SHARP XV-Z2000 User Manual [nl]

PROJECTOR PROJEKTOR PROJECTEUR PROJEKTOR PROYECTOR PROIETTORE PROJECTOR
XV-Z2000
OPERATION MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG MODE D’EMPLOI BRUKSANVISNING MANUAL DE MANEJO MANUALE DI ISTRUZIONI GEBRUIKSAANWIJZING
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
SVENSKA
ESPAÑOL
ITALIANO
NEDERLANDS
NL
-1
NEDERLANDS
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
IBELANGRIJK
Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 5 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z2000
Serienummer:
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen
niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
WAARSCHUWING
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een
gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in stand-by is gezet. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd in stand-by met de STANDBY-toets op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
NL
-2
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde 56.
LAMP REPLACEMENT WARNING :
TURN OFF THE LAMP AND DISCONNECT POWER CORD BEFORE OPENING THIS COVER. HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP. REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT MODEL AN-K2LP ONLY.
HIGH PRESSURE LAMP :
RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
SERVICEMAN-WARNING :
USE RADIATION EYE AND
SKIN PROTECTION DURING SERVICING.
AVERTISSEMENT CONCERNANT LE REMPLACEMENT DE LA LAMPE :
ETEINDRE LA LAMPE ET DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT D’OUVRIR LE COUVERCLE. L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE. NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE MODÈLE AN-K2LP.
LAMPE A HAUTE PRESSION :
RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE. A MANIPULER AVEC PRECAUTION. SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
AVERTISSEMENT – REPARATEUR :
SE PROTEGER LES
YEUX ET LA PEAU DES RADIATIONS LORS DES REPARATIONS.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP. ZET DE LAMP UIT EN MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS HET DEKSEL TE OPENEN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE AN-K2LP. HOGEDRUKLAMP: EXPLOSIEGEVAAR. INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING. WAARSCHUWING VOOR ONDERHOUDSTECHNICUS : GEBRUIK OOG- EN HUIDBESCHERMING TEGEN STRALING TIJDENS HET ONDERHOUD.
WAARSCHUWING:
Sommige IC-chips in dit product bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan Texas Instruments. Het is derhalve verboden de inhoud hiervan te kopiëren, te wijzigen, aan te passen, te vertalen, te verspreiden, terugwerkend te ontwikkelen of te construeren, of te decompileren.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een DMD-paneel. Dit zeer geavanceerde paneel bevat 921.600 pixel microspiegels. Net als andere hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld-TV’s, videosystemen en videocamera’s, moeten projectoren voldoen aan bepaalde tolerantienormen. Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende, inactieve beeldpunten die kunnen resulteren in inactieve punten op het beeldscherm. Dit heeft geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
DLPTM (Digital Light Processing) en DMDTM (Digital Micromirror Device) zijn handelsmerken van Texas Instruments, Inc.
Microsoft
®
en Windows
®
zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Macintosh
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
NL
-3
Inleiding
Inhoud
Voorbereiding
Installatie
Opstellen van de projector .......................... 16
Opstellen van de projector ................................ 16
Schermgrootte en projectie-afstand .................. 17
Projecteren van een spiegelbeeld..................... 18
Aansluitingen
Aansluitingen ............................................... 19
INPUT(INGANG)-aansluitingen en aan te sluiten
apparatuur .......................................................
