Sharp XV-Z10E User Manual [nl]

XV-Z10E
PROJECTOR PROJEKTOR PROJECTEUR PROJEKTOR PROYECTOR PROIETTORE PROJECTOR
OPERATION MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG MODE D’EMPLOI BRUKSANVISNING MANUAL DE MANEJO MANUALE DI ISTRUZIONI GEBRUIKSAANWIJZING
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
NEDERLANDS
IBELANGRIJK
Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 14 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z10E
Serienummer:
WAARSCHUWING: Sterke lichtbron, kijk niet rechtstreeks in de laserstraal. Let vooral op dat kinderen
niet rechtstreeks in de laserstraal kijken.
WAARSCHUWING: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of
een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
VOORZICHTIG:
Verminder de kans op een elektrische schok. Verwijder derhalve de behuizing van het apparaat niet. Er bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen binnenin het apparaat. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in standby is gezet. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd in standby met de STANDBY-toets op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
Inleiding
NL
-1
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Wanneer de lamp breekt ontstaat er een potentieel gevaar met de glasdeeltjes.
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD. HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP. REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-PGB10S//1 ONLY. UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING. HIGH PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
PRECAUTIONS A OBSERVER LORS DU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT DE RETIRER LA VIS. L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE. NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE TYPE BQC-PGB10S//1. RAYONS ULTRAVIOLETS : PEUVENT ENDOMMAGER LES YEUX. ETEINDRE LA LAMPE AVANT DE PROCEDER A L’ENTRETIEN. LAMPE A HAUTE PRESSION : RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE. A MANIPULER AVEC PRECAUTION, SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE BQC-PGB10S//1. UV-STRALING: KAN OOGLETSEL VEROORZAKEN. ZET DE LAMP UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD. HOGEDRUKLAMP: EXPLOSIEGEVAAR. INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING.
NL
-2
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen
De afbeeldingen en schermweergaven in deze handleiding zijn vereenvoudigd omwille van de duidelijkheid en kunnen enigszins verschillen van de werkelijke weergave.
Gebruik van het menuscherm
Inleiding
In-beeld-display
De toets die gebruikt wordt in deze stap
De menuschermen stellen u in staat het beeld en diverse projectorinstellingen te regelen. menukeuzes zijn verschillend, afhankelijk van de invoermodus) Het menu kan worden bediend met de projector of met de afstandsbediening.
Menuselectie (afstellingen)
1
Druk op .
Opmerking
Het menuscherm “Beeld” voor de gekozen ingangsfunctie wordt weergegeven.
-36
NL
Invoertoets (ENTER)
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
', ", \, | toetsen
Invoertoets (ENTER)
MENU-toets (MENU)
MENU-toets (MENU)
', ", \, | toetsen
(De
De toetsen die bij deze bediening gebruikt worden
Info
............... Instructies voor het bedienen van de projector.
Opmerking
..... Aanvullende informatie over de installatie en de bediening van de projector.
Verwijzingen
Onderhoud Oplossen van problemen
Bladzijde 60
Bladzijden 63 en 64
Verklarende woordenlijst
Bladzijde 67
NL
-3
Inhoud
Inleiding
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen .......... 3
Inhoud ....................................................................... 4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .......
