Sharp XV-Z21000 User Manual [nl]

XV-Z21000
ENGLISH
PROJECTOR PROJEKTOR PROJECTEUR PROJEKTOR PROYECTOR PROIETTORE PROJECTOR
OPERATION MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG MODE D’EMPLOI BRUKSANVISNING MANUAL DE MANEJO MANUALE DI ISTRUZIONI GEBRUIKSAANWIJZING
DEUTSCH FRANÇAIS SVENSKA
ESPAÑOL ITALIANO
NEDERLANDS
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
BELANGRIJK
• Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Geleverde accessoires” op blz. 4 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z21000
Serienummer:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kin-
deren niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN. GEEN SCHROEVEN VERWIJ-
DEREN, BEHALVE DE VOORGE-
SCHREVEN GEBRUIKER-ON-
DERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VER-
MINDEREN, MAG DE BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ON-
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
DERHOUDSPERSONEEL.
driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in standby is gezet. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd in standby met de STANDBY-knop op de projector of de STANDBY­knop op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stroomkabel uit het stopcon­tact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STROOMKABEL UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
NEDERLANDS
-1
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Over de lamp” op blz. 48.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat 2.073.600 pixels (micro­spiegels). Evenals bij andere hoogwaardige elektronische apparatuur zoals TV’s met grote beeldschermen, videosystemen en videocamera’s, gelden er bepaalde tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen. Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen, wat kan resulteren in niet actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
• Het DLP®-logo, de DLP®-medaille en BrilliantColorTM zijn handelsmerken van Texas Instruments.
• Microsoft en/of in andere landen.
• PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten. Macintosh® is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
• HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handels­merken van HDMI Licensing LLC.
• Alle andere namen van fi rma’s of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de re­spectievelijke ondernemingen.
• Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspre­iden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
-2

Inhoud

Voorbereiding
Inleiding
Inhoud ...............................................................3
Accessoires ......................................................4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Namen en functies van onderdelen ...............8
De afstandsbediening gebruiken .................11
De batterijen plaatsen .......................................... 11
Bruikbaar bereik .................................................. 11
Snel starten
Snel starten ....................................................12
Gebruik
Basisbediening
De projector in- en uitschakelen ..................25
De stroomkabel aansluiten .................................. 25
De projector inschakelen ..................................... 25
De stroom uitschakelen
(De projector in standby-modus zetten)......... 26
Afbeeldingsprojectie .....................................27
Het omschakelen van inputmodus ...................... 27
De geprojecteerde afbeelding bijstellen................ 27
Werken met de afstandsbediening ..............29
De iris-instelling omschakelen .............................. 29
Het contrast bijstellen .......................................... 29
De lichthoeveelheid bijstellen ............................... 29
Een bewegende afbeelding stilzetten................... 29
De afbeeldingsmodus selecteren ......................... 29
Het schermformaat selecteren ....................30
Modus Formaat wijzigen ..................................... 30
Handige functies
Onderdelen menubalk ...................................32
Het menuscherm gebruiken .........................34
Menuselecties (bijstellingen) ................................. 34
Bijstelling afbeelding (“Beeld”-menu) .........36
De afbeeldingsmodus selecteren ......................... 36
De afbeelding bijstellen ........................................ 36
De gammapositie selecteren ............................... 37
De iris-instelling omschakelen .............................. 37
Lampinstelling ..................................................... 37
De geavanceerde instelling (“Geavanceerd”)
gebruiken...................................................... 37
De kleuren bijstellen............................................. 37
De BrilliantColor
De progressieve modus selecteren ...................... 38
TM
bijstellen .................................. 38
...5
Opstelling
De projector opstellen ..................................14
De projector opstellen ......................................... 14
Standaardopstelling (projectie voorkant) .............. 14
Projectiemodus (PRJ) .......................................... 15
Opstelling plafondmontage .................................. 15
Afbeeldingsformaat (scherm) en projectieafstand
.... 16
Aansluitingen
Voorbeelden van kabels voor aansluiting ...17
Aansluiten op videoapparatuur ....................18
Aansluiten op een computer ........................23
De projector bedienen met een computer
De fi lmmodus selecteren ..................................... 38
Afbeeldingsruis verminderen (DNR) ..................... 38
Vermindering zoemgeluid (MNR) .......................... 38
De Ontsluieringscontrole aanpassen.................... 39
Het automatische contrast bijstellen .................... 39
Alle bijstellingsitems terugstellen .......................... 39
Bijstelling gamma (“Gamma”-menu) ...........40
De gammapositie selecteren ............................... 40
Het gamma bijstellen ........................................... 40
Bijstelling computerafbeelding (“Fijn sync.”-menu)
De computerafbeelding bijstellen ......................... 41
Instelling speciale modi........................................ 41
Het inputsignaal controleren ................................ 41
Automat. sync. (bijstelling automat. sync.) ........... 41
Het “Opties”-menu gebruiken ......................42
De afbeeldingspositie bijstellen ............................ 42
Het verticale formaat van het display bijstellen
(instelling Ondertiteling) .................................42
De overscan bijstellen .......................................... 42
Het zwart-witniveau bijstellen .............................. 43
LED uitschakelen ................................................ 43
De status van de lampduur controleren ............... 43
On-screen displayinstelling .................................. 43
De instellingvideosysteem omschakelen .............. 43
Instelling signaaltype ........................................... 44
De kleurruimte bijstellen ....................................... 44
Het dynamische bereik bijstellen .......................... 44
De achtergrondafbeelding selecteren .................. 44
De spaarstand bijstellen ...................................... 44
De verzendsnelheid selecteren (RS-232C) ........... 45
Instelling ventilatormodus .................................... 45
Geprojecteerde afbeeldingen achterstevoren
/ondersteboven zetten .................................. 45
Terugkeren naar de standaardinstellingen ............ 45
Andere Functie ...............................................45
De on-screen displaytaal selecteren .................... 45
...24
...41
Inleiding
Naslagwerken
Bijlage
Onderhoudsindicators/onderhoud ..............46
Over de lamp ..................................................48
Lamp .................................................................. 48
Voorzichtig met de lamp ...................................... 48
De lamp vervangen ............................................. 48
De lampeenheid verwijderen en installeren .......... 49
De lamptimer terugstellen .................................... 50
Opdrachten verbindingspinnen ....................51
RS-232C Specifi caties en opdracht-
instellingen ...............................................52
Wired Remote Control-terminal
Specifi caties .............................................59
Overzicht computercompatibiliteit ..............60
Probleemoplossing .......................................61
Specifi caties ..................................................63
Afmetingen .....................................................64
Register ..........................................................65
-3