19
Voorbeelden van aansluitkabels................. 20
Aansluiten op videoapparatuur .................. 21
Aansluiting op een computer...................... 25
Bediening via een computer ....................... 27
Inleiding
Inhoud ............................................................. 3
Accessoires .................................................... 5
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............. 6
Benaming en functie van de onderdelen ..... 9
Gebruik van de afstandsbediening ............ 13
Bedieningsbereik............................................... 13
Plaatsen van de batterijen ................................. 13
Snelstartgids
Snelstartgids ................................................ 14
Gebruik
Basisbediening
In/uitschakelen van de projector ................ 28
Beeldprojectie .............................................. 29
De INGANG-functie omschakelen .................... 29
Scherpstellen van het beeld .............................. 30
Afstellen van de geprojecteerde beeldgrootte.. 30
Gebruik van de stelvoetjes ................................ 31
Trapeziumcorrectie ............................................ 32
Plaatsing van het geprojecteerd beeld met
behulp van trapeziumcorrectie ................... 33
Kiezen van de beeldmodus .............................. 34
Overschakelen tussen de modi voor hoge
helderheid en hoog contrast ....................... 34
Instellen van de beeldverhouding ..................... 34
Handige voorzieningen
Menu-onderdelen ......................................... 36
Gebruik van het menuscherm .................... 38
Menuselectie (bijstellingen) ............................... 38
Menuselectie (instellingen) ................................ 40
Beeldinstellingen (menu “Beeld”) .............. 42
Instellen van het beeld ...................................... 42
Instellen van de kleurtemperatuur ..................... 42
Gamma-correctiefunctie .................................... 43
Benadrukken van het contrast .......................... 43
Beeldmodusfunctie ........................................... 44
Overschakelen tussen de modi voor hoge
helderheid en hoog contrast ....................... 44
Instellen van het computerbeeld
(menu “Fijn sync.”) ................................ 45
Het computerbeeld instellen ............................. 45
Instellen van speciale functies .......................... 45
Automatische synchronisatie instelling ............. 46
Controleren van het ingangssignaal.................. 46
Gebruik van het menu “Opties” ................. 47
Controleren van de resterende levensduur van
de lamp ....................................................... 47
Instellen van het on-screen display ................... 47
Instellen van het videosignaal ........................... 48
De instelling Signaaltype ................................... 48
Kiezen van een achtergrondbeeld .................... 49
Eco-functie ........................................................ 49
Automatische uitschakeling .............................. 50
Selecteren van de positie van het menuscherm 50
Selecteren van de menukleur ............................ 51
De taal voor het in-beeld-display selecteren
en de projectiemodus. ........................... 52
Kiezen van de In-beeld-display taal .................. 52
Instellen van de projectiestand ......................... 52
NL
-4
Inhoud
Referentie
Aanhangsel
Onderhoud .................................................... 53
Onderhoudsindicators................................. 54
Over de lamp ................................................ 56
Lamp ................................................................. 56
Waarschuwing in verband met de lamp............ 56
Vervangen van de lamp .................................... 56
Verwijderen en installeren van de lampeenheid 57
Te rugstellen van de lamptimer .......................... 58
Toekenning van de aansluitpinnen ............ 59
RS-232C Specificatie en
opdrachtinstellingen .............................. 60
Computerbediening .......................................... 60
Voorwaarden voor communicatie ...................... 60
Basisformaat ...................................................... 60
Opdrachten ....................................................... 60
Tabel met compatibele computers ............. 61
Oplossen van problemen ............................ 62
Tec hnische gegevens .................................. 63
Afmetingen ................................................... 64
Verklarende woordenlijst ............................ 65
Index .............................................................. 66
NL
-5
Inleiding
Accessoires
Afstandsbediening
Tw ee AA-formaat batterijen
Netsnoer*
Voor Europa, uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk. (1,8 m)
*Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel (3,0 m) AN-C3CP
DVI-naar 15-pins D-sub-adapter (20 cm) AN-A1DV
DVI kabel (3,0 m) AN-C3DV
Lampeenheid AN-K2LP
Opmerking
Afhankelijk van het land, kunnen sommige accessoires niet leverbaar zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
(1)
(2)
(3)
Lensdop (bevestigd)
Meegeleverde accessoires
Optionele accessoires
Voor het Verenigd Koninkrijk, Hong Kong en Singapore (1,8 m)
Voor Australië, Nieuw­Zeeland en Oceanië (1,8 m)
Gebruiksaanwijzing
21-pins conversiestekker
(Enkel leverbaar in Europa)
Videokabel
In deze handleiding gebruikte aanduidingen
Info
............................Instructies voor het bedienen van de projector.
Opmerking
..............
Hier wordt extra informatie verschaft voor de instelling en bediening van de projector.
De afbeeldingen en scherweergaven in deze gebrukssaanwijzing zijn vereenvoudgd omwille van de duidelijkheid en kunnen enigszins verschillen van de werkelijke weergave.
NL
-6
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3.
Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4.
Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5.
Reinigen
Tr ek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6.
Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7.
Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water, bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8.
Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage­accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9.
Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10.
Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11.
Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen, wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd
.
12.
Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a.
Tweedraads(net)stekker.
b.
Driedraads geaarde(net)stekker met aardingspen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
13.
Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer niet door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14.
Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15.
Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16.
Binnendringen
van voorwerpen en
vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan, kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17.
Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18.
Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a.
Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd.
b.
Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat is terechtgekomen.
c.
Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of water.
d.
Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden.
e.
Als het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd.
f.
Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert. Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19.
Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20.
Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds­of
reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren,
zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21
.Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22.
Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
LET OP:
Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
NL
-7
Inleiding
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw projector opstelt.
Voorzichtig met de lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen glassplinters gevaar veroorzaken. Indien de lamp gesprongen is, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde erkende Sharp projectordealer of servicecentrum om de lamp te laten vervangen. Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde
56.
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
Met het oog op een minimaal onderhoud en het behoud van een hoge beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector te installeren in een ruimte die vrij is van vocht, stof en sigarettenrook. Wanneer de projector onder dergelijke omstandigheden wordt gebruikt, moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker worden schoongemaakt. Wanneer de projector aan vocht, stof of rook wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende Sharp projectordealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan aan direct zonlicht of fel licht.
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct
zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verliche ruimte.
De projector kan veilig worden gekanteld
tot een hoek van maximaal 12 graden.
Plaats de projector binnen een hoek van ±12
graden ten opzichte van de horizontale stand.
Waarschuwing betreffende het opstellen van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u er goed op letten dat de projector stevig staat, om te voorkomen dat de projector een letsel veroorzaakt wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/of trillingen.
Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
Het gedurende langere tijd ononderbroken kijken naar het scherm is zeer belastend voor de ogen.
Vermijd plaatsen met extreme temperaturen.
De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen +5°C en +35°C.
De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen –20°C en +60°C.
Blokkeer de inlaat- en uitlaatopeningen niet.
Laat ten minste 20 cm ruimte tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet geblokkeerd zijn.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening de projector automatisch in stand-by schakelen. Dit duidt niet op een defect (Zie bladzijden 54 en 55.). Haal de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact en wacht minstens 10 minuten. Plaats de projector zodanig dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn geblokkeerd, steek dan de stekker weer in het stopcontact en zet de projector aan. De projector zal vervolgens opnieuw normaal functioneren.
PRECAUCION PRECAUTION
CAUTION
AN-K2LP
NL
-8
Waarschuwing bij het gebruik van de projector
Stel de projector tijdens het gebruik niet bloot aan hevige schokken/trillingen aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder voorzichtig met de lens. Trek het netsnoer uit het stopcontact en maak alle kabels die op de projector aangesloten zijn, los wanneer u de projector voor een lange periode niet gaat gebruiken.
Houd de projector tijdens het gebruik niet bij de lens vast.
Bevestig het lensdopje op de lens van de projector wanneer u de projector opbergt. (Zie bladzijde 9.)
Stel de draagtas of de projector niet bloot aan
direct zonlicht en plaats ze niet in de nabijheid van warmtebronnen. Dit kan leiden tot verkleuring of vervorming van de draagtas of de projector.
Andere aangesloten apparatuur
Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt getrokken en de aan te sluiten apparatuur hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te sluiten apparatuur door en volg de instructies betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het land waar u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een verkeerde instelling of geblokkeerde ventilatiegleuven, lichten “ ” en “ ” links onder in beeld op. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp uitgaan en zal de Temperatuur waarschuwings indicator (TEMP.) op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal de projector na een afkoelperiode van 90 seconden zichzelf in stand-by schakelen. Zie “Onderhoudsindicators” op bladzijde
54
voor meer informatie.
Info
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan beschadiging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur, aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NL
-9
Inleiding
38
Insteltoetsen ('/"/\/|)
Voor het selecteren van menu-items en andere instellingen.
29
INPUT-toets
Voor het inschakelen van ingangsfunctie 1, 2, 3, 4 , 5 of DIGITALE.
30
ZOOM/FOCUS-toets
Voor het instellen van de geprojecteerde beeldgrootte of voor het scherpstellen van het beeld.
Temperatuur waarschuwings indicator (TEMP.)
Lampindicator (LAMP)
10
10
54
10
54
Bedrijfsindicator
31
31
13
Afstandsbedieningssensor
HEIGHT ADJUST-toets
(Hoogte aanpassen)
Voorste stelvoetje
(aan de onderkant
van de projector)
38
MENU-toets
Voor het weergeven van
instelschermen.
39
ENTER-toets (Invoer)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
34
UNDO-toets
(voor ongedaan maken)
Voor het ongedaan maken van
een bediening of het terugkeren
naar het vorige display.
