Sharp PG-A10X-A User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
MODEL
PG-A10X-A
Inleiding
Aansluiten en opstellen
LCD PROJECTOR
Gebruiksvriendelijke functies
Aanhangsel
BELANGRIJK
Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 14 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: PG-A10X-A
Serienummer:
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 5A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used. Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted. In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in a safe manner. Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 5A socket outlet, as a serious electric shock may occur. To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
WARNING:
THIS APPARATUS MUST BE EARTHED.
IMPORTANT:
The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
Green-and-yellow : Earth Blue : Neutral
Brown : Live As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
or and of the same rating as
The wire which is coloured green-and-yellow must be connected to the terminal in the plug which is marked by
the letter E or by the safety earth symbol
or coloured green or green-and-yellow.
The wire which is coloured blue must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured
black.
The wire which is coloured brown must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured
red.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian and Dutch. Carefully read through the operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch, Italienisch und Niederländisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois, espagnol, italien et néerlandais. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska, italienska och holländska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español, italiano y holandés. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano e olandese. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans en Nederlands. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding

WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
NEDERLANDS
elektrische schok te voorkomen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in standby is gezet. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd in standby met de STANDBY-toets op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
Inleiding
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
1
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde 57.
USER SERVICE SCREW VIS POUR ENTRETIEN PAR L'UTILISATEUR
LAMP REPLACEMENT WARNING :
TURN OFF THE LAMP AND DISCONNECT POWER CORD BEFORE OPENING THIS COVER. HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP. REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT MODEL AN-A10LP ONLY.
HIGH PRESSURE LAMP :
RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
SERVICEMAN-WARNING :
USE RADIATION EYE AND SKIN PROTECTION DURING SERVICING.
AVERTISSEMENT CONCERNANT LE REMPLACEMENT DE LA LAMPE :
ETEINDRE LA LAMPE ET DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT D’OUVRIR LE COUVERCLE. L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE. NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE MODÈLE AN-A10LP.
LAMPE A HAUTE PRESSION :
RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE. A MANIPULER AVEC PRECAUTION. SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
AVERTISSEMENT – REPARATEUR :
SE PROTEGER LES YEUX ET LA PEAU DES RADIATIONS LORS DES REPARATIONS.
Aanbrengen van het “QUICK GUIDE (snelgids)”-label
U kunt het “QUICK GUIDE (snelgids)”-label (bijgeleverd) op de projector aanbrengen als geheugensteuntje voor de installatieprocedure. Zorg er bij het aanbrengen van het “QUICK GUIDE (snelgids)”­label op de projector voor dat u de onderkant van het label uitlijnt met de bovenkant van het “Notevision”-logo op het bovenpaneel van de projector zoals wordt getoond in de tekening rechts. Breng het “QUICK GUIDE (snelgids)”-label nergens anders aan.
“QUICK GUIDE
(snelgids)”-label
PB224WJ
SCHROEF VOOR ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP.
ZET DE LAMP UIT EN MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS HET DEKSEL TE OPENEN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE AN-A10LP. HOGEDRUKLAMP: EXPLOSIEGEVAAR. INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING. WAARSCHUWING VOOR ONDERHOUDSTECHNICUS : GEBRUIK OOG- EN HUIDBESCHERMING TEGEN STRALING TIJDENS HET ONDERHOUD.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een LCD-paneel (Liquid Crystal Display). Dit geavanceerde paneel bevat 786.432 pixels (× RGB) TFTs (Thin Film Transistors). Net als andere hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld-TV’s, videosystemen en videocamera’s, moeten projectoren voldoen aan bepaalde tolerantienormen. Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende, inactieve beeldpunten die kunnen resulteren in inactieve punten op het beeldscherm. Dit heeft geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Dit model kan aan het plafond bevestigd of gemonteerd worden.
2