Korte gebruiksaanwijzing ....................................... 8
Benaming van de onderdelen ............................... 10
Accessoires ............................................................ 14
Gebruik van de afstandsbediening ...................... 15
Bedieningsbereik .......................................................... 15
Plaatsen van de batterijen ............................................15
Aansluiten en opstellen
Opstellen van het scherm ..................................... 16
Schermgrootte en projectie-afstand ......................... 17
Projecteren van een spiegelbeeld ............................ 18
Aansluiten van de projector
op andere apparaten ........................................ 19
Alvorens aan te sluiten ............................................. 19
Aansluiten van het netsnoer .......................................... 20
Aansluiten op videoapparatuur ................................ 21
Aansluiten op videoapparatuur met een
S-video-uitgang (INGANG 2) .................................... 21
Aansluiten op videoapparatuur zonder een
S-video-uitgang (INGANG 3) .................................... 21
Aansluiten op videoapparatuur met een
componentuitgang (INGANG 1) ............................... 22
Aansluiten van de projector op een computer ......... 24
Aansluiting op een computer met de RGB-kabel ......... 24
Bedienen van de projector met een computer ......... 25
Aansluiten op een computer met behulp
van een RS-232C-kabel ............................................ 25
Basisbediening
Beeldprojectie ........................................................ 26
De projector inschakelen .............................................. 26
De INGANG-functie omschakelen ................................ 27
Het volume instellen ......................................................27
Tijdelijk het geluid uitschakelen .................................... 28
Uitschakelen van de stroom
(De projector in de stand-bymodus zetten) ..............28
Correctie van perspectivische vervorming ................... 29
Instellen van de lens ..................................................... 30
Gebruik van de stelvoetjes ...........................................31
Variabele lens-shift-functie ....................................... 32
De positie van het geprojecteerde beeld instellen ....... 33
Stilstaand beeld ..................................................... 33
Stilzetten van een bewegend beeld ............................. 33
De Beeldschermmodus selecteren ...................... 34
Het Beeldscherm omschakelen met behulp van
verschillende ingangssignalen. ................................ 34
Aanpassingen en instellingen
Gebruik van het menuscherm .............................. 36
Menuselectie (afstellingen) ........................................... 36
5
Menuselectie (instellingen) ........................................... 38
Menu-onderdelen ................................................... 40
Instellen van het beeld .......................................... 42
Het beeld instellen ........................................................ 42
Kleurtmp (Kleurtemperatuur instellen) .......................... 43
Gamma (Gammacorrectie) ........................................... 43
Signaaltype (de instelling Signaaltype) ........................ 44
Beeldinstelling (Opslaan en oproepen van instellingen) .......
Instellen van het computerbeeld .......................... 45
Het computerbeeld instellen .........................................45
Speciale func. (Instellen van speciale functies) ........... 45
Automat.sync. (Instellen van de
automatische synchronisatie) ................................... 46
Signaal info (Controleren van het ingangssignaal) .......46
Gebruik van het menu “Opties” ........................... 47
Lamptimer (duur) (Controleren van de resterende
levensduur van de lamp) .......................................... 47
OSD Display (Instellen van het on-screen display) ...... 47
Videosysteem (Instellen van het videosignaal) ............. 48
Achtergrond (Kiezen van een start- en
achtergrondbeeld) .................................................... 48
Eco-functie (Instellen van de Eco-functie) .................... 49
Auto Power Off (Automatische uitschakeling) .............. 49
Menupositie (Selecteren van de positie van het
menuscherm) ............................................................50
Menukleur (Selecteren van de Menukleur) ................... 50
De taal voor het in-beeld-display
selecteren en de projectiemodus. .................. 51
Kiezen van de taal van het in-beeld-display ................. 51
Het geprojecteerde beeld omkeren .............................. 51
Aanhangsel
Onderhoudsindicators .......................................... 52
Over de lamp .......................................................... 54
Lamp ............................................................................. 54
Waarschuwing in verband met de lamp ....................... 54
Vervangen van de lamp ................................................54
Verwijderen en installeren van de lampeenheid ...........55
Terugstellen van de lamptimer ...................................... 56
Toeknnin van de aansluitpinnen ........................... 57
RS-232C Specificatie en opdrachtinstellingen .... 58
Tabel met compatibele computers ....................... 59
Onderhoud .............................................................. 60
De luchtfilter vervangen ........................................ 61
De onderste luchtfilter schoonmaken en vervangen .... 61
Oplossen van problemen ...................................... 63
Technische gegevens ............................................ 65
Afmetingen ............................................................. 66
Verklarende woordenlijst ...................................... 67
Index ........................................................................ 68
44
NL
-4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Inleiding
LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor
later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1.
Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3.
Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4.
Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5.
Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6.
Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7.
Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8.
Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9.
Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10.
Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatie­openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11.
Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12.
Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker. b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13.
Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14.
Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15.
Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16.
Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17.
Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18.
Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht is
gekomen. c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of water. d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden
aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere
bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd
worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor
een juiste werking van het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen
worden. e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd. f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert. Dit
19.
20.
21.
22.
duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
NL
-5
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
NL
-6
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw projector opstelt.
Inleiding
Voorzichtig met de lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen glassplinters gevaar veroorzaken. Indien de lamp gesprongen is, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de lamp te laten vervangen. Zie Vervangen van de lamp” op bladzijde 54.
BQC-PGB10S//1
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze pro-jector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffig en rokerig is. Wanneer de projec­tor aan dergelijke omstandigheden wordt blootgesteld moeten de lens en delen van het filter vaker worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan aan direct zonlicht of fel licht.
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
De projector kan veilig worden gekanteld tot een hoek van maximaal 12 graden.
Plaats de projector binnen een hoek van ±12 graden ten opzichte van de horizontale stand.
12°
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/of trillingen.
Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak ervan wordt geraakt of beschadigd.
Bevestig de projector niet onderste boven aan het plafond.
Gebruik de lens-shift-functie als u het beeld vanaf een hoge positie projecteert.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
Het gedurende langere tijd ononderbroken kijken naar het scherm is zeer.
Vermijd plaatsen met extreme temperaturen.
De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen +5°C en +35°C.
De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen –20°C en +60°C.
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Laat tenminste 20 cm ruimte tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet geblokkeerd zijn.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening de projector automatisch in standby schakelen. Dit duidt niet op een defect. Haal de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact en wacht minstens 10 minuten. Plaats de projector zodanig dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn geblokkeerd, steek dan de stekker weer in het stopcontact en zet de projector aan. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren.
Voorzichtig bij het vervoeren van de projector
Tijdens het vervoer moet u ervoor zorgen dat de projector niet onderhevig is aan sterke schokken en/of trillingen, aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder voorzichtig met de lens. Alvorens de projector te verplaatsen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels die op de projector aangesloten zijn los.
Draag de projector niet aan de lens.
Zorg er voor, als u de projector transpor teert, dat u de transportbeveiliging van de lens heeft vastgemaakt en het lensdopje op de lens heeft bevestigd.
Andere aangesloten apparatuur
Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt getrokken en de aan te sluiten apparatuur hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te sluiten apparatuur door en volg de instructies betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het land waar u zich bevindt.
Temperatuur­verklikkerfunctie
Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een verkeerde instelling of geblokkeerde
ventilatiegleuven, lichten en linksonder in beeld op. Als de temperatuur nog
verder oploopt, zal de lamp uitgaan en zal de temperatuurindicator (TEMP.) op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal de projector na een afkoelperiode van 90 seconden zichzelf in standby schakelen. Zie Onderhoudsindicators op bladzijde 52 fvoor meer informatie.
Info
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan beschadiging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur, aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.
NL
-7
Korte gebruiksaanwijzing
In deze paragraaf wordt kort ingegaan op het gebruik van de projector. Zie de pagina voor uitgebreide informatie over iedere procedure.
Vanaf de installatie tot aan de projectie
In het hieronder staande voorbeeld wordt uitgelegd hoe de projector en de videoapparatuur aangesloten worden op de S-video-aansluiting.
3 ON-toets
4 Ingangsfunctie-toets (INPUT)
5 Insteltoetsen
('"\ |)
6 STANDBY-toets
5 Zoomknop
5 Scherpstelring
5 Lens-shift-
hendeltje
5 Hoogte aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST)
6 STANDBY-toets
3 ON-toets
5 Trapeziumvorm-
toets (KEYSTONE)
5 Insteltoetsen
('"\ |)
4 Ingang 2-toets
(INPUT 2)
Plaats de batterijen in het compartiment van de afstandsbediening. (Zie pagina 15.)
1.
Richt de lens van de projector naar de muur of het projectiescherm
Bladzijde 16
2. Sluit de projector aan op de videoapparatuur en steek het
netsnoer in de netingang van de projector.
Speel, na het aansluiten, het videobeeld af.
