Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.bsh-group.com en in de onlineshop: www.siemens-home.bsh-group.com/eshops
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 11
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen in brand vliegen. Voor gebruik dient
u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
5
nl Oorzaken van schade
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
Halogeenlamp
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte
staan de contacten van de lampfitting onder
stroom. Trek voordat u tot vervanging
overgaat de netstekker uit het stopcontact
trekken of schakel de zekering in de
meterkast uit.
Reinigingsfunctie
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
; De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen. Nooit de
apparaatdeur aanraken. Het apparaat laten
afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in
de buurt zijn.
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is. ~ "Reinigen" op pagina 17
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
6
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Milieubescherming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Laat diepvrieslevensmiddelen eerst ontdooien
voordat u ze in de binnenruimte plaatst.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee rechthoekige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Verwijder de accessoires die u niet nodig heeft uit
de binnenruimte.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat
10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
7
nl Het apparaat leren kennen
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: . Afhankelijk van het apparaattype zijn
kleur- en detailafwijkingen mogelijk.
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u de verschillende
functies van uw apparaat in. Hier ziet u een overzicht
van het bedieningspaneel en de indeling van de
bedieningselementen.
( Toetsen en display
De Toetsen zijn touch-velden waar sensoren
onder liggen. Tip alleen op het betreffende
symbool om de functie te kiezen.
Op het display zijn symbolen van actieve functies
en de tijdfuncties te zien.
0 Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de
verwarmingsmethode of andere functies in.
U kunt de functiekeuzeknop naar rechts of links
draaien.
8 Temperatuurknop
Met de temperatuurknop stelt u de temperatuur in
of kiest u de instelling voor andere functies.
De temperatuurknop kunt u vanuit de nulstand
alleen naar rechts draaien, tot de aanslag. Niet
daaraan voorbij.
Aanwijzing: . Bij veel apparaten kunnen de schakelaars
worden ingedrukt. Om te ver- en ontgrendelen in de
nulstand op de schakelaar drukken.
Toetsen en display
Met de toetsen kunt u verschillende extra functies van
uw apparaat instellen. Op het display ziet u de
bijbehorende waarden.
SymboolBetekenis
v' TijdfunctiesWekker ,Q, Tijdsduur x, Einde y
en Tijd kiezen, door ze meerdere
keren aan te tippen.
KinderslotOvenfuncties via het bedieningspa-
neel blokkeren en deblokkeren door
ze ca. 4 seconden lang in te drukken.
A
@
--------
Display
De waarde die op een bepaald moment kan worden
ingesteld of afloopt, staat op de voorgrond van het
display.
Om de afzonderlijke tijdfuncties te gebruiken tipt u
meerdere keren op de toets v. Het betreffende
symbool waarvan de waarde op dat moment op de
voorgrond staat, is verlicht.
Min
Plus
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
8
Verwarmingsmethoden en functies
Met de functiekeuzeknop stelt u de
verwarmingsmethoden en meer functies in.
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodeGebruik
:
7
;
$
(
4
%
--------
3D-heteluchtVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant
gelijkmatig in de binnenruimte.
Milde heteluchtEen intelligente verwarmingsmethode voor een energie-efficiënte bereiding van vlees, vis
en gebak.
Het apparaat regelt de energietoevoer in de binnenruimte optimaal. Het product wordt in
fases bereid met behulp van restwarmte. Zo blijft het sappiger en wordt het minder bruin.
Afhankelijk van de bereiding en het product kan energie worden bespaard.
De verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het vaststellen van de energie-efficiëntieklasse.
PizzastandVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achterwand
zijn ingeschakeld.
OnderwarmteVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
De warmte komt van onderen.
Grill, grootVoor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
CirculatiegrillenVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt de
hete lucht rond de gerechten.
Boven- en onderwarmteVoor traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak met
vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van beneden en van boven.
Het apparaat leren kennen nl
Meer functies
Uw nieuwe oven biedt u nog meer functies, waarop wij
hier een korte toelichting geven.
FunctieGebruik
Snel voorverwarmenBinnenruimte snel voorverwarmen, zonder accessoires.
I
4
‡
--------
Verlichting van de binnenruimteVerlichting van de binnenruimte inschakelen, zonder functie.
Maakt het u gemakkelijker om bijv. de binnenruimte te reinigen.
EcolyseMet de reinigingsfunctie Ecolyse wordt de binnenruimte vrijwel zelfstandig gereinigd.
~ "Reinigingsfunctie" op pagina 19
9
nl Het apparaat leren kennen
Temperatuur
Met de temperatuurknop stelt u de temperatuur in de
binnenruimte in. Daarnaast worden hiermee de standen
voor andere functies gekozen.
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur van
het apparaat na langere tijd wat lager.
StandBetekenis
ÚNulstandHet apparaat warmt niet op.
50-275TemperatuurbereikDe temperatuur die in de binnen-
ruimte kan worden ingesteld op
°C.
1, 2, 3
of
I, II, III
ŽReinigingsfunctieDe stand voor de reinigingsfunc-
--------
Temperatuurindicatie
Wanneer het apparaat opwarmt, is op het display het
symbool p verlicht. In de verwarmingspauzes gaat het
uit.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het
symbool de eerste keer verdwijnt.
GrillstandenDe in te stellen standen voor grill,
grote oppervlakken ( en kleine
oppervlakken * (afhankelijk van
het type apparaat).
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk
tie.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Binnenruimte
Verschillende functies voor de binnenruimte
vergemakkelijken het gebruik van uw apparaat. Zo
wordt bijv. de binnenruimte volledig verlicht en een
koelventilator beschermt het apparaat tegen
oververhitting.
Apparaatdeur openen
Opent u de apparaatdeur wanneer er een programma
loopt, dan wordt de werking voortgezet.
Verlichting van de binnenruimte
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting van de binnenruimte aan als het programma
loopt. Wordt de werking met de functieschakelaar
beëindigd, dan gaat de verlichting uit.
Met de stand Verlichting van de binnenruimte, kunt u de
lamp met de functiekeuzeknop, inschakelen zonder dat
de oven opwarmt. Dit helpt u bijv. bij de reiniging van
het apparaat.
10
Toebehoren nl
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Accessoires
De meegeleverde accessoires kunnen variëren,
afhankelijk van het type apparaat.
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
De accessoires altijd inschuiven tussen de beide
geleidestangen van een inschuifhoogte.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de accessoires altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
■ Neem de accessoires die u niet nodig hebt uit de
binnenruimte.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden ¾
wijzen.
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
D
D
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren ƒ
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
11
nl Toebehoren
Toebehoren combineren
U kunt het rooster gelijktijdig met de braadslede
inschuiven, om afdruipende vloeistof op te vangen.
Let er bij het plaatsen vanhet rooster op dat beide
afstandhouders ‚ op de achterste rand staan. Bij het
inschuiven van de braadslede bevindt het rooster zich
boven de bovenste geleidestang van de inschuifhoogte.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
D
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 23
Speciale accessoires
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, wanneer u
direct op het rooster grilt.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
Braadslede met antiaanbaklaag
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Gebak en vlees laten gemakkelijker los van de braadslede.
Bakplaat met antiaanbaklaag
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak laat gemakkelijker los van de bakplaat.
