Sharp XV-Z15000 User Manual [nl]

XV-Z15000
DEUTSCH
PROJEKTOR PROJEKTOR PROIETTORE PROJECTOR
BEDIENUNGSANLEITUNG BRUKSANVISNING MANUALE DI ISTRUZIONI GEBRUIKSAANWIJZING
SVENSKA ITALIANO NEDERLANDS
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding

BELANGRIJK
• Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Bijgeleverde accessoires” op blz. 8 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z15000
Serienummer:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kin-
deren niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN. GEEN SCHROEVEN VERWIJ-
DEREN, BEHALVE DE VOORGE-
SCHREVEN GEBRUIKER-ON-
DERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VERMINDEREN, MAG DE BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET.
WAARSCHUWING:
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD
ONDERHOUDSPERSONEEL.
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de ge­bruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
NEDERLANDS
-1
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze product worden soldeertin en een lamp die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten, de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org, de lamp recycling organisatie www.lamprecycle.org of neem contact op met SHARP via 1-800-BE-SHARP.
ALLEEN VOOR DE V.S.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op blz 50.
Deze SHARP projector is uitgerust met een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat 2.073.600 pixels (microspiegels). Evenals bij andere hoogwaardige elektronische apparatuur zoals TV's met grote beeldschermen, videosystemen en videocamera's, gelden er bepaalde tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen. Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen, wat kan resulteren in niet actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Unie
SHARP ELECTRONICS (Europe) GmbH Sonninstraße 3, D-20097 Hamburg
ALLEEN E.U.-LANDEN
-2

Inhoudsopgave

Voorbereiding
Inleiding
Inhoudsopgave ................................................3
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Accessoires ......................................................8
Benaming en functie van de onderdelen .......9
De afstandsbediening gebruiken .................12
De batterijen plaatsen .......................................... 12
Bruikbaar bereik .................................................. 12
Snelstartgids
Snelstartgids ..................................................13
Gebruik
Basisbediening
De projector in- en uitschakelen ..................22
Het netsnoer aansluiten ....................................... 22
De projector inschakelen ..................................... 22
De projector uitschakelen
(de projector in de ruststand zetten) .............. 22
Beeldprojectie ................................................23
Instellen van het geprojecteerde beeld ................. 23
Trapeziumvorm-correctie ..................................... 24
Auto V-trapezium correctie .................................. 25
Kiezen van de ingangsfunctie .............................. 26
Bijstellen van de verticale en horizontale positie van het beeld
Tijdelijk tonen van het Zwarte Scherm .................27
Een bewegend beeld stilzetten ............................ 27
Automat. sync. (Automatische synchronisatie) ..... 27
Kiezen van de beeldmodus ................................. 27
Weergeven van een vergroot deel van een beeld
De iris-instelling omschakelen .............................. 28
Tijdelijk verbergen van het menu (Menu Hide) ...... 28
In- en uitschakelen van de Eco+stille modus ....... 28
Modus Formaat wijzigen ..................................... 29
Handige voorzieningen
Onderdelen menubalk ...................................31
Gebruik van het menuscherm ......................34
Menu-selecties (Afstellingen) ............................... 34
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) ................36
Kiezen van de beeldmodus ................................. 36
Instellen van het beeld ......................................... 36
De iris-instelling omschakelen .............................. 37
Eco + Stil ............................................................37
De geavanceerde instelling (“Geavanceerd”) gebruiken Corrigeren van de beeldnuancering (Gamma Correctie)
Instellen van de kleuren ....................................... 37
De Wit benadr. bijstellen ...................................... 39
...4 ...5
... 26
... 28
... 37 ... 37
Installatie
De projector opstellen ..................................15
De projector opstellen ......................................... 15
Standaardopstelling (projectie voorkant) .............. 15
Projectiemodus (PRJ) .......................................... 16
Bevestigen aan het plafond ................................. 16
Schermformaat en projectie-afstand.................... 17
Aansluitingen
Voorbeelden van kabels voor aansluiting ...18
Aansluiten op videoapparatuur ....................19
Aansluiten op een computer ........................20
De projector bedienen met een computer ..21
De fi lmmodus selecteren ..................................... 39
Instellen van detailverbetering (detailverb.) ........... 39
Afbeeldingsruis verminderen (DNR) ..................... 39
Vermindering zoemgeluid (MNR) .......................... 39
Alle bijstellingsitems terugstellen .......................... 39
Bijstelling computerafbeelding (“SIG-INS” menu)
De computerafbeelding bijstellen ......................... 40
Instellen van de Resolutie .................................... 40
Automat. sync. (Automatische synchronisatie-instelling)
Instelling signaaltype ........................................... 40
De instellingvideosysteem omschakelen .............. 41
Video-instelling .................................................... 41
Het dynamische bereik bijstellen .......................... 41
Signaal info ......................................................... 41
Instellen van het geprojecteerde beeld (“SCH-INS” menu)
Instellen van de Grootte Aanpassen functie ......... 42
Instellen van de beeldpositie ................................ 42
De overscan bijstellen .......................................... 42
Auto V-Trapezium Correctie ................................. 43
Trap. Modus correctie .........................................43
In/uitschakelen van het beeldschermdisplay ........ 44
Instellen van de helderheid van het menuscherm
Kiezen van het achtergrondbeeld ........................ 44
Selecteren van de positie van het menuscherm ... 44 De geprojecteerde beelden draaien/in
spiegelbeeld weergeven ................................. 44
Kiezen van de taal voor de beeldscherm-aanduidingen (OSD)
Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS” menu)
Auto Power Off functie (Automatische uitschakelfunctie) Instellen van de stroombesparingsfunctie (Spaarfunctie) Instellen van éénknopsbediening,
Systeemstandby en Invoernaam ................... 45
Instellen van de Demo-modus ............................. 46
Selecteren van de transmissiesnelheid (RS-232C)
Ventilatormodus-instelling .................................... 46
Terugkeren naar de standaardinstellingen ............ 46
De status van de lampduur controleren ............... 46
...40
... 40
...42
... 44
... 44
...45
... 45
... 45
... 46
Inleiding
Referentie
Aanhangsel
Onderhoud .....................................................47
Onderhoudsindicators ..................................48
Betreffende de lamp ......................................50
Lamp .................................................................. 50
Belangrijke opmerkingen betreffende de lamp ..... 50
Vervangen van de lamp ....................................... 50
Verwijderen en aanbrengen van de lampeenheid
Terugstellen van de lamptimer ............................. 52
... 51
Opdrachten verbindingspinnen ....................53
RS-232C Specifi caties en opdrachtinstellingen
...54
Overzicht computercompatibiliteit ..............57
Problemen oplossen .....................................58
Voor assistentie van SHARP .........................60
Technische gegevens ....................................61
Afmetingen .....................................................62
Index ...............................................................63
-3

Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen

2
De technische gegevens verschillen een weinig, afhankelijk van het model. U kunt echter alle modellen op dezelfde
wijze aansluiten en bedienen. De afbeeldingen en schermaanduidingen in deze gebruiksaanwijzing zijn vereenvoudigd om de uitleg te
• vergemakkelijken en kunnen enigszins afwijken van de feitelijke aanduidingen die u ziet.
Gebruik van het menuscherm
Insteltoetsen
MENU toets
(//?/_)
Insteltoetsen (//?/_)
RETURN toets
ENTER toets
RETURN toets
ENTER toets
MENU toets
Toetsen die bij deze bediening gebruikt worden
Menu-selecties (Afstellingen)
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.
1 Druk op MENU.
Het “Beeld” menuscherm voor de gekozen ingangsfunctie verschijnt.
2
Druk op Q of O om het menus­cherm te selecteren en bijstellin­gen te maken op de menubalk.
-34
................ Hier worden veiligheidsmaatregelen gegeven voor het gebruik van de projector.
Info
Voorbeeld:
Beeld
SIG-INS
Beeldmodus Standaard
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Kleurtmp IRIS1 (Manual) IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Reset
SEL/INS TERUG
..... Hier wordt extra informatie verschaft voor de instelling en bediening van de projector.
Belangrijke bladzijden
Menuscherm “Beeld” wanneer COMPONENT is geselecteerd vor inputmodus
SCH-INS
PRJ-INS
ENTER END
Menubalk
0 0 0 0 0 0 0 0
Hoge helderh. Aan Uit
Toetsen die in deze bedieningsstap gebruikt worden
Beeldschermdisplay
Onderhoud
Blz. 47
Problemen oplossen
Blz. 58 en 59
Index
Blz. 63
-4

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Inleiding
LET OP:
Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1.
Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen, wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet. a. Tweedraads(net)stekker. b. Driedraads geaarde(net)stekker met aardingspen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer niet door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14.
Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan, kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat is
terechtgekomen. c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of water. d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden
aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere
bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd
worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden
voor een juiste werking van het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen
worden. e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd. f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert. Dit
duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
-5
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie betreffende de lamp
Als de lamp gesprongen is, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor een nieuwe lamp. Zie “Betreffende de lamp” op blz. 50.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffi g en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort ruimten moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum worden gedaan.
Zet de projector niet op een plaats die blootgesteld staat aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het scherm valt, zal de kleuren fl ets maken waardoor het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en dim de verlichting wanneer het scherm in een erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Plaats de projector op een horizontale ondergrond binnen het afstelbereik (9 graden) van het stelvoetje.
Wanneer de projector de eerste maal wordt ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen nadat de projector een poosje is gebruikt.
Gebruik van de projector op grote hoogte, zoals in de bergen (hoogten van meer dan 1.500 meter (4.900 voet))
Wanneer u de projector op grote hoogte gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de “Ventilatormodus” op “Hoog” te zetten. Indien dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van het optische systeem nadelig beïnvloeden.
-6
Waarschuwing betreffende het opstellen van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u er goed op letten dat de projector stevig staat, om te voorkomen dat de projector letsel veroorzaakt wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten en/of hevige trillingen bloot.
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Laat uw ogen af en toe rusten.
Langdurig ononderbroken naar het scherm kijken kan resulteren in vermoeidheid van de ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
Vermijd plaatsen die blootgesteld staan aan extreme temperaturen.
Het bereik voor de beschijfstemperatuur van de projector loopt van 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C).
Het bereik voor de opslagtemperatuur van de projector loopt van –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Houd minimaal 11 13/16" (30 cm) ruimte vrij tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn afgedekt.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening ervoor zorgen dat de projector automatisch in de ruststand (standby) wordt gezet, om beschadiging als gevolg van oververhitting te voorkomen. Dit duidt niet op een storing. (Zie blz. 48.) Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Zet de projector vervolgens op een plaats waar de inlaat­en uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden, steek de stekker weer in het stopcontact en schakel de projector in. De projector zal vervolgens weer normaal werken.
Belangrijke informatie betreffende het gebruik van de projector
Als u de projector lange tijd niet gebruikt, of als u de projector verplaatst, ontkoppel dan het snoer voor netspanning van het stopcontact en ontkoppel alle andere kabels.
Draag de projector niet aan de lens.
Zorg ervoor dat u de lensdeksel sluit wanneer u de
projector opbergt.
Stel de projector niet bloot aan direct zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt van een hittebron. Dit kan namelijk resulteren in verkleuring van de behuizing of vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
Wanneer u een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector aansluit, mag u de aansluitingen pas maken NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt gehaald en de apparatuur die wordt aangesloten hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzing van de projector en van de apparatuur die wordt aangesloten voor nadere bijzonderheden betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De netspanning en de uitvoering van de netstekker kunnen variëren, afhankelijk van het gebied of het land waar de projector wordt gebruikt. Als u de projector in het buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de juiste netspanning en met het voorgeschreven netsnoer wordt aangesloten.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de temperatuur binnenin de projector stijgt doordat de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn of door een verkeerde plaatsing van het toestel, dan zal de temperatuurwaarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen zal “ ” gaan branden in de linker onderhoek van het beeld en zal de temperatuurwaarschuwingsindicator blijven knipperen. Als deze toestand blijft voortduren, gaat de lamp uit, gaat de koelventilator draaien en gaat de projector in de ruststand (standby) staan. Zie “Onderhoudsindicators” op blz. 48 en 49 voor verdere informatie.
Info
De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van de projector. Dit duidt niet op een storing.
Inleiding
Het DLP®-logo en het DLP®-medallion zijn geregistreerde handelsmerken van Texas Instruments.
• Microsoft
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde
• Staten. Macintosh
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere landen. HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handels-
• merken van HDMI Licensing LLC. Alle andere namen van fi rma’s of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de re-
• spectievelijke ondernemingen.
Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspre­iden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
-7

Accessoires

Bijgeleverde accessoires
Afstandsbediening
<RRMCGA757WJSA>
Netsnoer*
(1)
Voor de Verenigde
Staten, Canada enz.
(6' (1,8 m))
<QACCDA007WJPZ>
* Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Codes tussen “< >” zijn onderdeelnummers voor vervangbare onderdelen.
(2)
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6' (1,8 m))
<QACCVA011WJPZ>
Twee AA-size batterijen
<UBATUA020WJZZ>
(3)
Voor Groot-Brittannië en
Singapore
(6' (1,8 m))
<QACCBA036WJPZ>
Gebruiksaanwijzing
(4)
Voor Australië, Nieuw-
Los verkrijgbare accessoires
Lampeenheid AN-K15LP
Plafond-montage adapter AN-60KT AN-XRCM30 (alleen voor de V.S.)
Plafond-montage unit AN-TK201 <voor AN-60KT> AN-TK202 <voor AN-60KT> AN-EP101B <voor AN-XRCM30> (alleen voor de V.S.) 3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel (10' (3,0 m)) AN-C3CP2
Zeeland en Oceanië
(6' (1,8 m))
<QACCLA018WJPZ>
Het is mogelijk dat sommige van deze los verkrijgbare accessoires niet in uw land worden verkocht.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor verdere informatie.
-8

Benaming en functie van de onderdelen

De nummers aangegeven in verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Projector
Bovenkant
PICTURE MODE toets
27
Voor het kiezen van het juiste beeld.
AUTO V-KEYSTONE toets
Verticale trapeziumvormcorrectie wordt automatisch uitgevoerd.
STANDBY/ON toets
Voor het in- en uitschakelen (standby) van de projector.
25
13, 22
ENTER toets
34
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in het menu zijn gemaakt.
INPUT toetsen (P/R)
26
Voor het kiezen van de ingangsfunctie..
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
34
Voor het selecteren van de menu­onderdelen.
Inleiding
Spannings-indicator
Lampindicator
Tem perat uur­waarschuwingsindicator
RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat (NORMAAL, REK enz.).
22, 48
22, 48
Voorkant
Uitlaatopening
Zoomring
Voor het vergroten/ verkleinen van het beeld.
Scherpstelring
Voor het scherpstellen van het beeld.
Stelpoot
Lensdeksel
14, 23
14, 23
14, 23
22, 27, 51
48
29
47
RETURN toets
34
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens menubediening.
MENU-toets
34
Voor de weergave van schermen voor bijstellingen/instellingen.
Afstandsbedieningssensor
12
Inlaatopening
47
HEIGHT ADJUST
23
hendel Stelpoot
23
-9
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
Projector (achteraanzicht)
Aansluitingen
COMPONENT aansluitingen
Aansluiting voor het aansluiten van video apparatuur met een component
RS-232C aansluiting
Aansluitbus voor de bediening van de projector met behulp van een computer.
COMPUTER/COMPONENT ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en componentsignalen.
Afstandsbedien ingssensor
Draaghendel
Voor het dragen van de projector.
uitgangsaansluiting.
21
12
18
18, 20
18, 19
HDMI1, 2 aansluitingen
Aansluiting voor het verbinden van video apparatuur op de HDMI uitgangsaansluiting.
18, 19
18
Veiligheidsstang Kensington standaard
veiligheidsaansluiting
22
S-VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur die is uitgerust met een S­video-aansluiting.
VIDEO
ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur.
Netstroomaansluiting
Sluit hierop het bijgeleverde netsnoer aan.
Gebruik van de draaghendel
Draag deze bij de draaghendel aan de zijkant wanneer u de de projector vervoert.
Sluit het lensdeksel altijd om schade aan de lens te voorkomen wanneer u
• de projector vevoert.
Beur de projector niet op en draag hem niet rond door hem bij de lens beet te pakken daar dit schade kan toebrengen aan de lens.
Gebruik van het Kensington slot
Deze projector is uitgerust met een Kensington standaard veiligheidsaansluiting voor gebruik met een Kensington MicroSaver beveiligingssysteem. Raadpleeg de documentatie die bij het beveiligingssysteem wordt geleverd voor instructies betreffende het beveiligen van de projector.
-10
De nummers aangegeven in verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Afstandsbediening
Inleiding
STANDBY toets
Om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
HDMI1, 2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO, COMPUTER toetsen
Voor overschakelen naar de respectievelijke invoermodi.
FREEZE toets
Voor het stilzetten van het beeld.
MAGNIFY toetsen
Voor het vergroten/verkleinen van een deel van het beeld.
KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de trapeziumvorm-correctiefunctie.
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
RETURN toets
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens menubediening.
INPUT toets
Voor het kiezen van de ingangsfunctie.
MENU HIDE toets
Om het menuscherm tijdelijk te verbergen.
14, 22
14, 26
27
28
24
34
34
26
28
13, 22
27
27
28
26
34
34
29
28
ON toets
Voor het inschakelen van de stroom.
AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer de projector op een computer is aangesloten.
PICTURE MODE toets
Voor het kiezen van het juiste beeld.
IRIS 1, 2 toetsen
Voor heen en weer schakelen tussen “Hoge helderh.” en “Hoog contrast”.
IMAGE SHIFT toets
Om beelden horizontaal en verticaal te verschuiven.
ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in het menu zijn gemaakt.
MENU toets
Voor de weergave van schermen voor bijstellingen/instellingen.
RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat (NORMA AL, REK enz.).
ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het geluid van de koelventilator en het verlengen van de levensduur van de lamp.
-11

De afstandsbediening gebruiken

2

De batterijen plaatsen

1 Trek het lipje op de deksel
omlaag en verwijder de deksel in de richting van de pijl.
2 Plaats de geleverde batteijen en
plaats de deksel terug.
Zorg ervoor dat de polariteiten overeenstemmen met de markeringen
en n binnenin het batterijvak.
m
Wanneer u de deksel correct terugplaatst, voelt u hem op zijn plaats klikken.

