoe u een automatisch programma instelt

■ aanwijzingen en tips bij de programma's

■ welke programma's u kunt instellen (programmatabellen)

Programma instellen

Kies het juiste programma in de programmatabel. Neem de
aanwijzingen bij de programma's in acht.

Het voorbeeld in de afbeelding: u wilt 500 g verse kipfilet
stomen.

■ Programmagroep “Gevogelte“

■ Programma “Kipfilet, vers, gestoomd“

Programmagroep kiezen

1.De toets ‡ indrukken om het apparaat in te schakelen.

2.De toetsX indrukken.

Op het display verschijnt de eerste programmagroep
“Groente".

3.Aan de draaiknop draaien tot de gewenste programmagroep

verschijnt.

Bereidingsresultaat individueel aanpassen

8.De toets ¿ indrukken.

De individuele aanpassing is gemarkeerd “-

9.Aan de draaiknop draaien om het bereidingsresultaat aan te

passen:

■ naar links: bereidingsresultaat zwakker instellen

■ naar rechts: bereidingsresultaat sterker instellen

U kunt ook voor alle programma's gelijktijdig het
bereidingsresultaat permanent aanpassen (zie het hoofdstuk:
Basisinstellingen).

10.De starttoets indrukken om het programma te starten.

Op het display kunt u het verloop van de tijdsduur van het
programma aflezen. Er verschijnt geen verwarmingscontrole.

Eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij enkele programma's kunt u de eindtijd op een later tijdstip
zetten. Het programma wordt later gestart en eindigt op het
gewenste tijdstip (zie het hoofdstuk: Tijdfuncties).

Programma afbreken
De stoptoets lang indrukken.

Einde van het programma
Er klinkt een signaal. De werking wordt beëindigd. De toets
indrukken om het apparaat uit te schakelen.

ЩЩЩЩЩШЩ +“.

‡

ã=Kans op verbrandingen!!

Bij het openen van de apparaatdeur kan er hete stoom
ontsnappen. Tijdens of na de bereiding de apparaatdeur
voorzichtig openen. Buig u wanneer u het openmaakt niet over
de apparaatdeur. Let erop dat de stoom niet te zien kan zijn,
afhankelijk van de temperatuur.

Programma kiezen

4.De toets ¿ indrukken.

Het eerste programma van de gekozen programmagroep is
gemarkeerd.

5.Aan de draaiknop draaien tot het gewenste programma

verschijnt.

Gewicht invoeren

6.De toets ¿ indrukken.

Het voorgestelde gewicht is gemarkeerd.

7.Aan de draaiknop draaien om het gewicht van het te

bereiden gerecht in te stellen.

Aanwijzingen voor de programma's

Alle programma's zijn geschikt voor de bereiding op één
niveau.

Het resultaat kan afhankelijk van de grootte en de kwaliteit van
de gerechten variëren.

Vormen
Gebruik de voorgestelde vormen. Alle gerechten worden
hiermee getest. Wanneer u andere vormen gebruikt, kan dit van
invloed zijn op het resultaat.

Bij het garen in de bakken met gaatjes schuift u ook de
bakplaat in op hoogte 1. Vrijkomend vocht wordt opgevangen.

Hoeveelheid/ Gewicht
Zorg ervoor dat de gerechten in de toebehoren niet hoger zijn
dan 4 cm.

Bij de automatische programma's is het gewicht van de
gerechten nodig. Geef bij afzonderlijke stukken altijd het
gewicht van het grootste stuk op. Het totale gewicht van de
gerechten dient binnen het vastgestelde gewichtsbereik te
liggen.

Bereidingstijd
Na de start van het programma wordt de bereidingstijd
weergegeven. Deze kan tijdens de eerste 10 minuten
veranderen, omdat de opwarmtijd o.a. van de temperatuur van
het gerecht en het water afhangt.

12

Programmatabellen

Neem de aanwijzingen bij de programma's in acht.

Groente

Kruid de groente pas na de bereiding.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Bloemkool stomen / in roosjes* roosjes van gelijke grootte Bak met gaatjes +

Bakplaat

Broccoliroosjes stomen* roosjes van gelijke grootte Bak met gaatjes +

Bakplaat

Groene bonen stomen* - Bak met gaatjes +

Bakplaat

Wortelen in plakjes, stomen* ca. 3 mm dikke plakjes Bak met gaatjes +

Bakplaat

Koolrabi in plakken, stomen* ca. 3 mm dikke plakjes Bak met gaatjes +

Bakplaat

Spruitjes stomen* - Bak met gaatjes +

Bakplaat

Asperges stomen / witte asperges* - Bak met gaatjes +

Bakplaat

Asperges stomen / groene asperges* - Bak met gaatjes +

Bakplaat

Gem. groente, diepvries, stomen - Bak met gaatjes +

Bakplaat

* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

Aardappels

Kruid de aardappels pas na de bereiding.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Gekookte aardappels* middelgroot, in vieren,

stuksgewicht 30 - 40 g

Aardappels in de schil* middelgroot, Ø 4 - 5 cm Bak met gaatjes +

Bak met gaatjes +
Bakplaat

Bakplaat

3
1

3
1

* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

Graanproducten

Weeg het gerecht en voeg er in de juiste verhouding water aan
toe:

■ 1:1,5

■ Couscous 1:1

■ Gierst 1:3

■ Groene linzen 1 :2

Geef het gewicht zonder vloeistof op.
Roer de graanproducten na de bereiding om. Het resterende

water wordt snel opgezogen.
Risotto klaarmaken

Voeg bij de risotto water toe in de verhouding 1:2. Geef als
gewicht de totale hoeveelheid met water op. De melding
"doorroeren" verschijnt na ca. 15 minuten. Roer de risotto om
en druk eventueel op de starttoets.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Rijst / rijst met lange korrel max. 0,75 kg Bak zonder gaatjes 2
Rijst / basmatirijst max. 0,75 kg Bak zonder gaatjes 2
Rijst / zilvervliesrijst max. 0,75 kg Bak zonder gaatjes 2
Couscous max. 0,75 kg Bak zonder gaatjes 2
Gierst max. 0,55 kg Bak zonder gaatjes 2
Risotto max. 2 kg Bak zonder gaatjes 2
Groene linzen max. 0,55 kg Bak zonder gaatjes 2

Ovenschotel

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Ovenschotel, hartig, gegaarde ingrediënten* max. 4 cm hoog Rooster + vuurvaste schaal 2
Ovenschotel, zoet* max. 4 cm hoog Rooster + vuurvaste schaal 2
* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

13

Gevogelte

Leg kipfilets of stukken kip niet op elkaar in de vorm. U kunt de
stukken kip van tevoren marineren.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Kip, vers Totaalgewicht 0,7 - 1,5 kg Rooster + bakplaat 2
Stukken kip, vers Afzonderlijk gewicht 0,04 - 0,35 kg Rooster + bakplaat 2
Eend, vers Totaalgewicht 1 - 2 kg Rooster + bakplaat 2
Kipfilet, vers, gestoomd Totaalgewicht 0,2 - 1,5 kg Bak met gaatjes +

Rundvlees

Gebruik voor rosbief het beste dikke rosbief.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Stoofvlees, vers* 1 - 1,5 kg Bakplaat 2
Rosbief, vers, langzaam garen /

Rosbief, medium**
Rosbief, vers, langzaam garen /

Rosbief, doorbakken**
* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

** Vlees eerst krachtig aanbraden

Totaalgewicht 1 - 2 kg Bakplaat 2

Totaalgewicht 1 - 2 kg Bakplaat 2

bakplaat

3
1

Kalfsvlees

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Braadstuk, vers / mager vlees* 1 - 2 kg Rooster + bakplaat 2
Braadstuk, vers / doorregen vlees* 1 - 2 kg Rooster + bakplaat 2
Borst, gevuld* 1 - 2 kg Rooster + bakplaat 2
* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

Varkensvlees

Snijd het zwoerd vooraf vanuit het midden naar buiten in. Braadstuk met een korstje lukt het beste met een stuk vlees uit

de schouder.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Halsstuk zonder been, vers* 1 - 2 kg Rooster + bakplaat 2
Braadstuk met korstje, vers* 0,8 - 2 kg Rooster + bakplaat 2
Gekookte worst* - Bak met gaatjes +

* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

Lamsvlees

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Lamsbout, vers / zonder been, doorgebakken 1 - 2 kg Rooster + bakplaat 2
Lamsbout, vers /

zonder been, medium, langzaam garen*
* Vlees eerst krachtig aanbraden

1-2kg Bakplaat 2

Bakplaat

3
1

Gebraden gehakt

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

van vers gehakt Totaalgewicht 0,5 -2 kg Bakplaat 2

14

Vis

Vet de bak met gaatjes in wanneer u de vis klaarmaakt. Leg de hele vissen, visfilets of vissticks niet op elkaar. Geef het

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Verse vis in zijn geheel stomen 0,3 - 2 kg Bak met gaatjes +

Visfilet stomen / Visfilet, vers max. 2,5 cm dik Bak met gaatjes +

Visfilet stomen / Vis, diepvries max. 2,5 cm dik Bak met gaatjes +

Mosselen - Bak met gaatjes +

Gepaneerde inktvisringen, diepvries 0,5 - 1,25 kg Bakplaat + bakpapier 2
Vissticks 0,5 - 1 kg Bakplaat + bakpapier 2

Gebak, dessert
Broodvlecht bakken

Laat het gistdeeg bij 40 °C een half uur in de stoombakoven
rijzen

Vruchtencompote klaarmaken
Het programma is alleen geschikt voor steen- en pitvruchten.
Weeg de vruchten af, voeg ca.
water en naar smaak suiker met kruiden toe.

Rijstepap klaarmaken
Weeg de rijst af en voeg er 2,5 keer zoveel melk aan toe. Vul

Y van de hoeveelheid aan

gewicht van de zwaarste vis op en kies stukken van zo gelijk
mogelijke grootte.

3

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

de toebehoren tot max. 2,5 cm met de rijst en de melk. Na het
koken omroeren. De resterende melk wordt snel opgezogen.

Yoghurt maken
Verwarm de melk op de kookplaat tot 90 °C. Vervolgens tot
40 °C laten afkoelen. Houdbare melk hoeft niet te worden
verwarmd.

Roer per 100 ml melk één tot twee theelepels yoghurt of een
gelijke hoeveelheid yoghurtferment door de melk. Doe het
mengsel in schone potten en sluit deze af.

Na de bereiding de potten in de koelkast laten afkoelen.