Twee braadsledes, klein formaat
Voor vochtig gebak, taarten en diepvriesgerechten.
De braadsledes niet met de clip-uitschuifrails gebruiken en niet op het
rooster plaatsen.
Grote braadpan
Voor het bereiden van grote hoeveelheden. Zeer geschikt bijv. ook
voor moussaka.
Grote braadpan met inzetrooster
Voor het bereiden van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode “Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Glazen braadslede
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
Clip-uitschuifrail
De uitschuifrails kunnen op elke hoogte worden gebruikt. Er kunnen
zoveel uitschuifrails worden aangebracht als er vrije niveaus zijn.
Uittreksysteem enkelvoudig
Met de uitschuifrails op hoogte 2 kunt u de accessoires verder naar
buiten trekken zonder dat ze kantelen.
Uittreksysteem 2-voudig
Met de uitschuifrails op hoogte 2 en 3 kunt u de accessoires verder
naar buiten trekken zonder dat ze kantelen.
Uittreksysteem 3-voudig
Met de uitschuifrails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de accessoires verder
naar buiten trekken zonder dat ze kantelen.
--------
12
Voor het eerste gebruik nl
KVoor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Eerste gebruik
Na het apparaat op de stroom is aangesloten verschijnt
de tijd op het display. Stel de actuele tijd in.
Tijd instellen
Let erop dat de functiekeuzeknop op de nulstand staat.
De tijd start bij “12:00 uur”.
1. Met de toets A of @ de tijd instellen.
2. Om te bevestigen op de toets v tippen.
De actuele tijd wordt weergegeven op het display.
Binnenruimte en accessoires reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u
binnenruimte op. Deze dient leeg en gesloten te zijn.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals
korreltjes piepschuim, in de binnenruimte bevinden en
verwijder zelfklevende tape in of bij de binnenruimte.
Neem voor het opwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek. Zorg
ervoor dat de keuken geventileerd is zolang het
apparaat opwarmt.
Voer de opgegeven instellingen uit. In het volgende
hoofdstuk kunt u lezen hoe u een verwarmingsmethode
en temperatuur instelt. ~ "Apparaat bedienen"
op pagina 13
Instellingen
Verwarmingsmethode
Temperatuur240 °C
Tijdsduur1 uur
Schakel het apparaat na de aangegeven tijdsduur uit.
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, reinigt u de
gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Boven- en onderwarmte %
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
De functiekeuzeknop schakelt het apparaat in en uit.
Zodra u hem in een positie buiten de nulstand draait, is
het apparaat ingeschakeld. Om het apparaat uit te
schakelen de functiekeuzeknop altijd in de nulstand
draaien.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Met de functiekeuze- en de temperatuurknop stelt u het
apparaat heel eenvoudig in. In het begin van de
gebruiksaanwijzing staat welke verwarmingsmethode
het meest geschikt is voor welk gerecht.
Voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte %
bij 190 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
instellen.
2. Met de temperatuurknop de temperatuur of
grillstand instellen.
&
Accessoires reinigen
Reinig de accessoires grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
Na enkele seconden begint het apparaat op te warmen.
Wanneer uw gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit door de functiekeuzeknop in de nulstand te draaien.
Aanwijzing: U kunt op het apparaat ook de tijdsduur en
het einde van de werking instellen. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 14
13
nl Tijdfuncties
Wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode en de temperatuur op
elk moment met de daarvoor bestemde knop
veranderen.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt u de
opwarmtijd verkorten.
Gebruik hierna het best:
■ : 3D-hetelucht
Gebruik Snel voorverwarmen alleen wanneer er een
temperatuur van meer dan 100 °C is ingesteld.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
1. De functiekeuzeknop op I zetten.
2. Met de temperatuurknop de temperatuur instellen.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen.
Wanneer het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt er
een signaal en verschijnt er een aanwijzing op het
display. Plaats het gerecht in de binnenruimte.
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
x TijdsduurNa afloop van een ingestelde tijdsduur eindigt
de werking automatisch.
yEindeVoer een tijdsduur en een gewenste eindtijd
in. Het apparaat start automatisch, zodat de
werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
QWekkerDe kookwekker functioneert als een eierwek-
ker. Hij loopt onafhankelijk van de werking en
het apparaat wordt er niet door beïnvloed.
vTijdZolang er geen andere functie op de voor-
grond loopt, wordt de tijd op het display weergegeven.
Pas na het instellen van een verwarmingsmethode, kunt
u de tijdsduur met de toets v opvragen. Nadat er een
tijdsduur is ingesteld kan de eindtijd worden
opgevraagd.
Na afloop van een tijdsduur of wekkertijd klinkt er een
signaal. U kunt het signaal voortijdig beëindigen door
op de toets v te tippen.
Tijdsduur instellen
U kunt voor uw gerecht op het apparaat de
bereidingsduur instellen. Zo wordt de bereidingsduur
niet ongewild overschreden en u hoeft andere
werkzaamheden niet te onderbreken om de werking te
beëindigen.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen. De
tijdsduur kan tot een uur worden ingesteld in stappen
van een minuut, daarna in stappen van 5 minuten.
Afhankelijk van de toets die u het eerst aantipt, begint
de tijdsduur bij een andere voorgestelde waarde:
10 minuten bij toets A en 30 minuten bij toets @.
Voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur of stand
instellen.
2. Twee keer op de toets v tippen.
Op het display is de tijdsduur x gemarkeerd.
14
[
Tijdfuncties nl
3. Met de toets A of @ de tijdsduur instellen.
Na enkele seconden begint het apparaat op te warmen.
De tijdsduur loopt af op het display.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. Het apparaat warmt niet meer op.
Op het display staat de tijdsduur op nul.
Zodra het signaal beëindigd is, kunt u met de toets @
opnieuw een tijdsduur instellen.
Is het gerecht klaar, schakel het apparaat dan uit door
de functiekeuzeknop in de nulstand te draaien.
Wijzigen en afbreken
Met toets A of @ kunt u de tijdsduur op elk moment
veranderen. Na enkele seconden wordt de verandering
overgenomen.
Om de werking af te breken zet u de tijdsduur met
toets A helemaal naar nul terug. Het apparaat warmt
zonder tijdsduur verder op.
Einde instellen
U kunt het tijdstip waarop de tijdsduur afloopt op een
later tijdstip zetten. U kunt het gerecht bijv. 's morgens
in de binnenruimte plaatsen en zo instellen dat het 's
middags klaar is.
3. Opnieuw één keer op toets v tippen.
Op het display is de eindtijd y gemarkeerd.
4. Met toets @ of A het einde uitstellen.
Na enkele seconden neemt het apparaat de instellingen
over. Op het display staat de eindtijd. Zodra het
apparaat start, loopt de tijdsduur af.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. Het apparaat warmt niet meer op.
Op het display staat de tijdsduur op nul.
Zodra het signaal beëindigd is, kunt u met de toets @
opnieuw een tijdsduur instellen.
Is het gerecht klaar, schakel het apparaat dan uit door
de functiekeuzeknop in de nulstand te draaien.
Aanwijzingen
■ Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de
binnenruimte staan en bederven.
■ Stel geen einde meer in wanneer de werking al
gestart is. Het bereidingsresultaat zou dan niet meer
kloppen.