Bruikbaar bereik

De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het bereik zoals getoond in de afbeelding.
30°
30°
23' (7 m)
De sensor van de afstandsbediening bevindt zich aan zowel de voorkant als de achterkant van de projector.
Het signaal van de afstandsbediening kan op een scherm worden weerkaatst voor eenvoudige bediening. De daadwerkelijke afstand van het signaal kan echter variëren naargelang het materiaal van het scherm.
De afstandsbediening gebruiken:
Niet laten vallen of blootstellen aan vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening kan slecht werken onder een tl-buis. Plaats de projector in dat geval uit de buurt van de tl-buis.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
LET OP
De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst. Alleen vervangen door alkaline of magnesium batterijen.
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
Batterijen van een verschillend type hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom niet gelijktijdig batterijen van een verschillend type.
Meng geen nieuwe en oude batterijen door elkaar. Dit kan resulteren in een kortere levensduur van de nieuwe batterijen of de oude batterijen kunnen gaan lekken. Neem de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze leeg zijn, want anders kunnen ze gaan lekken.
• De vloeistof uit lekkende batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg bij lekkage de batterijen met een doek af en verwijder de batterijen daarna ook met de doek. De batterijen die bij deze projector zijn geleverd kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal, afhankelijk
• van hoe lang ze opgeslagen zijn geweest. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe batterijen. Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken.
• Neem de plaatselijke wetgeving (voorschriften) in acht wanneer u de batterijen weggooit.
Afstandsbediening
30°
30°
Afstandsbedienings­signaalzenders
23' (7 m)
Afstandsbedienings­sensoren
-12

Snelstartgids

Dit gedeelte toont u een voorbeeld van hoe u de projector aansluit op videoapparatuur die voorzien is van een HDMI-uitgangsaansluiting, samen met een korte toelichting op de stappen, van de aansluiting tot de projectie van afbeeldingen. Voor meer informatie raadpleegt u de pagina's die in elke stap worden vermeld.
3, 7 STANDBY/ON
toets
6 Zoomring
6 Scherpstelring
6 Stelpoten
7 STANDBY toets 3 ON toets
5 Selectietoetsen
inputmodus
5 INPUT toets
1. Plaats de projector met de voorkant naar een scherm

Snelstartgids

Blz. 15
2.
Sluit de projector aan op de videoapparatuur en steek het netsnoer in de netstroomaansluiting op de projector
3.
Open het lensdeksel volledig en schakel de projector vervolgens in
Op de projector
2
1
STANDBY/ON toets
Druk op STANDBY/ON op de projector of op ON op de afstandsbediening terwijl u deze op de projector richt.
Op de afstandsbediening
ON toets
Blz. 18-22
Blz. 22
2
-13
Snelstartgids (vervolg)
4. Schakel de videoapparatuur in en start het afspelen
Afspelen
5. Selecteer de Inputmodus
Druk op de HDMI1 toets op de afstandsbediening om “HDMI1” te selecteren als de Inputmodus.
HDMI1 toets
Druk op HDMI1, HDMI2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO en COMPUTER op de afstandsbediening om de ingangsmodus te schakelen.
Druk op P of R om de gewenste ingangsmodus te selecteren wanneer u op INPUT op de afstands- bediening drukt of op de projector.
HDMI1
Component 1080P
6. Stel de hoek, scherpte en zoom bij
1. De scherpte wordt bijgesteld
door aan de scherpstelring te draaien.
Scherpstelring Zoomring
2. Het zoomen wordt bijgesteld door aan de zoomring te draaien.
3. De projectorhoek wordt bijgesteld door de stelpoot te gebruiken.
Blz. 26
Blz. 23
Stelpoten
Wanneer het beeld als een trape­zium vervormd wordt, is trapezi­umvorm-correctie nodig.
(Zie blz. 24.)
7. Schakel de stroom uit
Druk op STANDBY/ON op de projector of op STANDBY op de afstandsbediening en druk dan nogmaals op de toets terwijl de bevestigingboodschap getoond word tom de projector in de ruststand (standby) te zetten.
-14
Op de projector
1
STANDBY/ON toets
2
Op de afstandsbediening
1
STANDBY toets
Beeldschermdisplay
Blz. 22

De projector opstellen

De projector opstellen

Voor optimale afbeeldingskwaliteit plaatst u de projector loodrecht tegenover het scherm met de stelpoten van de projector in vlakke en horizontale stand.
De projectorlens moet in het midden van het scherm geplaatst zijn. Als de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt, niet verticaal op het scherm staat, dan zal de afbeelding vervormen, wat het bekijken bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het niet in direct contact met het zonlicht of de ka­merverlichting staat. Licht dat direct op het scherm valt, vervaagt de kleuren, wat het bekijken bemoeilijkt. Sluit de gordijnen en dim de lichten wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of heldere kamer.
Een polariserend scherm kan niet bij deze projector worden gebruikt.

Standaardopstelling (projectie voorkant)

Plaats de projector op de vereiste afstand tot het scherm, in overeenstemming met het gewenste afbeeld­ingsformaat.
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht

Installatie

Scherm
H
90°
Midden van de lens
L
Zie blz. 17 voor verdere informatie over “Schermformaat en projectie-afstand”.
-15
De projector opstellen (vervolg)

Projectiemodus (PRJ)

De projector kan een van de 4 projectiemodi gebruiken, zoals afgebeeld in de onderstaande schets. Selecteer de meest geschikte modus voor de projectie-instelling die u gebruikt. (U kunt de PRJ-modus in het “SCH-INS”-menu instellen. Zie blz. 44.)
Tafelmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Voor”
Tafelmontage, projectie achterkant
(met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Achter”
Plafondmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Plafond+voor”
Plafondmontage, projectie achterkant (met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Plafond+achter”

Bevestigen aan het plafond

De optionele Sharp plafond-montage adapter en unit wordt aanbevolen voor deze installatie. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projector- dealer of servicecentrum voordat u de projector monteert om de plafond-montage adapter en unit te verkrijgen (wordt los verkocht).
Indicatie van het geprojecteerde afbeeldingsformaat en projectie-afstand
Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Schermformaat en projectie-afstand” op blz. 17.
Voorbeeld: Bij gebruik van een breed scherm (16:9)
Afbeeldingsformaat
-16
500"
200"
100"
80"
40"
174
"
"
×49
"
"
8'3" ~ 9'6" (2,5 m ~ 2,9 m)
×
87
70
"
×39
35
"
×
20
"
4'1" ~ 4'9"
(1,3 m ~ 1,4 m)
436
98
"
20'7" ~ 23'9"
10'4" ~ 11'11"
(3,1 m ~ 3,6 m)
(6,3 m ~ 7,2 m)
"
×245
"
51'6"
Projectie-afstand
(15,7 m)

Schermformaat en projectie-afstand

Bij gebruik van een breed scherm (16:9): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over het hele scherm (16:9).
Diag. [χ] Breedte Hoogte
500" (1270 cm) 436" (1107 cm) 245" (623 cm) 51'6" (15,7 m)
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
400" (1016 cm) 349" (886 cm) 196" (498 cm) 41'2" (12,6 m) 47'6" (14,5 m) 31 300" (762 cm) 261" (664 cm) 147" (374 cm) 30'11" (9,4 m) 35'8" (10,9 m) 23 250" (635 cm) 218" (553 cm) 123" (311 cm) 25'9" (7,9 m) 29'8" (9,1 m) 19 200" (508 cm) 174" (443 cm) 98" (249 cm) 20'7" (6,3 m) 23'9" (7,2 m) 15 3/4" (40 cm) 150" (381 cm) 131" (332 cm) 74" (187 cm) 15'5" (4,7 m) 17'10" (5,4 m) 11 120" (305 cm) 105" (266 cm) 59" (149 cm) 12'4" (3,8 m) 14'3" (4,3 m) 9 100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (125 cm) 10'4" (3,1 m) 11'11" (3,6 m) 7 80" (203 cm) 70" (177 cm) 39" (100 cm) 8'3" (2,5 m) 9'6" (2,9 m) 6 60" (152 cm) 52" (133 cm) 29" (75 cm) 6'2" (1,9 m) 7'2" (2,2 m) 4 40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (50 cm) 4'1" (1,3 m) 4'9" (1,4 m) 3 5/32" (8 cm)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectie-afstand [L]
x : Beeldformaat (diagonaal) (duim/cm) L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,0314 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,0362 x / 0,3048 H (duim) = 0,2 x / 2,54
Wanneer u een normaal scherm (4:3) gebruikt en afbeeldingen in het formaat 4:3 projecteert (Normaal-stand)
Diag. [χ] Breedte Hoogte
400" (1016 cm) 320" (813 cm) 240" (610 cm) 50'5" (15,4 m) 300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 37'10" (11,5 m) 43'7" (13,3 m) 28 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 31'6" (9,6 m) 36'4" (11,1 m) 24 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 25'3" (7,7 m) 29'1" (8,9 m) 19 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 18'11" (5,8 m) 21'10" (6,6 m) 14 120" (305 cm) 96" (244 cm) 72" (183 cm) 15'2" (4,6 m) 17'5" (5,3 m) 11 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 12'7" (3,8 m) 14'6" (4,4 m) 9 80" (203 cm) 64" (163 cm) 48" (122 cm) 10'1" (3,1 m) 11'8" (3,5 m) 7 70" (178 cm) 56" (142 cm) 42" (107 cm) 8'10" (2,7 m) 10'2" (3,1 m) 6 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 7'7" (2,3 m) 8'9" (2,7 m) 5 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm) 5'1" (1,5 m) 5'10" (1,8 m) 3
x : Beeldformaat (diagonaal) (duim/cm) L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectie-afstand [L]
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,03843 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,0443 x / 0,3048 H (duim) = 0,24477 x / 2,54
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over de hele horizontale breedte van het scherm (4:3).
Diag. [χ] Breedte Hoogte
500" (1270 cm) 400" (1016 cm) 300" (762 cm) 47'3" (14,4 m) 400" (1016 cm) 320" (813 cm) 240" (610 cm) 37'10" (11,5 m) 43'7" (13,3 m) 28 300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 28'4" (8,6 m) 32'8" (10,0 m) 21 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 23'8" (7,2 m) 27'3" (8,3 m) 18 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 18'11" (5,8 m) 21'10" (6,6 m) 14 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 14'2" (4,3 m) 16'4" (5,0 m) 10 120" (305 cm) 96" (244 cm) 72" (183 cm) 11'4" (3,5 m) 13'1" (4,0 m) 8 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 9'5" (2,9 m) 10'11" (3,3 m) 7 15/64" (18 cm) 80" (203 cm) 64" (163 cm) 48" (122 cm) 7'7" (2,3 m) 8'9" (2,7 m) 5 70" (178 cm) 56" (142 cm) 42" (107 cm) 6'7" (2,0 m) 7'8" (2,3 m) 5 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 5'8" (1,7 m) 6'6" (2,0 m) 4 11/32" (11 cm) 40" (102 cm) 35" (81 cm) 24" (61 cm) 3'9" (1,2 m) 4'4" (1,3 m) 2
x : Beeldformaat (diagonaal) (duim/cm) L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
Afbeeldingsformaat (scherm) Projectie-afstand [L]
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,02882 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,03323 x / 0,3048 H (duim) = 0,18358 x / 2,54
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
39
3
/8" (100 cm)
1
/2" (80 cm)
5
/8" (60 cm)
11
/16" (50 cm)
13
/16" (30 cm)
29
/64" (24 cm)
7
/8" (20 cm)
19
/64" (16 cm)
23
/32" (12 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,0314 x L2 (m) = 0,0362 x H (cm) = 0,2 x
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
38 35/64" (98 cm)
29
/32" (73 cm)
3
/32" (61 cm)
17
/64" (49 cm)
29
/64" (37 cm)
9
/16" (29 cm)
41
/64" (24 cm)
45
/64" (20 cm)
3
/4" (17 cm)
25
/32" (15 cm)
55
/64" (10 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,03843 x L2 (m) = 0,0443 x H (cm) = 0,24477 x
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
9
36
/64" (92 cm)
29
/32" (73 cm)
11
/16" (55 cm)
1
/16" (46 cm)
29
/64" (37 cm)
27
/32" (28 cm)
43
/64" (22 cm)
25
/32" (15 cm)
1
/16" (13 cm)
57
/64" (7 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,02882 x L2 (m) = 0,03323 x H (cm) = 0,18358 x
Installatie
Zie blz. 15 voor “Projectie-afstand [L]” en “Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld [H]”.
In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
-17

Voorbeelden van kabels voor aansluiting

Voor meer informatie over aansluiting en kabel verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van de aan te
• sluiten apparatuur. U hebt wellicht andere kabels of connectors nodig die hieronder niet worden vermeld.
Apparatuur
Videoapparatuur
Aansluiting op
aan te sluiten
apparatuur
HDMI-
uitgangsaansluiting
Component-video­uitgangsaansluiting
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI1, 2
Componentkabel (los verkrijgbaar) COMPONENT
Kabel
Aansluiting op de
projector
( Blz. 19)
Fotocamera/videospel
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel (optioneel, AN-C3CP2)
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
S-videokabel (los verkrijgbaar) S-VIDEO
Videokabel (los verkrijgbaar) VIDEO
Kabels voor een camera of videospel/3 RCA naar 15­pins mini D-sub-kabel (optioneel, AN-C3CP2)
Kabels voor een camera of videospel S-VIDEO
Kabels voor een camera of videospel VIDEO
COMPUTER/ COMPONENT
( Blz. 19)
COMPUTER/ COMPONENT
RCA adapterstekker (los verkrijgbaar)
-18
Computer
RGB-
uitgangsaansluiting
HDMI-
uitgangsaansluiting
RGB-kabel (los verkrijgbaar) COMPUTER/
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI1, 2
COMPONENT
( Blz. 20)

Aansluiten op videoapparatuur

Voordat u apparatuur aansluit, moet u de netstroomaansluiting van de projector uit het Netsnoerstopcontact trekken en de apparaten uitschakelen die u wilt gaan aansluiten. Nadat u alle aansluitingen hebt gemaakt, schakelt u de projector in en daarna de andere apparaten.
Apparatuur met HDMI-uitgangsaansluiting aansluiten op de HDMI-aansluiting op de projector
HDMI is een nieuwe, gespecialiseerde interface die een video- en audiosignaal aan de terminal kan afgeven met behulp van slechts één kabel. Aangezien deze projector zelf geen audiosignaal ondersteunt, moet u een versterker of een ander audioapparaat gebruiken. Voor videoaansluiting gebruikt u een kabel die voldoet aan HDMI-normen. Het gebruik van kabel die niet voldoen aan HDMI-normen kan storingen veroorzaken.
HDMI-compatibel apparaat
HDMI-compatibel apparaat
Naar HDMI-uitgangsaansluiting
Naar HDMI-uitgangsaansluiting
HDMI-kabel (type A)
HDMI-kabel (type A) (los verkrijgbaar)
(los verkrijgbaar)
Naar HDMI1- of 2-aansluiting
Naar HDMI1- of 2-aansluiting
Aansluitingen
HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is een digitale AV-interface die een videosignaal met hoge
resolutie kan afl everen, tegelijk met een multikanaals audiosignaal en bidirectioneel controlesignaal, en dit alles in slechts één kabel.
• Omdat het digitale videosignaal compatibel is met het HDCP-systeem (High-bandwidth Digital Content
Protection), verzwakt het niet wanneer het verzonden wordt en kunt u genieten van een afbeelding van hoge kwaliteit met behulp van slechts één eenvoudige aansluiting.
Apparatuur aansluiten met S-video-uitgangsaansluiting.
DVD-speler, etc.
Naar S-video-uitgangsaansluiting
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar S-VIDEO-aansluiting
Zie “Voorbeelden van kabels voor aansluiting” op blz. page 18 voor het aansluiten van andere apparatuur.
-19

Aansluiten op een computer

Zorg ervoor dat de computer het laatste apparaat is dat wordt ingeschakeld als alle aansluitingen eenmaal zijn gemaakt.
Aansluiten op een computer met de RGB-kabel
Computer
Naar RGB-uitgangsaansluiting
RGB-kabel (los verkrijgbaar)
Naar de COMPUTER/COMPONENT aansluiting
Raadpleeg “Overzicht computercompatibiliteit” op blz. 57 voor een lijst met computersignalen die compatibel
zijn met de projector. Gebruik met computersignalen die niet staan vermeld kan storing in sommige functies veroorzaken.
Het is mogelijk dat u voor sommige Macintosh computers een Macintosh adapter nodig hebt. Neem contact
op met uw dichtstbijzijnde Macintosh handelaar.
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan een afbeelding niet geprojecteerd worden, als de externe
outputpoort van uw computer niet is ingeschakeld. (bijv. Druk tegelijkertijd de toetsen “Fn” en “F5” in wanneer u een SHARP-notebookcomputer gebruikt). Wij verwijzen u naar de specifi eke aanwijzingen in de bedieningshandleiding van uw computer om de externe outputpoort van uw computer in te schakelen.
-20

De projector bedienen met een computer

Wanneer de RS-232C-aansluiting op de projector is aangesloten op een computer, dan kan de computer worden gebruikt om de projector te bedienen en om de status van de projector te controleren.
Aansluiting maken met een computer met behulp van een seriële RS-232C-controlekabel
Computer
Naar RS-232C-aansluiting
Naar RS-232C-aansluiting
Seriële RS-232C-controlekabel (haaks type, los verkrijgbaar)
De RS-232C-functie kan wellicht niet werken als uw computerterminal niet correct is opgesteld. Wij verwijzen
u naar de bedieningshandleiding van de computer voor meer informatie.
Voor informatie over RS-232C-specifi caties en -opdrachten verwijzen wij u naar blz. 54.
Info
Sluit de RS-232C-kabel alleen aan op de RS-232C-aansluiting op de computer. Anders kunt u schade aan
uw computer of projector veroorzaken.
• U mag een seriële RS-232C-controlekabel niet op de computer aansluiten of van de computer losmaken
als de computer is ingeschakeld. Anders kunt u schade aan uw computer veroorzaken.
Aansluitingen
-21

