OPERATION MANUAL
BEDIENUNGSANLEITUNG
MODE D’EMPLOI
BRUKSANVISNING
MANUAL DE MANEJO
MANUALE DI ISTRUZIONI
GEBRUIKSAANWIJZING
DEUTSCHFRANÇAISSVENSKA
ESPAÑOLITALIANO
NEDERLANDS
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
BELANGRIJK
• Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op
het achterpaneel van de projector. Deze informatie
heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals
beschreven onder “Geleverde accessoires” op blz. 4
van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos
aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z21000
Serienummer:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kin-
deren niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een
gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJ-
DEREN, BEHALVE DE VOORGE-
SCHREVEN GEBRUIKER-ON-
DERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VER-
MINDEREN, MAG DE BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ON-
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
DERHOUDSPERSONEEL.
driehoek maakt de gebruiker attent op de
aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke
spanningen” in het inwendige van het apparaat,
die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige
elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op belangrijke
bedienings- en onderhoudsinformatie in de
documentatie die bij het apparaat wordt
geleverd.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in standby is gezet. Zet
daarom bij normaal gebruik de projector altijd in standby met de STANDBY-knop op de projector of de STANDBYknop op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stroomkabel uit het stopcontact haalt.
SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STROOMKABEL
UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR
RAKEN.
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt
waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
NEDERLANDS
-1
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het
verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen.
Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u
zich in de Verenigde Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Over de lamp” op blz. 48.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat 2.073.600 pixels (microspiegels). Evenals bij andere hoogwaardige elektronische apparatuur zoals TV’s met grote beeldschermen, videosystemen
en videocamera’s, gelden er bepaalde tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen.
Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen, wat kan resulteren in niet
actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
• Het DLP®-logo, de DLP®-medaille en BrilliantColorTM zijn handelsmerken van Texas Instruments.
• Microsoft
en/of in andere landen.
• PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Macintosh® is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
•
• HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Alle andere namen van fi rma’s of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke ondernemingen.
• Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren
aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspreiden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
* Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Twee AA-batterijen
Videokabel
QCNWGA001WJZZ
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(2)(3)
Voor Groot-Brittannië
en Singapore
(6' (1,8 m))
QACCBA036WJPZ
Lensdop (bevestigd)
PCAPH1056CESA
DVI-naar D-sub-kabel
(6' (1,8 m))
QCNWGA010WJPZ
Voor Australië, Nieuw-Zeeland
Optionele accessoires
■ Lampeenheid AN-K20LP
■ 3 RCA naar 15-pins D-subkabel (9'10" (3,0 m)) AN-C3CP2
■ DVI naar 15-pins D-subadapter (7,9" (20 cm)) AN-A1DV
■ DVI-kabel (9'10" (3,0 m)) AN-C3DV
Terminaldeksel
GCOVAB677WJKB
Gebruiksaanwijzing
en Oceanië
(6' (1,8 m))
QACCLA018WJPZ
• Sommige optionele accessoires zijn wellicht in bepaalde regio's niet verkrijgbaar. Neem hiervoor contact
op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum.
Tekens die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt
................... Ter aanduiding van veiligheidstips voor gebruik van de projector.
Info
......Ter aanduiding van extra informatie over het opstellen en bedienen van de projector.
• In deze gebruiksaanwijzing zijn de illustratie en het schermdisplay vereenvoudigd voor uitleg en kunnen ze
licht afwijken van het daadwerkelijke display.
Voor toekomstige raadpleging
RegisterOnderhoudProbleemoplossing
P. 46 en 47P. 61 en 62
-4
P. 65
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Inleiding
LET OP:
Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat
uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen,
dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1.
Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de
toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden
opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays.
Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door
de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld
in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine,
zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of
volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat
zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje,
statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen
of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en
gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant
worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek
is gezet, dient dit voorzichtig te worden
verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij
plotseling stoppen, te hard duwen of rijden
over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen
die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen
nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op
een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag
ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden
geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle
instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden
gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het
plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type
stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden
op batterijen of op andere stroombronnen, wordt verwezen naar de
gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact
op met uw elektricien.
Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads(net)stekker.
b. Driedraads geaarde(net)stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van de stroomkabel
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat
staan of dat het snoer niet door een voorwerp wordt platgedrukt.
Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14.
Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging
van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of
plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen
niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een
elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het
apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan, kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken,
met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat
er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of
verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige
elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan
erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat is te-
rechtgekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar het
apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedienings-
organen die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan
het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg
dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van
het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker
en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert. Dit
duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan
voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde
eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik
van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of
andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat
u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de
fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals
verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen
(inclusief versterkers) die warmte afgeven.
