Sharp XV-Z3100 User Manual [nl]

XV-Z3100
ENGLISH DEUTSCH FRANÇAIS
PROJECTOR PROJEKTOR PROJECTEUR PROJEKTOR PROYECTOR PROIETTORE PROJECTOR
OPERATION MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG MODE D’EMPLOI BRUKSANVISNING MANUAL DE MANEJO MANUALE DI ISTRUZIONI GEBRUIKSAANWIJZING
SVENSKA ESPAÑOL ITALIANO
NEDERLANDS
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
BELANGRIJK
• Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Bijgeleverde accessoires” op blz. 10 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z3100
Serienummer:
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
WAARSCHUWING:
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-
ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD
ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
NEDERLANDS
1
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in standby is gezet. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd in standby met de STANDBY/ON toets op de projector of de STANDBY toets op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org .
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op blz. 56.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat
921.600 pixels (microspiegels). Evenals bij andere hoogwaardige elektronische apparatuur zoals TV’s met grote beeldschermen, videosystemen en videocamera’s, gelden er bepaalde tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen. Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen, wat kan resulteren in niet actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
2

Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen

De technische gegevens verschillen een weinig, afhankelijk van het model. U kunt echter alle
modellen op dezelfde wijze aansluiten en bedienen.
De afbeeldingen en schermaanduidingen in deze gebruiksaanwijzing zijn vereenvoudigd om de
uitleg te vergemakkelijken en kunnen enigszins afwijken van de feitelijke aanduidingen die u ziet.
Gebruik van het menuscherm
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
MENU toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
MENU toets
ENTER toets

Inleiding

Druk op eRETURN om terug te keren naar het vorige scherm wanneer het menu wordt weergegeven.
Menu-selecties (Afstellingen)
Voorbeeld: Instellen van “Helder”.
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.
Druk op d MENU.
1
Het Beeld menuscherm voor de gekozen ingangsfunctie verschijnt.
Druk op Q of O om het
2
menupictogram te selecteren dat u wilt afstellen.
Het geselecteerde pictogram wordt met omgekeerd contrast aangegeven.
Menupictogram Menuscherm
Opmerking
Het Fijn sync. menu is niet beschikbaar voor INPUT 3 of INPUT 4.
Info
..................Hier worden veiligheidsmaatregelen gegeven voor het gebruik
Beeld
Fijn sync.
Opties1 Opties2
Voorbeeld: Beeld menuscherm voor de INGANG 1 functie
Beeld INGANG 1
Beeldmodus Contrast 0 Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw
SEL/INS
TERUG
Gekozen ingangsfunctie
Menupictogrammen
0 0 0 0 0 0
van de projector.
Opmerking
.....Hier wordt extra informatie verschaft voor de instelling en
bediening van de projector.
Belangrijke bladzijden
RETURN toets
Standaard
ENTER END
Toetsen die bij deze bediening gebruikt worden
Toetsen die in deze bedieningsstap
voorzieningen
Handige
gebruikt worden
Beeldschermdisplay
41
Onderhoud
Blz. 51
Problemen oplossen
Blz. 62 en 63
Index
Blz. 66
3