De projector in- en uitschakelen

Het netsnoer aansluiten

Stop het netsnoer in de netstroomaansluiting aan de achterkant van de projector.
De spanningsdicator licht rood op en de projector
• schakelt in standby-modus.
Netsnoer (meegeleverde)

De projector inschakelen

Voordat u de onderstaande aanwijzingen uitvoert, moet u eerst alle externe apparatuur aansluiten en de stekker in het stopcontact steken. (Zie blz. 19 tot 22.)
Open het lensdeksel volledig en druk op STANDBY/ON op de projector of op ON op de afstandsbediening.
De spanningsindicator licht groen op.
Na het oplichten van de lampindicator is de projector klaar voor bediening.
Wanneer het lensdeksel gesloten is, knippert de spannings-indicator beurtelings groen en oranje en de projector wordt niet ingeschakeld.
Betreffende de lampindicator
De lampindicator geeft de status van de lamp aan.
Groen: De lamp is aan. Knippert groen: De lamp is aan het opwarmen. Rood: De lamp wordt op een abnormale
wijze uitgeschakeld of de lamp
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, kan het
beeld enigszins fl ikkeren gedurende de eerste minuut dat de lamp is ingeschakeld. Dit is normaal en wordt veroorzaakt door de regelcircuits van de lamp die de uitgangskarakteristieken van de lamp stabiliseren. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
Als de projector in de ruststand (standby) wordt gezet en dan meteen weer wordt ingeschakeld, kan het even duren voordat de lamp gereed is om te beginnen met projecteren.
moet vervangen worden.
Info
Bij het verlaten van de fabriek is de taal op
• Engels ingesteld. Als u een andere taal voor het beeldschermdisplay wilt instellen, moet u de taal wijzigen zoals beschreven op blz. 44.
Spanningsindicator
STANDBY/ON toets
Lampindicator
Lensdeksel
STANDBY toets
ON toets

De projector uitschakelen (de projector in de ruststand zetten)

Druk op STANDBY/ON van de projector of op STANDBY van de afstandsbediening en druk dan nog een keer op die toets terwijl de bevestigingsmelding wordt aangegeven om de projector in de ruststand (standby) te schakelen.
De projector kan niet aangezet worden tijdens het koelen.
-22
Direct Uit functie:
U kunt de stekker uit het stopcontact halen ook als de koelventilator nog draait.
Beeldschermdisplay
Info

Beeldprojectie

2

Instellen van het geprojecteerde beeld

1 Scherpstellen
U kunt scherpstellen met de scherpstelring op de projector.
Draai aan de scherpstelring om scherp te stellen terwijl u naar het geprojecteerde beeld kijkt.
2
Instellen van de schermgrootte
U kunt de schermgrootte instellen met de zoomring op de projector.
Draai aan de zoomring om het scherm groter of kleiner te maken.
3 Instellen van de hoogte
De hoogte van de projector kan bijgesteld worden d.m.v. de stelpoten. Wanneer het scherm hoger is dan de projector, kunt u de stand van de projector wijzigen om het beeld hoger te projecteren.
Zoomring
Zoomring
Scherpstelring
Scherpstelring
HEIGHT ADJUST hendel
HEIGHT ADJUST hendel
Til de projector omhoog om
1
de hoogte in te stellen terwijl u de HEIGHT ADJUST hendel omhooghaalt.
Neem uw hand van de HEIGHT
2
ADJUST hendel van de projector nadat de hoogte nauwkeurig is ingesteld.
De projectiehoek kan worden ingesteld tot 9 graden ten opzichte van het oppervlak waarop de projector is geplaatst.
Bij het afstellen van de hoogte van de projector zal er trapeziumvervorming optreden. Volg de aanwijzingen in Trapeziumvorm-correctie om de vervorming te corrigeren. (Zie blz. 24 en 43.)
Maak kleine
Maak kleine afstellingen.
afstellingen.
Info
Oefen niet te veel druk uit op de projector wanneer de stelpoten aan de voorkant uitgestoken zijn.
Wanneer de positie van de projector verlaagd wordt, dient u er op te letten dat uw vingers niet in het gedeelte tussen de stelpoten en de projector klem raken.
Houd de projector stevig vast wanneer u deze omhoogtilt of draagt.
Pak de projector niet bij het lensgedeelte vast.
Basisbediening
-23
Beeldprojectie (vervolg)
4

Trapeziumvorm-correctie

Deze functie kan de vervorming corrigeren van een beeld dat geprojecteerd wordt op een bol (sfeer) of cylindrisch scherm alsmede een trapezium vormige vervorming van een beeld op een plat scherm en het beeld bij een willekeurige hoek roteren.
Trapeziumvervorming
Wanneer het beeld van beneden of van boven onder een hoek op het scherm wordt geprojecteerd, kan het beeld vervormd worden als gevolg van trapeziumvorm-vertekening. Gebruik deze functie om dit soort vervorming, Keystone genaamd, te corrigeren.
De Trapeziumvorm-correctiefunctie kan
• bijgesteld worden tot een hoek van maximaal ±12 graden met “Auto V-trapezium” met een hoek van maximaal ±40 graden met “V-Trapezium” en ongeveer ±30 graden met “H-Trapezium”.
Druk op KEYSTONE om de Trap.
1
Modus in te schakelen.
De Trap. Modus lijst verschijnt.
TRAP. MODUS
TRAPEZIUM
SFEER
ROTATIE
SEL ENTER
END
O, Q toets
P, R toets
Trapeziumvorm-correctie
H-Trapezium correctie:
V-Trapezium correctie:
Voor horizontale trapeziumvorm­correctie
Voor verticale trapeziumvorm­correctie
KEYSTONE toets
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets
Druk op P/R om “TRAPEZIUM” te
2
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De trapeziummenugids verschijnt.
TRAPEZIUM
END
Instelbare toetsen Beschrijving
END➞KEYSTONE
P/R/O/Q
INSTEL
TESTBEELD
ENTER
RESET➞RETURN
Druk op P/ R /O /Q om de
3
3
Sluit de Trap. Modus. Stelt de Trapeziumvorm-correctiefunctie bij. Toont het testbeeld.
Keert terug naar een standaardinstelling.
H: 0 V: 0 INSTEL
RESETTESTBEELD
trapeziumvorm-correctie in te stellen.
-24
Om terug te keren naar de standaardinstelling, druk op RETURN terwijl de Trapezium Modus op het scherm weergegeven wordt.
Info
Tijdens het bijstellen van het beeld d.m.v. Trapezium/Sfeer/Rotatie correctie, kunnen rechte lijnen en de randen van beelden er getand uitzien.
Druk op KEYSTONE.
4
De weergave van de Trapezium Modus
• verdwijnt van het scherm.
4
Sfeer
3
4
Deze functie kan vervorming corrigeren van een beeld dat geprojecteerd wordt op een bolvormige (sferisch) of cilindrisch scherm.
Druk op KEYSTONE om de Trap.
1
Modus in te schakelen.
De Trap. Modus lijst verschijnt. (Zie blz.
24.)
Druk op P/R om “SFEER” te selecteren,
2
en druk vervolgens op ENTER.
De Sfeer menugids verschijnt.
Beschikbare
instellingen TERUG INSTEL Stelt de Sfeer correctie bij. TESTBEELD Toont het testbeeld. RESET
Druk op P/R/O/Q om de Sfeer
3
Keert terug naar de Trap. Modus lijst.
Keert terug naar een standaardinstelling.
Beschrijving
correctiemodus bij te stellen.
P, Q toets R, O toets
Sfeer correctie
Correctie van concave (holle) vervorming:
Voor correctie van concave (holle) vervorming Voor correctie van convexe (bolle) vervorming
Druk op P/R om “ROTATIE” te selecteren
2
2
en druk vervolgens op ENTER.
De rotatie menugids verschijnt.
Beschikbare
instellingen TERUG INSTEL TESTBEELD RESET
Druk op P/R/O/Q om de Rotatie
3
3
Keert terug naar de Trap. Modus lijst. Stelt de rotatie correctie bij. Toont het testbeeld. Keert terug naar een standaardinstelling.
Beschrijving
correctiemodus bij te stellen.
P, Q toets R, O toets
Rotatie correctie
Om terug te keren naar de standaardinstelling, druk op RETURN
• terwijl de Trapezium Modus op het scherm weergegeven wordt.
Druk op KEYSTONE.
4
Roteert het beeld rechtsom (met de wijzers van de klok mee). Roteert het beeld linksom (tegen de wijzers van de klok in).
De weergave van de Rotatie correctiemodus verdwijnt van het scherm.
Correctie van convexe (bolle) vervorming:
Om terug te keren naar de standaardinstelling, druk op
RETURN terwijl de Trapezium Modus op het scherm weergegeven wordt.
Druk op KEYSTONE.
4
De weergave van de Sfeer correctiemodus
• verdwijnt van het scherm.
Rotatie
Deze functie kan het beeld roteren bij een willekeurige hoek.
Druk op KEYSTONE om de Trap.
1
Modus in te schakelen.
De Trap. Modus lijst verschijnt. (Zie blz.
24.)

Auto V-trapezium correctie

Deze functie kan verticale Trapeziumvorm correctie automatisch uitvoeren.
Druk op AUTO V-KEYSTONE op de projector om verticale Trapeziumvorm correctie uit te voeren die automatisch wordt geactiveerd aan de hand van de installatiehoek van de projector.
Het “Aan” beeldschermdisplay van Auto V-Trapezium verschijnt wanneer AUTO V-KEYSTONE eenmaal ingedrukt wordt.
Door nogmaals op AUTO V-KEYSTONE te drukken nadat het “Aan” beeldschermdisplay van Auto V-Trapezium verschenen is, verandert het “Aan” beeldschermdisplay van Auto V-Trapezium naar de het “Uit” beeldschermdisplay van Auto V-Trapezium terwijl de instelling van Auto V-Trapezium in “0” veranderd.
Wanneer AUTO V-KEYSTONE ingedrukt wordt tijdens het bijstellen van het beeld d.m.v. Sfeer/ Rotatie correctie, zal de Sfeer/Rotatie correctiefunctie overschakelen naar de Trapeziummodus.
AUTO V-KEYSTONE toets
Basisbediening
-25
Beeldprojectie (vervolg)

Kiezen van de ingangsfunctie

Kies de juiste ingangsfunctie voor de aangesloten apparatuur.
Druk op HDMI1, 2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO of COMPUTER van
de afstandsbediening om de ingangs functie te kiezen.
Wanneer u op INPUT op de projector of op de
• afstandsbediening drukt, verschijnt de INGANG lijst. Druk P/R om van INGANG modus te wisselen.
INGANG lijst
INGANG HDMI1 HDMI2 COMPONENT COMPUTER S-VIDEO VIDEO
HDMI1, 2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO, COMPUTER toetsen
IMAGE SHIFT toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
INPUT toets
Druk op P/ R /O /Q om de
2
verticale en horizontale positie van het beeld bij te stellen.
H-bldverschuiv.
Beschikbare
instellingen
H-bldverschuiv. Naar links Naar rechts
\ toets | toets

Bijstellen van de verticale en horizontale positie van het beeld

Druk op IMAGE SHIFT om
1
de bldverschuiv. modus in te schakelen.
De bldverschuiv. menugids verschijnt.
V: 0H: 0
-26
BLDVERSCHUIV.
END
Instelbare toetsen
END➞IMAGE SHIFT
INSTEL➞P/R/O/Q RESET➞RETURN
INSTEL
RESET
Beschrijving
Sluit de beeldverschuivingmodus.
Stelt de beeldverschuiving bij. Keert terug naar een
standaardinstelling.
| toets\ toets
V-bldverschuiv.
Beschikbare
instellingen
V-bldverschuiv. Naar beneden Naar boven
Om terug te gaan naar de standaardinstelling,
• druk op RETURN wanneer de bldverschuiv. Menugids zich nog op het scherm bevindt. Afhankelijk van de modus formaat wijzigen,
• beeldmodus, of de resolutie van het invoersignaal kan de bldverschuiv.-modus beperkt zijn.
" toets ' toets
' toets" toets
2

Tijdelijk tonen van het Zwarte Scherm

Sluit het lensdeksel om het zwarte scherm tijdelijk te tonen.
Wanneer u het lensdeksel sluit, zal de projector na
• ongeveer 30 minuten automatisch uitgeschakeld worden.

Een bewegend beeld stilzetten

Druk op FREEZE.
1
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Druk nog een keer op FREEZE om
2
weer een bewegend beeld van het aangesloten apparaat te tonen.
FREEZE toets AUTO SYNC toets
PICTURE MODE toets
Basisbediening

Automat. sync. (Automatische synchronisatie)

De automatische synchronisatiefunctie werkt alleen wanneer een ingangssignaal gedetecteerd wordt nadat de projector is ingeschakeld.
Druk op AUTO SYNC voor handmatige afstelling met de automatische synchronisatiefunctie.
Wanneer met de automatische synchronisatie-
• instelling geen optimaal beeld wordt verkregen, kunt u het helpmenu gebruiken om de instelling handmatig te maken. (Zie blz. 40.)

Kiezen van de beeldmodus

U kunt een geschikte beeldmodus kiezen voor het geprojecteerde beeld, zoals een speelfi lm of videospel.
Druk op PICTURE MODE.
Bij indrukken van PICTURE MODE verandert de beeldmodus als volgt:
NatuurlijkStandaard Dynamisch
Cinema2Spel Cinema1
Zie blz. 36 voor verdere informatie betreffende de beeldmodus.
-27
2
Beeldprojectie (vervolg)

Weergeven van een vergroot deel van een beeld

Grafi eken, tabellen en andere delen van geprojecteerde beelden kunnen worden uitvergroot. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer u een gedetailleerde uitleg geeft.
Druk op MAGNIFY op de
1
afstandsbediening.
Vergroot het beeld.
Door te drukken op of MAGNIFY vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Drup op
×1 ×2 ×3 ×4 ×9
Drup op
U kunt de plaats van het vergrote beeld
• wijzigen met P, R, O of Q.
Druk op RETURN op de afstandsbedi-
2
ening om de bediening te annuleren.
Om terug te keren naar de standard-
• instelling (×1), drukt u op RETURN terwijl het beeldschermdisplay van de vergrootmodus weergegeven wordt.
.
.
MAGNIFY toetsen
IRIS 1, 2 toetsen
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets
MENU HIDE toets ECO+QUIET toets

De iris-instelling omschakelen

Deze functie beheert de kwantiteit van het geprojecteerde licht en het contrast van de afbeelding.
Druk op IRIS 1 of 2.
Telkens wanneer de knop wordt ingedrukt terwijl het
• display aan staat, wijzigt de modus in deze volgorde:
IRIS 1
Hoge helderh. Hoog contrast
IRIS 2
Voor meer informatie raadpleegt u blz. 37.
UitAan
-28
De te selecteren vergrotingen verschillen
• afhankelijk van het ingangssignaal. In de volgende gevallen zal het beeld naar
• de normale grootte terugkeren (×1).
wanneer de ingangsstand wordt veranderd.
-
Wanneer RETURN ingedrukt is terwijl
-
het beeldschermdisplay van de vergrootmodus weergegeven wordt.
-
wanneer het ingangssignaal gewijzigd wordt.
-
wanneer u de resolutie en de verversingsratio (verticale frequentie) van het ingangssignaal wijzigt.
-
wanneer de Grootte aanpassen functie is gewijzigd.
-
wanneer de Beeldmodus is gewijzigd.

Tijdelijk verbergen van het menu (Menu Hide)

Wanneer het menuscherm weergegeven wordt, kunt u het menuscherm tijdelijk verbergen door MENU HIDE op de afstandsbediening ingedrukt te houden. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer u de video bijstelinformatie wilt controleren.

In- en uitschakelen van de Eco+stille modus

Druk op ECO+QUIET om de Eco+stille modus beurtelings in en uit te schakelen.
Wanneer de Eco + stille modus is ingesteld op
• “Aan”, dan menen het geluid van de koelventilator en het stroomverbruik af en wordt de levensduur van de lamp verlengt.
Zie de “ECO + Stil” op blz. 37 voor details.