Zie blz. 12, 22, 23, 24 en 25 voor het aansluiten van andere apparaten.
Bladzijden 20, 21
3. Schakel de projector in
Druk op de AAN-knop, om de projector in te schakelen.
Op de afstandsbedieningOp de projector
NL
Bladzijde 26
-8
4. Selecteer de INGANG-functie
Selecteer “INGANG 2 met behulp van de Ingangsfunctietoetsen (INPUT) op de projector of de Ingangsfunctietoetsen (INPUT 2) op de afstandsbediening.
Op de projector
Op de afstandsbediening
"In-beeld-display
Inleiding
Als u op de projector op drukt, schakelt de Ingangfunctie om naar
Als u de afstandsbediening wilt gebruiken, druk dan op / / om om te schakelen naar de INGANG-functie.
INGANG 1 INGANG 2 INGANG 3
.
Bladzijde 27
5. Stel het geprojecteerde beeld in
11
1 Stel het geprojecteerde beeld scherp en pas de grootte hiervan aan
11
Scherpstellen
Stel het geprojecteerde beeld scherp met behulp van de scherpstelring.
Bladzijde 30
22
2 Stel de positie van het geprojecteerde beeld en de projectiehoek in
22
Positie van de projectie
Stel de positie
van het geprojecteerde beeld in met behulp van de lens-shift hendeltje.
Zoomen
Stel de geprojecteerde beeldgrootte in met behulp van de zoomknop.
Hoek
Stel de projectiehoek in met behulp van de Hoogte aanpassentoets (HEIGHT ADJUST).
Inzoomen
Uitzoomen
Bladzijde 30
Bladzijde 31Bladzijde 32
33
3 Corrigeer de trapeziumvervorming
33
Trapeziumvervorming corrigeren met behulp van perspectivische vervorming.
Op de
afstandsbediening
Comprimeert de bovenkant.
Comprimeert de onderkant.
Bladzijde 29
6. Schakel de spanning uit
Druk op de STANDBY-toets. Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven, drukt u nogmaals op deze toets, om de projector in de stand-bystand te zetten.
Op de projector
Trek het netsnoer uit het stopcontact, nadat de ventilator is gestopt.
Op de afstandsbediening
"In-beeld-display
Bladzijde 28
NL
-9
Benaming van de onderdelen
Nummers in verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp wordt uitgelegd. Het uiterlijk van het product kan zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
Projector (voor- en bovenaanzicht)
Schakelt het apparaat in.
ON-toets
Bedrijfsindicator
STANDBY-toets
Schakelt de projector in standby.
Lampindicator (LAMP)
Temperatuurindicator (TEMP.)
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar het vorige
Afstandsbedieningssensor
Bedrijfsindicator
Lampindicator (LAMP)
Temperatuurindicator (TEMP.)
26
52
28
52
52
29
display.
15
11
11
11
Ingangsfunctietoets (INPUT)
27
Voor het inschakelen van ingangsfunctie 1, 2 of 3.
Schermgroottetoets (RESIZE)
34
Voor het overschakelen van het beeldscherm. (REK, ZIJBALK, enz.).
Insteltoetsen (', ", \, |)
29
Voor het selecteren van menu-items.
Voor het instellen van de
trapeziumvervorming-correctie in de functie voor het corrigeren van trapeziumvervorming.
Volume-toetsen (VOL)
27
Voor het afstellen van het geluidsniveau van de luidspreker.
Invoertoets (ENTER)
37
Voor het instellen van in het menu geselecteerde of gewijzigde items.
36
MENU-toets (MENU)
Voor het weergeven van instelschermen.
Scherpstelring
30
Voor het scherpstellen van de geprojecteerde beeldgrootte.
Voor het instellen van
de geprojecteerde
Voorste stelvoetje
(aan de onderkant
van de projector)
Hoogte aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST)
-10
NL
Zoomknop
beeldgrootte.
30
31
31
Monteren en verwijderen van de lensdop
Druk op de twee toetsen van de lensdop en monteer hem op de lens. Laat de toetsen dan los om de dop op zijn plaats te vergrendelen.
