Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.bsh-group.com en in de onlineshop: www.siemens-home.bsh-group.com/eshops
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebrui k vol gens de voor schr i f t en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen
of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd.
Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of
kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Draagt u een actief geïmplanteerd medisch
apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator),
ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn
90/385/EWG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 20 juni 1990 evenals
DIN EN 45502-2-1 en DIN EN 45502-2-2 en
dat het apparaat conform VDE-AR-E 2750-10
gekozen, geïmplanteerd en geprogrammeerd
is. Is aan deze voorwaarden voldaan en
worden bovendien non-ferro pannen met nonferro handgrepen gebruikt, dan kan deze
inductiekookplaat - als het op de juiste manier
gebeurt - zonder bezwaar worden gebruikt.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor sc hr i f t en
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor verbranding!
■ Kookplaten mogen niet worden afgedekt.Dit
kan leiden tot ongevallen, bijv. door
oververhitting, ontbranding of ontploffend
materiaal.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
■ Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Storingsgevaar!
Deze kookplaat beschikt aan de onderkant
over een ventilator. Bevindt zich onder de
kookplaat een lade, bewaar daar dan geen
kleine of scherpe voorwerpen, geen papier en
geen theedoeken. Deze kunnen aangezogen
worden en de ventilator beschadigen of de
koeling belemmeren.
Tussen de inhoud van de lade en de
ventilator-ingang moet een minimale afstand
van 2 cm worden aangehouden.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
5
nl Oorzaken van schade
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Attentie!
■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
■ Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
■ Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
■ Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan dit de plaat beschadigen.
■ Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
SchadeOorzaakMaatregel
VlekkenOvergelopen etenswaar.Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kookplaten.
KrassenZout, suiker en zand.Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Ruwe bodems van vormen geven krassen op
de kookplaat.
VerkleuringenOngeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kookplaten.
Slijtage van de pannen.Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Schelpvormige
Suiker, sterk suikerhoudende gerechtenVerwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
beschadiging van
het oppervlak
Controleer het kookgerei.
6
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Mi l i eubescher ming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
■ Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
■ De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
■ Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
■ Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
■ Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
fKoken met inductie
Kok en met i nduc t i e
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
■ Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■ Besparing van energie.
■ Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
■ Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
■ kookgerei van geëmailleerd staal
■ kookgerei van gietijzer
■ speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
FP
FP
FP
Wanneer de flexibele kookzone als een afzonderlijke
kookzone wordt gebruikt, kunnen grotere vormen
worden gebruikt die hier speciaal geschikt voor zijn.
Informatie over de plaatsing van het kookgerei vindt u in
het hoofdstuk ~ "Flex zone".
7
nl Koken met inductie
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
■ Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
■ Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■ dun normaal staal
■ glas
■ aardewerk
■ koper
■ aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
8
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren k ennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Aanwijzing: . Afhankelijk van het apparaattype zijn
kleur- en detailafwijkingen mogelijk.
Het bedieningspaneel
Het apparaat leren kennen nl
Bedieningsvlakken
#
" / Ä
0 IIIIIIIIIIIIInstelgebied
&
ý
ÿ
Ñ
è
Õ
0
þ
D
I
=
Bedieningsvlakken
Wanneer de kookplaat opwarmt, zijn de symbolen van
de bedieningsvlakken verlicht die op dat moment
beschikbaar zijn.
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Hoofdschakelaar
Kookzone kiezen
Powerboost- en ShortBoost-functie
Flexibele kookzone
Move-functie
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoeleinden en kinderslot
Warmhoud-functie
Braadsensor
Bereidingstijd en kookwekker instellen
Stopwatch-functie
WLAN
Afzuigregeling
Verlichting van de afzuigkap
Indicaties
‹
‚-Š
•/œ
›
ݯ
–
£
Ý
ü
‹‹
x
V
ö / ô
‚
D
Gebruikstoestand
Kookstanden
Restwarmte
PowerBoost-functie
ShortBoost-functie
Warmhoud-functie
De instellingen overbrengen
Braadsensor
FlexPlus-kookzone
Timer-functie
De bereidingstijd instellen
Kookwekker
Timer-indicaties
Kinderslot
WLAN
Aanwijzingen
■ De betreffende symbolen van de bedieningsvlakken
lichten op wanneer ze beschikbaar zijn.
De indicaties van de kookzones of van de gekozen
functie lichten helderder op.
■ Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht kan een nadelige invloed hebben
op de werking.
■ Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
dan oververhit raken.
9
nl Het apparaat leren kennen
De kookzones
Kookzone
Û
á
à / ß
Eenvoudige kookzoneGebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft.
Flexibele kookzoneZie paragraaf ~ "Flex zone"
FlexPlus-kookzoneDe FlexPlus-kookzones schakelen altijd in combinatie met de flexibele kookzone links of rechts in. Zie
paragraaf ~ "FlexPlus zone"
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken, zie de paragraaf ~ "Koken met inductie"
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
■ Indicatie •: hoge temperatuur
■ Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmteindicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
10
Apparaat bedienen nl
1Apparaat bedienen
App a r aa t bedi enen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt met de hoofdschakelaar in- en
uitgeschakeld.
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, wordt de instelling van het thuisnetwerk
opgevraagd. Op het display licht gedurende enkele
seconden het symbool D zwak op. Om de
aansluitinstelling te starten, de sensor D aanraken en
de aanwijzingen in het hoofdstuk ~ "Home Connect"
opvolgen. Om de eerste instelling te verlaten een
willekeurige sensor aanraken.
Kookplaat in- en uitschakelen: het
symbool #aanraken. Er klinkt een signaal. De
symbolen die bij de kookzones horen en de functies die
op dit tijdstip ter beschikking staan, zijn verlicht.De
kookplaat is bedrijfsklaar.
De kookplaat uitschakelen: het symbool # aanraken
tot alle indicaties verdwijnen. De restwarmte-indicatie
blijft verlicht tot de kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■ Wanneer er geen verbinding met het thuisnetwerk is
gemaakt of de verbinding is onderbroken, wordt
tijdens het inschakelen van de kookplaat altijd de
eerste instelling van de netwerkverbinding
geactiveerd.
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer de
kookzones enkele seconden uitgeschakeld zijn.
■ De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wordt de kookplaat in deze tijd opnieuw
ingeschakeld, dan werkt hij met de eerdere
instellingen.
Kookzone instellen
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Raak de symbolen " en Ä van de gewenste
kookzone aan.
De indicatie ‹ is helderder verlicht.
2. Strijk met uw vinger over het betreffende
instelgebied tot de gewenste kookstand oplicht.
De kookstand is ingesteld.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en regel de gewenste
vermogensstand in de programmeerzone.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en stel af op ‹ in de
programmeerzone. De kookzone wordt uitgeschakeld
en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
In het instelgebied stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste stand.
Kookstand 9 = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze wordt
gekenmerkt door †.
Aanwijzing: De linkerkookzones worden in het
linkerinstelgebied en de rechterkookzones in het
rechterinstelgebied ingesteld.
Aanwijzingen
■ Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
■ Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
11
nl Apparaat bedienen
Kookadvies
Advies
■ Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
■ Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■ Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
■ Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
■ Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
■ De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
■ Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
■ Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
■ Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
■ Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura6 - 7-
Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg4 - 5-
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
13
nl Flex zone
|Flex zone
Fl ex zone
Hij kan naar wens als één kookzone of als twee
afzonderlijke kookzones worden gebruikt.
Hij bestaat uit vier inductoren, die onafhankelijk van
elkaar functioneren. Is de flexibele kookzone in gebruik,
dan wordt alleen het gebied geactiveerd dat door het
kookgerei wordt bedekt.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van
de warmte, wordt aanbevolen de pan correct te
centreren:
Als afzonderlijke kookzone
Diameter kleiner dan of gelijk aan 13 cm
Plaats de vorm in een van de vier posities
die op de afbeelding te zien zijn.
Diameter groter dan 13 cm
Plaats de vorm in een van de drie posities
die op de afbeelding te zien zijn.
Als een afzonderlijke kookzone
De flexibele kookzone wordt geactiveerd als één
afzonderlijke kookzone.
Activeren
1. Kies de flexibele kookzone met het symbool Ä.
2. Kies in het instelgebied de betreffende kookstand.
De flexibele kookzone is geactiveerd.
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en wijzig de kookstand in het
betreffende instelgebied.
Nieuw kookgerei toevoegen
Plaats het nieuwe kookgerei op de kookzone en raak
twee keer het symbool ý aan. Het nieuwe kookgerei
wordt herkend en de eerder gekozen kookstand blijft
behouden.
Aanwijzing: Wordt de kookvorm op de gebruikte
kookzone verplaatst of opgetild, dan start de kookplaat
automatisch met zoeken, waardoor de eerder gekozen
kookstand behouden blijft.
Deactiveren
Symbool ý aanraken.
De flexibele kookzone is gedeactiveerd. De beide
kookzones functioneren verder als twee onafhankelijke
kookzones.
Is er meer dan één kookzone nodig voor het
kookgerei, plaats het dan met de rand op
de bovenste of onderste rand van de flexibele kookzone.
Als twee onafhankelijke kookplaten
De voorste en achterste kookzones, elk met twee
inductoren, kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt. Stel voor elke afzonderlijke kookzone de gewenste kookstand in. Gebruik op elke
kookzone slechts één pan.
Advies
Bij kookplaten met meerdere flexibele
kookzones plaatst u het kookgerei zo
dat het maar één van de flexibele kookzones beslaat.
Anders worden de kookzones niet volgens voorschrift geactiveerd en wordt
er geen goed kookresultaat behaald.
Als twee onafhankelijke kookplaten
De flexibele kookzone gebruiken als twee
onafhankelijke kookzones.
De kookzones scheiden
1. Symbool ý aanraken.
2. Kies de gewenste kookzone met het symbool ".
3. Kies in het instelgebied de betreffende kookstand.
De kookzone is geactiveerd.
Aanwijzingen
■ Wanneer de kookplaat uitschakelt en vervolgens
opnieuw inschakelt, wordt de flexibele kookzone
opnieuw als afzonderlijke kookzone gebruikt.
