• Vul het model- en serienummer in, dat
staat aangegeven op het achterpaneel
van de projector. Deze informatie heeft u
nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde
accessoires, zoals beschreven onder
“Bijgeleverde accessoires” op blz.
deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de
doos aanwezig zijn voor u de verpakking
recyclet.
11 van
Modelnummer:
Serienummer:
ii
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fi tted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating
a 10A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse
marked
of the plug, must be used.
Always refi t the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse
cover fi tted.
In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug
supplied, cut off the mains plug and fi t an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in a safe manner.
Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 13A socket
outlet, as a serious electric shock may occur.
To fi t an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
WARNING:
THIS APPARATUS MUST BE EARTHED.
IMPORTANT:
The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with
the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured green-and-yellow must be connected to the terminal in the
•
The wire which is coloured blue must be connected to the terminal which is marked
•
The wire which is coloured brown must be connected to the terminal which is marked
•
or and of the same rating as above, which is also indicated on the pin face
Green-and-yellow : Earth
Blue : Neutral
Brown : Live
plug which is marked by the letter E or by the safety earth symbol
or green-and-yellow.
with the letter N or coloured black.
with the letter L or coloured red.
or coloured green
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Unie
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Spanish,
Italian, Dutch, Swedish, Portuguese, Korean, Chinese and Arabic. Carefully read through the
operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch,
Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Schwedisch, Portugiesisch, Koreanisch, Chinesisch
und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors
sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français,
espagnol, italien, néerlandais, suédois, portugais, coréen, chinois et arabe. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés,
español, italiano, holandés, sueco, portugués, coreano, chino y árabe. Lea cuidadosamente
las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, spagnolo,
italiano, olandese, svedese, portoghese, coreano, cinese e arabo. Leggere attentamente le
istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Spaans,
Italiaans, Nederlands, Zweeds, Portugees, Koreaans, Chinees en Arabisch. Lees de
handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska,
spanska, italienska, holländska, svenska, portugisiska, koreanska, kinesiska och arabiska.
Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês,
Espanhol, Italiano, Holandês, Sueco, Português, Coreano, Chinês e Árabe. Leia
cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
iv
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik
neemt.
Inleiding
Inleiding
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN GE-
BRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let
er vooral op dat kinderen niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand
of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige
LET OP
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in
de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen
de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
driehoek maakt de gebruiker attent op
de aanwezigheid van niet-geïsoleerde
“gevaarlijke spanningen” in het
inwendige van het apparaat, die zo
groot kunnen zijn dat zij een ernstige
elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek maakt de gebruiker attent
op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die
bij het apparaat wordt geleverd.
NEDERLANDS
1
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze product worden soldeertin en een lamp die een kleine hoeveelheid
kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse
voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor
informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met
de plaatselijke autoriteiten, de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org,
de lamp recycling organisatie www.lamprecycle.org of neem contact op met
SHARP via 1-800-BE-SHARP.
ALLEEN VOOR DE V.S.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u
■
mogelijk een luid geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde
schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur.
De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en
frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten.
Wanneer de lampver vangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de
■
lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken.
Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector
■
verspreid worden. In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten verwijderen
zodat een veilige werking gewaarborgd is.
Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid worden of het gas
■
dat in de lamp is kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze
lamp is kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling
aan het ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de
hulp van een arts in te roepen.
Voorzichtig
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
•
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van
•
de lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige van de projector aan.
•
Draai geen andere schroeven los dan die van het lamphuisdeksel en het lamphuis.
•
De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld. Als u de lamptimer
•
terugstelt en dan dezelfde lamp blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd worden of exploderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op blz.
■
*
U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum
laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
55 tot 57.
2
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen
1
De technische gegevens verschillen een weinig, afhankelijk van het model. U kunt echter alle
■
modellen op dezelfde wijze aansluiten en bedienen.
De afbeeldingen en schermaanduidingen in deze gebruiksaanwijzing zijn vereenvoudigd om de
•
uitleg te vergemakkelijken en kunnen enigszins afwijken van de feitelijke aanduidingen die u ziet.
Gebruik van het menuscherm
MENU/HELP toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
ENTER toets
RETURN toets
ENTER toets
Insteltoetsen
Menu-selecties (Afstellingen)
Voorbeeld: Instellen van “Helder”.
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.•
Druk op MENU/HELP.
1
Het “Beeld” me nuscherm voor de gekozen
•
ingangsfunctie verschijnt.
Druk op Q of O en selecteer
2
“Beeld” o m afstellingen te ma ken.
38
(P/R/O/Q)
RETURN toets
Druk op RETURN om terug
•
te keren naar het vor ige
scherm wanneer het menu
wordt weergegeven.
MENU/HELP toets
Voorbeeld: “Beeld” menuscherm voor
COMPUTER (RGB)-ingang
Index .....................................................64
Inleiding
... 47
5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te
nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig
ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK
KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om
de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende
basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies
in de gebruiksaanwijzing voordat u het
apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval
u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3.
Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product
en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten
nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
begint met schoonmaken. Gebruik geen
vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig
het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen
hulpstukken die niet door de fabrikant van
het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van
water; bijvoorbeeld in de buurt van een
bad, wastafel, aanrecht, wasmachine,
zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek,
karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het
apparaat zou kunnen vallen en een kind of
volwassene ernstig kunnen verwonden, en
tevens kan het apparaat zelf zwaar worden
beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek,
karretje, statief, steunbeugel of tafel die door
de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het
apparaat wordt verkocht. Volg voor
eventuele montagewerkzaamheden altijd de
instructies van de fabrikant op en gebruik
ook uitsluitend montage-accessoires die
door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een
verplaatsbaar rek is gezet,
dient dit voorzichtig te
worden verplaatst. Het rek
kan namelijk omvallen bij
plotseling stoppen, te
hard duwen of rijden over
een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en
openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige
werking en bescherming tegen oververhitting mogen de
ventilatie-openingen nooit worden geblokkeerd of
afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik
vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in
een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden
geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd
of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de
stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het
typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het
plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent
van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor
apparaten die gebruikt worden op batterijen of op
andere stroombronnen wordt verwezen naar de
gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de
volgende soorten stekkers. Als de stekker
niet in het stopcontact past, neemt u contact
op met uw elektricien.
Negeer de veiligheidsvoorziening van de
stekker niet.
a. Tweedraads (net)stekker.
b. Driedraads geaarde (net)stekker met
aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard
stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet
gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het
snoer door een voorwerp wordt platgedrukt.
Let hier vooral goed op in de buurt van de
stekkers, bij het stopcontact en op de plaats
waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of
wanneer u het apparaat langere tijd niet
denkt te gebruiken, de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit
om beschadiging van het apparaat te
voorkomen als gevolg van blikseminslag of
plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
6
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren
en stekkerdozen niet overbelast worden,
want dit kan resulteren in brand of een
elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en
vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen
in de behuizing van het apparaat naar
binnen, omdat deze dan onderdelen die
onder hoogspanning staan kunnen raken
of kortsluiting kunnen veroorzaken, met
brand of een elektrische schok tot gevolg.
Let tevens op dat er nooit vloeistof op het
apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te
repareren. Bij het openen of verwijderen
van de afdekplaten stelt u zich bloot
aan een ernstige elektrische schok en
andere gevaren. Laat reparatie over aan
erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie
vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en het
apparaat door erkend onderhoudspersoneel
laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is
beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat terecht is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is
geweest aan regen of water.
d. Als de normale aanwijzingen worden
opgevolgd, maar het apparaat niet juist
functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de
gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
Bij een onjuiste instelling van andere
bedieningsorganen kan het apparaat
mogelijk beschadigd worden, met tot
gevolg dat reparatiewerkzaamheden
voor een juiste werking van het apparaat
door erkend onderhoudspersoneel
moeilijker en duurder kunnen worden.
e.
Als het apparaat is gevallen of de
behuizing is beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed
functioneert. Dit duidt erop dat het tijd is
voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten
worden, zorg er dan voor dat het
onderhoudspersoneel uitsluitend
onderdelen gebruikt die door de fabrikant
worden aanbevolen of die dezelfde
eigenschappen hebben als de originele
onderdelen. Het gebruik van andere
onderdelen kan brand, een elektrische
schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat
u zeker weet dat het apparaat juist en veilig
functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de
aanbevelingen van de fabrikant aan een
wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen zoals verwarmingsradiators,
haarden, kachels en andere voorwerpen
(inclusief versterkers) die warmte afgeven.
Inleiding
DLP® en het DLP-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Texas Instruments, en
•
BrilliantColor™ en DLP
•
Microsoft
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in
®
Link™ zijn handelsmerken van Texas Instruments.
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
•
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation
in de Verenigde Staten.
•
Adobe® Reader® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
•
Macintosh
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde
Staten en/of in andere landen.
•
PJLink is een gedeponeerd handelsmerk of een applicatiehandelsmerk in Japan, de
Verenigde Staten, Canada, de E.U., China en/of andere landen/regio's.
•
Alle andere namen van fi rma's of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van de respectievelijke ondernemingen.
Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die
•
toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen,
aanpassen, vertalen, verspreiden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
7
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer
u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie betreffende de lamp
Als de lamp gesprongen is, kunnen de
■
glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie
veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet
u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde
offi ciële Sharp projectordealer of
servicecentrum voor een
nieuwe lamp.
Zie “Betreffende de lamp” op
blz. 55.
Belangrijke informatie voor het
opstellen van de projector
■
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een
optimale beeldk waliteit beveelt SHARP aan deze
projector in een ruimte te installeren die niet vochtig,
stoffi g en rokerig is. Bij gebruik van de projector in
dit soor t ruimten moeten de ventilatieopeningen en
de lens vaker dan normaal worden gereinigd.
Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de
levensduur van de projector niet verkorten mits u de
projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het
inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend
door een offi ciële Sharp projectordealer of
servicecentrum worden gedaan.
Laat uw ogen af en toe rusten.
■
Langdurig ononderbroken naar het scherm
kijken kan resulteren in vermoeidheid van de
ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
Zet de projector niet op een plaats die
blootgesteld staat aan direct zonlicht
of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct
■
zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is
blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het
scherm valt, zal de kleuren fl ets maken waardoor
het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en
dim de verlichting wanneer het scherm in een
erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen
van de projector
■
Plaats de projector op een horizontale
ondergrond binnen het afstelbereik (9
graden) van het stelvoetje.
■
Wanneer de projector de eerste maal wordt
ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de
ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en
duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen
nadat de projector een poosje is gebruikt.
8
Gebruik van de projector op grote
hoogte, zoals in de bergen (hoogten
van meer dan 1.500 meter (4.900 voet))
Wanneer u de projector op grote hoogte
■
gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de
“Ventilatormodus” op “Hoog” te zetten. Indien
dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van
het optische systeem nadelig beïnvloeden.
Gebruik de projector op hoogtes van 2.300
■
meter (7.500 voet) of minder.
Waarschuwing betreffende het opstellen
van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats
■
opstelt, moet u er goed op letten dat de
projector stevig staat, om te voorkomen
dat de projector letsel veroorzaakt
wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten
en/of hevige trillingen bloot.
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze
■
niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Vermijd plaatsen die blootgesteld
staan aan extreme temperaturen.
Het bereik voor de beschijfstemperatuur
■
van de projector loopt van 41°F tot 95°F
(+5°C tot +35°C).
Het bereik voor de opslagtemperatuur van
■
de projector loopt van –4°F tot 140°F
(–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Houd minimaal 11 13/16" (30 cm) ruimte vrij
■
tussen de uitlaatopening en de
dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet
■
zijn afgedekt.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal
■
een veiligheidsvoorziening er voor zorgen
dat de projector automatisch in de
ruststand (standby) wordt gezet, om
beschadiging als gevolg van oververhitting
te voorkomen. Dit duidt niet op een storing.
(Zie blz. 53 en 54.) Trek de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact en wacht
tenminste 10 minuten. Zet de projector
vervolgens op een plaats waar de inlaat- en
uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden,
steek de stekker weer in het stopcontact en
schakel de projector in. De projector zal
vervolgens weer normaal werken.
Belangrijke informatie betreffende het
gebruik van de projector
Als u de projector lange tijd niet gebruikt, of als
■
u de projector verplaatst, ontkoppel dan het
snoer voor netspanning van het stopcontact en
ontkoppel alle andere kabels.
■
Draag de projector niet aan de lens.
■
Wanneer u de projector opslaat, vergewist
u zich er dan van dat u het lensdeksel
plaatst.
■
Stel de projector niet bloot aan direct
zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt
van een hittebron. Dit kan namelijk
resulteren in verkleuring van de behuizing
of vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
■
Wanneer u een computer of andere
audiovisuele apparatuur op de projector
aansluit, mag u de aansluitingen pas
maken NADAT u het netsnoer van de
projector uit het stopcontact hebt gehaald
en de apparatuur die wordt aangesloten
hebt uitgeschakeld.
■
Lees de gebruiksaanwijzing van de projector
en van de apparatuur die wordt aangesloten
voor nadere bijzonderheden betreffende de
aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere
landen
De netspanning en de uitvoering van de
■
netstekker kunnen variëren, afhankelijk van
het gebied of het land waar de projector
wordt gebruikt. Als u de projector in het
buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de
juiste netspanning en met het voorgeschreven
netsnoer wordt aangesloten.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de temperatuur binen de projector
■
stijgt, door blokkade van de luchtgaten, of
door de lokatie, zal de temperatuurwaarschuwingsindicator gaan knipperen.
Als de temperatuur blijft stijgen, zal
“” gaan branden in de hoek
linksonder vanhet beeld met het knipperen
van de temperatuur-waarschuwingsindicator. Als deze situatie voortduurt, zal
de lamp uitgaan, de ventilator zal gaan
draaien en de projector zal in standby
modus gaan staan. Zie “Onderhoudsindicators” op blz. 53 en 54 voor verdere
informatie.
Info
De koelventilator regelt de inwendige
•
temperatuur automatisch. Daarom kan het
geluid van de ventilator veranderen tijdens
het gebruik van de projector. Dit duidt niet
op een storing.
Inleiding
9
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen
Op de bijgeleverde CD-ROM staan PDF-gebruiksaanwijzingen in diverse talen.
Om die gebruiksaanwijzingen te kunnen lezen, moet het Adobe
programma op uw computer (Windows
®
of Macintosh®) zijn geïnstalleerd.
®
Reader®
U kunt het Adobe® Reader® programma downloaden vanaf internet (http://www.adobe.com).
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Win dows®:
Steek de CD-ROM in het CD-ROM-station.
1
2
Dubbelklik op het “Deze computer” pictogram.
3 Dubbelklik op het “CD-ROM” station.
4 Wanneer u de gebruiksaanwijzing wilt
lezen
1) Dubbelklik op de map “MANUALS”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de gebruiksaanwijzingen
van de projector.
Wanneer u de INSTELGIDS wilt lezen
1) Dubbelklik op de map “SETUP”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de INSTELGIDS.
Opmerking
•
Als u het gewenste pdf-bestand niet kunt openen door dubbelklikken met de muis, dient u eerst het
®
Adobe
Reader® programma op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het “File”
(Bestand), “Open” (Openen) menu.
Voor Mac intos h®:
1 Steek de CD-ROM in het CD -ROM-
station.
2 Dubbelklik op het “CD-ROM” station.
3 Wanneer u de gebruiksaanwijzing wilt
lezen
1) Dubbelklik op de map “MANUALS”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de gebruiksaanwijzingen
van de projector.
Wanneer u de INSTELGIDS wilt lezen
1) Dubbelklik op de map “SETUP”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de INSTELGIDS.
INSTELGIDS
Zie de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor verdere informatie.
Toewijzing van de aansluitpinnen ··············································· 2
RS-232C technische gegevens en commando-instellingen ·····4
Instellen van de netwerkomgeving van de projector ················· 9
Controleren van de projector via een LAN ······························· 15
Instellen van de projector d.m.v. RS-232C of Telnet ··············· 20
De lamptimer van de projector terugstellen via LAN ·············· 30
Oplossen van problemen ·························································· 32
10
Accessoires
Bijgeleverde accessoires
Inleiding
Twee R-6 batterijen
Afstandsbediening
<RRMCGA829WJSA>
Netsnoer*
(1)(2)(3)(4)
Voor de Verenigde
Staten, Canada enz.