28
STANDBY-toets
Schakelt de projector in
standby.
34
RESIZE-toets
(Schermgrootte)
Voor het overschakelen van het
beeldscherm. (REK, ZIJBALK,
enz.).
28
ON-toets
Schakelt het apparaat in.
Projector
Benaming en functie van de onderdelen
Aanbrengen van de lensdop
Druk de lensdop op de lens totdat de dop vastklikt.
Verwijderen van de lensdop
Trek de lensdop recht naar buiten.
Nummers in
verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het
onderwerp wordt uitgelegd.
Bovenaanzicht
Vooraanzicht
NL
-10
De indicatielampjes op de projector
Bedrijfsindicator
Brandt rood
...
Normaal (ruststand)
Brandt groen
...
Normaal (ingeschakeld)
Temperatuur waarschuwings indicator (TEMP.)
Uit
...
Normaal
Brandt rood
...
De inwendige temperatuur is
abnormaal hoog. (Zie bladzijde 54.)
Lampindicator (LAMP)
Brandt groen
...
Normaal
Knippert groen
...
De lamp is aan het opwarmen of aan het uitschakelen.
Brandt rood
...
De lamp werd op abnormale wijze uitgeschakeld
of moet worden vervangen. (Zie bladzijde
54.)
Benaming en functie van de onderdelen
NL
-11
Inleiding
Projector (achteraanzicht)
Gebruik van het Kensington-slot
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging van de projector.
Nummers in
verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het
onderwerp wordt uitgelegd.
13
Afstandsbedieningssensor
28
Netingang
Sluit hierop het meegeleverde netsnoer aan.
11
Kensington Security Standard-connector
31
Achterste stelvoetje
Inlaatopening
Uitlaatopening
De snelheid en het geluid van de koelventilator kunnen tijdens de bediening veranderen als gevolg van veranderingen in de interne temperatuur. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
58
21
INPUT 2-aansluiting
Poort voor
componentsignalen.
Schakelaar voor digitaal
ingangstype
INPUT 5/DIGITAL
-aansluiting
21
INPUT 1-aansluiting
Poort voor
componentsignalen.
24
INPUT 4-aansluiting
Voor het aansluiten van videoapparatuur.
24
INPUT 3-aansluiting
Aansluiting voor videoapparatuur met S­VIDEO-aansluiting.
27
RS-232C-aansluiting
Poort voor bediening van de projector via een computer.
537
22
22 23
23
25
26
25 26
53
7
Aansluitingen
Zie “INPUT(INGANG)-aansluitingen en aan te sluiten apparatuur ” op bladzijde 19.
NL
-12
Afstandsbediening
38
Insteltoetsen ('/"/\/|)
30
MENU-toets
Voor het weergeven van instelschermen.
38
ON-toets
Schakelt het apparaat in.
28
30
ZOOM/FOCUS-toets
Voor het instellen van de geprojecteerde beeldgrootte of voor het scherpstellen van het beeld.
29
INPUT 3 toets (Ingang-3)
29
INPUT 5 toets (Ingang-5)
34
RESIZE-toets (Schermgrootte)
Voor het overschakelen van het beeldscherm. (REK, ZIJBALK, enz.).
29
DIGITAL INPUT-toets
PICTURE MODE-toets
Kies de beeldmodus (het geheugen) opgeslagen in “Beeldmodus” op het menu “Beeld”.
34 44
28
STANDBY-toets
Schakelt de projector in standby.
32
KEYSTONE-toets (Trapeziumvorm)
Voor het inschakelen van de functie
voor het corrigeren van
trapeziumvervorming.
39
ENTER-toets (Invoer)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
34
UNDO-toets (voor ongedaan maken)
Voor het ongedaan maken van een bediening
of het terugkeren naar het vorige display.
29
INPUT 1 toets (Ingang-1)
29
INPUT 2 toets (Ingang-2)
29
INPUT 4 toets (Ingang-4)
46
AUTO SYNC
-toets
(Automatische-synchronisatie)
Voor het automatisch afstellen van
beelden bij aansluiting op een computer.
48
RGB/COMP.-toets
Voor het omschakelen van het
signaaltype (RGB of Component).
34
IRIS-toets
Voor het activeren van de “HOGE-
HELDERHEIDSMODUS”, en de
“HOOG-CONTRASTMODUS”.