1
3

1
3

1
3

1

Programma Opmerking Toebehoren Hoogt

e

Broodvlecht 0,6 - 1,8 kg Bakplaat + bakpapier 2
Cake 0,8- 2kg Ingevette springvorm met

bodem Ø 26 cm + rooster
Vruchtencompote:* - Bakplaat 2
Rijstepap - Bakplaat 2
Yoghurt in potten - Potten + bak met gaatjes 2
* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

Brood, broodjes
Brood bakken

De programma's zijn bestemd voor brood op de plaat zonder
bakvorm. Het deeg mag niet te zacht zijn. Snijd het brooddeeg
voor het bakken meerdere keren met een puntig mes ca. 1 cm
diep in.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Gemengd brood / bakken* 0,6 - -2 kg Bakplaat + bakpapier 2
Gemengd brood / laten rijzen en bakken Op de melding letten Bakplaat + bakpapier 2
Roggebrood / bakken* 0,6 - -2 kg Bakplaat + bakpapier 2
Roggebrood / laten rijzen en bakken Op de melding letten Bakplaat + bakpapier 2
Wit brood / bakken* 0,4 - -2 kg Bakplaat + bakpapier 2
Wit brood / laten rijzen en bakken Op de melding letten Bakplaat + bakpapier 2
Broodjes / verse broodjes bakken* Afzonderlijk gewicht 0,05 - 0,1 kg Bakplaat + bakpapier 2
Broodjes / diepvries broodjes bakken Totaalgewicht 0,2 - 1 kg Bakplaat + bakpapier 2
* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

Brooddeeg laten rijzen en bakken
De melding “Brood insnijden“ verschijnt na ca. 20 minuten.
Snijd het deeg in en druk eventueel op de starttoets.

Verse broodjes
De broodjes moeten allemaal even zwaar zijn. Geef het gewicht
van één broodje op.

2

15

Regenereren

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

1 portie* - Rooster 2
2 porties* - Rooster 2
Bijgerechten, gegaard* - Bakplaat 2
Groente, gegaard* - Bakplaat 2
Pizza, gebakken / pizza dunne bodem* - Rooster + bakplaat 3
Pizza, gebakken / pizza dikke bodem* - Rooster + bakplaat 3
* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

Ontdooien

Vries de levensmiddelen zo plat mogelijk en per portie in bij ­18 °C. Niet te grote hoeveelheden invriezen. Ontdooide
gerechten zijn niet meer zo lang houdbaar en bederven sneller
dan verse gerechten.

De gerechten in de diepvriesverpakking op een bord of in de
bak met gaatjes ontdooien. Hieronder altijd de bakplaat
plaatsen. Zo blijven de levensmiddelen niet in het ontdooiwater
liggen en blijft de binnenruimte schoon.

Alle ontdooiprogramma's hebben betrekking op rauwe
levensmiddelen.

Indien nodig de gerechten tussendoor uit elkaar halen of al
ontdooide stukken uit het apparaat nemen.

Levensmiddelen na het ontdooien met het oog op een
gelijkmatige temperatuurverdeling nog 5 - 15 minuten laten
staan.

ã=Gezondheidsrisico!

Bij het ontdooien van dierlijke producten dient het ontdooivocht
beslist te worden verwijderd. Dit mag niet met andere

levensmiddelen in contact komen. Anders kunnen kiemen
worden overgebracht.
Na het ontdooien de stoombakoven 15 minuten laten lopen
met hetelucht bij 180 °C.

Visfilet ontdooien
Leg de visfilets nooit boven op elkaar.

Heel gevogelte ontdooien
Verwijder voor het ontdooien de verpakking. Laat het gevogelte
na het ontdooien nog rusten. Bij groot gevogelte (bijv. kalkoen)
kunt u na ca. 30 minuten de ingewanden verwijderen.

Vlees ontdooien
Met dit programma kunt u afzonderlijke stukken vlees
ontdooien.

Fruit slechts even ontdooien
Wilt u fruit maar een beetje ontdooien, pas het
bereidingsresultaat dan individueel aan.

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Vis / hele vis max. 3 cm dik Bak met gaatjes +

Vis / visfilet max. 2,5 cm dik Bak met gaatjes +

Gevogelte, heel max. 1,5 kg Bak met gaatjes +

Vlees max. gewicht per stuk 1,5 kg Bak met gaatjes +

Kleinfruit - Bak met gaatjes +

Speciale gerechten
Flesjes ontsmetten

De flesjes altijd direct na het drinken schoonmaken met een
flessenborstel. Vervolgens in de afwasmachine reinigen.

Zet de flesjes zó in de bak met gaatjes dat ze elkaar niet raken.
Droog de flesjes na het ontsmetten met een schone doek.

Deze manier komt overeen met de gebruikelijke wijze van
uitkoken.

Inmaken
Het programma is zowel geschikt voor steen- en pitvruchten als
voor groente (behalve bonen).

Pompoen voor het inmaken blancheren.

Het programma is bestemd voor 1 liter-potten. Voor grotere of
kleinere potten dient u het bereidingsresultaat individueel aan
te passen.

Na afloop van het programma de apparaatdeur openen om
nagaren te voorkomen. De potten enkele minuten in de
binnenruimte laten afkoelen.

Het programma is geschikt voor vast fruit. Wanneer het fruit niet
helemaal hard meer is, het bereidingsresultaat individueel
aanpassen.

Eieren koken
Prik voor het koken een gaatje in de eieren. Zorg ervoor dat de
eieren niet op elkaar liggen. Grootte M komt overeen met een
stuksgewicht van ca. 50 g.

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Flesjes ontsmetten* - Bak met gaatjes 2
Inmaken in 1 liter-potten bak met gaatjes +

bakplaat

* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

16

3
1

Programma Opmerking Toebehoren Hoogte

Eieren / hardgekookte eieren* Eieren grootte M, max. 1,8 kg bak met gaatjes +

bakplaat
Eieren / zachtgekookte eieren* Eieren grootte M, max. 1 kg bak met gaatjes +

bakplaat
* Bij dit programma kunt u de eindtijd op een later tijdstip zetten.

3
1

3
1

Memory

Memory geeft u de mogelijkheid een eigen programma op te
slaan en met een druk op een toets weer op te vragen. Memory
is nuttig voor gerechten die u zeer vaak klaarmaakt.

Memory opslaan

1. Verwarmingsmethode, temperatuur en eventueel een

tijdsduur of een kerntemperatuur voor het gewenste gerecht
instellen. Niet starten.

2. De toets l ingedrukt houden tot “Memory opgeslagen"

verschijnt.
De Memory-instelling is opgeslagen.

Kerntemperatuursensor

De kerntemperatuursensor maakt een hele precieze bereiding
mogelijk. Hij meet de temperatuur binnen in het te bereiden
gerecht tussen de 30 °C en 99 °C.

Gebruik alleen de bijgevoegde kerntemperatuursensor. U kunt
hem als reserveonderdeel kopen bij de klantenservice
(Bestelnr. 644 777, ook online in de eShop verkrijgbaar).

De kerntemperatuursensor kan bij temperaturen boven 250 °C
worden beschadigd. Gebruik hem daarom alleen in uw
stoombakoven (max. 230 °C).

Geschikte verwarmingsmethoden:

■ Hete lucht

■ Stomen

■ Hete lucht + stomen

■ Regenereren

■ Langzaam garen

De ingestelde temperatuur van de binnenruimte moet minstens
10 °C hoger zijn dan de ingestelde kerntemperatuur.

Verwijder de kerntemperatuursensor na gebruik altijd uit de
binnenruimte. Bewaar hem nooit in de binnenruimte.

Maak de kerntemperatuursensor na gebruik altijd schoon met
een vochtige doek. Niet in de vaatwasmachine reinigen.

Kerntemperatuursensor in het te bereiden product steken

Steek de kerntemperatuursensor in het product voordat u het in
de binnenruimte plaatst.

Steek de metalen punt op de dikste plek in. Let erop dat het
uiteinde van de punt zich ongeveer in het midden bevindt. Deze
mag niet in het vet steken en geen contact maken met bot of
schaal.

Bij meerdere stukken steekt u de temperatuursensor in het
midden van het dikste stuk.

Steek de kerntemperatuursensor zo volledig mogelijk in.
Let er bij gevogelte op dat de punt van de

kerntemperatuursensor zich niet in de holle ruimte in het

Wanneer u een andere instelling met de toets
de oude instelling overschreven.

l opslaat, wordt

Memory starten

U kunt de opgeslagen instelling op elk moment starten.

1. De toets l kort indrukken.

2. De starttoets indrukken.

De memoryinstelling start.

U kunt de instelling op elk moment veranderen. Wanneer u
Memory de volgende keer start, verschijnt weer de
oorspronkelijk opgeslagen instelling.

midden bevindt, maar tussen buik en bovenbout in het vlees
steekt.

Leg het product in het midden van het rooster of de bak met
gaatjes.

Kerntemperatuur instellen

1. De toets ‡ indrukken om het apparaat in te schakelen.

ã=Risico van verbranding!

Wanneer u de kerntemperatuursensor pas enige tijd nadat
het apparaat in gebruik is genomen in het vlees steekt,
kunnen de binnenvlakken van de binnenruimte en de
toebehoren te heet zijn. Gebruik pannenlappen!

2. De kerntemperatuursensor in de bus rechtsboven in de

binnenruimte steken en de apparaatdeur sluiten.
Zorg ervoor dat het snoer van de kerntemperatuursensor
niet beklemd raakt!

Op het display verschijnt

3. Met de draaiknop de verwarmingsmethode instellen.

4. De toets ¿ indrukken en met de draaiknop de temperatuur

van de binnenruimte instellen.

5. De toets ¿ indrukken en met de draaiknop de de

kerntemperatuur voor het te bereiden gerecht instellen.

,.

17

6.De starttoets indrukken om de functie te starten.

Wanneer het gerecht een kerntemperatuur van 30 °C heeft
bereikt, verschijnt op het display naast het symbool
actuele kerntemperatuur.

U kunt ingestelde de kerntemperatuur op elk moment
wijzigen.

Als de ingestelde kerntemperatuur bereikt is, klinkt er een signaal. De bereiding wordt automatisch beëindigd.

7.De toets ‡ indrukken om het apparaat uit te schakelen.

, de

ã=Risico van verbranding!

De kerntemperatuursensor en de binnenruimte zijn heet. Laat
de binnenruimte afkoelen voordat u de kerntemperatuursensor
eruit trekt of gebruik pannenlappen.

Aanwijzing: Wanneer u het gerecht na afloop van de
bereidingstijd nog enige tijd in de binnenruimte laat staan, stijgt
de kerntemperatuur op basis van de restwarmte in de
binnenruimte nog iets.

Garen met kerntemperatuur afbreken
De kerntemperatuursensor met pannenlappen uit de bus
trekken. Het apparaat warmt op de normale manier verder op.