Modus Formaat wijzigen

Met deze functie kunt u de modus Formaat wijzigen aanpassen of aan uw wensen aanpassen om de kwaliteit van de inputafbeelding te verbeteren.
Druk op RESIZE op de projector of op de afstandsbediening.
De functie GROOTTE AANPASSEN dat kan worden geselecteerd varieert afhankelijk van het invoersignaal (resolutie en verticale frequentie).
RESIZE toets
Modus Formaat wijzigen
GROOTTE AANPASSEN
NORMAAL
REK
CINEMA ZOOM
De afbeelding wordt weergegeven in de originele breedte/hoogte- verhouding.
Een afbeelding die wordt gecomprimeerd van een breedte/hoogte-verhouding van 16:9 tot een verhouding van 4:3 wordt hersteld in een breedte/hoogte­verhouding van 16:9 en wordt weergegeven over het volledige scherm.
Een CinemaScope-afbeelding of een afbeelding met een breedte/hoogte­verhouding van 16:9 en wordt weergegeven over het volledige scherm.
RESIZE toets
Basisbediening
Schermafbeelding output
-29
Beeldprojectie (vervolg)
GROOTTE AANPASSEN
ZOOM 14:9 Een afbeelding met een breedte/hoogte-verhouding van 14:9 en
SMARTZOOM Een afbeelding met breedte/hoogte-verhouding van 4:3 wordt lichtjes
DOT BY DOT
brievenbusformaat wordt vergroot, terwijl de originele breedte/hoogte­verhouding blijft behouden.
vergroot.
De afbeelding wordt weergegeven volgens het originele invoersignaal.
Schermafbeelding output
Over auteursrechten
Wanneer u de functie GROOTTE AANPASSEN gebruikt om de weergaveratio van een afbeeldingsformaat te wijzigen in een TV-programma of videoafbeelding, dan zal de afbeelding er anders uitzien dan oorspronkelijk. Onthoud dit bij het kiezen van een afbeeldingsformaat. Het gebruik van de GROOTTE AANPASSEN of Overscan functie om het beeld te comprimeren of uit te
• rekken voor commerciële doeleinden of voor in het openbare tonen van dat beeld in een café of hotel, etc. kan mogelijk in strijd zijn met de auteursrechten die de houders van deze rechten beschermen. Weest u hier a.u.b. voorzichtig mee.
-30

Onderdelen menubalk

Hieronder staan de items die kunnen worden ingesteld in de projector. De items die kunnen worden geselecteerd, variëren afhankelijk van de geselecteerde input, inputsignalen of bijstelwaarden. Items die u niet kunt selecteren, worden in het lichtgrijs weergegeven.
“Beeld” menu
Beeld
Beeldmodus Standaard
SIG-INS
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Kleurtmp IRIS1 (Manual) IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Gamma C.M.S.1 C.M.S.2 Wit benadr. Filmfunctie Detailverb. Ruisonderdr. MNR Reset
SEL/INS TERUG
“C.M.S.1” menu
C.M.S.1
Kleur inst. Kleurschakering Verzadiging Waarde Effect C.M.S.1 Aan
Reset Terug
SEL/INS TERUG
SCH-INS
0 0 0 0 0 0 0 0
Aan
0
0
0 0 0 0
Hoge helderh.
Uit
Aan Uit Uit Auto
Uit Uit
Hoofdmenu Submenu
Beeld
Blz. 36
PRJ-INS
ENTER END
ENTER END
Beeldmodus
Blz. 36
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Blz. 36
IRIS1 (Manual)
Blz. 37
IRIS2 (Autom)
Blz. 37
Eco + Stil
Blz. 37
Geavanceerd
Blz. 37
Reset
Blz. 39
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+2–2
Standaard Natuurlijk Dynamisch Cinema1 Cinema2 Spel
Hoge helderh. Hoog contrast
Aan Uit
Aan Uit
Gamma
Blz. 37
C.M.S.1
Blz. 37
C.M.S.2
Blz. 37
Wit benadr.
Blz. 39
Filmfunctie
Blz. 39
Detailverb.
Blz. 39
Ruisonderdr.
Blz. 39
MNR
Blz. 39
+2
2
Kleur inst.
Kleurschakering
Verzadiging
Waarde
Effect
On
Aan Uit
Off
On
Aan Uit
Off
+30–30
C.M.S.1
Reset
Terug
Kleur inst.
Kleurschakering
Verzadiging
Waarde
Effect
C.M.S.2
Reset
Terug
Aan Uit
Auto Uit
Uit Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
voorzieningen
Handige
-31
Onderdelen menubalk (vervolg)
“SIG-INS” menu
Beeld Klok Fase H-Pos V-Pos Reset Resolutie Automat.sync. Aan Signaaltype Videosysteem Video-ops. Dynamisch bereik
SIG-INS
Signaal info : 1080P
H : XX.X kHz/ V : XX.X Hz
SEL/INS TERUG
SCH-INS
0 0 0 0
Auto Auto 0 IRE Auto
ENTER END
PRJ-INS
Hoofdmenu Submenu
SIG-INS Klok
Blz. 40
Blz. 40
Fase
Blz. 40
H-Pos
Blz. 40
V-Pos
Blz. 40
Reset
Resolutie
Blz. 40
Automat.sync. Aan
Blz. 40
Signaaltype
Blz. 40
Videosysteem
Blz. 41
Video-ops.
Blz. 41
Dynamisch bereik
Blz. 41
Signaal info :
Blz. 41
+150150
+3030
+150150
+6060
Uit
Auto RGB Component
Auto PAL SECAM NTSC4.43 NTSC3.58 PAL-M PAL-N PAL-60
0 IRE
7.5 IRE
Auto Standaard Verbeterd
-32
“SCH-INS” menu
Beeld
Grootte Aanpassen H-bldverschuiv. V-bldverschuiv. Overscan Auto V-trapezium Trap. Modus H- Trapezium V- Trapezium Sfeer Rotatie OSD Display OSD-Helderheid Achtergrond Menupositie Projectie Taal(Language)
SEL/INS TERUG
SIG-INS
SCH-INS
0 0
0 0 0 0
PRJ-INS
Normaal
Aan
Trapezium
Aan Standaard Logo Linksbov. Voor Nederlands
ENTER END
Hoofdmenu Submenu
SCH-INS
Blz. 42
Grootte Aanpassen
Blz. 42
H-bldverschuiv.
Blz. 42
V-bldverschuiv.
Blz. 42
Overscan
Blz. 42
Auto V-trapezium
Blz. 43
Trap. Modus
Blz. 43
H- Trapezium
Blz. 43
100
V- Trapezium
Blz. 43
Sfeer
Blz. 43
Rotatie
Blz. 44
OSD Display
Blz. 44
OSD-Helderheid
Blz. 44
Achtergrond
Blz. 44
Menupositie
Blz. 44
Projectie
Blz. 44
Taal(Language)
Blz. 44
+30
30
+30
30
Aan Uit
Trapezium Sfeer Rotatie
+60
60
+100
Aan Uit
Standaard Niveau 1 Niveau 2
Logo Blauw Geen
Midden Rechtsbov. Rechtsond. Linksbov. Linksond.
Voor Plafond+voor Achter Plafond+achter
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
polski Magyar Türkçe
“PRJ-INS” menu
Beeld
Auto Power Off Aan Spaarfunctie éénknopsbediening Systeemstandby Invoernaam Demo-modus RS-232C Ventilatormodus
Lamptimer (duur) min ( )
SIG-INS
Alles terugstellen
SEL/INS TERUG
SCH-INS
uX XX XX%
Uit Uit Uit
Uit 9600bps Normaal
ENTER END
PRJ-INS
Hoofdmenu Submenu
PRJ-INS Auto Power Off
Blz. 45
Blz. 45
Spaarfunctie
Blz. 45
éénknopsbediening
Blz. 45
Systeemstandby
Blz. 45
Invoernaam
Blz. 46
Demo-modus
Blz. 46
RS-232C
Blz. 46
Ventilatormodus
Blz. 46
Alles terugstellen
Blz. 46
Lamptimer (duur)
Blz. 46
Aan Uit
Aan Uit
Aan Uit
Aan Uit
Aan Uit
9600bps 38400bps 115200bps
Normaal Hoog
voorzieningen
Handige
-33

Gebruik van het menuscherm

2
MENU toets
('/"/\/|)
ENTER toets
RETURN toets

Menu-selecties (Afstellingen)

U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.
1 Druk op MENU.
Het “Beeld” menuscherm voor de gekozen ingangsfunctie verschijnt.
2
Druk op Q of O om het menus­cherm te selecteren en bijstellin­gen te maken op de menubalk.
Insteltoetsen
Insteltoetsen ('/"/\/|)
RETURN toets
Voorbeeld:
Beeld
Beeldmodus Standaard
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Kleurtmp IRIS1 (Manual) IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Reset
ENTER toets
MENU toets
Menuscherm “Beeld” wanneer COMPONENT is geselecteerd vor inputmodus
SIG-INS
SCH-INS
0 0 0 0 0 0 0 0
PRJ-INS
Hoge helderh. Aan Uit
Menubalk
-34
SEL/INS TERUG
ENTER END
3 Druk op P of R om het item te
3
5
selecteren dat u wilt bijstellen.
(Voorbeeld: “Helder” selecteren)
Instellen van het gepro­jecteerde beeld terwijl u ernaar kijkt
Druk op ENTER.
Het geselecteerde bijstellingsitem (bijv. “Helder”) wordt weergegeven onder in het scherm.
• Wanneer P of R wordt ingedrukt, zal het volgende item worden weergegeven (bijv. “Helder” wordt vervangen door “Kleur” wanneer u drukt op R).
Druk op RETURN om naar het vorige scherm terug te keren.
4 Druk op O of Q om het geselec-
teerde onderdeel af te stellen.
De afstelling wordt opgeslagen.
Voor sommige menu-items drukt u op Q
om het submenu weer te geven, en drukt u op P of R voor de selectie van een bijstellingsitem, gevolgd door ENTER.
Enkel item voor instelling
Beeld
Beeldmodus Standaard
Helder
SIG-INS
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Kleurtmp IRIS1 (Manual) IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Reset
SEL/INS TERUG
SCH-INS
0 0 0 0 0 0 0 0
0
Hoge helderh. Aan Uit
ENTER END
PRJ-INS
5 Druk op MENU.
Het menuscherm verdwijnt.
voorzieningen
Handige
-35

Beeldinstellingen (“Beeld” menu)

Aan Uit Uit Auto
Niveau 1 Uit
IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Gamma C.M.S.1 C.M.S.2 Wit benadr. Filmfunctie Detailverb.
Reset
SEL/INS ENTER
END
0
0
Ruisonderdr. MNR
Uit Uit
Beeld
Beeldmodus Standaard
SIG-INS
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Kleurtmp IRIS1 (Manual) IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Reset
SEL/INS TERUG
SCH-INS
0 0 0 0 0 0 0 0
Hoge helderh. Aan Uit
ENTER END
PRJ-INS
TERUG
Menubediening Blz. 34

1 Kiezen van de beeldmodus

Met deze functie kunt u de afbeeldingsmodus selecteren die het beste past bij de helderheid in de kamer en het soort afbeelding dat wordt geprojecteerd.
Beschikbare
instellingen
Beschrijving
Kleurtmp Wit benadr.
Standaard Voor standaardafbeelding 0 Uit
De belangrijkste standaardinstellingen van elk item wanneer
Natuurlijk Een uitgebalanceerde kleurafbeelding
0 Uit
is het resultaat. Dynamisch Cinema1
Een levendige afbeelding is het resultaat.
Voor het bekijken van afbeeldingen
0 Aan
-1 Uit Hoog met licht gedimde helderheid in een verduisterde kamer
Cinema2
Voor het bekijken van afbeeldingen
-1 Uit Hoog met licht verhoogde helderheid in een verduisterde kamer
Spel Gebruik dit wanneer het geluid en het
0 Aan beeld niet synchroon lopen of wanneer u een scherper beeld wilt creëreb.
• U kunt elk onderdeel in het “Beeld” menu naar eigen voorkeur instellen of afstellen. Eventuele aangebrachte wijzigingen worden in het geheugen opgeslagen.
Fotomodus geselecteerd wordt.
IRIS1
(Manual)
Hoge helderh. Hoge helderh.
Hoge helderh.
IRIS2
(Autom)
Aan Uit
Uit Uit
Uit Uit Uit Aan
contrast
Aan Aan
contrast
Hoge helderh.
Uit Uit
Eco + Stil
U kunt ook op PICTURE MODE van de afstandsbediening drukken om de beeldmodus te kiezen. (Zie blz. 27.)
• De standaardinstellingen kunnen zonder melding worden gewijzigd.

2 Instellen van het beeld

Beschikbare onderdelen
Contrast Voor minder contrast. Voor meer contrast. Helder Voor minder helderheid. Voor een helderder beeld. Kleur Voor minder intense kleuren. Voor meer intense kleuren. Tint Om de huidtinten wat paarser te maken. Om de huidtinten wat groener te maken. Scherpte Voor minder scherpte. Voor een scherper beeld. Rood Om beelden minder rood te maken. Om beelden roder te maken. Blauw Om beelden minder blauw te maken. Om beelden blauwer te maken. Kleurtmp Om afbeelding iets roder te maken (iets
-36
warmere kleuren).
O toets Q toets
Om afbeelding iets blauwer te maken (iets koe lere kleuren).

3 De iris-instelling omschakelen

Deze functie controleert de hoeveelheid geprojecteerd licht en het contrast van de afbeelding.
IRIS1 (Manual)
Beschikbare
instellingen
Hoge helderh. Deze functie geeft helderheid voorrang
Hoog contrast Deze functie geeft contrast voorrang
boven contrast.
boven helderheid.
IRIS2 (Autom)
Dit selecteert automatisch het optimale contrast dat past bij het beeld.
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit Deze functie geeft helderheid voorrang
• U kunt ook drukken op IRIS 1, 2 op de
afstandsbediening om de Iris te selecteren. (Zie blz. 28.)
Deze modus geeft prioriteit aan het contrast wanneer automatische bijstelling wordt gebruikt.
zonder dat automatische bijstelling gebruikt wordt.
Beschrijving
Beschrijving
Menubediening Blz. 34

Corrigeren van de beeldnuancering (Gamma Correctie)

6
U kunt de gamma instelling corrigeren om het beeld helderder en gemakkelijk zichtbaar te maken, wanneer de donkerdere delen van het beeld moeilijk te zien zijn door de omstandigheden van het beeld of de projectie.
Beschikbare
instellingen
+2 +1
0 Standaardinstelling –1 –2
Voorziet in een helderder nuancering.
Voorziet in een donkerder nuancering.
Beschrijving

7 Instellen van de kleuren

U kunt de kleur van het geprojecteerde beeld selecteren om dat te corrigeren en ver volgens de gewenste kleur bijstellen met de instellingen “Kleurschakering”, “Verzadiging”, “Waarde”, en “Effect”.
• Voer voorbereidingen uit bij het beeld dat bijgesteld dient te worden voordat u daadwerkelijk met het bijstellen gaat beginnen.
• U kunt deze instellingen gemakkelijker uitvoeren bij een stilbeeld dan bij een bewegend beeld.

4 Eco + Stil

Beschikbare
instellingen
Aan Ca. 75% Uit 100%
• Wanneer “Eco + Stil” is ingesteld op “Aan”, dan zal het stroomverbruik afnemen en de lampduur langer worden. (Projectiehelderheid neemt ongeveer met 25% af.)
Helderheid en stroomverbruik
5 De geavanceerde instelling
(“Geavanceerd”) gebruiken
“Geavanceerd” kunt u nog fi jnere bijstellingen in de afbeelding maken zodat ze er precies uitziet als u wilt. Om het menu Geavanceerd weer te geven, selecteert u “Geavanceerd” en drukt u op ENTER.
• Wanneer de instellingen “Geavanceerd” worden weergegeven, selecteer dan opnieuw “Geavanceerd” en druk op ENTER om terug te keren naar het menu “Beeld”.
Selecteer “C.M.S.1” of “C.M.S.2”
1
(C.M.S.: Color Management System = kleurbeheersysteem) in het “Geavanceerd” menu en druk vervolgens op ENTER.
Als er geen data voor de opgeslagen
• gecorrigeerde kleur is, worden het kleurselectiescherm en de schermpen getoond. (Ga naar stap 2.)
voorzieningen
Handige
Scherm­pen
-37
2
3
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) (vervolg)
Als er wel data voor de opgeslagen gecorrigeerde kleur is, wordt het C.M.S. kleurbijstelscherm weergegeven. (Ga naar stap 3.)
C.M.S.1
Kleur inst. Kleurschakering Verzadiging Waarde Effect C.M.S.1 Aan
0 0 0 0
Reset Teru g
SEL/INS ENTER TERUG
END
Selecteer d.m.v. de schermpen de
2
kleur van het geprojecteerde beeld dat gecorrigeerd dient te worden. De schermpen kan bediend worden door de knoppen voor bijstelling (P/ R/O/Q) op de afstandsbediening.
Door het geprojecteerde beeld te vergroten d.m.v. fi jnere bijstellingen worden uitgevoerd.
Door de knoppen voor bijstelling (P/R/ O/Q), ingedrukt te houden, bweegt de schermpen met hogere snelheid.
Na het selecteren van de te corrigeren kleur van het geprojecteerde beeld image, druk op ENTER. Het C.M.S. kleurbijstelscherm wordt getoond. (Ga naar stap 3.)
of MAGNIFY, kunnen nog
Scherm­pen
Stel elk item in of bij in het C.M.S.
3
kleurbijstelscherm.
Kleur inst. Kleurschakering Verzadiging Waarde Effect C.M.S.1 Aan
C.M.S. color kleurbijstelscherm:
Beschikbare
instellingen
Kleur inst. Begint de selectie van de te
Kleurschakering
Verzadiging Stelt de verzadiging van de
Waarde
*1
Effect
*2
C.M.S.1 (of C.M.S.2)
Reset
Terug Voltooit de correctie en sluit het
*1 Selecteer “Effect” en druk op de O of Q toets om
het bereik van de kleurcorrectie te specifi ceren.
O toets Specifeert een klein bereik. Q toets Specifeert een groter bereik.
*2
Selecteert “C.M.S.1” (of “C.M.S.2”) en stel “Aan” of “Uit” in om te controleren hoe het geprojecteerde beeld er uit.
Aan Hoe het geprojecteerde beeld
Uit Hoe het geprojecteerde beeld
corrigeren kleur overnieuw. Stelt de kleurschakering van de
hoofdkleuren in.
hoofdkleuren in. Stelt de waarde van de
hoofdkleuren in. Specifeert het bereik van de
kleurcorrectie. Controleert hoe het geprojec-
teerde beeld er uit ziet na de hier boven gemaakte correctie.
Stelt “Kleurschakering”, “Verzadiging”, “Waarde”, en “Effect” in op hun standaardwaarden.
C.M.S. kleurbijstelscherm.
er uit ziet na de hier boven gemaakte kleurbijstelling kan worden gecontroleerd.
er uit ziet voor de eerder genoemde kleurbijstelling kan worden gecontroleerd.
Menubediening Blz. 34
C.M.S.1
0 0 0 0
Reset Teru g
SEL/INS ENTER TERUG
END
Beschrijving
-38
Selecteer “Terug” en druk
4
op ENTER om de C.M.S. kleurbijstelling te voltooiden.
De C.M.S. kleurenbijstelling kan d.m.v. “C.M.S.1” en “C.M.S.2” elk bij één kleur worden uitgeoefend.
Menubediening Blz. 34

8 De Wit benadr. bijstellen

Wit benadr. maakt gebruik van Wit benadr. -technology van Texas Instruments. De afbeelding wordt helderder terwijl de kleurweergave op een hoog niveau blijft.
Beschikbare
instellingen
Aan Uit De Wit benadr. functie is niet
De Wit benadr. functie is geactivateerd.
geactivateerd.
Beschrijving
9 De fi lmmodus selecteren
Deze functie levert hoge afspeelkwaliteit van afbeeldingen die oorspronkelijk worden geprojecteerd met 24 fps, zoals fi lms op DVD.
Beschikbare
instellingen
Auto Uit Films worden niet waargenomen.
0

Instellen van detailverbetering (detailverb.)