Inhoudsopgave

Voorbereiding
Inleiding
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet
lezen ................................................... 3
Inhoudsopgave ..................................... 4
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ..... 6
Accessoires ........................................ 10
Benaming en functie van de
onderdelen ....................................... 11
Plaatsen van de batterijen ................... 14
Bedieningsbereik ................................. 15
Snelstartgids
Snelstartgids ........................................ 16
Gebruik
Basisbediening
In/uitschakelen van de projector ........ 28
Aansluiten van het netsnoer ................ 28
De projector inschakelen ..................... 28
De projector uitschakelen (de projector
in de ruststand zetten) ...................... 29
Beeldprojectie ..................................... 29
Kiezen van de ingangsfunctie ............. 29
Instellen van het geprojecteerde beeld ... Corrigeren van de trapeziumvervorming ...
Grootte Aanpassen functie .................. 36
Handige voorzieningen
Gebruik van de afstandsbediening .... 38
Kiezen van de beeldmodus ................. 38
Omschakelen van de diafragma-
instelling ............................................. 38
Een bewegend beeld stilzetten ........... 38
Menu-onderdelen ............................... 39
Gebruik van het menuscherm ............ 41
Menu-selecties (Afstellingen) .............. 41
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) ....... 43
Kiezen van de beeldmodus ................. 43
Instellen van het beeld ......................... 43
Instellen van de kleurtemperatuur ....... 44
Instellen van de kleuren ....................... 44
Progressief ........................................... 44
Beeldruisonderdruking (Ruisonderdr.)...
30 32
45
Installatie
Instellen van de projector ................... 18
Instellen van de projector .................... 18
Standaard opstelling (projectie van voren) ....
Bevestigen aan het plafond ................. 18
Projectie-instellingen ............................ 19
Beeldgrootte (schermgrootte) en
projectie-afstand ............................... 20
18
Aansluitingen
Voorbeelden van aansluitkabels......... 22
Aansluiten op videoapparatuur .......... 23
Aansluiten op een computer .............. 26
Bedienen van de projector via een
computer .......................................... 27
Omschakelen van de diafragma-
instelling ............................................. 45
Lampinstelling ...................................... 45
Instellen van het computerbeeld
(“Fijn sync.” menu ) ........................... 46
Het computerbeeld instellen................ 46
Instellen van speciale functies ............ 46
Automat. sync. (Automatische
synchronisatie-instelling)................... 46
Controleren van het ingangssignaal.... 46
Gebruik van het menu “Opties” .......... 47
Instellen van de overscan .................... 47
Aanpassen van de verticale grootte van
het display (Ondertitelinstelling) ....... 47
In/uitschakelen van het beeldschermdisplay .....
Instellen van het videosignaal ............. 48
De instelling Signaaltype ..................... 48
Kiezen van de HDMI instelling ............ 48
Kiezen van het achtergrondbeeld ....... 48
Auto Power Off functie (Automatische
uitschakelfunctie) .............................. 49
Controleren van de levensduur van de lamp .....
De geprojecteerde beelden draaien/in
spiegelbeeld weergeven ................... 49
Selecteren van de transmissiesnelheid (RS-232C) ... Verminderen van het stroomverbruik wanneer
de projector standby staat ......................
Ventilatormodus-instelling.................... 50
Terugkeren naar de
standaardinstellingen ........................ 50
Kiezen van de taal voor de
beeldscherm-aanduidingen (OSD) ...
48
49
50
50
50
4
Referentie
Inleiding
Aanhangsel
Onderhoud .......................................... 51
Schoonmaken en vervangen van de
stoffilters ........................................... 52
Onderhoudsindicators ........................ 54
Betreffende de lamp ........................... 56
Lamp ..................................................... 56
Belangrijke opmerkingen
betreffende de lamp .......................... 56
Vervangen van de lamp ....................... 56
Verwijderen en aanbrengen van de
lampeenheid ...................................... 57
Terugstellen van de lamptimer ............ 58
Toewijzing van de aansluitpinnen ....... 59
RS-232C technische gegevens en
commando-instellingen .................... 60
Tabel met geschikte computers .......... 61
Problemen oplossen ........................... 62
Technische gegevens ......................... 64
Afmetingen.......................................... 65
Index ................................................... 66
5