Nummers in verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp wordt uitgelegd.
Opmerking
Alle toetsen op de afstandsbediening zijn gemaakt van fosforisch materiaal zodat u ze ook in het donker kunt zien. De zichtbaarheid verzwakt na verloop van tijd. Door blootstelling aan licht worden de fosforische toetsen opnieuw opgeladen.
Benaming en functie van de onderdelen
NL
-13
Inleiding
Gebruik van de afstandsbediening
Plaatsen van de batterijen
1 Trek het lipje op het deksel naar
beneden en verwijder het deksel in de richting van de pijl.
2
Plaats de meegeleverde batterijen (twee batterijen van “AA”-formaat)
.
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens
en
in het batterijvak.
3 Steek de onderste lip op het
deksel in de opening en duw het deksel naar beneden totdat het op zijn plaats klikt.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van batterijen tegelijk.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk. Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken. Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een doek te verwijderen.
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
Bedieningsbereik
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Opmerking
Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden, hangt af van het
materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen of blootstelt aan vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken onder een fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere
afstand van de fluorescentielamp.
Afstandsbedieningssensor
Signaalzenders voor afstands bediening
Afstandsbediening
7 m
30°
30°
30°
Vooraanzicht
30°
30°
Afstandsbedieningssensor
7 m
Signaalzenders voor afstands bediening
30°
Afstandsbediening
Achteraanzicht
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
NL
-14
Snelstartgids
3 ON-toets 8 STNADBY-toets
4 INPUT-toets
6 ZOOM/FOCUS-toets
6
Insteltoetsen
('/"/\/|)
6 HEIGHT ADJUST-toets
8 STNADBY-toets
3 ON-toets
7 KEYSTONE-toets
6, 7
Insteltoetsen
('/"/\/|)
6 ZOOM/FOCUS-toets 4 INPUT-toetsen,
DIGITAL INPUT-toets
Bladzijde 16
1. Plaats de projector voor een projectiescherm
Bladzijden 21-28
Bladzijde 28
Op de afstandsbedieningOp de projector
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening beschreven. Zie het bladzijdenummer dat bij elke bedieningsstap vermeld staat voor verdere informatie.
Vanaf de installatie tot aan de projectie
In het hieronder staande voorbeeld wordt uitgelegd hoe de projector en de videoapparatuur aangesloten worden op de S-video-aansluiting.
2. Sluit de projector aan op de videoapparatuur en steek het
netsnoer in de netingang van de projector.
3. Verwijder de lensdop en schakel de projector in
Sluit de audio-uitgangsaansluiting van de videoapparatuur met behulp van een audiokabel op de audio-ingangsaansluiting van de audioapparatuur aan.
NL
-15
Snelstartgids
Bladzijde 29
4. Selecteer de INGANG-functie
6.
Stel de hoek, de beeldscherpte en de beeldgrootte van de projector af
Selecteer “INGANG 3” met behulp van de INPUT-toets op de projector of de INPUT 3 toets op de afstandsbediening.
••
••
Als u op de projector op
drukt, schakelt de Ingangfunctie om naar :
INGANG 1INGANG 2INGANG 3INGANG 4INGANG
5 DIGITALE
••
••
Als u de afstandsbediening wilt gebruiken, druk dan op / / / / / / om om te schakelen naar de INGANG-functie.
Op de
afstandsbediening
Op de
projector
""
""
" In-beeld-display
5. Schakel de videoapparatuur in en start de weergave
Bladzijden 30, 31
3
Stel de projectiehoek in met behulp van de HEIGHT ADJUST-toets (hoogte aanpassen).
HEIGHT ADJUST-toets (Hoogte aanpassen)
8. Schakel de spanning uit
Druk op de STANDBY-toets. Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven, drukt u nogmaals op deze toets, om de projector in de stand-bystand te zetten.
••
••
Trek het netsnoer uit het stopcontact, nadat de ventilator is gestopt.
Bladzijde 28
Op de afstandsbedieningOp de projector
""
""
" In-beeld-display
7. Corrigeer de trapeziumvervorming
Trapeziumvervorming corrigeren met behulp van trapeziumcorrectie.
Bladzijden 32, 33
Horizontale Verticale
Stel af
Op de afstandsbediening
Kies “H Trapezium”
of “V Trapezium”.