Druk op de twee toetsen van de lensdop en verwijder hem van de lens.
Inlaatopening
60
Luidspreker
Lens-shift-hendeltje
32
Voor het instellen van de positie van de projectie, door de lens omhoog en omlaag en van links naar rechts (360°) te bewegen.
De indicatielampjes op de projector
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator
Inleiding
Bedrijfsindicator
Lampindicator (LAMP)
Temperatuurindicator (TEMP.)
Hoofdindicatoren
Bedrijfsindicator
Lampindicator (LAMP)
Temperatuurindicator (TEMP.)
Status van de lamp
Licht groen op/Licht rood op ... Normaal Knippert rood ... Abnormaal
Licht groen op ... Normaal Knippert groen ... De lamp wordt opgewarmd. Licht rood op ... Vervang de lamp.
Uit ... Normaal Licht rood op ... De inwendige temperatuur is abnormaal hoog.
De transportbeveiliging van de lens bevestigen en verwijderen
Als u de transportbeveiliging van de lens bevestigt, zorgt er dan voor dat het lens-shift-hendeltje in de middelste stand staat. Als de lens naar boven of naar beneden verschoven is, kan de transportbeveiliging van de lens niet bevestigd worden.
Bladzijde
52
52
52
NL
-11
Benaming van de onderdelen
Projector (achteraanzicht)
RS-232C-aansluiting
De computer aansluiten om de projector te bedienen. (Zie bladzijde 25.)
Kensington Security Standard-connector
Ingangsaansluiting 1 (INPUT 1)
Videoapparatuur aansluiten op de ingang van de componentaansluiting (DVD­speler, DTV-decoder enz.). (Zie bladzijde 22.) De computer aansluiten. (Zie bladzijde 24.)
Afstandsbedieningssensor (Zie
Ingangsaansluiting 3 (INPUT 3)
Videoapparatuur aansluiten zonder S-VIDEO-aansluiting. (Zie bladzijde 21.)
bladzijde
Ingangsaansluiting 2 (INPUT 2)
Videoapparatuur aansluiten op de ingang van de S-VIDEO­uitgangsaansluiting (videorecorder, DVD-speler enz.). (Zie bladzijde 21.)
15.)
Geluidsingangs-aansluiting (AUDIO INPUT)
Een audiokabel aansluiten (Geluidsingangsaan-sluiting voor INGANG 1, 2 en 3). (Zie bladzijden 21-24.)
Gebruik van het Kensington-slot
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging van de projector.
-12
NL
Nummers in verwijzen naar de hoofdpaginas in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp wordt uitgelegd.
Afstandsbediening (vooraanzicht)
Signaalzenders voor afstands
15
bediening
ON-toets
26
Schakelt het apparaat in.
Schakelt de projector in standby.
STANDBY-toets
28
MENU-toets (MENU)
36
Voor het weergeven van instelschermen.
Inleiding
Trapeziumvorm-toets (KEYSTONE)
Voor het inschakelen van de functie voor het
corrigeren van trapeziumvervorming.
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar het vorige
Ingangsfunctietoetsen (INPUT)
Om te wisselen tussen de verschillende
ingangsmodi.
Automatische-synchronisatietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van beelden
bij aansluiting op een computer.
RGB/COMP.-toets
Voor het omschakelen van het signaaltype
(RGB of Component).
Volume-toetsen (VOL)
Voor het afstellen van het geluidsniveau
van de luidspreker.
29
29
display.
27
46
44
27
Insteltoetsen ('"\|)
29
Voor het selecteren van menu-items.
Voor het instellen van de
trapeziumvervorming-correctie in de functie voor het corrigeren van trapeziumvervorming.
Invoertoets (ENTER)
37
Voor het instellen van in het menu geselecteerde of gewijzigde items.
Schermgrootte-toets (RESIZE)
34
Voor het overschakelen van het beeldscherm. (REK, ZIJBALK, enz.).
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
33
Voor het stilzetten van beelden.
44
Beeldinsteltoets (PICTURE SETTING)
Voor het selecteren van de geheugenpositie.