Richtwaarden voor de kerntemperatuur

Gebruik alleen verse, geen diepvrieslevensmiddelen. De
opgaven in de tabel zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van de
kwaliteit en de aard van de levensmiddelen.

Vis en andere kritische levensmiddelen dienen vanwege
hygiënische redenen na het garen een kerntemperatuur van
minstens 62 - 65 °C te hebben.

Te bereiden gerecht Richtwaarde voor

kerntemperatuur

Rundvlees

Rosbief, runderfilet, entrecote
zeer saignant 45- 47 °C
saignant 50- 52 °C
rosé 57- 60 °C
doorbakken 65- 75 °C
Gebraden rundvlees 80- 85 °C

Te bereiden gerecht Richtwaarde voor

kerntemperatuur

Steaks rug van het hert 65- 70 °C
Rus van de haas, - het konijn 65- 70 °C

Gevogelte

Kip 80- 85 °C
Kipfilet 75- 80 °C
Gans, kalkoen, eend 80- 85 °C
Eendenborst
rosé 55- 60 °C
doorbakken 70- 80 °C
Poularde 80- 85 °C
Kalkoenfilet 80 °C

Lamsvlees

Lamsbout
rosé 60- 65 °C
doorbakken 70- 80 °C
Lamsrug
rosé 55- 60 °C
doorbakken 65- 75 °C

Vis

Filet 62- 65 °C
Heel 65 °C
Terrine 62- 65 °C

Diversen

Brood 90 °C
Pasteitje 72- 75 °C
Terrine 60- 70 °C
Foie gras 45 °C

Varkensvlees

Varkensvlees 75- 85 °C
Varkensrug
rosé 65- 70 °C
doorbakken 75 °C
Gebraden gehakt 85- 90 °C
Varkensfricandeau 65- 70 °C

Kalfsvlees

Kalfsvlees, doorbakken 75- 80 °C
Kalfsborst, gevuld 75- 80 °C
Kalfsrug
rosé 58- 60 °C
doorbakken 65- 70 °C
Kalfsfilet
saignant 50- 52 °C
rosé 58- 60 °C
doorbakken 70- 75 °C

Wild

Reerug 60- 70 °C
Reebout 70- 75 °C

18

Kinderslot

Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per ongeluk
inschakelen of een instelling veranderen, is het voorzien van
een kinderslot.

Kinderslot activeren

De toets @ ca. 4 seconden ingedrukt houden tot het
symbool

@ verschijnt.

Het bedieningspaneel is geblokkeerd.
U kunt het apparaat ondanks een actief kinderslot uitzetten, het

signaal met de toets
stoptoets onderbreken en de wekker instellen.

0 uitschakelen, de werking met de

Kinderslot deactiveren

De toets @ ingedrukt houden tot het symbool @ verdwijnt. U
kunt weer instellen.

Basisinstellingen

Uw toestel heeft verschillende standaard basisinstellingen. U
kunt de basisinstellingen naar wens veranderen.

Wanneer u alle wijzigingen ongedaan wilt maken, kunt u de
fabrieksinstellingen weer herstellen.

Het apparaat moet uitgeschakeld zijn.

1. Het apparaat uitschakelen.

2. De toets ± ca 4 seconden ingedrukt houden tot op het

display “Taal kiezen“ verschijnt.

Basisinstelling Functie Mogelijke instellingen

Taal kiezen Taal op het display veranderen 30 verschillende talen
Geluidssignaal tijdsduur Lengte van het geluidssignaal bij het gebruikseinde instellen kort / gemiddeld / lang
Toetssignaal Geluidssignaal bij het indrukken van een toets in- of uitscha-

kelen
Display-helderheid Display-helderheid wijzigen dag / gemiddeld / nacht
Tijdsindicatie Tijd bij uitgeschakeld apparaat weergeven uit / analoog 1 / analoog 2 / ana-

Verder na het sluiten van de deur Het opnieuw starten na het openen van de apparaatdeur

Individueel aanpassen Bereidingsresultaten bij programma's in het algemeen ster-

Indicatie merklogo Weergave van het merklogo bij het inschakelen van het toe-

Waterhardheid Waterhardheid voor ontkalkingsindicatie instellen onthard / 1zacht / 2gemiddeld /

Opwarmsignaal Stomen Geluidssignaal na afloop van de opwarmfase bij het stomen uit / aan
Fabrieksinstellingen opnieuw

instellen

komt te vervallen

ker of zwakker instellen

stel aan- of uitzetten

Toestel naar de fabrieksinstelling terugzetten:

■ Alle veranderingen in de basisinstellingen worden gewist

■ Memory wordt gewist

■ Automatische kalibratie wordt opnieuw uitgevoerd

3. De toets ¿ indrukken tot de gewenste basisinstelling

verschijnt.

4. Aan de draaiknop draaien om de instelling te veranderen.

5. De toets ± ca 4 seconden ingedrukt houden om de

basisinstellingen te verlaten.
De verandering wordt opgeslagen.

U kunt de volgende basisinstellingen wijzigen:

uit / aan

loog 3 / digitaal
uit / automatisch

7 standen -

aan / uit

3hard / 4zeer hard

niet terugzetten /
terugzetten

ЩЩЩЩШЩ +

Automatische uitschakeling

Wanneer u de instellingen van uw apparaat meerdere uren niet
veranderd heeft, wordt de automatische uitschakeling actief. De
tekst “automatische uitschakeling“ verschijnt op het display.

Druk op een willekeurige toets om de automatische
uitschakeling te deactiveren. U kunt nu opnieuw instellen.

19

Reiniging en onderhoud

In dit hoofdstuk vindt u informatie over

■ reiniging en onderhoud van uw apparaat

■ de reinigingshulp

■ het ontkalken

ã=Risico van kortsluiting!

Gebruik geen hogedrukreiniger of stoomstraalapparaat om uw
apparaat schoon te maken.

Attentie!

Schade aan het oppervlak: Gebruik

■ geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen

■ geen ovenreiniger

■ geen bijtende, chloorhoudende of agressieve

reinigingsmiddelen

■ geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen

Wanneer zo'n middel op de voorkant terechtkomt, neem het
dan direct af met water.

Attentie!

Schade aan het oppervlak: Wanneer er ontkalkingsmiddel of
de oven-grillreiniger-gel op de voorzijde of andere gevoelige
oppervlakken komt, neem dit dan direct af met water.

Verwijder vuil in de binnenruimte direct nadat het apparaat is
afgekoeld. Later kost het duidelijk meer moeite om ingebrande
etensresten te verwijderen.

Gebruik bij grovere verontreiniging de reinigingshulp (zie het
hoofdstuk: Reinigingshulp).

Zouten zijn zeer agressief en kunnen roestige plekken
veroorzaken. Verwijder resten van scherpe sauzen (ketchup,
mosterd) of zoute gerechten direct na het afkoelen uit de
binnenruimte.

Gebruik geen harde schuursponsjes of afwassponsjes.

Schoonmaakmiddelen

Buitenzijde apparaat (met aluminium voor­kant)

Buitenzijde apparaat (voorzijde roestvrij
staal)

Binnenkant oven met stoomschaal Heet zeepsop of water met azijn  de bijgevoegde spons of een zachte afwasborstel

Vochtsensor (aan het plafond van de bin­nenruimte)

Vetfilter Vetfilter aan de achterkant van de binnenruimte afnemen en met heet zeepsop of in de

Zeepsop  met een zachte doek nadrogen.
Zacht schoonmaakmiddel voor ruiten - wrijf met een zachte zeem of een niet-pluizende
microvezeldoek horizontaal en zonder druk over de aluminium voorkant.

Zeepsop  met een zachte doek nadrogen.
Kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk verwijderen. Bij de klantenservice
of in speciaalzaken zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar.

gebruiken.

Attentie!

De binnenruimte kan roesten: Geen staal- of schuurspons gebruiken.
Gebruik bij sterke verontreiniging uitsluitend de door de klantenservice aanbevolen

oven-grillreiniger-gel (Bestelnr. 463 582, ook online in de eShop verkrijgbaar). Neem
de opgaven van de fabrikant in acht. Andere ovenreinigers kunnen schade aan het
apparaat veroorzaken.
De lamp in de binnenruimte en de dichtingen van de deur, de lamp en de stoomschaal
mogen niet met de gel in contact komen. Maximaal 12 uur laten inwerken en het appa­raat gedurende deze tijd niet inschakelen. Vervolgens de binnenruimte goed met water
(bijv. met een sprayfles) schoonspoelen om alle resten van de gel te verwijderen.

Bij het schoonmaken van de binnenruimte niet verbuigen of indrukken!

vaatwasmachine reinigen. Reinig de vetfilter altijd na sterk verontreinigend gebruik

ã=Risico van letsel!

Zorg ervoor dat u geen letsel oploopt door de haken van de vetfilter. Reinig de vetfilter
voorzichtig. Plaats de filter zo in de vaatwasmachine dat de haken voor het inhangen
naar beneden gericht zijn.

Kerntemperatuursensor Na gebruik altijd met een vochtige doek schoonmaken – Niet reinigen in de vaatwas-

machine!
Watertank Zeepsop - niet schoonmaken in de vaatwasmachine!
Schacht van de tank Na gebruik altijd droogwrijven
Dichting in het deksel van de watertank Na gebruik altijd goed drogen
Inschuifrails zie het hoofdstuk: Inschuifrails reinigen
Ruiten van de deur zie het hoofdstuk: Deurruiten reinigen

Attentie!

Schade aan het oppervlak: Neem na het reinigen de ruiten van de deur af met een

droge doek en glasreiniger. Anders ontstaan er vlekken die niet meer verwijderd kunnen

worden.
Deurdichting Warm zeepsop

20

Toebehoren In warm zeepsop inweken. Met een borstel of een spons schoonmaken of meereinigen

in de vaatwasmachine.
Bij verkleuringen door zetmeelhoudende levensmiddelen (bijv. rijst) met azijnwater

schoonmaken

Schoonmaakspons

De bijgevoegde schoonmaakspons heeft een groot
opnamevermogen. Gebruik de schoonmaakspons alleen om
de binnenruimte te reinigen en het restwater te verwijderen uit
de stoomschaal.

Spoel de schoonmaakspons voor het eerste gebruik goed uit.
U kunt de schoonmaakspons meewassen in de wasmachine
(kookwas).

Microvezeldoek

De microvezeldoek met honingraatstructuur is bijzonder
geschikt voor het schoonmaken van gevoelige oppervlakken,
zoals glas, glaskeramiek, roestvrij staal of aluminium
(bestelnr. 460 770, ook online in de eShop verkrijgbaar). Hij
verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil.