Accessoires

Geleverde accessoires
Afstandsbediening
RRMCGA500WJSB
21-pins RCA
conversie-adapter
QSOCZ0361CEZZ
Stroomkabel* (1)
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6' (1,8 m))
QACCVA011WJPZ
* Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Twee AA-batterijen
Videokabel
QCNWGA001WJZZ
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(2) (3)
Voor Groot-Brittannië
en Singapore
(6' (1,8 m))
QACCBA036WJPZ
Lensdop (bevestigd)
PCAPH1056CESA
DVI-naar D-sub-kabel
(6' (1,8 m))
QCNWGA010WJPZ
Voor Australië, Nieuw-Zeeland
Optionele accessoires
Lampeenheid AN-K20LP
3 RCA naar 15-pins D-subkabel (9'10" (3,0 m)) AN-C3CP2
DVI naar 15-pins D-subadapter (7,9" (20 cm)) AN-A1DV
DVI-kabel (9'10" (3,0 m)) AN-C3DV
Terminaldeksel
GCOVAB677WJKB
Gebruiksaanwijzing
en Oceanië (6' (1,8 m))
QACCLA018WJPZ
Sommige optionele accessoires zijn wellicht in bepaalde regio's niet verkrijgbaar. Neem hiervoor contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum.
Tekens die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt
................... Ter aanduiding van veiligheidstips voor gebruik van de projector.
Info
......Ter aanduiding van extra informatie over het opstellen en bedienen van de projector.
In deze gebruiksaanwijzing zijn de illustratie en het schermdisplay vereenvoudigd voor uitleg en kunnen ze licht afwijken van het daadwerkelijke display.
Voor toekomstige raadpleging
RegisterOnderhoud Probleemoplossing
P. 46 en 47 P. 61 en 62
-4
P. 65

