SI-8G80B-003-03
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
- Ter voorkoming van ernstig letsel:
●
Het is van vitaal belang dat u de werking van het
remsysteem van uw fi ets volledig begrijpt. Indien het
remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt wordt,
kan dit tot gevolg hebben dat u de macht over het
stuur verliest of tot een ongeluk leiden waarbij u
ernstige verwondingen kunt oplopen.
Omdat de bediening van elke fi ets verschillend
is, dient u de juiste remtechnieken te leren
(zoals de kracht waarmee de remhendel
ingedrukt dient te worden alsmede de overige
bedieningseigenschappen van uw fi ets).
Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw fi ets
en een professionele fi etsenhandelaar en oefen uw
rij- en remtechniek.
●
Als de voorrem te krachtig wordt aangetrokken,
bestaat de kans dat het wiel blokkeert en dat de fi ets
over de kop slaat wat ernstig letsel kan veroorzaken.
●
De remhendels SB-8S20/ST-8S20/SB-7S45/
BL-IM60/BL-IM65/BL-IM45 zijn voorzien van een
keuzemechanisme. Zet dit mechanisme bij gebruik
van de BR-IM81-R, BR-IM80-R, BR-IM55-R en BRIM45-R in de stand C.R.
C.R functiestand
De C geeft de functiestand voor het
gebruik met vrijdragende remmen aan.
De R geeft de functiestand voor het
gebruik met trommelremmen.
●
Maak bij het bevestigen van de remarm aan het frame
gebruik van een remarmklem die overeenkomt met de
grootte van de kettingsteun en trek deze stevig met de
klemschroef en de klemmoer met het voorgeschreven
aantrekkoppel aan. Gebruik voor de klemmoer een
borgmoer met een nylon voering (zelfborgende moer).
Het wordt aanbevolen standaard Shimano onderdelen
te gebruiken voor de klemschroef, de klemmoer en
de remarmklem. Gebruik verder een remarmklem
die overeenkomt met de grootte van de kettingsteun.
Als de klemmoer van de remarm losraakt of als de
klemschroef of de remarmklem beschadigd raakt,
kan de remarm op de kettingsteun gaan meedraaien,
waardoor het stuur plotseling naar één kant getrokken
wordt, of het fi etswiel kan geblokkeerd raken en
de fi ets kan omvallen, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken.
●
Zorg ervoor dat u de montage-instructies ter
beschikking heeft en lees deze nauwkeurig
alvorens de onderdelen te monteren. Loszittende,
versleten of beschadigde onderdelen kunnen de
berijder ernstig letsel toebrengen.
Het wordt ten sterkste aanbevolen uitsluitend originele
Shimano vervangingsonderdelen te gebruiken.
●
Controleer steeds alvorens u met de fi ets gaat rijden
of de voor- en achterremmen correct functioneren.
●
Als het wegdek nat is, zullen de banden
gemakkelijker slippen. Als de banden slippen,
bestaat de kans dat u van de fi ets valt. Om dit te
voorkomen, uw snelheid verminderen en de remmen
tijdig en voorzichtig aantrekken.
●
Lees deze technische montage-instructies
nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats voor
toekomstige referentie.
LET OP
- Ter voorkoming van ernstig letsel:
Bij gebruik van het Shimano Inter-M remsysteem, bij
1.
het afrijden van lange hellingen continu gebruik van
de remmen vermijden, aangezien hierdoor de interne
remonderdelen bijzonder heet worden, hetgeen een
nadelig effect op de remwerking heeft. Ook kan dit
tot gevolg hebben dat de hoeveelheid vet binnen
in de rem vermindert, hetgeen tot problemen zoals
abnormaal plotseling afremmen kan leiden.
De constructie van het Shimano Inter-M remsysteem
is tot stand gekomen op basis van standaarden
zoals ISO 4210 en DIN 79100-2.Deze standaarden
bepalen de prestatie voor een totaal gewicht van
100 kg. Hoewel de BR-IM81-R is ontworpen voor
een aannemelijk totaal gewicht van 130 kg. Als
het totaal gewicht meer is dan 100 kg (130 kg voor
BR-IM81-R), bestaat de kans dat het remvermogen
dat door het systeem wordt geleverd voor een
juist afremmen onvoldoende is en dat ook de
gebruiksduur van het systeem verminderd wordt.
Voor het verkrijgen van een optimale werking van de
2.