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen
en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatie-openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net)stekker. b. Driedraads geaarde (net)stekker met
aardingspen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
6
Inleiding
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is
beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terecht is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan
regen of water.
d. Als de normale aanwijzingen worden
opgevolgd, maar het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de
gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed
functioneert. Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
Het DLP®-logo, de DLP®-medaille en BrilliantColorTM zijn handelsmerken van Texas In- struments.
Microsoft
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corpora­tion in de Verenigde Staten.
Macintosh
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde
Staten en/of in andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Alle andere namen van firmas of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke ondernemingen.
Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspreiden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
7
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie betreffende de lamp
Als de lamp gesprongen is, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde officiële Sharp projectordealer of servicecentrum voor een nieuwe lamp. Zie Vervangen van de lamp op blz. 56.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffig en rokerig is. Bij gebruik van de pro­jector in dit soort ruimten moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een officiële Sharp projectordealer of servicecentrum worden gedaan.
Zet de projector niet op een plaats die blootgesteld staat aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het scherm valt, zal de kleuren flets maken waardoor het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en dim de verlichting wanneer het scherm in een erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Plaats de projector op een horizontale ondergrond binnen het afstelbereik (8 graden) van het stelvoetje.
Gebruik van de projector op grote hoogte, zoals in de bergen (hoogten van meer dan 4900 voet (1500 meter))
Wanneer u de projector op grote hoogte gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de “Ventilatormodus op Hoog te zetten. Indien dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van het optische systeem nadelig beïnvloeden.
Waarschuwing betreffende het opstellen van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u er goed op letten dat de projector stevig staat, om te voorkomen dat de projector letsel veroorzaakt wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten en/of hevige trillingen bloot.
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Laat uw ogen af en toe rusten.
Langdurig ononderbroken naar het scherm kijken kan resulteren in vermoeidheid van de ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
Vermijd plaatsen die blootgesteld staan aan extreme temperaturen.
Het bereik voor de beschijfstemperatuur van de projector loopt van 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C).
Het bereik voor de opslagtemperatuur van de pro­jector loopt van –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Houd minimaal 11 tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn afgedekt.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening ervoor zorgen dat de pro­jector automatisch in de ruststand (standby) wordt gezet, om beschadiging als gevolg van oververhitting te voorkomen. Dit duidt niet op een storing. (Zie blz. 54 en 55.) Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Zet de projector ver volgens op een plaats waar de inlaat- en uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden, steek de stekker weer in het stopcontact en schakel de projector in. De projector zal vervolgens weer normaal werken.
13
/16 inch (30 cm) ruimte vrij
Wanneer de projector de eerste maal wordt ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen nadat de projector een poosje is gebruikt.
8
Wanneer u de projector uitschakelt, blijft de koelventilator nog een tijdje draaien om de interne temperatuur te laten dalen. Haal de stekker uit het stopcontact nadat de koelventilator is gestopt. De tijdsduur dat de koelventilator draait verschilt afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de interne temperatuur.
Belangrijke informatie betreffende het gebruik van de projector
Wanneer u de projector vervoert, moet u erop letten dat u deze niet aan harde stoten en/of trillingen blootstelt, want dit kan resulteren in beschadigingen. Wees bijzonder voorzichtig met de lens. Voordat u projector verplaatst, trekt u de stekker uit het stopcontact en maakt u tevens alle andere aansluitkabels los.
Draag de projector niet aan de lens.
Breng de lensdop aan wanneer u de projector
opbergt. (Zie blz. 11.)
Stel de projector niet bloot aan direct zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt van een hittebron. Dit kan namelijk resulteren in verkleuring van de behuizing of vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
Wanneer u een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector aansluit, mag u de aansluitingen pas maken NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt gehaald en de apparatuur die wordt aangesloten hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzing van de projector en van de apparatuur die wordt aangesloten voor nadere bijzonderheden betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De netspanning en de uitvoering van de netstekker kunnen variëren, afhankelijk van het gebied of het land waar de projector wordt gebruikt. Als u de projector in het buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de juiste netspanning en met het voorgeschreven netsnoer wordt aangesloten.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de projector oververhit raakt als gevolg van een foutieve opstelling, of afdekking van de ventilatieopeningen, zullen in de linker benedenhoek
van het beeld de aanduidingen en oplichten. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp automatisch uitgaan
en zal de temperatuur-waarschuwingsindicator op de projector gaan knipperen. Vervolgens komt de projector na een afkoelingsperiode van 90 seconden automatisch in de ruststand (standby) te staan. Zie Onderhoudsindicators op blz. 54 voor verdere informatie.
Info
De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van de projector. Dit duidt niet op een storing.
Trek de stekker niet uit het stopcontact tijdens het projecteren van een beeld of terwijl de koelventilator draait. De koelventilator zal dan stoppen waardoor er beschadigingen kunnen ontstaan als gevolg van het oplopen van de inwendige temperatuur.
Inleiding
9

