Sharp XV-Z15000 User Manual [nl]

XV-Z15000
DEUTSCH
PROJEKTOR PROJEKTOR PROIETTORE PROJECTOR
BEDIENUNGSANLEITUNG BRUKSANVISNING MANUALE DI ISTRUZIONI GEBRUIKSAANWIJZING
SVENSKA ITALIANO NEDERLANDS
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding

BELANGRIJK
• Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Bijgeleverde accessoires” op blz. 8 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z15000
Serienummer:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kin-
deren niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN. GEEN SCHROEVEN VERWIJ-
DEREN, BEHALVE DE VOORGE-
SCHREVEN GEBRUIKER-ON-
DERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VERMINDEREN, MAG DE BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET.
WAARSCHUWING:
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD
ONDERHOUDSPERSONEEL.
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de ge­bruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
NEDERLANDS
-1
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze product worden soldeertin en een lamp die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten, de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org, de lamp recycling organisatie www.lamprecycle.org of neem contact op met SHARP via 1-800-BE-SHARP.
ALLEEN VOOR DE V.S.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op blz 50.
Deze SHARP projector is uitgerust met een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat 2.073.600 pixels (microspiegels). Evenals bij andere hoogwaardige elektronische apparatuur zoals TV's met grote beeldschermen, videosystemen en videocamera's, gelden er bepaalde tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen. Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen, wat kan resulteren in niet actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Unie
SHARP ELECTRONICS (Europe) GmbH Sonninstraße 3, D-20097 Hamburg
ALLEEN E.U.-LANDEN
-2

Inhoudsopgave

Voorbereiding
Inleiding
Inhoudsopgave ................................................3
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Accessoires ......................................................8
Benaming en functie van de onderdelen .......9
De afstandsbediening gebruiken .................12
De batterijen plaatsen .......................................... 12
Bruikbaar bereik .................................................. 12
Snelstartgids
Snelstartgids ..................................................13
Gebruik
Basisbediening
De projector in- en uitschakelen ..................22
Het netsnoer aansluiten ....................................... 22
De projector inschakelen ..................................... 22
De projector uitschakelen
(de projector in de ruststand zetten) .............. 22
Beeldprojectie ................................................23
Instellen van het geprojecteerde beeld ................. 23
Trapeziumvorm-correctie ..................................... 24
Auto V-trapezium correctie .................................. 25
Kiezen van de ingangsfunctie .............................. 26
Bijstellen van de verticale en horizontale positie van het beeld
Tijdelijk tonen van het Zwarte Scherm .................27
Een bewegend beeld stilzetten ............................ 27
Automat. sync. (Automatische synchronisatie) ..... 27
Kiezen van de beeldmodus ................................. 27
Weergeven van een vergroot deel van een beeld
De iris-instelling omschakelen .............................. 28
Tijdelijk verbergen van het menu (Menu Hide) ...... 28
In- en uitschakelen van de Eco+stille modus ....... 28
Modus Formaat wijzigen ..................................... 29
Handige voorzieningen
Onderdelen menubalk ...................................31
Gebruik van het menuscherm ......................34
Menu-selecties (Afstellingen) ............................... 34
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) ................36
Kiezen van de beeldmodus ................................. 36
Instellen van het beeld ......................................... 36
De iris-instelling omschakelen .............................. 37
Eco + Stil ............................................................37
De geavanceerde instelling (“Geavanceerd”) gebruiken Corrigeren van de beeldnuancering (Gamma Correctie)
Instellen van de kleuren ....................................... 37
De Wit benadr. bijstellen ...................................... 39
...4 ...5
... 26
... 28
... 37 ... 37
Installatie
De projector opstellen ..................................15
De projector opstellen ......................................... 15
Standaardopstelling (projectie voorkant) .............. 15
Projectiemodus (PRJ) .......................................... 16
Bevestigen aan het plafond ................................. 16
Schermformaat en projectie-afstand.................... 17
Aansluitingen
Voorbeelden van kabels voor aansluiting ...18
Aansluiten op videoapparatuur ....................19
Aansluiten op een computer ........................20
De projector bedienen met een computer ..21
De fi lmmodus selecteren ..................................... 39
Instellen van detailverbetering (detailverb.) ........... 39
Afbeeldingsruis verminderen (DNR) ..................... 39
Vermindering zoemgeluid (MNR) .......................... 39
Alle bijstellingsitems terugstellen .......................... 39
Bijstelling computerafbeelding (“SIG-INS” menu)
De computerafbeelding bijstellen ......................... 40
Instellen van de Resolutie .................................... 40
Automat. sync. (Automatische synchronisatie-instelling)
Instelling signaaltype ........................................... 40
De instellingvideosysteem omschakelen .............. 41
Video-instelling .................................................... 41
Het dynamische bereik bijstellen .......................... 41
Signaal info ......................................................... 41
Instellen van het geprojecteerde beeld (“SCH-INS” menu)
Instellen van de Grootte Aanpassen functie ......... 42
Instellen van de beeldpositie ................................ 42
De overscan bijstellen .......................................... 42
Auto V-Trapezium Correctie ................................. 43
Trap. Modus correctie .........................................43
In/uitschakelen van het beeldschermdisplay ........ 44
Instellen van de helderheid van het menuscherm
Kiezen van het achtergrondbeeld ........................ 44
Selecteren van de positie van het menuscherm ... 44 De geprojecteerde beelden draaien/in
spiegelbeeld weergeven ................................. 44
Kiezen van de taal voor de beeldscherm-aanduidingen (OSD)
Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS” menu)
Auto Power Off functie (Automatische uitschakelfunctie) Instellen van de stroombesparingsfunctie (Spaarfunctie) Instellen van éénknopsbediening,
Systeemstandby en Invoernaam ................... 45
Instellen van de Demo-modus ............................. 46
Selecteren van de transmissiesnelheid (RS-232C)
Ventilatormodus-instelling .................................... 46
Terugkeren naar de standaardinstellingen ............ 46
De status van de lampduur controleren ............... 46
...40
... 40
...42
... 44
... 44
...45
... 45
... 45
... 46
Inleiding
Referentie
Aanhangsel
Onderhoud .....................................................47
Onderhoudsindicators ..................................48
Betreffende de lamp ......................................50
Lamp .................................................................. 50
Belangrijke opmerkingen betreffende de lamp ..... 50
Vervangen van de lamp ....................................... 50
Verwijderen en aanbrengen van de lampeenheid
Terugstellen van de lamptimer ............................. 52
... 51
Opdrachten verbindingspinnen ....................53
RS-232C Specifi caties en opdrachtinstellingen
...54
Overzicht computercompatibiliteit ..............57
Problemen oplossen .....................................58
Voor assistentie van SHARP .........................60
Technische gegevens ....................................61
Afmetingen .....................................................62
Index ...............................................................63
-3

Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen

2
De technische gegevens verschillen een weinig, afhankelijk van het model. U kunt echter alle modellen op dezelfde
wijze aansluiten en bedienen. De afbeeldingen en schermaanduidingen in deze gebruiksaanwijzing zijn vereenvoudigd om de uitleg te
• vergemakkelijken en kunnen enigszins afwijken van de feitelijke aanduidingen die u ziet.
Gebruik van het menuscherm
Insteltoetsen
MENU toets
(//?/_)
Insteltoetsen (//?/_)
RETURN toets
ENTER toets
RETURN toets
ENTER toets
MENU toets
Toetsen die bij deze bediening gebruikt worden
Menu-selecties (Afstellingen)
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.
1 Druk op MENU.
Het “Beeld” menuscherm voor de gekozen ingangsfunctie verschijnt.
2
Druk op Q of O om het menus­cherm te selecteren en bijstellin­gen te maken op de menubalk.
-34
................ Hier worden veiligheidsmaatregelen gegeven voor het gebruik van de projector.
Info
Voorbeeld:
Beeld
SIG-INS
Beeldmodus Standaard
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Kleurtmp IRIS1 (Manual) IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Reset
SEL/INS TERUG
..... Hier wordt extra informatie verschaft voor de instelling en bediening van de projector.
Belangrijke bladzijden
Menuscherm “Beeld” wanneer COMPONENT is geselecteerd vor inputmodus
SCH-INS
PRJ-INS
ENTER END
Menubalk
0 0 0 0 0 0 0 0
Hoge helderh. Aan Uit
Toetsen die in deze bedieningsstap gebruikt worden
Beeldschermdisplay
Onderhoud
Blz. 47
Problemen oplossen
Blz. 58 en 59
Index
Blz. 63
-4