-5
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie Lampeenheid
■ Als de lamp gesprongen is, kunnen de glassplinters een
bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Wanneer de
lamp springt, moet u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum
voor een nieuwe lamp.
Zie “Over de lamp” op blz. 48.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
■ Voor minimaal onderhoud en het behouden van een
optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffi g
en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort
ruimten moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker
dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector
in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector
niet verkorten mits u de projector regelmatig reinigt. Het
reinigen van het inwendige gedeelte van de projector
mag uitsluitend door een offi ciële Sharp projectordealer
of servicecentrum worden gedaan.
Zet de projector niet op een plaats die blootgesteld
staat aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron.
■ Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct zonlicht
staat of aan andere sterke verlichting is blootgesteld.
Licht dat rechtstreeks op het scherm valt, zal de kleuren
fl ets maken waardoor het kijken moeilijker wordt. Sluit
de gordijnen en dim de verlichting wanneer het scherm
in een erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
■ Plaats de projector op een horizontale ondergrond binnen het afstelbereik (±5 graden) van de stelpoot.
■ Wanneer de projector de eerste maal wordt ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de ventilator naar buiten
komen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. De
geur zal verdwijnen nadat de projector een poosje is
gebruikt.
Gebruik van de projector op grote hoogte, zoals in de
bergen (hoogten van meer dan 4900 voet (1500 meter))
■ Wanneer u de projector op grote hoogte gebruikt waar
de lucht ijl is, dient u de “Ventilatormodus” op “Hoog” te
zetten. Indien dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur
van het optische systeem nadelig beïnvloeden.
Waarschuwing betreffende het opstellen van de
projector op een hoge plaats
■ Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u
er goed op letten dat de projector stevig staat, om te
voorkomen dat de projector letsel veroorzaakt wanneer
deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten en/of
hevige trillingen bloot.
■ Wees voorzichtig met de lens zodat u deze niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Vermijd plaatsen die blootgesteld staan aan
extreme temperaturen.
■ Het bereik voor de beschijfstemperatuur van de projector
loopt van 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C).
■ Het bereik voor de opslagtemperatuur van de projector
loopt van –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
■ Houd minimaal 11 13/16 inch (30 cm) ruimte vrij tussen
de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde muur of ander
obstakel.
■ Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn afgedekt.
■ Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een
veiligheidsvoorziening ervoor zorgen dat de projector
automatisch in de ruststand (standby) wordt gezet,
om beschadiging als gevolg van oververhitting te
voorkomen. Dit duidt niet op een storing. (Zie blz. 46.)
Trek de stekker van de stroomkabel uit het stopcontact
en wacht tenminste 10 minuten. Zet de projector vervolgens op een plaats waar de inlaat- en uitlaatopeningen
niet geblokkeerd worden, steek de stroomkabel weer in
het stopcontact en schakel de projector in. De projector
zal vervolgens weer normaal werken.
■ Wanneer u de projector uitschakelt, blijft de koelventilator nog een tijdje draaien om de interne temperatuur te
laten dalen. Haal de stroomkabel uit het stopcontact
nadat de koelventilator is gestopt. De tijdsduur dat de
koelventilator draait verschilt afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de interne temperatuur.
Belangrijke informatie betreffende het gebruik
van de projector
■ Wanneer u de projector vervoert, moet u erop letten dat u
deze niet aan harde stoten en/of trillingen blootstelt, want
dit kan resulteren in beschadigingen. Wees bijzonder
voorzichtig met de lens. Voordat u projector verplaatst,
trekt u de stroomkabel uit het stopcontact en maakt u
tevens alle andere aansluitkabels los.
■ Draag de projector niet aan de lens.
■ Breng de lensdop aan wanneer u de projector opbergt.
(Zie blz. 8.)
■ Stel de projector niet bloot aan direct zonlicht en plaats
deze ook niet in de buurt van een hittebron. Dit kan
namelijk resulteren in verkleuring van de behuizing of
vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
■ Wanneer u een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector aansluit, mag u de aansluitingen
pas maken NADAT u het stroomkabel van de projector
uit het stopcontact hebt gehaald en de apparatuur die
wordt aangesloten hebt uitgeschakeld.
■ Lees de gebruiksaanwijzing van de projector en van de
apparatuur die wordt aangesloten voor nadere bijzonderheden betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
■ De netspanning en de uitvoering van de netstekker
kunnen variëren, afhankelijk van het gebied of het land
waar de projector wordt gebruikt. Als u de projector in
het buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de juiste
netspanning en met de voorgeschreven stroomkabel
wordt aangesloten.