Braadset

Gebruik bij het braden zo mogelijk de braadset
(Bestelnr. HEZ36DB, ook online in de eShop verkrijgbaar). De
verontreiniging van de binnenruimte door spetters kan hierdoor
duidelijk worden verminderd.

Reinigingshulp

De reinigingshulp lost aangekoekte etensresten in de
binnenruimte op met behulp van stoom. Vervolgens kunnen ze
gemakkelijk worden verwijderd.

De reinigingshulp bestaat uit:

■ Reinigen (ca. 30 minuten), maak vervolgens de stoomschaal

leeg en maak het apparaat schoon

■ 1. Spoelen (20 seconden), maak vervolgens de stoomschaal

leeg

■ 2. Spoelen (20 seconden), verwijder vervolgens het restwater

De drie stappen moeten volledig zijn uitgevoerd. Pas na de 2e
keer spoelen is het apparaat weer klaar voor gebruik.

Voorbereiding

Laat de binnenruimte afkoelen en neem de toebehoren eruit.
Maak de stoomschaal schoon met de bijgevoegde
reinigingsspons.

Een druppeltje afwasmiddel in de stoomschaal op de bodem
van de binnenruimte doen.

Reinigingshulp starten

1. De toets ‡ indrukken om het apparaat in te schakelen.

2. De toets s indrukken.

Op het display verschijnt “Reinigen".

3. Watertank tot de markering “max“ vullen en inschuiven.

4. De starttoets indrukken.

De reinigingshulp loopt af. De lamp in de binnenruimte blijft
uitgeschakeld.

Stoomschaal leegmaken en apparaat schoonmaken

Na ca. 30 minuten klinkt er een signaal. Op het display
verschijnt “Schaal leegmaken en apparaat schoonmaken“ en
“

x 0:40“.

1. De deur van het apparaat openen.

Op het display verschijnt “Apparaat klaar om te spoelen“.

2. Inschuifrails uit de binnenruimte nemen en reinigen (zie het

hoofdstuk: Inschuifrails reinigen).

3. De aangekoekte etensresten in de binnenruimte en de

stoomschaal met een zachte afwasborstel en de spons
schoonmaken.

4. Watertank eventueel met water vullen en weer inschuiven.

5. Apparaatdeur sluiten.

Op het display verschijnt “met ‘start’ werking voortzetten“.

1.Spoelen

Op de starttoets drukken.
Het toestel spoelt. Op het display verschijnt “1. Spoelen“ en de
tijdsduur

x.

Stoomschaal leegmaken

Na 20 seconden verschijnt op het display “Schaal leegmaken“
en “

x 0:20“.

1. Apparaatdeur openen.

Op het display verschijnt “Apparaat klaar om te spoelen“.

2. Schoonmaakspons goed uitwassen.

3. Het resterende water met de schoonmaakspons uit de

stoomschaal verwijderen.

4. Apparaatdeur sluiten.

Op het display verschijnt “met ‘start’ werking voortzetten“.

2. Spoelen

Op de starttoets drukken.
Het toestel spoelt. Op het display verschijnt “2. Spoelen“ en de
tijdsduur

x.

Resterend water verwijderen

Na 20 seconden verschijnt op het display “Schaal leegmaken“.

1. Apparaatdeur openen.

Op het display verschijnt “Einde“ en “

2. Het resterende water met de schoonmaakspons uit de

x 0:00“

stoomschaal verwijderen.

3. De binnenruimte met de spons schoonmaken en met een

zachte doek nadrogen.

4. De toets ‡ indrukken om het apparaat uit te schakelen.

De reinigingshulp is beëindigd.

Reinigingshulp afbreken
Aanwijzing: Als de reinigingshulp afgebroken is, moet u het

apparaat twee keer spoelen. Tot aan het einde van de tweede
keer spoelen wordt het apparaat voor andere toepassingen
geblokkeerd.

1. De stoptoets indrukken om de reinigingshulp af te breken.

Op het display verschijnt “met ‘start’ werking voortzetten“ en “Reinigen“.

Om te voorkomen dat er afwasmiddel in het apparaat
achterblijft, dient u na het afbreken twee keer te spoelen.

2. Op de starttoets drukken.

Op het display verschijnt "Schaal leegmaken en apparaat
schoonmaken".

3. Watertank eventueel met water vullen, weer inschuiven en de

starttoets indrukken.

Ga nu te werk volgens de beschrijving in de paragraaf
“Stoomschaal leegmaken en apparaat schoonmaken“.

Ontkalken

Voor een goede werking dient u het apparaat van tijd tot tijd te
ontkalken. De indicatie "Apparaat ontkalken"herinnert u
hieraan.

Alleen wanneer u uitsluitend onthard water gebruikt, is
ontkalken niet nodig.

21

Het ontkalken bestaat uit:

■ ontkalken (ca. 30 minuten), maak vervolgens de

stoomschaal leeg en vul de watertank opnieuw

■ 1. Spoelen (20 seconden), maak vervolgens de stoomschaal

leeg

■ 2. Spoelen (20 seconden), verwijder vervolgens het restwater

De drie stappen moeten volledig zijn uitgevoerd. Pas na de 2e
keer spoelen is het apparaat weer klaar voor gebruik.

Ontkalkingsmiddelen

Gebruik voor het ontkalken uitsluitend het door de
klantenservice aanbevolen vloeibare ontkalkingsmiddel
(Bestelnr. 311 138, ook online in de eShop verkrijgbaar).
Andere ontkalkingsmiddelen kunnen schade aan het apparaat
veroorzaken.

1.300 ml water en 60 ml vloeibaar ontkalkingsmiddel tot een

ontkalkingsoplossing mengen.

2.Watertank leegmaken en vullen met de ontkalkingsoplossing.

Attentie!

Schade aan het oppervlak: Wanneer er ontkalkingsmiddel op
de voorzijde of andere gevoelige oppervlakken komt, neem dit
dan direct af met water.

Ontkalken starten

De binnenruimte dient volledig afgekoeld te zijn.

1.De toets ‡ indrukken om het apparaat in te schakelen.

2.De toets s indrukken.

Op het display verschijnt “Reinigen".

3.Aan de draaikeuzeknop draaien tot “Ontkalken“ verschijnt.

4.Watertank samen met de ontkalkingsoplossing voorzichtig

inschuiven en de apparaatdeur sluiten.

5.De starttoets indrukken.

Het ontkalken is bezig. De lamp in de binnenruimte blijft
uitgeschakeld.

Stoomschaal leegmaken en watertank opnieuw vullen

Na ca. 30 minuten klinkt er een signaal. Op het display
verschijnt “Schaal leegmaken en watertank opnieuw vullen“ en
“

x 0:40“.

1.De deur van het apparaat openen.

2.De ontkalkingsoplossing met de bijgevoegde

schoonmaakspons uit de stoomschaal verwijderen.

3.Watertank grondig omspoelen, vullen met water en weer

inschuiven.
Op het display verschijnt “Apparaat klaar om te spoelen“.

4.Apparaatdeur sluiten.

Op het display verschijnt “met ‘start’ werking voortzetten“.

1.Spoelen

Op de starttoets drukken.
Het toestel spoelt. Op het display verschijnt “1. Spoelen“ en de
tijdsduur

Stoomschaal leegmaken

Na 20 seconden verschijnt op het display “Schaal leegmaken“
en “

1.Apparaatdeur openen.

2.Schoonmaakspons goed uitwassen.

3.Het resterende water met de schoonmaakspons uit de

4.Apparaatdeur sluiten.

x.

x 0:20“.

Op het display verschijnt “Apparaat klaar om te spoelen“.

stoomschaal verwijderen.

Op het display verschijnt “met ‘start’ werking voortzetten“.

2. Spoelen

Op de starttoets drukken.
Het toestel spoelt. Op het display verschijnt “2. Spoelen“ en de
tijdsduur

Resterend water verwijderen

Na 20 seconden verschijnt op het display “Schaal leegmaken“.

1.Apparaatdeur openen.

2.Het resterende water met de schoonmaakspons uit de

3.De binnenruimte met de spons schoonmaken en met een

4.De toets ‡ indrukken om het apparaat uit te schakelen.

Ontkalken afbreken
Aanwijzing: Als het ontkalken afgebroken is, moet u het

apparaat twee keer spoelen. Tot aan het einde van de tweede
keer spoelen wordt het apparaat voor andere toepassingen
geblokkeerd.

1.De stoptoets indrukken om het ontkalken af te breken.

2.Op de starttoets drukken.

Ga nu te werk zoals beschreven in de paragraaf “Stoomschaal
leegmaken en watertank opnieuw vullen“.

Alleen de stoomschaal ontkalken

Wanneer u niet het hele apparaat maar alleen de stoomschaal
in de binnenruimte wilt ontkalken, kunt u ook de functie
“Ontkalken“ gebruiken.

Het enige verschil:

1.100 ml water en 20 ml vloeibaar ontkalkingsmiddel tot een

2.Stoomschaal volledig vullen met de ontkalkingsoplossing.

3.Watertank alleen met water vullen.

4.“Ontkalken“ starten volgens de beschrijving.

U kunt de stoomschaal ook met de hand ontkalken.

x.

Op het display verschijnt “Einde“ en “

stoomschaal verwijderen.

zachte doek nadrogen.

Het ontkalken is beëindigd.

Op het display verschijnt “met werking voortzetten“ en “Ontkalken“.

Om te voorkomen dat er ontkalkingsoplossing in het
apparaat achterblijft, dient u na het afbreken twee keer te
spoelen.

Op het display verschijnt "Schaal leegmaken en watertank
opnieuw vullen".

ontkalkingsoplossing mengen.

x 0:00“

Apparaatdeur verwijderen en inbrengen

Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de apparaatdeur
verwijderen.

ã=Risico van letsel!

De scharnieren van de apparaatdeur kunnen met grote kracht
terugklappen. Klap de blokkeerhendels van de scharnieren om
de deur te kunnen verwijderen altijd helemaal open en na het
inbrengen weer helemaal dicht. Kom niet met uw handen aan
het scharnier.

ã=Risico van letsel!

Hangt de apparaatdeur er aan één kant uit, kom dan niet met
uw handen aan het scharnier. Het scharnier kan met grote
kracht terugklappen. Neem contact op met de klantenservice.

22

$

%

&

'

$

%

Apparaatdeur verwijderen

1. Apparaatdeur helemaal openen.

2. Blokkeerhendels links en rechts helemaal openklappen

(Afbeelding A).
De scharnieren zijn beveiligd en kunnen niet dichtklappen.

3. Apparaatdeur zó ver sluiten tot u merkt dat er een weerstand

is.

4. Met beide handen links en rechts vastpakken, iets verder

sluiten en eruit trekken (Afbeelding B).

