Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.com en in de online-shop:
www.siemens-eshop.com
3
nl Gebruik volgens de voorschriften
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten
ruimtes.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Het bereidingsproces moet in de gaten
worden gehouden. Bij een korte bereiding
dient u er de hele tijd bij te blijven.
Heeft u een pacemaker of soortgelijk medisch
hulpmiddel geïmplanteerd, dan dient u
speciale voorzorgsmaatregelen in acht nemen
bij het gebruiken of in de buurt komen van
inductiekookplaten als die in werking zijn.
Raadpleeg uw arts of de fabrikant van het
hulpmiddel, om er zeker van te zijn dat het
voldoet aan de geldige regelgeving en
informeer omtrent mogelijke incompatibiliteit.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik geen ongeschikte
beveiligingsapparaten of tralies voor de
bescherming van kinderen. Dit kan leiden tot
ongevallen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
■ Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar voor
beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die
zich aan de onderzijde bevindt. Indien er zich
onder de kookplaat een lade bevindt, mogen
daar geen kleine of papieren voorwerpen in
worden bewaard. Als deze namelijk worden
geabsorbeerd kunnen ze de ventilator
beschadigen of de koeling verslechteren.
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van
de ventilator moet een afstand van ten minste
2 cm worden aangehouden.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
5
nl Oorzaken van schade
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Attentie!
■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
■ Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
■ Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
■ Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan dit de plaat beschadigen.
■ Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
SchadeOorzaakMaatregel
VlekkenOvergelopen etenswaar.Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
KrassenZout, suiker en zand.Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Ruwe bodems van vormen geven krassen op de kook-
Controleer het kookgerei.
plaat.
VerkleuringenOngeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
Slijtage van de pannen.Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Schelpvormige
Suiker, sterk suikerhoudende gerechtenVerwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
beschadiging van
het oppervlak
6
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Milieubescherming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
■ Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
■ De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
■ Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
■ Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
■ Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
fKoken met inductie
Koken met inductie
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
■ Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■ Besparing van energie.
■ Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
■ Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
■ kookgerei van geëmailleerd staal
■ kookgerei van gietijzer
■ speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
In het hoofdstuk ~ "Vormtest" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
FP
FP
FP
Wanneer de flexibele kookzone als een afzonderlijke
kookzone wordt gebruikt, kunnen grotere vormen
worden gebruikt die hier speciaal geschikt voor zijn.
Informatie over de plaatsing van het kookgerei vindt u in
het hoofdstuk ~ "Flex zone".
7
nl Koken met inductie
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
■ Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
■ Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■ dun normaal staal
■ glas
■ aardewerk
■ koper
■ aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
8
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Het bedieningspaneel
Het apparaat leren kennen nl
Bedieningsvlakken
#
" / Ä
0 IIIIIIIIIIIIInstelgebied
&
ý
ÿ
Ñ
è
Õ
0
‰
Bedieningsvlakken
Wanneer de kookplaat opwarmt, zijn de symbolen van
de bedieningsvlakken verlicht die op dat moment
beschikbaar zijn.
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Hoofdschakelaar
Kookzone kiezen
Powerboost- en Shortboost-functie
Flexibele kookzone
Move-functie
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoelein-
den en kinderslot
Warmhoudfunctie
BraadSensor
Programmering van de bereidingstijd en kookwekker
Stopwatch-functie
Indicaties
‹
‚-Š
•/œ
›
ݯ
–
Ý
‚
‹‹
x
V
ü
£
ö / ô
÷
Gebruikstoestand
Kookstanden
Restwarmte
PowerBoost-functie
ShortBoost-functie
Warmhoud-functie
BraadSensor
Kinderslot
Timer-functie
Instelling van de bereidingstijd
Kookwekker
FlexPlus-kookzone
Overdracht van instellingen
Timer-indicaties
Energieverbruik
Aanwijzingen
■ De betreffende symbolen van de bedieningsvlakken
lichten op wanneer ze beschikbaar zijn.
De indicaties van de kookzones of van de gekozen
functie lichten helderder op.
■ Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht kan een nadelige invloed hebben
op de werking.
9
nl Het apparaat leren kennen
De kookzones
Kookzone
Û
á
à / ß
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken, zie de paragraaf ~ "Koken met inductie"
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
■ Indicatie •: hoge temperatuur
■ Indicatie œ: lage temperatuur
Eenvoudige kookzoneGebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft.