Accessoires

Bijgeleverde accessoires
Afstandsbediening
RRMCGA543WJSB
21-pins RCA conversie-adapter QSOCZ0361CEZZ
Netsnoer*
(1) (2) (3)
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6' (1,8 m))
QACCVA011WJPZ
* Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Twee R-03 batterijen
(“AAA” formaat, UM/SUM-4,
HP-16 of gelijkwaardig)
Videokabel
QCNWGA001WJZZ
Voor Groot-Brittannië
en Singapore
(6' (1,8 m))
QACCBA036WJPZ
• Gebruiksaanwijzing
Los verkrijgbare accessoires
Lampeenheid
DIN-D-sub RS-232C adapter (5 57/64o (15 cm))
AN-XR10L2
AN-A1RS
Lensdop
(aangebracht)
CCAPHA024WJSA
Voor Australië, Nieuw-
Zeeland en Oceanië
(6' (1,8 m))
QACCLA018WJPZ
3 RCA naar 15-pins D-sub kabel (10' (3,0 m))
Opmerking
• Het is mogelijk dat sommige van deze los verkrijgbare accessoires niet in uw land worden verkocht. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde officiële Sharp projectordealer of servicecentrum voor verdere informatie.
AN-C3CP2
10

Benaming en functie van de onderdelen

De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Projector
Bovenkant
Spannings­indicator
28, 5428, 54
Lampindicator
Inleiding
STANDBY/ON toets
Voor het in- en uitschakelen (standby) van de projector.
ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in het menu zijn gemaakt.
RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat.
Voorkant
Scherpstelring
Voor het scherpstellen van het beeld.
HEIGHT ADJUST hendel
28
41
36
30
30
Temperatuur-
54
waarschuwingsindicator
INPUT toetsen (P/R)
29
Voor het kiezen van de ingangsfunctie 1, 2, 3, 4, 5 of 6.
MENU toets
41
Voor het weergeven van de afstel- en instelschermen.
Insteltoetsen
41
(P/R/O/Q)
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
Inlaatopening
51
Zoomring
30
Voor het vergroten/ verkleinen van het beeld.
Afstandsbedieningssensor
15
(voor)
Druk beide zijden van de lensdop naar binnen om de dop aan te brengen of te verwijderen.
11
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Achterkant
Inlaatopening
Netstroomaansluiting
Sluit hierop het bijgeleverde netsnoer aan.
Achterste stelvoetje
Aansluitingen
65 4 1 23 7
Aansluiting
INPUT 1, 2 aansluiting
1
Voor aansluiten van videoapparatuur met een component-uitgangsaansluiting (DVD-speler, DTV-decoder, DVD-recorder met vaste schijf enz.).
INPUT 3 aansluiting
Voor aansluiten van videoapparatuur met een S-video-
2
uitgangsaansluiting (videorecorder, DVD-speler enz.).
INPUT 4 aansluiting
3
Voor aansluiten van videoapparatuur zonder een S-video-uitgangsaansluiting.
INPUT 5 aansluiting
4
INPUT 6 aansluiting
5
Aansluitbus voor videoapparatuur die is uitgerust met een HDMI uitgangsaansluiting.
RS-232C aansluiting
6
Voor aansluiten van een computer voor bediening van de projector.
TRIGGER aansluiting
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, wordt er via deze aansluiting een bedieningssignaal (12 V gelijkstroom) uitgestuurd. Als er een elektrisch
7
scherm of ander geschikt apparaat op deze aansluiting is aangesloten, kan dit gelijktijdig met de projector worden ingeschakeld.
51
28
31
Beschrijving
Voor aansluiten van videoapparatuur met een component-uitgangsaansluiting (DVD-speler, DTV-decoder, DVD-recorder met vaste schijf enz.).
Voor aansluiten van een computer.
Uitlaatopening
51
Luidspreker
15
(achter)
Kensington standaard
13
veiligheidsaansluiting
Blz.
23
24
24
25
26
25
27
12
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
ON toets
28
Voor het inschakelen van de stroom.
INPUT 1, 2, 3, 4, 5 en 6
STANDBY toets
Om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de trapeziumvorm­correctiefunctie.
RETURN toets
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens menubediening.
AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer de projector op een computer is aangesloten.
RGB/COMP. toets
Om te wisselen tussen de respectievelijke ingangssignaaltypes.
FREEZE toets
Voor het stilzetten van het beeld.
29
32
41
46
48
38
29
toetsen
Voor het kiezen van de gewenste ingang.
MENU toets
41
Voor het weergeven van de afstel- en instelschermen.
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
41
• Voor het selecteren van de menu-onderdelen. Voor het instellen van de
• trapeziumvorm-correctie wanneer de trapeziumvorm-correctiefunctie is ingeschakeld.
ENTER toets
41
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in het menu zijn gemaakt.
RESIZE toets
36
Voor het omschakelen van het schermformaat (REK, ZIJBALK enz.).
PICTURE MODE toets
38
Voor het kiezen van het juiste beeld.
Inleiding
LIGHT toets
Om alle toetsen op de afstandsbediening te doen oplichten.
Gebruik van het Kensington slot op de projector
Deze projector is uitgerust met een Kensington standaard veiligheidsaansluiting voor gebruik met een Kensington MicroSaver beveiligingssysteem. Raadpleeg de documentatie die bij het beveiligingssysteem wordt geleverd voor instructies betreffende het beveiligen van de projector.
IRIS toets
38
Voor het activeren van de “HOGE­HELDERHEIDSMODUS”, de “GEMIDDELDE MODUS” en de “HOOG-CONTRASTMODUS”.
13
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)