28
MUTE-toets
Voor het tijdelijke uitschakelen van het geluid.
NL
-13
Accessoires
Meegeleverde accessoires
Afstandsbediening
Netsnoer* (1)
Twee batterijen (AA-formaat)
(2)
(3)
Voor Europa, uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk. (1,8 m)
* Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
21-pins conversiestekker (Enkel leverbaar in Europa)
Transportbeveiliging van
de lens (bevestigd)
Voor het Verenigd Koninkrijk, Hong Kong en Singapore (1,8 m)
Drie RCA-adapterstekkersVideokabel
Lensdop (bevestigd) Extra luchtfilter
Gebruiksaanwijzing
Voor Australië, Nieuw- Zeeland en Oceanië (1,8 m)
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel (3,0 m)
Optionele accessoires
Computer RGB-kabel (10,0 m)
AN-C10BM (15-pins mini D-sub mannelijke aansluiting)
Sommige kabels kunnen niet gebruikt worden, vanwege de vorm van de contrastekker. Controleer de specificaties op de computer. Het kan zijn dat u een adapter (in de handel verkrijgbaar) nodig heeft voor de aansluiting.
Opmerking
Afhankelijk van het land, kunnen sommige accessoires niet leverbaar zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
-14
NL
Gebruik van de afstandsbediening
Bedieningsbereik
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Opmerking
Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden, hangt af van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen of blootstelt aan vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken onder een fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere afstand van de fluorescentielamp.
Plaatsen van de batterijen
Signaalzenders voor afstands bediening
Afstandsbedieningssensor
30°
30°
30°
Afstandsbediening
Inleiding
30°
30°
7 m
De batterijen (twee batterijen (AA-formaat)) zitten in de verpakking.
1 Druk op het teken ▲ op het deksel
en schuif het in de richting van de pijl.
2
Plaats de meegeleverde batterijen.
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens
en in het batterijvak.
3 Bevestig het deksel en schuif het
in de richting van de pijl tot het vastklikt.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van batterijen tegelijk.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk. Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken. Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een doek te verwijderen.
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening voor een lange periode niet g
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
aat gebruiken.
NL
-15
Opstellen van het scherm
Plaats de projector verticaal naar het scherm, waarbij alle stelvoetjes zijn ingetrokken en zet (zonder gebruik te maken van de stelvoetjes) de projector waterpas neer om een zo optimaal mogelijk beeld te krijgen.
Opmerking
De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het bekijken ervan bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Standaardopstelling (frontprojectie)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde
17.)
Voorbeeld van een standaardopstelling
Schermgrootte: 100 inch (254 cm) (Als u een breedbeeld scherm (16:9) gebruikt)
Zijaanzicht
Scherm
H1 : 1,2 m
H2 –14,8 cm
Bovenaanzicht
Scherm
2,2 m : W
Midden van het scherm
Midden van de lens
Bovenste lens-shift-positie (Installatie hoge bevestiging)
Midden van de lens
Onderste lens-shift-positie (Installatie desktop)
Midden van de lens
Uiterst linkse lens-shift-positie
Midden van de lens
De afstand tussen het scherm
en de projector hangt af van de grootte van het scherm.
Bladzijde 17
U kunt de standaardinstellingen
gebruiken wanneer de projector voor het scherm wordt geplaatst. Als het geprojecteerde beeld is omgekeerd, moet u in het menu Projectie de optie veranderen in Voor”.
Bladzijde 51
Plaats de projector zodanig dat
een denkbeeldige horizontale lijn die door het midden van de lens loop, loodrecht op het scherm staat.
NL
-16
Uiterst rechtse lens-shift-positie
Schermgrootte en projectie-afstand
Als u een breedbeeld scherm (16:9) gebruikt
Als u een 16:9 afbeelding, wilt weergeven op het hele 16:9 scherm.