Flexibele kookzoneZie paragraaf ~ "Flex zone"
FlexPlus-kookzoneDe FlexPlus-kookzones schakelen altijd in combinatie met de flexibele kookzone links of rechts in. Zie
paragraaf ~ "FlexPlus zone"
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmteindicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
10
Apparaat bedienen nl
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat met de hoofdschakelaar in- en
uitschakelen.
Inschakelen: Raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De symbolen die bij de kookzones horen en de
functies die op dit tijdstip ter beschikking staan lichten
op. De kookplaat is klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool # aan tot de indicaties
verdwijnen. De restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de
kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
■ De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat
opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de
vorige instellingen.
Kookzone instellen
In het instelgebied stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste stand.
Kookstand 9 = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze wordt
gekenmerkt door †.
Aanwijzing: De linkerkookzones worden in het
linkerinstelgebied en de rechterkookzones in het
rechterinstelgebied ingesteld.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Raak de symbolen " en Ä van de gewenste
kookzone aan.
De indicatie ‹ is helderder verlicht.
2. Strijk met uw vinger over het betreffende
instelgebied tot de gewenste kookstand oplicht.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en regel de gewenste
vermogensstand in de programmeerzone.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en stel af op ‹ in de
programmeerzone. De kookzone wordt uitgeschakeld
en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Kookadvies
Advies
■ Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
■ Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■ Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
■ Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
■ Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
■ De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
■ Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
■ Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
■ Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
■ Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
De kookstand is ingesteld.
11
nl Apparaat bedienen
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
12
Apparaat bedienen nl
KookstandBereidingstijd
(min.)
Stoven / braden met weinig olie*
Schitzel, on/gepaneerd6 - 76 - 10
Schnitzel, diepvries6 - 78 - 12
Kotelet, on/gepaneerd**6 - 78 - 12
Steak (3 cm dik)7 - 88 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)**5 - 610 - 20
Borst van gevogelte, diepvries***5 - 610 - 30
Gehaktballen (3 cm dik)**4.5 - 5.520 - 30
Hamburger (2 cm dik)**6 - 710 - 20
Vis en visfilet, ongepaneerd5 - 68 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd6 - 78 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks6 - 78 - 15
Scampi, garnalen7 - 84 - 10
Sauteren van groente en paddenstoelen, vers7 - 810 - 20
Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze7 - 815 - 20
Pangerechten, diepvries6 - 76 - 10
Pannenkoeken (na elkaar gaar bakken)6.5 - 7.5Omelet (na elkaar bakken)3.5 - 4.53 - 6
Spiegelei5 - 63 - 6
Frituren (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per porite frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets8 - 9Kroketten, diepvries7 - 8Vlees, bijv. stukken kip6 - 7Vis, gepaneerd of in bierdeeg6 - 7Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura6 - 7Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg4 - 5-
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
13
nl Flex zone
|Flex zone
Flex zone
Hij kan naar wens als één kookzone of als twee
afzonderlijke kookzones worden gebruikt.
Hij bestaat uit vier inductoren, die onafhankelijk van
elkaar functioneren. Is de flexibele kookzone in gebruik,
dan wordt alleen het gebied geactiveerd dat door het
kookgerei wordt bedekt.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van
de warmte, wordt aanbevolen de pan correct te
centreren:
Als afzonderlijke kookzone
Diameter kleiner dan of gelijk aan 13 cm
Plaats de vorm in een van de vier posities
die op de afbeelding te zien zijn.
Diameter groter dan 13 cm
Plaats de vorm in een van de drie posities
die op de afbeelding te zien zijn.
Als een afzonderlijke kookzone
De flexibele kookzone wordt geactiveerd als één
afzonderlijke kookzone.
Activeren
1. Kies de flexibele kookzone met het symbool Ä.
2. Kies in het instelgebied de betreffende kookstand.
De flexibele kookzone is geactiveerd.
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en wijzig de kookstand in het
betreffende instelgebied.
Nieuw kookgerei toevoegen
Plaats het nieuwe kookgerei op de kookzone en raak
twee keer het symbool ý aan. Het nieuwe kookgerei
wordt herkend en de eerder gekozen kookstand blijft
behouden.
Aanwijzing: Wordt de kookvorm op de gebruikte
kookzone verplaatst of opgetild, dan start de kookplaat
automatisch met zoeken, waardoor de eerder gekozen
kookstand behouden blijft.