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Inleiding
LET OP:
Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEK­TRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1.
Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaa­nwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebrui­ksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoon­maken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steun­beugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele mon­tagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en be­scherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen, wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stek­kers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet. a. Tweedraads(net)stekker. b. Driedraads geaarde(net)stekker met aardingspen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van de stroomkabel
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer niet door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcon­tact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14.
Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het ap­paraat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoog­spanning staan, kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoud­spersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat is te-
rechtgekomen. c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of water. d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar het
apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedienings-
organen die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan
het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg
dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van
het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker
en duurder kunnen worden. e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd. f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert. Dit
duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen ge­bruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of repa­ratiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
-5
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie Lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet u contact opnemen met uw dichtstbi­jzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor een nieuwe lamp.
Zie “Over de lamp” op blz. 48.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projec­tor in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffi g en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort ruimten moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum worden gedaan.
Zet de projector niet op een plaats die blootgesteld staat aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het scherm valt, zal de kleuren fl ets maken waardoor het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en dim de verlichting wanneer het scherm in een erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Plaats de projector op een horizontale ondergrond bin­nen het afstelbereik (±5 graden) van de stelpoot.
Wanneer de projector de eerste maal wordt ingeschake­ld, kan er een vreemde geur via de ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen nadat de projector een poosje is gebruikt.
Gebruik van de projector op grote hoogte, zoals in de bergen (hoogten van meer dan 4900 voet (1500 meter))
Wanneer u de projector op grote hoogte gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de “Ventilatormodus” op “Hoog” te zetten. Indien dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van het optische systeem nadelig beïnvloeden.
Waarschuwing betreffende het opstellen van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u er goed op letten dat de projector stevig staat, om te voorkomen dat de projector letsel veroorzaakt wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten en/of hevige trillingen bloot.
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze niet besch­adigt of er hard tegen stoot.
Vermijd plaatsen die blootgesteld staan aan extreme temperaturen.
Het bereik voor de beschijfstemperatuur van de projector loopt van 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C).
Het bereik voor de opslagtemperatuur van de projector loopt van –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Houd minimaal 11 13/16 inch (30 cm) ruimte vrij tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn afge­dekt.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening ervoor zorgen dat de projector automatisch in de ruststand (standby) wordt gezet, om beschadiging als gevolg van oververhitting te voorkomen. Dit duidt niet op een storing. (Zie blz. 46.) Trek de stekker van de stroomkabel uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Zet de projector vervol­gens op een plaats waar de inlaat- en uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden, steek de stroomkabel weer in het stopcontact en schakel de projector in. De projector zal vervolgens weer normaal werken.
Wanneer u de projector uitschakelt, blijft de koelventila­tor nog een tijdje draaien om de interne temperatuur te laten dalen. Haal de stroomkabel uit het stopcontact nadat de koelventilator is gestopt. De tijdsduur dat de koelventilator draait verschilt afhankelijk van de gebrui­ksomstandigheden en de interne temperatuur.
Belangrijke informatie betreffende het gebruik van de projector
Wanneer u de projector vervoert, moet u erop letten dat u deze niet aan harde stoten en/of trillingen blootstelt, want dit kan resulteren in beschadigingen. Wees bijzonder voorzichtig met de lens. Voordat u projector verplaatst, trekt u de stroomkabel uit het stopcontact en maakt u tevens alle andere aansluitkabels los.
Draag de projector niet aan de lens.
Breng de lensdop aan wanneer u de projector opbergt.
(Zie blz. 8.)
Stel de projector niet bloot aan direct zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt van een hittebron. Dit kan namelijk resulteren in verkleuring van de behuizing of vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
Wanneer u een computer of andere audiovisuele appa­ratuur op de projector aansluit, mag u de aansluitingen pas maken NADAT u het stroomkabel van de projector uit het stopcontact hebt gehaald en de apparatuur die wordt aangesloten hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzing van de projector en van de apparatuur die wordt aangesloten voor nadere bijzon­derheden betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De netspanning en de uitvoering van de netstekker kunnen variëren, afhankelijk van het gebied of het land waar de projector wordt gebruikt. Als u de projector in het buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de juiste netspanning en met de voorgeschreven stroomkabel wordt aangesloten.
Laat uw ogen af en toe rusten.
Langdurig ononderbroken naar het scherm kijken kan resulteren in vermoeidheid van de ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
-6
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de projector oververhit raakt als gevolg van een
foutieve opstelling, of afdekking van de ventilatieopenin­gen, zullen in de linker benedenhoek van het beeld de aanduidingen “ ” en “ ” oplichten. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp automatisch uitgaan en zal de waarschuwingsindicator temperatuur op de projector gaan knipperen. Vervolgens komt de projector na een afkoelingsperiode van 90 sec­onden automatisch in de ruststand (standby) te staan. Zie “Onderhoud indicators/onderhoud” op blz. 46 voor verdere informatie.
Inleiding
Info
• De koelventilator regelt de inwendige tempera­tuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van de projector. Dit duidt niet op een storing.
• Trek de stroomkabel niet uit het stopcontact tijdens het projecteren van een beeld of terwijl de koelventilator draait. De koelventilator zal dan stoppen waardoor er beschadigingen kun­nen ontstaan als gevolg van het oplopen van de inwendige temperatuur.
-7

Namen en functies van onderdelen

Nummers in verwijzen naar de belangrijkste pagina's in deze gebruiksaanwijzing met uitleg over het onderwerp.
Projector
MENU-knop
Voor de weergave van
schermen voor bijstellingen/
Knoppen voor bijstelling
Voor het selecteren van
Voor het instellen van items
die zijn geselecteerd of
bijgesteld op het menu.
Voor het ongedaan maken
Voor het verticaal verplaat-
sen van de geprojecteerde
Door de twee lipjes in de drukken, kunt
u de lensdop verwijderen/bevestigen.
instellingen.
(, , \, )
menu-items.
ENTER-knop
RETURN-knop
van een handeling.
Lensschuifknop
afbeelding.
Zoomknop
Scherpstelring
Stelpoot
34
34
34
34
28
27
27
28
Lensdop
RESIZE-knop
30
Voor het schakelen tussen de verschillende schermformaten (ZIJBALK, SLIMME REK, etc.).
INPUT-knop
27
Voor het weergeven van de input-lijst.
STANDBY-knop
26
Om de projector in de standby-modus te zetten.
ON-knop
25
Voor het inschakelen van de stroom.
Waarschuwingsindica-
46
tor temperatuur
Wanneer de interne tempe­ratuur stijgt, dan licht deze indicator rood op.
Lampindicator
25, 46
Licht blauw op, duidt op normaal functioneren. Vervang de lamp wanneer de indicator rood oplicht.
Stroomindicator
25, 46
Licht rood op wanneer de projector in standby staat. Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, dan zal deze indicator blauw oplichten.
Inlaatopening
47
Stelpoot
28
Sensor afstandsbediening
11
De terminaldeksel gebruiken
Wanneer de projector wordt gebruikt op een bureaublad, op een hoge plaats of aan het plafond gemonteerd is, be­vestig dan de terminaldeksel (meegeleverd) om de verbin­dingskabels te verbergen.
De terminaldeksel bevestigen
Breng de haak op de terminaldeksel ter hoogte van de
1
invoegopening die in de haak zit aan de achterkant van de projector. Druk de haak in de met de pijl aangeduide richting om
2
de terminaldeksel op de projector vast te zetten. Plaats de terminaldeksel in de montagegleuf op de
3
projector terwijl u de lipjes in de terminaldeksel met uw vingers naar buiten duwt.
-8
DRUKKEN!
3
3
1
1
2
Verwijder de rubberen dop die op de projector is bevestigd en bevestig vervolgens de clips.
Projector (achteraanzicht)
Inlaatopening
Kensington Security Standard-connector
47
Inlaatopening
47
Inleiding
Uitlaatopening
Sensor afstands-
bediening
AC-contact
Sluit de geleverde
stroomkabel aan.
Terminals
47
11
25
 
