Vor dem Einbau ...............................................................
Vorbereitung des Küchenmöbels ................................
Einbau des Kochfeldes ..................................................
Anschluss des Kochfeldes ............................................
Ausbau des Kochfeldes .................................................
2
3
3
4
5
5
6
6
6
6
7
7
7
7
8
8
8
9
9
1
m Wichtige Bemerkungen
Lesen Sie diese Gebrauchsanweisung aufmerksam
durch. Nur so können Sie Ihr Gerät effektiv und sicher
benutzen.
Bewahren Sie die Installations- und
Gebrauchsanweisungen gut auf und geben Sie sie an
einen eventuellen neuen Besitzer des Gerätes weiter.
Der Hersteller ist jeglicher Verantwortung enthoben,
wenn die Bestimmungen dieses Handbuchs nicht
eingehalten werden.
Sicherheitshinweise
Alle Installations- und Anschlussarbeiten sollten durch
einen qualifizierten Techniker vorgenommen werden. Die
jeweils im Land geltenden Richtlinien und gesetzlichen
Vorschriften sowie die Bestimmungen der lokalen
Elektrizitätswerke müssen dabei eingehalten werden. Wir
empfehlen Ihnen, für diese Arbeiten unseren
Kundendienst zu rufen.
Dieses Gerät wurde ausschließlich für den Gebrauch im
Haushalt, nicht für den berufsmäßigen Gebrauch
entworfen.
Hantieren Sie nie im Inneren des Gerätes.
Gegebenenfalls rufen Sie unseren Kundendienst.
Falls Sie einen Schaden am Gerät feststellen, schließen
Sie es nicht an. Rufen Sie unseren Kundendienst.
Die Oberflächen der Kochherde werden während des
Betriebs heiß. Handeln Sie vorsichtig. Halten Sie Kinder
fern.
Benutzen Sie das Gerät nur zum Kochen, niemals als
Heizgerät.
Überhitztes Fett oder Öl ist leicht entzündlich. Entfernen
Sie sich nicht, wenn Sie Fett oder Öl erhitzen. Falls sich
Fett oder Öl entzündet, löschen Sie das Feuer nicht mit
Wasser. Verbrennungsgefahr! Decken Sie den Topf oder
die Pfanne zum Ersticken der Flamme mit einem Deckel
ab und schalten Sie die Kochstelle aus.
2
Im Fall eines Defektes schalten Sie die Stromzufuhr zum
Gerät aus. Für Reparationsarbeiten rufen Sie unseren
Kundendienst.
Benutzen Sie keine Dampfreiniger zur Säuberung des
Gerätes. Lebensgefahr durch Stromschlag!
Die in diesem Bedienungshandbuch dargestellten
Grafiken sind orientativ.
Elektrische Kochplatten
Vor dem ersten Gebrauch
Um den Neugeruch zu beseitigen, schalten Sie alle
Kochstellen nacheinander mit maximaler Temperatur und
ohne Kochgefäß für jeweils fünf Minuten an. Schalten Sie
immer nur eine Kochstelle an. Während des erstens
Betriebs können Rauch und Gerüche freiwerden, die mit
der Zeit verschwinden.
Vorsicht! Benutzen Sie die Kochstellen nicht ohne
Kochgefäße, außer für das erste Erwärmen.
Betrieb
Einschalten
Ausschalten
Restwärme
Drehen Sie den Schalter nach rechts, bis die gewünschte
Position erreicht ist.
Position 1: minimale Leistung.
Position 6 oder 9 (je nach Modell): maximale Leistung.
Tipp: Wir empfehlen Ihnen, am Beginn des
Kochvorgangs die maximale Leistung zu benutzen und
nach einigen Minuten niedrigere Leistungsstufen zu
wählen.
Drehen Sie den Schalter nach links, bis die Position
Ausschalten erreicht ist.
Die elektrische Kochstellen können einige Minuten vor
dem Ende des Kochvorgangs ausgeschaltet werden. Die
Restwärme erlaubt es, einige Minuten weiterzukochen
und so Energie zu sparen.
3
Empfehlungen
Die folgenden Empfehlungen sind für Ihre Orientierung.