Belangrijkste eigenschappen

1. Comfortabele bediening, uiterst gebruiksvriendelijk in les- en
vergaderruimten
••
De stille ventilator en naar voren gerichte luchtuitlaat zorgen ervoor dat
••
het publiek dicht bij de projector zo min mogelijk wordt gestoord.
••
Short-throw lens maakt projectieafmeting van 100" mogelijk op een
••
afstand van nauwelijks 3,2 meter (10' 6").
2. Eenvoudige en gemakkelijke bediening
Probleemloze installatie dankzij aansluitingen met kleurcodes.
••
De uitgekiende plaats van de veel gebruikte toetsen en de lens
••
bevorderen het bedieningsgemak.
3. Hoge helderheid ondanks compacte afmetingen
••
Het gebruik van een SHP-lamp van 165 W resulteert in een uitstekende
••
kleuruniformiteit en een hoge helderheid.
••
De Eco-functie beperkt de geluidsniveaus en het stroomverbruik en
••
verlengt de levensduur van de lamp.
Inleiding
4. Aanvaardt vele verschillende ingangssignalen
••
Geschikt voor videosystemen (NTSC3.58, PAL,
••
SECAM, PAL-N, PAL-M, PAL-60 en NTSC4.43)
••
Geschikt voor HD-invoer (1080I, 720P en 480P)
••
••
Geschikt voor computerinvoer (VGA, SVGA, XGA,
••
SXGA en SXGA+)
5.
Anti-diefstalfunctie en toetsvergrendeling
••
De anti-diefstalfunctie maakt de projec-
••
tor zonder invoer van de juiste sleutelcode onbruikbaar.
••
Met de toetsvergrendelingsfunctie kunt
••
u de bedieningsorganen van de projec­tor op eenvoudige wijze uitschakelen om ongeoorloofd gebruik te voorkomen.
6. Automatische functies
••
Automatische herkenning en weergave van RGB-/componentsignalen.
••
••
Automatische synchronisatie garandeert een juiste instelling van de klok,
••
fase en positie van RGB-signalen.
3

Inhoud

Inleiding
Belangrijkste eigenschappen ............................ 3
Inhoud .................................................................. 4
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .................. 6
Toegang krijgen tot de PDF-
gebruiksaanwijzingen .................................. 9
Benaming van de onderdelen .......................... 10
Projector (voor- en bovenaanzicht) ........................ 10
Projector (achteraanzicht) ....................................... 11
Afstandsbediening (vooraanzicht) .......................... 12
Gebruik van de afstandsbediening ................. 13
Bedieningsbereik .................................................... 13
Plaatsen van de batterijen .......................................13
Accessoires ....................................................... 14
Aansluiten en opstellen
Aansluiten van de projector op andere
apparaten ..................................................... 15
Alvorens aan te sluiten ............................................ 15
Deze projector kan worden aangesloten op: .......... 15
Aansluiten van het netsnoer ................................... 15
Aansluiten van de projuctor op een computer..... 16
Aansluiten op videoapparatuur ........................... 18
Bedienen van de projector met een computer .... 20
Opstellen ............................................................ 21
Gebruik van de stelvoetjes ..................................... 21
Instellen van de lens ................................................22
Opstellen van het scherm .......................................23
Schermgrootte en projuctie-afstand ........................ 24
Projecterern van een spiegelbeeld/omgekeerd
beeld ...................................................................... 25
Instellen van het computerbeeld ..................... 38
Het computerbeeld instellen ................................... 38
Speciale func. (Instellen van speciale functies) ......38
Automat.sync. (Instellen van de automatische
synchronisatie) ....................................................... 39
Signaal Info (Controleren van het ingangssignaal) .....
39
Gebruiksvriendelijke functies
Beeldweergavefunctie ...................................... 40
Wijzigen van de beeldweergave ............................ 40
Stilstaand beeld en zoombeeld........................ 42
Stilzetten van een bewegend beeld ........................42
Weergeven van een vergroot deel van een beeld .. 42
Toetsvergrendelingsfunctie ............................. 43
Vergrendelen van de bedieningstoetsen ............... 43
De toetsvergrendeling annuleren ............................43
Gebruik van het menu “Opties” ....................... 44
Lamptimer (duur) (Controleren van de resterende
levensduur van de lamp) ......................................... 44
OSD Display (Instellen van het on-screen display)
Videosysteem (Instellen van het videosignaal) ...... 45
Achtergrond (Kiezen van een start- en
achtergrondbeeld) .................................................. 45
Eco-functie (Instellen van de Eco-functie) ............. 45
Auto Power Off (Automatische uitschakeling) ........ 46
Menupositie (Selecteren van de positie van het
menuscherm) ......................................................... 46
Menukleur (Selecteren van de Menukleur) ............. 46
Wachtwoord (Instellen van een wachtwoord).......... 47
Als u uw wachtwoord vergeten bent ....................... 47
Anti-diefstal (Instellen van de Anti-diefstal) .............48
De geprojecteerde beelden omkeren/
weergeven in spiegelbeeld ......................... 50
Instellen van de projectiestand .............................. 50
.... 44
Basisbediening
Beeldprojectie ................................................... 26
Basisprocedure ....................................................... 26
Kiezen van de taal van het on-screen display ........ 28
Uitschakelen van de stroom ................................... 28
Trapeziumvorm-correctie (Correctie van
perspectivische vervorming) ..................... 29
Menu-onderdelen .............................................. 30
Gebruik van het menuscherm.......................... 32
Menuselectie (afstellingen) .....................................32
Menuselectie (instellingen) ..................................... 34
Instellen van het beeld...................................... 36
Het beeld instellen .................................................. 36
Kleurtmp (Kleurtemperatuur instellen) ................... 36
Gamma (Gammacorrectie) ..................................... 37
sRGB (de instelling sRGB) ..................................... 37
Signaaltype (de instelling Signaaltype) ...................37
Geheugen (Opslaan en oproepen van instellingen) ...
4
37
Aanhangsel
Opbergen van de projector .............................. 51
Hoe gebruikt u de draagtas? ................................... 51
Onderhoud ......................................................... 52
De luchtfilter vervangen ................................... 53
De onderste luchtfilter schoonmaken en
vervangen ............................................................... 53
Onderhoudsindicators...................................... 55
Over de lamp ..................................................... 57
Lamp ...................................................................... 57
Waarschuwing in verband met de lamp ................. 57
Vervangen van de lamp ......................................... 57
Verwijderen en installeren van de lampeenheid ...... 58
Te rugstellen van de lamptimer ................................59
Toeknnin van de aansluitpinnen ...................... 60
RS-232C Specificatie en
opdrachtinstellingen ................................... 61
Tabel met compatibele computers .................. 62
Oplossen van problemen ................................. 63
Voor assistentie van SHARP ............................ 65
Tec hnische gegevens ....................................... 66
Afmetingen ........................................................ 67
Verklarende woordenlijst .................................. 68
Index ................................................................... 69
Introduction
5