■ In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" staat
beschreven hoe u de configuratie-instelling van de
flexibele zone kunt wijzigen.
De beide kookzones verbinden
Symbool ý aanraken.
De flexibele kookzone is geactiveerd.
14
Move-functie nl
uMove-functie
Move- f unc t i e
Met deze functie wordt de hele flexibele kookzone
geactiveerd die ingedeeld is in drie kookgebieden en
waarvan de kookstanden vooraf ingesteld zijn.
Gebruik slechts één kookvorm. De grootte van het
kookgebied hangt af van de gebruikte vorm en de juiste
plaatsing.
Kookgebieden
Nu kan er tijdens het koken kookgerei naar een ander
kookgebied met een andere kookstand worden
verplaatst:
Activeren
1. Kies een van beide kookzones van de flexibele
kookzone.
2. Raak het symbool ÿ aan, het is sterker verlicht.De
flexibele kookzone wordt geactiveerd als één
afzonderlijke kookzone.
De kookstand van het gebied waarop het kookgerei
staat, is verlicht op het display van de kookzones.
De functie is geactiveerd.
Kookstand wijzigen
De kookstanden van de afzonderlijke kookgebieden
kunnen tijdens het koken worden gewijzigd. Plaats het
kookgerei op het kookgebied en wijzig de kookstand in
het instelgebied.
Aanwijzingen
■ Er wordt slechts één kookstand veranderd van het
gebied waarop het kookgerei staat.
■ Wordt de functie gedeactiveerd, dan worden de
kookstanden van de drie kookgebieden teruggezet
naar de vooraf ingestelde waarden.
Deactiveren
Symbool ÿ aanraken. Het is zwakker verlicht.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Wanneer één van de kookgebieden op ‹
wordt geplaatst, wordt de functie binnen enkele
seconden gedeactiveerd.
Vooraf ingestelde kookstanden:
Voorste gebied = kookstand Š
Middelste gebied = kookstand †
Achterste gebied = kookstand ‚.†
De vooraf ingestelde kookstanden kunnen
onafhankelijk van elkaar worden veranderd. Hoe u ze
kunt veranderen staat beschreven in het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Aanwijzingen
■ Wordt er meer dan één kookvorm op de flexibele
kookzone herkend, dan wordt de functie
gedeactiveerd.
■ Wordt de kookvorm binnen het bereik van de
flexibele kookzone verplaatst of opgetild, dan start
de kookplaat automatisch met zoeken en wordt de
kookstand van het gebied van de herkende vorm
ingesteld.
■ Gedetailleerde informatie over de grootte en de
plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk
~ "Flex zone"
15
nl FlexPlus zone
}FlexPlus zone
Fl exPl us zone
De kookplaat beschikt over een FlexPlus-kookzone, die
zich tussen de beide flexibele kookzones bevindt en die
in combinatie met de rechter- of linker- flexibele
kookzone in gebruik is. Hierdoor kunnen grotere
vormen worden gebruikt en betere kookresultaten
worden behaald.
De FlexPlus-kookzone schakelt steeds in combinatie
met een van beide flexibele kookzones in. Het is niet
mogelijk om deze onafhankelijk van elkaar te activeren.
Aanwijzingen voor het kookgerei
Voor een goede warmteherkenning en -verdeling dient
het kookgerei in het midden te worden geplaatst.
Het kookgerei dient de kookzone aan de zijkant en de
FlexPlus-kookzone te bedekken.
Afhankelijk van de grootte van het kookgerei kan de
flexibele kookzone worden geactiveerd als twee
onafhankelijke kookzones of als één kookzone:
Kookgerei plaatsen
Activeren
1. Plaats het kookgerei op de kookzone en zorg ervoor
dat het ook de FlexPlus-kookzone bedekt.
2. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen. De
indicaties van de kookzone en de FlexPlus-kookzone
lichten op.
De FlexPlus-kookzone is geactiveerd.
Aanwijzing: Zijn de twee kookzones naast de FlexPlus-
kookzone bedekt met kookgerei, dan kan de indicatie
van de FlexPlus-kookzone knipperen.
Langwerpig kookgerei
De flexibele kookzone activeren als
twee onafhankelijke kookzones of als
één kookzone.
Groot rond kookgerei
De flexibele kookzone activeren als
één afzonderlijke kookzone.
De vorm mag de twee kookzones aan
de zijkant en de FlexPlus-kookzone
niet tegelijkertijd afdekken.
Om de FlexPlus-kookzone toe te wijzen aan de
betreffende kookzone, de pan optillen en weer op de
kookzone plaatsen, voordat u een vermogensstand
kiest.
Deactiveren
Neem het kookgerei van de kookzone. De indicaties
verdwijnen.
De FlexPlus-kookzone is gedeactiveerd.
16
Tijdfuncties nl
OTijdfuncties
Tij dfuncties
Uw kookplaat beschikt over drie timerfuncties:
■ Programmering van de bereidingstijd
■ Kookwekker
■ Stopwatch-functie
Programmering van de bereidingstijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. Raak twee keer het symbool 0 aan. In de timer-
indicatie zijn het symbool ‹‹ en de
indicatie xverlicht.
2. De kookzone kiezen. De indicatie x is verlicht.
3. Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied
de gewenste bereidingstijd instellen.
BraadSensor
Wordt er een bereidingstijd geprogrammeerd voor een
kookzone en is de braadSensor geactiveerd, dan
begint de bereidingstijd pas af te lopen wanneer de
gekozen temperatuurstand bereikt is.
Tijd veranderen of wissen
Raak twee keer het symbool 0 aan en kies vervolgens
de kookzone.
Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in
om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen.
Raak het symbool 0 aan om de gekozen instelling te
bevestigen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
De kookzone schakelt uit, de indicatie x knippert en
de kookzone geeft ‹ aan. Er klinkt een signaal.
In de timer-indicatie knipperen ‹‹ en de indicatie x.
Bij aanraking van het symbool 0 verdwijnen de
indicaties en het geluidssignaal.
Aanwijzingen
■ Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt in de timer-indicatie
altijd de kortste bereidingstijd.
■ Voor het opvragen van de resterende bereidingstijd
van een kookzone raakt u twee keer het symbool 0
aan en kiest u de kookzone.
■ U kunt een bereidingstijd van maximaal ŠŠ minuten
instellen.
4. Raak het symbool 0 aan om de gekozen instelling
te bevestigen.
5. De gewenste kookstand kiezen.
De bereidingstijd begint af te lopen.
Aanwijzingen
■ Voor alle kookzones kan automatisch dezelfde
bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde tijd
loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af.
In de paragraaf ~ "Basisinstellingen" vindt u
informatie over de manier waarop de bereidingstijd
automatisch kan worden geprogrammeerd.
■ Wordt de flexibele kookzone als enige kookzone
gekozen, dan is de ingestelde tijd voor de hele
kookzone hetzelfde.
■ Wordt bij de gecombineerde kookzone de functie
Move gekozen, dan is de ingestelde tijd voor de drie
kookzones hetzelfde.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Zo stelt u in
1. Symbool 0 aanraken. In de timer-indicatie zijn ‹‹
en de indicatie V verlicht.
2. Kies in het instelgebied de gewenste tijd en bevestig
deze instelling door het symbool 0 aan te raken.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Symbool 0 aanraken.
Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in
om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen.
Raak het symbool 0 aan om de gekozen instelling te
bevestigen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Aan het einde van de ingestelde tijd klinkt een signaal.
In de timer-indicatie knipperen ‹‹ en het symbool V.
Na aanraking van het symbool 0 verdwijnen de
indicaties.
17
nl PowerBoost-functie
Stopwatch-functie
De stopwatch-functie geeft de tijd weer die sinds de
activering verstreken is.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Activeren
Symbool þ aanraken.In de timer-indicatie zijn ‹‹
verlicht.
De tijd begint af te lopen.
Deactiveren
Symbool þ aanraken.In de timer-indicatie worden ‹‹
weergegeven en verdwijnen vervolgens.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Om de stop-watch te deactiveren dient
deze functie gekozen te zijn.
vPowerBoost-functie
Power Boos t - f unc t i e
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende
kookstand Š.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: In het flex-gebied kan de powerboost-
functie ook worden geactiveerd wanneer er slechts één
kookzone wordt gebruikt.
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
De indicatie › is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
De indicatie › verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch
uitgaat, ter bescherming van de elektronische
componenten binnenin de kookplaat.
18
ShortBoost functie nl
xShortBoost functie
Sho r t Bo o s t f unct i e
Met de ShortBoost-functie kan het kookgerei sneller
worden verwarmd dan met de kookstand Š.
Kies na de deactivering van de functie de juiste
kookstand uit voor uw gerechten.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: Bij de flexibele kookzone kan de
Shortboost-functie ook worden geactiveerd wanneer hij
als één afzonderlijke kookzone wordt gebruikt.
Advies voor het gebruik
zWarmhoudfunctie
Warmhoudfunct i e
Deze functie is geschikt voor het smelten van
chocolade of boter en voor het warmhouden van
gerechten.
Activeren
1. Symbool è aanraken.
2. Kies in de volgende 10 seconden de gewenste
kookzone.
De indicatie – is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Symbool è aanraken.
2. Kookzone kiezen.
De indicatie
restwarmte-indicatie is verlicht.
De functie is gedeactiveerd.
– verdwijnt.De kookzone gaat uit en de
■ Gebruik altijd kookgerei dat niet van tevoren
verwarmd is.
■ Gebruik pannen met een egale bodem. Gebruik
geen kookgerei met een dunne bodem.
■ Nooit leeg kookgerei, olie, boter of vet verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
■ Geen deksel op het kookgerei leggen.
■ Plaats het kookgerei in het midden van de
kookzone. Zorg ervoor dat de diameter van de
pannenbodem overeenkomt met de grootte van de
kookzone.
■ Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van het kookgerei vindt u in paragraaf ~ "Koken
met inductie"
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Raak twee keer het symbool & aan.
De indicatie ݯ is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool & aanraken.