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Inleiding
LET OP:
Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1.
Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen, wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet. a. Tweedraads(net)stekker. b. Driedraads geaarde(net)stekker met aardingspen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer niet door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14.
Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan, kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat is
terechtgekomen. c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of water. d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden
aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere
bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd
worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden
voor een juiste werking van het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen
worden. e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd. f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert. Dit
duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
-5
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie betreffende de lamp
Als de lamp gesprongen is, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor een nieuwe lamp. Zie “Betreffende de lamp” op blz. 50.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffi g en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort ruimten moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum worden gedaan.
Zet de projector niet op een plaats die blootgesteld staat aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het scherm valt, zal de kleuren fl ets maken waardoor het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en dim de verlichting wanneer het scherm in een erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Plaats de projector op een horizontale ondergrond binnen het afstelbereik (9 graden) van het stelvoetje.
Wanneer de projector de eerste maal wordt ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen nadat de projector een poosje is gebruikt.
Gebruik van de projector op grote hoogte, zoals in de bergen (hoogten van meer dan 1.500 meter (4.900 voet))
Wanneer u de projector op grote hoogte gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de “Ventilatormodus” op “Hoog” te zetten. Indien dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van het optische systeem nadelig beïnvloeden.
-6
Waarschuwing betreffende het opstellen van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u er goed op letten dat de projector stevig staat, om te voorkomen dat de projector letsel veroorzaakt wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten en/of hevige trillingen bloot.
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Laat uw ogen af en toe rusten.
Langdurig ononderbroken naar het scherm kijken kan resulteren in vermoeidheid van de ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
Vermijd plaatsen die blootgesteld staan aan extreme temperaturen.
Het bereik voor de beschijfstemperatuur van de projector loopt van 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C).
Het bereik voor de opslagtemperatuur van de projector loopt van –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Houd minimaal 11 13/16" (30 cm) ruimte vrij tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn afgedekt.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening ervoor zorgen dat de projector automatisch in de ruststand (standby) wordt gezet, om beschadiging als gevolg van oververhitting te voorkomen. Dit duidt niet op een storing. (Zie blz. 48.) Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Zet de projector vervolgens op een plaats waar de inlaat­en uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden, steek de stekker weer in het stopcontact en schakel de projector in. De projector zal vervolgens weer normaal werken.
Belangrijke informatie betreffende het gebruik van de projector
Als u de projector lange tijd niet gebruikt, of als u de projector verplaatst, ontkoppel dan het snoer voor netspanning van het stopcontact en ontkoppel alle andere kabels.
Draag de projector niet aan de lens.
Zorg ervoor dat u de lensdeksel sluit wanneer u de
projector opbergt.
Stel de projector niet bloot aan direct zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt van een hittebron. Dit kan namelijk resulteren in verkleuring van de behuizing of vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
Wanneer u een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector aansluit, mag u de aansluitingen pas maken NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt gehaald en de apparatuur die wordt aangesloten hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzing van de projector en van de apparatuur die wordt aangesloten voor nadere bijzonderheden betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De netspanning en de uitvoering van de netstekker kunnen variëren, afhankelijk van het gebied of het land waar de projector wordt gebruikt. Als u de projector in het buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de juiste netspanning en met het voorgeschreven netsnoer wordt aangesloten.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de temperatuur binnenin de projector stijgt doordat de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn of door een verkeerde plaatsing van het toestel, dan zal de temperatuurwaarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen zal “ ” gaan branden in de linker onderhoek van het beeld en zal de temperatuurwaarschuwingsindicator blijven knipperen. Als deze toestand blijft voortduren, gaat de lamp uit, gaat de koelventilator draaien en gaat de projector in de ruststand (standby) staan. Zie “Onderhoudsindicators” op blz. 48 en 49 voor verdere informatie.
Info
De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van de projector. Dit duidt niet op een storing.
Inleiding
Het DLP®-logo en het DLP®-medallion zijn geregistreerde handelsmerken van Texas Instruments.
• Microsoft
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde
• Staten. Macintosh
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere landen. HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handels-
• merken van HDMI Licensing LLC. Alle andere namen van fi rma’s of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de re-
• spectievelijke ondernemingen.
Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspre­iden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
-7