Deze functie verbetert de details in beelden en creëert daardoor een groter gevoel van diepte.
\ toets | toets

Afbeeldingsruis verminderen (DNR)

Digitale videoruisonderdrukking (DNR) levert afbeelding van hoge kwaliteit met een minimale stippelbeweging en kruiskleurruis.
Beschikbare
instellingen
Uit De DNR-functie is niet geactiveerd. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Films worden automatisch waargenomen.
Voorziet in minder detailverbetering. Voorziet in meer detailverbetering.
Stelt het DNR-niveau in voor het bekijken van een helderdere afbeelding.
Beschrijving
Beschrijving

w Vermindering zoemgeluid ( MNR)

Het zogenaamde zoemgeluid (fl ikkering) kan worden verminderd.
Beschikbare
instellingen
Uit MNR werkt niet. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Stelt het MNR-niveau in voor het bekijken van een helderdere afbeelding.
Stel “MNR” in op “Uit” in de volgende gevallen:
• Wanneer de afbeelding vaag is.
Wanneer de contouren en kleuren van bewegende afbeeldingen langzaam gaan.
• Wanneer TV-uitzendingen met zwakke signalen worden geprojecteerd.
• Deze functie kan ingesteld worden wanneer het inputsignaal 480
I/480P, 576I/576P, S-VIDEO of
VIDEO is.
e

Alle bijstellingsitems terugstellen

Selecteer “Reset” en druk op ENTER om alle bijstelitems op hun standaardinstellingen terug te stellen.
Beschrijving
voorzieningen
Handige
Stel “Ruisonderdr.” in op “Uit” in de volgende gevallen:
• Wanneer de afbeelding vaag is.
Wanneer de contouren en kleuren van bewegende afbeeldingen langzaam gaan.
• Wanneer TV-uitzendingen met zwakke signalen worden geprojecteerd.
• Deze functie kan ingesteld worden wanneer het inputsignaal 480
I/480P, 576I/576P, S-VIDEO of
VIDEO is.
-39

Bijstelling computerafbeelding (“SIG-INS” menu)

Menubediening Blz. 34
De hier getoonde illustratie dient ter verduidelijking en kan verschillen van de werkelijke weergave op het scherm.
Beeld Klok Fase H-Pos V-Pos Reset Resolutie Automat.sync. Aan
*1
Signaaltype Videosysteem Video-ops.
*2
Dynamisch bereik
SIG-INS
Signaal info : 1080P
H : XX.X kHz/ V : XX.X Hz
SEL/INS TERUG
*1 Als de inputmodus S-VIDEO- of VIDEO-input is, dan
wijzigt het display in het “Videosysteem”-scherm.
*2 Weergegeven wanneer de inputmodus HDMI-input is.
1

De computerafbeelding bijstellen

Gebruik de functie SIG-INS in geval van onregelmatigheden zoals verticale strepen of fl ikkering in delen van het scherm.
Beschikbare
instellingen
Klok Stelt verticale ruis bij. Fase Stelt horizontale ruis bij (lijkt op tracking
op uw videorecorder).
H-Pos
Centreert de on-screen afbeelding door deze naar links of rechts te verplaatsen.
V-Pos
Centreert de on-screen afbeelding door deze omhoog of omlaag te verplaatsen.
• U kunt de computerafbeelding automatisch bijstellen door “Automat.sync.” in het menu “SIG-INS” op “Aan” in te stellen; dit doet u door AUTO SYNC op de afstandsbediening in te drukken.
• Afhankelijk van de soort inputsignaal, kan het bijstellingsbereik voor elke instelling variëren of kan bijstelling helemaal niet beschikbaar zijn.
• Om alle bijstellingsitems terug te stellen, selecteer “Reset” en druk op ENTER.

2 Instellen van de Resolutie

Gewoonlijk wordt het type inputsignaal gedetecteerd en daarna de correcte resolutiefunctie automatisch geselecteerd. Bij sommige signalen echter kan het voorkomen dat de optimale resolutiefunctie in “Resolutie” in het “SIG-INS” menu geselecteerd dient te worden om te passen bij de computerweergavefunctie.
SCH-INS
0 0 0 0
Auto Auto 0 IRE Auto
ENTER END
Beschrijving
PRJ-INS
Vermij het tonen van computerpatronen die elke volgende lijn worden herhaald (horizontale strepen). (Het beeld kan gaan fl ikkeren, wat het beeld moeilijk te zien maakt.)
• Informatie betreffende het op dat moment geselecteerde inputsignaal kan bij item
8 op
pagina 41 worden gecontroleerd.
3 Automat. sync. (Automatische
synchronisatie-instelling)
Beschikbare
instellingen
Aan
De automatische synchronisatie wordt uitgevoerd wanneer de projector wordt ingeschakeld of als een ander ingangssignaal wordt gekozen, indien het apparaat op een computer is aangesloten.
Uit De automatische synchronisatie wordt
niet uitgevoerd.
• Automatische synchronisatie kan ook worden uitgevoerd door op AUTO SYNC van de afstandsbediening te drukken.
• Wanneer u “Automat.sync.” op “Uit” zet, en als AUTO SYNC wordt ingedrukt,dan zal “Automat.sync.” worden uitgevoerd in de modus “Aan”. Als de knop binnen een minuut nogmaals wordt ingedrukt, dan zal “Automat. sync.” worden uitgevoerd in de modus “Aan”.
Het uitvoeren van de automatische synchronisatie kan even duren, afhankelijk van het beeld van de computer die op de projector is aangesloten.
Wanneer met automatische synchronisatie geen optimaal beeld wordt verkregen, moet u de instellingen handmatig maken.
Beschrijving

4 Instelling signaaltype

Wanneer de inputmodus HDMI1, HDMI2, of COMPUTER wordt gebruikt, stel dan het signaaltype in op het correspondende inputsignaaltype (RGB of Component).
Beschikbare
instellingen
Auto
Selecteert automatisch het geschikte inputsignaal tussen RGB en Component.
RGB Ingesteld als er RGB-signalen worden
ontvangen.
Component Ingesteld als er componentsignalen
worden ontvangen.
Beschrijving
-40
Menubediening Blz. 34
5 De instellingvideosysteem
omschakelen
De modus voor het videoinputsysteem is in de fabriek ingesteld op “Auto”; een heldere afbeelding van de aangesloten audiovisuele apparatuur kan soms echter niet worden ontvangen, afhankelijk van het verschil in videosignaal. Schakel in dat geval het videosignaal om.
Beschikbare instellingen
Auto PAL SECAM *NTSC4.43 NTSC3.58 PAL -M PAL -N PAL-60
* Bij weergave van NTSC-signalen met
PALvideoapparatuur.
• Het videosignaal kan alleen in de VIDEO of S­VIDEO functie worden ingesteld.
• Wanneer “Auto” is ingesteld voor het “Videosysteem”, is het mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege verschillen in het signaal. In dat geval dient u handmatig over te schakelen naar het videosysteem van het bronsignaal.

7 Het dynamische bereik bijstellen

Een optimale afbeelding kan wellicht niet worden weergegeven als een outputsignaal van een apparaat dat compatibel is met HDMI, niet overeenstemt met de inputsignaalsoort van de projector. Mocht dit voorvallen, schakel dan om naar “Dynamisch bereik”.
Beschikbare
instellingen
Auto Onder de meeste omstandigheden
Standaard Verbeterd
moet “Auto” worden geselecteerd. Wanneer de zwartniveaus banden
vertonen of zwakker lijken, selecteer dan het item dat de beste afbeeldingskwaliteit oplevert.
Beschrijving

8 Signaal info

Inputsignaalinformatie wordt weergegeven.

6 Video-instelling

Beschikbare
instellingen
0 IRE Stelt het zwartniveau in op 0 IRE.
7.5 IRE Stelt het zwartniveau in op 7.5 IRE.
• Dit kan gebruikt worden voor een 480I signaal dat aangesloten wordt op de COMPONENT aansluiting of de COMPUTER/COMPONENT aansluiting.
• Dit kan gebruikt worden voor een NTSC3.58 signaal dat aangesloten wordt op de VIDEO of S-VIDEO aansluiting.
Beschrijving
voorzieningen
Handige
-41

Instellen van het geprojecteerde beeld (“SCH-INS” menu)

Menubediening Blz. 34
De hier getoonde illustratie dient ter verduidelijking en kan verschillen van de werkelijke weergave op het scherm.
Beeld
Grootte Aanpassen Normaal H-bldverschuiv.
V-bldverschuiv. Overscan Auto V-trapezium Trap. Modus H- Trapezium V- Trapezium Sfeer Rotatie OSD Display OSD-Helderheid Achtergrond Menupositie Projectie Taal(Language)
SEL/INS TERUG
SIG-INS
SCH-INS
0 0
0 0 0 0
Aan
Trapezium
Aan Standaard Logo Linksbov. Voor Nederlands
ENTER END
PRJ-INS
1 Instellen van de Grootte
Aanpassen functie
• Zie blz. 29 voor nadere bijzonderheden betreffende de Grootte Aanpassen functie.
U kunt ook op RESIZE van de afstandsbediening drukken om de gewenste instelling voor de Grootte Aanpassen functie te maken. (Zie blz. 29.)

2 Instellen van de beeldpositie

U kunt het geprojecteerd beeld in horizontale of verticale richting bewegen.
H-bldverschuiv.
Beschikbare
instellingen
H-bldverschuiv. Naar links Naar rechts
O toets Q toets
Q toetsO toets
V-bldverschuiv.
Beschikbare
instellingen
V-bldverschuiv. Naar beneden Naar boven
• Afhankelijk van de modus formaat wijzigen, beeldmodus, of de resolutie van het invoersignaal kan de bldverschuiv.-modus beperkt zijn.
O toets Q toets
Q toetsO toets

3 De overscan bijstellen

Met deze functie kunt u het Overscan-gebied (weergavegebied) aanpassen.
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit
Het inputgebied wordt weergegeven zonder schermranden.
Het gehele inputgebied wordt weergegeven.
• U kunt het Overscan-gebied aanpassen voor de volgende ingangssignalen en de functie GROOTTE AANPASSEN.
- Ingangssignaal: 480
720P, 1035
-
Functie GROOTTE AANPASSEN: “NORMAAL”,
I of 1080I/1080P
“REK”, “CINEMA ZOOM” of “ZOOM 14:9”
• Als de ratio van het weergavegebied te hoog is ingesteld, dan kan er ruis verschijnen aan de schermranden. Als dit gebeurt, moet u de ratio van het weergavegebied instellen op een lagere waarde.
• Lees ook “Over auteursrechten” op blz. 30.
Beschrijving
I/480P, 540P, 576I/576P,
-42
Menubediening Blz. 34
4 Auto V-Trapezium Correctie
Selecteer “Auto V-Trapezium” in het “SCH - INS” menu en druk op ENTER. Verticale trapeziumvorm correctie wordt automatisch uitgevoerd.
• Wanneer op ENTER gedrukt wordt terwijl het “Aan” beeldschermdisplay van Auto V-Trapezium verschenen is, veranderd de instelling van Auto V-Trapezium naar “Uit”.
• Zie blz. 24 voor verdere informatie over de Trap. Modus.
• Wanneer AUTO V-KEYSTONE ingedrukt wordt tijdens het bijstellen van het beeld d.m.v. Sfeer/Rotatie correctie, zal de Sfeer/Rotatie correctiefunctie overschakelen naar de Trap. Modus.

Auto V-trapezium correctie

Selecteer “Trap. Modus” in het “SCH-INS” menu en druk op ENTER. Selecteer dan het gewenste item van “Trapezium”, “Sfeer” of “Rotatie” en druk op ENTER. “Trapezium” is de standaardinstelling waarmee u “H­Trapezium” en “V-Trapezium” kunt bijstellen.
Trapezium
H- Trapezium:
O of Q
Horizontale trapeziumvorm correctie (H-Trapezium)
V- Trapezium:
O of Q
Verticale trapeziumvorm correctie (V-Trapezium)
Maak de boven- en onderkant parallel.
Maak de linker- en rechterkant parallel.

5 Trap. Modus correctie

Deze functie kan de vervorming corrigeren van een beeld dat geprojecteerd wordt op een bol (sfeer) of cylindrisch scherm alsmede een trapezium vormige vervorming van een beeld op een plat scherm en het beeld bij een willekeurige hoek roteren.
• Zie blz. 24 voor verdere informatie over de Trap. Modus.
Info
• Tijdens het bijstellen van het beeld d.m.v. Trapezium/Sfeer/Rotatie correctie, kunnen rechte lijnen en de randen van beelden er getand uitzien.
Sfeer
Deze functie corrigeert schermvervorming die veroorzaakt wordt tijdens bolle (sferische) of cilindrische schermprojectie.
O toets
Q toets
Sfeer correctie
Correctie van convexe (bolvormige) vervorming:
Correctie van concave (holvormige) vervorming:
Smaller in het midden
Breder in het midden
voorzieningen
Handige
-43
Instellen van het geprojecteerde beeld (“SCH-INS” menu) (vervolg)
Menubediening Blz. 34
Rotatie
Deze functie kan het beeld roteren bij een willekeurige hoek.
O toets
Q toets
Rotatie correctie
Roteert het beeld linksom (tegen de wijzers van de klok in).
Roteert het beeld rechtsom (met de wijzers van de klok mee).
6 In/uitschakelen van het
beeldschermdisplay
Beschikbare
instellingen
Aan Uit
Alle beeldschermdisplays worden weergegeven. INGANG/VASTLEGGEN/AUTOMAT.
SYNC./GROOTTE AANPASSEN/ BEELDMODUS/ECO + STIL/ VERGROTING/ “U hebt een ongeldige toets ingedrukt.” worden niet aangegeven.
Beschrijving
7 Instellen van de helderheid van
het menuscherm
Stelt de helderheid van het menuscherm in.
Beschikbare
instellingen
Standaard Standaard helderheid Niveau 1 Donkerder dan de “Standaard”
Niveau 2
8

Kiezen van het achtergrondbeeld

Beschikbare
instellingen
Logo Sharp logoscherm Blauw Blauw scherm Geen — (Zwart scherm)
helderheid Donkerder dan de “Niveau 1” helderheid
Beschrijving
Beschrijving
0

De geprojecteerde beelden draaien/in spiegelbeeld weergeven

Met deze functie kan de projector worden gebruikt binnen een groter bereik projectiesoorten doordat de afbeelding kan worden gekeerd om te passen in de projectieomgeving (locatie).
Beschikbare
instellingen
Voor Normaal beeld (geprojecteerd vanaf
Plafond+voor Omgekeerd beeld (geprojecteerd
Achter Spiegelbeeld (geprojecteerd vanaf de
Plafond+achter
Zie blz. 16 voor verdere informatie over de projectie­instellingen (onderdeel Projectie).
q
Kiezen van de taal voor de
de voorkant van het scherm)
vanaf de voorkant van het scherm met een omgekeerde projector)
achterkant van het scherm of met een spiegel)
Omgekeerd spiegelbeeld (geprojecteerd met een spiegel)
Beschrijving
beeldscherm-aanduidingen (OSD)
Er zijn 17 talen beschikbaar voor de beeldschermdisplay­aanduidingen.
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
polski Magyar Türkçe
9 Selecteren van de positie van
het menuscherm
Selecteer “Menupositie” in het “SCH-INS” menu en daarna de gewenste positie voor het menuscherm.
Beschikbare
instellingen
Midden Rechtsbov. Rechtsond. Linksbov. Linksond.
-44
Weergegeven in het midden van het beeld. Weergegeven in de rechter bovenkant van het beeld. Weergegeven in de rechter onderkant van het beeld. Weergegeven in de linker bovenkant van het beeld. Weergegeven in de linker onderkant van het beeld.
Beschrijving

Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS” menu)

Menubediening Blz. 34
De hier getoonde illustratie dient ter verduidelijking en kan verschillen van de werkelijke weergave op het scherm.
Beeld
Auto Power Off Aan Spaarfunctie éénknopsbediening Systeemstandby Invoernaam Demo-modus RS-232C Ventilatormodus
Lamptimer (duur) min ( )
1
Auto Power Off functie
SIG-INS
Alles terugstellen
SEL/INS TERUG
SCH-INS
uX XX XX%
Uit Uit Uit
Uit 9600bps Normaal
ENTER END
PRJ-INS
(Automatische uitschakelfunctie)
Deze functie schakelt de projector automatisch om in Standby-modus als er gedurende een ingestelde tijd geen signalen worden ontvangen.
Beschikbare
instellingen
Aan De projector komt automatisch in de
Uit
Wanneer de Auto Power Off functie (automatische
ruststand (standby) te staan wanneer er langer dan 15 minuten geen ingangssignaal wordt ontvangen.
De Auto Power Off functie is geïnactiveerd.
Beschrijving
uitschakelfunctie) is ingesteld op “Aan”, verschijnt 5 minuten voordat de projector in de ruststand (standby) komt te staan het bericht “Inschakeling STANDBY-modus over X min.” op het scherm om het resterende aantal minuten aan te geven.
2

Instellen van de stroombesparingsfunctie (Spaarfunctie)

Spaarfunctie
Beschikbare
instellingen
Aan Dit activeert de Spaarfunctie. Uit
U kunt de verbindingsfuncties gebruiken. Model RS-232C kan gebruikt worden om de projector te bedienen tijdens de ruststand (standby).
Beschrijving
3