(6n (1,8 m))
<QACCDA007WJPZ>
* Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Gebruiksaanwijzingen (dit boekje <TINS-E670WJZZ>, GEBRUIKSAANWIJZING VOOR
•
STEREOSCOPISCHE 3D-PROJECTIE <TINS-E500WJZZ> en CD-ROM <UDSKAA128WJZZ>)
Opmerking
Codes tussen “< >” zijn onderdeelnummers voor vervangbare onderdelen.•
(“AA” formaat, UM/SUM-3,
HP-7 of gelijkwaardig)
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6n (1,8 m))
<QACCVA011WJPZ>
Voor Groot-Brittannië
en Singapore
(6n (1,8 m))
<QACCBA036WJPZ>
RGB kabel
(10 n (3,0 m))
<QCNWGA086WJPZ>
Voor Australië, Nieuw-
Zeeland en Oceanië
(6n (1,8 m))
<QACCLA018WJPZ>
Los verkrijgbare accessoires
■ Lampeenheid
■ Plafond-montage adapter
■ Plafondmontagebeugel
■ Plafond-montage unit
■ Plafondgemonteerde verlengbuis
■ Afstandsbediening-ontvanger
■
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel (10 n (3,0 m))
AN-D500LP <voor PG-D50X3D>
AN-D400LP <voor PG-D45X3D>
AN-60KT
AN-XGCM55 (alleen voor de V.S.)
AN-TK201 <voor AN-60KT>
AN-TK202 <voor AN-60KT>
AN-EP101B <voor AN-XGCM55>
(alleen voor de V.S.)
AN-MR2
AN-C3CP2
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige van deze los verkrijgbare accessoires niet in uw land worden verkocht. Neem
•
contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor verdere informatie.
11
Benaming en functie van de onderdelen
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze
gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Projector
KEYSTONE toets
Bovenkant
AUTO SYNC toets
Voor het automatisch
instellen van het beeld
wanneer de projector
op een computer is
aangesloten.
STANDBY/ON
toets
Voor het in- en
uitschakelen
(standby) van de
projector.
33
26
28
Voor het inschakelen van
de trapeziumvormcorrectiefunctie.
ENTER toets
38
Voor het invoeren van de
selecties of instellingen die
in het menu zijn gemaakt.
INPUT toetsen (P/R )
29
Voor het kiezen van de
ingangsfunctie.
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
38
Voor het selecteren van
de menu-onderdelen.
Spanningsindicator
Lampindicator
Temp erat uurwaarschuwingsindicator
ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het
geluid van de koelventilator
en het verlengen van de
levensduur van de lamp.
26, 53
26, 53
53
32
Voorkant
Uitlaatopening
Zoomring
Voor het vergroten/
verkleinen van het beeld.
Scherpstelring
Voor het
scherpstellen van
het beeld.
Stelvoetje
Lensdeksel
52
27
27
27
29
VOL (Volume)
29
toetsen(–O /Q+)
Voor het instellen van
de geluidssterkte van
de luidspreker.
RETURN toets
38
Voor terugkeren naar het
vorige menuscherm
tijdens menubediening.
38, 51
MENU/HELP toets
Voor het weergeven
van de instelschermen
en het helpscherm.
Afstandsbedienings-
15
sensor
Inlaatopening
52
HEIGHT
27
ADJUST hendel
Stelvoetje
27
12
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze
gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
VIDEO ingangsaansluiting
Achterkant
Aansluitingen
MONITOR OUT aansluiting
(Uitgangsaansluiting voor computer
RGB, component en analoge DVI
signalen. Gedeeld voor COMPUTER/
COMPONENT en DVI-I)
Aansluitbus voor een monitor.
COMPUTER/COMPONENT
ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en
componentsignalen.
DVI-I-ingangsaansluiting
Aansluiting voor DVI
digitale, computer
RGB- en
componentsignalen.
AUDIO 1
ingangsaansluiting
AUDIO OUT
aansluiting
Audio uitgangsaansluiting van apparaat
aangesloten op audio ingangsaansluiting.
Netstroom-aansluiting
Sluit hierop het
bijgeleverde netsnoer
aan.
Luidspreker
Handgreep
Afstandsbedieningssensor
21
22
23
23
25
46
15
23
21
22
22
Aansluitbus voor
videoapparatuur.
22
S-VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor
videoapparatuur die is uitgerust
met een S-video-aansluiting.
23
AUDIO 2 ingangsaansluiting
LAN-aansluiting
25
Aansluiting voor het via een
netwerk bedienen van de
projector vanaf een computer.
USB-aansluiting
34
Aansluiting voor
aansluiting op de
USB-poort van
de computer om
de meegeleverde
afstandsbediening
als computermuis
te kunnen
gebruiken.
RS-232C aansluiting
24
Aansluiting voor de bediening
van de projector met behulp
van een computer.
Luidspreker
46
Veilighei dsbalk
Kensington standaard
veiligheidsaansluiting
Inleiding
Gebruik van de handgreep
Draag de projector bij de handgreep die aan de zijkant zit, wanneer u de
projector wilt vervoeren.
Plaats altijd het lensdeksel op schade aan de lens te voorkomen bij
•
transport van de projector.
Til of draag de projector niet bij de lens omdat anders de lens beschadigd
•
kan worden.
Gebruik van het Kensington slot
Deze projector is uitgerust met een Kensington standaard veiligheidsaansluiting voor gebruik
•
met een Kensington MicroSaver beveiligingssysteem. Raadpleeg de documentatie die bij het
beveiligingssysteem wordt geleverd voor instructies betreffende het beveiligen van de projector.
13
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
STANDBY toets
Om de projector in de ruststand
(standby) te zetten.
COMPUTER, DVI,
S-VIDEO, VIDEO toetsen
Voor het kiezen van de
gewenste ingang.
BREAK TIMER toets
Voor het weergeven
van de pauzetijd.
MAGNIFY toetsen
Voor het vergroten/verkleinen
van een deel van het beeld.
PAGE UP/PAGE
DOWN toetsen
Hetzelfde als de [Page Up] en [Page
Down] toetsen op het toetsenbord
van een computer, bij gebruik van de
USB-poort (met behulp van een USBkabel of de los verkrijgbare ontvanger
voor de afstandsbediening).
POINTER toets
Om de cursor weer te
geven.
MOUSE/insteltoetsen
(P/R/O/Q)
Voor het verplaatsen van de
•
cursor van de computer bij gebruik van de USBpoort (met behulp van een USB-kabel of de los
verkrijgbare ontvanger voor de afstandsbediening).
Voor het selecteren van de menu-
•
onderdelen.
L-CLICK/EFFECT toets
Voor het links klikken bij
•
gebruik van de USBpoort (met behulp van een USB-kabel
of de los verkrijgbare ontvanger voor de
afstandsbediening).
Voor het wijzigen van de cursor of
•
het spotlicht gebied.
KEYSTONE toets
Voor het inschakelen
van de trapeziumvorm-correctiefunctie
AUTO SYNC toets
Voor het automatisch
instellen van het beeld wanneer de projector
op een computer is aangesloten.
ECO+QUIET toets
Voor het reduceren
van het geluid van de koelventilator en het
verlengen van de levensduur van de lamp.
26
29
32
33
34
32
34
38
34
32
28
.
33
32
26
ON toets
Voor het inschakelen
van de stroom.
FREEZE toets
33
Voor het stilzetten van het beeld.
29
AV MUTE toets
Voor het tijdelijk weergeven
van een zwart scherm en
het uitschakelen van het
geluid.
VOL +/– (Volume) toetsen
29
Voor het instellen van
de geluidssterkte van
de luidspreker.
SPOT toets
32
Om het spotlicht weer
te geven.
ENTER toets
38
Voor het invoeren van
de selecties of
instellingen die in het
menu zijn gemaakt.
R-CLICK/RETURN
34
toets
38
Voor het rechts klikken bij
•
gebruik van de USB-poort
(met behulp van een USBkabel of de los verkrijgbare
ontvanger voor de
afstandsbediening).
•
Voor terugkeren naar het
vorige menuscherm
tijdens menubediening.
MENU/HELP toets
38
Voor het weergeven
51
van de instelschermen
en het helpscherm.
RESIZE toets
30
Voor het omschakelen
van het schermformaat
(NORMA AL, REK enz.)
3D MODE toets
Zie de
GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR
STEREOSCOPISCHE
3D-PROJECTIE
(afzonderlijk geleverde).
PICTURE MODE toets
33
Voor het kiezen van het
juiste beeld.
.
14
Plaatsen van de batterijen
2
3
Druk het lipje op het deksel omlaag en verwijder
1
1
het deksel in de richting van de pijl.
Plaats de batterijen.
2
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de
•
aanduidingen in de batterijhouder.
Steek het onderste lipje van het deksel in de
3
opening en druk het deksel omlaag totdat het
deksel vastklikt.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
LET OP
De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst.
•
Alleen vervangen door alkaline of magnesium batterijen.
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
•
Batterijen van een verschillend type hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom niet gelijktijdig
•
batterijen van een verschillend type.
Meng geen nieuwe en oude batterijen door elkaar.
•
Dit kan resulteren in een kortere levensduur van de nieuwe batterijen of de oude batterijen kunnen gaan lekken.
Neem de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze leeg zijn, want anders kunnen ze gaan lekken.
•
De vloeistof uit lekkende batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg bij lekkage de batterijen met een
doek af en verwijder de batterijen daarna ook met de doek.
De batterijen die bij deze projector zijn geleverd kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal,
•
afhankelijk van hoe lang ze opgeslagen zijn geweest. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk door
nieuwe batterijen.
Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken.
•
Neem de plaatselijke wetgeving (voorschriften) in acht wanneer u de batterijen weggooit.
•
Inleiding
Bedieningsbereik
Met de afstandsbediening kan de projector
binnen het aangegeven bereik worden bediend.
Opmerking
Een andere afsta ndsbedieningssensor zit aan
•
de achterkant van de projector. (Zie blz.
U kunt het signaal van de afstandsbediening via het
•
scherm laten weerkaatsen om de bediening te
vereenvoudigen. Het effectieve bedieningsbereik zal
verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Laat de afstandsbediening niet vallen en stel deze
•
ook niet aan vocht en hoge temperaturen bloot.
De afstandsbediening kan foutief functioneren
•
als deze onder het licht van een tl-lamp wordt
gebruikt. In dit geval moet u de projector
verder van de tl-lamp vandaan plaatsen.
13.)
30°
30°
30°
30°
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Afstandsbedieningssensor
Afstandsbedieningssensor
23n (7 m)
23n (7 m)
Zender van de
Zender van de
afstandsbediening
afstandsbediening
15
Snelstartgids
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening beschreven (projector aansluiten op een computer). Zie
het bladzijdenummer dat bij elke bedieningsstap vermeld staat voor verdere informatie.
Installatie en projectie
In dit hoofdstuk wordt de aansluiting van de projector op een computer aan de hand van een
voorbeeld beschreven.
3
STANDBY/ON
toets
8
KEYSTONE toets
5
Insteltoetsen
5
(P/R/O/Q)
INPUT toetsen
6
Zoomring
4
Scherpstelring
4
HEIGHT ADJUST
4
hendel
STANDBY toets
8
ON toets
3
COMPUTER toets
6
Insteltoetsen
5
(P/R/O/Q)
KEYSTONE toets
5
1.
Plaats de projector zodanig dat deze naar een wand of scherm is gericht
2. Sluit de projector op de computer aan en steek de stekker
van het netsnoer in de netstroomaansluiting
Zie blz. 22 en 23 wanneer u andere apparatuur dan een
computer aansluit.
_Blz. 21, 25
3. Open het lensdeksel en schakel de projector in
Op de projectorOp de afstandsbediening
_Blz. 26
16
_
Blz. 18
4. Stel het geprojecteerde beeld
1 Scherpstellen.
2 Instellen van de hoogte.
3 Instellen van de schermgrootte.
_Blz. 27
5. Corrigeer de trapeziumvervorming
Voer de trapeziumvorm-correctie uit met behulp van de trapeziumvorm-correctiefunctie.
Op de projector
Op de
afstandsbediening
Samendrukken
van bovenkant.
Samendrukken
van onderkant.
_Blz. 28
6. Kies de INGANG functie
Kies “COMPUTER” met de INPUT toets op de projector of met COMPUTER op de
afstandsbediening.
Op de
projector
Wanneer u op de INPUT toetsen op de projector drukt, verschijnt de INGANGEN-lijst.
•
Druk '/" om van INPUT modus te wisselen.
Op de
afstandsbediening
INGANGEN-lijst
INGANG
COMPUTER
D
DVI-D computer
D
DVI-D video
Beeldschermdisplay (RGB)
COMPUTER
RGB
1024 × 768
_Blz. 29
Snelstartgids
7. Schakel de computer in
8. Uitschakelen van de projector
Druk op de STANDBY/ON toets van de projector of op de STANDBY toets van de
afstandsbediening en druk dan nog een keer op die toets terwijl de bevestigingsmelding
wordt aangegeven om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
Op de
projector
Op de
afstandsbediening
Beeldschermdisplay
_Blz. 26
17
Instellen van de projector
Instellen van de video
Als u deze projector buiten de V.S. gebruikt, verander dan de instelling in “0 IRE” bij Instellen van
de video. (Zie
Instellen van de projector
Voor een optimaal beeld moet de projector loodrecht ten opzichte van het scherm worden
geplaatst met de voetjes van de projector vlak en horizontaal. Er hoeft dan geen trapeziumvormcorrectie te worden uitgevoerd en u kunt genieten van het beste beeld. (Zie blz.
Standaard opstelling (projectie van voren)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door
■
u gewenste beeldgrootte. (Zie blz. 20.)
Voorbeeld van standaard opstelling
Zijaanzicht
blz. 44.)
28.)
Scherm
H
Midden van de lens
L
Opmerking
Zie blz. 20 voor verdere informatie over “Schermformaat en projectie-afstand”.•
Bevestigen aan het plafond
De optionele Sharp plafond-montage
■
adapter en unit wordt aanbevolen voor
deze installatie. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voordat u de
projector monteert om de plafondmontage adapter en unit te verkrijgen
(wordt los verkocht).
18
Projectie-instellingen
Er zijn vier projectie-instellingen, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Kies de
instelling die het meest geschikt is voor de manier waarop de projector wordt gebruikt. (Het
onderdeel Projectie is in het “SCH-INS” menu. Zie blz. 44.)