Accessoires

Bijgeleverde accessoires
Afstandsbediening
<RRMCGA757WJSA>
Netsnoer*
(1)
Voor de Verenigde
Staten, Canada enz.
(6' (1,8 m))
<QACCDA007WJPZ>
* Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Codes tussen “< >” zijn onderdeelnummers voor vervangbare onderdelen.
(2)
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6' (1,8 m))
<QACCVA011WJPZ>
Twee AA-size batterijen
<UBATUA020WJZZ>
(3)
Voor Groot-Brittannië en
Singapore
(6' (1,8 m))
<QACCBA036WJPZ>
Gebruiksaanwijzing
(4)
Voor Australië, Nieuw-
Los verkrijgbare accessoires
Lampeenheid AN-K15LP
Plafond-montage adapter AN-60KT AN-XRCM30 (alleen voor de V.S.)
Plafond-montage unit AN-TK201 <voor AN-60KT> AN-TK202 <voor AN-60KT> AN-EP101B <voor AN-XRCM30> (alleen voor de V.S.) 3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel (10' (3,0 m)) AN-C3CP2
Zeeland en Oceanië
(6' (1,8 m))
<QACCLA018WJPZ>
Het is mogelijk dat sommige van deze los verkrijgbare accessoires niet in uw land worden verkocht.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor verdere informatie.
-8

Benaming en functie van de onderdelen

De nummers aangegeven in verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Projector
Bovenkant
PICTURE MODE toets
27
Voor het kiezen van het juiste beeld.
AUTO V-KEYSTONE toets
Verticale trapeziumvormcorrectie wordt automatisch uitgevoerd.
STANDBY/ON toets
Voor het in- en uitschakelen (standby) van de projector.
25
13, 22
ENTER toets
34
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in het menu zijn gemaakt.
INPUT toetsen (P/R)
26
Voor het kiezen van de ingangsfunctie..
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
34
Voor het selecteren van de menu­onderdelen.
Inleiding
Spannings-indicator
Lampindicator
Tem perat uur­waarschuwingsindicator
RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat (NORMAAL, REK enz.).
22, 48
22, 48
Voorkant
Uitlaatopening
Zoomring
Voor het vergroten/ verkleinen van het beeld.
Scherpstelring
Voor het scherpstellen van het beeld.
Stelpoot
Lensdeksel
14, 23
14, 23
14, 23
22, 27, 51
48
29
47
RETURN toets
34
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens menubediening.
MENU-toets
34
Voor de weergave van schermen voor bijstellingen/instellingen.
Afstandsbedieningssensor
12
Inlaatopening
47
HEIGHT ADJUST
23
hendel Stelpoot
23
-9
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
Projector (achteraanzicht)
Aansluitingen
COMPONENT aansluitingen
Aansluiting voor het aansluiten van video apparatuur met een component
RS-232C aansluiting
Aansluitbus voor de bediening van de projector met behulp van een computer.
COMPUTER/COMPONENT ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en componentsignalen.
Afstandsbedien ingssensor
Draaghendel
Voor het dragen van de projector.
uitgangsaansluiting.
21
12
18
18, 20
18, 19
HDMI1, 2 aansluitingen
Aansluiting voor het verbinden van video apparatuur op de HDMI uitgangsaansluiting.
18, 19
18
Veiligheidsstang Kensington standaard
veiligheidsaansluiting
22
S-VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur die is uitgerust met een S­video-aansluiting.
VIDEO
ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur.
Netstroomaansluiting
Sluit hierop het bijgeleverde netsnoer aan.
Gebruik van de draaghendel
Draag deze bij de draaghendel aan de zijkant wanneer u de de projector vervoert.
Sluit het lensdeksel altijd om schade aan de lens te voorkomen wanneer u
• de projector vevoert.
Beur de projector niet op en draag hem niet rond door hem bij de lens beet te pakken daar dit schade kan toebrengen aan de lens.
Gebruik van het Kensington slot
Deze projector is uitgerust met een Kensington standaard veiligheidsaansluiting voor gebruik met een Kensington MicroSaver beveiligingssysteem. Raadpleeg de documentatie die bij het beveiligingssysteem wordt geleverd voor instructies betreffende het beveiligen van de projector.
-10
De nummers aangegeven in verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Afstandsbediening
Inleiding
STANDBY toets
Om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
HDMI1, 2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO, COMPUTER toetsen
Voor overschakelen naar de respectievelijke invoermodi.
FREEZE toets
Voor het stilzetten van het beeld.
MAGNIFY toetsen
Voor het vergroten/verkleinen van een deel van het beeld.
KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de trapeziumvorm-correctiefunctie.
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
RETURN toets
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens menubediening.
INPUT toets
Voor het kiezen van de ingangsfunctie.
MENU HIDE toets
Om het menuscherm tijdelijk te verbergen.
14, 22
14, 26
27
28
24
34
34
26
28
13, 22
27
27
28
26
34
34
29
28
ON toets
Voor het inschakelen van de stroom.
AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer de projector op een computer is aangesloten.
PICTURE MODE toets
Voor het kiezen van het juiste beeld.
IRIS 1, 2 toetsen
Voor heen en weer schakelen tussen “Hoge helderh.” en “Hoog contrast”.
IMAGE SHIFT toets
Om beelden horizontaal en verticaal te verschuiven.
ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in het menu zijn gemaakt.
MENU toets
Voor de weergave van schermen voor bijstellingen/instellingen.
RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat (NORMA AL, REK enz.).
ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het geluid van de koelventilator en het verlengen van de levensduur van de lamp.
-11