Erhöhen Sie die Leistung, wenn:
Sie viel Flüssigkeit oder generell große Mengen eines
Gebruik pannen met een maat die geschickt is voor
de kookzone. De diameter van de bodem van de pan
moet dezelfde zijn als die van de kookzone, nooit
kleiner.
Gebruik pannen met een vlakke en dikke bodem.
Gebruik geen vervormde pannen, deze staan niet
stabiel op de kookzone.
Plaats de pan in het midden van de kookzone. Zo niet,
dan kan deze omvallen.
Kook altijd met de deksels van de pannen.
Sla niet op de kookplaat, noch plaats hierop overmatig
gewicht.
Hanteer de pannen voorzichtig op de kookplaat.
Dek de kookplaat niet af met aluminiumfolie of
dergelijke terwijl u kookt. Dit zou de kookplaat kunnen
beschadigen.
Vermijd het overlopen van vloeistof op de kookplaat
en op de kookzones. Gebruik hoge pannen indien u
met veel vloeistof kookt.
22
Houd de kookplaat droog. Zout water en natte pannen
kunnen deze aantasten. Kook niet met natte pannen.
Reiniging en onderhoud
Verwijder onmiddellijk met een doek het voedsel dat
gemorst is.
Reinig de kookzones met water en zeep.
Droog de kookplaat. De kookzones kunnen mettertijd
roesten wegens het vocht. Verhit kort de vochtige
kookzones.
Om de bekleding van de kookzones te beschermen,
bestrijk deze met olie of met een op de markt
beschikbaar bewaarmiddel.
Met het gebruik, kunnen de omtrekken van de
kookzones vergelen. Dit is normaal. Reinig de omtrekken
met reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Het schoonmaakmiddel voor roestvrij staal mag niet
gebruikt
Dit om te
worden uitgeveegd.
worden in de zone rond de bedieningsknoppen.
voorkomen dat de aanwijzingen (serigrafie)
Geëmailleerde oppervlakken
Reinig de kookplaat met een vochtige doek.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen of ruwe
sponzen. De kookplaat kan haar glans verliezen.
Oppervlakken in roestvrij staal
Met het gebruik, kunnen zich blauwachtige en
geelachtige vlekken vertonen op de kookplaat en op de
omtrekken van de kookzones. Gebruik
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen.
Hoe schade vermijden
Houd de kookplaat droog. Zout water en natte pannen
kunnen deze aantasten.
Vermijd dat er zout op de kookplaat terecht komt.
23
Gebruik nooit scherpe voorwerpen, messen, enz. om
aangekoekte voedselresten te verwijderen van de
kookplaat.
Gebruik geen stoomreinigers om het apparaat te
reinigen, dit zou beschadigd kunnen worden.
Technische dienst
Indien onze Technische dienst aangevraagd wordt , dient
het productnummer (E-Nr.) en het fabricagenummer (FD)
van het apparaat te worden verstrekt. Deze informatie
staat op het gegevensplaatje van het apparaat, en op de
sticker die zich bevindt in de handleiding.
Garantie voorwaarden
De garantievoorwaarden die van toepassing zijn, worden
bepaald door de vertegenwoordiging van onze
onderneming in het land waarin de aankoop uitgevoerd
is. U kan gedetailleerde informatie aanvrangen in onze
verkooppunten.
U moet het aankoopbewijs tonen om gebruik te maken
van de garantie.
Recht op wijzigingen voorbehouden.
De verpakking en uw oude apparaat
Als op het typeplaatje van uw apparaat het symbol staat,
volg dan de volgende aanwijzingen op:
Milieuvriendelijk afvoeren
Pak het apparaat uit en voer de verpakking op een
milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de
Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte
24
elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical
and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader ann voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking von oude.
Montage van de kookplaat
Lees deze instructies aandachtig voordat u de montage
van het apparaat uitvoert.
De fabrikant is vrij van elke verantwoordelijkheid,
indien niet voldaan wordt aan de beschikkingen van
deze handleiding.
Veiligheidsaanwijzingen
Alle installatie- en aansluitwerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door een geautorisieerde vakman,
waarbij de normen en wettelijke voorschriften nageleefd
worden die geldig zijn in het land en de voorschriften van
de plaatselijke elektriciteitsmaatschappijen. Voor deze
werkzaamheden, bevelen wij u aan onze Technische
dienst te telefoneren.