Op de tafel, naar voren projecteren
■
[Menu-onderdeel ➞ “Voor”]
■
Op de tafel, naar achteren projecteren
(met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel ➞ “Achte r”]
Aan het plafond, naar voren projecteren
■
[Menu-onderdeel ➞ “Plafond + voor”]
Aan het plafond, naar achteren projecteren
■
(met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel ➞ “Plafond + achter”]
Relatie tussen de projectiebeeldgrootte en de projectie-afstand
Voorbeeld: 4:3 Invoersignaal (Normaal-stand)
Beeldgrootte
500" (1270 cm)
200" (508 cm)
100" (254 cm)
40" (102 cm)
32"
(81
cm
×
24"
×
80"
×
60"
(203
cm
61
cm)
"–
3'11
(1,2 m – 1,4 m)
160"
(406
×
4'6
152
"
×
120"
cm
cm)
×
305
cm)
9'10
400"
×
300"
(1016
cm
×
"
11'4
"–
(3,0 m – 3,4 m)
19'7
762
cm)
"
22'7
"–
(6,0 m – 6,9 m)
49'0
Projectieafstand
"
(14,9 m)
Installatie
19
Instellen van de projector (vervolg)
Schermformaat en projectie-afstand
4:3 Invoersignaal (Normaal-stand)
Beeldgrootte (schermgrootte)Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] BreedteHoogte
500" (1270 cm) 1016 cm (400") 762 cm (300")
400" (1016 cm) 813 cm (320" ) 610 cm (240")
300" (762 cm) 610 cm (240") 457 cm (180")
250" (635 cm) 508 cm (200") 381 cm (150")
200" (508 cm) 406 cm (160") 305 cm (120")
150" (381 cm) 305 cm (120") 229 cm (90")
120" (305 cm) 244 cm (96") 183 cm (72")
100" (254 cm) 203 cm (80" ) 152 cm (60")
80" (203 cm) 163 cm (64") 122 cm (48")
70" (178 cm) 142 cm (56") 107 cm (42")
60" (152 cm) 122 cm (48") 91 cm (36")
40" (102 cm) 81 cm (32" ) 61 cm (24" )
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (duim/cm)
L: Projectie-afstand (m/voet)
L1: Minimale projectie-afstand (m/voet)
L2: Maximale projectie-afstand (m/voet)
H: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand
van het beeld (cm/duim)
Minimaal [L1]
14,9 m (49' 0")
12,0 m (39' 3") 13,8 m (45' 3")
9,0 m (29' 5")
7,5 m (24' 6") 8,6 m (28' 3")
6,0 m (19' 7") 6,9 m (22' 7")
4,5 m (14' 9" ) 5,2 m (17' 0")
3,6 m (11' 9")
3,0 m (9' 10" ) 3,4 m (11' 4")
2,4 m (7' 10" ) 2,8 m (9' 1" )
2,1 m (6' 10") 2,4 m (7' 11")
1,8 m (5' 11") 2,1 m (6' 9" )
1,2 m (3' 11") 1,4 m (4' 6")
16:9 Invoersignaal (Rek-stand)
Beeldgrootte (schermgrootte)Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] BreedteHoogte
400" (1016 cm) 886 cm (349" ) 498 cm (196")
300" (762 cm) 664 cm (261") 374 cm (147")
250" (635 cm) 553 cm (218") 311 cm (123" )
200" (508 cm) 443 cm (174") 249 cm (98" )
150 " (381 cm) 332 cm (131" ) 187 cm (74")
120 " (305 cm) 266 cm (105") 149 cm (59")
100 " (254 cm) 221 cm (87") 125 cm (49")
80" (203 cm) 177 cm (70") 100 cm (39")
60" (152 cm) 133 cm (52") 75 cm (29")
40" (102 cm) 89 cm (35") 50 cm (20")
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (duim/cm)
L: Projectie-afstand (m/voet)
L1: Minimale projectie-afstand (m/voet)
L2: Maximale projectie-afstand (m/voet)
H: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand
van het beeld (cm/duim)
S: Instelbereik van de beeldpositie (cm/duim) Zie blz.
Minimaal [L1]
13,0 m (42' 9")
9,8 m (32' 1")
8,1 m (26' 8")
6,5 m (21' 4") 7,5 m (24' 8")
4,9 m (16' 0" ) 5,6 m (18' 6")
3,9 m (12' 10") 4,5 m (14' 9")
3,3 m (10' 8") 3,8 m (12' 4" )
2,6 m (8' 7") 3,0 m (9' 10" )
2,0 m (6' 5") 2,3 m (7' 5")
1,3 m (4' 3") 1,5 m (4' 11")
L1 (m) = 0,03256
L2 (m) = 0,03754
H (cm) = 0,23231
S (cm) = ±0,20754
Afstand vanaf het midden van de lens tot
de onderrand van het beeld [H]
—
χ
χ
χ
Afstand vanaf het midden
van de lens tot de
onderrand van het beeld [H]
93 cm (36 37/64")
70 cm (27 7/16")
58 cm (22 55/64")
46 cm (18 19/64")
35 cm (13 23/32")
28 cm (10 31/32")
23 cm (9 9/64")
19 cm (7 5/16")
14 cm (5 31/64")
9 cm (3 21/32")
χ
χ
χ
χ
11 cm (4 15/32"
9 cm (3 37/64"
7 cm (2 11/16"
6 cm (2 15/64"
5 cm (1 51/64"
3 cm (1 11/32"
±83 cm (±32 11/16")
±62 cm (±24 33/64")
±52 cm (±20 27/64")
±42 cm (±16 11/32")
±31 cm (±12 1/4")
±25 cm (±9 13/16")
±21 cm (±8 11/64")
±17 cm (±6 17/32")
±12 cm (±4 29/32")
±8 cm (±3 17/64")
Zie blz. 18 voor “Projectie-afstand [L]” en “Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van
•
het beeld [H]”.
In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
•
20
De projector aansluiten op andere apparatuur
Voordat u begint met de aansluitingen moet u het netsnoer van de projector uit het stopcontact
halen en de apparatuur die wordt aangesloten uitschakelen. Nadat alle aansluitingen zijn
gemaakt, kunt u de projector en daarna de andere apparatuur inschakelen. Bij het aansluiten
van een computer moet u deze als laatste aansluiten nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
BELANGRIJK:
Vergewis u ervan dat de juiste invoermodus is geselecteerd op de projector voordat
u aangesloten apparatuur inschakelt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de apparatuur die u aansluit voor verdere informatie betreffende
•
de aansluitingen en de geschikte kabels.
•
Het is mogelijk dat u nog andere kabels e.d. nodig hebt, die hieronder niet staan vermeld.
Aansluitingen op de projector
Aansluitingen
Apparatuur
Computer
Opmerking
•
Wanneer u externe apparatuur aansluit op de projector met een digitale DVI-kabel, zal het beeld er anders uit
zien dan de oorspronkelijke weergave. In dit geval, schakel om naar Plug-and-Play gegevens. (Zie blz.
•
Zie “Tabel met geschik te computers” op blz. 58 voor een lijst met computersignalen waarvoor de
projector geschikt is. Bij gebruik van andere computersignalen is het mogelijk dat sommige functies
van de projector niet werken.
•
Het is mogelijk dat u voor sommige Macintosh computers een Macintosh adapter nodig hebt. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Macintosh handelaar.
•
Afhankelijk van de computer die u gebruikt , kan het gebeuren dat er geen beeld wordt
weergegeven, tenzij de externe uitga ngspoort van de computer is ingeschakeld (druk
bijvoorbeeld de “Fn” en “F5” toetsen gelijktijdig in bij gebruik van een SHARP notebookcomputer). Raadpleeg de handleiding van de computer voor het activeren van de externe
uitgangspoort van de computer.
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
RGB-
uitgangsaansluiting
RGB-
uitgangsaansluiting
DVI digital
uitgang
Kabel
RGB-kabel (meegeleverde)COMPUTER/
DVI naar 15-pins mini D-sub-kabel
(los verkrijgbaar)
DVI Digital-kabel (los verkrijgbaar)
Aansluiting op de
projector
COMPONENT
DVI-I
37.)
21
De projector aansluiten op andere apparatuur (vervolg)
r
Apparatuur
Videoapparatuur
Fotocamer a/videospel
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
HDMI-
uitgangsaansluiting
DVI digital
uitgang
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Kabel
HDMI na ar DVI kabel
(los verkrijgbaar)
DVI Digital-kabel (los verkrijgbaar)
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel
(optioneel, AN-C3CP2)
S-videokabel (los verkrijgbaar)S-VIDEO
Videokabel (los verkrijgbaar)VIDEO
Kabels voor een camera of videospel/3 RCA
naar 15-pins mini D-sub-kabel (optioneel, ANC3CP2)
RCA adapterstekke
(los verkrijgbaar)
Kabels voor een camera of videospelS-VIDEO
Aansluiting op de
projector
DVI-I
COMPUTER/
COMPONENT
COMPUTER/
COMPONENT
Kabels voor een camera of videospelVIDEO
Video-
uitgangsaansluiting
Opmerking
Als de projector is aangesloten op videoapparatuur met een HDMI-uitgangsaansluiting, kan alleen het videosignaal
•
als ingangsbron voor de projector dienen. (Sluit de AUDIO-ingangsaansluiting aan voor het audio-ingang.)
Afhankelijk van de specifi caties van de videoapparatuur of de DVIÙHDMI digitalekabel kan het zijn dat
•
het signaal niet goed wordt overgebracht. (De HDMI-specifi catie ondersteunt niet alle verbindingen met
videoapparatuur met digitale HDMI-uitgangsaansluiting met gebruik van een DVIÙHDMI digitalekabel.)
Raadpleeg de ondersteunende informatie over DVI-verbinding voor meer informatie over de
•
compatibiliteit van de verbinding. Deze wordt geleverd door de producent van de videoapparatuur.
Wanneer u externe apparatuur aansluit op de projector met een digitale DVI-kabel, zal het beeld er anders uit
•
zien dan de oorspronkelijke weergave. In dit geval, schakel om naar Plug-and-Play gegevens. (Zie blz.
Gebruik een in de handel verkrijgbare kabel die past op de te gebruiken projector-aansluiting
•
wanneer u video-apparatuur met een 21-pins RGB-uitgang (Euro-scart) op de projector aansluit.
•
De projector ondersteunt geen RGBC-signalen via de Euro-scart.
22
37.)
Apparatuur
Audio apparatuur
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
ø3,5 mm
audio-
uitgangsaansluiting
Kabel
ø3,5 mm stereo- of mono- audiokabel (in de
handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
Aansluiting op de
projector
AUDIO 1
Monitor
Vers ter ker
RCA-
audio-
uitgangsaansluiting
Audio-
uitgangsaansluiting
RGB-
ingangsaansluiting
ø3,5 mm
audio-
ingangsaansluiting
RCA-
audio-
ingangsaansluiting
RCA-audiokabel (los verkrijgbaar)
AUDIO 2
Kabels voor een camera of videospel
RGB-kabel (meegeleverd of los verkr ijgba ar) MONITOR OUT
ø3,5 mm stereo- of mono- audiokabel
(in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
ø3,5 mm stereo-ministekker naar RCAaudiokabel (los verkrijgbaar)
AUDIO OUT
Opmerking
•
Bij gebruik van een ø3,5 mm mono-audiokabel zal het volumeniveau de helft zijn vergeleken met het
gebruik van een ø3,5 mm stereo-audiokabel.
U kunt “Audio 1” of “Audio 2” selecteren voor de “Audio-ingang” in het “PRJ-INS” menu. (Zie blz.
•
RGB-signalen en componentsignalen kunnen naar de monitor worden uitgevoerd.
•
Aansluitingen
46.)
23
Bedienen van de projector via een computer
Wanneer de RS-232C aansluiting van de projector met behulp van een RS-232C seriële
bedieningskabel (cross-type, los verkrijgbaar) op een computer wordt aangesloten, kan de
computer gebruikt worden om de projector te bedienen en de status van de projector te
controleren. Raadpleeg de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor details over “RS232C technische gegevens en commando-instellingen”.
Aansluiten op een computer met een RS-232C seriële bedieningskabel
Naar de RS-232C aansluiting
Naar de RS-232C aansluiting
RS-232C seriële bedieningskabel (cross-type, los verkrijgbaar)
Opmerking
•
De RS-232C functie werkt niet als uw computer-aansluiting niet juist is ingesteld. Zie de handleiding
van de computer voor verdere informatie.
Zie blz. 2 tot 8 van de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor “Toewijzing van de
•
aansluitpinnen” en “RS-232C technische gegevens en commando-instellingen”.
Computer
Info
Sluit de RS-232C kabel niet op een andere poort dan de RS-232C poort van de computer aan. Dit
•
om beschadiging van de computer of projector te voorkomen.
De RS-232C seriële bedieningskabel mag niet op de computer worden aangesloten of ervan worden
•
losgemaakt wanneer de computer ingeschakeld is. Dit om beschadiging van de computer te voorkomen.
24
Bij aansluiting op LAN-aansluiting met behulp van een netwerkkabel
TX/RX LED (geel)
Licht op wanneer gegevens worden verzonden/ontvangen.
LINK LED (groen)
Licht op als er een verbinding is.
* Sluit om veiligheidsredenen geen kabels zoals een
telefoonlijn op de LAN-aansluiting aan; dit kan
overmatige spanning tot gevolg hebben.
HUB
of
Computer
Naar LAN-aansluiting
Netwerkkabel (Categorietype 5,
in de handel verkrijgbaar)
Opmerking
•
Gebruik bij aansluiting op een hub een rechte kabel van Categorietype 5 (CAT.5) (in de handel
verkrijgbaar).
Gebruik bij aansluiting op een computer een gekruiste kabel van Categorietype 5 (CAT.5) (in de
•
handel verkrijgbaar).
Aansluitingen
Aansluiten van het netsnoer
Sluit het bijgeleverde netsnoer op de
netstroomaansluiting aan de achterkant
van de projector aan. Sluit het netsnoer
vervolgens op een stopcontact aan.
Netstroomaansluiting
Netstroomaansluiting
Netsnoer
Netsnoer
(meegeleverde)
(meegeleverde)
Naar een
Naar een
stopcontact
stopcontact
25
In/uitschakelen van de projector
Info
De projector inschakelen
Voordat u de onderstaande aanwijzingen
uitvoert, moet u eerst alle externe
apparatuur aansluiten en de stekker in het
stopcontact steken.
Open het lensdeksel volledig en druk
op STANDBY/ON van de projector of
op ON van de afstandsbediening.
De spanningsindicator licht groen op.
•
Na het oplichten van de lampindicator is de
•
projector klaar voor bediening.
Opmerking
Betreffende de lampindicator
•
De lampindicator geeft de status van de lamp aan.
Groen: De lamp is aan.
Knippert groen: De lamp is aan het opwarmen.
Rood: De lamp wor dt op een abnormale
wijze uitgeschakeld of de lamp
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, kan het
•
beeld enigszins fl ikkeren gedurende de eerste
minuut dat de lamp is ingeschakeld. Dit is normaal
en wordt veroorzaakt door de regelcircuits van de
lamp die de uitgangskarakteristieken van de lamp
stabiliseren. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
Als de projector in de ruststand (standby) wordt
•
gezet en dan meteen weer wordt ingeschakeld,
kan het even duren voordat de lamp gereed is
om te beginnen met projecteren.
Wanneer de systeemvergrendeling is ingesteld,
•
verschijnt een invoervakje voor de toegangscode.
Om de toegangscode-instelling te annuleren, voert
u de toegangscode in die u reeds hebt ingesteld.
Zie blz.
moet vervangen worden.
46
voor nadere bijzonderheden.
(Zie blz. 21 tot 25.)
Wanneer “Automatisch herstarten” op “Aan” staat:
•
Als het netsnoer niet in het stopcontact zit of de
schakelaar staat uit wanneer de projector aan
staat, dan gaat de projector automatisch aan
wanneer u het netsnoer in het stopcontact steekt
of wanneer de schakelaar aanstaat. (Zie blz.
Bij het verlaten van de fabriek is de taal op
•
Engels ingesteld. Als u een andere taal voor
het beeldschermdisplay wilt instellen, moet u
de taal wijzigen zoals beschreven op blz.
45.)
44.
Spanningsindicator
STANDBY/ON toets
Lampindicator
STANDBY
toets
ON toets
De projector uitschakelen (de
projector in de ruststand zetten)
Druk op STANDBY/ON van de
projector of op STANDBY van de
afstandsbediening en druk dan nog
een keer op die toets terwijl de
bevestigingsmelding wordt
aangegeven om de projector in de
ruststand (standby) te schakelen.
De projector kan niet aangezet worden tijdens het koelen.
•
26
Beeldschermdisplay (bevestigingsmelding)
Info
Direct Uit functie:
•
U kunt de stekker uit het stopcontact halen
ook als de koelventilator nog draait.
Beeldprojectie
Instellen van het
geprojecteerde beeld
1 Scherpstellen
U kunt scherpstellen met de
scherpstelring op de projector.
Draai aan de scherpstelring om
scherp te stellen terwijl u naar het
geprojecteerde beeld kijkt.
2 Instellen van de hoogte
De hoogte van d
worden met het stelvo
Wanneer het scherm hoger is dan de
projector, kunt u de stand van de projector
wijzigen om het beeld hoger te projecteren.
Til de projector omhoog om de
1
hoogte in te stellen terwijl u de
HEIGHT ADJUST hendel
omhooghaalt.
Neem uw hand van de HEIGHT
2
ADJUST hendel van de projector
nadat de hoogte nauwkeurig is
ingesteld.
De projectiehoek kan worden ingesteld tot
•
9 graden ten opzichte van het oppervlak
waarop de projector is geplaatst.
e projector kan gewijzigd
etje.
Zoomring
Scherpstelring
HEIGHT ADJUST
hendel
Basisbediening
Opmerking
Bij het afstellen van de hoogte van de projector
•
zal er trapeziumver vorming optreden. Volg de
aanwijzingen in Trapeziumvorm-correctie om
de vervorming te corrigeren. (Zie blz.