Terminal Beschrijving Pagina
COMPONENT/RGB1, 2-terminals
1
Videoapparatuur aansluiten op de outputterminal voor onderdelen (DVD-speler, etc.) of een computer met analoge RGB-outputterminal.
S-VIDEO-terminal
2
Videoapparatuur aansluiten op outputterminal voor S-video (DVD-speler, videorecorder, etc.).
VIDEO-terminal
3
Videoapparatuur aansluiten op outputterminal zonder S-video.
DVI-terminal
4
Videoapparatuur aansluiten op DVI-outputterminal (DVD-speler, DTV-decoder, computer, etc.).
HDMI1, 2-terminals
5
Videoapparatuur aansluiten op HDMI-outputterminal.
RS-232C-terminal
6
Een computer aansluiten voor de bediening van de projector. TRIGGER-terminal
Wanneer de projector is ingeschakeld, komt er een controlesignaal (DC 12V) van deze terminal.
7
Als er een elektrische scherm of ander compatibel apparaat is aangesloten, dan kan het worden ingeschakeld bij het inschakelen van de projector.
WIRED REMOTE-inputterminal
8
De afstandsbediening aansluiting met een kabel, wanneer de projector buiten bereik van signalen van de afstandsbediening staat.
20, 21
18-20, 23
22
22
18
24
10
Het Kensington-slot gebruiken
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor gebruik met een Kensington MicroSa­ver Security System. Raadpleeg de informatie die is geleverd bij het systeem voor aanwijzingen over hoe u de projector beveiligt door gebruik van dit aansluitstuk.
-9
Namen en functies van onderdelen (vervolg)
Nummers in verwijzen naar de belangrijkste pagina's in deze gebruiksaanwijzing met uitleg over het onderwerp.
Afstandsbediening
Afstandsbedieningssignaal-
Om de projector in de standby-
Voor het instellen van items die zijn ge-
selecteerd of bijgesteld op het menu.
Voor het ongedaan maken van een
Voor het automatisch synchroniseren
van afbeeldingen bij verbinding met
verschillende schermformaten
(ZIJBALK, SLIMME REK, etc.).
Voor het schakelen tussen de ver-
AUTO SYNC-knop
Voor het schakelen tussen de
RGB/COMP.-knop
schillende inputsignaaltypes.
zenders
STANDBY-knop
modus te zetten.
ENTER-knop
RETURN-knop
handeling.
een computer.
RESIZE-knop
11
26
34
34
41
30
44
WIRED R/C JACK
Voor bediening van de projector door de afstandsbediening op de projector aan te sluiten.
ON-knop
25
Voor het inschakelen van de stroom.
MENU-knop
34
Voor de weergave van schermen voor bijstellingen/instellingen.
Knoppen voor bijstelling
34
(", ', \, |)
Voor het selecteren van menu-items.
Selectieknoppen inputmodus
27
Voor het schakelen tussen de verschillende inputmodi.
PICTURE MODE-knop
29
Voor het selecteren van de geschikte foto die het beste bij de geprojecteerde afbeelding past.
CONTRAST-knop
29
Voor het weergeven van het con­trast- instellingsscherm.
FREEZE-knop
29
Voor het stilzetten van afbeeldingen.
Voor omschakeling tussen
IRIS-knop
“HOGE-HELDERHEIDSMODUS”,
“GEMIDDELDE MODUS” en
“HOOG-CONTRASTMODUS”.
INPUT-knop
Voor het weergeven van de input-lijst.
29
27
BRIGHT-knop
29
Voor het weergeven van het instel­lingsscherm voor de helderheid.
LIGHT-knop
Voor het verlichten van alle knop­pen op de afstandsbediening.
De afstandsbediening op de projector aansluiten
Wanneer de afstandsbediening niet kan worden gebruikt vanwege het bereik of de plaats van de projector, ver­bind dan een minijack-kabel ø3,5 mm (in winkels verkrijgbaar) van WIRED R/C JACK aan de bovenkant van de afstandsbediening met WIRED REMOTE-inputterminal aan de achterkant van de projector.
Naar WIRED REMOTE-inputterminal
minijack-kabel ø3,5 mm
(in winkels verkrijgbaar)
-10
Naar WIRED R/C JACK
Afstandsbediening

De afstandsbediening gebruiken

De batterijen plaatsen

1 Trek het lipje op de deksel om-
laag en verwijder de deksel in de richting van de pijl.
2 Plaats de geleverde batteijen en
plaats de deksel terug.
Zorg ervoor dat de polariteiten overeen­stemmen met de markeringen binnenin het batterijvak.
Wanneer u de deksel correct terugplaatst, voelt u hem op zijn plaats klikken.