De afstandsbediening gebruiken

2

De batterijen plaatsen

1 Trek het lipje op de deksel
omlaag en verwijder de deksel in de richting van de pijl.
2 Plaats de geleverde batteijen en
plaats de deksel terug.
Zorg ervoor dat de polariteiten overeenstemmen met de markeringen
en n binnenin het batterijvak.
m
Wanneer u de deksel correct terugplaatst, voelt u hem op zijn plaats klikken.

Bruikbaar bereik

De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het bereik zoals getoond in de afbeelding.
30°
30°
23' (7 m)
De sensor van de afstandsbediening bevindt zich aan zowel de voorkant als de achterkant van de projector.
Het signaal van de afstandsbediening kan op een scherm worden weerkaatst voor eenvoudige bediening. De daadwerkelijke afstand van het signaal kan echter variëren naargelang het materiaal van het scherm.
De afstandsbediening gebruiken:
Niet laten vallen of blootstellen aan vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening kan slecht werken onder een tl-buis. Plaats de projector in dat geval uit de buurt van de tl-buis.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
LET OP
De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst. Alleen vervangen door alkaline of magnesium batterijen.
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
Batterijen van een verschillend type hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom niet gelijktijdig batterijen van een verschillend type.
Meng geen nieuwe en oude batterijen door elkaar. Dit kan resulteren in een kortere levensduur van de nieuwe batterijen of de oude batterijen kunnen gaan lekken. Neem de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze leeg zijn, want anders kunnen ze gaan lekken.
• De vloeistof uit lekkende batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg bij lekkage de batterijen met een doek af en verwijder de batterijen daarna ook met de doek. De batterijen die bij deze projector zijn geleverd kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal, afhankelijk
• van hoe lang ze opgeslagen zijn geweest. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe batterijen. Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken.
• Neem de plaatselijke wetgeving (voorschriften) in acht wanneer u de batterijen weggooit.
Afstandsbediening
30°
30°
Afstandsbedienings­signaalzenders
23' (7 m)
Afstandsbedienings­sensoren
-12

Snelstartgids

Dit gedeelte toont u een voorbeeld van hoe u de projector aansluit op videoapparatuur die voorzien is van een HDMI-uitgangsaansluiting, samen met een korte toelichting op de stappen, van de aansluiting tot de projectie van afbeeldingen. Voor meer informatie raadpleegt u de pagina's die in elke stap worden vermeld.
3, 7 STANDBY/ON
toets
6 Zoomring
6 Scherpstelring
6 Stelpoten
7 STANDBY toets 3 ON toets
5 Selectietoetsen
inputmodus
5 INPUT toets
1. Plaats de projector met de voorkant naar een scherm