Laat uw ogen af en toe rusten.
■ Langdurig ononderbroken naar het scherm kijken kan
resulteren in vermoeidheid van de ogen. U moet uw ogen
regelmatig laten rusten.
-6
Temperatuur-verklikkerfunctie
■ Als de projector oververhit raakt als gevolg van een
foutieve opstelling, of afdekking van de ventilatieopeningen, zullen in de linker benedenhoek van het beeld de
aanduidingen “” en “” oplichten.
Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp
automatisch uitgaan en zal de waarschuwingsindicator
temperatuur op de projector gaan knipperen. Vervolgens
komt de projector na een afkoelingsperiode van 90 seconden automatisch in de ruststand (standby) te staan.
Zie “Onderhoud indicators/onderhoud” op blz. 46 voor
verdere informatie.
Inleiding
Info
• De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van
de ventilator veranderen tijdens het gebruik
van de projector. Dit duidt niet op een storing.
• Trek de stroomkabel niet uit het stopcontact
tijdens het projecteren van een beeld of terwijl
de koelventilator draait. De koelventilator zal
dan stoppen waardoor er beschadigingen kunnen ontstaan als gevolg van het oplopen van
de inwendige temperatuur.
-7
Namen en functies van onderdelen
Nummers in verwijzen naar de belangrijkste pagina's in deze gebruiksaanwijzing met
uitleg over het onderwerp.
Projector
MENU-knop
Voor de weergave van
schermen voor bijstellingen/
Knoppen voor bijstelling
Voor het selecteren van
Voor het instellen van items
die zijn geselecteerd of
bijgesteld op het menu.
Voor het ongedaan maken
Voor het verticaal verplaat-
sen van de geprojecteerde
Door de twee lipjes in de drukken, kunt
u de lensdop verwijderen/bevestigen.
instellingen.
(□, ▼, \, ●)
menu-items.
ENTER-knop
RETURN-knop
van een handeling.
Lensschuifknop
afbeelding.
Zoomknop
Scherpstelring
Stelpoot
34
34
34
34
28
27
27
28
Lensdop
RESIZE-knop
30
Voor het schakelen tussen de
verschillende schermformaten
(ZIJBALK, SLIMME REK, etc.).
INPUT-knop
27
Voor het weergeven van
de input-lijst.
STANDBY-knop
26
Om de projector in de
standby-modus te zetten.
ON-knop
25
Voor het inschakelen van
de stroom.
Waarschuwingsindica-
46
tor temperatuur
Wanneer de interne temperatuur stijgt, dan licht deze
indicator rood op.
Lampindicator
25, 46
Licht blauw op, duidt op
normaal functioneren.
Vervang de lamp wanneer
de indicator rood oplicht.
Stroomindicator
25, 46
Licht rood op wanneer de
projector in standby staat.
Wanneer de stroom wordt
ingeschakeld, dan zal deze
indicator blauw oplichten.
Inlaatopening
47
Stelpoot
28
Sensor afstandsbediening
11
De terminaldeksel gebruiken
Wanneer de projector wordt gebruikt op een bureaublad,
op een hoge plaats of aan het plafond gemonteerd is, bevestig dan de terminaldeksel (meegeleverd) om de verbindingskabels te verbergen.
De terminaldeksel bevestigen
Breng de haak op de terminaldeksel ter hoogte van de
1
invoegopening die in de haak zit aan de achterkant van
de projector.
Druk de haak in de met de pijl aangeduide richting om
2
de terminaldeksel op de projector vast te zetten.
Plaats de terminaldeksel in de montagegleuf op de
3
projector terwijl u de lipjes in de terminaldeksel met uw
vingers naar buiten duwt.
-8
DRUKKEN!
3
3
1
1
2
Verwijder de rubberen dop die op de projector
is bevestigd en bevestig vervolgens de clips.
Projector (achteraanzicht)
Inlaatopening
Kensington Security
Standard-connector
47
Inlaatopening
47
Inleiding
Uitlaatopening
Sensor afstands-
bediening
AC-contact
Sluit de geleverde
stroomkabel aan.
Terminals
47
11
25
TerminalBeschrijvingPagina
COMPONENT/RGB1, 2-terminals
1
Videoapparatuur aansluiten op de outputterminal voor onderdelen (DVD-speler, etc.) of een
computer met analoge RGB-outputterminal.