Bruikbaar bereik

en
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar
inleveren als KCA.
Inleiding
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het bereik zoals getoond in de afbeelding.
Sensoren afstandsbediening
Het signaal van de afstandsbediening kan op een scherm worden weerkaatst voor eenvoudige bediening. De daadwerkelijke afstand van het signaal kan echter variëren naargelang het materiaal van het scherm.
De afstandsbediening gebruiken:
Niet laten vallen of blootstellen aan vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening kan slecht werken onder een tl-buis. Plaats de projector in dat geval uit de buurt van de tl-buis.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of explosie veroorzaken. Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen op.
Voorzichtig
De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst. Gerbruik alleen dezelfde of een gelijkwaardig type batterij.
Plaats de batterijen zo dat de polariteiten overeenstemmen met de markeringen en binnenin het batterijvak.
Verschillende soorten batterijen hebben andere eigenschappen, dus gebruik nooit batterijen van verschillende soorten tegelijkertijd.
Gebruik geen oude batterijen samen met nieuwe. Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van de oude batterijen veroorzaken.
Haal de batterijen uit de afstandsbediening zodra ze leeg zijn, omdat ze anders kunnen gaan lekken.
Batterijvloeistof van lekke batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg de batterijen eerst schoon en verwijder ze dan met een doek.
De batterijen die worden geleverd bij deze projector kunnen snel leeg zijn; dit hangt af van de manier van opslag. Vervang ze dan zo snel mogelijk door nieuwe batterijen.
Haal de batterijen uit de afstandsbediening als u deze gedurende een tijd niet gebruikt.
Neem de regels (voorschriften) van uw gemeente in acht bij het weggooien van lege batterijen.
Afstandsbedienings-
signaalzenders
30˚
Afstandsbediening
30˚
30˚
Afstandsbedienings-
signaalzenders
30˚
30˚
23' (7 m)
30˚
23' (7 m)
-11

Snel starten

Dit gedeelte toont u een voorbeeld van hoe u de projector aansluit op videoapparatuur, samen met een korte toelichting op de stappen, van de aansluiting tot de projectie van afbeeldingen. Voor meer informatie raadpleegt u de pagina's die in elke stap worden vermeld.
7 STANDBY-knop
3 ON-knop
6 Zoomknop
6 Scherpstelring
6 Stelpoten
5 Selectieknoppen
inputmodus
1. Plaats de projector met de voorkant naar een scherm
2.
Sluit de projector aan op de videoapparatuur en steek de stroomkabel in het AC-contact op de projector
Naar VIDEO-terminal
Pagina's 18-25
Pagina 14
Sluit de audio-outputterminal van de videoapparatuur aan op de audio-in­putterminal van de audioapparatuur
AC-contact
met behulp van een audiokabel.
3. Verwijder de lensdop en schakel de projector in
Richt de afstandsbediening op de pro­jector, druk op de
-12
Pagina 25
ON-knop.
ON
4. Schakel de videoapparatuur in en start het afspelen
Afspelen
5. Selecteer de Inputmodus
Druk op de VIDEO-knop op de afstandsbediening om “VIDEO” te selecteren als de Inputmodus.
VIDEO
Druk op
/ / / / / / op de afstandsbediening om de Inputmodus om te schakelen.
6. Stel de hoek, scherpte en zoom bij
1.
De scherpte wordt bijgesteld door aan de scherpstelring te draaien.
2.
De zoom wordt bijgesteld door de zoomknop te verplaatsen.
Zoomknop
3.
De projectorhoek wordt bijgesteld door de stelpoot te gebruiken. Wat betreft de bijstelling van de verti­cale positie van de geprojecteerde afbeelding; hiervoor gebruikt u de lensschuifknop.
Pagina 27
Pagina’s 27, 28
Lensschuifknop
Snel starten
Scherpstelring
7. Schakel de stroom uit
Druk op STANDBY op de afstandsbediening en druk vervolgens nogmaals op dezelfde knop, als het bericht verschijnt dat u de projector in standby-modus moet zetten.
STANDBY
Haal de stroomkabel uit het AC-contact nadat de koelingsventilator is gestopt.
In-beeld-display
Wacht aub.
Pootontspanners
Pagina 26
-13

De projector opstellen

De projector opstellen

Voor optimale afbeeldingskwaliteit plaatst u de projector loodrecht tegenover het scherm met de stelpoten van de projector in vlakke en horizontale stand.
De projectorlens moet in het midden van het scherm geplaatst zijn. Als de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt, niet verticaal op het scherm staat, dan zal de afbeelding vervormen, wat het bekijken bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het niet in direct contact met het zonlicht of de ka­merverlichting staat. Licht dat direct op het scherm valt, vervaagt de kleuren, wat het bekijken bemoeilijkt. Sluit de gordijnen en dim de lichten wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of heldere kamer.
Een polariserend scherm kan niet bij deze projector worden gebruikt.