Apparaatdeur inbrengen

De apparaatdeur na de reiniging weer inbrengen.

1. De scharnieren in de houders links en rechts plaatsen

(Afbeelding C).
De keep van beide scharnieren moet inklikken.

2. Apparaatdeur helemaal openen.

3. Blokkeerhendels links en rechts helemaal dichtklappen

(Afbeelding D).

Deurruit verwijderen
Aanwijzing: Let er voordat u de ruit verwijdert op in welke

positie hij is ingebracht, zodat u hem later niet verkeerd plaatst.

1. Deur verwijderen en met de voorkant naar beneden op een

zachte, schone ondergrond leggen (zie het
hoofdstuk: Apparaatdeur verwijderen en inbrengen).

2. Afscherming van de apparaatdeur links- en rechtsboven

losschroeven en afnemen (Afbeelding A).

3. Deurruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).

Middelste ruit verwijderen

Let er voordat u de ruit verwijdert op in welke positie de
middelste ruit is ingebracht, zodat u hem later niet verkeerd
inbrengt.

1. De houders links en rechts naar buiten drukken.

2. Middelste ruit iets optillen en uitnemen.

De apparaatdeur is beveiligd en kan niet meer worden
verwijderd.

4. Apparaatdeur sluiten.

Ruiten van de deur schoonmaken

Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de
apparaatdeur afnemen.

ã=Risico van letsel!

De componenten van de apparaatdeur kunnen scherpe randen
hebben. Hierdoor kunt u snijwonden oplopen. Draag
veiligheidshandschoenen.

ã=Risico van letsel!

Gebruik het apparaat pas weer wanneer de ruiten en de
apparaatdeur naar behoren zijn aangebracht.

Reinigen

Reinig de deurruiten met glasreiniger en een zachte doek.

Attentie!

Gebruik geen scherpe of schurende middelen en geen
schraper. Het glas kan hierdoor beschadigd raken.

Middelste ruit inbrengen

1. De middelste ruit links en rechts in de opnames inbrengen.

2. Middelste ruit naar beneden in de houders drukken.

Deurruit inbrengen

1. De deurruit tot de aanslag inschuiven.

2. De afscherming plaatsen en vastschroeven.

3. Apparaatdeur weer inbrengen.

23

Inschuifrails reinigen

U kunt de inschuifrails voor het reinigen verwijderen.

ã=Risico van verbranding door hete onderdelen in de

binnenruimte!

Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is.

1.De inschuifrail naar voren trekken en naar de zijkant

uithangen.

Wat te doen bij storingen?

Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid. Neem
alstublieft de volgende aanwijzingen in acht voor u de
klantenservice belt.

Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. U kunt aanzienlijk
gevaar lopen als gevolg van ondeskundige reparaties.

2.Inschuifrails met schoonmaakmiddel en schoonmaakspons

reinigen
of
inschuifrails in de vaatwasmachine reinigen.

3.Inschuifrails achter en voor bevestigen en naar achteren

schuiven, tot ze inklikken.
De inschuifrails passen ieder slechts aan één kant.

ã=Kans op een elektrische schok!

■ Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen

alleen door een vakman worden uitgevoerd.

■ Bij het werken aan de elektronica van het apparaat beslist de

netstekker uit het stopcontact halen. Automatische
beveiliging activeren of de zekering in de meterkast van uw
woning eruit draaien.

Storing Mogelijke oorzaak Aanwijzing/oplossing

Apparaat werkt niet De stekker is niet in het stopcontact gesto-

ken
Stroomonderbreking Controleer of andere keukenapparaten

Zekering defect Controleer in de meterkast of de zekering

Verkeerde bediening De zekering voor het apparaat in de meter-

Apparaat kan niet worden gestart Apparaatdeur is niet helemaal gesloten Apparaatdeur sluiten
Apparaat kan niet worden gestart, op het

display verschijnt
“met ‘start’ werking voortzetten“
“Ontkalken“

Apparaat kan niet worden gestart, op het
display verschijnt
“met ‘start’ werking voortzetten“
Reinigen

Op het display verschijnt "Tijd" Stroomonderbreking Tijd opnieuw instellen.

Apparaat is niet in gebruik. Op het display
staat een tijdsduur

Op het display verschijnt "automatische
uitschakeling"

"Watertank vullen“ verschijnt, hoewel de
tank vol is

Het ontkalken is afgebroken De starttoets indrukken. Vervolgens het

Reinigshulp is afgebroken De starttoets indrukken. Vervolgens het

Er is per ongeluk aan de draaiknop
gedraaid.

Na het instellen is de starttoets niet inge­drukt

De automatische uitschakeling is actief. Willekeurige toets indrukken.

Watertank is niet goed ingeschoven Watertank inschuiven tot hij inklikt
Herkenningssysteem werkt niet Klantenservice inschakelen.

Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet

functioneren.

voor het toestel in orde is

kast uitschakelen en na 10 seconden
weer inschakelen

apparaat twee keer spoelen (zie het hoofd­stuk: Ontkalken. Ga nu te werk zoals
beschreven in de paragraaf “Stoomschaal
leegmaken en watertank opnieuw vullen“.

apparaat twee keer spoelen (zie het hoofd­stuk: Reinigingshulp. Ga te werk zoals
beschreven in de paragraaf “Stoomschaal
leegmaken en apparaat schoonmaken“.

(zie het hoofdstuk: Tijdfuncties)
De stoptoets indrukken

Starttoets indrukken of de instelling met de
stoptoets wissen

24

Storing Mogelijke oorzaak Aanwijzing/oplossing

"Watertank vullen" verschijnt, hoewel de
tank nog niet leeg is, of de tank is leeg
maar "Watertank vullen" verschijnt niet

Watertank raakt leeg zonder herkenbare
reden. Stoomschaal loopt over

Stoomschaal is leeg gekookt hoewel de
watertank vol is

Op het display verschijnt "Tank legen/Rei­nigen?"

Tijdens het gebruik is een plofgeluidje
hoorbaar

Bij het stomen ontstaat extreem veel
stoom

Bij het stomen ontstaat herhaaldelijk
extreem veel stoom

Tijdens het garen komt er stoom vrij door
de ontluchtingssleuven

Bij verwarmingsmethoden druppelt water
van de vochtsensor op het plafond van de
binnenruimte

Apparaat stoomt niet meer goed Er heeft kalkafzetting plaatsgevonden Ontkalkingsprogramma starten
Op het display verschijnt de foutmelding

"E011"

Op het display verschijnt een foutmelding
"E..."

Apparaat warmt niet meer op. Op het dis­play verschijnt "Demo"

Watertank is vervuild. De beweeglijke
waterstandmelders zijn klem gaan zitten

Watertank is niet goed gesloten Deksel sluiten tot het merkbaar inklikt
Dichting in het deksel van de tank is vuil Dichting reinigen
Dichting in het deksel van de tank is

defect
Watertank is niet goed ingeschoven Watertank tot de vergrendeling inschuiven
Toevoer is verstopt Apparaat ontkalken. Controleren of de

Apparaat is minstens twee dagen niet
gebruikt en de watertank is vol

Koud/warmeffect bij diepvriesgerechten,
veroorzaakt door de waterdamp

Apparaat wordt automatisch gekalibreerd Dit is normaal

Apparaat kan bij te korte bereidingstijden
niet automatisch worden gekalibreerd

Een toets is te lang ingedrukt of is klem
komen te zitten

Technisch defect

Er is een toetscombinatie gebruikt Stroomtoevoer onderbreken en na

Watertank schudden en reinigen. Kunnen
de delen niet worden losgemaakt, bestel
dan een nieuwe watertank bij de klanten­service

Nieuwe watertank bestellen bij de klanten­service

waterhardheid goed ingesteld is
Watertank leegmaken en reinigen. Water-

tank na de bereiding altijd legen
Dit is normaal

Apparaat naar de fabrieksinstellingen
terugzetten (zie het hoofdstuk Basisinstel­lingen). Vervolgens 20 minuten bij 100 °C
stomen

Dit is normaal

Dit is normaal. Het stoom condenseert bij
de vochtsensor

De toets
te wissen. Alle toetsen apart indrukken en
nagaan of ze schoon zijn

De toets
op te heffen, eventueel de tijd opnieuw
instellen.
Verschijnt de foutmelding opnieuw, neem
dan contact op met de klantenservice

10 seconden weer herstellen. Binnen
2 minuten de toets
indrukken

0 indrukken om de foutmelding

0 indrukken om de foutmelding

@ 4 seconden lang

Lamp van de binnenruimte vervangen

Temperatuurbestendige halogeenlampen 230 V/25 W met
pakkingen kunt u krijgen bij de klantenserviceVermeld a.u.b.
het Enummer en het FDnummer van uw apparaat.

ã=Risico van verbranding!

Laat de binnenruimte en de lamp hierin afkoelen voor u de
lamp vervangt.

Neem de halogeenlamp altijd met een droge doek uit de
verpakking, anders heeft de lamp een kortere levensduur.

1. Zekering in de meterkast uitschakelen of de netstekker uit het

stopcontact halen.

2. De afscherming naar links uitdraaien.

3. De lamp eruit halen en door hetzelfde type lamp vervangen.

4. De nieuwe pakkingen en de klemring in de juiste volgorde op

de glazen afscherming schuiven.

5. De glazen afscherming met de pakkingen weer

vastschroeven.

6. Het apparaat weer aansluiten op het elektriciteitsnet en de

tijd opnieuw instellen.

Het apparaat nooit gebruiken zonder glazen afscherming en
zonder pakkingen!

Glazen afscherming of dichtingen vervangen
Een beschadigde glazen afscherming of beschadigde
dichtingen dient u te vervangen. Geef aan de klantenservice het
Enummer en het FDnummer van uw apparaat door.

25

Deurdichting vervangen

Is de deurdichting aan de buitenkant van de binnenruimte
defect, dan dient deze vervangen te worden. Vervangende
afdichtingen zijn verkrijgbaar bij de klantenservice. Vermeld
a.u.b. het Enummer en het FDnummer van uw apparaat.

1.De deur van het apparaat openen.

2.Oude deurdichting eraf trekken.

3.Nieuwe deurdichting aan één kant inschuiven en er rondom

intrekken. De las dient zich aan de zijkant te bevinden.

4.De bevestiging van de dichting vooral in de hoeken nog eens

controleren.

Servicedienst

Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.

Enummer en FDnummer

Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Wanneer u de apparaatdeur
opent, vindt u het typeplaatje met de nummers beneden aan de
linkerkant.

Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de klantenservice
nodig heeft, kunt u hier direct de gegevens van uw apparaat en
het telefoonnummer van de servicedienst invullen.

Enr.

FD-nr.

Milieubescherming

Pak het apparaat uit en voer de verpakking op een
milieuvriendelijke manier af.