S-VIDEO-terminal
2
Videoapparatuur aansluiten op outputterminal voor S-video (DVD-speler, videorecorder, etc.).
VIDEO-terminal
3
Videoapparatuur aansluiten op outputterminal zonder S-video.
DVI-terminal
4
Videoapparatuur aansluiten op DVI-outputterminal (DVD-speler, DTV-decoder, computer, etc.).
HDMI1, 2-terminals
5
Videoapparatuur aansluiten op HDMI-outputterminal.
RS-232C-terminal
6
Een computer aansluiten voor de bediening van de projector.
TRIGGER-terminal
Wanneer de projector is ingeschakeld, komt er een controlesignaal (DC 12V) van deze terminal.
7
Als er een elektrische scherm of ander compatibel apparaat is aangesloten, dan kan het worden
ingeschakeld bij het inschakelen van de projector.
WIRED REMOTE-inputterminal
8
De afstandsbediening aansluiting met een kabel, wanneer de projector buiten bereik van
signalen van de afstandsbediening staat.
20, 21
18-20, 23
22
22
18
24
—
10
Het Kensington-slot gebruiken
• Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor gebruik met een Kensington MicroSaver Security System. Raadpleeg de informatie die is geleverd bij het systeem voor aanwijzingen over hoe u de
projector beveiligt door gebruik van dit aansluitstuk.
-9
Namen en functies van onderdelen (vervolg)
Nummers in verwijzen naar de belangrijkste pagina's in deze gebruiksaanwijzing met
uitleg over het onderwerp.
Afstandsbediening
Afstandsbedieningssignaal-
Om de projector in de standby-
Voor het instellen van items die zijn ge-
selecteerd of bijgesteld op het menu.
Voor het ongedaan maken van een
Voor het automatisch synchroniseren
van afbeeldingen bij verbinding met
verschillende schermformaten
(ZIJBALK, SLIMME REK, etc.).
Voor het schakelen tussen de ver-
AUTO SYNC-knop
Voor het schakelen tussen de
RGB/COMP.-knop
schillende inputsignaaltypes.
zenders
STANDBY-knop
modus te zetten.
ENTER-knop
RETURN-knop
handeling.
een computer.
RESIZE-knop
11
26
34
34
41
30
44
WIRED R/C JACK
Voor bediening van de projector
door de afstandsbediening op de
projector aan te sluiten.
ON-knop
25
Voor het inschakelen van de stroom.
MENU-knop
34
Voor de weergave van schermen
voor bijstellingen/instellingen.
Knoppen voor bijstelling
34
(", ', \, |)
Voor het selecteren van menu-items.
Selectieknoppen inputmodus
27
Voor het schakelen tussen de
verschillende inputmodi.
PICTURE MODE-knop
29
Voor het selecteren van de
geschikte foto die het beste bij de
geprojecteerde afbeelding past.
CONTRAST-knop
29
Voor het weergeven van het contrast- instellingsscherm.
FREEZE-knop
29
Voor het stilzetten van afbeeldingen.
Voor omschakeling tussen
IRIS-knop
“HOGE-HELDERHEIDSMODUS”,
“GEMIDDELDE MODUS” en
“HOOG-CONTRASTMODUS”.
INPUT-knop
Voor het weergeven van de input-lijst.
29
27
BRIGHT-knop
29
Voor het weergeven van het instellingsscherm voor de helderheid.
LIGHT-knop
Voor het verlichten van alle knoppen op de afstandsbediening.
De afstandsbediening op de projector aansluiten
Wanneer de afstandsbediening niet kan worden gebruikt vanwege het bereik of de plaats van de projector, verbind dan een minijack-kabel ø3,5 mm (in winkels verkrijgbaar) van WIRED R/C JACK aan de bovenkant van de
afstandsbediening met WIRED REMOTE-inputterminal aan de achterkant van de projector.
Naar WIRED REMOTE-inputterminal
minijack-kabel ø3,5 mm
(in winkels verkrijgbaar)
-10
Naar WIRED R/C JACK
Afstandsbediening
De afstandsbediening gebruiken
De batterijen plaatsen
1 Trek het lipje op de deksel om-
laag en verwijder de deksel in de
richting van de pijl.
2 Plaats de geleverde batteijen en
plaats de deksel terug.
• Zorg ervoor dat de polariteiten overeenstemmen met de markeringen
binnenin het batterijvak.
• Wanneer u de deksel correct terugplaatst,
voelt u hem op zijn plaats klikken.
Bruikbaar bereik
en
Bij dit produkt zijn
batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet
weggooien maar
inleveren als KCA.