3
Instellen van de schermgrootte
28 en 43.)
U kunt de schermgrootte instellen met de
zoomring op de projector.
Draai aan de zoomring om het scherm
groter of kleiner te maken.
Maak kleine
afstellingen.
Info
Oefen niet te veel druk op de projector uit
•
wanneer het voorste stelvoetje naar buiten staat.
Wanneer u de projector laat zakken, moet u
•
voorzichtig zijn dat uw vingers niet klem komen
te zitten tussen het stelvoetje en de projector.
Houd de projector stevig vast wanneer u
•
deze omhoogtilt of draagt.
Pak de projector niet bij het lensgedeelte vast.
•
27
Beeldprojectie (vervolg)
2
3
Corrigeren van de
trapeziumvervorming
Wanneer het beeld van beneden of van
boven onder een hoek op het scherm
wordt geprojecteerd, kan het beeld
vervormd worden als gevolg van
trapeziumvorm-vertekening. Gebruik deze
functie om dit soort vervorming, Keystone
genaamd, te corrigeren.
Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
Opmerking
•
De trapeziumvorm-correctie kan worden
ingesteld tot een hoek van ongeveer ±40
graden en het scherm kan ook worden
opgesteld tot een hoek van ongeveer ±40
graden (wanneer de Grootte Aanpassen functie
is ingesteld op “NORMAAL” (zie blz.
Druk op KEYSTONE om de
1
trapeziumvorm-correctiefunctie
30)).
in te schakelen.
•
U kunt het beeldschermdisplay van de
trapeziumvorm-correctiefunctie ook
weergeven met KEYSTONE op de
projector.
Druk op P/Q of O/R om de
2
trapeziumvorm-correctie in te
stellen.
•
U kunt de trapeziumvorm-correctie ook
instellen met de insteltoetsen op de
projector.
Opmerking
•
Druk op RETURN terwijl het display van de
trapeziumvorm-correctiefunctie op het scherm
wordt getoond om terug te
standaardinstelling.
Druk op KEYSTONE.
3
•
Het beeldschermdisplay van de
trapeziumvorm-correctie verdwijnt.
U kunt ook KEYSTONE op de projector
Samendrukken van bovenkant.
(Verplaats de schuifbalk in de + richting.)
Samendrukken van onderkant.
(Verplaats de schuifbalk in de - richting.)
0TRAPEZIUM
Info
•
Tijdens het instellen van het beeld met de
trapeziumvorm-correctiefunctie kunnen de
rechte lijnen en de randen van het beeld
gekarteld worden weergegeven.
28
Kiezen van de ingangsfunctie
Kies de juiste ingangsfunctie voor de
aangesloten apparatuur.
Druk op COMPUTER, DVI, S-VIDEO
of VIDEO van de afstandsbediening
om de ingangs functie te kiezen.
Wanneer u op INPUT drukt op de projector of op DVI op
•
de afstandsbediening, dan verschijnt de INGANGEN-lijst.
Druk P/R om van INPUT modus te wisselen.
Instellen van het volume
Druk op VOL +/– van de afstandsbediening
of op –
O/Q
volume in te stellen.
Druk op VOL–/–O om het volume te verlagen.
•
•
Druk op
•
Als de projector op ex terne apparatuur is aangesloten,
zal het volume van de externe apparatuur veranderen
overeenkomstig het volumeniveau van de projector.
Zet het volume van de projector op het laagste niveau
wanneer u de projector in/uitschakelt of een ander
ingangssignaal kiest.
•
Als u geen geluid via de luidspreker van de
projector wilt weergeven wanneer de projector
op externe apparatuur is aangesloten, moet u
het onderdeel “Luidspreker” in het “PRJ-INS”
menu op “Uit” zetten. (Zie blz.
+ van de projector om het
Opmerking
VOL+/Q+
om het volume te verhogen.
46.)
BeeldschermdisplayBeeldschermdisplay
COMPUTER, DVI,
COMPUTER, DVI,
S-VIDEO, VIDEO
S-VIDEO, VIDEO
toetsen
toetsen
AV MUTE toets
AV MUTE toets
VOL +/– (Volume)
VOL +/– (Volume)
toetsen
toetsen
Basisbediening
Weergeven van een zwart
scherm en tijdelijk
uitschakelen van het geluid
Druk op AV MUTE van de afstandsbediening of
sluit het lensdeksel om tijdelijk een zwart
scherm weer te geven en het geluid uit te zetten.
Opmerking
Wanneer u nog een keer op AV MUTE drukt,
•
zal het geprojecteerde beeld weer verschijnen.
Wanneer u het lensdeksel sluit, zal de projector
•
in AV DEMPING stand gaan en de projector zal
na ongeveer 30 minuten automatisch uit gaan.
Beeldschermdisplay
Beeldschermdisplay
29
Beeldprojectie (vervolg)
Grootte Aanpassen functie
Gebruik deze voorziening om de weergavefunctie aan te passen of te wijzigen om het ontvangen
beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u het gewenste beeld kiezen.
Druk op RESIZE.
Zie blz. 43 voor het maken van de instellingen op het menuscherm.
•
COMPUTER
StandaardresolutieNORMAALVOLLEDIGDOT BY DOTKADERREK
SVGA (800 × 6 00)
4:3 beeldverhouding
Andere
beeldverhoudingen
Inga ngss igna alVoor ee n 4:3 sc hermVoor ee n 16:9 sc herm
ComputerBeeldtypeNORMAALVOLLEDIGDOT BY DOTKADERREK
Lagere resolutie
dan XGA
XGA
Hogere resolutie
dan XGA
XGA (1024 × 768)—
SXGA (1152 × 864)1152 × 86 4
UXGA (1600 × 1200)1600 × 1200
SXGA (1280 × 1024)968 × 768
1280 × 7201024 × 5761280 × 720——
1360 × 7681024 × 5781360 × 768——
1366 × 7681024 × 5761366 × 768——
1280 × 7681024 × 6141280 × 76896 0 × 576
1280 × 8001024 × 6401280 × 800922 × 576
4:3 beeldverhouding
1024 × 768—
1024 × 768
—
*2
800 × 600
768 × 576
1280 × 1024720 × 576
—
*2
*1
RESIZE
RESIZE
toets
toets
1024 × 576
1024 × 576
*1
SXGA (128 0 × 1024)
5:4 beeldverhouding
1280 × 72 0
1360 × 76 8
1366 × 76 8
1280 × 76 8
1280 × 800
: Afgesn eden de el waar in geen b eelde n kunne n worden geprojecteerd
: Gebie d waar de signale n zich buiten het sc herm bevinden
*1 De functie Bldverschu iv. kan voor deze beelden worden gebruikt.
*2 Zelfde als NORM AAL mo dus.
16:9 beeldverhouding
16:10 beeldve rhoud ing
*1
*1
30
—
*2
*1
—
*2
*1
VIDEO/DTV
Inga ngss igna alVoor ee n 4:3 sc hermVoor ee n 16:9 sc herm
Video/DTVBeeldtypeNORMAAL
GEBIED ZOOM.
V-OPREKKENKADERREK
*1
*1
4:3 beeldverhouding
I, 48 0P,
480
576
I, 576P,
NTSC, PAL,
SECAM
720P, 1035I,
1080
I, 1080P
540P
: Afgesn eden de el waar in geen b eelde n kunne n worden geproje cteerd
: Deel wa arop het beeld niet in de oor spronke lijke signalen zit
*1 De functie Bldverschu iv. kan voor deze beelden worden gebruikt.
*2 Zelfde als NORM AAL mo dus.
Compressie
Letterbox
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
(4:3 beeldverhouding
in 16:9 scherm)
*1
*1
*1
*1 *1
—
*2
*1
—
*2
Betreffende auteursrechten
Bij gebruik van de GROOTTE AANPASSEN functie voor het kiezen van een beeldgrootte met
•
een andere beeldverhouding dan het TV-programma of het videobeeld, zal het beeld er
anders uitzien dan in de oorspronkelijke verschijning. Houd hiermee rekening wanneer u een
beeldgrootte kiest.
Het gebruik van de Grootte Aanpassen of Corrigeren van de trapeziumvervorming functie
•
voor het comprimeren of uitrekken van beelden voor commerciële doeleinden/weergave op
openbare plaatsen, zoals in een café, hotel enz., kan inbreuk betekenen op de auteursrechten
van de auteursrechthouders en in strijd zijn met de wet. Houd hiermee terdege rekening.
Basisbediening
31
Gebruik van de afstandsbediening
2
2
BREAK TIMER toets
FREEZE toets
MAGNIFY toetsen
POINTER toets
SPOT toets
Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
EFFECT toets
PICTURE MODE toets
ECO+QUIET toets
AUTO SYNC toets
Weergeven en instellen van
de pauzetimer
Druk op BREAK TIMER.
1
De timer begint af te tellen vanaf 5
•
minuten.
Beeldschermdisplay
De cursor weergeven
Druk op POINTER en druk op P/
1
1
R/O/Q op de afstandsbediening
om de cursor te verplaatsen.
Druk op EFFECT om het cursor icoontje
•
te wijzigen (5 typen).
Vinger1 Vinger2Hart
Ster
Druk nogmaals op POINTER.
2
•
De cursor zal verdwijnen.
De Spot functie gebruiken
Druk op SPOT en druk op P/R/O/Q op de
1
afstandsbediening om het gebied waarop
u de aandacht wilt vestigen te verplaatsen.
•
Druk op EFFECT om de grootte van het
spotlicht gebied te wijzigen (3 typen).
1/91/251/8
Onderstreept
Druk op P/R/O/Q om de lengte
2
van de pauzetijd in te stellen.
Verlengen met P of Q
•
5 minuten ➞ 6 minuten ➞ 60 minuten
Verkorten met O of R
•
4 minuten ➞ 3 minuten ➞ 1 minuut
De pauzetijd kan in eenheden van 1 minuut
•
worden ingesteld (tot maximaal 60 minuten).
Uitschakelen van de weergave van de pauzetijd
Druk op BREAK TIMER.
Opmerking
•
De pauzetimer is niet beschikbaar wanneer de
projector de volgende functies aan het
uitvoeren is.
- Automat.sync.
- Vastleggen
- AV Demping
32
Druk nogmaals op SPOT.
2
•
Het aandachtsgebied zal verdwijnen.
In- en uitschakelen van de
Eco+stille modus
Druk op ECO+QUIET om de Eco+stille
modus beurtelings in en uit te schakelen.
•
Wanneer de Eco+stille modus is ingesteld op “AAN”,
dan menen het geluid van de koelventilator en het
stroomverbruik af en wordt de levensduur van de
lamp verlengt.
Opmerking
Zie de “Eco+Stil” op blz. 42 voor details.
•
Automat. sync.
2
(Automatische synchronisatie)
Weergeven van een vergroot
deel van een beeld
De automatische synchronisatiefunctie werkt
alleen wanneer een ingangssignaal gedetecteerd
wordt nadat de projector is ingeschakeld.
Druk op AUTO SYNC voor handmatige
afstelling met de automatische
synchronisatiefunctie.
Opmerking
Wanneer met de automatische synchronisatie-
•
instelling geen optimaal beeld wordt verkregen,
kunt u het helpmenu gebruiken om de instelling
handmatig te maken. (Zie blz.
51.)
Een bewegend beeld stilzetten
Druk op FREEZE.
1
1
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
•
Druk nog een keer op FREEZE om
2
weer een bewegend beeld van het
aangesloten apparaat te tonen.
Kiezen van de beeldmodus
U kunt een geschikte beeldmodus kiezen voor het
geprojecteerde beeld, zoals een speelfi lm of videospel.
Druk op PICTURE MODE.
•
Bij indrukken van PICTURE MODE verandert de
beeldmodus als volgt:
STANDAARD
Zie blz. 40 voor verdere informatie betreffende
•
de beeldmodus.
* “sRGB” wordt alleen getoond wanneer een RGB-
signaal wordt ont vangen.
PRESENTATIE
Opmerking
CINEMA
SPEL
sRGB
*
Grafi eken, tabellen en andere delen van
geprojecteerde beelden kunnen worden
uitvergroot. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer
u een gedetailleerde uitleg geeft.
Druk op MAGNIFY op de
1
afstandsbediening.
Vergroot het beeld.
•
Door te drukken op
•
vergroot of verkleint u het geprojecteerde
beeld.
Opmerking
Drup op
×1 ×2 ×3 ×4
Drup op
U kunt de plaats van het vergrote beeld
•
wijzigen met P, R, O of Q.
Druk op RETURN op de
2
2
afstandsbediening om de
of MAGNIFY
.
.
bediening te annuleren.
•
De vergrotingsfactor wordt opnieuw ×1.
Opmerking
•
De te selecteren vergrotingen verschillen
afhankelijk van het ingangssignaal.
•
In de volgende gevallen zal het beeld
naar de normale grootte terugkeren (×1).
-
wanneer de ingangsstand wordt veranderd.
- wanneer u op RETURN drukt.
- wanneer het ingangssignaal gewijzigd
wordt.
- wanneer u de resolutie en de
verversingsratio (verticale frequentie)
van het ingangssignaal wijzigt.
- wanneer de Grootte aanpassen functie
is gewijzigd.
- wanneer de Beeldmodus is gewijzigd.
- wanneer de Progressievemodus is
gewijzigd.
voorzieningen
Handige
33
Gebruik van de afstandsbediening (vervolg)
Gebruik van de afstandsbediening als draadloze muis
Wanneer de projector met behulp van een USB-kabel op een computer wordt
aangesloten, dan kunt u de afstandsbediening gebruiken als muis.
Wanneer de afstand tussen de computer en de projector te groot is en niet door de
USB-kabel kan worden overbrugd, dan kan de afstandsbediening-ontvanger
(optioneel, AN-MR2) worden gebruikt om de projector met de afstandsbediening te
bedienen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de ontvanger voor details.
Aansluiting met een USB-kabel
Computer
Naar USB-aansluiting
USB-kabel
(in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNWGA014WJPZ)
Na aansluiting kan de muisaanwijzer als volgt worden bestuurd.
Voor het verplaatsen van de cursor
■
Druk op de MOUSE/insteltoetsen (P/R/O/Q).
Voor de linkermuisknop
■
Druk op L-CLICK.
Voor de rechtermuisknop
■
Druk op R-CLICK.
Wanneer de computer slechts één muisknop
■
Naar USB-aansluiting
of
Afstandsbediening-ontvanger
(optioneel, AN-MR2)
PAGE UP/
PAGE UP/
PAGE DOWN toetsen
PAGE DOWN toetsen
MOUSE/insteltoetsen
MOUSE/insteltoetsen
(P/R/O/Q)
(P/R/O/Q)
R-CLICK toets
R-CLICK toets
ondersteunt (zoals een Macintosh)
Druk op L-CLICK of R-CLICK.
L-CLICK en R-CLICK hebben een
gemeenschappelijke functie.
Bij gebruik van de [Page Up] of [Page
■
L-CLICK toets
L-CLICK toets
Down] toetsen
Hetzelfde als de [Page Up] en [Page Down] toetsen van het toetsenbord van de computer.
Druk op PAGE U P of PAG E DOWN.
Opmerking
Deze functie werkt alleen met de besturingssystemen Microsoft® Windows® en Mac OS®. Deze
•
functie werkt echter niet met de volgende besturingssystemen, die USB niet ondersteunen.
•
Vroegere versies dan Windows
Vroegere versies dan Windows
•
Vroegere versies dan Mac OS
•
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer het menuscherm wordt weergegeven.
•
Controleer of de computer de USB-aansluiting herkent.
•
®
95.
®
NT 4.0.
®
8.5.
34
Menu-onderdelen
Hieronder ziet u de menu-onderdelen die op de projector kunnen worden ingesteld.
Automat. sync.Aan
Auto Power OffAan
Automatisch herstartenAan
STANDBY-modusStandaard
Systeemgeluid
Audio uitgangVariabel
Luidspreker
Audio-ingangAudio 1
RS-232C9600bps
VentilatormodusNormaal
Syst.vergrend.