Plaatsen van de batterijen

Druk op het P teken terwijl u het dekseltje
1
in de richting van de pijl schuift.
Plaats de batterijen.
2
• Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
Breng het dekseltje aan en schuif het op
3
zijn plaats totdat het vastklikt.
Bij dit produkt zijn
batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar
inleveren als KCA.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
LET OP
• De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst. Gebruik alleen dezelfde of een gelijkwaardig type batterij.
• Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
• Batterijen van een verschillend type hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom niet gelijktijdig batterijen van een verschillend type.
• Meng geen nieuwe en oude batterijen door elkaar. Dit kan resulteren in een kortere levensduur van de nieuwe batterijen of de oude batterijen kunnen gaan lekken.
• Neem de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze leeg zijn, want anders kunnen ze gaan lekken. De vloeistof uit lekkende batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg bij lekkage de batterijen met een doek af en verwijder de batterijen daarna ook met de doek.
• De batterijen die bij deze projector zijn geleverd kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal, afhankelijk van hoe lang ze opgeslagen zijn geweest. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe batterijen.
• Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken.
• Neem de plaatselijke wetgeving (voorschriften) in acht wanneer u de batterijen weggooit.
14

Bedieningsbereik

Met de afstandsbediening kan de projector binnen het aangegeven bereik worden bediend.
Afstandsbedieningssensor (voor)
30°
Inleiding
Zender van de afstandsbediening
Opmerking
U kunt het signaal van de afstandsbediening via het scherm laten weerkaatsen om de bediening te vereenvoudigen. Het effectieve bedieningsbereik zal verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
30°
Afstandsbediening
23n (7 m)
Afstandsbedieningssensor (achter)
30°
23n (7 m)
Afstandsbediening
30°
Zender van de afstandsbediening
Bij gebruik van de afstandsbediening
Laat de afstandsbediening niet vallen en stel deze ook niet aan vocht en hoge temperaturen bloot.
De afstandsbediening kan foutief functioneren als deze onder het licht van een tl-lamp wordt gebruikt. In dit geval moet u de projector verder van de tl-lamp vandaan plaatsen.
15