Shimano Inter-M rem, steeds Shimano remkabels en
remhendels als set gebruiken.
De hoeveelheid beweging van de binnenkabel
wanneer de remhendel wordt ingedrukt dient
14,5 mm of meer te zijn. Als dit minder is
dan 14,5 mm, zal dit een nadelig effect op de
remwerking hebben en bestaat de kans dat de
remmen niet zullen functioneren.
Indien de naafmoeren dopmoeren zijn, gebruik dan
3.
een frame met vorkuiteinden van tenminste 7 mm
dikte.
Controleer of de remunit goed op de naaf gemonteerd is
4.
met de remunitvulring.
Remeenheid Remunitvulring (handmatig aanbrengen)
Controleer of het wiel stevig is vastgezet aan het
5.
frame met behulp van de naafmoeren.
Naafmoer
Aantrekkoppel:
30 – 45 N·m {300 – 450 kgf·cm}
Controleer of de remarm stevig aan de kettingsteun
6.
bevestigd is met behulp van de remarmklem. Indien
de remarm niet correct gemonteerd is, zal dit een
nadelig effect op de remwerking hebben.
Remarmklem
Indien er bij het
Kettingsteun
Remarm
Bij het monteren van de klemschroef, de klemmoer
tijdens het aantrekken van de klemschroef stevig
vasthouden met een 10 mm steeksleutel.
Controleer na het aantrekken van de klemschroef
dat deze ongeveer 2 – 3 mm vanaf de buitenkant
van de klemmoer uitsteekt.
Klemmoer
bevestigen overmatige
kracht op de remarm
wordt uitgeoefend, zal
het wiel bijgeluiden
maken en moeilijk te
draaien zijn. Let er op
dat u tijdens
het monteren niet
teveel kracht uitoefent.
Remarm
Remarmklem
Klemschroef
(M6 x 16 mm)
2 – 3 mm
Aantrekkoppel:
2 – 3 N·m {20 – 30 kgf·cm}
Indien tijdens het gebruik van de remmen zich een
7.
van de volgende problemen voordoet, onmiddellijk
stoppen met fi etsen en bij de plaats van aankoop
vragen om inspectie en reparatie.
1) Wanneer u tijdens het gebruik van de
remmen een abnormaal geluid hoort.
2) Als het remvermogen abnormaal krachtig
is.
3) Als het remvermogen abnormaal zwak is.
In het geval van 1) en 2) kan de oorzaak een tekort
aan remvet zijn. Vraag daarom bij de plaats van
aankoop het mechanisme in te vetten met speciaal
trommelremvet.
Demonteer de kabelunit voor u de rem smeert.
Verwijder het smeeropeningdopje en druk het
uiteinde van het fl esje vervolgens minimaal 12 mm
in de opening. Breng vervolgens voldoende vet aan
(ongeveer 5 g) terwijl u het wiel langzaam draait.
Controleer na het inbrengen van het vet of de rem
goed werkt en geen abnormaal geluid maakt.
Smeeropeningdopje
Minimaal 12 mm
Vet voo r
rollerbrake
Langzaam
draaien.
Kabelunit
Indien de rem veelvuldig gebruikt wordt, is het
8.
mogelijk dat het gedeelte rondom de rem heet
wordt. Raak nadat u gestopt bent met fi etsen
gedurende tenminste 30 minuten het gedeelte
rondom de rem niet aan.
Gedeelte rondom de rem
Indien de remkabel roestig wordt, zal dit een
9.
nadelig effect op de remwerking hebben. Vernieuw
in dat geval de remkabel door een originele
Shimano remkabel en controleer de werking van de
remmen nogmaals.
De achterste remunit hoeft nooit gedemonteerd te
10.
worden. Na demontage werken deze units mogelijk
niet goed meer.
OPMERKING:
●
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakverdeling.
Wielen met een radiale spaakverdeling kunnen niet
worden gebruikt aangezien de spaken en het wiel
bij het gebruik van de remmen beschadigd kunnen
worden en remgeluiden kunnen voortbrengen.
●
De Inter-M rem is verschillend van conventionele
remmen doordat de binnenzijde van de
remtrommel met vet gevuld is. Dit kan tot gevolg
hebben dat het draaien van het wiel enigszins
zwaarder verloopt dan normaal, vooral bij koud
weer.
●
Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen
natuurlijke slijtage of veroudering dat het gevolg is
van normaal gebruik.