Snelstartgids

Blz. 15
2.
Sluit de projector aan op de videoapparatuur en steek het netsnoer in de netstroomaansluiting op de projector
3.
Open het lensdeksel volledig en schakel de projector vervolgens in
Op de projector
2
1
STANDBY/ON toets
Druk op STANDBY/ON op de projector of op ON op de afstandsbediening terwijl u deze op de projector richt.
Op de afstandsbediening
ON toets
Blz. 18-22
Blz. 22
2
-13
Snelstartgids (vervolg)
4. Schakel de videoapparatuur in en start het afspelen
Afspelen
5. Selecteer de Inputmodus
Druk op de HDMI1 toets op de afstandsbediening om “HDMI1” te selecteren als de Inputmodus.
HDMI1 toets
Druk op HDMI1, HDMI2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO en COMPUTER op de afstandsbediening om de ingangsmodus te schakelen.
Druk op P of R om de gewenste ingangsmodus te selecteren wanneer u op INPUT op de afstands- bediening drukt of op de projector.
HDMI1
Component 1080P
6. Stel de hoek, scherpte en zoom bij
1. De scherpte wordt bijgesteld
door aan de scherpstelring te draaien.
Scherpstelring Zoomring
2. Het zoomen wordt bijgesteld door aan de zoomring te draaien.
3. De projectorhoek wordt bijgesteld door de stelpoot te gebruiken.
Blz. 26
Blz. 23
Stelpoten
Wanneer het beeld als een trape­zium vervormd wordt, is trapezi­umvorm-correctie nodig.
(Zie blz. 24.)
7. Schakel de stroom uit
Druk op STANDBY/ON op de projector of op STANDBY op de afstandsbediening en druk dan nogmaals op de toets terwijl de bevestigingboodschap getoond word tom de projector in de ruststand (standby) te zetten.
-14
Op de projector
1
STANDBY/ON toets
2
Op de afstandsbediening
1
STANDBY toets
Beeldschermdisplay
Blz. 22

De projector opstellen

De projector opstellen

Voor optimale afbeeldingskwaliteit plaatst u de projector loodrecht tegenover het scherm met de stelpoten van de projector in vlakke en horizontale stand.
De projectorlens moet in het midden van het scherm geplaatst zijn. Als de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt, niet verticaal op het scherm staat, dan zal de afbeelding vervormen, wat het bekijken bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het niet in direct contact met het zonlicht of de ka­merverlichting staat. Licht dat direct op het scherm valt, vervaagt de kleuren, wat het bekijken bemoeilijkt. Sluit de gordijnen en dim de lichten wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of heldere kamer.
Een polariserend scherm kan niet bij deze projector worden gebruikt.

Standaardopstelling (projectie voorkant)

Plaats de projector op de vereiste afstand tot het scherm, in overeenstemming met het gewenste afbeeld­ingsformaat.
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht

Installatie

Scherm
H
90°
Midden van de lens
L
Zie blz. 17 voor verdere informatie over “Schermformaat en projectie-afstand”.
-15
De projector opstellen (vervolg)

Projectiemodus (PRJ)

De projector kan een van de 4 projectiemodi gebruiken, zoals afgebeeld in de onderstaande schets. Selecteer de meest geschikte modus voor de projectie-instelling die u gebruikt. (U kunt de PRJ-modus in het “SCH-INS”-menu instellen. Zie blz. 44.)
Tafelmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Voor”
Tafelmontage, projectie achterkant
(met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Achter”
Plafondmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Plafond+voor”
Plafondmontage, projectie achterkant (met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Plafond+achter”

Bevestigen aan het plafond

De optionele Sharp plafond-montage adapter en unit wordt aanbevolen voor deze installatie. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projector- dealer of servicecentrum voordat u de projector monteert om de plafond-montage adapter en unit te verkrijgen (wordt los verkocht).
Indicatie van het geprojecteerde afbeeldingsformaat en projectie-afstand
Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Schermformaat en projectie-afstand” op blz. 17.
Voorbeeld: Bij gebruik van een breed scherm (16:9)
Afbeeldingsformaat
-16
500"
200"
100"
80"
40"
174
"
"
×49
"
"
8'3" ~ 9'6" (2,5 m ~ 2,9 m)
×
87
70
"
×39
35
"
×
20
"
4'1" ~ 4'9"
(1,3 m ~ 1,4 m)
436
98
"
20'7" ~ 23'9"
10'4" ~ 11'11"
(3,1 m ~ 3,6 m)
(6,3 m ~ 7,2 m)
"
×245
"
51'6"
Projectie-afstand
(15,7 m)