De indicatie ݯ verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Na 30 seconden schakelt deze functie
automatisch uit.
19
nl Overname van instellingen
sOvername van instellingen
Overname van i nst el l i ngen
Met deze functie kunnen de kookstand en de
geprogrammeerde bereidingstijd van de ene naar de
andere kookzone worden overgedragen.
Om de instellingen over te dragen plaatst u het
kookgerei van de ingeschakelde kookzone op een
andere kookzone.
Aanwijzing: Extra informatie over de juiste plaatsing
van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Flex
zone"
Activeren
1. Verplaats het kookgerei van de ingeschakelde
kookzone naar een andere kookzone.
De kookstand van de oorspronkelijke kookzone
knippert.
Het kookgerei wordt erkend en op het display van
de nieuwe kookzone knipperen de eerder gekozen
kookstand en het symbool £.
2. Kies de nieuwe kookzone uit om de instellingen te
bevestigen.
De kookstand van de oorspronkelijke kookzone
wordt ingesteld op ‹.
cBraadsensor
Braadsens or
Met deze functie is het mogelijk te bakken met behoud
van de geschikte pantemperatuur.
Deze kookzones zijn voorzien van het symbool van de
bakfunctie.
Voordelen bij het bakken en braden
■ De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
om de temperatuur te handhaven. Zo wordt energie
bespaard en de olie of het vet niet oververhit.
■ De braadfunctie meldt wanneer de lege pan de
optimale temperatuur voor toevoeging van de olie en
vervolgens het toevoegen van de gerechten heeft
bereikt.
Aanwijzingen
■ Geen deksel op de pan leggen. Anders wordt de
functie niet juist geactiveerd. Er kan een
spatbescherming worden gebruikt, om vetspetters te
voorkomen.
■ Gebruik olie of vet die geschikt zijn om te bakken en
te braden. Worden boter, margarine, pure olijfolie of
reuzel gebruikt, stel de temperatuurstand dan in op
1 of 2.
■ Nooit een pan met of zonder inhoud verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
■ Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de braadsensor niet
op de juiste manier geactiveerd.
Pannen voor de braadsensor
Voor de braadsensor zijn speciale pannen verkrijgbaar.
Deze optionele accessoires kunt u achteraf aanschaffen
in de vakhandel of via onze technische servicedienst.
Geef steeds het corresponderende referentienummer
op.
De instellingen zijn overgedragen op de nieuwe
kookzone.
Aanwijzingen
■ Het kookgerei verplaatsen naar een kookzone die
niet ingeschakeld is, die nog niet vooraf is ingesteld
of waarop eerder geen ander kookgerei stond.
■ De PowerBoost- of ShortBoost-functie kan alleen van
links naar rechts of van rechts naar links worden
omgezet als er geen kookzone actief is.
■ Wordt er een nieuwe kookvorm op een andere
kookzone geplaatst voordat de instellingen
bevestigd zijn, dan kan deze functie voor beide
kookvormen worden gebruikt.
■ Worden er meerdere kookvormen verplaatst, dan
kan de functie alleen worden gebruikt voor het
kookgerei dat het laatst verplaatst is.
■ HZ390210 pan met een diameter van 15 cm.
■ HZ390220 pan met een diameter van 19 cm.
■ HZ390230 pan met een diameter van 21 cm.
■ HZ390250 pan met een diameter van 28 cm. Alleen
aanbevolen voor de FlexPlus-kookzone.
■ HZ390512 teppanyaki. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone.
■ HZ390522 grillplaat. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone.
De pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag, zodat
u met weinig olie kunt bakken en braden.
Aanwijzingen
■ De braadsensor is speciaal ingesteld op pannen van
dit type.
■ Zorg ervoor dat de diameter van de pannenbodem
overeenkomt met de grootte van de kookzone. Zet
de pan in het midden van de kookzone.
■ Wanneer de grootte van de pannen afwijkend is of
wanneer ze slecht geplaatst zijn, wordt de
braadsensor op de flexibele kookzone mogelijk niet
geactiveerd. Zie het hoofdstuk ~ "Flex zone".
■ Andere pannen kunnen oververhit raken. De
temperatuur kan lager of hoger zijn dan de gekozen
temperatuurstand. Probeer het eerst met de laagste
temperatuurstand en verander deze zo nodig.
20
Braadsensor nl
Temperatuurstanden
Temperatuurstand Geschikt voor
1 zeer laagBereiden en reduceren van sauzen, stoven van groente en bakken van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine.
2 LaagBakken en braden van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine, bijv. omeletten.
3 gemiddeld - laag Bakken en braden van vis en dikke producten, zoals bijv. gehaktballen en worstjes.
4 gemiddeld hoog Bakken en braden van steaks, well done, gepaneerde diepvriesporducten en dunne gerechten, bijv. schnitzel, reepjes vlees in
saus en groente.
5 HoogBakken en braden van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. steaks, rare (saignant) of medium, aardappelpannenkoekjes en
gebakken aardappels.
Tabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke temperatuurstand geschikt is. De baktijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de grootte en
kwaliteit van de gerechten variëren.
De ingestelde temperatuurstand varieert afhankelijk van
de gebruikte pan.
Lege pan voorverwarmen, na het geluidssignaal de olie
en het gerecht toevoegen.
TemperatuurstandTotale braadtijd vanaf het
Vlees
Schnitzel, ongepaneerd
Schnitzel, gepaneerd
2
Filet
Koteletten
Cordon bleu
1
1
Wiener schnitzel
Steak, rare (3 cm dik)
Steak, medium (3 cm dik)
Steak, well done (3 cm dik)
Borst van gevogelte (2 cm dik)
Reepjes vlees in saus
3
Gyros
1
Spek
3
Gehakt
Hamburger (1,5 cm dik)
Gehaktballen (2 cm dik)
Gehaktballen
1
Gekookte braadworsten
Rauwe braadworsten
1
Herhaaldelijk keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
5
Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Levensmiddelen toevoegen zodra het water begint te koken.
7
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
1
1
1
2
2
1
1
3
1
1
1
1
46 - 10
46 - 10
46 - 10
310 - 15
410 - 15
410 - 15
56 - 8
58 - 12
48 - 12
310 - 20
47 - 12
47 - 12
25 - 8
46 - 10
36 - 15
310 - 20
310 - 20
38 - 20
38 - 20
geluidssignaal (min.)
21
nl Braadsensor
Vis
Visfilet, ongepaneerd
1
Visfilet, gepaneerd1*
Garnalen
Scampi
Vis, gebakken, heel
1
1
1
Eiergerechten
Spiegeleieren in boter
4
Spiegeleieren in olie2**
3
Roerei
5
Omelet
Pannenkoeken
Wentelteefjes
5
5
Kaiserschmarrn (pannenkoek)
TemperatuurstandTotale braadtijd vanaf het
geluidssignaal (min.)
410 - 20
310 - 20
44 - 8
44 - 8
310 - 20
22 - 6
42 - 6
24 - 9
23 - 6
51,5 - 2,5
34 - 8
5
310 - 15
Groente en peulvruchten
Knoflook
Uien glazig fruiten
Grote uien
Courgette
Aubergines
Paprika
3
3
3
1
1
1
Groene asperges bakken
Paddestoelen
Groente stoven in olie
Groente glaceren
3
3
3
1
22 - 10
22 - 10
35 - 10
34 - 12
34 - 12
34 - 15
34 - 15
410 - 15
110 - 20
36 - 10
Aardappels
Gebakken aardappels van gekookte aardappels
Gebakken aardappels van ongekookte aardappels
Aardappelkoekjes
Zwitserse rösti
Geglaceerde aardappels
1
Herhaaldelijk keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
5
Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Levensmiddelen toevoegen zodra het water begint te koken.
7
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
5
4
3
3
3
56 - 12
415 - 25
52,5 - 3,5
250 - 55
310 - 15
22
Sauzen
Tomatensaus met groente
Bechamelsaus
Kaassaus
Saus inkoken
Zoete sauzen
3
3
3
3
Diepvriesproducten
Schnitzels
Cordon bleu
Filet van gevogelte
Chicken nuggets
Gyros
Kebab
Visfilet, ongepaneerd
1
1
1
1
3
3
1
Visfilet, gepaneerd1*
Vissticks
Frites bakken
Pangerechten
Loempia's
Camembert
1
3
3
1
1
Braadsensor nl
TemperatuurstandTotale braadtijd vanaf het
geluidssignaal (min.)
3
125 - 35
110 - 20
110 - 20
125 - 35
115 - 25
415 - 20
410 - 30
410 - 30
410 - 15
410 - 15
410 - 15
310 - 20
310 - 20
48 - 12
54 - 6
36 - 10
410 - 30
310 - 15
Diversen
Camembert
Croutons
Droge kant-en-klaarmaaltijden
Amandelen roosteren
Noten roosteren
Pijnboompitten roosteren
1
Herhaaldelijk keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
5
Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Levensmiddelen toevoegen zodra het water begint te koken.
7
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
1
3
6
7
7
7
37 - 10
36 - 10
15 - 10
43 - 15
43 - 15
43 - 15
23
nl Braadsensor
Teppan Yaki en Grill voor de Flex-zone
¬Grill
De Grill past zich aan de Flex-zone aan. U kunt grote en
kleine hoeveelheden vlees, vis, verse groente en brood
gezond en eenvoudig klaarmaken met heel weinig olie.
De geribbelde vorm zorgt ervoor dat de gerechten
minder vet opnemen. Heel eenvoudig kunnen
gerechten worden gegrild die eruit zien en smaken
alsof ze op een traditionele grill zijn bereid. Doe wat olie
op de grill of het oppervlak van het gerecht om de
warmteoverdracht te vergemakkelijken.