Deactiveren
Symbool ý aanraken.
De flexibele kookzone is gedeactiveerd. De beide
kookzones functioneren verder als twee onafhankelijke
kookzones.
Is er meer dan één kookzone nodig voor het
kookgerei, plaats het dan met de rand op
de bovenste of onderste rand van de flexibele kookzone.
Als twee onafhankelijke kookplaten
De voorste en achterste kookzones, elk met twee
inductoren, kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt. Stel voor elke afzonderlijke kookzone de gewenste kookstand in. Gebruik op elke
kookzone slechts één pan.
Advies
Bij kookplaten met meerdere flexibele
kookzones plaatst u het kookgerei zo
dat het maar één van de flexibele kookzones beslaat.
Anders worden de kookzones niet volgens voorschrift geactiveerd en wordt
er geen goed kookresultaat behaald.
Als twee onafhankelijke kookplaten
De flexibele kookzone gebruiken als twee
onafhankelijke kookzones.
De kookzones scheiden
1. Symbool ý aanraken.
2. Kies de gewenste kookzone met het symbool ".
3. Kies in het instelgebied de betreffende kookstand.
De kookzone is geactiveerd.
Aanwijzingen
■ Wanneer de kookplaat uitschakelt en vervolgens
opnieuw inschakelt, wordt de flexibele kookzone
opnieuw als afzonderlijke kookzone gebruikt.
■ In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" staat
beschreven hoe u de configuratie-instelling van de
flexibele zone kunt wijzigen.
De beide kookzones verbinden
Symbool ý aanraken.
De flexibele kookzone is geactiveerd.
14
Move-functie nl
uMove-functie
Move-functie
Met deze functie wordt de hele flexibele kookzone
geactiveerd die ingedeeld is in drie kookgebieden en
waarvan de kookstanden vooraf ingesteld zijn.
Gebruik slechts één kookvorm. De grootte van het
kookgebied hangt af van de gebruikte vorm en de juiste
plaatsing.
Kookgebieden
Nu kan er tijdens het koken kookgerei naar een ander
kookgebied met een andere kookstand worden
verplaatst:
Activeren
1. Kies een van beide kookzones van de flexibele
kookzone.
2. Raak het symbool ÿ aan, het is sterker verlicht.De
flexibele kookzone wordt geactiveerd als één
afzonderlijke kookzone.
De kookstand van het gebied waarop het kookgerei
staat, is verlicht op het display van de kookzones.
De functie is geactiveerd.
Kookstand wijzigen
De kookstanden van de afzonderlijke kookgebieden
kunnen tijdens het koken worden gewijzigd. Plaats het
kookgerei op het kookgebied en wijzig de kookstand in
het instelgebied.
Aanwijzingen
■ Er wordt slechts één kookstand veranderd van het
gebied waarop het kookgerei staat.
■ Wordt de functie gedeactiveerd, dan worden de
kookstanden van de drie kookgebieden teruggezet
naar de vooraf ingestelde waarden.
Deactiveren
Symbool ÿ aanraken. Het is zwakker verlicht.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Wanneer één van de kookgebieden op ‹
wordt geplaatst, wordt de functie binnen enkele
seconden gedeactiveerd.
Vooraf ingestelde kookstanden:
Voorste gebied = kookstand Š
Middelste gebied = kookstand †
Achterste gebied = kookstand ‚.†
De vooraf ingestelde kookstanden kunnen
onafhankelijk van elkaar worden veranderd. Hoe u ze
kunt veranderen staat beschreven in het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Aanwijzingen
■ Wordt er meer dan één kookvorm op de flexibele
kookzone herkend, dan wordt de functie
gedeactiveerd.
■ Wordt de kookvorm binnen het bereik van de
flexibele kookzone verplaatst of opgetild, dan start
de kookplaat automatisch met zoeken en wordt de
kookstand van het gebied van de herkende vorm
ingesteld.
■ Gedetailleerde informatie over de grootte en de
plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk
~ "Flex zone"
15
nl FlexPlus zone
}FlexPlus zone
FlexPlus zone
De kookplaat beschikt over twee FlexPlus-kookzones
die zich tussen de beide flexibele kookzones bevinden
en in combinatie met de rechter- of linker- flexibele
kookzone in gebruik zijn. Hierdoor kunnen grotere
kookvormen worden gebruikt en betere kookresultaten
worden behaald.