Inleiding
De afstandsbediening kan worden gebruikt
om de projector te bedienen binnen het bereik
zoals getoond in de afbeelding.
Sensoren afstandsbediening
• Het signaal van de afstandsbediening kan
op een scherm worden weerkaatst voor
eenvoudige bediening. De daadwerkelijke
afstand van het signaal kan echter variëren
naargelang het materiaal van het scherm.
De afstandsbediening gebruiken:
• Niet laten vallen of blootstellen aan vocht of
hoge temperaturen.
• De afstandsbediening kan slecht werken
onder een tl-buis. Plaats de projector in dat
geval uit de buurt van de tl-buis.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of explosie veroorzaken. Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen op.
Voorzichtig
• De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst.
Gerbruik alleen dezelfde of een gelijkwaardig type batterij.
•
Plaats de batterijen zo dat de polariteiten overeenstemmen met de markeringen en binnenin het batterijvak.
•
Verschillende soorten batterijen hebben andere eigenschappen, dus gebruik nooit batterijen van verschillende soorten
tegelijkertijd.
• Gebruik geen oude batterijen samen met nieuwe.
Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van de oude batterijen veroorzaken.
Haal de batterijen uit de afstandsbediening zodra ze leeg zijn, omdat ze anders kunnen gaan lekken.
•
Batterijvloeistof van lekke batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg de batterijen eerst schoon en verwijder
ze dan met een doek.
• De batterijen die worden geleverd bij deze projector kunnen snel leeg zijn; dit hangt af van de manier van
opslag. Vervang ze dan zo snel mogelijk door nieuwe batterijen.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening als u deze gedurende een tijd niet gebruikt.
• Neem de regels (voorschriften) van uw gemeente in acht bij het weggooien van lege batterijen.
Afstandsbedienings-
signaalzenders
30˚
Afstandsbediening
30˚
30˚
Afstandsbedienings-
signaalzenders
30˚
30˚
23' (7 m)
30˚
23' (7 m)
-11
Snel starten
Dit gedeelte toont u een voorbeeld van hoe u de projector aansluit op videoapparatuur, samen met een korte
toelichting op de stappen, van de aansluiting tot de projectie van afbeeldingen.
Voor meer informatie raadpleegt u de pagina's die in elke stap worden vermeld.
7STANDBY-knop
3ON-knop
6Zoomknop
6Scherpstelring
6Stelpoten
5Selectieknoppen
inputmodus
1. Plaats de projector met de voorkant naar een scherm
2.
Sluit de projector aan op de videoapparatuur en steek
de stroomkabel in het AC-contact op de projector
Naar VIDEO-terminal
Pagina's 18-25
Pagina 14
Sluit de audio-outputterminal van de
videoapparatuur aan op de audio-inputterminal van de audioapparatuur
AC-contact
met behulp van een audiokabel.
3. Verwijder de lensdop en schakel de projector in
Richt de afstandsbediening op de projector, druk op de
-12
Pagina 25
ON-knop.
ON
4. Schakel de videoapparatuur in en start het afspelen
Afspelen
5. Selecteer de Inputmodus
Druk op de VIDEO-knop op de afstandsbediening om “VIDEO” te selecteren als de Inputmodus.
VIDEO
• Druk op
////// op de afstandsbediening om de Inputmodus om te schakelen.
6. Stel de hoek, scherpte en zoom bij
1.
De scherpte wordt bijgesteld door
aan de scherpstelring te draaien.
2.
De zoom wordt bijgesteld door de
zoomknop te verplaatsen.
Zoomknop
3.
De projectorhoek wordt bijgesteld
door de stelpoot te gebruiken. Wat
betreft de bijstelling van de verticale positie van de geprojecteerde
afbeelding; hiervoor gebruikt u de
lensschuifknop.
Pagina 27
Pagina’s 27, 28
Lensschuifknop
Snel starten
Scherpstelring
7. Schakel de stroom uit
Druk op STANDBY op de afstandsbediening en druk vervolgens nogmaals op dezelfde knop, als het
bericht verschijnt dat u de projector in standby-modus moet zetten.
STANDBY
• Haal de stroomkabel uit het AC-contact nadat de koelingsventilator is gestopt.
□ In-beeld-display
Wacht aub.
Pootontspanners
Pagina 26
□
-13
De projector opstellen
De projector opstellen
Voor optimale afbeeldingskwaliteit plaatst u de projector loodrecht tegenover het scherm met de stelpoten
van de projector in vlakke en horizontale stand.