Vlees
Schnitzel, ongepaneerd
1
Filet
Koteletten
1
Steak, rare (3 cm dik)
Steak, medium (3 cm dik)
Steak, well done (3 cm dik)
Gevogeltefilet (2 cm dik)
1
Spek
Hamburger
1
Gekookte worst
Worstjes, rauw
2
Gyros
2
Gehakt
1
1
1
1
1
1
1
«Teppan Yaki
Met de Teppan Yaki kunt u eenvoudig en gezond vlees,
vis, zeevruchten, groente, zoete gerechten en brood
klaarmaken met heel weinig olie. De Teppan Yaki past
zich perfect aan de Flex-zone aan. Door het directe
contact met de plaat en de gelijkvormige
warmteoverdracht blijven consistentie, kleur en
malsheid van de levensmiddelen bij het aanbraden
behouden.
De volgende tabel bevat een keur aan gerechten en is
op levensmiddelen gesorteerd. De temperatuur en
bereidingstijd zijn afhankelijk van de hoeveelheid, de
toestand en de kwaliteit van de levensmiddelen.
Aanwijzing: Flex-zone als enige kookzone instellen om
de functie naar behoren te activeren.
KookgereiTemperatuurstandTotale braadtijd vanaf het
Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren
2
Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Regelmatig roeren.
3
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
4
Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
5
Olie (oppervlak van het gerecht inwrijven) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
6
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
1
1
« / ¬
« / ¬
« / ¬
« / ¬
410 - 20
44 - 8
44 - 8
315 - 30
24
Groente
Courgette
Aubergines
Paprika
Groene asperges bakken
Paddestoelen
Knoflook
Uien stoven
Groente glaceren
1
1
1
1
2
2
2
2
Aardappels
Gebakken aardappels van gekookte aardappels
Aardappelkoekjes
Geglaceerde aardappels
4
2
Braadsensor nl
KookgereiTemperatuurstandTotale braadtijd vanaf het
geluidssignaal (min.)
« / ¬
« / ¬
« / ¬
« / ¬
« / ¬
«
«
«
2
«
«
«
34 - 12
34 - 12
34 - 15
34 - 15
410 - 15
22 - 10
22 - 10
36 - 10
56 - 12
52,5 - 3,5
310 - 15
Eiergerechten
Spiegeleieren in boter
Spiegelei in olie
2
Roerei
4
Omelet
Pannenkoeken
Wentelteefjes
3
1
4
4
Kaiserschmarrn (pannenkoek)
«
«
«
«
«
«
4
«
22 - 6
42 - 6
24 - 9
23 - 6
51,5 - 2,5
34 - 8
310 - 15
Diversen
Roosteren
Croûtons
Amandelen roosteren
Noten roosteren
Pijnboompitten roosteren
1
Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren
2
Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Regelmatig roeren.
3
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
4
Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
5
Olie (oppervlak van het gerecht inwrijven) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
6
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
5
2
6
6
6
« / ¬
«
«
«
«
44 - 6
36 - 10
43 - 15
43 - 15
43 - 15
25
nl Kinderslot
Zo stelt u in
Kies de juiste temperatuurstand in de tabel. Een lege
pan op de kookzone plaatsen.
1. Symbool Õ aanraken.
2. De kookzone kiezen. In de kookzone-indicatie is
Ý verlicht.
3. In de volgende 10 seconden in het instelgebied de
gewenste temperatuurstand kiezen.
AKinderslot
Kinder s l ot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de
kookplaat inschakelen.
Kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren:
1. De kookplaat inschakelen met de hoofdschakelaar.
2. Het symbool Ñ ca. 4 seconden lang aanraken.
De indicatie ‚ is 10 seconden lang verlicht.
De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren:
1. De kookplaat inschakelen met de hoofdschakelaar.
2. Het symbool Ñ ca. 4 seconden lang aanraken.
De blokkering is opgeheven.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
De functie is geactiveerd.
Het temperatuursymbool Ý knippert tot de
braadtemperatuur bereikt is. Er klinkt dan een
signaal en het temperatuursymbool knippert niet
meer.
4. Doe wanneer de braadtemperatuur bereikt is eerst
de olie en vervolgens de gerechten in de pan.
Aanwijzing: U dient de gerechten te keren, zodat ze
niet aanbranden.
BraadSensor uitschakelen
Raak het symbool Õ aan en kies de kookzone. De
kookzone gaat uit en de restwarmte-indicatie is verlicht.
In- en uitschakelen
In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" kunt u lezen hoe
u het automatische kinderslot inschakelt.
26
Wrijfbeveiliging nl
kWrijfbeveiliging
Wrijfbeveiliging
Wanneer u over het bedieningspaneel wrijft als de
kookplaat ingeschakeld is, kunnen er instellingen
veranderen. Om dit te voorkomen kan het
bedieningspaneel voor reinigingsdoeleinden worden
geblokkeerd.
Activeren: het symbool Ñ aanraken. Er klinkt een
signaal. Het bedieningspaneel is 35 seconden lang
geblokkeerd. U kunt over het oppervlak van het
bedieningspaneel wrijven zonder de instellingen te
veranderen.
Deactiveren: Na 35 seconden wordt het
bedieningspaneel gedeblokkeerd. Om de functie
voortijdig op te heffen het symbool Ñ aanraken.
Aanwijzingen
■ 30 seconden na activering klinkt een signaal.
Hiermee wordt aangegeven dat de functie spoedig
beëindigd is.
■ De reinigingsblokkering heeft geen invloed op de
hoofdschakelaar. De kookplaat kan op elk moment
worden uitgeschakeld.
bAutomatische
veiligheidsuitschakeling
Aut omati sche veiligheidsuitschakeling
Wanneer een kookzone langere tijd in gebruik is en er
geen instellingen gewijzigd zijn, wordt de automatische
veiligheidsuitschakeling geactiveerd.
De kookzone warmt niet meer op. In de kookzoneindicatie van de kookzone knipperen afwisselend ”, ‰
en de restwarmte-indicatie œ of •.
Wordt een willekeurig symbool aangeraakt, dan
schakelt de indicatie uit. De kookzone kan nu opnieuw
worden ingesteld.
Het tijdstip van de automatische
veiligheidsuitschakeling is afhankelijk van de ingestelde
kookstand (na 1 tot 10 uur).
27
nl Basisinstellingen
QBasisinstellingen
Basi si ns t el l i ngen
Het apparaat beschikt over verschillende
basisinstellingen. Deze basisinstellingen kunnen aan uw
persoonlijke behoeften worden aangepast.
‹ Bevestigings- en foutsignaal zijn uitgeschakeld.
‚ Alleen het foutsignaal is ingeschakeld.
ƒ Alleen het bevestigingssignaal is ingeschakeld.
„ Alle geluidssignalen zijn ingeschakeld.*
Energieverbruik weergeven
‹ Gedeactiveerd.*
‚ Geactiveerd.
Automatische programmering van de bereidingstijd
‹‹ Uitgeschakeld.*
‹‚-ŠŠ Tijd tot de automatische uitschakeling.
Duur van het geluidssignaal van de timer-functie
‚10 seconden.*
ƒ 30 seconden.
„ 1 minuut.
™ˆ
™‚‚
™‚ƒ
Power-Management functie. Totale vermogen van de kookplaat begrenzen
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het maximale vermogen van de kookplaat.
‹Gedeactiveerd. Maximale vermogen van de kookplaat.
*/**
‚ 1000 W minimaal vermogen.
‚.†1500 W
...
„3000 W aanbevolen voor 13 ampère.
„.†3500 W aanbevolen voor 16 ampère.
…4000 W
….†4500 W aanbevolen voor 20 ampère.
...
Š of Š.†Maximale vermogen van de kookplaat.**
Vooraf ingestelde vermogensstanden voor de Move-functie wijzigen
׊ Vooraf ingestelde vermogensstand voor het voorste kookgebied.
Ù† Vooraf ingestelde vermogensstand voor het middelste kookgebied.
Ø‚.† Vooraf ingestelde vermogensstand voor het achterste kookgebied.
Kookgerei en resultaat van het bereidingsproces controleren
‹Niet geschikt
‚Niet optimaal
ƒGeschikt
28
Basisinstellingen nl
™‚„
Activering van de flexibele kookzone configureren
‹ Als twee onafhankelijke kookzones.
‚Als één afzonderlijke kookzone.*
™‹
Terugzetten naar de standaard instellingen
‹Individuele instellingen.*
‚Terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
**Het maximale vermogen van de kookplaat wordt aangegeven op het typeplaatje.
--------
Zo komt u bij de basisinstellingen:
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. De kookplaat inschakelen.
2. In de volgende 10 seconden het symbool 0 ca.
4 seconden lang aanraken.
De eerste vier indicaties geven de productinformatie
weer. Raak het instelgebied aan, om de afzonderlijke
indicaties te kunnen zien.
ProductinformatieIndicatie
Klantenservice-index (KI)
Fabricagenummer
Fabricagenummer 1
Fabricagenummer 2
‹‚
”š
І.
‹.†
6. Het symbool 0 minstens 4 seconden lang
aanraken.
De instellingen zijn opgeslagen.
De basisinstellingen verlaten
Schakel de kookplaat uit met de hoofdschakelaar.
3. Wanneer u het symbool 0 opnieuw aanraakt, komt
u bij de basisinstellingen.
In de indicaties lichten ™‚ en ‹ op als voorinstelling.
4. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de gewenste
functie wordt weergegeven.
5. Vervolgens in het instelgebied de gewenste
instelling kiezen.
29
nl Weergave van het energieverbruik
[Weergave van het
energieverbruik
Weer gav e van het energi ever br ui k
Deze functie geeft op de kookplaat het totale
energieverbruik weer van de laatste keer dat hij is
gebruikt.
Na uitschakeling van de kookplaat wordt gedurende 10
seconden het verbruik in kilowattuur weergegeven, bijv.
‚.‹‰ kWh.
De precisie van de indicatie is onder andere afhankelijk
van de spanningskwaliteit van het elektriciteitsnet.
In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" kunt u lezen hoe
u deze functie inschakelt
tKookgerei-test
Koo k ge r ei - t es t
Met deze functie kunnen de snelheid en kwaliteit van
het kookproces afhankelijk van het kookgerei worden
gecontroleerd.
Het resultaat is een referentiewaarde en hangt af van de
eigenschappen van het kookgerei en de gebruikte
kookzone.