Dit apparaat is enkel ontworpen voor niet professioneel
huishoudelijk gebruik.
Voor elke handeling, sluit de stroomtoevoer van het
apparaat af.
De aansluitkabels van de elektrische toestellen mogen
de hete delen van de kookplaat niet raken. De isolering
van de kabels kan beschadigd worden.
De apparaten met een elektrisch component moeten
verpflicht geaard worden.
Manipuleer de binnenzijde van het apparaat niet.
Telefoneer, indien nodig, onze Technische dienst.
Controleer dat de kookplaat compatibel is met de oven
of bedieningsmodule.
Voor de installatie
Panelen die zich in onmiddellijke nabijheid van de
kookplaat bevinden, moeten van niet brandbaar
materiaal zijn. Zowel de deklaag als de lijm waarmee
deze is vastgemaakt, moeten hittebestendig zijn, om
beschadiging te voorkomen.
Dit toestel kan niet geïnstalleerd worden op koelkasten,
wasmachines, vaatwassers of dergelijke.
25
Voorbereiding van het meubel
Indien de kookplaat geïnstalleerd wordt dicht bij een
wand of zijkant van een kast, moet de minimumafstand
tussen de inbouwopening en de wand 80mm bedragen.
Het werkvlak snijden zoals getoond op de tekening
(minimumdikte 38mm).
De snijvlakken bedekken met een vernis die bestand is
tegen hitte en vocht. Op betegelde werkvlakken, de
afdichtingen van de tegels afsluiten met siliconrubber.
Voor elk plakwerk in de zone van de kookplaat,
hittebestendig plakmiddel gebruiken (>150º).
Indien de bodem van de kookplaat met
bedieningsmodule bereikbaar is, moet een
scheidingsstuk geplaast worden op een minimumafstand
van 100mm van de bodem van de kookplaat, om
mogelijke contacten te vermijden.
Montage van de kookplaat
1. Krammen plaatsen op de voorziene punten. Niet
frezen op deze punten.
2. De krammen vastdraaien, gebruik de bovenste
opening. Voor betegelde werkvlakken, de onderste
opening gebruiken.
3. De geleverde klevende afdichting plakken, waarbij de
omtrek van de plaat gevolgd wordt. De uiteinden van
de afdichting dienen elkaar niet te overlappen.
4. Voordat de kookplaat in de inbouwopening
ingebouwd wordt, controleren dat de kleuren van de
contactstop en de steker overeenstemmen.
5. De kookplaat inbouwen en deze inpassen door van
bovenaf te drukken. De kabels naar de voorzijde
verwijderen.
Aansluiting van de kookplaat
Controleer op het gegevensplaatje dat het vermogen en
de voltage van het apparaat compatibel zijn met de
elektrische installatie.
Dit apparaat is van type Y: de ingangskabel dient niet te
worden vervangen door de gebruiker, maar door de
26
Technische dienst. Het type kabel en de
minimumdoorsnede dienen te worden gerespecteerd.
1. De elektrische aansluiting uitvoeren tussen de
kookplaat en de bedieningsmodule of de oven. Geen
van de apparaten dient op de stroom aangesloten te
zijn.
2. De aarding (groen en gele kabel) van de kookplaat
van de oven of bedieningsmodule vastdraaien.
3. De contactstoppen van de verschillende kookzones
aansluiten op de overeenstemmende stopcontacten.
De kleur gemarkeerd op de kabel moet
overeenstemmen met die van het punt dat zich
bevindt bij het stopcontact.
4. De oven of bedieningsmodule voorzichtig inbouwen,
om geen kabel te beschadigen.
Note: Indien de kookplaat niet werkt nadat deze
geïnstalleerd is, de zekeringen van de hoofdaansluiting
controleren. Indien deze nog steeds niet werkt, een
geautoriseerde vakman laten komen.
Uitbouw van de kookplaat
1. De stroom van de oven afsluiten. Daarna mag pas de
aarding worden uitgeschakeld.
2. Aarding uitschakelen (groen en gele kabel).
3. De oven uitbouwen in omgekeerde volgorde als bij de
montage.
27
Remarque importantes .................................................. 29
Indications de sécurité.................................................... 29