SEL/INSENTEREND
u
0Lamptimer (duur)100%
36
Aan
Aan
Uit
Help
min0
HoofdmenuSubmenu
HoofdmenuSubmenu
PRJ-INS
PRJ-INS
Bladzijde 45
Bladzijde 45
Automat. sync. [Aan/Uit]
Automat. sync. [Aan/Uit]
Bladzijde 45
Bladzijde 45
Auto Power Off [Aan/Uit]
Auto Power Off [Aan/Uit]
Bladzijde 45
Bladzijde 45
Automatisch herstarten
Automatisch herstarten
[Aan/Uit]
[Aan/Uit]
Bladzijde 45
Bladzijde 45
STANDBY-modus
STANDBY-modus
Bladzijde 45
Bladzijde 45
Systeemgeluid [Aan/Uit]
Systeemgeluid [Aan/Uit]
Bladzijde 45
Bladzijde 45
Audio uitgang
Audio uitgang
Bladzijde 46
Bladzijde 46
Luidspreker [Aan/Uit]
Luidspreker [Aan/Uit]
Bladzijde 46
Bladzijde 46
Audio-ingang
Audio-ingang
Bladzijde 46
Bladzijde 46
RS-232C
RS-232C
Bladzijde 46
Bladzijde 46
Ventilatormodus
Ventilatormodus
Bladzijde 46
Bladzijde 46
Syst.vergrend. [Aan/Uit]
Syst.vergrend. [Aan/Uit]
Bladzijde 46
Bladzijde 46
Lamptimer (duur)
Lamptimer (duur)
Bladzijde 47
Bladzijde 47
Standaard
Standaard
Eco
Eco
Variabel
Variabel
Vast
Vast
Audio 1
Audio 1
Audio 2
Audio 2
9600bps
9600bps
38400bps
38400bps
115200bps
115200bps
Normaal
Normaal
Hoog
Hoog
“Netwerk” menu
Beeld
SCHPRJNetwerk
Wachtwoord
DHCP Client
TCP/IP
MAC-adres
Projector
SEL/INSENTEREND
XX:XX:XX:XX:XX:XX
XX-XXXX
Uit
Uit
Help
Hoofdmenu
Hoofdmenu
Netwerk
Netwerk
Bladzijde 49
Bladzijde 49
Wachtwoord [Aan/Uit ]
Wachtwoord [Aan/Uit ]
Bladzijde 49
Bladzijde 49
DHCP Client [Aan/Uit ]
DHCP Client [Aan/Uit ]
Bladzijde
Bladzijde
TCP/IP
TCP/IP
Bladzijde
Bladzijde
MAC-adres
MAC-adres
Bladzijde
Bladzijde
Projector
Projector
Bladzijde
Bladzijde
50
50
50
50
50
50
50
50
“Help” menu
BeeldSCHNetwPRJ
Er is geen beeld of geluid
Verticale strepen of flikkering in het beeld
Databeeld is niet gecentreerd
Vage of flauwe kleuren
Het beeld is donker
Het beeld is vervormd
Het is moeilijk om het geluid te horen
Alle instellingen terugstellen op standaardinst.
SELENTEREND
Help
De onderdelen die u met het “Help”
menu kunt instellen
“Help” menu n Blz. 51
•
Verticale strepen of fl ikkering in het beeld
Automat. Sync./Klok/Fase
•
Databeeld is niet gecentreerd
COMPUTER of DVI-Analoog invoer
Automat. Sync./H-Pos/V-Pos/Resolutie
DVI-D invoer
Schakel om naar Plug-and-Play gegevens.
* Schakel om naar Plug-and-Play gegevens in
de volgende gevallen.
DVI-D Computer invoer
Standaard : Aspect ratio 4:3 of 5:4
Verbeterd1 : Breedbeeld signalen zoals
Verbeterd2 : Breedbeeld signalen zoals
DVI-D Video invoer
Standaard : Normaal
Verbeterd : Kies deze optie wanneer
Instellen van het geprojecteerde beeld terwijl
u ernaar kijkt
Druk op ENTER.
Het gekozen onderdeel (bijv. “Helder”)
•
wordt afzonderlijk onderaan op het
scherm aangegeven.
Als u op P of R drukt, zal het volgende
•
onderdeel (“Rood” na “Helder”) aangegeven
worden.
Opmerking
Druk nog een keer op ENTER om naar
•
het vorige scherm terug te keren.
Druk op O of Q om het geselecteerde
4
onderdeel af te stellen.
De afstelling wordt opgeslagen.
•
Druk op MENU/HELP.
5
Het menuscherm verdwijnt.
•
BeeldSCH-INSPRJNetwHelp
BeeldSCH-INSPRJNetwHelp
Grootte Aanpassen
Grootte Aanpassen
Bldverschuiv.
Bldverschuiv.
Trapezium
Trapezium
Het onderdeel wordt afzonderlijk aangegeven
Het onderdeel wordt afzonderlijk aangegeven
Beeld
Beeld
SEL/INSRtn.-menu
SEL/INSRtn.-menu
BeeldSCHPRJNetwHelp
BeeldSCHPRJNetwHelp
Beeldmodus
Beeldmodus
Contrast0
Contrast0
Rood
Rood
Blauw
Blauw
Kleurtmp
Kleurtmp
BrilliantColor
BrilliantColor
C.M.S. Instelling
C.M.S. Instelling
C.M.S.
C.M.S.
Ruisonderdr.
Ruisonderdr.
Eco+Stil
Eco+Stil
Reset
Reset
SEL/INSEnkele INSEND
SEL/INSEnkele INSEND
TM
TM
Kader
Kader
0
0
0
0
Druk op ENTER.
Druk op ENTER.
0Helder
0Helder
Standaard
Standaard
15Helder
15Helder
0
0
0
0
0
0
1
1
Aan
Aan
Uit
Uit
Aan
Aan
END
END
voorzieningen
Handige
Opmerking
De MENU/HELP-toets is niet beschikbaar als de projector bezig is met:
•
- Automat.sync./Pauzetijd/Vastleggen/AV Demping
39
Beeldinstellingen (“Beeld” menu)
Q PAGINA1Q PAGINA2
BeeldSCHPRJNetwHelp
Beeldmodus
1
Contrast
Helder
Kleur
Tint
2
Scherpte
Rood
Blauw
Standaard
0
0
0
0
0
0
0
BeeldSCHPRJNetwHelp
Beeldmodus
Kleurtmp
3
BrilliantColor
2
C.M.S. Instelling
4
C.M.S.
Progressief
5
Ruisonderdr.
6
Eco+Stil
7
Reset
Menubediening n Blz. 38
Standaard
TM
0
1
Aan
3D Progressief
Uit
Aan
SEL/INSENTEREND
Kiezen van de beeldmodus
1
Beschikbare
instellingen
Beschrijving
De standaardinstellingen van elk onderdeel wanneer
KleurtmpBrilliantColor
SEL/INSENTER
Beeldmodus wordt geselecteerd
TM
END
Eco+Stil
StandaardVoor een standaard beeld01Uit
Presentatie Maakt donkere partijen van het
02Uit
beeld helderder voor een meer
levendige presentatie.
CinemaGeeft een natuurlijke tint aan
–10Aan
het geprojecteerde beeld.
SpelGeeft scherpte aan het
01Uit
geprojecteerde beeld.
*sRGBVoor een waarheidsgetrouwe
––Uit
weergave van de beelden van
een computer.
“sRGB” wordt alleen getoond wanneer een RGB-signaal wordt ontvangen.
•
U kunt elk onderdeel in het “Beeld” menu naar eigen voorkeur instellen of afstellen. Eventuele aangebrachte
•
wijzigingen worden in het geheugen opgeslagen.
Opmerking
•
U kunt ook op PICTURE MODE van de afstandsbediening drukken om de beeldmodus te kiezen. (Zie blz. 33.)
•
*sRGB is een internationale norm voor kleurweergave opgesteld door de IEC (International Electrotechnical
Commission). Aangezien het vaste kleurengebied bepaald is door de IEC, zullen de beelden worden
weergegeven in een natuurlijke tint die gebaseerd is op een origineel beeld, wanneer “sRGB” geselecteerd is.
Voor verdere informatie betreffende de sRGB functie kunt u de website “http://www.srgb.com/” bezoeken.
U kunt de onderdelen “Rood”, “Blauw”, “Kleurtmp” en “BrilliantColorTM” niet instellen wanneer “sRGB”
geselecteerd is.
Info
Wanneer “sRGB” geselecteerd is, kan het geprojecteerde beeld donker worden, maar dit duidt niet
•
op een defect.
40
Menubediening n Blz. 38
Instellen van het beeld
2
Beschikbare
onderdelen
ContrastVoor minder
HelderVoor minder
1
Kleur*
1
Tint*
Scherpte*
Rood*
Blauw*
BrilliantColor™*2 *3Voor het verzwakke n
*1 Wordt niet aangegeven bij de RGB ingangsfunctie.
*2 Niet instelbaar/selecteerbaar wanneer “sRGB”
*3
1
2
2
geselecteerd is.
BrilliantColor™ maakt gebruik van Texas Instruments'
BrilliantColor™ technologie. Wanneer het BrilliantColor™
niveau wordt verhoogd, zal het beeld helderder worden
terwijl de kleurweergave op een hoog niveau blijf t.
O toetsQ toets
contrast.
helderheid.
Voor minder
intense kleuren.
Om de huidtinten
wat paarser te
maken.
Voor minder
scherpte.
Voor minder
rood.
Voor minder blauw.
van het effect.
Voor mee r
contrast.
Voor een
helderder beeld.
Voor mee r
intense kleuren.
Om de huidtinten
wat groener te
maken.
Voor een
scherper beeld.
Voor meer rood.
Voor mee r blauw.
Voor het versterken
van het effect.
Opmerking
•
“Rood”, “Blauw”, “BrilliantColorTM” en “Kleurtmp”
kunnen niet worden ingesteld wanneer “sRGB”
geselecteerd is.
Om alle onderdelen terug te stellen, selecteert
•
u “Reset” en drukt dan op ENTER.
Instellen van de
3
kleurtemperatuur
Beschikbare
instellingen
Een lagere kleurtemperatuur voor warme,
–1
roodachtige en gedempte beelden.
0
Een hogere kleur temperatuur voor
1
koele, blauwachtige en heldere beelden
Opmerking
De waarden bij “Kleurtmp” zijn alleen voor
•
algemene toepassingen.
Beschrijving
Instellen van de kleuren
4
Met deze functie kunnen de zes hoofdkleuren
die het kleurenwiel vormen worden afgesteld,
door de “Kleurschakering”, “Verzadiging” en
“Waarde” van de kleuren te wijzigen.
Beschikbare
instellingen
C.M.S.Kleurschakering
C.M.S.Verzadiging
C.M.S.-WaardeVoor het instellen van de
ResetDe “Kleurschakering”,
Voor het instellen van de tint van
de hoofdkleuren.
Voor het instellen van de
verzadiging van de hoofdkleuren.
helderheid van de hoofdkleuren.
“Verzadiging” en “Waarde”
instellingen voor alle kleuren
worden teruggezet op de
fabrieksinstellingen.
Beschrijving
Instellen van “Kleurschakering”, “Verzadiging”
of “Waarde”
1 Selecteer “Aan” voor “C.M.S. Instelling” in het
“Beeld” menu en druk dan ENTER.
2 Selecteer “C.M.S.” in het “Beeld” menu en druk dan
ENTER.
3 Druk op P of R om “Kleurschakering”, “Verzadiging”
of “Waarde” te selecteren en druk dan op ENTER.
4 Selecteer met P of R de kleur die ingesteld moet
worden en stel de kleur dan met O of Q in.
Voorbeeld van het afstellen van de “Kleurschakering”
Hoofdkleuren
R (Rood)
GE (Geel)Dichter naar rood Dichter naar groen
GR (Groen) Dichter naar geel Dichter naar cyaan
C (Cyaan)Dichter naar groen Dichter naar blauw
B (Blauw)Dichter naar cyaan
M (Magenta) Dichter naar blauw Dichter naar rood
Wanneer “Verzadiging” wordt geselecteerd,
•
wordt de geselecteerde kleur
O: lichter. Q: intenser.
Wanneer “Waarde” wordt geselecteerd, wordt
•
de geselecteerde kleur
O: donkerder. Q: helderder.
Om alle instellingen van de kleuren op de
•
fabrieksinstellingen terug te zetten, selecteert
u “Reset” en drukt dan op ENTER.
O toetsQ toets
Dichter naar magenta
Dichter naar geel
Dichter naar magenta
voorzieningen
Handige
41
Beeldinstellingen (“Beeld” menu)
(vervolg)
Afbeeldingsruis
Progressief
5
Beschikbare
instellingen
2D
Progressief
3D
Progressief
Fil mfunc tieGeef t de beelden van fi lmbronmateriaal*
* Onder fi lmbronmateriaal wordt een digitale video-
opname verstaan waarbij het origineel gecodeerd
is met 24 frames/seconde. De projector kan
fi lmbronmateriaal omzetten naar progressieve
video met 60 frames/seconde bij NTSC en
PAL60Hz of 50 frames/seconde bij PAL50Hz en
SECAM, voor weergave van een beeld met zeer
hoge defi nitie.
Voor weergave van snel bewegende
beelden, zoals sportscènes.
Voor weergave van relatief langzame
beelden zoals beelden van
toneeluitvoeringen en documentaires,
om deze duidelijk weer te geven.
duidelijk weer. U kunt genieten van het
geoptimaliseerde beeld van fi lm die
omgezet is met “drie-twee afrollen”
(NTSC en PAL60Hz) of “twee-twee
afrollen” (PAL50Hz en SECAM)
verbetering naar progressief-modus
beelden.
Beschrijving
6
verminderen (DNR)
Digitale videoruisonderdrukking (DNR) levert
afbeelding van hoge kwaliteit met een minimale
stippelbeweging en kruiskleurruis.
Beschikbare
instellingen
UitDe DNR-functie is niet geactiveerd.
Niveau 1
Niveau 2
Stel “Ruisonderdr.” in op “Uit” in de volgende
gevallen:
Wanneer de afbeelding vaag is.
•
•
Wanneer de contouren en kleuren van bewegende
afbeeldingen langzaam gaan.
Wanneer TV-uitzendingen met zwakke signalen
•
worden geprojecteerd.
7
Stelt het DNR-niveau in voor het bekijken
van een helderdere afbeelding.
Opmerking
Eco+Stil
Menubediening n Blz. 38
Beschrijving
Opmerking
•
Bij NTSC of PAL60Hz zal zelfs als de 3D Progressieffunctie is ingesteld, automatisch de “drie-twee
afrollen” verbetering geactiveerd worden wanneer
fi lmbronmateriaal wordt ingevoerd.
•
Wanneer het beeld wazig is of veel storingen
heeft, moet u overschakelen naar de instelling
waarbij een optimaal resultaat wordt verkregen.
Info
•
Deze functie is beschikbaar voor 480I en 576I
signalen bij gebruik van COMPUTER /
COMPONENT of DVI invoer.
Deze functie is beschikbaar voor alle signalen
•
met S-VIDEO en VIDEO invoer.
42
Beschikbare
instellingen
AanCa. 75%
Uit100%
Opmerking
•
Wanneer “Eco+Stil” op “Aan” staat, is het
geluid van de ventilator en de stroomconsumptie lager dan wanneer “Uit” is
gekozen. (De projectiehelderheid is lager zoals
aangegeven in de tabel.)
Helderheid en stroomverbruik
Instellen van het geprojecteerde beeld
(“SCH-INS” menu)
Menubediening n Blz. 38
BeeldSCH-INSPRJNetwHelp
Grootte Aanpassen
1
Bldverschuiv.
2
Trapezium
3
Overscan
4
OSD DisplayAan
5
Closed captionUit
6
AchtergrondLogo
7
Projectie
8
®
TM
Link
DLP
9
DLP® Link TM Omkeren
0
Video-ops.
Taal(Language)
SEL/INSENTEREND
Instellen van de Grootte
1
0
0
Kader
Aan
Voor
Uit
0 IRE
Nederlands
Aanpassen functie
Gebruik deze functie om het beeld verticaal of
horizontaal uit te rekken of wanneer de randen
van het beeld niet zichtbaar zijn.
Opmerking
Zie bl z. 30 en 31 voor nadere bijzonderheden
•
betreffende de Grootte Aanpassen functie.
U kunt ook op RESIZE van de afstandsbediening
•
drukken om de gewenste
Grootte Aanpassen functie te maken. (Zie blz.