Snelstartgids

In dit hoofdstuk wordt de basisbediening beschreven (de projector op de videoapparatuur aansluiten). Zie het bladzijdenummer dat bij elke bedieningsstap vermeld staat voor verdere informatie.
Installatie en projectie
In dit hoofdstuk wordt de aansluiting van de projector op de videoapparatuur aan de hand van een voorbeeld beschreven.
3
STANDBY/ON
8
toets
INPUT toetsen
5
Scherpstelring
6
Zoomring
6
HEIGHT ADJUST
6
hendel
STANDBY toets
8
ON toets
3
INPUT 4 toets
5
KEYSTONE toets
7
Insteltoetsen
7
(P/R/O/Q)
ENTER toets
7
2. Plaats de projector zodanig dat deze naar een wand of scherm is gericht
_Blz. 18
2. Sluit de projector op de videoapparatuur aan en steek de stekker van het netsnoer in de netstroomaansluiting.
Naar de INPUT4 aansluiting
Verbind de audio-uitgang van
Netstroomaansluiting
de videoapparatuur met een geschikt audio-apparaat.
3. Verwijder de lensdop en schakel de projector in
Op de
projector
Op de
afstandsbediening
_Blz. 22–28
_Blz. 28
16
4. Schakel de videoapparatuur in en begin met afspelen
5. Kies de INGANG functie
Kies “INGANG 4” met de INPUT toetsen op de projector of de INPUT 4 toets op de afstandsbediening.
Op de
projector
Op de
afstandsbediening
Beeldschermdisplay
_Blz. 29
INGANG 4
• Bij enkele malen indrukken van de INPUT toets op de projector verandert de ingangsfunctie als volgt:
U kunt ook de INPUT toetsen op de afstandsbediening gebruiken om de ingangsfunctie te kiezen.
6.
Stel de scherpstelling, beeldgrootte en projectorhoek in
1. Stel scherp door aan de scherpstelring te draaien.
Scherpstelring
7.
Corrigeer de trapeziumvervorming (GEOMETRISCHE AANPASSING)
1. Druk op c KEYSTONE van de afstandsbediening.
2. Druk op P/R/O/Q van de afstandsbediening om de positie voor de linker bovenhoek van het geprojecteerde beeld in te stellen.
3. Druk op i ENTER van de afstandsbediening om de positie vast te leggen.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om de positie voor de rechter bovenhoek, rechter benedenhoek en linker benedenhoek van het geprojecteerde beeld in te stellen.
• Wanneer u de positie voor de linker benedenhoek bevestigt, zijn alle scherminstellingen
voltooid en wordt de installatieprocedure afgesloten.
INGANG1
INGANG2 INGANG3 INGANG4 INGANG5 INGANG6
2. Stel de grootte van het geprojecteerde beeld in door aan de zoomring te draaien.
Zoomring
_Blz. 30, 31
3. Stel de hoek van de projector met de HEIGHT ADJUST hendel in.
_Blz. 32–35
Snelstartgids
8. Uitschakelen van de projector
Druk op de STANDBY/ON toets van de projector of op de STANDBY toets van de afstandsbediening en druk dan nog een keer op die toets terwijl de bevestigingsmelding wordt aangegeven om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
Op de
projector
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact nadat de koelventilator tot stilstand is gekomen.
Op de
afstandsbediening
Beeldschermdisplay
_Blz. 29
17

Instellen van de projector

Instellen van de projector

Voor een optimaal beeld moet de projector loodrecht ten opzichte van het scherm worden geplaatst met de voetjes van de projector vlak en horizontaal. Er hoeft dan geen trapeziumvorm-correctie te worden uitgevoerd en u kunt genieten van het beste beeld.

Standaard opstelling (projectie van voren)

Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste beeldgrootte. (Zie blz. 20.)
Voorbeeld van standaard opstelling
Zijaanzicht
Beeld
H
Midden van de lens
Opmerking
• Zie blz. 20 voor verdere informatie over “Beeldgrootte (schermgrootte) en projectie-afstand”.

Bevestigen aan het plafond

Het verdient aanbeveling de los verkrijgbare Sharp plafondbevestigingsbeugel te gebruiken voor de montage aan het plafond. Neem con­tact op met uw dichtstbijzijnde officiële Sharp projectordealer of servicecentrum voor de aanschaf van de aanbevolen plafondbevestigingsbeugel (los verkrijgbaar).
• AN-60KT plafondbevestigingsbeugel, AN-
TK201 en AN-TK202 verlengbuizen.
Keer het beeld om door “Plafond+voor” in te stellen in “Projectie”. Zie blz. 49 voor het gebruik van deze functie.
18

Projectie-instellingen

Er zijn vier projectie-instellingen, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Kies de instelling die het meest geschikt is voor de manier waarop de projector wordt gebruikt. (Het onderdeel Projectie is in het Opties 2 menu. Zie blz. 49.)
Op de tafel, naar voren projecteren
Menu-onderdeel Voor
Op de tafel, naar achteren projecteren (met een doorzichtig scherm)
Aan het plafond, naar voren projecteren
Menu-onderdeel Plafond+voor
Aan het plafond, naar achteren projecteren (met een doorzichtig scherm)
Menu-onderdeel Achter Menu-onderdeel Plafond+achter
Relatie tussen de projectiebeeldgrootte en de projectie-afstand
Zie blz. 20 voor verdere informatie over “Beeldgrootte (schermgrootte) en projectie-afstand”. Voorbeeld: Bij gebruik van een breedbeeldscherm (16:9)
Beeldgrootte (schermgrootte)
300"
200"
100"
80" 60"
52"
×
70"
29"
87"
×
×
39"
49"
174"
×
98"
261"×147"
Installatie
5'11
6'11
"–
(1,8 m
"
– 2,1 m)
7'11
(2,4 m
"–
9'2
" 2,8 m)
9'11
11'6
"–
(3,0 m
"
3,5 m)
19'10
(6,0 m
22'11
"–
7,0 m)
29'9
"
"
(9,1 m
"
5
34'
10,5 m)
Projectie­afstand
19
Instellen van de projector (vervolg)