16
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte
Minimum [L1] Maximum [L2] Onderste [H1] Bovenste [H2]
300 6,6 m 3,7 m 9,2 m 11,5 m 418,5 cm –44,3 cm 178,5 cm 178,5 cm
250 5,5 m 3,1 m 7,7 m 9,6 m 348,8 cm –36,9 cm 148,8 cm 148,8 cm
Afstand tussen het midden van de lens
en de onderrand van het beeld [H]
Afstand vanaf het midden van de lens
tot aan het midden van het beeld [W]
Links Rechts
225 5,0 m 2,8 m 6,9 m 8,6 m 313,9 cm –33,2 cm 133,9 cm 133,9 cm
9
200 4,4 m 2,5 m 6,1 m 7,7 m 279,0 cm –29,5 cm 119,0 cm 119,0 cm
150 3,3 m 1,9 m 4,6 m 5,7 m 209,3 cm –22,1 cm 89,3 cm 89,3 cm
133 2,9 m 1,7 m 4,1 m 5,1 m 185,5 cm –19,6 cm 79,1 cm 79,1 cm
: Beeldgebied
106 2,4 m 1,3 m 3,2 m 4,0 m 147,9 cm –15,6 cm 63,1 cm 63,1 cm
100 2,2 m 1,3 m 3,0 m 3,8 m 139,5 cm –14,8 cm 59,5 cm 59,5 cm
92 2,0 m 1,2 m 2,8 m 3,5 m 128,3 cm –13,6 cm 54,7 cm 54,7 cm
84 1,9 m 1,1 m 2,6 m 3,2 m 117,2 cm –12,4 cm 50,0 cm 50,0 cm
72 1,6 m 0,9 m 2,2 m 2,7 m 100,4 cm –10,6 cm 42,8 cm 42,8 cm
60 1,3 m 0,7 m 1,8 m 2,3 m 83,7 cm –8,9 cm 35,7 cm 35,7 cm
40 0,9 m 0,5 m 1,2 m 1,5 m 55,8 cm –5,9 cm 23,8 cm 23,8 cm
χ
L: Projectie-afstand(m) L1: Minimale projectie-afstand (m) L2: Maximale projectie-afstand (m) H: H1: H2: W:
Als u een normaal scherm (4:3) gebruikt
Als u een 16:9 afbeelding, volledig in de breedte wilt weergeven op het 4:3 scherm.
4
: Beeldgrootte (diagonaal) (in)
Afstand tussen het midden van de lens en de onderrand van het beeld (cm) Minimale afstand vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant van het beeld (cm) Maximale afstand vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant van het beeld (cm) Afstand vanaf het midden van de lens tot aan het midden van het beeld (cm)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte
Minimum [L1] Maximum [L2] Onderste [H1] Bovenste [H2]
Afstand tussen het midden van de lens
en de onderrand van het beeld [H]
300 6,1 m 4,6 m 8,5 m 10,6 m 384,3 cm –40,6 cm 163,5 cm 163,5 cm
250 5,1 m 3,8 m 7,0 m 8,8 m 320,3 cm –33,8 cm 136,3 cm 136,3 cm
200 4,1 m 3,0 m 5,6 m 7,0 m 256,2 cm –27,0 cm 109,0 cm 109,0 cm
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand L1 (m) = 0,0308χ – 0,035 L2 (m) = 0,0385χ – 0,035 H1 (cm) = 1,395 H2 (cm) = 0,1475 W (cm) = 0,595
χ
χ
χ
Afstand vanaf het midden van de lens
tot aan het midden van het beeld [W]
Links Rechts
150 3,0 m 2,3 m 4,2 m 5,3 m 192,2 cm –20,3 cm 81,8 cm 81,8 cm
100 2,0 m 1,5 m 2,8 m 3,5 m 128,1 cm –13,5 cm 54,5 cm 54,5 cm
3
84 1,7 m 1,3 m 2,3 m 2,9 m 107,6 cm –11,4 cm 45,8 cm 45,8 cm
72 1,5 m 1,1 m 2,0 m 2,5 m 92,2 cm –9,7 cm 39,2 cm 39,2 cm
60 1,2 m 0,9 m 1,7 m 2,1 m 76,9 cm –8,1 cm 32,7 cm 32,7 cm
: Schermgebied : Beeldgebied
40 0,8 m 0,6 m 1,1 m 1,4 m 51,2 cm –5,4 cm 21,8 cm 21,8 cm
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (in) L: Projectie-afstand(m) L1: Minimale projectie-afstand (m) L2: Maximale projectie-afstand (m) H:
Afstand tussen het midden van de lens en de onderrand van het beeld (cm)
H1:
Minimale afstand vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant van het beeld (cm)
H2:
Maximale afstand vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant van het beeld (cm)
W:
Afstand vanaf het midden van de lens tot aan het midden van het beeld (cm)
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
0,0283χ – 0,032
L1 (m) = L2 (m) =
0,0353χ – 0,032 H1 (cm) = H2 (cm) = W (cm) =
1,281 0,1352
0,545
χ
χ
χ
Opmerking
Bovenstaande waarden kunnen ± 3% afwijken.