Instellen van de
2
instelling voor de
30.)
beeldpositie
U kunt het geprojecteerde beeld in verticale
richting verschuiven.
Q toetsO toets
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar bij sommige
•
Grootte Aanpassen functies. (Zie blz.
30 en 31.)
Trapeziumvorm-correctie
3
Wanneer het beeld van beneden of van boven onder
een hoek op het scherm wordt geprojecteerd, kan het
beeld vervormd worden als gevolg van trapeziumvormvertekening. Gebruik deze functie om dit soort vervorming,
Keystone genaamd, te corrigeren.
Selecteer “Trapezium” in het “SCH-INS” menu
en kies de gewenste instelling met de schuifbalk.
Zie blz. 28 voor verdere informatie over de
trapeziumvorm-correctie.
Opmerking
De trapeziumvorm-correctie kan worden ingesteld
•
tot een hoek van ongeveer ±40 graden (wanneer de
“Grootte Aanpassen” functie is ingesteld op “Normaal”).
U kunt ook op KEYSTONE drukken op de
•
afstandsbediening of op de projector om het
beeld te corrigeren voor trapeziumvorm-correctie.
De overscan instellen
4
Deze functie stelt u in staat het overscan gebied
(weergave gebied) in te stellen.
Beschikbare
instellingen
AanHet invoer gebied wordt weergegeven
Uit
U kunt “Overscan” instellen voor de volgende
•
invoersignalen (Computer, DVI-D Video, en
DVI-Analoog).
—480P, 540P, 576P, 720P, 1035I en
1080I/1080P
Als er ruis verschijnt aan de schermranden
•
wanneer “Uit” is gekozen, zet de functie dan
op “Aan”.
Zie ook “Over Auteursrechten” op blz. 31.
•
5
zonder de schermranden.
Het volledige invoergebied wordt
weergegeven.
Opmerking
In/uitschakelen van het
Beschrijving
beeldschermdisplay
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit
Alle beeldschermdisplays worden weergegeven.
INGANG/VOLUME/AV DEMPING/VASTLEGGEN/
AUTOMAT. SYNC./GROOTTE AANPASSEN/
BEELDMODUS/ECO + STIL/VERGROTING/
“U hebt een ongeldige toets ingedrukt.”
worden niet aangegeven
Beschrijving
voorzieningen
Handige
.
43
Instellen van het geprojecteerde beeld
(“SCH-INS” menu) (vervolg)
Menubediening n Blz. 38
De geprojecteerde beelden
Closed caption
6
<Alleen voor Amerika>
Info
Deze functie is beschikbaar voor NTSC3.58 en
•
480I signalen.
Deze functie werkt niet wanneer de schaalmode
•
op “Kader” staat.
Deze functie is alleen in de volgende gevallen
•
beschikbaar:
SchaalmodeKeystone correctie
Normaal
Gebied Zoomen
V-op rek ken
Rek-12 − +12
“Closed caption” is een systeem wat het mogelijk
•
maakt om conversatie, commentaar en
geluidseffecten in T V programma’s (niet in alle
regio’s) en videos te zien als ondertiteling op het
scherm.
•
Niet alle programma’s en videos hebben “Closed
caption”. Let op het
te zijn dat ondertiteling getoond zal worden.
•
Twee kanalen zijn beschikbaar: CC1 en CC2.
•
De Closed Caption letters van deze projector
worden in zwart en wit weergegeven.
Beschikbare
instellingen
Uit—
CC1
CC2
Opmerking
“Closed caption” kan niet goed werken (witte blokken,
•
vreemde karakters etc.) als de signaalcondities slecht
zijn of als er problemen zijn bij de uitzendingsbron. Dit
is niet noodzakelijk een problem van de projector.
Als een knop ingedrukt wordt om het schermmenu weer
•
te geven terwijl u een uitzending met gesloten ondertiteling
bekijkt, zullen gesloten ondertitelingen verdwijenen.
Kiezen van het
7
Closed caption mode voor data CH1
Closed caption mode voor data CH2
-40 − +40
symbool om er zeker van
Beschrijving
achtergrondbeeld
8
draaien/in spiegelbeeld weergeven
Beschikbare instellingen
VoorNormaal beeld (geprojecteerd
Plafond + voorOmgekeerd beeld (geprojecteerd
AchterSpiegelbeeld (geprojecteerd
Plafond + achterOmgekeerd spiegelbeeld
19 voor verdere informatie over de projectie-
Zie blz.
instellingen (onderdeel Projectie).
9
DLP
Zie de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR
STEREOSCOPISCHE 3D-PROJECTIE
(afzonderlijk geleverde).
0
DLP
Zie de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR
STEREOSCOPISCHE 3D-PROJECTIE
(afzonderlijk geleverde).
vanaf de voorkant van het scherm)
vanaf de voorkant van het scherm
met een omgekeerde projector)
vanaf de achterkant van het
scherm of met een spiegel)
(geprojecteerd met een spiegel)
®
Link
®
LinkTM Omkeren
Beschrijving
TM
Video-instelling
Beschikbare
instellingen
0 IREStelt het zwartniveau in op 0 IRE.
7.5 IREStelt het zwartniveau in op 7.5 IRE.
Opmerking
•
Deze functie is beschikbaar voor de volgende
signalen.
Met COMPUTER/COMPONENT of DVI-I
invoer:
- 480I
Met S-VIDEO of VIDEO invoer:
- NTSC3.58
Beschrijving
Beschikbare instellingen
LogoSharp logoscherm
BlauwBlauw scherm
Geen—
44
Beschrijving
Kiezen van de taal voor
12
de beeldscherm aanduidingen (OSD)
Er zijn 17 talen beschikbaar voor de
beeldschermdisplay-aanduidingen.
Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS” menu)
Menubediening n Blz. 38
BeeldSCHPRJ-INSNetw
Automat. sync.Aan
1
Auto Power OffAan
2
Automatisch herstartenAan
3
STANDBY-modusStandaard
4
Systeemgeluid
5
Audio uitgang Variabel
6
Luidspreker
7
Audio-ingangAudio 1
8
RS-232C9600bps
9
VentilatormodusNormaal
0
Syst.vergrend.
SEL/INSENTEREND
Automat. sync. (Automatische
1
0Lamptimer (duur)100%
Aan
Aan
Uit
u
synchronisatie-instelling)
Beschikbare
instellingen
AanDe automatische synchronisatie wordt
UitDe automatische synchronisatie wordt
Automatische synchronisatie kan ook worden
•
uitgevoerd door op AUTO SYNC te drukken.
Het uitvoeren van de automatische synchronisatie
•
kan even duren, afhankelijk van het beeld van de
computer die op de projector is aangesloten.
Wanneer met automatische synchronisatie
•
geen optimaal beeld wordt verkregen, moet u
de instellingen handmatig maken. (Zie blz. 51.)
5
uitgevoerd wanneer de projector wordt
ingeschakeld of als een ander ingangssignaal
wordt gekozen, indien het apparaat op een
computer is aangesloten.
niet uitgevoerd.
Opmerking
Auto Power Off functie
Beschrijving
(Automatische uitschakelfunctie)
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit
De projector komt automatisch in de ruststand
(standby) te staan wanneer er langer dan 15
minuten geen ingangssignaal wordt ontvangen.
De Auto Power Off functie is geïnactiveerd.
Beschrijving
Help
min0
Automatisch Herstarten Functie
3
Beschikbare
instellingen
Aan
UitDe projector gaat niet automatisch aan
Als het netsnoer niet in het stopcontact
zit of de schakelaar staat uit wanneer de
projector aan staat, dan gaat de projector
automatisch aan wanneer u het netsnoer
in het stopcontact steekt of wanneer de
schakelaar aanstaat.
wanneer het netsnoer in het stopcontact
wordt gestoken of de schakelaar aan staat.
Beschrijving
STANDBY-modus
4
Wanneer u “Eco” instelt, wordt het stroomverbruik
gereduceerd in ruststand (standby) modus.
Beschikbare
instellingen
EcoDe monitor uitvoer en Netwerk functies
Standa ardDe monitor uitvoer en Netwerk functies
5
staan uit of in standby mode.
zijn geactivieerd, zelfs als de projector in
standby mode staat.
In/uitschakelen van
Beschrijving
de bedieningspieptoon
(Systeemgeluid)
Beschikbare
instellingen
AanEr klinkt een bevestigingstoon wanneer
UitEr klinkt geen bevestigingstoon.
de projector wordt in/uitgeschakeld.
Beschrijving
voorzieningen
Handige
Opmerking
Wanneer de Auto Power Off functie (automatische
•
uitschakelfunctie) is ingesteld op “Aan”, verschijnt 5 minuten
voordat de projector in de ruststand (standby) komt te staan
het bericht “Inschakeling STANDBY-modus over X min.” op
het scherm om het resterende aantal minuten aan te geven.
45
Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS” menu)
2
(vervolg)
Menubediening n Blz. 38
Selecteren van de
Het audiouitvoertype instellen
6
Deze functie bepaalt of het geluidsniveau dat
via de AUDIO-uitgangsaansluiting (MONITORuitgangsaansluiting) wordt uitgevoerd, een
vaste of variabele en aan de VOLUMEregelaar gekoppelde sterkte heeft.
Beschikbare
instellingen
Vast
(Vaste
audio-uitvoer)
Vari abel
Vari abele
(
audio-uitvoer
Audio-uitvoer die niet varieert in sterkte
met het volumeniveau van de
bronprojector.
Audio-uitvoer die in sterkte varieert
met het volumeniveau van de
)
bronprojector.
Beschmrijving
Info
Wanneer “Audio uitgang” op “Variabel” is
•
gezet, moet u het volume van de projector
verlagen voordat u de netspanning
uitschakelt of naar een andere ingangsbron
overschakelt.
Luidspreker-instelling
7
Beschikbare
instellingen
AanHet geluid wordt via de interne
UitHet geluid wordt niet via de interne
8
Deze functie stelt u in staat een juiste combinatie
van audio ingangsaansluitingen te kiezen voor
elke invoer modus.
Beschikbare
instellingen
Audio 1De AUDIO 1 ingangsaansluiting wordt
Audio 2De AUDIO 2 ingangsaansluiting wordt
luidspreker weergegeven.
luidspreker weergegeven.
Audio-ingang
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
Beschrijving
Beschrijving
9
transmissiesnelheid (RS-232C)
Zorg dat dezelfde baudrate op de projector en
de computer is ingesteld.
Beschikbare
instellingen
9600bps
38400bps
115 20 0b p s
0
Gebruik deze functie om de draaisnelheid van
de ventilator te veranderen.
Beschikbare
instellingen
NormaalGeschikt voor een normale omgeving.
HoogSelecteer deze instelling wanneer u de
Wanneer “Ventilatormodus” is ingesteld op “Hoog”, zal
de draaisnelheid van de ventilator hoger zijn en is er
ook meer lawaai van de ventilator.
Deze functie voorkomt ongeoorloofd gebruik
van de projector. Wanneer deze functie
geactiveerd is, moet de gebruiker de juiste
toegangscode invoeren telkens wanneer de
projector wordt ingeschakeld. Wij raden u
aan de toegangscode op een veilige plaats
te noteren.
De transmissiesnelheid is laag.
De transmissiesnelheid is hoog.
Ventilatormodus-instelling
projector op een hoogte van meer dan
1.500 meter (4.900 voet) gebruikt.
Systeemvergrendeling-functie
Info
Als u uw toegangscode verliest of vergeet, neem
•
dan contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz.
61). Zelfs wanneer het apparaat nog onder de
garantie is, zal het terugstellen van de toegangscode
in rekening worden gebracht.
a
Instellen/wijzigen van de toegangscode
Selecteer “Syst. vergrend.” en
1
druk dan op ENTER of Q.
Beschrijving
Beschrijving
46
Selecteer “Volgend” en druk dan op ENTER.
2
Het scherm voor het invoeren van de
•
toegangscode verschijnt.
Druk op de juiste vier toetsen van de
3
4
5
3
afstandsbediening of de projector
om de bestaande toegangscode in
“Oude code” in te voeren.
Wanneer de toegangscode de eerste maal wordt ingesteld,
•
moet u viermaal op R van de projector drukken.
Syst.vergrendeling instellen
Opmerking
Als u een verkeerde toegangscode
•
invoert, zal de cursor terugkeren naar
de eerste positie van de “Oude code”.
De vooringestelde toegangscode is 4 R toetsen op
•
de projector. Als u viermaal op de R toets drukt, zal
het toegangscode-invoerscherm verdwijnen.
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
PRJ-INS
––––
––––
––––
Menubediening n Blz. 38
Opmerking
Annuleren van de toegangscode die u reeds
hebt ingesteld
Druk viermaal op R van de projector in de
•
bovenstaande stappen 4 en 5.
Wanneer de systeemvergrendeling is ingesteld
Wanneer de systeemvergrendeling geactiveerd is,
•
verschijnt er een invoervakje voor de toegangscode
nadat het apparaat is ingeschakeld. U moet in dit
vakje de juiste toegangscode invoeren om de
projector te kunnen gebruiken.
Invoerscherm voor toegangscode
Syst.vergrend.
12
Controleren van de
––––
levensduur van de lamp
Druk op vier toetsen van de
4
afstandsbediening of de projector
om de nieuwe toegangscode in
“Nieuwe code” in te voeren.
Opmerking
U kunt niet de volgende toetsen voor de
•
t
oegangscode gebruiken: STANDBY/ON,
ON, STANDBY, ENTER, L-CLICK ,
R-CLICK/RETURN en MENU/HELP
De systeemvergrendeling-functie herkent
•
elke toets op de afstandsbediening of op de
projector als een afzonderlijke toets, ook
als deze dezelfde toetsnaam hebben. Als u
de toet sen op de projector hebt gebruikt
voor het instellen van de toegangscode, kan
de toegangscode niet met de afstandsbediening
geannuleerd worden.
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
PRJ-INS
****
– –––
––––
Syst.vergrendeling instellen
Voer dezelfde toegangscode in
5
“Herbevestigen” in.
U kunt de totale gebruikstijd van de lamp en
de resterende levensduur van de lamp
(percentage) controleren.
<PG-D50X3D>
Gebruiksomstandigheid
van lamp
“Duur” (Levensduur)
Gebruik met “Eco+Stil”
altijd ingesteld op “Aan”
Gebruik met “Eco+Stil”
altijd ingesteld op “Uit”
Resterende levensduur
van de lamp
100%5%
Ca. 2.500
uur
Ca. 2.000
uur
Ca. 125 uur
Ca. 100 uur
<PG-D45X3D>
Gebruiksomstandigheid
van lamp
“Duur” (Levensduur)
Gebruik met “Eco+Stil”
altijd ingesteld op “Aan”
Gebruik met “Eco+Stil”
altijd ingesteld op “Uit”
Opmerking
Wij raden u aan de lamp te vervangen wanneer
•
de resterende levensduur van de lamp 5% is
geworden.
De levensduur van de lamp kan variëren afhankelijk
•
van de gebruiksomstandigheden.
Resterende levensduur
van de lamp
100%5%
Ca. 3.000
uur
Ca. 2.000
uur
Ca. 150 uur
Ca. 100 uur
voorzieningen
Handige
47
Instellen van de projectorfunctie (“PRJ-INS” menu)
(vervolg)
Toetsvergrendeling
Vergrendelen van de
bedieningstoetsen op de projector
Gebruik deze functie om de bedieningstoetsen
op de projector te vergrendelen.
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
■
Houd ENTER op de projector ongeveer 5
seconden ingedrukt terwijl de projector
ingeschakeld is.
Beeldschermdisplay
Toetsvergrendeling AAN
De toetsvergrendelingsfunctie heeft geen invloed
•
op de toetsen van de afstandsbediening.
U kunt de toetsvergrendelingsfunctie niet gebruiken
•
wanneer de projector aan het opwarmen is.
Uitschakelen van de Toetsvergrendeling
■
Houd ENTER op de projector ongeveer 5
seconden ingedrukt.
Beeldschermdisplay
Toetsvergrendeling UIT
Wanneer de projector in de ruststand (standby)
•
staat, kunt u de toetsvergrendelingsfunctie
annuleren door ENTER en STANDBY/ON op de
projector gelijktijdig gedurende ongeveer 5
seconden ingedrukt te houden.