Milieuvriendelijke afvalverwerking

Dit apparaat voldoet aan de eisen van de
Europese richtlijn 2002/96EG betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (WEEE – waste electrical and
electronic equipment). Deze richtlijn bevat de in de
EU geldende bepalingen betreffende terugname
en verwerking van afgedankte apparatuur.

Servicedienst O

Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.

De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.

Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL 088 424 4020
B 070 222 142

Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er
zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde
onderhoudstechnici, die beschikken over de originele
onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten.

Tips om energie te besparen

■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het recept of in

de tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.

■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo weinig

mogelijk.

■ Gebruik bij het bakken donkere, zwart gelakte of

geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder
goed op.

■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.

De stoombakoven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd
voor het tweede gerecht korter. U kunt ook twee
rechthoekige bakvormen naast elkaar in de oven plaatsen.

■ Bij langere bereidingstijden kunt u de stoombakoven

10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitzetten en
de restwarmte gebruiken voor het afbakken.

■ Bij het stomen kunt u gerechten op meerdere niveaus tegelijk

bereiden. Bij gerechten met verschillende bereidingstijden
schuift u het gerecht met de langste bereidingstijd het eerst
in.

26

Tabellen en tips

In de tabellen vindt u een keur aan gerechten die u goed kunt
klaarmaken in de stoombakoven. Hier kunt u nalezen welke
functie, welke toebehoren en welke bereidingstijd u het beste
kunt kiezen. Indien niet anders aangegeven heeft de informatie
betrekking op producten die in het onverwarmde apparaat
worden geplaatst.

Toebehoren
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren.
Plaats bij het stomen in de bak met gaatjes altijd de bakplaat
eronder. Vrijkomend vocht wordt opgevangen.

Vormen
Wanneer u een vorm gebruikt, plaats deze dan altijd in het
midden van het rooster.
De vormen dienen hitte- en stoombestendig te zijn. Voor
dikwandige vormen zijn langere bereidingstijden nodig.
Dek levensmiddelen die gewoonlijk au-bain-marie worden
bereid met folie af (bijv. bij het smelten van chocolade).

Vetfilter
Laat de vetfilter bij elk gebruik in de binnenruimte.

Stomen

Stomen is een hele gezonde manier om gerechten klaar te
maken. De gerechten worden door de stoom omsloten,
waardoor verlies van voedingsstoffen wordt voorkomen. Tijdens
de bereiding treedt er geen overdruk op. Zo blijven de vorm, de
kleur en het typische aroma van de gerechten behouden.

Bereidingstijden en hoeveelheden
De bereidingstijden bij het stomen zijn afhankelijk van de
stuksgrootte, maar onafhankelijk van de totale hoeveelheid. Het
apparaat kan maximaal 2 kg gerechten stomen.
Houd u aan de stuksgrootten die in de tabellen worden
opgegeven. Bij kleinere stukken is de bereidingstijd korter en
bij grotere stukken langer. De kwaliteit en graad van rijpheid
hebben ook invloed op de bereidingstijd. Daarom kunnen de
opgegeven waarden alleen dienen als richtlijn.

Levensmiddelen gelijkmatig verdelen
Verspreid de levensmiddelen altijd gelijkmatig in de vormen.
Als de hoogte van de lagen verschillend is, wordt het
bereidingsresultaat ongelijkmatig.

Levensmiddelen die gevoelig zijn voor druk
Zorg ervoor dat de hoogte van drukgevoelige levensmiddelen
in de bak beperkt blijft. Wordt het te hoog, dan kunt u beter
twee bakken gebruiken.

Menu garen
M.b.v. stoom kunt u complete menu's zonder
smaakbeïnvloeding gelijktijdig klaarmaken. Plaats de gerechten
met de langste bereidingstijd eerst in het apparaat en zet
daarna de rest er op het juiste tijdstip in. Zo zijn alle gerechten
tegelijkertijd klaar.
De totale bereidingstijd wordt bij het menugaren langer, omdat
bij het openen van de deur steeds wat stoom ontsnapt en het
apparaat opnieuw opgewarmd moet worden.

Hete lucht

De functie Hete lucht is zeer geschikt voor zoet en hartig
gebak, voor stoofvlees en verschillende soorten taarten.

Hete lucht + stomen

De functie Hete lucht + stomen is bijzonder geschikt voor de
bereiding van braadstukken, kip en bakwaren, zoals koekjes en
brood

Braadstukken en kip worden van buiten mooi knapperig en van
binnen sappig. Bovendien verliest vlees weinig gewicht.

Bakwaren, zoals bijv. koekjes en brood, krijgen een bijzonder
mooi, glanzend oppervlak en drogen niet uit.

Groente

Groente in de bak met gaatjes plaatsen en op hoogte 3
inschuiven. Hieronder de bakplaat op hoogte 1 inschuiven.
Vrijkomend vocht wordt opgevangen.

Levensmiddelen Stuks-

grootte

Artisjokken heel met gaatjes + bakplaat Stomen 100 30 - 35
Bloemkool heel met gaatjes + bakplaat Stomen 100 30 - 40
Bloemkool roosjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 10 - 15
Broccoli roosjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 8 - 10
Erwten - met gaatjes + bakplaat Stomen 100 5 - 10
Venkel plakjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 10 - 14
Gevulde groente

(courgettes, aubergines, paprika)
Groenteflan - Bain-marie-vorm 1,5 l +

Groene bonen - met gaatjes + bakplaat Stomen 100 15 - 20
Wortelen plakjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 10 - 20
Koolrabi plakjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 15 - 20
Prei plakjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 4 - 6
Mais heel met gaatjes + bakplaat Stomen 100 25  35
Snijbiet* repen met gaatjes + bakplaat Stomen 100 8 - 10
Asperges, groen* heel met gaatjes + bakplaat Stomen 100 7 - 12
Asperges, wit* heel met gaatjes + bakplaat Stomen 100 10 - 15
Spinazie* - met gaatjes + bakplaat Stomen 100 2 - 3
Romanesco roosjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 8 - 10
* Apparaat voorverwarmen

Groente niet
voorgaren

Toebehoren Functie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Bakplaat op hoogte 2 Hete lucht + sto-

men
Stomen 100 50 - 70

rooster op hoogte 2

160 - 180 15 - 30

27

Levensmiddelen Stuks-

grootte

Spruitjes roosjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 20  30
Rode biet heel met gaatjes + bakplaat Stomen 100 40  50
Rodekool in reepjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 30 - 35
Witte kool, zuurkool in reepjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 25  35
Courgettes plakjes met gaatjes + bakplaat Stomen 100 2 - 3
Peultjes - met gaatjes + bakplaat Stomen 100 8 - 12
* Apparaat voorverwarmen

Toebehoren Functie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Bijgerechten en peulvruchten

Water of vloeistof in de aangegeven verhouding toevoegen.
Voobeeld: 1:1,5 = per 100 g rijst 150 ml vloeistof toevoegen.

Levensmiddelen Verhouding Toebehoren Hoogte Functie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Aardappels in de schil
(gemiddelde grootte)

Gekookte aardappels
(in kwarten)

Gegratineerde aardap­pels

Zilvervliesrijst 1:1,5 zonder gaatjes - Stomen 100 30  40
Rijst met lange korrel 1:1,5 zonder gaatjes - Stomen 100 20  30
Basmatirijst 1:1,5 zonder gaatjes - Stomen 100 20  30
Parboiled rijst 1:1,5 zonder gaatjes - Stomen 100 15 - 20
Risotto 1:2 zonder gaatjes - Stomen 100 30 - 35
Groene linzen 1:2 zonder gaatjes - Stomen 100 30  45
Witte bonen, voorge-

weekt
Couscous 1:1 zonder gaatjes - Stomen 100 6 - 10
Spelt, grof gemalen 1:2,5 zonder gaatjes - Stomen 100 15 - 20
Gierst, heel 1:2,5 zonder gaatjes - Stomen 100 25  35
Tarwe, heel 1:1 zonder gaatjes - Stomen 100 60  70
Balletjes - met gaatjes +

- met gaatjes +
bakplaat

- met gaatjes +
bakplaat

- bakplaat 2 Hete lucht 170 - 180 35 - 45

1:2 zonder gaatjes - Stomen 100 65 - 75

bakplaat

U kunt de inschuifhoogte voor de bak zonder gaatjes vrij
kiezen.

in min.

3
1

3
1

3
1

Stomen 100 35 - 45

Stomen 100 20 - 25

Stomen 95 20 - 25

Gevogelte en vlees

Het rooster en de bakplaat samen op één hoogte inschuiven.
Het bereide vlees nog 10 minuten in de uitgeschakelde,

gesloten stoombakoven laten rusten. Zo blijft het sappiger.

Gevogelte

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren HoogteVerwarmingsme-

Kip, heel 1,2 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Kip, heel** 1,2 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Kip, gehalveerd 0,4 kg per stuk Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Kipfilet per

stuk 0,15 kg

Stukken kip per

stuk 0,12 kg

* vooraf aanbraden
** deze alternatieve bereiding duurt langer, maar geeft zachtere en sappigere bereidingsresultaten

28

met gaatjes +
bakplaat

Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Met de functie Hete lucht + stomen wordt het vlees bijzonder
sappig van binnen en knapperig van buiten.

De gegevens in de tabellen zijn richtwaarden. Gebruik de
kerntemperatuursensor voor een betere controle en houd u aan
de richtwaarden (zie het hoofdstuk: Kerntemperatuursensor).

thode

men

men

men

3 1Stomen 100 15  25

men

Temperatuur in °C Bereidingstijd

180  190 50 - 60

eerst 90 50 - 70
vervolgens 200 20  25
180  190 35  45

180  200 20  35

in min.

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren HoogteVerwarmingsme-

thode

Eend/gans, heel 2 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

men
Hete lucht 210 15 - 20

Eend/gans, heel** 2 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Eendenborst* per

stuk 0,35 kg

Kalkoenrollade 1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Kalkoenfilet 1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

* vooraf aanbraden
** deze alternatieve bereiding duurt langer, maar geeft zachtere en sappigere bereidingsresultaten

Rundvlees

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren Hoogte Verwarmingsme-

Gestoofd rundvlees* 1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Regenereren 140 - 150 100 - 140
Gemarineerd vlees* 1,5 kg bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Runderfilet, medium* 1 kg Rooster + bakplaat 2 Regenereren 170 - 180 20 - 28
Dunne rosbief,

medium*
Platte rosbief, doorbak-

ken*
Dikke rosbief,

medium*
Hoge rosbief, doorbak-

ken*
Gekookt rundvlees,

opgediend in soep
* vooraf aanbraden

1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht 170 - 180 40 - 55

1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht 170 - 180 30  45

1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht 170 - 180 45  60

1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht 170 - 180 35  50

1,5 kg bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

men

men

men

men

thode

men

men

Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

170 60  80

eerst 90 70  90
vervolgens 200 20  25
170  180 10 - 15

150  160 70  90

150  160 60  80

Temperatuur in °CBereidingstijd

in min.