Instellen van éénknopsbediening, Systeemstandby en Invoernaam

Wanneer een Sharp product uitgevoerd met Consumer Electronics Control (HDMI CEC) aangesloten is op de projector via een HDMI-kabel kunt u de verbindingsfunctie gebruiken met HDMI CEC (“éénknopsbediening” en “Systeemstandby”).
De CEC functie kan bij sommige CEC apparaten mogelijk niet werken. (Wanneer de projector aangesloten is op een niet-Sharp product, kan de CEC functie mogelijk niet werken.)
Instellen van de éénknopsbediening functie (éénknopsbediening)
Eénknopsbediening schakelt de projector in en selecteert de input automatisch wanneer u een aangesloten videoproduct van Sharp die voldoet aan de HDMI­standaard inschakelt of er de weergave van start.
Beschikbare
instellingen
Aan Dit activeert éénknopsbediening. Uit Dit deactiveert éénknopsbediening.
• Wanneer u éénknopsbediening activeert, denk er dan aan de CEC instelling te activeren van de aan de HDMI-standaard voldoende videoproduct van Sharp die aan de projector aangesloten is.
• De Spaarfunctie wordt op “Uit” gezet wanneer éénknopsbediening ingesteld wordt op “Aan”.
• In de volgende gevallen, wordt éénknopsbediening gedeactiveerd.
- Wanneer de weergave wordt gepauzeerd
- Wanneer het scherm uitgeschakeld wordt
(zwart) nadat het lensdeksel wordt gesloten
-
Wanneer de koelventilator aanstaat (Zie blz. 48.)
-
Wanneer de lamp aan het opwarmen is (Zie blz. 48.)
Instellen van de Systeemstandby function (Systeemstandby)
Wanneer u de projector uitschakelt, wordt de ruststand (standby) ingeschakeld bij aan de HDMI-standaard voldoende video-apparatuur die op de projector aangesloten is.
Beschikbare
instellingen
Aan Dit activeert Systeemstandby. Uit Dit deactiveert Systeemstandby.
Beschrijving
Beschrijving
voorzieningen
Handige
Stel deze functie in op “Uit” wanneer u de RS-232C wilt gebruiken om de projector via een computer te bedienen.
Eénknopsbediening is op “Uit” ingesteld wanneer de Spaarfunctie op “Aan” ingesteld staat.
Wanneer u Systeemstandby activeert, denk er dan aan de CEC instelling te activeren van de aan de HDMI-standaard voldoende videoproduct van Sharp die aan de projector aangesloten is.
-45
Beeld
Invoernaam
H D M I 1
HDMI1
Reset Terug
SIG-INS
SCH-INS
PRJ-INS
2
Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS” menu) (vervolg)
Menubediening Blz. 34
Instellen van de namen van de inputaansluitingen (Invoernaam)
Stelt de naam van de inputaansluiting in (maximaal 14 letters en tekens).
Druk op P/R om “Invoernaam” te
1
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
\ of | toets of toets
ENTER toets
Druk op P/R om “Terug” te selecteren
2
Selecteert een letter/teken kolom. Selecteert een letter/teken. Stelt de naam van de inputaansluiting in.
en druk vervolgens op ENTER om terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer “Reset” en druk vervolgens op
ENTER om terug te keren naar de vorige instelling.
5 Selecteren van de
transmissiesnelheid (RS-232C)
Zorg dat dezelfde baudrate op de projector en de computer is ingesteld.
Beschikbare
instellingen
9600bps
38400bps
115200bps
De transmissiesnelheid is laag.
De transmissiesnelheid is hoog.
Beschrijving

6 Ventilatormodus-instelling

Gebruik deze functie om de draaisnelheid van de ventilator te veranderen.
Beschikbare
instellingen
Normaal Geschikt voor een normale omgeving. Hoog Selecteer deze instelling wanneer u de
projector op een hoogte van meer dan
1.500 meter (4.900 voet) gebruikt.
Wanneer “Ventilatormodus” is ingesteld op “Hoog”,
zal de draaisnelheid van de ventilator hoger zijn en is er ook meer lawaai van de ventilator.
7

Terugkeren naar de standaardinstellingen

Gebruik “Alles terugstellen” om alle gemaakte bijstellingen in de standaardinstellingen te initialiseren.
Beschrijving
Wanneer de projector aangesloten wordt op een videoproduct van Sharp d.m.v. een
HDMI-kabel met een inputmodus van HDMI1 of
HDMI2 en de verbindingsfunctie met HDMI CEC (“éénknopsbediening” of “Systeemstandby”) gewoon werken, dan zal de naam van de aangesloten videoproduct van Sharp automatisch gedetecteerd worden.
Wanneer de naam van de inputaansluiting door de gebruiker wordt veranderd, zal de gewijzigde naam worden getoond.
Om terug te keren naar de standaardnaam, selecteer “Reset” en druk op ENTER.
4

Instellen van de Demo-modus

Stel de Demo-modus in op “Aan” of “Uit”.
Beschikbare
instellingen
Aan Dit activeert de Demo-modus. Uit Dit deactiveert de Demo-modus.
-46
Beschrijving
De volgende items kunnen niet worden geïnitialiseerd.
• “SIG-INS” menu — Resolutie
• “SCH-INS” menu — Taal (Language)
• “PRJ-INS” menu — Lamptimer (duur)
8

De status van de lampduur controleren

U kunt de totale gebruikstijd van de lamp en de resterende lampduur bevestigen (percentage).
Gebruiksomstandigheid lamp Resterende lampduur
“duur” 100% 5%
Gebruik met “Eco + Stil” altijd ingesteld op “Aan”
Gebruik met “Eco + Stil” altijd ingesteld op “Uit”
Ca. 3.000 uur Ca.150 uur
Ca. 2.000 uur Ca. 100 uur
• Wij raden u aan de lamp te vervangen wanneer de resterende lampduur 5% bedraagt.
• De lampduur varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.

Onderhoud

Reinigen van de projector
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met het reinigen van de projector.
De behuizing en ook het bedieningspaneel zijn gemaakt van plastic. Gebruik geen benzeen of witte spiritus want deze middelen kunnen de afwerking van het apparaat aantasten.
Gebruik geen sterke chemische middelen zoals insectenverdelgingsmiddelen in de buurt van de projector.
Bevestig niet voor langere tijd rubber of plastic voorwerpen aan de projector.
De middelen die in het plastic e.d. worden gebruikt,
kunnen namelijk de afwerking van de projector aantasten.
Veeg het vuil voorzichtig met een zachte fl anellen doek van de projector.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u de doek met een zacht reinigingsmiddel, verdund met water, bevochtigen. Wring de doek goed uit en veeg de projector schoon.
Sterke chemische reinigingsmiddelen kunnen
verkleuring, kromtrekken of andere beschadiging van de afwerking van de projector veroorzaken. Test het reinigingsmiddel dat u gaat gebruiken op een verborgen gedeelte van de projector om te controleren of er geen beschadigingen worden veroorzaakt.
Reinigen van de lens
Maak de lens met een los verkrijgbaar blaasborsteltje of met lensreinigingspapier (voor een bril en cameralens) schoon. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen want deze kunnen de afwerkingslaag op het oppervlak van de lens aantasten.
Het oppervlak van de lens kan gemakkelijk beschadigd raken, dus let erop dat u niet tegen de lens stoot of er krassen op maakt.
Reinigen van de uitlaat- en inlaatopeningen
Gebruik een stofzuiger om stof te verwijderen van de uitlaat- en inlaatopeningen.
Boenwas
Witte
spiritus
Zacht reinigingsmiddel
Zacht reinigingsmiddel
verdund met water
Info
Als u de ventilatieopeningen van de projector wilt reinigen, moet u altijd eerst op STANDBY/ ON van de projector of op STANDBY van de afstandsbediening drukken om de projector in de ruststand (standby) te zetten. Nadat de koelventilator is gestopt, kunt u beginnen met het reinigen van de ventilatieopeningen.

Aanhangsel

-47

Onderhoudsindicators

De waarschuwingslampjes (spanningsindicator, lampindicator en temperatuur-waarschuwingsindicator) op de projector kunnen een probleem in de projector aangeven.
Als er een probleem optreedt, zal de temperatuur-waarschuwingsindicator of de lampindicator rood oplichten en komt de projector in de ruststand (standby) te staan. Nadat de projector in de ruststand (standby) is komen te staan, volgt u de hierna gegeven aanwijzingen.
Bovenkant
Spanningsindicator
Lampindicator
Temperat uur­waarschuwingsindicator
Betreffende de temperatuur-waarschuwingsindicator
Als de temperatuur binnenin de projector stijgt doordat de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn of door een verkeerde plaatsing van het toestel, dan zal de temperatuur-waarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen zal “ temperatuur-waarschuwingsindicator blijven knipperen. Als deze toestand blijft voortduren, gaat de lamp uit, gaat de koelventilator draaien en gaat de projector in de ruststand (standby) staan. Denk era an de maatregelen te treffen die beschreven staan op blz. 49 wanneer de temperatuur-waarschuwingsindicator knippert.
” gaan branden in de linker onderhoek van het beeld en zal de
Betreffende de lampindicator
Wanneer de resterende levensduur van de lamp 5% of minder wordt, verschijnen de aanduidingen (geel)
en “Vervang de lamp.” op het scherm. Als het aangegeven percentage 0% wordt, verandert de aanduiding in
(rood), waarna de lamp wordt uitgeschakeld en de projector automatisch in de ruststand (standby)
komt te staan. De lampindicator zal dan rood oplichten.
Als u de vierde maal probeert om de projector in te schakelen zonder dat de lamp vervangen is,
kan de projector niet meer ingeschakeld worden.
Indicators op de projector
Spanningsindicator Brandt rood Normaal (ruststand)
Brandt groen Normaal (ingeschakeld) Knippert rood Abnormaal (Zie blz. 49.) Knippert groen Normaal (afkoelen) Knippert beurtelings
groen en oranje.
Lampindicator Brandt groen Normaal
Knippert groen De lamp is aan het opwarmen. Brandt rood De lamp wordt op een abnormale wijze uitgeschakeld of moet
Temperat uur­waarschuwingsindicator
Uit Normaal Rood aan/Rood knippert De temperatuur in het inwendige is erg hoog. (Zie blz. 49.)
Het lensdeksel is gesloten. (Zie blz. 22.)
vervangen worden. (Zie blz. 49.)
-48
Onderhoudsindicator
Temperat uu r-
waarschuwings-
indicator
Lampindicator
Spannings-
indicator
Normaal Abnormaal
Uit Rood
Groen aan
(Groen
knippert
wanneer de
lamp aan
het
opwarmen
is.)
Brandt groen/
brandt rood
Knippert
groen
(afkoelen)
knippert
(Aan)/
Brandt rood
(standby)
Brandt rood De lamp brandt
Brandt rood
(standby)
Knippert
rood
Probleem Oorzaak Mogelijke oplossing
De temperatuur in het inwendige is erg hoog.
niet.
De lamp moet vervangen worden.
De lamp brandt niet.
De spanningsindicator knippert rood terwijl de projector ingeschakeld is.
De interne
• temperatuur is abnormaal hoog. Ventilatieopening
• geblokkeerd
Koelventilator
• defect Interne circuit
• defect Ventilatieopening
• verstopt
De lamp wordt
Haal de stekker van het netsnoer uit het op een abnormale wijze uitgeschakeld.
Resterende
Vervang de lamp voorzichtig. (Zie blz. 50.) levensduur van de lamp is 5% of minder.
Lamp is
• doorgebrand Lampcircuit
• defect
Het deksel van
Als de spanningsindicator in het rood de lampeenheid is open.
Gebruik de projector op een plaats waar
• de temperatuur 95ºF (+35ºC) of lager is. Zet de projector op een plaats waar een
• goede doorstroming van lucht mogelijk is. (Zie blz. 6.)
Breng de projector naar uw
• dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz. 60) om het apparaat te laten repareren.
• stopcontact en steek deze daarna weer in het stopcontact.
• Breng de projector naar uw
• dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz. 60) om het apparaat te laten repareren. Ga uiterst voorzichtig te werk wanneer u
• de lamp vervangt. Breng het deksel stevig aan.
• knippter zelfs als de lampkap goed vastzit, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz. 60) voor advies.
Info
Als de temperatuur-waarschuwingsindicator oplicht en de projector in de ruststand (standby) komt te staan, neemt u de hierboven beschreven maatregelen en wacht dan totdat de projector volledig is afgekoeld voordat u het netsnoer weer aansluit en het apparaat opnieuw inschakelt. (Ten minste 10 minuten.)
Als tijdens het gebruik van de projector de stroomvoorziening even onderbroken wordt als gevolg van het uitvallen van de stroom of een andere oorzaak en de stroomvoorziening dan weer meteen hersteld wordt, zal de lampindicator rood oplichten en is het mogelijk dat de projectorlamp niet brandt. In dit geval moet u de stekker uit het stopcontact halen en dan weer in het stopcontact steken, waarna u het apparaat opnieuw inschakelt.
De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch en zorgt ervoor dat deze op een constante waarde blijft. Het geluid van de koelventilator kan veranderen tijdens het gebruik van de projector omdat de snelheid van de ventilator verandert, maar dit is geen defect.
Aanhangsel
-49

Betreffende de lamp

Lamp

Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp 5% of minder wordt of wanneer u een aanzienlijke vermindering van de beeld- en kleurkwaliteit vaststelt. De levensduur van de lamp (percentage) kan gecontroleerd worden op het beeldschermdisplay. (Zie blz. 46.)
Koop een vervangingslamp van het type AN-K15LP in de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
De lamp die in deze projector wordt gebruikt, heeft een 90-dagen durende garantie op onderdelen en arbeidskosten. Alle onderhoud aan deze projector die onder de garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet door een offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum worden uitgevoerd. Voor de naam van uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum kunt u het volgende nummer bellen (gratis): 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
ALLEEN VOOR DE VSALLEEN VOOR DE VS

Belangrijke opmerkingen betreffende de lamp

In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u mogelijk een luid geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur.
De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten.
Wanneer de lampvervangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken.
Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector verspreid worden. In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten verwijderen zodat een veilige werking gewaarborgd is.
Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in de lampeenheid verspreid worden of het gas dat in de lamp is kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze lamp is kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling aan het ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de hulp van een arts in te roepen.

Vervangen van de lamp

Voorzichtig
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van de
lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen. * U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
-50
3

Verwijderen en aanbrengen van de lampeenheid

Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp en de
Waarschuwing!
Waarschuwing!
omringende onderdelen zullen zeer heet zijn en kunnen brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Info
Raak niet het glas van de lampeenheid of onderdelen in het inwendige van de projector aan.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig op om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen.
Draai geen andere schroeven los dan die van het deksel van lampeenheid en de lampeenheid.
Druk op STANDBY/ON van de
1
projector of op STANDBY van de afstandsbediening om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
Maak het netsnoer los.
2
Haal de stekker van het netsnoer uit de netstroomaansluiting.
Laat de lamp volledig afkoelen (ongeveer 1 uur).
Los verkrijgbaar accessoire
STANDBY/ON toets
STANDBY/ON toets
Netstroomaansluiting
Netstroomaansluiting
Lampeenheid AN-K15LP
Verwijder het deksel van de
3
lampeenheid.
Sluit het lensdeksel. Draai de onderhoudsschroef (1) los waarmee het deksel van de lampeenheid vastzit. Verwijder het deksel van de lampeenheid (2).
2
2
Aanhangsel
1
1
Onderhoudsschroef
Onderhoudsschroef (voor deksel van lampeenheid)
(voor deksel van lampeenheid)
-51
4
5
3
3
6
2
Betreffende de lamp (vervolg)
Verwijder de lampeenheid.
4
Draai de bevestigingsschroeven van de lampeenheid los. Pak de lampeenheid en trek dit in de richting van de pijl naar buiten. Houd de lampeenheid bij het verwijderen horizontaal en kantel dit niet schuin
Steek de nieuwe lampeenheid
5
naar binnen.
Druk de lampeenheid stevig in de lamphuishouder. Draai de bevestigingsschroeven vast
Breng het deksel van de
6
.
lampeenheid weer aan.
Lijn het lipje op het deksel (1) van de lampeenheid uit en breng het deksel aan terwijl u op het deksel (2) drukt om het deksel te sluiten. Draai vervolgens de onderhoudsschroef (3) vast om het deksel van de lampeenheid stevig te bevestigen.
Info
Als de lampeenheid en het deksel niet juist zijn aangebracht, kan de projector niet worden ingeschakeld, ook al is het netsnoer op de projector aangesloten.
BevestigingsschroevenBevestigingsschroeven
.