•
De projectorlens moet in het midden van het scherm geplaatst zijn. Als de horizontale lijn die door het midden van
de lens loopt, niet verticaal op het scherm staat, dan zal de afbeelding vervormen, wat het bekijken bemoeilijkt.
• Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het niet in direct contact met het zonlicht of de kamerverlichting staat. Licht dat direct op het scherm valt, vervaagt de kleuren, wat het bekijken bemoeilijkt.
Sluit de gordijnen en dim de lichten wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of heldere kamer.
• Een polariserend scherm kan niet bij deze projector worden gebruikt.
Standaardopstelling (projectie voorkant)
■ Plaats de projector op de vereiste afstand tot het scherm, in overeenstemming met het gewenste afbeeldingsformaat.
Voorbeeld van een standaardopstelling
Beeld
Lens verschoven naar laagste positie
90˚
Midden van
de lens
H1
H2
L : Projectieafstand
H1: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld
(wanneer de lens is verschoven in de laagste positie)
H2: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld
(wanneer de lens is verschoven in de hoogste positie)
• Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Afbeeldingsformaat (scherm) en projectieafstand” op pagina 16.
90˚
Midden van
de lens
L
Lens verschoven naar hoogste positie
-14
Projectiemodus (PRJ)
De projector kan een van de 4 projectiemodi gebruiken, zoals afgebeeld in de onderstaande schets. Selecteer de meest geschikte
modus voor de projectie-instelling die u gebruikt. (U kunt de PRJ-modus in het “Opties”-menu instellen. Zie pagina 45.)
■ Tafelmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Voor”
■ Tafelmontage, projectie achterkant
(met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Achter”
■ Plafondmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Plafond+voor”
■ Plafondmontage, projectie achterkant
(met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Plafond+achter”
Opstelling plafondmontage
■ Wij raden u aan de optionele plafondmontagesteun van Sharp te gebruiken voor deze installatie. Voordat
u de projector monteert, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de aanbevolen plafondmontagesteun te bestellen (apart verkrijgbaar).
• AN-NV6T plafondmontagesteun, bestaande uit verlengbuizen AN-TK201 en AN-TK202.
■ De afbeelding wordt ondersteboven afgebeeld door “Plafond+voor” in “Projectie” te zetten. Zie pagina 45
voor gebruik van deze functie.
Opstelling
Indicatie van het geprojecteerde afbeeldingsformaat en projectieafstand
Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Afbeeldingsformaat (scherm) en projectieafstand” op pagina 16.
Voorbeeld: Bij gebruik van een breed scherm (16:9)
Afbeeldingsformaat
300"
200"
100"
80"
60"
52,3
29,4
174,3
87,2
"
× 49
69,7
"
×
"
"
× 39,2
8'0"
(2,4 m
~
"
10'10"
3,3 m)
~
10'9"
"
(3,3 m
~
"
×
14'6"
4,4 m)
~
13'5"
(4,1 m
98,1
261,5
"
× 147,1
"
18'2"
5,5 m)
~
~
27'1" ~ 36'6"
(8,3 m ~ 11,1 m)
"
~
40'9"
(12,4 m
54'10"
16,7 m)
~
Projectieafstand
-15
De projector opstellen (vervolg)
Afbeeldingsformaat (scherm) en projectieafstand
Het formaat van het projectiescherm varieert naargelang de afstand van de lens van de projector tot het
scherm. Installeer de projector zo dat geprojecteerde afbeeldingen worden geprojecteerd in het optimale
formaat door de onderstaande tabel te raadplegen. Gebruik de waarden in de tabel als referentiepunt bij het
installeren van de projector.
Bij gebruik van een breed scherm (16:9): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over het hele scherm (16:9).