130 120 - 180

100 120  150

Kalfsvlees

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren HoogteVerwarmingsme-

thode

Gebraden kalfsvlees,
doorregen

Gebraden kalfsvlees,
mager

Kalfsrug* 1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Kalfsborst, gevuld 1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Gekookt rundvlees 1,5 kg Bakplaat 2 Hete lucht + sto-

* vooraf aanbraden

1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

men

1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

men

men

men

men

Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

160 - 170 60 - 70

160 - 170 50 - 60

160 - 180 15 - 25

140 - 160 75 - 120

100 120 - 150

29

Varkensvlees

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Braadstuk zonder
zwoerd (bijv.halsstuk)

Braadstuk met zwoerd
(vlees met korstje)

Varkensfilet* 0,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Filet in bladerdeeg 1 kg Bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Casselerrib met been 1 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Casselerrib in plakjes Bakplaat 2 Stomen 100 15 - 20
Rollade 1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

* vooraf aanbraden

Diversen

1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + sto-

men

1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Stomen 100 20  25

Hete lucht + sto­men

Hete lucht 210 - 220 20

men

men

men

men

170  180 70  80

140 - 160 40  50

160 - 180 20  30

180  200 40  60

120  140 60  70

170  180 70  80

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren Hoogte Functie Temperatuur

in °C

Gebraden gehakt van 0,5 kg

gehakt
Reerug met been* 0,6 - 0,8kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + stomen 150 - 170 15 - 30
Lamsbout zonder been 1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + stomen eerst 150 tot kerntemperatuur

Lamszadel met been* 1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + stomen 160  170 15  25
Konijndelen 1,5 kg Rooster + bakplaat 2 Hete lucht + stomen 150  160 40  60
Weense worstjes - met gaatjes +

Witte worst - met gaatjes +

Leverkaas 1 - 1,5 k Vorm op het rooster 2 Hete lucht + stomen 110 tot kerntemperatuur

Rollades* per

stuk 0,15 kg
* vooraf aanbraden

Tips voor het braden

Braadset gebruiken Wanneer u de braadset gebruikt, krijgt u optimale bereidingsresultaten en de binnen-

Wanneer is het vlees klaar? Gebruik de bijgevoegde kerntemperatuursensor
Het vlees is te donker en de korst is op

enkele plaatsen verbrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is

aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is

te licht en te waterig.

Bakplaat 2 Hete lucht + stomen 140 - 150 45  60

vervolgens 60 20

3

bakplaat

bakplaat

Bakplaat 2 Hete lucht + stomen 90 80

ruimte wordt nauwelijks vuil. De braadset kunt u als toebehoren kopen in uw speciaal­zaak (zie het hoofdstuk: Toebehoren)

Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.

Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.

Neem de volgende keer groter braadgerei of voeg minder vloeistof toe.

1
3

1

Stomen 80 - 85 12 - 18

Stomen 80 - 85 15 - 20

Bereidingstijd in
min.

65 °C

80 °C

30

Vis

De gegevens in de tabellen zijn richtwaarden. Gebruik de
kerntemperatuursensor voor een betere controle en houd u aan
de richtwaarden (zie het hoofdstuk: Kerntemperatuursensor).

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren Hoogte Functie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Dorade, heel per stuk 0,3 kg met gaatjes +

bakplaat

Doradefilet per stuk

Visterrine Bain-marie-vorm

Forel, heel per stuk 0,2 kg met gaatjes +

Kabeljauwfilet per stuk

Zalmfilet per stuk

Mosselen 1,5 kg bakplaat 2 Stomen 100 10 - 15
Roodbaarsfilet per stuk

Zeetongrolletjes,
gevuld

0,15 kg

1,5 l

0,15 kg

0,15 kg

0,15 kg

- met gaatjes +

met gaatjes +
bakplaat

Rooster 2 Stomen 70  80 40 - 80

bakplaat
met gaatjes +

bakplaat
met gaatjes +

bakplaat

met gaatjes +
bakplaat

bakplaat

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

Stomen 80  90 15  25

Stomen 80  90 10 - 20

Stomen 80  90 12 - 15

Stomen 80  90 10 - 14

Stomen 100 8 - 10

Stomen 80  90 10 - 20

Stomen 80  90 10 - 20

Langzaam garen bij vlees

Langzaam garen is de ideale gaarmethode voor alle zachte
stukken vlees die rosé of à point gegaard moeten worden. Het
vlees blijft heel sappig en wordt boterzacht.

De bakplaat in de stoombakoven schuiven en met de functie
Langzaam garen voorverwarmen.

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren Hoogte Temperatuur in °C Bereidingstijd

Lamsbout zonder been 1 - 1,5kg Bakplaat 2 80 140 - 160
Rosbief 1,5 - 2,5kg Bakplaat 2 80 150  180
Varkensfricandeau - Bakplaat 2 80  90 50 - 70
Varkensmedaillons - Bakplaat 2 80 60  80
Rundersteaks ca. 3 cm dik Bakplaat 2 80 40  60
Eendenborst - Bakplaat 2 80 35 - 55

Het vlees op de kookplaat goed aan alle kanten aanbraden.
In de voorverwarmde stoombakoven doen en zacht verder

garen.
Na afloop opdienen op voorverwarmde borden en er een hete

saus bij geven.

in min.

Ovenschotels, ingrediënten voor in de soep ...

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Hartige ovenschotel van gegaarde
ingrediënten

Zoete ovenschotel Ovenschaal + rooster 2 Hete lucht + sto-

Lasagne Bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Soufflé Vormpjes + rooster 2 Hete lucht + sto-

Eiergelei zonder gaatjes 2 Stomen 90 15 - 20
Griesmeelballetjes met gaatjes +

Hardgekookte eieren
(grootte M, max. 1,8 kg)

Zachtgekookte eieren
(grootte M, max. 1 kg)

Ovenschaal + rooster 2 Hete lucht + sto-

men

men

men

men

3 1Stomen 90 - 95 7 - 10

bakplaat
met gaatjes +

bakplaat
met gaatjes +

bakplaat

3 1Stomen 100 10 - 12

3 1Stomen 100 6 - 8

150 - 170 30 - 40

150 - 170 30 - 40

160  170 35  45

180  200 15  25

31

Desserts, compote

Compote

Weeg de vruchten af, voeg ca.
water en naar smaak suiker met kruiden toe.

Rijstepap
Weeg de rijst af en voeg er 2,5 keer zoveel melk aan toe. Vul
de toebehoren tot max. 2,5 cm met de rijst en de melk. Na het
koken omroeren. De resterende melk wordt snel opgezogen.

Levensmiddelen Toebehoren Functie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Gistknoedels Bakplaat Stomen 100 20  25
Crème caramel Vormpjes + rooster Stomen 90 - 95 15 - 20
Zoete ovenschotel (bijv. van griesmeel) Ovenschaal + rooster Hete lucht + sto-

Rijstepap* Bakplaat Stomen 100 25  35
Yoghurt* Portiepotten + rooster Stomen 40 300 - 360
Appelcompote Bakplaat Stomen 100 10 - 15
Perencompote Bakplaat Stomen 100 10 - 15
Kersencompote Bakplaat Stomen 100 10 - 15
Rabarbercompote Bakplaat Stomen 100 10 - 15
Pruimencompote Bakplaat Stomen 100 15 - 20
* U kunt ook het bijpassende programma gebruiken (zie het hoofdstuk: Automatische programma's)

Y van de hoeveelheid aan

Yoghurt
Verwarm de melk op de kookplaat tot 90 °C. Vervolgens tot
40 °C laten afkoelen. Houdbare melk hoeft niet te worden
verwarmd.

Roer per 100 ml melk één tot twee theelepels yoghurt of een
gelijke hoeveelheid yoghurtferment door de melk. Doe het
mengsel in schone potten en sluit deze af.

Na de bereiding de potten in de koelkast laten afkoelen.

in min.

160  170 50 - 60

men

Taart, cake en gebak

U kunt het beste donkere metalen bakvormen gebruiken.
De temperatuur en bereidingstijd zijn afhankelijk van de

hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. Daarom zijn in de
tabellen temperatuurbereiken aangegeven.

Gebak in vormen

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Cake Krans-/rechthoekige vorm 2 Hete lucht 150  160 60  70
Taartbodem van roerdeeg Vorm vruchtentaartbodem 2 Hete lucht 150  160 30  45
Vruchtentaart fijn, roerdeeg Springvorm 2 Hete lucht 150  160 45 - 55
Biscuitbodem (2 eieren) Vorm vruchtentaartbodem 2 Hete lucht 180  190 12 - 16
Biscuittaart (6 eieren) Springvorm 2 Hete lucht 150  160 25  35
Bodem zandtaartdeeg met rand Springvorm 2 Hete lucht 150  160 40  50
Zwitserse vruchtentaart Springvorm 2 Hete lucht 180  190 35 - 60
Tulband Tulbandvorm 2 Hete lucht + sto-

Hartig gebak (bijv. quiche) Quichevorm 2 Hete lucht 180  190 35 - 60
Appeltaart Taartvorm 2 Hete lucht 170  190 35  50

Gebak op de plaat

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Gebak van gistdeeg met droge
bedekking

Gebak van gistdeeg met vochtige
bedekking (vruchten)

Biscuitrol Bakplaat 2 Hete lucht 180  200 10 - 15
Broodvlecht (500 g bloem) Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Strudel, zoet Bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Uientaart Bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Bakplaat 2 Hete lucht 150  160 35  45

Eerst de laagste temperatuur instellen. Hierbij komt wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. De volgende keer zo nodig een
hogere temperatuur kiezen.

Het rooster of de bakplaat niet te dicht bedekken.

in min.

150  160 35  45

men

in min.