Standaardopstelling (projectie voorkant)

Plaats de projector op de vereiste afstand tot het scherm, in overeenstemming met het gewenste afbeel­dingsformaat.
Voorbeeld van een standaardopstelling
Beeld
Lens verschoven naar laagste positie
90˚
Midden van de lens
H1
H2
L : Projectieafstand H1: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld
(wanneer de lens is verschoven in de laagste positie)
H2: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld
(wanneer de lens is verschoven in de hoogste positie)
Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Afbeeldingsformaat (scherm) en projectieafstand” op pagina 16.
90˚
Midden van de lens
L
Lens verschoven naar hoogste positie
-14

Projectiemodus (PRJ)

De projector kan een van de 4 projectiemodi gebruiken, zoals afgebeeld in de onderstaande schets. Selecteer de meest geschikte modus voor de projectie-instelling die u gebruikt. (U kunt de PRJ-modus in het “Opties”-menu instellen. Zie pagina 45.)
Tafelmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Voor”
Tafelmontage, projectie achterkant
(met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Achter”
Plafondmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Plafond+voor”
Plafondmontage, projectie achterkant (met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Plafond+achter”

Opstelling plafondmontage

Wij raden u aan de optionele plafondmontagesteun van Sharp te gebruiken voor deze installatie. Voordat u de projector monteert, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of ser­vicecentrum om de aanbevolen plafondmontagesteun te bestellen (apart verkrijgbaar).
• AN-NV6T plafondmontagesteun, bestaande uit verlengbuizen AN-TK201 en AN-TK202.
De afbeelding wordt ondersteboven afgebeeld door “Plafond+voor” in “Projectie” te zetten. Zie pagina 45 voor gebruik van deze functie.
Opstelling
Indicatie van het geprojecteerde afbeeldingsformaat en projectieafstand
Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Afbeeldingsformaat (scherm) en projectieafstand” op pagina 16.
Voorbeeld: Bij gebruik van een breed scherm (16:9)
Afbeeldingsformaat
300"
200"
100"
80"
60"
52,3 29,4
174,3
87,2
"
× 49
69,7
"
×
"
"
× 39,2
8'0"
(2,4 m
~
"
10'10"
3,3 m)
~
10'9"
"
(3,3 m
~
"
×
14'6"
4,4 m)
~
13'5"
(4,1 m
98,1
261,5
"
× 147,1
"
18'2"
5,5 m)
~
~
27'1" ~ 36'6" (8,3 m ~ 11,1 m)
"
~
40'9"
(12,4 m
54'10"
16,7 m)
~
Projectieafstand
-15
De projector opstellen (vervolg)