Elk van beide FlexPlus-kookzones wordt altijd in
combinatie met de rechter- of linker- flexibele kookzone
ingeschakeld. Het is niet mogelijk om ze los van elkaar
in te schakelen.
Aanwijzingen voor het kookgerei
Voor een goede warmteherkenning en -verdeling dient
het kookgerei in het midden te worden geplaatst.
Het kookgerei dient de kookzone aan de zijkant en de
FlexPlus-kookzone te bedekken.
Afhankelijk van de grootte van het kookgerei kan de
flexibele kookzone worden geactiveerd als twee
onafhankelijke kookzones of als één kookzone:
Kookgerei plaatsen
Activeren
1. Plaats het kookgerei op de kookzone en zorg ervoor
dat het ook de FlexPlus-kookzone bedekt.
2. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen. De
indicaties van de kookzone en de FlexPlus-kookzone
lichten op.
De FlexPlus-kookzone is geactiveerd.
Deactiveren
Neem het kookgerei van de kookzone. De indicaties
verdwijnen.
De FlexPlus-kookzone is gedeactiveerd.
Langwerpig kookgerei:
De flexibele kookzone activeren als
twee onafhankelijke kookzones of als
één kookzone.
Groot rond kookgerei:
De flexibele kookzone activeren als
één afzonderlijke kookzone.
Het kookgerei mag niet de beide FlexPlus-kookzones afdekken.
16
Tijdfuncties nl
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw kookplaat beschikt over drie timerfuncties:
■ Programmering van de bereidingstijd
■ Kookwekker
■ Stopwatch-functie
Programmering van de bereidingstijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. Raak twee keer het symbool 0 aan. In de timer-
indicatie zijn het symbool ‹‹ en de
indicatie xverlicht.
2. De kookzone kiezen. De indicatie x is verlicht.
3. Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied
de gewenste bereidingstijd instellen. De mogelijke
voorinstelling is van links naar rechts 1, 2, 3..... tot
9 minuten.
BraadSensor
Wordt er een bereidingstijd geprogrammeerd voor een
kookzone en is de braadSensor geactiveerd, dan
begint de bereidingstijd pas af te lopen wanneer de
gekozen temperatuurstand bereikt is.
Tijd veranderen of wissen
Raak twee keer het symbool 0 aan en kies vervolgens
de kookzone.
Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in
om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen.
Raak het symbool 0 aan om de gekozen instelling te
bevestigen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
De kookzone schakelt uit, de indicatie x knippert en
de kookzone geeft ‹ aan. Er klinkt een signaal.
In de timer-indicatie knipperen ‹‹ en de indicatie x.
Bij aanraking van het symbool 0 verdwijnen de
indicaties en het geluidssignaal.
Aanwijzingen
■ Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt in de timer-indicatie
altijd de kortste bereidingstijd.
■ Voor het opvragen van de resterende bereidingstijd
van een kookzone raakt u twee keer het symbool 0
aan en kiest u de kookzone.
■ U kunt een bereidingstijd van maximaal ŠŠ minuten
instellen.
4. Raak het symbool 0 aan om de gekozen instelling
te bevestigen.
5. De gewenste kookstand kiezen.
De bereidingstijd begint af te lopen.
Aanwijzingen
■ Voor alle kookzones kan automatisch dezelfde
bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde tijd
loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af.
In de paragraaf ~ "Basisinstellingen" vindt u
informatie over de manier waarop de bereidingstijd
automatisch kan worden geprogrammeerd.
■ Wordt de flexibele kookzone als enige kookzone
gekozen, dan is de ingestelde tijd voor de hele
kookzone hetzelfde.
■ Wordt bij de gecombineerde kookzone de functie
Move gekozen, dan is de ingestelde tijd voor de drie
kookzones hetzelfde.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Zo stelt u in
1. Symbool 0 aanraken. In de timer-indicatie zijn ‹‹
en de indicatie V verlicht.
2. Kies in het instelgebied de gewenste tijd en bevestig
deze instelling door het symbool 0 aan te raken.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Symbool 0 aanraken.
Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in
om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen.