Het einde van de tijdsduur kan maximaal 23 uur en 59
minuten worden uitgesteld.
Voorbeeld in de afbeelding: het is 10:30 uur, de
ingestelde tijdsduur is 45 minuten en het gerecht moet
om 12:30 uur klaar zijn.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur of stand
instellen.
2. Twee keer op de toets v tippen en met toets A of @
de tijdsduur instellen.
Wijzigen en afbreken
Met de toets A of @ kunt u de eindtijd wijzigen. Na
enkele seconden wordt de verandering overgenomen.
De eindtijd kan niet meer worden gewijzigd wanneer de
tijdsduur afloopt. Het bereidingsresultaat zou dan niet
meer kloppen.
Om het programma af te breken zet u met de toets A
de eindtijd helemaal terug naar de actuele tijd plus
tijdsduur. Het apparaat begint op te warmen en de
tijdsduur loopt af.
15
nl Kinderslot
Wekker instellen
U kunt de wekker gebruiken wanneer het apparaat inen uitgeschakeld is. Er mag echter geen tijdsduur of
eindtijd zijn ingesteld.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen. Tot 10
minuten kan de wekkertijd in stappen van 30 seconden
worden ingesteld. Hierna worden de tijdstappen groter,
naarmate de waarde hoger is.
Afhankelijk van de toets die u het eerst aantipt, begint
de wekkertijd bij een andere voorgestelde waarde:
5 minuten bij toets A en 10 minuten bij toets @.
1. Op toets v tippen tot het wekkersymbool Q
gemarkeerd is.
2. Met toets A of @ de wekkertijd instellen.
Na enkele seconden start de wekkertijd.
Tip: Geldt de ingestelde wekkertijd voor de looptijd van
het apparaat, gebruik dan de tijdsduur. Het apparaat
schakelt dan automatisch uit.
Wekker is afgelopen
Er klinkt een signaal. Op het display staat de wekkertijd
op nul.
Met een willekeurige toets de wekker uitschakelen.
Wijzigen en afbreken
Met toets A of @ kunt u de wekkertijd op elk moment
veranderen. Na enkele seconden wordt de verandering
overgenomen.
Om het programma af te breken zet u met toets A de
wekkertijd helemaal naar nul terug. De wekker is
uitgeschakeld.
AKinderslot
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per
ongeluk inschakelen of instellingen wijzigen, is het
voorzien van een kinderslot.
Aanwijzingen
■ Een eventueel aangesloten kookplaat wordt niet
beïnvloed doordat de oven is voorzien van een
kinderslot.
■ Na een stroomonderbreking is het kinderslot niet
meer actief.
Activeren en deactiveren
Om het kinderslot te activeren moet de
functiekeuzeknop op de nulstand staan.
Toets ' ca. 4 seconden lang indrukken.
Op het display verschijnt †‘”“. Het kinderslot is
geactiveerd.
Aanwijzing: Wanneer er een wekkertijd Q is ingesteld,
loopt deze verder. Zolang het kinderslot actief is, kan
de wekkertijd niet worden veranderd.
Om te deactiveren opnieuw ca. 4 seconden lang
toets ' indrukken, tot †‘”“ van het display verdwijnt.
Tijd instellen
Na de aansluiting of na een stroomonderbreking
knippert de tijd op het display. Stel de tijd in.
De functiekeuzeknop dient op de nulstand te staan.
1. Op toets v tippen.
De tijd knippert niet meer.
2. Met toets A of @ de tijd instellen.
Na enkele seconden neemt het apparaat de tijd over.
Tijd wijzigen
U kunt de tijd zo nodig weer wijzigen, bijv. van zomer- in
wintertijd.
Tip hiervoor, terwijl het apparaat uitgeschakeld is, op
toets v tot de tijd knippert, en wijzig hem met toets A
of @.
16
Reinigen nl
DReinigen
Reinigen
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen we uit hoe u het apparaat
goed onderhoudt en schoonmaakt.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabellen om te voorkomen dat
de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Afhankelijk
van het apparaattype zijn bij uw apparaat niet alle
voorzieningen beschikbaar.
Attentie!
Oppervlakteschade
Gebruik geen
■ scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
■ sterk alcoholhoudende schoonmaakmiddelen,
■ harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■ hogedrukreiniger of stoomreiniger of
■ speciale schoonmaakmiddelen voor de
warmtereiniging.
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Tip: Bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en
verzorgingsmiddelen kunt u kopen bij de servicedienst.
Houd u aan de betreffende aanwijzingen van de
fabrikant.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
BereikSchoonmaken
Buitenzijde apparaat
Voorzijde van
roestvrij staal
KnststofWarm zeepsop:
Gelakte oppervlakken
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk
verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie
ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun
opbrengen met een zachte doek.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de
deur
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen schraper of schuursponsjes van roestvrij
staal gebruiken.
DeurgreepWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Als er ontkalkingsmiddel op de deurgreep komt,
direct afnemen. Anders ontstaan er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden.
Binnenzijde apparaat
Emaillen oppervlakken en zelfrei-
Let op de aanwijzingen voor de oppervlakken van
de binnenruimte aan het einde van de tabel.
nigende
oppervlakken
Glazen kapje van
de binnenruimteverlichting
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bij sterke vervuiling ovenspray gebruiken.
Deurdichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Deurafscherming van roestvrijstaal:
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal gebruiken.
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
van kunststof:
Met warm zeepsop en een schoonmaakdoekje
reinigen. Met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Deurafscherming afnemen om hem schoon te
maken.
RekjesWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaak-
doekje of borstel.
UittreksysteemWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonma-
ken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails.
U kunt ze het beste reinigen wanneer ze inge-
schoven zijn. Niet afwassen in de vaatwasma-
chine.
ToebehorenWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaak-
doekje of borstel.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roest-
vrij staal gebruiken.
--------
17
nl Reinigen
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het
apparaat ontstaan door gebruik van verschillende
materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
■ Donkere plekken bij de ruiten van de deur, lijkend op
vegen, zijn lichtreflexen van de verlichting van de
binnenuimte.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge
temperaturen.Hierdoor kunnen er kleine
kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de werking.
De smalle randen van de bakplaten kunnen niet
volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom
ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij
intact.
Oppervlakken in de binnenruimte
Achterwand, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zijn zelfreinigend. Dit kunt u zien aan het ruwe
oppervlak.
De bodem van de binnenruimte is geëmailleerd en
heeft een gladoppervlak.
Emaillen vlakken reinigen
Reinig de gladde emaillen vlakken met een
schoonmaakdoekje en warm zeepsop of azijnwater.
Met een zachte doek nadrogen.
Ingebrande voedselresten met een vochtige doek en
zeepsop losweken. Bij sterke verontreiniging een
schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger
gebruiken.
De binnenruimte na het schoonmaken open laten om te
drogen.
Apparaat schoon houden
Om te voorkomen dat er hardnekkig vuil ontstaat, dient
u het apparaat altijd schoon te houden en vuil direct te
verwijderen.
:Waarschuwing – Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen. Voor gebruik dient u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Tips
■ De binnenruimte na gebruik altijd schoonmaken. Zo
kan er geen vuil inbranden.
■ Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk.
■ Voor het bereiden van zeer vochtig gebak de
braadslede gebruiken.