Afbeeldingsformaat (scherm) en projectieafstand

Het formaat van het projectiescherm varieert naargelang de afstand van de lens van de projector tot het scherm. Installeer de projector zo dat geprojecteerde afbeeldingen worden geprojecteerd in het optimale formaat door de onderstaande tabel te raadplegen. Gebruik de waarden in de tabel als referentiepunt bij het installeren van de projector.
Bij gebruik van een breed scherm (16:9): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over het hele scherm (16:9).
16
9
: Geprojecteerde afbeelding
x :
Beeld
formaat (diag.) (in) L1 : Maximale projectieafstand (vt/m) L2 : Minimale projectieafstand (vt/m)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectieafstand [L]
Diag. (x)
300" 261,5" (6,6 m) 147,1" (3,7 m) 54'10" (16,7 m) 40'9" (12,4 m) –147" (–374 cm) 0" (0 cm) 250" 217,9" (5,5 m) 122,6" (3,1 m) 45'8" (13,9 m) 33'11" (10,3 m) –122" (–311 cm) 0" (0 cm) 200" 174,3" (4,4 m) 98,1" (2,5 m) 36'6" (11,1 m) 27'1" (8,3 m) –98" (–249 cm) 0" (0 cm) 150" 130,7" (3,3 m) 73,5" (1,9 m) 27'4" (8,3 m) 20'3" (6,2 m) –73" (–187 cm) 0" (0 cm) 120" 104,6" (2,7 m) 58,8" (1,5 m) 21'10" (6,7 m) 16'2" (4,9 m) –58" (–149 cm) 0" (0 cm) 110" 95,9" (2,4 m) 53,9" (1,4 m) 20'0" (6,1 m) 14'10" (4,5 m) –53" (–137 cm) 0" (0 cm) 100" 87,2" (2,2 m) 49" (1,2 m) 18'2" (5,5 m) 13'5" (4,1 m) –49" (–125 cm) 0" (0 cm)
80" 69,7" (1,8 m) 39,2" (1,0 m) 14'6" (4,4 m) 10'9" (3,3 m) –39" (–100 cm) 0" (0 cm) 60" 52,3" (1,3 m) 29,4" (0,7 m) 10'10" (3,3 m) 8'0" (2,4 m) –29" (–75 cm) 0" (0 cm) 40" 34,9" (0,9 m) 19,6" (0,5 m) 7'2" (2,2 m) 5'3" (1,6 m) –19" (–50 cm) 0" (0 cm)
Breedte Hoogte Maximaal [L1] Minimaal [L2] Laagste [H1] Hoogste [H2]
De formule voor beeldformaat en projectieafstand
L1 = (0,05593x – 0,05550)/0,3048 (vt) L2 = (0,04158x – 0,05665)/0,3048 (vt)
H1 = –1,2453x/2,54 (in) H2 = 0
Wanneer u een normaal scherm (4:3) gebruikt en afbeeldingen in het formaat 4:3 projecteert (ZIJBALK-modus)
4
3
: Scherm : Geprojecteerde afbeelding
x : Beeldformaat (diag.) (in) L1 : Maximale projectieafstand (vt/m) L2 : Minimale projectieafstand (vt/m)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectieafstand [L]
Diag. (x)
250" 200" (5,1 m) 150" (3,8 m) 56'0" (17,1 m) 41'7" (12,7 m) –150" (–381 cm) 0" (0 cm) 200" 160" (4,1 m) 120" (3,0 m) 44'9" (13,6 m) 33'2" (10,1 m) –120" (–305 cm) 0" (0 cm) 150" 120" (3,0 m) 90" (2,3 m) 33'6" (10,2 m) 24'10" (7,6 m) –90" (–229 cm) 0" (0 cm) 120" 96" (2,4 m) 72" (1,8 m) 26'9" (8,2 m) 19'10" (6,1 m) –72" (–183 cm) 0" (0 cm) 110" 88" (2,2 m) 66" (1,7 m) 24'6" (7,5 m) 18'2" (5,5 m) –66" (–168 cm) 0" (0 cm) 100" 80" (2,0 m) 60" (1,5 m) 22'3" (6,8 m) 16'6" (5,0 m) –60" (–152 cm) 0" (0 cm)
80" 64" (1,6 m) 48" (1,2 m) 17'9" (5,4 m) 13'2" (4,0 m) –48" (–122 cm) 0" (0 cm) 60" 48" (1,2 m) 36" (0,9 m) 13'4" (4,1 m) 9'10" (3,0 m) –36" (–91 cm) 0" (0 cm)
Breedte Hoogte Maximaal [L1] Minimaal [L2] Laagste [H1] Hoogste [H2]
De formule voor beeldformaat en projectieafstand L1 = (0,06845x – 0,05550)/0,3048 (vt)
L2 = (0,05089x – 0,05665)/0,3048 (vt)
H1 = –1,524x/2,54 (in) H2 = 0
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over de hele horizontale breedte van het scherm (4:3).
4
3
: Scherm : Geprojecteerde afbeelding
x : Beeldformaat (diag.) (in) L1 : Maximale projectieafstand (vt/m) L2 : Minimale projectieafstand (vt/m)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectieafstand [L]
Diag. (x)
250" 200" (5,1 m) 150" (3,8 m) 41'11" (12,8 m) 31'1" (9,5 m) –112" (–286 cm) 0" (0 cm) 200" 160" (4,1 m) 120" (3,0 m) 33'6" (10,2 m) 24'10" (7,6 m) –90" (–229 cm) 0" (0 cm) 150" 120" (3,0 m) 90" (2,3 m) 25'1" (7,6 m) 18'7" (5,7 m) –67" (–171 cm) 0" (0 cm) 120" 96" (2,4 m) 72" (1,8 m) 20'0" (6,1 m) 14'10" (4,5 m) –54" (–137cm) 0" (0 cm) 110" 88" (2,2 m) 66" (1,7 m) 18'4" (5,6 m) 13'7" (4,1 m) –49" (–126 cm) 0" (0 cm) 100" 80" (2,0 m) 60" (1,5 m) 16'8" (5,1 m) 12'4" (3,8 m) –45" (–114 cm) 0" (0 cm)
80" 64" (1,6 m) 48" (1,2 m) 13'3" (4,1 m) 9'10" (3,0 m) –36" (–91 cm) 0" (0 cm) 60" 48" (1,2 m) 36" (0,9 m) 9'11" (3,0 m) 7'4" (2,2 m) –27" (–69 cm) 0" (0 cm)
Breedte Hoogte Maximaal [L1] Minimaal [L2] Laagste [H1] Hoogste [H2]
De formule voor beeldformaat en projectieafstand L1 = (0,05133x – 0,05550)/0,3048 (vt)
L2 = (0,03817x – 0,05665)/0,3048 (vt)
H1 = –1,143x/2,54 (in) H2 = 0
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
• In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
• Wanneer de afstand tussen het midden van de lens en de onderrand van het beeld (H) een negatief getal is, dan betekent dit dat de onderkant van het beeld lager is dan het midden van de lens.
-16