Raak het symbool 0 aan om de gekozen instelling te
bevestigen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Aan het einde van de ingestelde tijd klinkt een signaal.
In de timer-indicatie knipperen ‹‹ en het symbool V.
Na aanraking van het symbool 0 verdwijnen de
indicaties.
17
nl PowerBoost-functie
Stopwatch-functie
De stopwatch-functie geeft de tijd weer die sinds de
activering verstreken is.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Activeren
Symbool ‰ aanraken.In de timer-indicatie zijn ‹‹
verlicht.
De tijd begint af te lopen.
Deactiveren
Symbool ‰ aanraken.In de timer-indicatie worden ‹‹
weergegeven en verdwijnen vervolgens.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Om de stop-watch te deactiveren dient
deze functie gekozen te zijn.
vPowerBoost-functie
PowerBoost-functie
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende
kookstand Š.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: In het flex-gebied kan de powerboost-
functie ook worden geactiveerd wanneer er slechts één
kookzone wordt gebruikt.
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
De indicatie › is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
De indicatie › verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch
uitgaat, ter bescherming van de elektronische
componenten binnenin de kookplaat.
18
ShortBoost functie nl
xShortBoost functie
ShortBoost functie
Met de ShortBoost-functie kan het kookgerei sneller
worden verwarmd dan met de kookstand Š.
Kies na de deactivering van de functie de juiste
kookstand uit voor uw gerechten.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: Bij de flexibele kookzone kan de
Shortboost-functie ook worden geactiveerd wanneer hij
als één afzonderlijke kookzone wordt gebruikt.
Advies voor het gebruik
zWarmhoudfunctie
Warmhoudfunctie
Deze functie is geschikt voor het smelten van
chocolade of boter en voor het warmhouden van
gerechten.
Activeren
1. Symbool è aanraken.
2. Kies in de volgende 10 seconden de gewenste
kookzone.
De indicatie – is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Symbool è aanraken.
2. Kookzone kiezen.
De indicatie
restwarmte-indicatie is verlicht.
De functie is gedeactiveerd.
– verdwijnt.De kookzone gaat uit en de
■ Gebruik altijd kookgerei dat niet van tevoren
verwarmd is.
■ Gebruik pannen met een egale bodem. Gebruik
geen kookgerei met een dunne bodem.
■ Nooit leeg kookgerei, olie, boter of vet verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
■ Geen deksel op het kookgerei leggen.
■ Plaats het kookgerei in het midden van de
kookzone. Zorg ervoor dat de diameter van de
pannenbodem overeenkomt met de grootte van de
kookzone.
■ Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van het kookgerei vindt u in paragraaf ~ "Koken
met inductie"
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Raak twee keer het symbool & aan.
De indicatie ݯ is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
De indicatie ݯ verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de ShortBoost-functie automatisch
gedeactiveerd wordt, ter bescherming van de
elektronische componenten binnenin de kookplaat.
19
nl Overname van instellingen
sOvername van instellingen
Overname van instellingen
Met deze functie kunnen de kookstand en de
geprogrammeerde bereidingstijd van de ene naar de
andere kookzone worden overgedragen.
Om de instellingen over te dragen plaatst u het
kookgerei van de ingeschakelde kookzone op een
andere kookzone.
Aanwijzing: Extra informatie over de juiste plaatsing
van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Flex
zone"
Activeren
1. Verplaats het kookgerei van de ingeschakelde
kookzone naar een andere kookzone.
De kookstand van de oorspronkelijke kookzone
knippert.
Het kookgerei wordt erkend en op het display van
de nieuwe kookzone knipperen de eerder gekozen
kookstand en het symbool £.
2. Kies de nieuwe kookzone uit om de instellingen te
bevestigen.
De kookstand van de oorspronkelijke kookzone
wordt ingesteld op ‹.
cBraadsensor
Braadsensor
Met deze functie is het mogelijk te bakken met behoud
van de geschikte pantemperatuur.
Deze kookzones zijn voorzien van het symbool van de
bakfunctie.
Voordelen bij het bakken en braden
■ De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
om de temperatuur te handhaven. Zo wordt energie
bespaard en de olie of het vet niet oververhit.
■ De braadfunctie meldt wanneer de lege pan de
optimale temperatuur voor toevoeging van de olie en
vervolgens het toevoegen van de gerechten heeft
bereikt.