Info
•
De toetsvergrendelingsfunctie is niet instelbaar
in de volgende gevallen: tijdens weergave van
de “Menu” schermen, in de ruststand
(standby), tijdens opwarmen, bij veranderen
van het ingangssignaal, bij gebruik van de
Automat. sync. functie, in de Vastleggen
modus of bij het “Syst.vergrend.” scherm
tijdens opwarmen.
48
2
3
3
4
Instellen van de netwerkomgeving van de projector (“Netwerk” menu)
Menubediening n Blz. 38
Beeld
Wachtwoord
1
2
DHCP Client
TCP/IP
3
4
Instellen van een wachtwoord
1
Als u niet wilt dat anderen de instelling voor
het “Netwerk” menu veranderen, moet u een
wachtwoord instellen.
a
Instellen van een wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” en druk
1
dan op ENTER of Q.
•
Het scherm voor het invoeren van het
wachtwoord verschijnt.
Wachtwoord instellen
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Druk op P of R om het eerste cijfer in “Nieuw
2
wachtw” in te stellen en druk dan op Q.
Voer de resterende 3 cijfers in en
3
druk dan op ENTER.
•
Om terug te keren naar het vorige cijfer, drukt u op O.
Voer hetzelfde wachtwoord in bij
4
“Herbevestigen” en druk dan op ENTER.
•
De status voor het “Wachtwoord”
verandert naar “Aan”.
Opmerking
Nadat het wachtwoord is ingesteld, moet u het
•
wachtwoord invoeren om de instellingen van het
“Netwerk” menu te kunnen veranderen.
Netwerk
–
––––
SCHPRJNetwerk
MAC-adres
Projector
SEL/INSENTEREND
––––
–––
a Veranderen van het wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” en druk
1
dan op ENTER of Q.
Het scherm voor het invoeren van het
•
wachtwoord verschijnt.
Uit
Uit
XX:XX:XX:XX:XX:XX
XX-XXXX
Voer met P, R, Q en O het wachtwoord
2
in bij “Oud wachtwrd” en druk dan
op ENTER.
Voer met P, R, Q en O het wachtwoord
3
in bij “Nieuw wachtwrd” en druk dan
op ENTER.
Voer met P, R, Q en O hetzelfde wachtwoord
4
opnieuw in bij “Herbevestigen” en druk dan
op ENTER.
Opmerking
Als u de wachtwoordbeveiliging niet meer nodig
•
hebt voor de instellingen van het “Netwerk” menu,
druk dan op ENTER zonder een nieuw wachtwoord
in te voeren in de stappen 3 en 4.
•
Druk op RETURN om de wachtwoordinstellingen
te annuleren.
Als u het wachtwoord vergeet
Als u het wachtwoord vergeet, volg dan
de onderstaande aanwijzingen op om het
wachtwoord te wissen en stel daarna een
nieuw wachtwoord in.
Op de projector drukt u op
Als ENTER langer dan 5 seconden ingedrukt
•
wordt gehouden, zullen de bedieningstoetsen
op de projector vergrendeld worden. (Zie blz. 48.)
U kunt de toetsen op de afstandsbediening
•
niet gebruiken om het wachtwoord te wissen.
Help
Opmerking
.
voorzieningen
Handige
49
Instellen van de netwerkomgeving van de projector (“Netwerk” menu)
3
5
(vervolg)
Menubediening n Blz. 38
Instelling voor DHCP Client
2
Sluit de L AN-kabel aan voordat u de projector
inschakelt. Als u dit niet doet, zal de DHCP
Client functie niet werken.
Beschikbare
instellingen
AanHaalt automatisch de
UitStelt de TCP/IP handmatig in.
Selecteer “Aan” voor “DHCP Client”. “Ophalen
van IP adres...” verschijnt en daarna ziet u het
menuscherm. Controleer de parameters van
het IP adres, Subnet Mask en Gateway op het
TCP/IP scherm.
Als de DHCP server niet beschikbaar is, zal
“Kon het IP adres niet ophalen.” verschijnen.
In dit geval moet de TCP/IP handmatig worden
ingesteld. (Zie onderdeel 3.)
TCP/IP instelling
3
Stel de TCP/IP handmatig in.
Selecteer “Uit” voor “DHCP
1
Client” en druk dan op ENTER.
Selecteer “TCP/IP” en druk dan
2
op ENTER.
Voer met P, R, Q en O het “IP
3
adres” in en druk dan op ENTER.
TCP/IP instellen
IP adres
Subnet Mask
Gateway
Beschrijving
confi guratieparameters voor
het TCP/IP netwerk op.
Netwerk
1
92 .
1
68 .
1
50 .
0
55 .2
000 .
55 .2
000 .
55 .2
000 .
02
000
000
Beschikbare
instellingen
IP adresStandaardinstelling:
Subnet MaskStandaardinstelling:
GatewayStandaardinstelling:
Opmerking
•
Controleer het segment (IP adres groep) van
het bestaande netwerk om te vermijden dat u
een IP adres instelt dat reeds in gebruik is bij
andere netwerkapparatuur of computers. Als
“192.168.150.002” niet gebruikt wordt in het
netwerk met een IP adres “192.168.150.XXX”
dan hoef t u het IP adres van de projector niet
te wijzigen.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder
•
voor details aangaande de verschillende
instellingen.
Controleren van de
4
Beschrijving
192.168.150. 00 2
Voer een IP adres in dat
geschikt is voor het netwerk.
255.255.255.00 0
Stel de instelling van het
subnet mask hetzelfde in als
van de computer en de
apparatuur op het netwerk.
000.000.000.000
* Instellen op “000.000.000.000”
wanneer u deze niet gebruik t.
projectorinformatie
U kunt het MAC-adres en de projectornaam
controleren.
Beschikbare
instellingen
MAC-adresHet MAC-adres dat voor de
ProjectorDe projectornaam wordt
Beschrijving
projector is ingesteld, verschijnt.
weergegeven.
Voer met P, R, Q en O het “Subnet
4
Mask” in en druk dan op ENTER.
Voer met P, R, Q en O de “Gateway”
5
in en druk dan op ENTER.
50
Opmerking
Zie “INSTELGIDS” op de bijgeleverde CD-ROM
•
voor het veranderen van de projectornaam.
Problemen oplossen met behulp van het “Help” menu
3
5
6
Met deze functie kunt u problemen oplossen die tijdens het gebruik van het apparaat kunnen optreden.
Gebruik van de functies van
het “Help” menu
ENTER toets
ENTER toets
Voorbeeld: Wanneer er beeldfl ikkering optreedt
Bedieningsaanwijzingen voor het verhelpen van
beeldfl ikkering wanneer een RGB
computersignaal wordt geprojecteerd.
Druk op MENU/HELP.
1
Druk op O of Q om “Help” te
2
2
selecteren en druk dan op ENTER.
Druk op P of R om “Verticale
3
strepen of fl ikkering in het beeld”
in het Help menu te selecteren en
druk dan op ENTER.
BeeldSCHNetwPRJ
Verticale strepen of flikkering in het beeld
Er is geen beeld of geluid
Verticale strepen of flikkering in het beeld
Databeeld is niet gecentreerd
Vage of flauwe kleuren
Het beeld is donker
Het beeld is vervormd
Het is moeilijk om het geluid te horen
Alle instellingen terugstellen op standaardinst.
SELENTEREND
Druk op ENTER.
Verticale strepen of flikkering in het beeld
Start de "Automat.sync."-instellingen.
Indien geen verandering na uitvoeren "Automat.
sync."-inst., regel volgende items bij.
Verticale ruis regelen
Horizontale ruis regelen
Stel de 2 items hierboven terug
Terug
Signaal Info
SELENTEREND
1024 {768
H48.3 kHz / V 59.9 Hz
Help
Help
Selecteer “Star t de “Automat.
4
sync.”-instellingen.” en druk dan
op ENTER.
Als het beeld niet beter wordt,
5
selecteer dan “Horizontale ruis
regelen” en druk dan op ENTER.
Druk op O of Q om af te stellen.
6
SEL/INSRtn.-menuEND
Opmerking
•
U kunt de onderdelen met een vinkje (✔) instellen.
•
De onderdelen in het “Help” menu verschillen
afhankelijk van het ingangssignaal of de
instelling die u gekozen hebt.
•
Raadpleeg het hoofdstuk “Problemen
oplossen” als u het probleem niet kunt
verhelpen. (Zie blz.
•
Wanneer “sRGB” geselecteerd wordt in
“Beeldmodus”, zal het onderdeel “Vage of
fl auwe kleuren” niet verschijnen. Dit betekent
dat u de ingangssignaaltypen niet kunt
wijzigen.
Insteltoetsen
Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
(P/R/O/Q)
MENU/HELP
MENU/HELP
toets
toets
0Fase
59 en 60.)
Help
voorzieningen
Handige
51
Onderhoud
Reinigen van de projector
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
■
begint met het reinigen van de projector.
De behuizing en ook het bedieningspaneel zijn
■
gemaakt van plastic. Gebruik geen benzeen of
witte spiritus want deze middelen kunnen de
afwerking van het apparaat aantasten.
Gebruik geen sterke chemische middelen
■
zoals insectenverdelgingsmiddelen in de
buurt van de projector.
Bevestig niet voor langere tijd rubber of
plastic voorwerpen aan de projector.
De middelen die in het plastic e.d. worden
gebruikt, kunnen namelijk de afwerking van
de projector aantasten.
Veeg het vuil voorzichtig met een zachte
■
fl anellen doek van de projector.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt
■
u de doek met een zacht reinigingsmiddel,
verdund met water, bevochtigen. Wring de
doek goed uit en veeg de projector schoon.
Sterke chemische reinigingsmiddelen kunnen
verkleuring, kromtrekken of andere beschadiging
van de afwerking van de projector veroorzaken.
Test het reinigingsmiddel dat u gaat gebruiken
op een verborgen gedeelte van de projector om
te controleren of er geen beschadigingen
worden veroorzaakt.
Zacht reinigingsmiddel
Reinigen van de lens
Maak de lens met een los verkrijgbaar
■
blaasborsteltje of met lensreinigingspapier
(voor een bril en cameralens) schoon.
Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen
want deze kunnen de afwerkingslaag op het
oppervlak van de lens aantasten.
Het oppervlak van de lens kan gemakkelijk
■
beschadigd raken, dus let erop dat u niet
tegen de lens stoot of er krassen op maakt.
Reinigen van de uitlaat- en inlaatopeningen
Gebruik een stofzuiger om stof te verwijderen
■
van de uitlaat- en inlaatopeningen.
52
Boenwas
Witte
spiritus
Zacht reinigingsmiddel
verdund met water
Info
•
Als u de ventilatieopeningen van de projector
wilt reinigen, moet u altijd eerst op STANDBY/ON van de projector of op STANDBY van de
afstandsbediening drukken om de projector in
de ruststand (standby) te zetten. Nadat de
koelventilator is gestopt, kunt u beginnen met
het reinigen van de ventilatieopeningen.
Onderhoudsindicators
■
De waarschuwingslampjes (spanningsindicator, lampindicator en temperatuurwaarschuwingsindicator) op de projector kunnen een probleem in de projector aangeven.
■
Als er een probleem optreedt, zal de temperatuur-waarschuwingsindicator of de lampindicator
rood oplichten en komt de projector in de ruststand (standby) te staan. Nadat de projector in
de ruststand (standby) is komen te staan, volgt u de hierna gegeven aanwijzingen.
Bovenkant
Spanningsindicator
Lampindicator
Temp eratu urwaarschuwingsindicator
Betreffende de temperatuur-waarschuwingsindicator
Als de temperatuur binen de projector stijgt, door blokkade van de luchtgaten, of door de lokatie, zal de
temperatuur-waarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen, zal
“” gaan branden in de hoek linksonder vanhet beeld met het knipperen van de
temperatuur-waarschuwingsindicator. Als deze situatie voortduurt, zal de lamp uitgaan, de ventilator zal
gaan draaien en de projector zal in standby modus gaan staan. Als u merkt dat het temperatuur
waarschuwingslampje knippert, neem dan de maatregelen beschreven op blz. 54.
Betreffende de lampindicator
Wanneer de resterende levensduur van de lamp 5% of minder wordt, verschijnen de aanduidingen
■
(geel) en “Vervang de lamp” op het scherm. Als het aangegeven percentage 0% wordt,
verandert de aanduiding in (rood), waarna de lamp wordt uitgeschakeld en de projector
automatisch in de ruststand (standby) komt te staan. De lampindicator zal dan rood oplichten.
Als u de vierde maal probeert om de projector in te schakelen zonder dat de lamp
■
vervangen is, kan de projector niet meer ingeschakeld worden.
Knippert groenDe lamp is aan het opwarmen.
Brandt roodDe lamp wordt op een abnormale wijze uitgeschakeld of
UitNormaal
Brandt rood/
Knippert rood
Het lensdeksel is gesloten. (Zie blz. 29.)
moet vervangen worden. (Zie blz.
De temperatuur in het inwendige is erg hoog. (Zie blz.
54.)
54.)
Aanhangsel
54.)
53
Onderhoudsindicators (vervolg)
Onderhoudsindicator
Temperatuur-
waarschuwings-
indicator
Lampindicator
Spannings-
indicator
Normaal
Uit
Brandt
groen
(Knippert
groen
wanneer
de lamp
aan het
opwarmen
is.)
Brandt
groen/
brandt
rood
Knippert
groen
(afkoelen)
Abnormaal
Knippert
rood
(inschakelen)/
Brandt rood
(standby)
Brandt
rood
Brandt
rood
(standby)
Knippert
rood
ProbleemOorzaakMogelijke oplossing
De temperatuur
in het inwendige
is erg hoog.
De lamp brandt
niet.
De lamp moet
vervangen worden.
De lamp brandt
niet.
De
spanningsindicator
knippert rood
terwijl de projector
ingeschakeld is.
Temperatuur rond
•
de projector is
hoog.
Ventilatieope ning
•
geblokkeerd
Koelventilator
•
defect
Interne circuit
•
defect
Ventilatieope ning
•
verstopt
De lamp wordt op
•
een abnormale
wijze uitgeschakeld.
Resterende
•Vervang de lamp
levensduur van de
lamp is 5% of minder.
•
Lamp is
doorgebrand
Lampcircuit defect
•
De stoffi lterhouder
•Als de spanningsindicator in
of het deksel van
het lamphuis is
open.
Gebruik de projector in een
•
ruimte met een temperatuur
lager dan 95°F (+35ºC).
Zet de projector op een
•
plaats waar een goede
doorstroming van lucht
mogelijk is. (Zie blz.
•
Breng de projector naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of
servicecentrum (zie blz.
om het apparaat te laten
repareren.
Haal de stekker van het
•
netsnoer uit het stopcontact
en steek deze daarna weer in
het stopcontact.
•
voorzichtig. (Zie blz.
Breng de projector naar uw
•
dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of
servicecentrum (zie blz.
om het apparaat te laten
repareren.
•
Ga uiterst voorzichtig te
werk wanneer u de lamp
vervangt.
Breng het deksel stevig aan.
•
•
het rood knippter zelfs als de
lampkap goed vastzit, neem
dan contact op met uw
dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of
servicecentrum (zie blz.
voor advies.
8.)
61)
55.)
61)
61)
Info
Als de temperatuur-waarschuwingsindicator oplicht en de projector in de ruststand (standby) komt te
•
staan, neemt u de hierboven beschreven maatregelen en wacht dan totdat de projector volledig is
afgekoeld voordat u het netsnoer weer aansluit en het apparaat opnieuw inschakelt. (Ten minste 10
minuten.)
Als tijdens het gebruik van de projector de stroomvoorziening even onderbroken wordt als gevolg van
•
het uitvallen van de stroom of een andere oorzaak en de stroomvoorziening dan weer meteen hersteld
wordt, zal de lampindicator rood oplichten en is het mogelijk dat de projectorlamp niet brandt. In dit
geval moet u de stekker uit het stopcontact halen en dan weer in het stopcontact steken, waarna u het
apparaat opnieuw inschakelt.
De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch en zorgt ervoor dat deze op een constante
•
waarde blijft. Het geluid van de koelventilator kan veranderen tijdens het gebruik van de projector omdat de
snelheid van de ventilator verandert, maar dit is geen defect.