150  160 35  45

men

150  160 25  35

men

160 - 180 40  60

men

170  180 30 - 40

men

32

Brood, broodjes

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Wit brood (750 g bloem) Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

men
Hete lucht 160  170 20  25

Zuurdeegbrood (750 g meel) Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Gemengd brood (750 g bloem) Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Volkorenbrood (750 g meel) Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Roggebrood (750 g meel) Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Broodjes (ongebakken à 70 g) Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Broodjes van gistdeeg, zoet (onge­bakken à 70 g)

Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

men
Hete lucht 150  160 40  60

men
Hete lucht 160  170 25  40

men
Hete lucht 140 - 150 40  60

men
Hete lucht 150  160 50 - 60

men

men

200  210 15 - 20

200  220 15  25

200  220 15 - 20

200  220 20  30

200  220 20  30

190  200 25 - 30

170  180 20  30

Klein gebak

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Schuimgebak Bakplaat 2 Hete lucht 80  90 120 - 180
Bitterkoekjes Bakplaat 2 Hete lucht 140 - 160 15  25
Bladerdeeggebak Bakplaat 2 Hete lucht + sto-

Muffins Muffinplaat 2 Hete lucht 170  180 20  30
Deeg van bijv. soesjes Bakplaat 2 Hete lucht 170  190 27 - 35
Koekjes Bakplaat 2 Hete lucht 150  160 12 - 17
Gistdeeggebak Bakplaat 2 Hete lucht 150

Tips voor het bakken

U wilt bakken volgens uw eigen recept. Stem het bakken dan af op soortgelijke gerechten in de baktabellen
Zo stelt u vast of de cake goed door-

bakken is

Het gebak zakt in Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 °C lager in.

Het gebak is in het midden hoog gere­zen en lager bij de randen

Het gebak wordt te donker aan de ach­terkant

Het gebak is te droog Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens druppelt u

Het brood of het gebak ziet er goed uit,
maar is van binnen klef (zacht, doortrok­ken met waterstrepen).

Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor­den

Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje
in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar

Houd rekening met de aangegeven omroertijden in het recept
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig

los met een mes
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op de toebehoren

er vruchtensap of alcohol over. Kies de volgende keer een 10 °C hogere temperatuur en
houd kortere baktijden aan of gebruik Hete lucht + stomen

Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Bak iets langer bij een wat lagere tempera­tuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u de bodem voor. Bestrooi het met
amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd rekening met de baktijd
die in het recept is aangegeven

Kies de volgende keer een wat lagere temperatuur

men

170  190 10 - 20

 160 15 - 20

in min.

33

Gerechten regenereren

Bij het regenereren worden gerechten op een gezonde manier
weer verwarmd. Ze smaken en zien eruit als vers klaargemaakt.

Ook bakwaren van de vorige dag kunnen zo goed worden
opgebakken.

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Gerechten opgediend op borden Rooster 2 Regenereren 120 12 - 18
Groente Bakplaat 3 Regenereren 100 12 - 15
Noedels, aardappels, rijst Bakplaat 3 Regenereren 100 5 - 10
Broodjes* Rooster 2 Hete lucht + sto-

men

Baguette* Rooster 2 Hete lucht + sto-

men

Brood* Rooster 2 Hete lucht + sto-

men
Pizza Rooster + bakplaat 3 Regenereren 170  180 12 - 15
* 5 minuten voorverwarmen

170  180 6 - 8

170  180 5 - 10

170  180 8 - 12

in min.

Ontdooien

Vries de levensmiddelen zo plat mogelijk en per portie in bij ­18 °C. Niet te grote hoeveelheden invriezen. Ontdooide
gerechten zijn niet meer zo lang houdbaar en bederven sneller
dan verse gerechten.

De gerechten in de diepvriesverpakking op een bord of in de
bak met gaatjes ontdooien. Hieronder altijd de bakplaat
plaatsen. Zo blijven de levensmiddelen niet in het ontdooiwater
liggen en blijft de binnenruimte schoon.

Gebruik de functie Ontdooien.
Indien nodig de gerechten tussendoor uit elkaar halen of al

ontdooide stukken uit het apparaat nemen.
Levensmiddelen na het ontdooien met het oog op een

gelijkmatige temperatuurverdeling nog 5 - 15 minuten laten
staan.

ã=Gezondheidsrisico!

Bij het ontdooien van dierlijke producten dient het ontdooivocht
beslist te worden verwijderd. Dit mag niet met andere
levensmiddelen in contact komen. Anders kunnen kiemen
worden overgebracht.
Na het ontdooien de stoombakoven 15 minuten laten lopen
met hetelucht bij 180 °C.

Vlees ontdooien
Stukken vlees die gepaneerd moeten worden, dienen in
zoverre te worden ontdooid dat de kruiden en het paneermeel
eraan blijven hechten.

Gevogelte ontdooien
Voor het ontdooien uit de verpakking nemen. De
ontdooivloeistof beslist weggooien.

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren Hoogte Temperatuur in °C Bereidingstijd

Kip 1 kg met gaatjes +

Kippenbouten 0,4 kg met gaatjes +

Diepvriesgroente in blok (bijv.
spinazie)

Kleinfruit 0,3 kg met gaatjes +

Visfilet 0,4 kg met gaatjes +

Hele vis 1 kg met gaatjes +

Goulash - met gaatjes +

Gebraden rundvlees - met gaatjes +

0,4 kg met gaatjes +

bakplaat

bakplaat

bakplaat

bakplaat

bakplaat

bakplaat

bakplaat

bakplaat

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

3
1

45 - 50 60  70

45 - 50 30 - 35

45 - 50 20  30

45 - 50 5 - 8

45 - 50 15 - 20

45 - 50 40  50

45 - 50 40  50

45 - 50 70  80

in min

34

Deeg laten rijzen

Met de functie Laten rijzen rijst het deeg duidelijk sneller dan bij
kamertemperatuur.

U kunt de inschuifhoogte voor het rooster vrij kiezen of het
rooster voorzichtig op de bodem van de binnenruimte leggen.

Zorg dat er geen krassen komen op de bodem van de
binnenruimte!

Zet de deegkom op het rooster. Het deeg niet afdekken.

Levensmiddelen Hoeveelheid Toebehoren Temperatuur in °C Bereidingstijd

Gistdeeg 1 kg Schaal + rooster 40 20  30
Zuurdesem 1 kg Schaal + rooster 40 20  30

in min.

Uitpersen

Het kleinfruit voor het uitpersen in een kom doen en suiker
toevoegen. Minstens een uur laten staan, zodat het sap er kan
intrekken.

Levensmiddelen Toebehoren Hoogte Functie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Frambozen Bak met gaatjes

+ bakplaat

Rode bessen Bak met gaatjes

+ bakplaat

Het kleinfruit in de bak met gaatjes doen en op hoogte 3
plaatsen. Om het sap op te vangen de bakplaat inschuiven op
hoogte 1.

Tot slot het kleinfruit in een doek doen en de rest van het sap
uitpersen.

in min

3
1

3
1

Stomen 100 30 - 45

Stomen 100 40 - 50

Inmaken

Levensmiddelen zo vers mogelijk inmaken. Wanneer ze langer
opgeslagen zijn, wordt het vitaminegehalte kleiner en gisten ze
gemakkelijker.

Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
U kunt de volgende levensmiddelen niet inmaken in uw

apparaat:
De inhoud van blikjes, vlees, vis of paté.

Inmaakpotten, rubberringen, klemmen en veren controleren.

Rubberringen en potten schoonmaken met heet water. Voor het
reinigen van de potten is ook het programma “Flesjes
desinfecteren" geschikt.

De potten in de bak met gaatjes plaatsen. Zij mogen elkaar niet
raken.

De apparaatdeur na de aangegeven bereidingstijd weer
openen.

De inmaakpotten pas uit het apparaat nemen wanneer ze
volledig afgekoeld zijn.

Levensmiddelen Toebehoren Hoogte Verwarmings-

methode

Groente Inmaakpotten 1 liter 2 Stomen 100 30 - 120
Steenvruchten Inmaakpotten 1 liter 2 Stomen 100 25 - 30
Pitvruchten Inmaakpotten 1 liter 2 Stomen 100 25 - 30

Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Diepvriesproducten

Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking. De opgegeven bereidingstijden gelden voor gerechten die in

de onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Frites Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht 170  190 25  35
Kroketten Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht 180  200 18 - 22
Rösti Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht 180  200 25 - 30
Deegwaren, vers, gekoeld* Bakplaat 2 Stomen 100 5 - 10
Lasagne, diepvries Bakplaat + rooster 2 Hete lucht + sto-

men
Pizza, dunne bodem Bakplaat + rooster 2 Hete lucht 180  200 15 - 23
Pizza, dikke bodem Bakplaat + rooster 2 Hete lucht 180  200 18 - 25
Pizzabaguette Bakplaat + rooster 2 Hete lucht 180  200 18 - 22
Pizza, diepvries Bakplaat 2 Hete lucht 170  180 12 - 17
Kruidenboterbaguette, gekoeld Bakplaat 2 Hete lucht 180  200 15 - 20
Broodjes, baguettes, diepvries Bakplaat + rooster 2 Hete lucht 180  200 18 - 22
* wat vloeistof toevoegen

190  210 35 - 55

35

Levensmiddelen Toebehoren HoogteFunctie Temperatuur in °C Bereidingstijd

in min.

Krakelingen, diepvries Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht 180  200 18 - 22
Croissants, diepvries Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Afbakbroodje of -stokbrood, voorge­bakken

Strudel, diepvries Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht + sto-

Vissticks Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht 195 - 205 20 - 24
Forel met gaatjes +

Visfilet bordelaise Bakplaat + rooster 2 Hete lucht + sto-

Zalmfilet Bak met gaatjes +

Inktvisringen Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht 190  210 25 - 30
Broccoli Bak met gaatjes +

Bloemkool Bak met gaatjes +

Bonen Bak met gaatjes +

Erwten Bak met gaatjes +

Wortelen Bak met gaatjes +

Gemengde groente Bak met gaatjes +

Spruitjes Bak met gaatjes +

* wat vloeistof toevoegen

Bakplaat + bakpapier 2 Hete lucht 150 - 170 12 - 15

bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

Bakplaat

men

men

3 1Stomen 80  100 20  25

men

3 1Stomen 80  100 20  25

3 1Stomen 100 4 - 6

3 1Stomen 100 5 - 8

3 1Stomen 100 4 - 6

3 1Stomen 100 4 - 6

3 1Stomen 100 3 - 5

3 1Stomen 100 4 - 8

3 1Stomen 100 5 - 10

180  200 20  25

160 - 180 45  60

180  200 35  50

Testgerechten

Volgens EN 50304/ EN 60350 (2009) resp. IEC 60350. De tabel geldt voor producten die in de onverwarmde

binnenruimte worden geplaatst.

Levensmiddelen Toebehoren Hoogte Functie Temperatuur in °C Bereidingstijd

Sprits Bakplaat 2 Hete lucht 160  170 17 - 20
Small cakes Bakplaat 2 Hete lucht 160  170 25 - 33
Waterbiscuit Springvorm 26 cm 2 Hete lucht 150  160 35 - 40
Appeltaart Springvorm 20 cm 2 Hete lucht 160  170 60  70

in min.

36

Siemens-Electrogeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
Germany

*9000698115*

9000698115 910816