Terugstellen van de lamptimer

Stel de lamptimer terug wanneer u de lamp vervangt.
Info
• De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld. Als u de lamptimer terugstelt en dan dezelfde lamp blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd worden of exploderen.
1 Sluit het netsnoer aan en open
het lensdeksel volledig.
Sluit het netsnoer op de netstroomaansluiting van de projector aan.
2 Stel de lamptimer terug.
Tijdens het gelijktijdig indrukken van MENU,
ENTER en R op de projector, druk op STANDBY/ON op de projector en houd
alle vier de toetsen ingedrukt totdat het lampindicator groen begint te knipperen.
De “LAMP 0000 H” aanduiding verschijnt om aan te geven dat de lamptimer is teruggesteld.
-52
NetstroomaansluitingNetstroomaansluiting
Lampindicator
STANDBY/ ON toets
ENTER toets
R
toets
MENU toets

Opdrachten verbindingspinnen

COMPUTER/COMPONENT ingang en COMPUTER/COMPONENT uitgang aansluitingen:
15-pins mini D-sub contrastekker
COMPUTER ingang/uitgang
11
1
6
15
Pin nr. Signaal
1 Video-ingang (rood) 2 3 Video-ingang (blauw) 4 Niet aangesloten 5 Niet aangesloten
5
10
6 Aarde (rood) 7 8 Aarde (blauw) 9 Niet aangesloten 10 Grond 11 Niet aangesloten 12 Bi-directionele data 13 14 15 Dataklok
Video-ingang (groen/synchronisatie op groen)
Aarde (groen/synchronisatie op groen)
Horizontaal synchronisatiesignaal: TTL niveau Verticaal synchronisatiesignaal: TTL niveau
COMPONENT ingang/uitgang
Pin nr. Signaal
1 PR (CR) 2 Y 3 PB (CB) 4 Niet aangesloten 5 Niet aangesloten 6 Aarde (PR) 7 Aarde (Y) 8 Aarde (PB) 9 Niet aangesloten 10 Niet aangesloten 11 Niet aangesloten 12 Niet aangesloten 13 Niet aangesloten 14 Niet aangesloten 15 Niet aangesloten
RS-232C-aansluiting: 9-pins D-sub mannetjesstekker
Pin nr. Signaal Naam I/U Naslagwerken
9
8 7 6
4 3 2 1
5
1 Niet aangesloten 2 RD Ontvangen gegevens Ingang Aangesloten op intern circuit 3 SD Verzonden gegevens Uitgang Aangesloten op intern circuit 4 Gereserveerd Aangesloten op intern circuit 5 SG Signaalgrond Aangesloten op intern circuit 6 Gereserveerd Aangesloten op intern circuit 7 Gereserveerd Aangesloten op intern circuit 8 Gereserveerd Aangesloten op intern circuit 9 Niet aangesloten
HDMI-aansluiting
18 2
19 1
Pin nr. Naam Pin nr. Naam Pin nr. Naam
1 T.M.D.S-gegevens 2+ 8 T.M.D.S-gegevens 0 14 Gereserveerd
2 T.M.D.S-gegevens 2 beveiliging 15 SCL beveiliging 9 T.M.D.S-gegevens 0– 16 SDA 3 T.M.D.S-gegevens 2– 10 T.M.D.S-klok+ 17 4 T.M.D.S-gegevens 1+ 11 T.M.D.S-klokbeveiliging 18 +5V stroom 5 T.M.D.S-gegevens 1 12 T.M.D.S-klok– 19 beveiliging 13 CEC 6 T.M.D.S-gegevens 1– 7 T.M.D.S-gegevens 0+
DDC/CEC-grond
Hotplug-detectie
Aanhangsel
-53
RS-232C Specifi caties en opdrachtinstellingen
PC-controle
Er kan een computer worden gebruikt om de projector te controleren door middel van aansluiting van een RS­232C-kabel (nulmodem, haaks type, in winkels verkrijgbaar) op de projector. (Zie blz. 21 voor aansluiting.)
Communicatieomstandigheden
Stel de seriële poortinstellingen van de computer als volgt in. Signaalformaat: Voldoet aan RS-232C-norm. Pariteitbit: Geen Baudsnelheid*: 9.600 bps / 38.400bps / 115.200bps Stopbit: 1 bit Gegevenslengte: 8 bits Flowcontrole: Geen *Gebruik dezelfde instellingen voor de projector als voor de computer.
Basisformaat
Stuur opdrachten van de computer in de volgende volgorde: opdracht, parameter en returncode. Nadat de opdracht van de computer is verwerkt, stuurt de projector een antwoordcode naar de computer.
Opdrachtformaat
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Opdracht met 4 cijfers Parameter met 4 cijfers
Formaat antwoordcode
Normaal antwoord
Probleemantwoord (communicatiefout of onjuiste opdracht)
Returncode (0DH)
O K
Returncode (0DH)
E R R
Returncode (0DH)
Info
Als u de projector bedient vanaf een computer met behulp van RS-232C-opdrachten, wacht dan minimaal 30 seconden nadat u de projector hebt ingeschakeld, vooraleer u opdrachten gaat verzenden.
Wanneer er meer dan één code wordt verzonden, verzend dan elke opdracht pas nadat de antwoordcode van de vorige opdracht door projector is geverifi eerd.
Wanner u gebruik maakt van functie computercontrole van de projector, dan kan de bedieningsstatus niet worden gelezen door de computer. Bevestig daarom de status door de displayopdrachten voor elk bijstellingsmenu te verzenden en de status te controleren met het on-screen display. Als de projector een opdracht ontvangt die niet van het menudisplay is, dan zal hij de opdracht uitvoeren zonder het on-screen display.
Opdrachten
Voorbeeld: Voor het inschakelen van de projector
Computer
POWR
Uit Te Voeren Bediening Opdracht Parameter
Spanning Aan P O W R _ _ _ 1 OK of ERR OK
Toestand van de projector T A B N _ _ _ 1 0:Normaal
Lamp Status T L P S _ _ _ 1 0:Uit, 1:Aan, 2:Nogmaals, 3:Wachten,
Naam Controle modelnaam T N A M _ _ _ 1 XVZ15000
Uit P O W R _ _ _ 0 OK OK of ERR
Status
Spanningstatus T P O W _ _ _ 1 1:Aan, 2:Aan het afkoelen 0:Standby
Kwaliteit T L P N _ _ _ 1 1
Gebruikstijd Time (uur) T L T T _ _ _ 1 0-9999 (Integer)
Gebruikstijd (Minuut) T L T M _ _ _ 1 0, 15, 30, 45
Leven sduur (Percentage) T L T L _ _ _ 1 0%-100% (Integer)
Controle modelnaam M N R D _ _ _ 1 XV-Z15000
Instelling projectornaam 1 (eerste vier letters) *1 P J N 1 * * * * OK of ERR
Instelling projectornaam 2 (middelste vier letters) *1 P J N 2 * * * * OK of ERR
Instelling projectornaam 3 (laatste vier letters) *1 P J N 3 * * * * OK of ERR
Controleren projectornaam P J N 0 _ _ _ 1 Projectornaam
_ _
1
_
T L PS????
→ ←
-54
Projector
OK
Inschakelen
1
1:Temperatuur hoog 8:Levensduur van lamp 5% of minder 16:Lamp doorgebrand 32:Lamp brandt niet
4:Lampfout
Terugkeren
Ruststand
(of 30-seconden opstarttijd)
0
0:Normaal 1:Temperatuur hoog 2:Ventilatorfout 4:Lampdeksel open 8:Levensduur van lamp 5% of minder 16:Lamp doorgebrand 32:Lamp brandt niet 64:Temperatuur abnormaal hoog
0:Uit, 4:Lampfout
Uit Te Voeren Bediening Opdracht Parameter
Wijzig invoer Computer I R G B _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Grootte Aanpassen Computer Normaal R A S R _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Alles terugstellen A L R E _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Computeringang Beeldmodus Standaard R A P S _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Componentingang Beeldmodus Standaard R B P S _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Component I R G B _ _ _ 2 OK of ERR ERR
HDMI1 I R G B _ _ _ 3 OK of ERR ERR
HDMI2 I R G B _ _ _ 4 OK of ERR ERR
S-Video I V E D _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Video I V E D _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Controle RGB-INGANG I R G B ? ? ? ? 1: Computer, 2: Component,
Controle video-INGANG I V E D ? ? ? ? 1: S-Video, 2: Video, ERR ERR
Controle ingangsfunctie I M O D ? ? ? ? 1: RGB, 2: Video ERR
Controle INGANG I C H K ? ? ? ? 1: Computer
Rek R A S R _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Dot By Dot R A S R _ _ _ 3 OK of ERR ERR
Cinema zoom R A S R _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Zoom 14:9 R A S R _ _ _ 7 OK of ERR ERR
Component Normaal R B S R _ _ _ 1 OK of ERR ERR
HDMI1 Normaal R C S R _ _ _ 1 OK of ERR ERR
HDMI2 Normaal R D S R _ _ _ 1 OK of ERR ERR
S-Video Normaal R A S V _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Video Normaal R B S V _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Contrast -30 - +30 R A P I _ * * * OK of ERR ERR
Helder -30 - +30 R A B R _ * * * OK of ERR ERR
Kleur -30 - +30 R A C O _ * * * OK of ERR ERR
Tint -30 - +30 R A T I _ * * * OK of ERR ERR
Scherpte -30 - +30 R A S H _ * * * OK of ERR ERR
Rood -30 - +30 R A R D _ * * * OK of ERR ERR
Blauw -30 - +30 R A B E _ * * * OK of ERR ERR
Kleurtmp -2-+2 R A C T _ _ * * OK of ERR ERR
Reset R A R E _ _ _ 1 OK of ERR ERR
Contrast -30 - +30 R
Helder -30 - +30 R
Kleur -30 - +30 R
Tint -30 - +30 R
Scherpte -30 - +30 R
Rood -30 - +30 R
Blauw -30 - +30 R
Kleurtmp -2-+2 R
Reset R B R E _ _ _ 1
Smart zoom R A S R _ _ _ 6 OK of ERR ERR
Rek R B S R _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Dot By Dot R B S R _ _ _ 3 OK of ERR ERR
Cinema zoom R B S R _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Zoom 14:9 R B S R _ _ _ 7 OK of ERR ERR
Smart zoom R B S R _ _ _ 6 OK of ERR ERR
Rek R C S R _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Dot By Dot R C S R _ _ _ 3 OK of ERR ERR
Cinema zoom R C S R _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Zoom 14:9 R C S R _ _ _ 7 OK of ERR ERR
Smart zoom R C S R _ _ _ 6 OK of ERR ERR
Rek R D S R _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Dot By Dot R D S R _ _ _ 3 OK of ERR ERR
Cinema zoom R D S R _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Zoom 14:9 R D S R _ _ _ 7 OK of ERR ERR
Smart zoom R D S R _ _ _ 6 OK of ERR ERR
Rek R A S V _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Cinema zoom R A S V _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Zoom 14:9 R A S V _ _ _ 7 OK of ERR ERR
Smart zoom R A S V _ _ _ 6 OK of ERR ERR
Rek R B S V _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Cinema zoom R B S V _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Zoom 14:9 R B S V _ _ _ 7 OK of ERR ERR
Smart zoom R B S V _ _ _ 6 OK of ERR ERR
Natuurlijk R A P S _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Dynamisch R A P S _ _ _ 3 OK of ERR ERR
Cinema1 R A P S _ _ _ 4 OK of ERR ERR
Cinema2 R A P S _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Spel R A P S _ _ _ 6 OK of ERR ERR
Natuurlijk R B P S _ _ _ 2 OK of ERR ERR
Dynamisch R B P S _ _ _ 3 OK of ERR ERR
Cinema1 R B P S _ _ _ 4 OK of ERR ERR
Cinema2 R B P S _ _ _ 5 OK of ERR ERR
Spel R B P S _ _ _ 6 OK of ERR ERR
B
P I _ * * * OK of ERR ERR
B
B R _ * * * OK of ERR ERR
B
C O _ * * * OK of ERR ERR
B
T I _ * * * OK of ERR ERR
B
S H _ * * * OK of ERR ERR
B
RD_* * *
B
BE_* * *
B
CT__* *
Inschakelen
3: HDMI1, 4: HDMI2, ERR
2: Component 3: HDMI1 4: HDMI2 5: S-Video 6: Video
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
Terugkeren
Ruststand
(of 30-seconden opstarttijd)
ERR
ERR
Aanhangsel
-55
RS-232C Specifi caties en opdrachtinstellingen (vervolg)
Uit Te Voeren Bediening Opdracht Parameter
HDMI1 Beeldmodus Standaard R C P S _ _ _ 1
Contrast -30 - +30 R C P I _ * * *
Helder -30 - +30 R C B R _ * * *
Kleur -30 - +30 R C C O _ * * *
Tint -30 - +30 R C T I _ * * *
Scherpte -30 - +30 R C S H _ * * *
Rood -30 - +30 R C R D _ * * *
Blauw -30 - +30 R C B E _ * * *
Kleurtmp -2-+2 R C C T _ _ * *
HDMI2 Beeldmodus Standaard R D P S _ _ _ 1
S-VIDEO INGANG Beeldmodus Standaard V A P S _ _ _ 1
VIDEO INGANG Beeldmodus Standaard V B P S _ _ _ 1
Controleren RGB frequentie
Reset Lamptimer *2 L P R E 0 0 0 1 ERR OK, ERR
Reset R C R E _ _ _ 1
Contrast -30 - +30 R D P I _ * * *
Helder -30 - +30 R D B R _ * * *
Kleur -30 - +30 R D C O _ * * *
Tint -30 - +30 R D T I _ * * *
Scherpte -30 - +30 R D S H _ * * *
Rood -30 - +30 R D R D _ * * *
Blauw -30 - +30 R D B E _ * * *
Kleurtmp -2-+2 R D C T _ _ * *
Reset R D R E _ _ _ 1
Contrast -30 - +30 V A P I _ * * *
Helder -30 - +30 V A B R _ * * *
Kleur -30 - +30 V A C O _ * * *
Tint -30 - +30 V A T I _ * * *
Scherpte -30 - +30 V A S H _ * * *
Rood -30 - +30 V A R D _ * * *
Blauw -30 - +30 V A B E _ * * *
Kleurtmp -2-+2 V A C T _ _ * *
Reset V A R E _ _ _ 1
Contrast -30 - +30 V B P I _ * * *
Helder -30 - +30 V B B R _ * * *
Kleur -30 - +30 V B C O _ * * *
Tint -30 - +30 V B T I _ * * *
Scherpte -30 - +30 V B S H _ * * *
Rood -30 - +30 V B R D _ * * *
Blauw -30 - +30 V B B E _ * * *
Kleurtmp -2-+2 V B C T _ _ * *
Reset V B R E _ _ _ 1
Horizontaal T F R Q _ _ _ 1 kHz (***.* of ERR) ERR
Verticaal T F R Q _ _ _ 2 Hz (***.* of ERR) ERR
Natuurlijk R C P S _ _ _ 2
Dynamisch R C P S _ _ _ 3
Cinema1 R C P S _ _ _ 4
Cinema2 R C P S _ _ _ 5
Spel R C P S _ _ _ 6
Natuurlijk R D P S _ _ _ 2
Dynamisch R D P S _ _ _ 3
Cinema1 R D P S _ _ _ 4
Cinema2 R D P S _ _ _ 5
Spel R D P S _ _ _ 6
Natuurlijk V A P S _ _ _ 2
Dynamisch V A P S _ _ _ 3
Cinema1 V A P S _ _ _ 4
Cinema2 V A P S _ _ _ 5
Spel V A P S _ _ _ 6
Natuurlijk V B P S _ _ _ 2
Dynamisch V B P S _ _ _ 3
Cinema1 V B P S _ _ _ 4
Cinema2 V B P S _ _ _ 5
Spel V B P S _ _ _ 6
Inschakelen
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
OK of ERR ERR
Terugkeren
Ruststand
(of 30-seconden opstarttijd)
• Als er een liggend streepje (_) verschijnt in de parameterkolom, voeg dan een spatie in. Als er een asterisk
(*) verschijnt, voeg dan een waarde binnen het bereik dat tussen haakjes staat vermeld onder UIT TE VOEREN BEDIENING.
*1
Voor instelling van de projectornaam moet de volgende opdrachten versturen: PJN1, PJN2 en PJN3.
*2
De opdracht Lamptimer resetten kan alleen worden verzonden in standby-modus.
-56

Overzicht computercompatibiliteit

Computer
Meervoudige signaalondersteuning
Horizontale frequentie: 15-110 kHz, Verticale frequentie: 43-85 Hz, Beeldpuntklok: 12-170 MHz
Compatibel met sync op groen en composietsync-signalen (TTL niveau)
PC/MAC Modus
VGA
SVGA 800 × 6 00
PC
MAC 13" VGA 640 × 480 34,9 67 MAC 16" SVGA 832 × 624 49,7 75 MAC 19" XGA 1024 × 768 60, 2 75
MAC 21" SXGA 1152 × 870 68 ,7 75
XGA 1024 × 768
WXGA
WXGA+ 1440 × 900 55,9 60
SXGA
SXGA+ 1400 × 1050
WSXGA+
Resolutie
640 × 400
720 × 400
640 × 480
1280 × 720 4 5,0 6 0 1280 × 768 47,8 6 0 1280 × 800 49,7 60 1360 × 768 47,7 60 1366 × 768 47,8 60
1152 × 864
1280 × 960 60,0 60
1280 × 1024 6 4,0 6 0
1600 × 900 55,9 60
1680 × 1050 65,3 60
1920 × 1080
1920 × 1080
Horizontale frequentie (kHz)
1
*
2
*
27,0 60 31,5 70 37,9 85 27,0 60 31,5 70 37,9 85 26,2 50 31,5 60 34,7 70 37,9 72 37,5 75 43,3 85 31,3 50 35,2 56 37,9 60 46,6 70 48,1 72 46,9 75 53,7 85 40,3 50 48,4 60 56,5 70 60,0 75 68,7 85
55,0 60 66,2 70 67,5 75
64,0 60 65,3 60
66,8 60
67,5 6 0
Verticale freq uentie (Hz) Analoge o ndersteunin g
✔ ✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔
✔✔ ✔ ✔ ✔ ✔
*1 Wanneer een 1920 × 1080 analoog signaal wordt ingevoerd, wordt het beeld gecomprimeerd voordat het
op het scherm wordt weergegeven.
*2 Volledig beelddisplay wanneer “Resolutie” ingesteld is op “1920 × 1080”
Digitale
ondersteuning
Display
Upscale
Samplin g bij een lagere
bemonsteringsfrequentie
Intelligente compressie
Upscale
• Deze projector kan wellicht niet in staat zijn afbeeldingen van notebookcomputers weer te geven in simultane (CRT/LCD) modus. Mocht dit voorkomen, schakel dan het LCD-display op de notebookcomputer uit en voer de displaygegevens alleen uit in “CRT alleen”-modus. Meer informatie over het wijzigen van displaymodi vindt u in de bedieningshandleiding van uw notebookcomputer.
• Volg de hieronder beschreven procedures wanneer de “Beeldschermresolutie” van de computer afwijkt van de weergaveresolutie van het geprojecteerde beeld. –
Zie “Resolutie” op het “SIG-INS” menu en selecteer dezelfde resolutie als de “Schermresolutie” van de computer.
– Afhankelijk van de computer die I gebruikt kan het outputsignaal niet waarheidsgetrouw zijn vergeleken
met de “Schermresolutie” bijstelling. Controleer de instellingen van de signaaloutput van de computer. Als de instellingen niet kunnen worden veranderd, wordt het aanbevolen dat de resolutie ingesteld wordt op “1920 × 1080” of “1280 × 720”.
DTV
frequentie (kHz)
I
Horizontale
15,7 60
Signaal
480 480P 31,5 60 540P 33,8 60
576
I
15,6 50 576P 31,3 50 720P 37,5 50 720P 45,0 6 0
Vert icale
frequentie (Hz)
Analoge
ondersteuning
Digitale
ondersteuning
✔✔
✔✔
✔✔
✔✔
Signaal
1080I
1080 1080P 1080P 1080P 1080P 1080P
frequentie (kHz)
I
Horizontale
28,1 50 33,8 60 27,0 24 28,1 25 33,8 30 56,3 50 67,5 60
Vert icale
frequentie (Hz)
Analoge
ondersteuning
Digitale
ondersteuning
✔✔
✔✔
✔✔
✔✔
Aanhangsel
-57