Waarden met een minteken () geven de afstand tussen het midden van de lens en de onderrand van het
beeld aan.
Aansluiten en opstellen
Indicatie van de grootte van het projectiebeeld en de projectie-afstand
Voorbeeld: Als u een breedbeeld scherm (16:9) gebruikt
Beeldgrootte
300"
200"
100"
84"
60"
1,3 m 0,7 m
2,2 m
1,9 m
×
×
1,8 m – 2,3 m
×
1,1 m
2,6 m – 3,2 m
4,4 m
1,3 m
6,6 m × 3,7 m
×
2,5 m
3,0 m – 3,8 m
6,1 m – 7,7 m
Midden
Projectie-afstand
9,2 m – 11,5 m
NL
-17
Opstellen van het scherm
Projecteren van een spiegelbeeld
Projectie van achter het scherm
Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
Spiegel het beeld door het menu Projectie in te stellen opAchter. (Zie bladzijde 51.)
Publiek
Doorzichtig scherm
Projectie via een spiegel
Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
Als het doorzichtig scherm tussen de spiegel en het publiek
geplaatst wordt, dient u in het menu Projectie de optie in te stellen op Voor. (Zie bladzijde 51.)
Als de spiegel wordt geplaatst aan de kant van het publiek, dient u in het menu Projectie de optie in te stellen op Achter”. (Zie bladzijde 51.)
Stel in op “Voor
Spiegel
Stel in op Achter
Als het beeld van achter het doorzichtige projectiescherm wordt geprojecteerd, gebruikmakend van de standaardinstelling.
In-beeld-display
Stel in op Achter”.
In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven.
Doorzichtig scherm
Publiek
Publiek
Spiegel
Info
Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat
zowel de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
-18
NL
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Alvorens aan te sluiten
Opmerking
Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat het netsnoer van de projector uit het stopcontact is getrokken en dat de aan te sluiten apparaten uitgeschakeld zijn. Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projector en vervolgens de andere apparaten in. Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.
Deze projector kan worden aangesloten op:
Videoapparatuur of audiovisuele apparatuur:
Een videorecorder of ander audiovisuele toestel (Zie bladzijde 21.)
Een DVD-speler of DTV
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het
nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Een computer met behulp van:
Een RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar of los verkrijgbaar) (Zie bladzijde 24.)
Een RS-232C-kabel (null-modem, kruislingstype, in de handel verkrijgbaar) voor het bedienen van de projector (Zie bladzijde 25.)
* -decoder (Zie bladzijde 22.)
Aansluiten en opstellen
Aansluiten van de schroefkabels
Sluit de duimschroefkabel aan en let daarbij op dat deze goed in de aansluiting past. Zet vervolgens de stekker stevig vast door de schroeven aan weerszijden vast te draaien.
NL
-19
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten van het netsnoer
Steek het meegeleverde netsnoer in de netingang op de achterkant van de projector.
Opmerking
Na het uitschakelen van de projector en het uittrekken van het netsnoer uit het stopcontact, wordt de projector in de stand­bystand gezet, als u het netsnoer in het stopcontact steekt.
Meegeleverd
accessoire
Netsnoer
NL
-20
Loading...
+ 49 hidden pages