INGANG 3
1
Stel het beeld scherp
Op de afstandsbediening
Op de projector
1 Druk op .
2 Druk op
\
of | om het beeld
scherp te stellen.
2
Stel de geprojecteerde beeldgrootte af door te zoomen.
Op de afstandsbediening
Op de projector
2 Druk op ' of " om de beeldgrootte af te stellen.
1 Druk op .
1 Druk op .
2 Druk op
'
of " om de
beeldgrootte af te stellen.
2 Druk op \ of | om het beeld scherp te stellen.
1 Druk op .
NL
-16
Opstellen van de projector
Plaats de projector loodrecht op het scherm om een optimaal beeld te verkrijgen.
Opmerking
De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn
die door het midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het bekijken ervan bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting
bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
Standaardopstelling (frontprojectie)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste schermgrootte.
(Zie bladzijde 17.)
Opstellen van de projector
Indicatie van de grootte van het projectiebeeld en de projectie-afstand
Zie “Schermgrootte en projectie-afstand” op bladzijde 17 voor meer informatie. Voorbeeld: Als u een breedbeeld scherm (16:9) gebruikt
200"
150"
100"
80" 60"
Projectie­afstand
Midden
Beeldgrootte
4,43m × 2,49m
3,32m
×
1,87m
2,21m × 1,25 m
1,77m × 1,0 m
1,33m
×
0,75m
5,29m
7,95m
3,95m – 5,95m
2,62m
3,95m
2,08m
3,15m
1,55m
2,35m
NL
-17
Installatie
Schermgroote en projectie-afstand
De grootte van het projectiescherm hangt af van de afstand van de lens van de projector tot het scherm. Installeer de projector zodanig dat de geprojecteerde beelden op de optimale grootte op het scherm geprojecteerd worden door te kijken naar de onderstaande tabel. Gebruik de waarden in de tabel ter referentie bij het installeren van de projector.
H
L
Zijaanzicht
Scherm
Midden van de lens
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand L1 (m) = 0,02452χ–0,05334 L2 (m) = 0,03671χ–0,05415 H (cm) = 0,03810
χ
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (duim) L: Projectie-afstand (m) L1: Minimale projectie-afstand (m) L2: Maximale projectie-afstand (m) H: De afstand van de onderkant van het beeld tot het midden van de lens (cm)
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand L1 (m) = 0,02671χ–0,05334 L2 (m) = 0,03999χ–0,05215 H (cm) = 0,04151
χ
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (duim) L: Projectie-afstand (m) L1: Minimale projectie-afstand (m) L2: Maximale projectie-afstand (m) H: De afstand van de onderkant van het beeld tot het midden van de lens (cm)
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3):
Bij projectie van een 16:9 bleeld op de volledige horizontale breedte van het 4:3 scherm.
Bij gebruik van een breedbeeld scherm (16:9):
Bij projectie van een 16:9 beeld op het volledige 16:9 scherm.
Opmerking
Bovenstaande waarden kunnen ± 3% afwijken.
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Minimum [L1] Maximum [L2]
200 4,06 m 3,05 m 4,85 m 7,29 m 7,62 cm 150 3,05 m 2,29 m 3,62 m 5,45 m 5,72 cm 100 2,03 m 1,52 m 2,40 m 3,62 m 3,81 cm
80 1,63 m 1,22 m 1,91 m 2,88 m 3,05 cm 70 1,42 m 1,07 m 1,66 m 2,52 m 2,67 cm 60 1,22 m 0,91 m 1,42 m 2,15 m 2,29 cm 40 0,81 m 0,61 m 0,93 m 1,42 m 1,52 cm
De afstand van de onderkant van het
beeld tot het midden van de lens [H]
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Minimum [L1] Maximum [L2]
200 4,43 m 2,49 m 5,29 m 7,95 m 8,3 cm 150 3,32 m 1,87 m 3,95 m 5,95 m 6,2 cm 100 2,21 m 1,25 m 2,62 m 3,95 m 4,2 cm
80 1,77 m 1,00 m 2,08 m 3,15 m 3,3 cm 70 1,55 m 0,87 m 1,82 m 2,75 m 2,9 cm 60 1,33 m 0,75 m 1,55 m 2,35 m 2,5 cm 40 0,89 m 0,50 m 1,01 m 1,55 m 1,7 cm
De afstand van de onderkant van het beeld tot het midden van de lens [H]
NL
-18
Projecteren van een spiegelbeeld
Projectie van achter het scherm
Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
Spiegel het beeld door het menu “Projectie” in te stellen op “Achter”. (Zie bladzijde 52.)