1. Plaats het onverwarmde kookgerei met ca. 200 ml
water in het midden van de kookzone die qua
diameter het meest geschikt is voor de bodem
ervan.
2. Ga naar de basisinstellingen en kies de instelling ™‚
ƒ.
3. Raak het instelbereik aan. In de kookzone-indicatie
knippert A.
De functie is geactiveerd.
Na 10 seconden verschijnt in de kookzone-indicatie het
resultaat over de kwaliteit en snelheid van het
kookproces.
Controleer het resultaat aan de hand van de volgende
tabel:
Resultaat
Het kookgerei is niet geschikt voor de kookzone en wordt
‹
daarom niet verwarmd.*
Het kookgerei wordt langzamer warm dan verwacht en het
‚
kookproces verloopt niet optimaal.*
Het kookgerei wordt goed verwarmd en het kookproces ver-
ƒ
loopt goed.
* Is er een kleinere kookzone aanwezig, test het kookgerei dan nog een
keer op de kleinere kookzone.
Raak het instelbereik aan om deze functie weer te
activeren.
Aanwijzingen
■ De flexibele kookzone is één kookzone; gebruik
slechts één kookvorm.
■ Is de gebruikte kookzone veel kleiner dan de
diameter van het kookgerei, dan zal waarschijnlijk
alleen het midden van de vorm warm worden en kan
het resultaat niet zo goed mogelijk of naar
tevredenheid uitvallen.
■ Informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
■ Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van het kookgerei vindt u in de
hoofdstukken ~ "Koken met inductie" en ~ "Flex
zone".
30
PowerManager nl
hPower-Manager
Power Manager
Met de functie Power-Manager kan het totale vermogen
van de kookplaat worden ingesteld.
De kookplaat is in de fabriek vooringesteld. Het
hoogste vermogen is aangegeven op het typeplaatje.
Met de functie Power-Manager kan de waarde volgens
de vereisen van de betreffende elektro-installatie
worden gewijzigd.
Om deze instelwaarde niet te overschrijden, verdeelt de
kookplaat het beschikbare vermogen automatisch over
de ingeschakelde kookzones.
Zolang de functie Power-Manager is geactiveerd, kan
het vermogen van een kookzone tijdelijk onder de
normale waarde vallen. Wordt er een kookzone
ingeschakeld en is de vermogensbegrenzing bereikt,
dan verschijnt ¬ kort in de kookstanden-indicatie. Het
apparaat regelt en kiest automatisch een zo hoog
mogelijke vermogensstand.
Voor meer informatie over de manier waarop het totale
vermogen van de kookplaat wordt gewijzigd, zie het
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
oHome Connect
Home Con n ec t
Dit apparaat is voorzien van WLAN, zodat er via een
mobiel eindapparaat instellingen naar het apparaat
kunnen worden gezonden.
Als het apparaat niet met het thuisnetwerk wordt
verbonden, functioneert het als een kookveld zonder
netwerkaansluiting. Het kookveld kan altijd via het
bedieningspaneel worden bediend.
De beschikbaarheid van de functie Home Connect is
afhankelijk van de beschikbaarheid van de Home
Connect diensten in uw land. De Home Connect
diensten zijn niet in elk land beschikbaar.Meer
informatie hierover vindt u op www.home-connect.com.
Aanwijzingen
■ Kookvelden zijn niet bedoeld voor gebruik zonder
toezicht - het koken moet worden gecontroleerd.
■ Houd u aan de veiligheidsadviezen in deze
gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat deze ook
worden nageleefd wanneer u het apparaat via de
Home Connect app bedient. Houd u ook aan de
aanwijzingen in de Home Connect
app.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 5
■ U kunt met de Home Connect app instellingen naar
uw apparaat zenden. Deze moeten vervolgens op
het apparaat worden bevestigd. Het is niet mogelijk
het apparaat te bedienen terwijl u onderweg bent.
■ De directe bediening van het apparaat heeft altijd
voorrang. In deze tijd is de bediening via de
Home Connect app niet mogelijk.
Instellen
Om instellingen via Home Connect te kunnen uitvoeren,
moet de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat geïnstalleerd en geconfigureerd zijn.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie van Home
Connect.
Om de instellingen uit te voeren, volgt u de stappen die
de app aangeeft.
Voor het configureren moet de app geopend zijn.
31
nl Home Connect
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
U heeft een router met WPS-functionaliteit nodig.
U dient toegang tot uw router te hebben. Is dit niet het
geval, doorloop dan de stappen “Handmatige
aanmelding in het thuisnetwerk”.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling
•’‚ verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‹ verlicht.
4. In het instelgebied de waarde ‚ instellen.
Op het bedieningspaneel knipperen ‚ en het
symbool D.
5. Binnen 2 minuten op de WPS-knop van de router
drukken.
Als op het bedieningspaneel het symbool D niet
meer knippert, maar constant brandt, is de
kookplaat met het thuisnetwerk verbonden.
Aanwijzing:
Als er geen verbinding tot stand kan worden
gebracht, verschijnt de waarde ƒ "handmatig
verbinden". Het apparaat handmatig in het
thuisnetwerk aanmelden of opnieuw de
automatische verbinding starten.
Het apparaat probeert automatisch zich met de app
te verbinden en de instelling •’ƒ wordt
weergegeven. In het instelbereik knippert de
waarde ‚.
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling
•’‚ verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‹ verlicht.
4. In het instelgebied de waarde ƒ instellen.
Op het bedieningspaneel knipperen ƒ en het
symbool D.
5. Een mobiel eindapparaat in het kookveldnetwerk
met de SSID “HomeConnect” aanmelden met de
sleutel “HomeConnect”.
6. App op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen voor de automatische
netwerkaanmelding opvolgen.
Het aanmeldproces is afgesloten als in de kookzoneindicatie de waarde ‹ verschijnt.
32
Als op het bedieningspaneel het symbool D niet
meer knippert, maar constant brandt, is de
kookplaat met het thuisnetwerk verbonden.
Home Connect nl
Het apparaat probeert automatisch zich met de app
te verbinden en de instelling
weergegeven. In het instelbereik knippert de
waarde ‚.
6. App op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen voor de handmatige
netwerkaanmelding opvolgen.
Het aanmeldproces is afgesloten als in de kookzoneindicatie de waarde ‹ verschijnt.
•’ƒ wordt
Home Connect instellingen
U kunt Home Connect op elk moment aan uw wensen
aanpassen.
Navigeer in de basisinstellingen van uw kookveld naar
de Home Connect instellingen om de netwerk- en
apparaatinformatie weer te geven.
Indicatie Functie
•’‚
‹
‚
ƒ
„
•’ƒ
‹
‚
•’„
‹
‚
Aanmelding in het thuisnetwerk (WLAN)
Niet verbonden / netwerkverbinding verbreken.
Automatisch verbinden.
Handmatig verbinden.
Verbonden.
Verbinding met app
Niet verbonden.
Verbinding maken.
Verbinding met WLAN
Draadloze module uitgeschakeld.
Draadloze module ingeschakeld.
Indicatie Functie
•’ˆ
‹
‚
ƒ
„
•’‰
‹
‚
* Basisinstelling
Aanwijzingen
■ De instelling •’ƒ wordt alleen weergegeven
wanneer het apparaat met het thuisnetwerk is
verbonden.
■ De instelling •’„ wordt alleen weergegeven
wanneer het apparaat al eens met een netwerk is
verbonden.
■ De instelling •’† wordt alleen weergegeven
wanneer er een update beschikbaar is.
■ De instelling •’‡ wordt alleen weergegeven
wanneer de servicedienst een verbinding met het
apparaat probeert te maken. Nadat u toegang heeft
verleend, kunt u deze op elk gewenst moment weer
beëindigen.
■ De instellingen •’ˆ en •’‰ worden alleen
weergegeven als er een WLAN-verbinding is.
WLAN deactiveren
Is Wi-Fi geactiveerd, dan kunt u gebruikmaken van de
Home Connect functionaliteit.
Aanwijzing:
Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw apparaat
binnen het netwerk max. 2 W nodig.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling
WLAN signaalsterkte
Niet verbonden met het thuisnetwerk (WLAN).
Signaalsterkte 1 (slecht)
Signaalsterkte 2 (gemiddeld)
Signaalsterkte 3 (goed)
Verbinding met Home Connect server
Niet verbonden.
Verbonden.
•’„ verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‚ verlicht.
•’…
‹
‚
•’†
‚
ƒ
•’‡
‹
‚
* Basisinstelling
Instellingen via app
Uitgeschakeld.
Ingeschakeld.*
Software-update
Update beschikbaar en gereed voor installatie.
Starten van de installatie.
Externe toegang door servicedienst
Niet toegestaan.
Toegestaan.
4. In het instelbereik de waarde ‹ instellen.
WLAN is gedeactiveerd en op het bedieningspaneel
verdwijnt het symbool D.
33
nl Home Connect
Loskoppelen van het netwerk
Loskoppel en van het net wer k
U kunt de kookplaat op elk moment van het netwerk
loskoppelen.
Aanwijzing:
Als uw kookplaat van het netwerk werd losgekoppeld,
is er geen bediening via Home Connect mogelijk.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling
•’‚ verschijnt.
In de kookzone-indicatie is „ verlicht.
4. In het instelbereik de waarde ‹ instellen.
Het apparaat heeft geen verbinding met het
thuisnetwerk en het symbool D verdwijnt van het
bedieningspaneel.
Netwerk verbinden
Net we r k ver bi nden
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling
•’‚ verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‹ verlicht.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling
•’ƒ verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‹ verlicht.
4. In het instelbereik de waarde ‚ instellen.
5. Volg de aanwijzingen in de app om het
verbindingsproces af te sluiten.
Instellingen via app
U kunt met de Home Connect app comfortabel toegang
krijgen tot de basisinstellingen van uw kookplaat en
instellingen voor de kookzones naar de kookplaat
sturen.
4. In het instelbereik
de waarde ‚ “Automatisch verbinden” of
de waarde ƒ “Handmatig verbinden” instellen.