■ Gebruik geschikt gerei om te braden, bijv. een
braadpan.
Aanwijzing: Door voedselresten kan een witte aanslag
ontstaan.Dit is een normaal verschijnsel en de werking
wordt hierdoor niet beïnvloed.U kunt de voedselresten
zo nodig met citroenzuur verwijderen.
Zelfreinigende oppervlakken schoonmaken
De zelfreinigende oppervlakken zijn voorzien van een
laagje poreuze, matte keramiek. Spatten van het
bakken en braden worden door deze laag opgezogen
en afgebroken terwijl het apparaat in gebruik is.
Wanneer de zelfreinigende oppervlakken zichzelf niet
meer voldoende reinigen en er donkere vlekken
ontstaan, kunnen ze met de reinigingsfunctie worden
schoongemaakt. Volg hiervoor de aanwijzingen in het
betreffende hoofdstuk op. ~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 19
Attentie!
Gebruik geen ovensprays voor de zelfreinigende
oppervlakken. De oppervlakken raken dan beschadigd.
Wanneer er toch ovenreiniger op deze oppervlakken
komt, direct afnemen met water en een vaatdoekje. Niet
wrijven en geen schurende reinigingsmiddelen
gebruiken.
18
Reinigingsfunctie nl
.Reinigingsfunctie
Reinigingsfunctie
Met de reinigingsfunctie worden de zelfreinigende
oppervlakken in de binnenruimte gereinigd.
De zelfreinigende oppervlakken (achterwand, plafond
en zijwanden) zijn voorzien van een laagje poreuze,
matte keramiek. Spetters tijdens het bakken, braden en
grillen worden door deze laag opgezogen en
afgebroken als de oven in bedrijf is. Als de
oppervlakken niet meer voldoende worden gereinigd en
er donkere vlekken ontstaan, kunnen de oppervlakken
m.b.v. de reinigingsfunctie worden gereinigd.
Reinigingsadvies
De wijze en duur van de apparaatfuncties worden door
het apparaat vastgelegd. Zodra er wordt geadviseerd te
reinigen, verschijnt ’– op het display wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. U kunt deze aanwijzing
met een willekeurige toets, behalve toets A,
verwijderen. De aanwijzing verschijnt echter steeds
opnieuw, tot het reinigen voltooid is.
Aanwijzing: U kunt de teller van het reinigingsadvies
helemaal terugzetten door ca. 4 seconden toets A in te
drukken.
De aanwijzing verschijnt dan niet meer tot het apparaat
opnieuw een bepaald aantal functies heeft vastgelegd.
Attentie!
Volgt u het reinigingsadvies niet op, dan kan er schade
ontstaan aan de zelfreinigende oppervlakken in de
binnenruimte.
Is uw apparaat voortijdig sterk verontreinigd, bijv. door
vethoudend gevogelte of vlees, of zitten er donkere
vlekken op de zelfreinigende oppervlakken, wacht dan
niet met het reinigen tot de aanwijzing verschijnt. Hoe
vaker of eerder de reiniging namelijk wordt uitgevoerd,
des te langer de zelfreinigende oppervlakken gereinigd
kunnen worden. U kunt de binnenruimte op elk moment
naar wens schoonmaken m.b.v. de reinigingsfunctie.
Aanwijzing: Na een stroomonderbreking wordt de teller
van het reinigingsadvies teruggezet. U kunt de
reinigingsfunctie het best starten na een
stroomonderbreking.
Voor de reiniging
Attentie!
Gebruik geen ovensprays voor de zelfreinigende
oppervlakken. De oppervlakken raken dan beschadigd.
Wanneer er toch ovenspray op deze oppervlakken
terechtkomt, direct afnemen met water en een
vaatdoekje. Niet wrijven en geen schurende
reingingshulp gebruiken. ~ "Reinigen" op pagina 17
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
; De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet
tijdens het reinigen. Nooit de apparaatdeur aanraken.
Het apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
Reinigingsfunctie instellen
Let erop dat u voor het instellen van de reinigingsfunctie
alle aanwijzingen voor de voorbereiding opvolgt.
De tijdsduur is bij de reinigingsfunctie standaard
ingesteld op 1 uur. Hij kan niet worden gewijzigd.
1. Met de functiekeuzeknop de reinigingsfunctie {
instellen.
Op het display verschijnt de tijdsduur.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de reinigingsstand Ž
instellen.
Na enkele seconden start de reinigingsfunctie. Op het
display loopt de tijdsduur af.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd wordt zolang
de reiniging loopt.
Wanneer de reiniging beëindigd is, klinkt er een signaal.
Op het display staat de tijdsduur op nul. Schakel het
apparaat uit door de functiekeuzeknop in de nulstand te
draaien.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
U kunt de eindtijd uitstellen. Voor de start op toets v
tippen, tot het eindsymbool op het display gemarkeerd
is. Met toets @ het einde uitstellen.
Na de start gaat het apparaat in de wachtstand.
Wijzigen en afbreken
De eindtijd kan veranderd worden zolang het apparaat
zich in de wachtstand bevindt.
Wanneer u de reinigingsfunctie wilt afbreken schakelt u
het apparaat uit door de functiekeuzeknop in de
nulstand te draaien.
Neem de rekjes, uitschuifrails, toebehoren en vormen
uit de binnenruimte.
De bodem van de binnenruimte en de binnendeur van
het apparaat reinigen
Verwijder grove verontreiniging die zich op de bodem
en bij de verlichting van de binnenruimte en op de
binnendeur van het apparaat bevindt.Anders ontstaan
er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen
worden.
Na de reinigingsfunctie
Nadat hij afgekoeld is, de binnenruimte eventueel met
een vochtig doekje afnemen.
Aanwijzing: Tijdens het gebruik en de reiniging kunnen
er roodachtige vlekken op het oppervlak ontstaan. Dit is
geen roest, het gaat om resten van levensmiddelen.
Deze vlekken vormen geen risico voor de gezondheid
en het reinigingsvermogen van de zelfreinigende
oppervlakken wordt hierdoor niet beperkt.
19
nl Rekjes
pRekjes
Rekjes
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de rekjes kunt
verwijderen en schoonmaken.
Rekjes verwijderen en bevestigen
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De rekjes worden heel heet. Nooit de hete rekjes
aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Rekjes verwijderen
Rekjes ophangen
De rekjes passen alleen links of rechts. Let er bij beide
rekjes op dat de gebogen stangen zich aan de voorkant
bevinden.
1. Het rekje eerst in het midden van de achterste bus
steken ‚, tot het aansluit op de wand van de
binnenruimte, en naar achteren drukken ƒ (Afb. !).
2. Het rekje vervolgens in de voorste bus steken „, tot
het ook hier aansluit op de wand van de
binnenruimte, en naar beneden drukken … (Afb. ").
1
E
2
D
F
G
1. Het rekje aan de voorkant een beetje optillen ‚ en
verwijderen ƒ (Afb. !).
2. Vervolgens het hele rekje naar voren trekken en
uitnemen (Afb. ").
1
D
E
Maak de rekjes schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een
borstel.
2
20
Apparaatdeur nl
qApparaatdeur
Apparaatdeur
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de
apparaatdeur kunt verwijderen en schoonmaken.