Projectie via een spiegel
Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
Als het doorzichtig scherm tussen de spiegel en het publiek geplaatst wordt, dient u in het menu “Projectie”
de optie in te stellen op “Voor”. (Zie bladzijde 52.)
Als de spiegel wordt geplaatst aan de kant van het publiek, dient u in het menu “Projectie” de optie in te
stellen op “Achter”. (Zie bladzijde 52.)
Info
Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat zowel de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
Het verdient aanbeveling de los verkrijgbare Sharp plafondbeugel te gebruiken voor deze opstelling.
Voordat u de projector aan het plafond bevestigt, moet u eerst de door de fabrikant aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) bij een erkende SHARP projector dealer of servicecentrum aanschaffebn. (AN-TK202 plafondbevestinging -, AN-TK201 verlengbuis, AN-60KT plafondadapters voor AN-TK202 of AN-TK201)
Keer het beeld om door “Projectie” in te stellen op “Plafond+voor”. Zie bladzijde 52 voor details over het gebruik van deze functie.
Doorzichtig scherm
Publiek
Stel in op “Voor”
Publiek
Doorzichtig scherm
Spiegel
Stel in op “Achter”
Publiek
Spiegel
Opstellen van de projector
NL
-19
Aansluitingen
INPUT(INGANG)-aansluitingen en aan te sluiten apparatuur
INPUT 5/DIGITAL-aansluiting
Aansluiten van videoapparatuur met component-uitgangsaansluitingen (DVD­speler, DTV-decoder, DVD-recorder met harde schijf, enz.). (Zie bladzijden 22, 23.) De computer aansluiten. (Zie bladzijden 25, 26.)
INPUT 3-aansluiting
Videoapparatuur aansluiten op de ingang van de S-VIDEO-uitgangsaansluiting (videorecorder, DVD-speler enz.). (Zie bladzijde 24.)
INPUT 4-aansluiting
Videoapparatuur aansluiten zonder S-VIDEO-aansluiting. (Zie bladzijde 24.)
RS-232C-aansluiting
De computer aansluiten om de projector te bedienen. (Zie bladzijde 27.)
INPUT 1, 2-aansluiting
Aansluiten van videoapparatuur met component-uitgangsaansluitingen (DVD­speler, DTV-decoder, DVD-recorder met harde schijf, enz.). (Zie bladzijde 21.)
Aansluitingen
NL
-20
Aansluiting op de
projector
INPUT 1, 2
INPUT 1, 2
INPUT 5/DIGITAL
INPUT 5/DIGITAL
INPUT 4
INPUT 4
INPUT 3
INPUT 3
RS-232C
Apparatuur
Audiovisuele apparatuur
Computer
Computer
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
Componentvideo-
uitgangsaansluiting
Aansluiting
voor
toepassings-
gerichte
kabel
DIV-
uitgangs-
aansluiting
RGB-
uitgangs-
aansluiting
Video-
uitgangs-
aansluitng
Aansluiting
voor
toepassings-
gerichte
kabel
S-video-
uitgangs-
aansluiting
Aansluiting
voor
toepassings-
gerichte
kabel
RS-232C-
aansluiting
Kabel
Componentkabel (in de handel verkrijgbaar)
Toepassingsgerichte kabel verbonden met de aangesloten apparatuur.
DVI kabel (los verkrijgbaar: AN-C3DV)
RGB kabel (in de handel verkrijgbaar),
Videokabel (bijgeleverd)
Toepassingsgerichte kabel verbonden met de aangesloten apparatuur.
S-videokabel (in de handel verkrijgbaar)
T
oepassingsgerichte kabel verbonden met de
aangesloten apparatuur.
RS-232C-kabel (in de handel verkrijgbaar)
Voorbeelden van aansluitkabels
•Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de apparatuur die u aansluit voor verdere informatie betreffende de
aansluitingen en de geschikte kabels.
•Mogelijk heeft u naast de hier genoemde kabels en aansluitingen nog andere nodig.
DVI-naar 15-pins D-sub-adapter (los verkrijgbaar: AN-A1DV)
Loading...
+ 48 hidden pages