Beeldgrootte (schermgrootte) en projectie-afstand

De grootte van het projectiescherm hangt af van de afstand van de lens van de projec­tor tot het scherm. Installeer de projector zodanig dat de geprojecteerde beelden op de optimale grootte op het scherm geprojecteerd worden door te kijken naar de onderstaande tabel. Gebruik de waarden in de tabel ter referentie bij het installeren van de projector.
Bij gebruik van een breedbeeldscherm (16:9) en projecteren van een 16:9 beeld
Beeldgrootte (schermgrootte) Projectie-afstand [L]
Diag. [χ]
Breedte Hoogte
Minimaal [L1] Maximaal [L2]
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
χ
: Beeldgrootte (schermgrootte) (diagonaal) (in/cm) L: Projectie-afstand (voet/m) L1: Minimale projectie-afstand (voet/m) L2: Maximale projectie-afstand (voet/m) H: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld
(in/cm)
De formule voor beeldgrootte en projectie-afstand
[Voet/inch]
L1 (voet) = 0,03019χ / 0,3048 L2 (voet) = 0,03493χ / 0,3048 H (in) = 0,17808χ / 2,54
[m/cm]
L1 (m) = 0,03019 L2 (m) = 0,03493 H (cm) = 0,17808
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3) en projecteren van een 4:3 beeld (ZIJBALK functie)
Beeldgrootte (schermgrootte) Projectie-afstand [L]
Diag. [χ]
300(762 cm) 270(686 cm) 250(635 cm) 200(508 cm) 150(381 cm) 100(254 cm)
80(203 cm) 70(178 cm) 60(152 cm) 40(102 cm)
χ
: Beeldgrootte (schermgrootte) (diagonaal) (in/cm) L: Projectie-afstand (voet/m) L1: Minimale projectie-afstand (voet/m) L2: Maximale projectie-afstand (voet/m) H: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld
(in/cm)
Breedte Hoogte
240(610 cm) 216(549 cm) 200(508 cm) 160(406 cm) 120(305 cm)
80(203 cm) 64(163 cm) 56(142 cm) 48(122 cm) 32(81 cm)
180(457 cm) 162(411 cm) 150(381 cm) 120(305 cm)
90(229 cm) 60(152 cm) 48(122 cm) 42(107 cm) 36(91 cm) 24(61 cm)
Minimaal [L1] Maximaal [L2]
4(11.1 m)
36
9(10.0 m)
32
4(9.2 m)
30
3(7.4 m)
24
2(5.5 m)
18
1(3.7 m)
12
8(3.0 m)
9
6(2.6 m)
8
3(2.2 m)
7
10(1.5 m)
4
42
1(12.8 m)
10(11.5 m)
37
1(10.7 m)
35
1(8.6 m)
28
0(6.4 m)
21
0(4.3 m)
14
3(3.4 m)
11
10(3.0 m)
9
5(2.6 m)
8
7(1.7 m)
5
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
47
/64⬙ (65 cm)
25
11
/64⬙ (59 cm)
23
29
/64⬙ (54 cm)
21
5
/32⬙ (44 cm)
17
7
/8⬙ (33 cm)
12
37
/64⬙ (22 cm)
8
55
/64⬙ (17 cm)
6
6(15 cm)
9
/64⬙ (13 cm)
5
7
/16⬙ (9 cm)
3
De formule voor beeldgrootte en projectie-afstand
[Voet/inch]
L1 (voet) = 0,03694χ / 0,3048 L2 (voet) = 0,04275χ / 0,3048 H (in) = 0,21794χ / 2,54
[m/cm]
L1 (m) = 0,03694 L2 (m) = 0,04275 H (cm) =0,21794
χ χ
χ
χ χ
χ
20
Loading...
+ 47 hidden pages