300" 261,5" (6,6 m) 147,1" (3,7 m) 54'10" (16,7 m) 40'9" (12,4 m) –147" (–374 cm) 0" (0 cm)
250" 217,9" (5,5 m) 122,6" (3,1 m) 45'8" (13,9 m) 33'11" (10,3 m) –122" (–311 cm) 0" (0 cm)
200" 174,3" (4,4 m) 98,1" (2,5 m) 36'6" (11,1 m) 27'1" (8,3 m) –98" (–249 cm) 0" (0 cm)
150" 130,7" (3,3 m) 73,5" (1,9 m) 27'4" (8,3 m) 20'3" (6,2 m) –73" (–187 cm) 0" (0 cm)
120" 104,6" (2,7 m) 58,8" (1,5 m) 21'10" (6,7 m) 16'2" (4,9 m) –58" (–149 cm) 0" (0 cm)
110" 95,9" (2,4 m) 53,9" (1,4 m) 20'0" (6,1 m) 14'10" (4,5 m) –53" (–137 cm) 0" (0 cm)
100" 87,2" (2,2 m) 49" (1,2 m) 18'2" (5,5 m) 13'5" (4,1 m) –49" (–125 cm) 0" (0 cm)
80" 69,7" (1,8 m) 39,2" (1,0 m) 14'6" (4,4 m) 10'9" (3,3 m) –39" (–100 cm) 0" (0 cm)
60" 52,3" (1,3 m) 29,4" (0,7 m) 10'10" (3,3 m) 8'0" (2,4 m) –29" (–75 cm) 0" (0 cm)
40" 34,9" (0,9 m) 19,6" (0,5 m) 7'2" (2,2 m) 5'3" (1,6 m) –19" (–50 cm) 0" (0 cm)
250" 200" (5,1 m) 150" (3,8 m) 56'0" (17,1 m) 41'7" (12,7 m) –150" (–381 cm) 0" (0 cm)
200" 160" (4,1 m) 120" (3,0 m) 44'9" (13,6 m) 33'2" (10,1 m) –120" (–305 cm) 0" (0 cm)
150" 120" (3,0 m) 90" (2,3 m) 33'6" (10,2 m) 24'10" (7,6 m) –90" (–229 cm) 0" (0 cm)
120"96" (2,4 m) 72" (1,8 m) 26'9" (8,2 m) 19'10" (6,1 m) –72" (–183 cm) 0" (0 cm)
110"88" (2,2 m) 66" (1,7 m) 24'6" (7,5 m) 18'2" (5,5 m) –66" (–168 cm) 0" (0 cm)
100"80" (2,0 m) 60" (1,5 m) 22'3" (6,8 m) 16'6" (5,0 m) –60" (–152 cm) 0" (0 cm)
80"64" (1,6 m) 48" (1,2 m) 17'9" (5,4 m) 13'2" (4,0 m) –48" (–122 cm) 0" (0 cm)
60"48" (1,2 m) 36" (0,9 m) 13'4" (4,1 m) 9'10" (3,0 m) –36" (–91 cm) 0" (0 cm)
250" 200" (5,1 m) 150" (3,8 m) 41'11" (12,8 m) 31'1" (9,5 m) –112" (–286 cm) 0" (0 cm)
200" 160" (4,1 m) 120" (3,0 m) 33'6" (10,2 m) 24'10" (7,6 m) –90" (–229 cm) 0" (0 cm)
150" 120" (3,0 m) 90" (2,3 m) 25'1" (7,6 m) 18'7" (5,7 m) –67" (–171 cm) 0" (0 cm)
120"96" (2,4 m) 72" (1,8 m) 20'0" (6,1 m) 14'10" (4,5 m) –54" (–137cm) 0" (0 cm)
110"88" (2,2 m) 66" (1,7 m) 18'4" (5,6 m) 13'7" (4,1 m) –49" (–126 cm) 0" (0 cm)
100"80" (2,0 m) 60" (1,5 m) 16'8" (5,1 m) 12'4" (3,8 m) –45" (–114 cm) 0" (0 cm)
80"64" (1,6 m) 48" (1,2 m) 13'3" (4,1 m) 9'10" (3,0 m) –36" (–91 cm) 0" (0 cm)
60"48" (1,2 m) 36" (0,9 m) 9'11" (3,0 m) 7'4" (2,2 m) –27" (–69 cm) 0" (0 cm)
De formule voor beeldformaat en projectieafstand
L1 = (0,05133x – 0,05550)/0,3048 (vt)
L2 = (0,03817x – 0,05665)/0,3048 (vt)
H1 = –1,143x/2,54 (in)
H2 = 0
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
• In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
• Wanneer de afstand tussen het midden van de lens en de onderrand van het beeld (H) een negatief getal
is, dan betekent dit dat de onderkant van het beeld lager is dan het midden van de lens.
-16
Voorbeelden van kabels voor aansluiting
•
Voor meer informatie over aansluiting en kabel verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparatuur.
• U hebt wellicht andere kabels of connectors nodig die hieronder niet worden vermeld.