5. Volg de aanwijzingen van de app volgens
~ "Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk" of
~ "Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk".
Met app verbinden
Wanneer de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat is geïnstalleerd, kunt u hem verbinden
met uw kookplaat.
Aanwijzingen
■ Het apparaat moet verbonden zijn met het netwerk.
■ De app moet zijn geopend en geconfigureerd.
■ Bij een directe verbinding met een afzuigkap de
kookplaat eerst loskoppelen van het thuisnetwerk en
de verbinding opnieuw starten.~ "Loskoppelen van
het netwerk" op pagina 34~ "Netwerk verbinden"
op pagina 34
Aanwijzingen
■ Voor het wijzigen van de basisinstellingen moet de
kookplaat uitgeschakeld zijn.
■ De directe bediening van het apparaat heeft altijd
voorrang. In deze tijd is bediening via de Home
Connect app niet mogelijk.
■ In de leveringstoestand is de overbrenging van
instellingen geactiveerd.
■ Als de overbrenging van instellingen is
gedeactiveerd, worden alleen de bedrijfstoestanden
van het kookveld in de Home Connect app
weergegeven.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Het symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling
•’… verschijnt.
4. Om de overbrenging te activeren, in het instelbereik
de waarde ‚ selecteren en om de overbrenging te
deactiveren, de waarde ‹ selecteren.
34
Home Connect nl
Kookinstellingen bevestigen
Zodra kookinstellingen naar een kookzone worden
doorgestuurd, begint afhankelijk van de instelling de
kookzone-indicatie, timerindicatie of veranderde functie
te knipperen. Om de instellingen te bevestigen, de
gewenste kookzone-indicatie aanraken. Om de
instellingen te annuleren, een willekeurige andere toets
van het kookveld aanraken.
Software-update
Met de functie Software-update wordt de software van
uw kookplaat geactualiseerd (bijvoorbeeld voor
optimalisatie, het verhelpen van fouten of
veiligheidsrelevante updates). Voorwaarde is dat u een
geregistreerde Home Connect gebruiker bent, de app
op uw mobiele eindapparaat hebt geïnstalleerd en
verbonden bent met de Home Connect Server.
Zodra er een software-update beschikbaar is, wordt u
via de Home Connect app geïnformeerd over de plaats
waar u de update ook kunt downloaden.
Nadat het downloaden met succes is afgesloten kunt u
de installatie starten via de kookplaat (basisinstellingen,
instelling •’†) of de Home Connect app starten,
wanneer u zich in uw lokale netwerk bevindt.
Nadat de installatie met succes is afgesloten wordt u
via de Home Connect app geïnformeerd.
Aanwijzingen
■ Tijdens de download kunt u de kookplaat gewoon
blijven gebruiken.
■ Afhankelijk van de persoonlijke instellingen in de
app kan een software-update ook automatisch
worden gedownload.
■ In geval van een veiligheidsrelevante update is het
raadzaam deze zo snel mogelijk te installeren.
Afstandsdiagnose
Bij storingen kan de servicedienst toegang tot uw
apparaat krijgen om een diagnose op afstand uit te
voeren.
Neem contact op met de servicedienst en zorg ervoor
dat uw apparaat met de Home Connect-server is
verbonden. Controleer of de dienst diagnose op afstand
in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing:
Ga voor meer informatie naar Help & Support op de
Home Connect-website van uw land: www.homeconnect.com. Daar kunt u ook zien of de dienst
diagnose op afstand in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home Connect
server (eerste registratie):
■ Eenduidige identificatie van het apparaat (bestaande
uit apparaatsleutels en het MAC addres van de
gewijzigde Wi-Fi communicatiemodule).
■ Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de informatietechnische
beveiliging van de verbinding).
■ De actuele software- en hardwareversie van uw
huishoudelijke apparaat.
■ Status van een eventuele eerdere reset naar de
fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Home
Connect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u
voor het eerst van de Home Connect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Aanwijzing:
Houd er rekening mee dat de Home Connect
functionaliteiten alleen kunnen worden gebruikt in
verbinding met de Home Connect app. Informatie over
gegevensbeveiliging kan in de Home Connect app
worden opgevraagd.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart BSH Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met Home Connect functionaliteit voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige toepasselijke
bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.siemens-home.bsh-group.com
op de productpagina van uw apparaat bij de
aanvullende documenten.
2,4 GHz band: 100 mW max.
5 GHz band: 100 mW max.
BEBGCZDKNLEEIEEL
ESFRHRITCYLVLTLU
y
HUMTNLATPLPTROSI€
SKFISEUKNOCHTR
5 GHz WLAN (Wi-Fi): alleen voor het gebruik binnenshuis
35
nl Verbinding afzuigkap
eVerbinding afzuigkap
Verbi ndi ng afzui gkap
U kunt dit apparaat met een passende afzuigkap
verbinden en zo de functies van de kap regelen via de
kookplaat.
U hebt verschillende mogelijkheden om de apparaten
met elkaar te verbinden:
Home Connect
Wanneer beide apparaten geschikt zijn voor Home
Connect, is het mogelijk ze te verbinden via de Home
Connect app.
Beide apparaten kunnen met de app en via het
bedieningspaneel worden gestuurd.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie bij Home
Connect en het Home Connect hoofdstuk. ~ "Home
Connect" op pagina 31
Apparaten verbinden via het thuisnetwerk
Gebruik dit verbindingstype als er geen of als slechts
één van de beide apparaten met de Home Connect app
is verbonden.
Als de apparaten via het thuisnetwerk met elkaar
worden verbonden, dan kunt u zowel de afzuigregeling
alsook Home Connect voor de kookplaat gebruiken.
Aanwijzingen
■ Houd u aan de veiligheidsadviezen in de
gebruiksaanwijzing van de afzuigkap. Zorg ervoor
dat deze ook worden opgevolgd als u het apparaat
via de afzuigregeling van de kookplaat
bedient.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 5
■ De bediening op de afzuigkap heeft altijd voorrang.
Gedurende deze tijd is bediening via de
afzuigregeling van de kookplaat niet mogelijk.
■ Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw apparaat
binnen het netwerk max. 2 W nodig.
Apparaten direct verbinden
Wordt het apparaat direct met een afzuigkap
verbonden, dan kan de afzuigkap via de kookplaat
worden gestuurd. Een verbinding met het thuisnetwerk
of met de app is voor beide apparaten niet meer
mogelijk. Beide apparaten kunnen via het
bedieningspaneel worden gestuurd.
Instellen
Om de verbinding tussen kookveld en afzuigkap in te
kunnen stellen, moet het kookveld ingeschakeld zijn.
Directe verbinding
Zorg ervoor dat de afzuigkap uitgeschakeld is.
Lees hiervoor het hoofdstuk “Verbinding kookplaat” in
de gebruiksaanwijzing van uw afzuigkap.
Aanwijzing:
Als u de kookplaat rechtstreeks met de afzuigkap
verbindt, is er geen verbinding met het thuisnetwerk
meer mogelijk en kunt u Home Connect niet meer
gebruiken.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling ™‚‡
verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‹ verlicht.
4. In het instelbereik de waarde ‚ instellen.
In de kookzone-indicatie knippert ‚.
5. Binnen 2 minuten op de afzuigkap de verbinding
starten.
Het kookveld is verbonden met de afzuigkap als in de
kookzone-indicatie de waarde „ verschijnt. Na het
verlaten van het instelmenu worden op het
bedieningspaneel van de kookplaat de symbolen voor
de afzuigregeling van de kookplaat weergegeven.
36
Verbinding afzuigkap nl
Verbinding via thuisnetwerk
U heeft een router met WPS-functionaliteit nodig.
U dient toegang tot uw router te hebben.Als dat niet het
geval is, volgt u de stappen bij “Rechtstreekse
verbinding”.
Zorg er aan het begin voor dat de afzuigkap met de
app is verbonden of zich in het thuisnetwerk bevindt.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling ™‚‡
verschijnt.
In het kookzonedisplay brandt ‹ (niet verbonden) of
ƒ (met thuisnetwerk verbonden).
4. In het instelbereik de waarde ‚ instellen.
In de kookzone-indicatie knippert ‚.
5. Als het apparaat nog niet met het thuisnetwerk was
verbonden, binnen 2 minuten op de WPS-toets van
de router drukken.
De kookplaat wordt verbonden met het thuisnetwerk
en in de kookzone-indicatie verschijnt de waarde ƒ.
De verbindingsopbouw met de afzuigkap start
automatisch en is gedurende 2 minuten actief.
Als het apparaat met het thuisnetwerk is verbonden,
met de volgende stap doorgaan.
6. Verbinding op de afzuigkap starten.
Het kookveld is verbonden met de afzuigkap als in de
kookzone-indicatie de waarde „ verschijnt. Na het
verlaten van het instelmenu worden op het
bedieningspaneel van de kookplaat de symbolen voor
de afzuigregeling van de kookplaat weergegeven.
Aanwijzing:
Er kan alleen verbinding worden gemaakt wanneer
beide apparaten met het thuisnetwerk zijn verbonden
en met het verbindingsproces bezig zijn. Als de tijd voor
het verbindingsproces bij een van de beide apparaten
reeds verstreken is, start u de verbinding opnieuw
(basisinstellingen, instelling ™‚‡).
Loskoppelen van het netwerk
Loskoppel en van het net werk
U kunt de opgeslagen verbindingen met het
thuisnetwerk en met de afzuigkap op elk moment
terugzetten.
Kap via het kookveld regelen
In de basisinstellingen van uw kookveld kunt u het
gedrag van uw afzuigkap afhankelijk van in- en
uitschakeling van het kookveld of afzonderlijke
kookplaten instellen. ~ "Afzuigregeling instellingen"
op pagina 38
Via het bedieningspaneel kunt u andere instellingen
uitvoeren.