Aanwijzingen
■ Geen deksel op de pan leggen. Anders wordt de
functie niet juist geactiveerd. Er kan een
spatbescherming worden gebruikt, om vetspetters te
voorkomen.
■ Gebruik olie of vet die geschikt zijn om te bakken en
te braden. Worden boter, margarine, pure olijfolie of
reuzel gebruikt, stel de temperatuurstand dan in op
1 of 2.
■ Nooit een pan met of zonder inhoud verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
■ Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de braadsensor niet
op de juiste manier geactiveerd.
Voor het bakken en braden met de
braadsensor
De instellingen zijn overgedragen op de nieuwe
kookzone.
Aanwijzingen
■ Het kookgerei verplaatsen naar een kookzone die
niet ingeschakeld is, die nog niet vooraf is ingesteld
of waarop eerder geen ander kookgerei stond.
■ De PowerBoost- of ShortBoost-functie kan alleen van
links naar rechts of van rechts naar links worden
omgezet als er geen kookzone actief is.
■ Wordt er een nieuwe kookvorm op een andere
kookzone geplaatst voordat de instellingen
bevestigd zijn, dan kan deze functie voor beide
kookvormen worden gebruikt.
■ Worden er meerdere kookvormen verplaatst, dan
kan de functie alleen worden gebruikt voor het
kookgerei dat het laatst verplaatst is.
Pannen die optimaal geschikt zijn voor de braadsensor
kunnen in de vakhandel of via onze technische
servicedienst worden aangeschaft. Geef steeds het
juiste referentienummer op:
■ HZ390210 pan met een diameter van 15 cm.
■ HZ390220 pan met een diameter van 19 cm.
■ HZ390230 pan met een diameter van 21 cm.
■ HZ390250 pan met een diameter van 28 cm. Alleen
aanbevolen voor de FlexPlus-kookzone.
De pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag, zodat
er voor het bakken en braden niet veel olie nodig is.
Aanwijzingen
■ De braadsensor is speciaal ingesteld op pannen van
dit type.
■ Zorg ervoor dat de diameter van de pannenbodem
overeenkomt met de grootte van de kookzone. Zet
de pan in het midden van de kookzone.
■ Wanneer de grootte van de pannen afwijkend is of
wanneer ze slecht geplaatst zijn, wordt de
braadsensor op de flexibele kookzone mogelijk niet
geactiveerd. Zie het hoofdstuk ~ "Flex zone".
■ Andere pannen kunnen oververhit raken. De
temperatuur kan lager of hoger zijn dan de gekozen
temperatuurstand. Probeer het eerst met de laagste
temperatuurstand en verander deze zo nodig.
20
Braadsensor nl
Temperatuurstanden
TemperatuurstandGeschikt voor
1zeer laagHet maken en inkoken van sauzen, het stoven van groente en het bakken van gerechten met pure olijfolie extra, boter
of margarine.
2laagHet bereiden van gerechten met pure olijfolie extra, boter of margarine, bijv. omeletten.
3gemiddeld -
laag
4gemiddeld -
hoog
5hoogHet bakken van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. steaks, saignant, aardappelkoekjes en gebakken aardappels.
Tabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke temperatuurstand geschikt is. De baktijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de grootte en
kwaliteit van de gerechten variëren.
De ingestelde temperatuurstand varieert afhankelijk van
de gebruikte pan.
Lege pan voorverwarmen, na het geluidssignaal de olie
en het gerecht toevoegen.
Bakken van vis en gerechten als gehaktballetjes en worstjes.
Bakken van steaks, medium of doorbakken, diepvries-, gepaneerde en fijne gerechten, bijv. schnitzels, ragout en
groente.
Temperatuurstand Totale bereidingstijd vanaf het geluidssignaal (min.)
Vlees
Schnitzel, on/gepaneerd46 - 10
Filet46 - 10
Koteletten*310 - 15
Cordon bleu, Wiener Schnitzel*410 - 15
Steak, saignant (3 cm dik)56 - 8
Steak, medium of doorbakken (3 cm dik)48 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)310 - 20
Worstjes, gekookt of rauw*38 - 20
Hamburgers, gehaktballetjes, gevulde vleesballetjes*36 - 30
Leverkaas26 - 9
Ragout, Gyros47 - 12
Gehakt46 - 10
Spek25 - 8