ApparatuurInputsignaalKabel
Audiovisuele
apparatuur
Camera/videospel
HDMI-video HDMI-kabel (in winkels verkrijgbaar)HDMI1, 2
Onderdeel
video
Terminal
voor het
gebruik van
de bijpas-
sende
kabel
RGB-video5 RCA RGB-kabel (in winkels verkrijgbaar)COMPONENT/
S-videoS-videokabel (in winkels verkrijgbaar)S-VIDEO
Componentkabel (in winkels verkrijgbaar)COMPONENT/
3 RCA naar 15-pins D-subkabel (apart verkrijgbaar: AN-C3CP2)
DVI naar 15-pins D-subadapter (apart verkrijgbaar: AN-A1DV)
3 RCA naar 15-pins D-subkabel DVI naar 15-pins D-subadaptor
Bijpassende kabel bevestigd aan de aangesloten apparatuur
Bijpassende kabel bevestigd aan de aangesloten apparatuur
Bijpassende kabel bevestigd aan de aangesloten apparatuur
DVI-kabel (apart verkrijgbaar: AN-C3DV)
-17
Aansluiten op videoapparatuur
Voordat u apparatuur aansluit, moet u de stroomkabel van de projector uit het AC-contact trekken en de apparaten uitschakelen
die u wilt gaan aansluiten. Nadat u alle aansluitingen hebt gemaakt, schakelt u de projector in en daarna de andere apparaten.
Apparatuur met HDMI-outputterminal aansluiten op de HDMI-terminal op de projector
HDMI is een nieuwe, gespecialiseerde interface die een video- en audiosignaal aan de terminal kan afgeven met
behulp van slechts één kabel. Aangezien deze projector zelf geen audiosignaal ondersteunt, moet u een versterker
of een ander audioapparaat gebruiken.
Voor videoaansluiting gebruikt u een kabel die voldoet aan HDMI-normen. Het gebruik van kabel die niet voldoen aan
HDMI-normen kan storingen veroorzaken.
HDMI-compatibel apparaat
Naar HDMI-outputterminal
HDMI-kabel (type A)
(in winkels verkrijgbaar)
Naar HDMI1- of 2-terminal
•
HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is een digitale AV-interface die een videosignaal met hoge resolutie kan
afl everen, tegelijk met een multikanaals audiosignaal en bidirectioneel controlesignaal, en dit alles in slechts één kabel.
• Omdat het digitale videosignaal compatibel is met het HDCP-systeem (High-bandwidth Digital Content
Protection), verzwakt het niet wanneer het verzonden wordt en kunt u genieten van een afbeelding van
hoge kwaliteit met behulp van slechts één eenvoudige aansluiting.
Apparatuur aansluiten met de HDMI-outputterminal op de DVI-terminal op de projector
HDMI-compatibel apparaat
Naar HDMI-outputterminal
DVI/HDMI-kabel
(in winkels verkrijgbaar)
• Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “Signaaltyp” in het
menu “Opties”. Zie pagina 44.
• Wanneer een DVI/HDMI-conversiekabel wordt aangesloten op de HDMI-terminal, dan is het afbeelden van
een duidelijke afbeelding wellicht niet mogelijk.
Naar DVI-terminal
-18
Videoapparatuur aansluiten met de DVI-outputterminal op de DVI-terminal op de projector
DVD-speler, etc.
Naar DVI digitale outputterminal
Naar DVI-terminal
DVI-kabel
(apart verkrijgbaar: AN-C3DV)
• Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “Signaaltyp” in het
menu “Opties”. Zie pagina 44.
Losse videoapparatuur aansluiten op de DVI-terminal op de projector
DVD-speler, etc.
Naar component-outputterminal
Naar DVI-terminal
Aansluitingen
3 RCA naar 15-pins D-subkabel
(apart verkrijgbaar: AN-C3CP2)
DVI naar 15-pins D-subadapter
(apart verkrijgbaar: AN-A1DV)
• Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “Signaaltyp” in het
menu “Opties”. Zie pagina 44.
-19
Aansluiten op videoapparatuur (vervolg)
RGB-apparatuur aansluiten op de DVI-terminal op de projector
DVD-speler, etc.
Naar DVI-terminal
Naar RGB-outputterminal
DVI-naar D-sub-kabel
(geleverd accessoire)
• Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “A. RGB” voor
“Signaaltyp” in het menu “Opties”. Zie pagina 44.
RGB-apparatuur aansluiten op de COMPONENT/RGB-terminals op de projector
DVD-speler, etc.
Naar analoge RGBoutputterminal
Naar COMPONENT/RGB 1- of 2-terminals
5 RCA RGB-kabel
(in winkels verkrijgbaar)
• De (HD/C sync)- en (VD)-terminals kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de specifi caties op de RGBapparatuur die op deze projector is aangesloten. Wij verwijzen voor meer informatie naar de bedieningshandleiding van de RGB-apparatuur
-20
Loading...
+ 46 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.