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten
van de apparaatdeur afnemen.
Apparaatdeur vastzetten
1. Apparaatdeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afb. !).
3. Apparaatdeur sluiten tot de aanslag (Afb. ").
1
2
6. Zo nodig kunt u de condensstrip voor het reinigen
verwijderen. Hiervoor de apparaatdeur volledig
openen (Afb. %).
7. De condensstrip naar boven klappen en uitnemen
(Afb. &).
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
Neem de condensstrip af met een doek en warm
zeepsop.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
Ruiten verwijderen
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
1
4. De buitenste ruit eruit trekken (Afb. #) en voorzichtig
op een egaal oppervlak leggen.
5. De binnenste ruit eruit trekken (Afb. $) en
voorzichtig op een egaal oppervlak leggen.
2
g
Ruiten inbrengen
1. De apparaatdeur volledig openen en de
condensstrip weer aanbrengen. Hiervoor de strip
verticaal inbrengen en naar beneden draaien
(Afb. !).
1
2. Binnenste ruit inschuiven en erop letten dat hij van
onderen goed in de houder zit (Afb. ").
2
21
nl Wat te doen bij storingen?
3. Binnenste ruit aan de bovenkant aandrukken
(Afb. #).
4. Buitenste ruit inschuiven en erop letten dat hij van
onderen goed in de houder zitten (Afb. $).
g
5. Buitenste ruit aan de bovenkant aandrukken
(Afb. %).
g
6. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij
hoorbaar vergrendelt (Afb. &).
7. Apparaatdeur weer volledig openen.
8. Beide blokkeerhendels links en rechts dichtklappen
(Afb. ')
3Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een
kleinigheid. Probeer voordat u contact opneemt met de
servicedienst de storing zelf op te lossen met behulp
van de tabel.
Storingen zelf verhelpen
Technische storingen aan het apparaat kunt u vaak
heel gemakkelijk zelf verhelpen.
Lukt een gerecht niet optimaal, dan vindt u aan het
einde van de gebruiksaanwijzing vele tips en
aanwijzingen voor de bereiding. ~ "Voor u in onze
kookstudio uitgetest." op pagina 24
StoringMogelijke
oorzaak
Apparaat werkt
niet.
Op het display
knippert de tijd.
Apparaat kan niet
worden inge-
steld. Op het dis-
play is een
sleutelsymbool
verlicht of
†‘”“.
Op het display
verschijnt ’–.
--------
Zekering
defect.
Stroomonderbreking
Stroomonderbreking.
Kinderslot is
geactiveerd.
Reinigingsadvies.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en
de vervanging van beschadigde aansluitleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die
zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact
opnemen met de klantenservice.
Oplossing / aanwijzing
Controleer de zekering in de
meterkast.
Controleer of het keukenlicht of
andere keukenapparaten functioneren.
Stel de tijd opnieuw in.
Deactiveer het kinderslot door ca.
4 seconden lang de toets met het
sleutelsymbool in te drukken.
Voer de reinigingsfunctie volledig
uit.
De aanwijzing kan met een willekeurige toets worden verwijderd.
Hij verschijnt echter steeds weer,
tot het apparaat volledig is gereinigd.
9. Apparaatdeur sluiten.
Attentie!
Gebruik de binnenruimte pas weer wanneer de ruiten
naar behoren zijn ingezet.
22
Foutmeldingen op het display
Wanneer er op het display een foutmelding met ““”
verschijnt, bijv. “‹†-„ƒ, tipt u op de toets v. De
foutmelding wordt dan teruggezet. Stel eventueel de tijd
opnieuw in.
Was het een eenmalige storing, dan kunt u het
apparaat weer gebruiken zoals altijd. Verschijnt de
foutmelding opnieuw, neem dan contact op met de
servicedienst en geef hierbij de exacte foutmelding en
het E-nr. van uw apparaat op. ~ "Servicedienst"
op pagina 23
Servicedienst nl
Lamp voor de binnenruimte aan het plafond
vervangen
Als de lamp voor de binnenruimte is uitgevallen, moet
deze worden vervangen. Temperatuurbestendige 230Vhalogeenlampen, 25 watt, kunt u krijgen bij de
servicedienst of uw speciaalzaak.
Houd de halogeenlamp vast met een droge doek.
Hierdoor wordt de levensduur van de lamp verlengd.
Gebruik uitsluitend originele lampen.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte staan de
contacten van de lampfitting onder stroom. Trek
voordat u tot vervanging overgaat de netstekker uit het
stopcontact trekken of schakel de zekering in de
meterkast uit.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
1. Leg een theedoek in de onverwarmde binnenruimte,
om schade te voorkomen.
2. Glazen afscherming er naar links uitdraaien (Afb. !).
3. Lamp eruit trekken - niet draaien (Afb. ").
Nieuwe lamp inbrengen, hierbij op de stand van de
pinnen letten. De lamp stevig aandrukken.
4Servicedienst
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef aan de servicedienst altijd het volledige
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst
kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u
wanneer u de apparaatdeur opendoet.
Is uw apparaat voorzien van de stoomfunctie, dan vindt
u het typeplaatje rechts achter het paneel.
=1U)'(1U
7\SH
Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de
servicedienst nodig heeft, kunt u hier de gegevens van
uw apparaat en het telefoonnummer van de
servicedienst invullen.
E-nr.
FD-nr.
21
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Servicedienst O
Houd er rekening mee dat een bezoek van
medewerkers van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
23
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
JVoor u in onze kookstudio
uitgetest.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
U vindt hier een keur aan gerechten en de daarbij
behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest
geschikt zijn voor uw gerecht. U krijgt informatie over de
juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven
dienen te worden. U krijgt tips over vormen en de
bereiding.
Aanwijzing: Bij het bereiden van levensmiddelen kan
veel waterdamp in de binnenruimte ontstaan.
Uw apparaat is heel energie-efficiënt en geeft tijdens de
werking slechts weinig warmte naar buiten af. Op grond
van de hoge temperatuurverschillen tussen de
binnenruimte en de buitenste delen van het apparaat
kan er condenswater op de deur, het bedieningspaneel
of nabijgelegen meubelfronten neerslaan. Dit is een
normaal natuurkundig verschijnsel. Door
voorverwarmen of de deur voorzichtig te openen, kan
het condensaat worden gereduceerd.
Algemene aanwijzingen
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en het recept. Daarom
zijn er instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst
met de lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt
het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien
nodig de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De bereidingstijden kunnen niet door
hogere temperaturen worden ingekort. De gerechten
zouden dan alleen van buiten gaar, maar van binnen
niet goed doorbakken zijn.
Verwarmingsmethode Milde hetelucht
Gebruikt u de verwarmingsmethode Milde hetelucht,
plaats de gerechten dan in de onverwarmde, lege
binnenruimte. Houd de deur van het apparaat tijdens de
bereiding gesloten. Gebruik slechts één niveau.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveau:
■ hoog gebak of hoge vormen op het rooster: hoogte
2
■ plat gebak of op de bakplaat: hoogte 3
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik hete lucht. Taarten op bakplaten of in vormen
die gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet
op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Bakken op drie niveaus:
■ Bakplaat: hoogte 5
Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie besparen. Plaats de vormen naast
elkaar of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie besparen. Wanneer u
voorverwarmt worden de aangegeven baktijden enkele
minuten korter.