Voorbeelden van kabels voor aansluiting

Voor meer informatie over aansluiting en kabel verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparatuur.
U hebt wellicht andere kabels of connectors nodig die hieronder niet worden vermeld.
Apparatuur Inputsignaal Kabel
Audiovisuele apparatuur
Camera/videospel
HDMI-video HDMI-kabel (in winkels verkrijgbaar) HDMI1, 2
Onderdeel
video
Terminal
voor het
gebruik van
de bijpas-
sende
kabel
RGB-video 5 RCA RGB-kabel (in winkels verkrijgbaar) COMPONENT/
S-video S-videokabel (in winkels verkrijgbaar) S-VIDEO
Componentkabel (in winkels verkrijgbaar) COMPONENT/
3 RCA naar 15-pins D-subkabel (apart verkrijgbaar: AN-C3CP2) DVI naar 15-pins D-subadapter (apart verkrijgbaar: AN-A1DV)
3 RCA naar 15-pins D-subkabel DVI naar 15-pins D-subadaptor
Bijpassende kabel bevestigd aan de aangesloten apparatuur
Terminal op de
projector
RGB1, 2
DVI
COMPONENT/ RGB1, 2
Aansluitingen
RGB1, 2
Terminal voor het ge­bruik van de
bijpassende
kabel
Video Videokabel (in winkels verkrijgbaar) VIDEO
Terminal voor het ge­bruik van de
bijpassende
kabel
Computer RGB-video DVI-naar D-sub-kabel (Geleverd accessoire) DVI
Bijpassende kabel bevestigd aan de aangesloten ap­paratuur
Bijpassende kabel bevestigd aan de aangesloten apparatuur
DVI-kabel (apart verkrijgbaar: AN-C3DV)
-17

Aansluiten op videoapparatuur

Voordat u apparatuur aansluit, moet u de stroomkabel van de projector uit het AC-contact trekken en de apparaten uitschakelen die u wilt gaan aansluiten. Nadat u alle aansluitingen hebt gemaakt, schakelt u de projector in en daarna de andere apparaten.
Apparatuur met HDMI-outputterminal aansluiten op de HDMI-terminal op de projector
HDMI is een nieuwe, gespecialiseerde interface die een video- en audiosignaal aan de terminal kan afgeven met behulp van slechts één kabel. Aangezien deze projector zelf geen audiosignaal ondersteunt, moet u een versterker of een ander audioapparaat gebruiken. Voor videoaansluiting gebruikt u een kabel die voldoet aan HDMI-normen. Het gebruik van kabel die niet voldoen aan HDMI-normen kan storingen veroorzaken.
HDMI-compatibel apparaat
Naar HDMI-outputterminal
HDMI-kabel (type A) (in winkels verkrijgbaar)
Naar HDMI1- of 2-terminal
HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is een digitale AV-interface die een videosignaal met hoge resolutie kan
afl everen, tegelijk met een multikanaals audiosignaal en bidirectioneel controlesignaal, en dit alles in slechts één kabel.
Omdat het digitale videosignaal compatibel is met het HDCP-systeem (High-bandwidth Digital Content Protection), verzwakt het niet wanneer het verzonden wordt en kunt u genieten van een afbeelding van
hoge kwaliteit met behulp van slechts één eenvoudige aansluiting.
Apparatuur aansluiten met de HDMI-outputterminal op de DVI-terminal op de projector
HDMI-compatibel apparaat
Naar HDMI-outputterminal
DVI/HDMI-kabel (in winkels verkrijgbaar)
Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “Signaaltyp” in het menu “Opties”. Zie pagina 44.
Wanneer een DVI/HDMI-conversiekabel wordt aangesloten op de HDMI-terminal, dan is het afbeelden van een duidelijke afbeelding wellicht niet mogelijk.
Naar DVI-terminal
-18
Videoapparatuur aansluiten met de DVI-outputterminal op de DVI-terminal op de projector
DVD-speler, etc.
Naar DVI digitale outputterminal
Naar DVI-terminal
DVI-kabel (apart verkrijgbaar: AN-C3DV)
Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “Signaaltyp” in het menu “Opties”. Zie pagina 44.
Losse videoapparatuur aansluiten op de DVI-terminal op de projector
DVD-speler, etc.
Naar component-outputterminal
Naar DVI-terminal
Aansluitingen
3 RCA naar 15-pins D-subkabel (apart verkrijgbaar: AN-C3CP2)
DVI naar 15-pins D-subadapter (apart verkrijgbaar: AN-A1DV)
Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “Signaaltyp” in het menu “Opties”. Zie pagina 44.
-19
Aansluiten op videoapparatuur (vervolg)
RGB-apparatuur aansluiten op de DVI-terminal op de projector
DVD-speler, etc.
Naar DVI-terminal
Naar RGB-outputterminal
DVI-naar D-sub-kabel (geleverd accessoire)
Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, selecteer dan “A. RGB” voor “Signaaltyp” in het menu “Opties”. Zie pagina 44.
RGB-apparatuur aansluiten op de COMPONENT/RGB-terminals op de projector
DVD-speler, etc.
Naar analoge RGB­outputterminal
Naar COMPONENT/RGB 1- of 2-terminals
5 RCA RGB-kabel (in winkels verkrijgbaar)
De (HD/C sync)- en (VD)-terminals kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de specifi caties op de RGB­apparatuur die op deze projector is aangesloten. Wij verwijzen voor meer informatie naar de bedienings­handleiding van de RGB-apparatuur
-20
Loading...
+ 46 hidden pages