Ventilator instellen
Activeren
1. Symbool I aanraken.
2. Kies de ventilatiestand.
U kunt kiezen uit de standen 1, 2 en 3. Raak om de
intensiefstanden te kiezen de toetsen 4 of 5 aan, of
raak de toets & zo vaak aan tot de gewenste
intensiefstand is ingesteld.
De ventilator is geactiveerd.
Deactiveren
1. Symbool I aanraken.
2. Ventilatiestand 0 kiezen.
De ventilator is gedeactiveerd.
Automatische modus instellen
Activeren
Symbool I zo lang aanraken tot op het
bedieningspaneel het symbool ‘ verschijnt.
Bij dampvorming start de ventilator automatisch.
Deactiveren
Symbool I zo lang aanraken tot het symbool ‘ dooft
of een andere ventilatorstand instellen.
De automatische functie is gedeactiveerd.
Verlichting van de kap instellen
U kunt het licht van de kap via het bedieningspaneel
van het kookveld in- en uitschakelen.
Symbool = aanraken.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het symbool 0 4 seconden lang aanraken.
De productinformatie wordt weergegeven.
3. Symbool 0 zo vaak aanraken tot de instelling ™‚‡
verschijnt.
4. In het instelbereik de waarde ‹ instellen.
De verbinding is weer hersteld.
37
nl Reinigen
Afzuigregeling instellingen
Afzuigregeling instellingen
U kunt de afzuigregeling van het kookveld op elk
moment aan uw wensen aanpassen.
Indicatie Functie
™‚‡
‹
‚
ƒ
„
™‚‰
‹
‚
ƒ
™ƒ‹
‹
‚
ƒ
„
™ƒ‚
‹
‚
™ƒƒ
‹
‚
* Basisinstelling
Verbinding kookveld - kap
Niet verbonden / verbinding verbreken.
Verbinding starten.
Met thuisnetwerk (WLAN) verbonden.
Met afzuigkap verbonden.
Automatisch starten van de ventilator
Uitgeschakeld.
De kap moet zo nodig handmatig worden ingeschakeld.
Ingeschakeld met automatische modus.*
De kap wordt bij inschakeling van een kookplaat in de
automatische modus ingeschakeld.
Ingeschakeld met handmatige modus.
De kap wordt bij inschakeling van een kookplaat op een
vaste stand ingeschakeld.
Naloop ventilator
De ventilator wordt samen met het kookveld uitgeschakeld.
Ingeschakeld met automatische modus.*
Ingeschakeld met standaard naloop ventilatie.
Geen wijziging van de instellingen.
Automatisch inschakelen van de verlichting
Uitgeschakeld.
Ingeschakeld.*
De verlichting wordt bij inschakeling van het kookveld
ingeschakeld.
Automatisch uitschakelen van de verlichting
Uitgeschakeld.*
Ingeschakeld.
De verlichting wordt bij uitschakeling van het kookveld uit-
geschakeld.
DReinigen
Rei n i g e n
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u
kopen via de klantenservice of in onze e-shop.
Kookplaat
Schoonmaken
Maak de kookplaat altijd schoon na het koken. Hierdoor
wordt voorkomen dat achtergebleven resten van
etenswaar inbranden. Maak de kookplaat pas schoon
wanneer de indicatie van de restwarmte verdwenen is.
Reinig de kookplaat met een vochtig
schoonmaakdoekje en droog hem vervolgens met een
doek na, zodat er geen kalkvlekken ontstaan.
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn
voor dit soort kookplaten. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant op de productverpakking.
Gebruik in geen geval:
■ onverdunde afwasmiddelen
■ schoonmaakmiddelen voor de vaatwasmachine
■ schuurmiddelen
■ scherpe schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of
vlekkenmiddelen
■ schuursponsjes
■ hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten
Hardnekkig vuil verwijdert u het best met een in de
handel verkrijgbare schraper. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant.
Geschikte schrapers kunt u kopen via de klantenservice
of in onze online-shop.
Met speciale sponsjes voor het reinigen van kookplaten
van glaskeramiek bereikt u goede resultaten.
Mogelijke vlekken
Resten van kalk en
water
Suiker, maïzena of
plastic
* Vervolgens met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen en met een
doek nadrogen.
Maak de kookplaat schoon zodra hij afgekoeld is. Er kan een geschikt schoonmaakmiddel voor kookplaten van glaskeramiek
worden gebruikt.*
Direct verwijderen, gebruik een schraper.
Voorzichtig: risico van verbranding.*
Aanwijzing:
De instellingen ™‚‰, ™ƒ‹, ™ƒ‚ en ™ƒƒ worden alleen
weergegeven als het apparaat is verbonden met een
afzuigkap.
38
Aanwijzing: Gebruik geen schoonmaakmiddelen
zolang de kookplaat warm is. Hierdoor kunnen vlekken
ontstaan. Zorg ervoor dat alle resten van het gebruikte
schoonmaakmiddel worden verwijderd.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te
voorkomen, dient u zich te houden aan de volgende
aanwijzingen:
■ Gebruik alleen warm zeepsop.
■ Was nieuwe schoonmaakdoekjes voor gebruik
grondig uit.
■ Gebruik geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen.
■ Gebruik geen schraper of scherpe voorwerpen.
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) nl
{Veelgestelde vragen en
antwoorden (FAQ)
Veelges t el de vr agen en ant woorden (FAQ)
Gebruik
Waarom kan de kookplaat niet worden ingeschakeld en waarom is het symbool van het kinderslot verlicht?
Het kinderslot is geactiveerd.
Informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk ~ "Kinderslot"
Waarom knipperen de indicaties en is er een geluidssignaal te horen?
Verwijder vloeistof of etensresten van het bedieningspaneel verwijderen. Alle voorwerpen verwijderen die op het bedieningspaneel liggen.
De aanwijzingen voor het deactiveren van het geluidssignaal vindt u in het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Waarom kan de braadsensor niet worden geactiveerd?
Het maximale opgenomen vermogen van het apparaat is bereikt of de functie PowerManager is geactiveerd. De vermogensstanden van de
actieve kookplaten uitschakelen of verlagen.
Meer informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk ~ "PowerManager" op pagina 31
Geluiden
Waarom zijn tijdens het koken geluiden te horen?
Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem van het kookgerei kunnen bij gebruik van de kookplaat geluiden te horen zijn. De geluiden zijn
normaal, horen bij de inductietechnologie en wijzen niet op een defect.
Mogelijke geluiden:
Diep zoemen zoals bij een transformator:
Is hoorbaar bij het koken op een hogere kookstand. Het geluid verdwijnt of neemt af wanneer de kookstand lager wordt gezet.
Diep fluiten:
Is hoorbaar wanneer het kookgerei leeg is. Dit geluid verdwijnt wanneer water of levensmiddelen in het kookgerei worden gedaan.
Knisperen:
Is hoorbaar bij kookvormen die uit verschillende materiaallagen bestaan of bij gelijktijdig gebruik van kookgerei van verschillende
grootte en verschillend materiaal. Het volume van het geluid kan variëren, afhankelijk van de hoeveelheid en bereidingswijze van de
gerechten.
Hoge fluittonen:
Kunnen ontstaan wanneer voor twee kookzones tegelijk de hoogste kookstand wordt gebruikt. De fluittonen verdwijnen of worden zwakker wanneer de kookstand lager wordt gezet.
Ventilatorgeluid:
De kookplaat beschikt over een ventilator, die bij hoge temperaturen wordt ingeschakeld. De ventilator kan ook na uitschakeling van de
kookplaat verder lopen, wanneer de gemeten temperatuur nog te hoog is.
39
nl Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)
Kookgerei
Welk kookgerei is geschikt voor de inductiekookplaat?
Informatie over kookgerei dat geschikt is voor inductie vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
Waarom wordt de kookzone niet warm en knippert de kookstand?
De kookzone waarop het kookgerei staat, is niet ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de kookzone waarop het kookgerei staat ingeschakeld is.
Het kookgerei is te klein voor de ingeschakelde kookzone of is niet geschikt voor inductie.
Ga na of het kookgerei geschikt is voor inductie en of het op de kookzone met de meest geschikte afmetingen staat. Informatie over het
soort, de grootte en de plaatsing van het kookgerei vindt u in de hoofdstukken ~ "Koken met inductie", ~ "Flex zone" en ~ "Move-functie".
Waarom duurt het zo lang tot het kookgerei warm wordt of waarom wordt het niet warm genoeg, hoewel er een hoge kookstand is ingesteld?
Het kookgerei is te klein voor de ingeschakelde kookzone of is niet geschikt voor inductie.
Ga na of het kookgerei geschikt is voor inductie en of het op de kookzone met de meest geschikte afmetingen staat. Informatie over het
soort, de grootte en de plaatsing van het kookgerei vindt u in de hoofdstukken ~ "Koken met inductie", ~ "Flex zone" en ~ "Move-functie".
Schoonmaken
Hoe wordt de kookplaat schoongemaakt?
Met de speciale glaskeramiek worden optimale resultaten bereikt.Wij adviseren om geen scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
reinigingsmiddelen voor afwasmachines (concentraten) of poetslappen te gebruiken.
Meer informatie voor de reiniging en het onderhoud van uw kookplaat vindt u in het hoofdstuk ~ "Reinigen"
40
Wat te doen bij storingen? nl
3Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bi j s t ori ngen?
In de regel gaat het bij storingen om kleinigheden ie
gemakkelijk op te lossen zijn. Neem alstublieft de
aanwijzingen in de tabel in acht voor u de servicedienst
belt.
IndicatieMogelijke oorzaakOplossing
GeenDe stroomtoevoer is onderbroken. Controleer met behulp van andere elektrische apparaten of er
kortsluiting bij de stoomtoevoer is opgetreden.
Het apparaat is niet aangesloten volgens het
schakelschema.
Storing in het elektronisch systeem.Kan de storing niet worden verholpen, neem dan contact op met
De indicaties knipperenHet bedieningspaneel is vochtig of er bevindt
zich een voorwerp op.