Voor bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit
staat in de tabel aangegeven. Plaats uw gerecht en de
accessoires pas na het voorverwarmen in de
binnenruimte.
Maakt u iets klaar volgens eigen recept, neem dan
soortgelijke gerechten als basis. Bijkomende informatie
vindt u onder de tips na de insteltabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
bespaart u tot 20 procent energie.
Accessoires
Gebruik alleen de originele accessoires die bij uw
apparaat horen. Deze zijn optimaal op de binnenruimte
en de functies afgestemd.
Let erop dat u altijd geschikte accessoires gebruikt en
deze er goed om inschuift. ~ "Toebehoren"
op pagina 11
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
24
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Taart, cake en gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van gebak en klein gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Bakvormen
Voor een optimaal kookresultaat raden wij u aan
donkere bakvormen van metaal te gebruiken.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Wilt u vormen van silicone gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De
hoeveelheid- en receptgegevens kunnen afwijken.
Gebak in vormen
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
Cake, eenvoudigKrans-/rechthoekige vorm27140-15075-90
Cake, eenvoudig, 2 niveausKrans-/rechthoekige vorm3+1:140-15070-85
Cake, fijnKrans-/rechthoekige vorm2%150-17060-80
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm3%160-18020-30
Vruchten- of kwarktaart met bodem van zandtaartdeeg Springvorm Ø 26 cm2%170-19055-80
TaartTaartvorm1%200-24025-50
GistgebakSpringvorm Ø 28 cm27150-16025-35
TulbandTulbandvorm2%150-17050-70
Biscuittaart, 3 eierenSpringvorm Ø 26 cm27160-17030-35
Biscuittaart, 6 eierenSpringvorm Ø 28 cm2%150-160* 30-40
* voorverwarmen
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Brood en broodjes
Attentie!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten of vormen
met water op de bodem van de oven plaatsen. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Sommige gerechten lukken het best wanneer ze in
meerdere stappen worden gebakken. Deze zijn in de
tabel aangegeven.
De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel voor
deeg op de bakplaat als voor deeg in een rechthoekige
vorm.
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
Gebak op de plaat
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Cake met bedekkingBakplaat3%160-18020-45
Cake, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:140-16030-55
Zandtaartdeeggebak met droge bedekkingBakplaat2%170-19030-45
Zandtaartdeeggebak met droge bedekking, 2 niveaus Braadslede + bakplaat3+1:160-17035-45
Zandtaartdeeggebak met vochtige bedekkingBraadslede2%160-18055-95
Gistdeeggebak met droge bedekkingBakplaat3%160-18015-20
Gistdeeggebak met droge bedekking, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:150-17020-30
Gistdeeggebak met vochtige bedekkingBraadslede3%180-20030-55
Gistdeeggebak met vochtige bedekking, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:150-17040-65
Broodvlecht, gistdeegkransBakplaat2%160-17035-40
BiscuitrolBakplaat3:180-200* 10-15
Strudel, zoetBraadslede2%190-20045-60
Strudel, diepvriesBraadslede3:200-220* 35-45
* voorverwarmen
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
25
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Klein gebak
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
MuffinsMuffinplaat2%170-19020-40
Muffins, 2 niveausMuffinplaten3+1:160-170* 20-45
Klein gebak van gistdeegBakplaat37150-17020-30
Klein gistdeeggebak, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:150-17025-40
BladerdeeggebakBakplaat3:170-190*20-35
Bladerdeeggebak, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:170-190* 25-45
Bladerdeeggebak, 3 niveausBakplaten + braadslede5+3+1:170-190* 25-45
Deeg van bijv. soesjesBakplaat3%190-21035-50
Soezendeeggebak, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:190-21035-45
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, gebruik niet de functie Snel voorverwarmen.
Het gebak stort in.Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Of stel de temperatuur 10 °C lager in en verleng de baktijd. Houd
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer de braadslede.
Klein gebak plakt bij het bakken aan
elkaar.
Het gebak is te droog.Stel de temperatuur 10 °C hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Het gebak is over het geheel te licht.Zijn de inschuifhoogte en de accessoires juist, verhoog dan evt. de temperatuur of houd een langere baktijd
Het gebak is aan de bovenkant te
licht, maar van onderen te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
donker, maar van onderen te licht.
Het gebak in een (langwerpige) vorm
wordt te donker aan de achterkant.
Het gebak is in zijn geheel te donker. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en houd evt. een langere baktijd aan.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is van
binnen niet goed doorbakken.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Steek met een houten prikker op de hoogste plaats in het gebak. Zit er geen deeg meer aan de prikker, dan is
het gebak klaar.
u aan de opgegeven ingrediënten en bereidingsaanwijzingen in het recept.
Vet alleen de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende plaats om het gebak goed
te laten rijzen en helemaal bruin te laten worden.
aan.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en houd een langere baktijd
aan.
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op het accessoire.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zo af dat het goed
past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd hete lucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi hem met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Komt het er nog steeds niet uit, maak de rand
dan voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
27
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vlees. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is
afhankelijk van de grootte van de vorm en de hoogte
van het gerecht.
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden ze
donkerder aan de bovenkant.
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
Op één niveau kunt u bakken in vormen of met de
braadslede.
■ Vormen op het rooster: hoogte 2
■ Braadslede: hoogte 3
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie besparen. Plaats de vormen naast
elkaar in de binnenruimte.
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm
hoog, 2 niveaus
Gevogelte, vlees en vis
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het klaarmaken van gevogelte, vlees en vis. In de
insteltabellen vindt u voor enkele gerechten optimale
instellingen.
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Plaats de braadslede met het rooster op de
aangegeven inschuifhoogte. Let erop dat het rooster
goed op de braadslede ligt. ~ "Toebehoren"
op pagina 11
Giet afhankelijk van de grootte en het soort vlees tot ^
liter water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen. Van dit braadvocht kunt u een saus
maken. Bovendien ontstaat er zo minder rook en blijft
de binnenruimte schoner.
Ovenschaal2:150-17060-80
Ovenschaal3+1:150-16065-80
Braden in vormen
:Waarschuwing – Risico van letsel door barstend
glas!
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is
de ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Wanneer het deksel na de bereiding wordt afgenomen
kan er zeer hete stoom vrijkomen. Til het deksel aan de
achterkant op, zodat de hete stoom van het lichaam af
naar buiten gaat.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de oven.
Vormen van glas zijn het meest geschikt. Controleer of
de vorm in de binnenruimte past.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Gevogelte, vlees en vis wordt
langzamer gaar en minder bruin. Houd een hogere
temperatuur en/of langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
28
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Open vorm
Voor het klaarmaken van gevogelte, vlees en vis kunt u
het beste een hoge vorm gebruiken. Plaats de vorm op
het rooster. Wanneer u geen geschikte vorm heeft, kunt
u de braadslede gebruiken.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel past en
goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Gevogelte, vlees en vis kunnen ook in een gesloten
braadslede knapperig worden. Gebruik hiervoor een
braadslede met glazen deksel en stel een hogere
temperatuur in.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit grillen terwijl de apparaatdeur geopend
is.