Schermformaat en projectie-afstand

Bij gebruik van een breed scherm (16:9): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over het hele scherm (16:9).
Diag. [χ] Breedte Hoogte
500" (1270 cm) 436" (1107 cm) 245" (623 cm) 51'6" (15,7 m)
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
400" (1016 cm) 349" (886 cm) 196" (498 cm) 41'2" (12,6 m) 47'6" (14,5 m) 31 300" (762 cm) 261" (664 cm) 147" (374 cm) 30'11" (9,4 m) 35'8" (10,9 m) 23 250" (635 cm) 218" (553 cm) 123" (311 cm) 25'9" (7,9 m) 29'8" (9,1 m) 19 200" (508 cm) 174" (443 cm) 98" (249 cm) 20'7" (6,3 m) 23'9" (7,2 m) 15 3/4" (40 cm) 150" (381 cm) 131" (332 cm) 74" (187 cm) 15'5" (4,7 m) 17'10" (5,4 m) 11 120" (305 cm) 105" (266 cm) 59" (149 cm) 12'4" (3,8 m) 14'3" (4,3 m) 9 100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (125 cm) 10'4" (3,1 m) 11'11" (3,6 m) 7 80" (203 cm) 70" (177 cm) 39" (100 cm) 8'3" (2,5 m) 9'6" (2,9 m) 6 60" (152 cm) 52" (133 cm) 29" (75 cm) 6'2" (1,9 m) 7'2" (2,2 m) 4 40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (50 cm) 4'1" (1,3 m) 4'9" (1,4 m) 3 5/32" (8 cm)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectie-afstand [L]
x : Beeldformaat (diagonaal) (duim/cm) L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,0314 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,0362 x / 0,3048 H (duim) = 0,2 x / 2,54
Wanneer u een normaal scherm (4:3) gebruikt en afbeeldingen in het formaat 4:3 projecteert (Normaal-stand)
Diag. [χ] Breedte Hoogte
400" (1016 cm) 320" (813 cm) 240" (610 cm) 50'5" (15,4 m) 300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 37'10" (11,5 m) 43'7" (13,3 m) 28 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 31'6" (9,6 m) 36'4" (11,1 m) 24 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 25'3" (7,7 m) 29'1" (8,9 m) 19 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 18'11" (5,8 m) 21'10" (6,6 m) 14 120" (305 cm) 96" (244 cm) 72" (183 cm) 15'2" (4,6 m) 17'5" (5,3 m) 11 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 12'7" (3,8 m) 14'6" (4,4 m) 9 80" (203 cm) 64" (163 cm) 48" (122 cm) 10'1" (3,1 m) 11'8" (3,5 m) 7 70" (178 cm) 56" (142 cm) 42" (107 cm) 8'10" (2,7 m) 10'2" (3,1 m) 6 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 7'7" (2,3 m) 8'9" (2,7 m) 5 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm) 5'1" (1,5 m) 5'10" (1,8 m) 3
x : Beeldformaat (diagonaal) (duim/cm) L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectie-afstand [L]
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,03843 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,0443 x / 0,3048 H (duim) = 0,24477 x / 2,54
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over de hele horizontale breedte van het scherm (4:3).
Diag. [χ] Breedte Hoogte
500" (1270 cm) 400" (1016 cm) 300" (762 cm) 47'3" (14,4 m) 400" (1016 cm) 320" (813 cm) 240" (610 cm) 37'10" (11,5 m) 43'7" (13,3 m) 28 300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 28'4" (8,6 m) 32'8" (10,0 m) 21 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 23'8" (7,2 m) 27'3" (8,3 m) 18 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 18'11" (5,8 m) 21'10" (6,6 m) 14 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 14'2" (4,3 m) 16'4" (5,0 m) 10 120" (305 cm) 96" (244 cm) 72" (183 cm) 11'4" (3,5 m) 13'1" (4,0 m) 8 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 9'5" (2,9 m) 10'11" (3,3 m) 7 15/64" (18 cm) 80" (203 cm) 64" (163 cm) 48" (122 cm) 7'7" (2,3 m) 8'9" (2,7 m) 5 70" (178 cm) 56" (142 cm) 42" (107 cm) 6'7" (2,0 m) 7'8" (2,3 m) 5 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 5'8" (1,7 m) 6'6" (2,0 m) 4 11/32" (11 cm) 40" (102 cm) 35" (81 cm) 24" (61 cm) 3'9" (1,2 m) 4'4" (1,3 m) 2
x : Beeldformaat (diagonaal) (duim/cm) L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectie-afstand [L]
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,02882 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,03323 x / 0,3048 H (duim) = 0,18358 x / 2,54
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
39
3
/8" (100 cm)
1
/2" (80 cm)
5
/8" (60 cm)
11
/16" (50 cm)
13
/16" (30 cm)
29
/64" (24 cm)
7
/8" (20 cm)
19
/64" (16 cm)
23
/32" (12 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,0314 x L2 (m) = 0,0362 x H (cm) = 0,2 x
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
38 35/64" (98 cm)
29
/32" (73 cm)
3
/32" (61 cm)
17
/64" (49 cm)
29
/64" (37 cm)
9
/16" (29 cm)
41
/64" (24 cm)
45
/64" (20 cm)
3
/4" (17 cm)
25
/32" (15 cm)
55
/64" (10 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,03843 x L2 (m) = 0,0443 x H (cm) = 0,24477 x
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
9
36
/64" (92 cm)
29
/32" (73 cm)
11
/16" (55 cm)
1
/16" (46 cm)
29
/64" (37 cm)
27
/32" (28 cm)
43
/64" (22 cm)
25
/32" (15 cm)
1
/16" (13 cm)
57
/64" (7 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,02882 x L2 (m) = 0,03323 x H (cm) = 0,18358 x
Installatie
Zie blz. 15 voor “Projectie-afstand [L]” en “Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld [H]”.
In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
-17