54
Betreffende de lamp
Lamp
Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp
■
5% of minder wordt of wanneer u een aanzienlijke vermindering van de beeld- en kleurkwaliteit vaststelt.
De levensduur van de lamp (percentage) kan gecontroleerd worden op het beeldschermdisplay. (Zie blz.
■
Koop een vervangingslamp van het type AN-D500LP/AN-D400LP in de winkel waar u het apparaat
hebt gekocht of bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
De lamp die in deze projector wordt gebruikt, heeft een 90-dagen durende garantie
op onderdelen en arbeidskosten. Alle onderhoud aan deze projector die onder de
garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet door een offi ciële Sharp
projectordealer of servicecentrum worden uitgevoerd. Voor de naam van uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum kunt u het volgende
nummer bellen (gratis): 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
ALLEEN VOOR DE VS
Belangrijke opmerkingen betreffende de lamp
■
In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u
mogelijk een luid geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde
schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur.
De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en
frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten.
Wanneer de lampvervangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de
■
lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken.
Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector
■
verspreid worden. In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten verwijderen zodat
een veilige werking gewaarborgd is.
Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid worden of het gas dat in
■
de lamp is kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze lamp is
kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling aan het
ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de hulp van
een arts in te roepen.
47.)
Vervangen van de lamp
Voorzichtig
•
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van de
•
lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen. * U kunt de lamp
■
ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of ser vicecent rum laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
Aanhangsel
55
Betreffende de lamp (vervolg)
2
3
Verwijderen en aanbrengen
van de lampeenheid
Waarschuwing!
•
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de
projector hebt gebruikt. De lamp en de
omringende onderdelen zullen zeer heet zijn
en kunnen brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Info
•
Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen
in het inwendige van de projector aan.
•
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig
op om letsel en beschadiging van de lamp te
voorkomen.
Draai geen andere schroeven los dan die van
•
het lamphuisdeksel en het lamphuis.
Los
Los
verkrijgbaar
verkrijgbaar
accessoire
accessoire
Lampeenheid
Lampeenheid
AN-D500LP
AN-D500LP
(voor PG-D50X3D)
(voor PG-D50X3D)
AN-D400LP
AN-D400LP
(voor PG-D45X3D)
(voor PG-D45X3D)
Druk op STANDBY/ON van de
1
projector of op STANDBY van de
afstandsbediening om de projector
in de ruststand (standby) te zetten.
Maak het netsnoer los.
2
•
Haal de stekker van het netsnoer uit de
netstroomaansluiting.
Laat de lamp volledig afkoelen (ongeveer 1
•
uur).
Verwijder het deksel van het
3
lamphuis.
Sluit het lensdeksel. Draai de
•
onderhoudsschroef (1) los waarmee het
deksel van het lamphuis is bevestigd.
Verwijder het deksel van het lamphuis (2).
56
STANDBY/ON toets
STANDBY/ON toets
Netstroomaansluiting
Netstroomaansluiting
2
2
1
1
Onderhoudsschroef
Onderhoudsschroef
(voor deksel van lamphuis)
(voor deksel van lamphuis)
Verwijder het lamphuis.
4
4
•
Draai de bevestigingsschroeven van het
lamphuis los. Pak het lamphuis en trek dit
in de richting van de pijl naar buiten. Houd
het lamphuis bij het verwijderen horizontaal
en kantel dit niet schuin.
Steek het nieuwe lamphuis naar binnen.
5
5
•
Druk het lamphuis stevig in de lamphuishouder.
Draai de bevestigingsschroeven vast.
Breng het deksel van het lamphuis
6
6
weer aan.
•
Lijn het lipje op het deksel (1) van het lamphuis uit
en breng het deksel aan terwijl u op het deksel (2)
drukt om het deksel te sluiten. Draai vervolgens de
onderhoudsschroef (3) vast om het deksel van
het lamphuis stevig te bevestigen.
Info
•
Als het lamphuis en het deksel niet juist
zijn aangebracht, kan de projector niet
worden ingeschakeld, ook al is het
netsnoer op de projector aangesloten.
Terugstellen van de lamptimer
Stel de lamptimer terug wanneer u de lamp vervangt.
BevestigingsschroevenBevestigingsschroeven
1
1
23
23
Info
•
De lamptimer mag alleen na het vervangen
van de lamp worden teruggesteld. Als u de
lamptimer terugstelt en dan dezelfde lamp
blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd
worden of exploderen.
Sluit het netsnoer aan en open
1
het lensdeksel volledig.
•
Sluit het netsnoer op de netstroomaansluiting
van de projector aan.
Stel de lamptimer terug.
2
2
•
Houd MENU/HELP, ENTER en R van de
projector tegelijk ingedrukt en druk dan op
STANDBY/ON van de projector.
De “LAMP 0000H” aanduiding verschijnt
•
om aan te geven dat de lamptimer is
teruggesteld.
U verkrijgt een optimale beeldkwaliteit door de uitgangsresolutie van uw computer aan te passen aan
•
de resolutie die overeenkomt met “TRUE” in de kolom “Display” hierboven weergegeven.
•
Volg de hieronder beschreven procedures wanneer de “Beeldschermresolutie” van de computer af wijkt
van de weergaveresolutie van het geprojecteerde beeld.
– Zie “Kies de resolutie” voor “Databeeld is niet gecentreerd” in het Help menu en kies de zelfde
resolutie als in de “Beeldschermresolutie” van de computer.
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het zijn dat het uitvoersignaal niet gelijk is aan de “Beeldschermresolutie”
–
aanpassing. Controleer de instellingen voor de signaaluitvoer van de computer. Als de instellingen niet gewijzigd kunnen
worden is het aan te raden om de resolutie in te stellen op een die overeenkomt met “TRUE” in de kolom “Display”.
DTV
Horizontale
Signaal
frequentie (kHz)
I
15,76 0
15,65 0
480I
480P31,560
540P33,860
576
576P31,350
720P37,550
Vert icale
frequentie (Hz)
Analoge
ondersteuning
Digitale
ondersteuning
✔
✔✔
✔
✔
✔✔
✔✔
Horizontale
Signaal
frequentie (kHz)
720P45,060
1035
1080
1080
1080P56,350
1080P67,560
33,860
I
28,150
I
33,860
I
Vert icale
frequentie (Hz)
Analoge
ondersteuning
58
Digitale
ondersteuning
✔✔
✔
✔✔
✔✔
✔✔
✔✔
Problemen oplossen
ProbleemControleBlz.
Het netsnoer van de projector is niet in het stopcontact gestoken.•
De aangesloten apparatuur is niet ingeschakeld.•–
Het lensdeksel is gesloten.•
De verkeerde ingangsfunctie is gekozen.•29
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten.•21–25
Geen beeld en geen
geluid of de projector
start niet.
Wel beeld maar geen
geluid (of het beeld is
erg donker).
De batterij van de afstandsbediening is leeg.•15
De externe uitgang is niet ingesteld bij aansluiting op een notebook-computer.
•21
Het deksel van het lamphuis is niet juist aangebracht.•56, 57
Indien de aangesloten digitale DVI apparatuur ingeschakeld is voordat de
•21
“DVI-D” invoer modus geselecteerd is op de projector, dan wordt het beeld
mogelijk niet correct of geheel niet weergegeven. Verzeker u ervan dat de
juiste invoer modus geselecteerd is op de projector voordat u aangesloten
apparatuur inschakelt.
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten•
Het onderdeel “Helder” staat in de minimumstand.•41
•
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het gebeuren dat er geen
beeld wordt weergegeven als de uitgangssignaal-instelling van de computer
niet op de ex terne uitgang is ingesteld. Raadpleeg de handleiding van de
computer voor het omschakelen van de uitgangssignaal-instelling.
Is “Aan” geselecteerd in “DLP® LinkTM”?
•
•
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
•
Stel “Kleur” en “Tint” in “Beeldmodus” in en verlaag de “BrilliantColor
waarde.
(Alleen voor video-ingang)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.•
TM
”
25
26, 29
21–25
–
44
41
51
Kleuren zijn fl ets
of niet goed.
Beeld is wazig;
met storingen.
Wel beeld maar geen
geluid.
Databeeld is niet
gecentreerd.
Stel het beeld scherp.•
De projectie-afstand is groter dan het scherpstelbereik.•20
Er is condens op de lens. Als de projector van een koude naar een warme
•–
ruimte wordt gebracht, of als de ruimte plotseling sterk wordt verwarmd, kan
er condens op het oppervlak van de lens ontstaan en zal het beeld wazig
zijn. Laat de projector in dit geval minimaal een uur acclimatiseren voordat u
het apparaat gebruikt. Mocht er toch condens ontstaan, haal dan de stekker
uit het stopcontact en wacht totdat alle condens verdwenen is.
(Alleen voor computeringang)
Confi guur de synchronisatieinstellingen (“Klok” en “Fase” instelling).
•
Afhankelijk van de computer kunnen er soms storingen zijn.
•
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten.•
•
Het volume staat in de minimumstand.
•
Als de projector op een extern apparaat is aangesloten en het volume
in de minimumstand staat, zal er geen geluid worden uitgevoerd, ook
wanneer u het volume op het externe apparaat verhoogt.
“Luidspreker” is ingesteld op “Uit”.•46
Selecteer “Databeeld is niet gecentreerd” in het “Help” menu en breng
•
de nodige wijzigingen aan.
•–
Afhankelijk van de computer die u gebruikt kan de resolutie van het
uitvoersignaal anders zijn dan die u ingesteld heeft. Voor details raadpleegt
u de handleiding van uw computer.
27
51
–
21–25
29
Aanhangsel
51
59
Problemen oplossen (vervolg)
ProbleemControleBlz.
Er komen soms vreemde
geluiden vanuit de
behuizing.
De onderhoudsindicator
op de projector brandt of
knippert rood.
De projector kan niet
worden ingeschakeld of in
de ruststand (standby)
worden gezet met de
STANDBY/ON toets op
de projector.
Het beeld is groen bij
COMPUTER
(Component)/DVI
(Component).
Het beeld is roze
(niet groen) bij
COMPUTER (RGB)/
DVI (RGB).
Het beeld is te helder en
erg wit.
De koelventilator maakt
veel geluid.
De lamp brandt niet
nadat de projector is
ingeschakeld.
De lamp gaat tijdens het
projecteren plotseling uit
Het beeld fl ikkert soms.
Het aangaan van de
lamp duurt erg lang.
Het beeld is donker.
De afstandsbediening
werkt niet.
•–
Als het beeld normaal is, kunnen deze geluiden veroorzaakt worden
door inkrimping van de behuizing als gevolg van veranderingen in de
kamer temperatuur. Dit heeft geen invloed op de werking of prestatie
van het apparaat.
Zie “Onderhoudsindicators”.•
•
De toetsvergrendelingsfunctie is ingeschakeld.
Als de toetsvergrendelingsfunctie op “AAN” staat, zijn alle toetsen
vergrendeld.
•
Wijzig de instelling voor het ingangssignaaltype.
•
Wanneer u geen ingangssignaaltype kunt selecteren, selecteert u
“Vage of fl auwe kleuren” in het “Help” menu, nadat u een ander
onderdeel dan “sRGB” in “Beeldmodus” hebt geselecteerd, en dan
selecteert u het ingangssignaaltype.
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.•
Wanneer de temperatuur in het inwendige van de projector oploopt,
•
gaat de koelventilator sneller draaien.
•
De lampindicator licht rood op.
Vervang de lamp.
Het lensdeksel is gesloten.
•
•
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten of de aangesloten
apparatuur werkt niet juist.
•
Selecteer “Ver ticale strepen of fl ikkering in het beeld” in het “Help” menu
en maak de vereiste afstellingen.
Als dit vaak gebeurt, moet u de lamp vervangen.
•
•
De lamp zal uiteindelijk vervangen moeten worden.
Vervang de lamp voordat deze het einde van de levensduur heeft
bereikt.
•
Gebruik de afstandsbediening terwijl u deze naar de afstandsbedieningssensor
op de projector richt.
•
De afstand tussen de afstandsbediening en de projector is te groot.
•
Als er rechtstreeks zonlicht of het licht van een sterke fl uorescerende
lamp op de afstandsbedieningssensor van de projector valt, moet u de
projector verplaatsen zodat er geen sterk licht meer op valt.
De batterijen zijn uitgeput of verkeerd geplaatst. Controleer of de batterijen
•15
juist geplaatst zijn of gebruik nieuwe batterijen.
53
48
51
40, 51
41
8, 9
52, 5 3, 5
53, 56, 57
21–25
51
56
56
15
Dit apparaat is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van de microprocessor kan nadelig
beïnvloed worden door een verkeerde bediening of interferentie. Als dit gebeurt, moet u de stekker
minimaal 5 minuten uit het stopcontact trekken en dan kunt u de stekker weer insteken.
4
60
Voor assistentie van SHARP
Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector,
raadpleegt u eerst het deel “Problemen oplossen” op blz.
gebruiksaanwijzing geen oplossing biedt voor uw probleem, neemt u contact op
met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
Luidspreker5 W × 2 (Stereo)
Projectielamp375 W330 W
Stroomvoorziening100–240 V wisselstroom
Nominale frequentie50/60 Hz
Ingangsstroom5,1 A4,5 A
Stroomverbruik (standby*)100 V wisselstroom484 W (10,2 W) 429 W (10,2 W)
Bedrijfstemperatuur41ºF tot 95ºF (+5ºC tot +35ºC)
BehuizingPlastic
Afmetingen (alleen de hoofdbehuizing)
[B × H × D]
Gewicht (ca.)12,8 lbs. (5,8 kg)
*STANDBY-modus: Standaard
ZoomMet de hand, ×1,15 (f = 21,0 – 24,2 mm)
FocusMet de hand
DVI-I (Compatibel met HDCP)×1
Computer/Component
(15-pins mini D-sub)
S-Video (4-pins mini-DIN)×1
Video (RCA)×1
Audio (ø3,5 mm stereo-ministekker) ×1
Audio (RCA)×1 (L /R)
Computer
/Component
(15-pins mini D-sub)
Audio (ø3,5 mm stereo-ministekker) ×1 (Variabele audio-uitgang)
LAN (RJ-45)×1
USB (B-type)×1
RS-232C (9-pins mini D-sub)×1
240 V wisselstroom458 W (10,8 W) 408 W (10,8 W)
®
-chip
×1
×1
3
/4" × 3 15/16" × 13 13/64"
15
(400 × 100 × 335 mm)
Als onderdeel van een beleid van doorlopende verbetering houdt SHARP zich het recht voor om
veranderingen aan te brengen in ontwerp en technische gegevens ten behoeve van verbetering van het
product zonder voorafgaande berichtgeving. De aangegegeven cijfers voor de technische gegevens
aangaande prestaties zijn nominale waarden voor productie-eenheden. Er kunnen zich enkele
afwijkingen van deze waarden voordoen bij afzonderlijke eenheden.
Deze SHARP projector is uitgerust met een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat
786.432 pixels (microspiegels). Evenals bij andere hoogwaardige elektronische apparatuur
zoals TV's met grote beeldschermen, videosystemen en videocamera's, gelden er bepaalde
tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen.
Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen,
wat kan resulteren in niet actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed
op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
62
Afmetingen
Eenheid: duim (mm)
/4 (6)13
1
/64 (335)3
13
43
/64
1
(42,2)
/16 (100)
15
1
/8 (3)
15
5
7
/64
(179,75)
M4
M4
/64 (5,75)
15
3
/4 (400)
/32 (115)
17
4
17
M4
4
(115)
3 23/64
/32
(85)
/2
1
(38)
1
/64
33
(89)
3
M4
/64 (171,5)
49
6
13
/16
1
(45,75)
61
2
/64
(75)
5
/8
4
(116,25)
Aanhangsel
63
Index
3D MODE toets ·························································14
Accessoires ·······························································11
Achtergrond ·······························································44
Afstandsbediening ····················································· 14
Afstandsbedieningssensor ········································ 15
AUDIO 1, 2 aansluiting ·············································· 23
Audio-ingang ····························································· 46
AUDIO OUT aansluiting ············································· 23
Audio uitgang ····························································46
Automatisch herstarten ············································· 45
Auto Power Off (Automatische uitschakelfunctie) ·····45
AUTO SYNC toets ·····················································33
Automat. sync. (Automatische synchronisatie)
AV MUTE toets ·························································· 29