Leg het te grillen stuk op het rooster. Plaats bovendien
de braadslede, met de schuine kant naar de
apparaatdeur, ten minste één inschuifhoogte eronder.
Zo wordt afdruipend vet opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en hetzelfde gewicht. Dan worden ze
gelijkmatig bruin en blijven lekker mals. Leg de te
grillen stukken rechtstreeks op het rooster.
Keer ze met een grilltang. Wanneer u met een vork in
het vlees prikt, verliest het sap en wordt het droog.
Bestrooi vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water
aan het vlees.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braadthermometer
Afhankelijk van de versie van uw apparaat beschikt u
over een braadthermometer. Met de braadthermometer
kunt u exact garen. Lees de belangrijke instructies voor
het gebruik van de braadthermometer na in het
betreffende hoofdstuk. U vindt daar gegevens over het
insteken van de braadthermometer, de mogelijke
verwarmingsmethoden en verdere informatie.
Aanbevolen instelwaarden
De instelwaarden gelden voor ongevuld vlees,
braadklaar gevogelte en vlees en vis op
koelkasttemperatuur, die in de onverwarmde
binnenruimte worden geplaatst.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte, vlees en
vis en voorgestelde gewichten. Wilt u zwaarder
gevogelte, vlees of vis bereiden, gebruik dan in elk
geval de lagere temperatuur. Om bij meerdere stukken
de bereidingsduur te bepalen dient u uit te gaan van het
gewicht van het zwaarste stuk. De stukken dienen
ongeveer even groot te zijn.
Hoe groter het gevogelte, het vlees of de vis, des te
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Gevogelte, vlees en vis na ca. ^ tot Zvan de
opgegeven tijd keren.
Gevogelte
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo
kan het vet weglopen.
Snijd bij eendenborst het vel in. Keer de eendenborst
niet.
Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de kant van het vel onder ligt.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin wanneer u
het tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met
boter, zout water of sinaasappelsap.
Vlees
Bestrijk mager vlees naar wens met vet of leg er
reepjes spek op.
Voeg aan braadstukken van mager vlees een beetje
vloeistof toe. In glazen vormen moet de bodem van de
vorm ca. ^ cm hoog bedekt zijn.
Snij een zwoerd kruisgewijs in. Let er bij het keren van
braadvlees op dat eerst het zwoerd onder ligt.
Als het braadvlees klaar is, moet het nog 10 minuten in
de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte blijven
liggen. Zo kan het vleessap zich beter verdelen. Wikkel
het braadvlees evt. in aluminiumfolie. Bij de opgegeven
bereidingstijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
Braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U kunt
het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3 cm bedragen. Het vlees kan tijdens de
bereiding uitzetten.
Voor het stoven braadt u het vlees naar wens eerst aan.
Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
soortgelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 12 cm bedekt te zijn.
Vis
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis
in de zwemstand in de binnenruimte, met de rugvin
naar boven. Een ingesneden aardappel of kleine
ovenvaste vorm in de buik van de vis zorgt voor
stabiliteit.
De vis is gaar wanneer de rugvin gemakkelijk loslaat.
Doe bij het stomen twee tot drie eetlepels vloeistof en
wat citroensap of azijn in de vorm.
29
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Gevogelte
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Kip, 1,3 kgRooster24200-22060-70
Kleine kipdelen, à 250 gRooster34220-23030-35
Kipsticks, nuggets, diepvriesBraadslede3%190-21020-25
Eend, 2 kgRooster24180-20090-110
Eendenborst, medium, à 300 gRooster3%210-23035-40
Gans, 3 kgRooster24140130-140
Ganzenbouten, à 350 gRooster24150-160150-160
Kalkoen, 2,5 kgRooster24180-20075-90
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgGesloten vorm2%240-26080-100
Kalkoenbout, met been, 1 kgRooster24180-20080-100
* 5 min voorverwarmen
Vlees
GerechtAccessoires/vormen Inschuif-
hoogte
Gebraden varkensvlees zonder zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5 kg Open vorm27-160-170150-160
Gebraden varkensvlees met zwoerd, bijv. schouderstuk, 2 kg Open vorm24-180-190160-180
Gebraden varkenslende, 1,5 kgOpen vorm2:-190-200100-110***
Varkenssteaks, 2 cm dikRooster4(-320-25**
Runderfilet, medium, 1 kgOpen vorm3%-210-22040-50**
Gestoofd rundvlees, 1,5 kgOpen vorm27-200-220140-160
Rosbief, medium, 1,5 kgOpen vorm34-200-22060-70
Burger, 3-4 cm hoogRooster4(-325-30
Gebraden kalfsvlees, 1,5 kgOpen vorm27-160-180115-130
Kalfsschenkel, 1,5 kgOpen vorm2:-200-220110-125
Lamsbout zonder been, medium, 1,5 kgOpen vorm24-170-19070-80***
Lamszadel met been, medium, 1,5 kgRooster24-180-19045-55***
GrillworstenRooster3(-315-20
Gehaktbrood, 1 kgOpen vorm24-170-18065-75
* voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 2 eronder plaatsen
*** zonder keren
3. Koppen of kleine potjes hiermee vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van
de binnenruimte zetten en instellen zoals
aangegeven in de tabel.
5. Na de bereiding de yoghurt in de koelkast laten
afkoelen.
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
YoghurtPortievormenBodem bin-
nenruimte
Soufflé in portievormenPortievormen2%160-18035-45
* met ( opwarmen tot 100 °C
Verwarmingsmethode
4-*8-9h
Temperatuur in °C
Bereidingstijd
31
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij met hoge verhitting
klaargemaakte graan- en aardappelproducten, zoals
bijv. patates frites, aardappelchips, toast, broodjes,
brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai, speculaas).
Tips voor een acrylamidearme bereiding van gerechten
Algemeen■ Zo kort mogelijke bereidingstijden aanhouden.
■ Gerechten goudgeel en niet te donker laten worden.
Met hete lucht max. 170 °C.
Ei of eigeel vermindert de vorming van acrylamide.
Oven-fritesGelijkmatig en in één laag over de plaat verdelen. Ca. 400-600 g per plaat bakken, zodat de aardappels
niet uitdrogen en knapperig worden.
Drogen
Droog kruiden samen met de steel. Leg de kruiden
gelijkmatig in kleine hoopjes op het rooster.
Met hete lucht kunt u uitstekend drogen. Bij deze soort
conservering worden aromastoffen door het onttrekken
van water geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek de braadslede
en het rooster met bak- of perkamentpapier. Laat de
vruchten goed afdruipen en maak ze droog.
Snijd ze eventueel in even grote stukken of even dunne
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met de
snijvlakken naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddestoelen niet op elkaar liggen.
Rasp de groente en blancheer het vervolgens. Laat de
geblancheerde groenten afdruipen en verdeel ze
gelijkmatig over het rooster.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het drogen:
■ 1 rooster: hoogte 3
■ 2 roosters: hoogte 3+1
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
het papier.
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de te drogen levensmiddelen. Hoe langer u
de te drogen levensmiddelen laat drogen, des te beter
ze geconserveerd zijn. Hoe dunner er gesneden wordt,
des te sneller het einde van de droogtijd bereikt wordt
en des te meer aroma het gedroogde product behoudt.
Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Wilt u nog meer levensmiddelen drogen, neem dan
soortgelijke levensmiddelen in de tabel als
uitgangspunt.
Fruit, groente en kruidenAccessoiresVerwarmings-
methode
Temperatuur in °C
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per rooster 200 g)1-2 roosters:804-8
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblancheerd1-2 roosters:804-7
Paddestoelen in plakjes1-2 roosters:805-8
Kruiden, schoongemaakt1-2 roosters:602-5
Tijdsduur
in uren
32
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Inmaken
In uw apparaat kunt u fruit en groente inmaken.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckpotten. Gebruik uitsluitend hittebestendige, schone
en onbeschadigde rubber afdichtringen. Klemmen en
veren van tevoren controleren.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckpotten van
gelijke grootte die gevuld zijn met dezelfde
levensmiddelen. In de binnenruimte kunt u de inhoud
van maximaal zes weckpotten met ^, 1 of 1^ liter
tegelijkertijd inmaken. Gebruik geen grotere of hogere
potten. Dan zouden de deksels kunnen springen.
De weckpotten mogen tijdens het inkoken niet met
elkaar in contact komen in de binnenruimte.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groenten die geen gebreken
vertonen. Was ze grondig.
Fruit resp. groente, afhankelijk van de soort, schillen,
ontpitten, kleinmaken en in weckpotten doen. Vullen tot
ca. 2 cm onder de rand.
Fruit: de vruchten in de weckpotten doen, met een hete,
afgeschuimde suikeroplossing (ca. 400 ml voor 1literfles). Op één liter water:
■ ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■ ca. 500 g suiker bij zuur fruit
Groente: de groente in de weckpotten doen met heet,
gekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de potten zó in de braadslede dat
ze elkaar niet raken. 500 ml heet water (ca. 80 °C) in
de braadslede doen. Instellen zoals aangegeven in de
tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit: Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Zodra in alle weckpotten belletjes te zien
zijn het apparaat uitschakelen. Haal de weckpotten na
de aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente: Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Zodra alle weckpotten borrelen, de
temperatuur tot 120 °C reduceren en ze zoals
aangegeven in de tabel in de gesloten binnenruimte
verder laten borrelen. Schakel na afloop van deze tijd
het apparaat uit en maak zoals in de tabel aangegeven
nog enkele minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de potten na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, dan zouden ze
kunnen knappen. Dek de weckpotten af om ze te
beschermen tegen tocht. Klemmen pas verwijderen
wanneer de potten koud zijn.
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten en de hoeveelheid, temperatuur en
kwaliteit van de inhoud. De opgaven hebben betrekking
op ronde potten van 1 liter. Controleer voordat u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
GerechtAccessoires/vormen Inschuif-
hoogte
Groente, bijv. wortelenInmaakpotten 1 liter1:1.160-170tot aan het borrelen: 30-40
Groente, bijv. komkommerInmaakpotten 1 liter1:1.160-170tot aan het borrelen: 30-40
Steenvruchten, bijv. kersen, pruimen Inmaakpotten 1 liter1:1.160-170tot aan het borrelen: 30-40
Pitvruchten, bijv. appels, aardbeienInmaakpotten 1 liter1:1.160-170tot aan het borrelen: 30-40
Verwarmingsmethode
Stap Tempera-
tuur in °C
2.120vanaf het borrelen: 30-40
3.-Nawarmen: 30
2.-Nawarmen: 30
2.-Nawarmen: 35
2.-Nawarmen: 25
Tijdsduur in min.
33
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Deeg laten rijzen
Doe het deeg in een hittebestendige schaal en plaats
deze op het rooster. Instellen zoals aangegeven in de
Het deeg rijst duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur
en droogt niet uit. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Houd u wanneer
het deeg voor de eerste en tweede keer rijst aan de
opgaven in de insteltabellen (gaarheid van het deeg en
afzonderlijke gaarheid).
Gaarheid van deeg
Voor de gaarheid van het deeg giet u 200 ml water op
de bodem van de binnenruimte.
Attentie!
Oppervlakteschade
■ Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het
email ontstaan.
■ Geen gedestilleerd water gebruiken. Gebruik alleen
tabel.
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
anders vocht ontwijkt. Het deeg niet afdekken.
Tijdens het gebruik ontstaat er condenswater en beslaat
de deurruit. Na het gisten de binnenruimte afnemen.
Kalkresten met wat azijn oplossen en afnemen met
helder water.
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
aangegeven.
Wanner u wilt voorverwarmen vindt de afzonderlijke
gaarheid buiten het apparaat op een warme plek plaats.
Temperatuur en duur van het gisten zijn afhankelijk van
de soort en hoeveelheid van de ingrediënten. Daarom
zijn de opgaven in de insteltabel richtwaarden.
leidingwater.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Stap Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur
in min.
Gistdeeg, lichtKom241.-*25-30
Braadslede of rechthoekige vorm242.-*10-20
Gistdeeg, zwaar en vetrijkKom241.-*60-75
Braadslede of rechthoekige vorm242.-*45-60
* met % opwarmen tot 50 °C
Ontdooien
Tip: Vlak of in porties ingevroren producten ontdooien
sneller dan wanneer ze als blok zijn bevroren.
Geschikt voor het ontdooien van diepvries fruit, groente
en gebak. Gevogelte, vlees en vis kunt u het beste in de
koelkast ontdooien. Niet geschikt voor room- of
slagroomtaarten.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het
ontdooien:
■ 1 rooster: hoogte 2
■ 2 roosters: hoogte 3+1
Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in
een geschikte vorm op het rooster plaatsen.
De voedingsproducten tussentijds één tot twee keer
omroeren of keren. Grote stukken moet u herhaaldelijk
keren. Haal de voedingsproducten zo nodig tussentijds
uit elkaar of neem reeds ontdooide stukken uit de
binnenruimte.
Laat de ontdooide voedingsproducten nog 10 tot 30
De tijdsopgaven in de tabel zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit, vriestemperatuur (-18°C) en
minuten in het uitgeschakelde apparaat rusten, zodat
de temperatuur gelijkmatig verdeeld wordt.
de aard van de levensmiddelen. Er zijn tijdsintervallen
aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in en verleng
deze zo nodig.
U kunt gegaarde gerechten met de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte bij 70 °C
warm houden. Zo voorkomt u condensvorming en hoeft
u de binnenruimte niet af te nemen.
Houd de gegaarde gerechten nooit langer dan twee uur
warm. Let erop dat sommige gerechten tijdens het
warm houden verder garen. Dek de gerechten evt. af.
34
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Testg erechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten
om het controleren en testen van het apparaat te
vergemakkelijken.
Volgens EN 60350-1:2013 resp. IEC 60350-1:2011.
Bakken
Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven worden
geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te
zijn.
Inschuifhoogtes bij het bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Inschuifhoogtes bij het bakken op drie niveaus
■ Bakplaat: hoogte 5
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
Bakken met twee springvormen:
■ Op één niveau (Afb. !)
■ Op twee niveaus (Afb.")
1
2
Aanwijzingen
■ De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
■ Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
de tabellen in acht. De instelwaarden gelden zonder
snel voorverwarmen.
■ Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
temperatuur.
Grillen
Plaats ook de braadslede. De vloeistof wordt
opgevangen en de binnenruimte blijft schoner.