Voorbeelden van kabels voor aansluiting

Voor meer informatie over aansluiting en kabel verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van de aan te
• sluiten apparatuur. U hebt wellicht andere kabels of connectors nodig die hieronder niet worden vermeld.
Apparatuur
Videoapparatuur
Aansluiting op
aan te sluiten
apparatuur
HDMI-
uitgangsaansluiting
Component-video­uitgangsaansluiting
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI1, 2
Componentkabel (los verkrijgbaar) COMPONENT
Kabel
Aansluiting op de
projector
( Blz. 19)
Fotocamera/videospel
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel (optioneel, AN-C3CP2)
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
S-videokabel (los verkrijgbaar) S-VIDEO
Videokabel (los verkrijgbaar) VIDEO
Kabels voor een camera of videospel/3 RCA naar 15­pins mini D-sub-kabel (optioneel, AN-C3CP2)
Kabels voor een camera of videospel S-VIDEO
Kabels voor een camera of videospel VIDEO
COMPUTER/ COMPONENT
( Blz. 19)
COMPUTER/ COMPONENT
RCA adapterstekker (los verkrijgbaar)
-18
Computer
RGB-
uitgangsaansluiting
HDMI-
uitgangsaansluiting
RGB-kabel (los verkrijgbaar) COMPUTER/
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI1, 2
COMPONENT
( Blz. 20)

Aansluiten op videoapparatuur

Voordat u apparatuur aansluit, moet u de netstroomaansluiting van de projector uit het Netsnoerstopcontact trekken en de apparaten uitschakelen die u wilt gaan aansluiten. Nadat u alle aansluitingen hebt gemaakt, schakelt u de projector in en daarna de andere apparaten.
Apparatuur met HDMI-uitgangsaansluiting aansluiten op de HDMI-aansluiting op de projector
HDMI is een nieuwe, gespecialiseerde interface die een video- en audiosignaal aan de terminal kan afgeven met behulp van slechts één kabel. Aangezien deze projector zelf geen audiosignaal ondersteunt, moet u een versterker of een ander audioapparaat gebruiken. Voor videoaansluiting gebruikt u een kabel die voldoet aan HDMI-normen. Het gebruik van kabel die niet voldoen aan HDMI-normen kan storingen veroorzaken.
HDMI-compatibel apparaat
HDMI-compatibel apparaat
Naar HDMI-uitgangsaansluiting
Naar HDMI-uitgangsaansluiting
HDMI-kabel (type A)
HDMI-kabel (type A) (los verkrijgbaar)
(los verkrijgbaar)
Naar HDMI1- of 2-aansluiting
Naar HDMI1- of 2-aansluiting
Aansluitingen
HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is een digitale AV-interface die een videosignaal met hoge
resolutie kan afl everen, tegelijk met een multikanaals audiosignaal en bidirectioneel controlesignaal, en dit alles in slechts één kabel.
• Omdat het digitale videosignaal compatibel is met het HDCP-systeem (High-bandwidth Digital Content
Protection), verzwakt het niet wanneer het verzonden wordt en kunt u genieten van een afbeelding van hoge kwaliteit met behulp van slechts één eenvoudige aansluiting.
Apparatuur aansluiten met S-video-uitgangsaansluiting.
DVD-speler, etc.
Naar S-video-uitgangsaansluiting
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar S-VIDEO-aansluiting
Zie “Voorbeelden van kabels voor aansluiting” op blz. page 18 voor het aansluiten van andere apparatuur.
-19
Loading...
+ 45 hidden pages