●
Neem voor eventuele vragen betreffende de
methoden van behandeling of afstelling contact op
met de plaats van aankoop.
SI-8G80B-003
BR-IM81
BR-IM80
BR-IM55
BR-IM45
-R
-R
-R
-R
Inter-M Rem
Technische montage-instructies
Voor het verkrijgen van de beste prestaties van de
Inter-M rem, wordt het aanbevolen gebruik te maken van
de volgende combinaties.
Rem BR-IM81-R/BR-IM80-R
Naaf SG-8R36/SG-8R31/SG-7R46
Hendel
Remkabel
Monteren van de remkabel
Controleer of de afstelbout en -moer volledig
1.
ingedraaid zijn en schuif dan de buitenkabelhouderunit
in de richting zoals in onderstaande afbeelding is
aangegeven over de binnenkabel.
Afstelmoer
Afstelbout
Steek vervolgens de binnenkabel door de
2.
binnenkabelbevestiging. Controleer daarbij of op de
binnenkabelbevestiging de letter ‘R’ is aangebracht.
Monteer de onderdelen op de manier zoals is
3.
weergegeven in de volgende afbeelding en draai
dan de moer van de binnenkabelbevestiging
vast. Wanneer de TL-IM21 wordt gebruikt, is
het dan mogelijk om eenvoudig de bout van de
binnenkabelbevestiging te monteren.
Aantrekkoppel:
6 – 8 N·m {60 – 80 kgf·cm}
Plaats de rode markering op de vulring voor de
4.
moer van de binnenkabelbevestiging tegenover de
groef in de wikkelunit en druk dan de bout van de
binnenkabelbevestiging zo ver mogelijk in de groef.
Groef in de wikkelunit
Druk de bout van de
binnenkabelbevestiging zo
ver als mogelijk in de groef
in de wikkelunit.
BR-IM55-R/BR-IM45-R
SB-8S20/ST-8S20/SB-7S45/
BL-IM60/BL-IM65/BL-IM45
Buitenkabelhouderunit
Bout van de
binnenkabelbevestiging
99 mm
Moer van de
binnenkabelbevestiging
Rode markering op de
vulring voor de moer van
de binnenkabelbevestiging
Bout van de
binnenkabelbevestiging
Letter 'R'
Leid de binnenkabel langs de groef in de wikkelunit.
5.
Binnenkabel Groef in de wikkelunit
Steek de buitenkabelhouderunit van onderaf in
6.
de opening van de remarm en druk de houder
vervolgens naar het smalle deel van de opening.
Remarm
Buitenkabelhouderunit
Controleer of de buitenkabelhouderunit volledig
7.
tegen de rand van het smalle deel van de opening
aan ligt en monteer dan het binnenkabeldopje.
Zorg ervoor dat het binnenkabeldopje en de vinnen
en de spaken elkaar niet raken.
Binnenkabeldopje
Buitenkabelhouderunit
Draai de kabelafstelbout om de binnenkabel te
8.
spannen.
Kabelafstelbout
De remkabel is nu volledig gemonteerd. Om de
remkabel te demonteren, gaat u in de omgekeerde
volgorde te werk.
Afstellen van de remkabel
Controleer of tijdens het aantrekken van de remkabel
1.
het wiel niet gemakkelijk gedraaid kan worden en
druk vervolgens de remhendel ongeveer 10 maal
volledig tot aan de greep in om de remkabel in te
laten lopen.
Ongeveer 10 maal
indrukken
Opmerking:
Indien de remkabel niet wordt ingelopen, dient
deze na slechts een korte periode van gebruik
opnieuw afgesteld te worden.
Draai de kabelafstelbout van de remeenheid of
2.
remhendel zodanig dat de remhendel een speling
van ongeveer 15 mm heeft.
De mate van speling van de remhendel komt
overeen met de afstand tussen de rustpositie
van de remhendel en de positie waarbij
plotseling bij het aantrekken van de remhendel
een druk gevoeld wordt.
Kabelafstelbout
15 mm speling
Kabelafstelbout
Zet na het indrukken van de remhendel voor het
3.
controleren van de remwerking de kabelafstelbout
vast met behulp van de kabelafstelmoer.
Kabelafstelmoer
Aantrekkoppel:
1 – 2 N·m {10 – 20 kgf·cm}
* Montage-instructies in andere talen zijn beschikbaar op:
http://techdocs.shimano.com
Opmerking: Specifi caties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)