In de kookzone-indicaties knip-
pert Ù
”ƒ / “ˆ‹‚†
”… / “ˆ‹‚†
Ӡ + vermogensstand en
geluidssignaal
Ӡ en geluidssignaal
”‚ / ”‡
”‹
”Š
”‰
“ˆ‹‚‹
“Š‹‹‹
“Š‹‚‹
—…‹‹
š“
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel.
Er is een storing in het elektronisch systeem
opgetreden.
De elektronica is oververhit, waardoor de betreffende kookzone is uitgeschakeld.
De elektronica is oververhit, waardoor alle kookzones zijn uitgeschakeld.
In het gebied van het bedieningspaneel staat een
hete pan. De elektronica dreigt oververhit te
raken.
In het gebied van het bedieningspaneel staat een
hete pan. Ter bescherming van de elektronica is
de kookzone uitgeschakeld.
De kookzone is oververhit geraakt en uitgeschakeld ter beveiliging van het werkblad.
De functie Instellingsoverdracht kan niet worden
geactiveerd.
De FlexPlus-kookzone kan niet worden geactiveerd
De kookzone is lange tijd en zonder onderbreking in gebruik geweest.
De kookplaat kan geen verbinding maken met
het thuisnetwerk of de afzuigkap.
De bedrijfsspanning is buiten het normale
bedrijfsgebied onjuist.
De kookplaat is niet op de juiste manier aangesloten
De demo-modus is geactiveerdHaal de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Wacht
Zorg ervoor dat het apparaat volgens het schakelschema is aangesloten.
de technische servicedienst.
Maak het bedieningspaneel droog of verwijder het voorwerp.
Om de storing ongedaan te maken, dient u het bedieningspaneel
kort met de hand af te dekken.
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is. Raak vervolgens een willekeurig symbool op de kookplaat aan.
De betreffende pan verwijderen. Kort daarna verdwijnt de foutindicatie. U kunt doorgaan met koken.
Neem de betreffende pan weg. Wacht enkele seconden. Raak
een willekeurig bedieningsvlak aan. Wanneer de foutindicatie verdwijnt, kunt u verder koken.
Wacht tot de elektronica voldoende is afgekoeld en schakel de
kookzone opnieuw in.
Bevestig de foutindicatie door een willekeurig sensorveld aan te
raken. U kunt koken zoals u gewend bent, zonder de functie
Instellingenoverdracht te gebruiken. Neem contact op met de
technische servicedienst.
Bevestig de foutindicatie door een willekeurig sensorveld aan te
raken. U kunt de overige kookzones gebruiken zoals u gewend
bent. Neem contact op met de technische servicedienst.
De automatische veiligheidsuitschakeling is geactiveerd. Zie het
hoofdstuk
Bevestig de foutindicatie door een willekeurig sensorveld aan te
raken. U kunt weer koken zoals u gewend bent, zonder dat er verbinding is.
Verschijnt de indicatie opnieuw, neem dan contact op met de
technische servicedienst.
Neem contact op met uw elektriciteitsbedrijf.
Haal de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Zorg ervoor
dat hij volgens het schakelschema is aangesloten.
30 seconden en sluit de kookplaat opnieuw aan. Raak binnen de
volgende 3 minuten een willekeurig sensorveld aan. De demomodus is gedeactiveerd.
41
nl Servicedienst
Aanwijzingen
■ Wanneer in de indicatie “ verschijnt, moet u het
sensorveld van de bijbehorende kookzone ingedrukt
houden om de storingscode te kunnen aflezen.
■ Staat de storingscode niet vermeld in de tabel, haal
de stekker van de kookplaat dan uit het stopcontact,
wacht 30 seconden en sluit de kookplaat vervolgens
opnieuw aan. Verschijnt de indicatie opnieuw, neem
dan contact op met de technische servicedienst en
geef de exacte storingscode op.
■ Treedt er een fout op, dan gaat het apparaat niet
meer over naar de standby-modus.
4Servicedienst
Ser vi ce di en s t
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst
het E-nummer en FD-nummer van het apparaat op.
Het typeplaatje met de nummers vindt u:
■ op de apparaatpas.
■ op het onderste deel van de kookplaat.
Het E-nummer is ook op het glazen oppervlak van de
kookplaat te vinden. U kunt de klantenservice-index (KI)
en het FD-nummer controleren door naar de
basisinstellingen te gaan. Dit staat beschreven in het
hoofdstuk~ "Basisinstellingen".
Houd er rekening mee dat een bezoek van een
technicus van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
42
ETestgerechten
Test ger ec ht en
Deze tabel is gemaakt voor testinstituten, om het testen
van onze toestellen te vergemakkelijken.
De gegevens van de tabel verwijzen naar ons
toebehoren van Schulte-Ufer (pannenset van 4 stuks
voor inductieplaat HZ390042 met de volgende
afmetingen:
■ Steelpan Ø 16 cm, 1,2 l voor kookzones van
Ø 14,5 cm
■ Kookpan Ø 16 cm, 1,7 l voor kookzones van
Ø 14,5 cm
■ Kookpan Ø 22 cm, 4,2 l voor kookzones van
Ø 18 cm
■ Koekenpan Ø 24 cm, voor kookzones van Ø 18 cm
TestgerechtenVormenKookstand
Chocolade smelten
Couverture (bijv. merk Dr. Oetker, pure chocolade 55 % cacao,150 g)Steelpan
Ø 16 cm
---1.5Nee
Testgerechten nl
VoorverwarmenBereiden
Tijdsduur
(Min:sec)
Deksel
Kookstand
Deksel
Linzenschotel opwarmen en warmhouden
Linzenschotel*
Begintemperatuur 20 °C
Hoeveelheid: 450 g
Hoeveelheid: 800 g
Linzenschotel uit blik
Bijv. linzenterrine met worstjes van Erasco.
Begintemperatuur 20 °C
Hoeveelheid: 500 g
Hoeveelheid: 1 kg
Bechamelsaus maken
Temperatuur van de melk: 7 ºC
Ingrediënten: 40 g boter, 40 g bloem, 0,5 l melk (3,5 % vetgehalte) en
een snufje zout
1. Boter smelten, bloem en zout erdoor roeren en het geheel verwarmen.
2. De melk bij de roux van bloem voegen en deze onder voortdurend roeren aan de kook brengen.
3. Wanneer de bechamelsaus begint te koken, nog 2 minuten
onder voortdurend roeren op de kookzone laten staan.
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
Kookpan
Ø 16 cm
Kookpan
Ø 22 cm
Kookpan
Ø 16 cm
Kookpan
Ø 22 cm
Steelpan
Ø 16 cm
9
9
1:30
(zonder roeren)
2:30
(zonder roeren)
Ja1.5Ja
Ja1.5Ja
ca. 1:30
9
(na ca. 1 min.
Ja1.5Ja
roeren)
ca. 2:30
9
(na ca. 1 min.
Ja1.5Ja
roeren)
2ca. 6:00Nee--
7ca. 6:30Nee--
---2Nee
43
nl Testgerechten
TestgerechtenVormenKookstand
Rijstepap koken
Rijstepap, afgedekt gekookt
Temperatuur van de melk: 7 ºC
De melk opwarmen tot deze begint op te komen.Aambevolen kookstand
instellen en rijst, suiker en zout aan de melk toevoegen.
Bereidingstijd, inclusief voorverwarmen, ca. 45 min.
Ingrediënten: 190 g rijst met ronde korrel, 90 g suiker, 750 ml
melk, (3,5 % vetgehalte) en 1 g zout
Ingrediënten: 250 g rijst met ronde korrel, 120 g suiker, 1 l melk
(3,5 % vetgehalte) en 1,5 g zout
Rijstepap, onafgedekt gekookt
Temperatuur van de melk: 7 ºC
Ingrediënten aan de melk toevoegen en onder voortdurend roeren
opwarmen. Aanbevolen kookstand kiezen wanneer de melk een temperatuur van ca. 90 ºC heeft bereikt, en op een kleine stand ongeveer
50 min. laten sudderen.
Ingrediënten: 190 g rijst met ronde korrel, 90 g suiker, 750 ml
melk, (3,5 % vetgehalte) en 1 g zout
Ingrediënten: 250 g rijst met ronde korrel, 120 g suiker, 1 l melk
(3,5 % vetgehalte) en 1,5 g zout
Kookpan
Ø 16 cm
Kookpan
Ø 22 cm
Kookpan
Ø 16 cm
Kookpan
Ø 22 cm
8.5ca. 5:30Nee
8.5ca. 5:30Nee
8.5ca. 5:30Nee3Nee
8.5ca. 5:30Nee2.5Nee
VoorverwarmenBereiden
Tijdsduur
(Min:sec)
Deksel
Kookstand
3
(na 10 min.
roeren)
3
(na 10 min.
roeren)
Deksel
Ja
Ja
Rijst koken
Watertemperatuur 20 °C
Ingrediënten: 125 g rijst met lange korrel, 300 g water en een
snufje zout
Ingrediënten: 250 g rijst met lange korrel, 600 g water en een
snufje zout
Varkenslende braden
Begintemperatuur van de lende: 7 °C
Hoeveelheid: 3 varkenslendenen (totaalgewicht ong. 300 g, 1 cm
dik) en 15 ml zonnebloemolie
Pannenkoeken maken
Hoeveelheid: 55 ml beslag per pannenkoekBraadpan
Frituren van diepvriesfrites
Hoeveelheid: 2 l zonnebloemolie, per portie: 200 g diepvriesfrites
(bijv. McCain 123 Frites Original)
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
Kookpan
Ø 16 cm
Kookpan
Ø 22 cm
Braadpan
Ø 24 cm
Ø 24 cm
Kookpan
Ø 22 cm
9ca. 2:30Ja2Ja
9ca. 2:30Ja2.5Ja
9ca. 1:30Nee7Nee
9ca. 1:30Nee7Nee
Tot de olietem-
9
peratuur
180 °C bereikt
Nee9Nee
44
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Str. 34
81739 München
GERMANY
Gefabriceerd door BSH Hausgeräte GmbH onder handelsmerklicentie van Siemens AG
siemens-home.bsh-group.com
*9001379036*
9001379036 (991129)
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.