Problemen oplossen

Probleem Controle Blz.
Het netsnoer van de projector is niet in het stopcontact gestoken.
De aangesloten apparatuur is niet ingeschakeld.
Het lensdeksel is gesloten.
De verkeerde ingangsfunctie is gekozen.
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten.
De batterij van de afstandsbediening is leeg.
De externe uitgang is niet ingesteld bij aansluiting op een notebook-computer.
Het deksel van de lampeenheid is niet juist aangebracht.
Geen afbeelding of
projector start niet.
Kleuren zijn fl ets of niet goed.
Beeld is wazig;
met storingen.
Een ongebruikelijk geluid is
af en toe hoorbaar
vanuit de kast.
Onderhoudsindicator op de
projector licht op.
Het beeld is groen bij de ontvangst
van componentsignalen en de
video apparatuur is aangesloten op
de COMPONENT of COMPUTER/
COMPONENT aansluiting op de
projector.
Het beeld is rose bij de ontvangst
van RGB signalen en de video
apparatuur is aangesloten op de
COMPONENT of COMPUTER/
COMPONENT aansluiting op de
projector.
De zwartniveaus van de
afbeelding vertonen banden
of lijker zwakker wanneer
HDMI1 of 2 is geselecteerd.
Afbeelding te helder en te
witachtig.
• Het geselecteerde “Signaaltype” is verkeerd.
• Het formaat van het videosignaal van de videoapparatuur is niet ingesteld op een correcte manier.
• “Helder” is ingesteld op minimumpositie.
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt. 36
(S-VIDEO- of VIDEO-input)
Video-inputsysteem staat verkeerd ingesteld.
(COMPONENT-, COMPUTER/COMPONENT- of HDMI1, 2-input)
Inputsignaaltype staat verkeerd ingesteld.
• Stel het beeld scherp.
• De projectie-afstand is groter dan het scherpstelbereik.
(Computerinput)
Uitvoeren “SIG-INS”-bijstellingen (“Klok”-bijstelling)
Uitvoeren “SIG-INS”-bijstellingen (“Fase”-bijstelling)
Afhankelijk van de computer verschijnt er ruis.
De “Ruisonderdr.” (Digitale Ruisonderdrukking) of “MNR” (Mosquito
Noise Reduction (Ruisonderdrukking)) instelling is niet correct.
Er zit aanslag op de lens. Als de projector van een koude naar een warme kamer gedragen wordt, of als de kamer plotseling warmer wordt, dan kan er condens op de oppervlakte van de lens ontstaan waardoor de afbeelding wazig wordt. Stel de projector minimaal een uur voordat hij gebruikt gaat worden op. Mocht er zich condensatie vormen, haal dan het netsnoer uit de wandcontact en wacht tot de condens weg is.
Als de afbeelding normaal is, dan is het geluid het gevolg van krimping door een wijziging in de kamertemperatuur. Dit heeft geen effect op de bediening of werking.
Zie “Onderhoudsindicators”. 48
Wijzig de instelling van het inputsignaaltype. 40
Maak de nodige bijstellingen voor de beste afbeeldingskwaliteit in de
“Dynamisch bereik”-instelling.
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt. 36
22
22, 27
26, 40, 41
18-22
12
51, 52
40 41
36
41
40
23 17
40 40
39
41
-58
Probleem Controle
De koelingsventilator
wordt lawaaierig.
De lamp licht niet
op nadat de projector
is ingeschakeld.
De lamp schakelt plotseling
uit tijdens projectie.
De afbeelding fl ikkert
soms.
Wanneer de temperatuur binnenin de projector stijgt, dan draait de koelingsventilator sneller.
De lampindicator brandt in de kleur rood.
Vervang de lamp.
• Het lensdeksel is volledig geopend.
Kabels verkeerd aangesloten op de projector of de aangesloten apparatuur werkt niet goed.
• Als dit vaak voorkomt, vervang dan de lamp.
Blz.
22, 48, 51
18-21
51
De lamp heeft veel tijd
nodig om in te schakelen.
Afbeelding is donker.
Eénknopsbediening is
niet geactiveerd.
Systeemstandby is
niet geactiveerd.
Er kan geen antwoordcode
worden ontvangen
wanneer is geprobeerd
de projector vanaf een
computer te bedienen
met RS-232C-opdrachten
tijdens de standby-modus.
De afstandsbediening
kan niet worden gebruikt.
De lamp zal uiteindelijk moeten worden vervangen.
Wanneer de resterende lampduur ten einde loopt, vervang dan de lamp.
Non-Sharp videoproducten zijn aangesloten.
De functie van de éénknopsbediening werkt mogelijk niet als de
projector op een niet-Sharp-videoproduct is aangesloten.
Er is geen HDMI-kabel gebruikt voor aansluiting tussen de projector en de videoproducten van Sharp.
De éénknopsbediening functie wordt mogelijk als de projector is
aangesloten op videoproducten van Sharp met een HDMI-kabel.
De éénknopsbediening functie van de projector is niet ingesteld op “Aan”. 45
De CEC-instellingen van de aangesloten videoproducten van Sharp zijn
onjuist.
Eénknopsbediening is ingesteld op “Uit” en gedeactiveerd wanneer de Spaarfunctie ingesteld staat op “Aan”.
Non-Sharp videoproducten zijn aangesloten.
De functie van de Systeemstandby werkt mogelijk niet als de projector
op een niet-Sharp-videoproduct is aangesloten.
Er is geen HDMI-kabel gebruikt voor aansluiting tussen de projector en de videoproducten van Sharp.
De Systeemstandby functie wordt mogelijk als de projector is
aangesloten op videoproducten van Sharp met een HDMI-kabel.
De Systeemstandby functie van de projector is niet ingesteld op “Aan”. 45
De CEC-instellingen van de aangesloten videoproducten van Sharp zijn
onjuist.
In geval van verzending van RS-232C-opdrachten vanaf een computer tijdens standby kan het maximaal 30 seconden duren vooraleer de computer de antwoordcode ontvangt. Stel de wachttijd voor de antwoordcode van de computer in op 30 seconden of langer.
Gebruik de afstandsbediening terwijl u haar op de sensor van de afstandsbediening van de projector richt.
• De afstandsbediening mag niet te ver van de projector verwijderd zijn.
• Als er direct zonlicht of een sterk fl uorescende licht op de sensor van de afstandsbediening van de projector schijnt, plaats de projector dan op een plaats waar hij niet blootgesteld is aan fel licht.
De batterijen zijn misschien leeg of verkeerd geplaatst. Zorg ervoor dat de batterijen correct zijn geplaatst of plaats nieuwe batterijen.
51
45
19
45
45
19
54
12
12 12
12
Aanhangsel
Dit apparaat is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van de microprocessor kan nadelig beïnvloed worden door een verkeerde bediening of interferentie. Als dit gebeurt, moet u de stekker minimaal 5 minuten uit het stopcontact trekken en dan kunt u de stekker weer insteken.
-59

Voor assistentie van SHARP

Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst het deel “Problemen oplossen” op blz. 58 en 59. Als deze gebruiksaanwijzing geen oplossing biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
Verenigde Staten Sharp Electronics Corporation
1-888-GO-SHARP
(1-888-467-4277) lcdsupport@sharpsec.com
http://www.sharpusa.com
Canada Sharp Electronics of Canada
Ltd.
(905) 568-7140
http://www.sharp.ca
Mexico Sharp Electronics Corporation
Mexico Branch
(525) 716-9000 http://www.sharp.com.mx
Latijns-Amerika Sharp Electronics Corp. Latin
American Group
(305) 264-2277 www.servicio@sharpsec.com http://www.siempresharp.com
Duitsland Sharp Electronics (Europe)
GMBH
01805-234675 http://www.sharp.de
Ver. Koninkrijk Sharp Electronics (U.K.) Ltd.
08705 274277 http://www.sharp.co.uk/
customersupport
Italië Sharp Electronics (Italy) S.P.A.
(39) 02-89595-1 http://www.sharp.it
Frankrijk Sharp Electronics France
01 49 90 35 40 hotlineced@sef.sharp-eu.com http://www.sharp.fr
Spanje Sharp Electronica Espana, S.A.
93 5819700 sharplcd@sees.sharp-eu.com http://www.sharp.es
Zwitserland Sharp Electronics (Schweiz) AG
0041 1 846 63 11 cattaneo@sez.sharp-eu.com http://www.sharp.ch
Zweden Sharp Electronics ( Nordic ) AB
(46) 8 6343600 vision.support@sen.sharp-eu.com http://www.sharp.se
Oostenrijk Sharp Electronics (Europe)
GMBH
Branch Offi ce Austria
0043 1 727 19 123 pogats@sea.sharp-eu.com http://www.sharp.at
Benelux SHARP Electronics Benelux BV
0900-SHARPCE (0900-7427723)
9900-0159 Belgium http://www.sharp.nl http://www.sharp.be http://www.sharp.lu
Australië Sharp Corporation of Australia
1300-135-022 http://www.sharp.net.au
Nieuw-Zeeland Sharp Corporation of New
Telefoon: (09) 573-0111 Fax: (09) 573-0112 http://www.sharp.net.nz
Singapore Sharp-Roxy Sales (S) Pte. Ltd.
65-226-6556 ckng@srs.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.sg
Hongkong Sharp-Roxy (HK) Ltd.
(852) 2410-2623 dcmktg@srh.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.hk
Taiwan Sharp Corporation (Taiwan)
0800-025111 http://www.sharp-scot.com.tw
Maleisië Sharp-Roxy Sales & Service Co.
(60) 3-5125678
V.A.E. Sharp Middle East Fze
971-4-81-5311 helpdesk@smef.global.sharp.co.jp
Thailand Sharp Thebnakorn Co. Ltd.
02-236-0170 svc@stcl.global.sharp.co.jp http://www.sharp-th.com
Korea Sharp Electronics Incorporated
(82) 2-3660-2002 lcd@sharp-korea.co.kr http://www.sharpkorea.co.kr
India Sharp Business Systems (India)
(91) 11- 6431313 service@sharp-oa.com
Nederland
Pty. Ltd.
Zealand
of Korea
Limited
-60

Technische gegevens

Model XV-Z15000 Weergaveapparaten 0,65" DLP®-chip × 1 Resolutie 1080P (1920 × 1080) Lens F-nummer
Zoom Focus
Ingangs­aansluitingen
HDMI × 2 Computer/Component
(15-pins mini D-sub) Component (3RCA) × 1 S-Video (4-pins mini DIN) × 1 Video (RCA) × 1
Bediening en
RS-232C (9-pins mini D-sub) × 1 communicatie ingangen
Projectielamp Stroomvoorziening Nominale frequentie Ingangsstroom
Stroomverbruik (standby) 353 W (7,6 W) bij 100 V wisselstroom
Bedrijfstemperatuur 41ºF tot 95ºF (+5ºC tot +35ºC) Behuizing Plastic Afmetingen (alleen de hoofdbehuizing)
[B × H × D]
Gewicht (ca.)
F 2,5 – 2,7 Met de hand, ×1,15 (f = 21,0 – 24,2 mm) Met de hand
× 1
250 W 100–240 V wisselstroom 50/60 Hz 3,7 A
339 W (8,3 W) bij 240 V wisselstroom
15 3/4" × 3 15/16" × 13 13/64" (400 × 100 × 335 mm)
12,8 lbs. (5,8 kg)
Als onderdeel van een beleid van doorlopende verbetering houdt SHARP zich het recht voor om veranderingen aan te brengen in ontwerp en technische gegevens ten behoeve van verbetering van het product zonder voorafgaande berichtgeving. De aangegegeven cijfers voor de technische gegevens aangaande prestaties zijn nominale waarden voor productie-eenheden. Er kunnen zich enkele afwijkingen van deze waarden voordoen bij afzonderlijke eenheden.
Aanhangsel
-61

Afmetingen

Eenheid: duim (mm)
/4 (6)13
1
/64 (335)
13
43
/64 1
(42,2)
/16 (100)
15
3
1
/8 (3)
15
5
7
/64
(179,75)
15
M4
M4
/64 (5,75)
3
/4 (400)
2
M4
(75)
M4
61
17
4
(115)
/64
/32
3 23/64
13
1
(45,75)
5
/8
4
(116,25)
(85)
/16
/2
1
1
/64
33
3
(38)
(89)
/64 (171,5)
49
6
/32 (115)
17
4
-62

Index

Accessoires ............................................................ 8
Achtergrond .......................................................... 44
Afstandsbediening ................................................ 11
Afstandsbedieningssensoren ............................... 12
Alles terugstellen .................................................. 46
Auto Power Off ..................................................... 45
AUTO SYNC toets ................................................ 27
AUTO V-KEYSTONE toets....................................25
Automat. sync. ..................................................... 40
Batterijen .............................................................. 12
Beeld .................................................................... 36
Beeldmodus ......................................................... 36
Beeldschermdisplay ............................................. 44
Bevestigen aan het plafond .................................. 16
C.M.S. .................................................................. 37
CINEMA ZOOM .................................................... 29
Cinema1, 2 ........................................................... 36
COMPONENT aansluiting ....................................18
COMPONENT toets ............................................. 26
COMPUTER toets ................................................ 26
COMPUTER/COMPONENT aansluiting ......... 18, 20
Contrast ................................................................ 36
Detailverb. ............................................................ 39
DOT BY DOT ........................................................ 30
Draaghendel ......................................................... 10
Dynamisch ............................................................ 36
Dynamisch bereik ................................................. 41
ECO+QUIET toets ................................................ 28
Éénknopsbediening .............................................. 45
Effect .................................................................... 38
ENTER toets ......................................................... 34
Fase ...................................................................... 40
Filmfunctie ............................................................ 39
FREEZE toets ....................................................... 27
Gamma ................................................................. 37
Geavanceerd ........................................................ 37
H-bldverschuiv. .............................................. 26, 42
HDMI1, 2 aansluitingen .................................. 18, 19
HDMI1, 2 toetsen ................................................. 26
HEIGHT ADJUST hendel ...................................... 23
Helder ................................................................... 36
H-Pos ................................................................... 40
IMAGE SHIFT toets .............................................. 26
INPUT toets .......................................................... 26
Insteltoetsen ......................................................... 34
Invoernaam ........................................................... 46
IRIS1, 2 ................................................................. 37
IRIS1, 2 toetsen .................................................... 28
Kensington standaard veiligheidsaansluiting ....... 10
KEYSTONE toets .................................................. 24
Kleur ..................................................................... 36
Kleur inst. ............................................................. 38
Kleurschakering .................................................... 38
Kleurtmp ............................................................... 36
Klok ...................................................................... 40
Lampindicator ...................................................... 48
Lamptimer (duur) .................................................. 46
Lensdeksel ............................................... 22, 27, 51
Los verkrijgbare accessoires .................................. 8
MAGNIFY toetsen ................................................ 28
MENU HIDE toets ................................................. 28
MENU toets .......................................................... 34
MNR ..................................................................... 39
Natuurlijk .............................................................. 36
Netsnoer ........................................................... 8, 22
Netstroomaansluiting ........................................... 22
ON toets ............................................................... 22
OSD-Helderheid ................................................... 44
Overscan .............................................................. 42
PICTURE MODE toets .......................................... 27
PRJ-INS ................................................................ 45
Projectiemodus (PRJ) ..................................... 16, 44
REK ...................................................................... 29
RESIZE toets ........................................................ 29
RETURN toets ...................................................... 34
Rotatie ............................................................ 25, 44
RS-232C ............................................................... 46
RS-232C-aansluiting ............................................ 21
Ruisonderdr. ......................................................... 39
Schermformaat en projectie-afstand.................... 17
Scherpstelring ...................................................... 23
Scherpte ............................................................... 36
SCH-INS ............................................................... 42
Sfeer ............................................................... 25, 43
SIG-INS ................................................................ 40
Signaal info ........................................................... 41
Signaaltype ........................................................... 40
SMARTZOOM ...................................................... 30
Spaarfunctie ......................................................... 45
Spanningsindicator ........................................ 22, 48
Spel ...................................................................... 36
Standaard ............................................................. 36
STANDBY toets .................................................... 22
STANDBY/ON toets .............................................. 22
Stelpoten .............................................................. 23
S-VIDEO aansluiting ....................................... 18, 19
S-VIDEO toets ...................................................... 26
Systeemstandby ................................................... 45
Taal (taal voor de beeldscherm-aanduidingen) .... 44
Temperatuur-waarschuwingsindicator ................. 48
Tint ........................................................................ 36
V-bldverschuiv. ............................................... 26, 42
Veiligheidsstang .................................................... 10
Ventilatormodus ................................................... 46
Vervangen van de lamp ........................................ 50
Verzadiging ........................................................... 38
VIDEO aansluiting ................................................. 18
VIDEO toets .......................................................... 26
Video-ops. ............................................................ 41
Videosysteem ....................................................... 41
V-Pos .................................................................... 40
Waarde ................................................................. 38
Wit benadr. ...........................................................39
ZOOM 14:9 ........................................................... 30
Zoomring .............................................................. 23
Aanhangsel
-63
SHARP CORPORATION
In China gedruckt Triykt i Kina Stampato in Cina Gedrukt in China TINS-E015WJZZ 09P01-CH-NM
Loading...