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatie­openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker. b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
6
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of
water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
Microsoft® en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Adobe
Macintosh
®
Reader® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Inleiding
7
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw projector opstelt.
Voorzichtig met de lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen glassplinters gevaar veroorzaken. Indien de lamp gesprongen is, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de lamp te laten vervangen. Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde
57.
AN-A10LP
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
Met het oog op een minimaal onderhoud en het behoud van een hoge beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector te installeren in een ruimte die vrij is van vocht, stof en sigarettenrook. Wanneer de projector aan vocht, stof of rook wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan aan direct zonlicht of fel licht.
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige
of fel verlichte ruimte.
De projector kan veilig worden gekanteld tot een hoek van maximaal 12 graden.
Plaats de projector binnen een hoek van ±12 graden ten opzichte van de horizontale stand.
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/of trillingen.
Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
Het gedurende langere tijd ononderbroken kijken naar het scherm is zeer.
Vermijd plaatsen met extreme temperaturen.
De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen 41°F en 95°F (+5°C en +35°C)
De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen –4°F en 140°F (–20°C en +60°C)
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Laat tenminste 7 7/8" (20 cm) ruimte tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet geblokkeerd zijn.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening de projector automatisch in standby schakelen. Dit duidt niet op een defect. Haal de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact en wacht minstens 10 minuten. Plaats de projector zodanig dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn geblokkeerd, steek dan de stekker weer in het stopcontact en zet de projector aan. De projector zal
vervolgens weer normaal functioneren.
Waarschuwing bij het gebruik van de projector
Stel de projector tijdens het gebruik niet bloot aan hevige schokken/trillingen aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder voorzichtig met de lens. Trek het netsnoer uit het stopcontact en maak alle kabels die op de projector aangesloten zijn, los wanneer u de projector
voor een lange periode niet gaat gebruiken.
Andere aangesloten apparatuur
Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt getrokken en de aan te sluiten apparatuur hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te sluiten apparatuur door en volg de instructies
betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het land waar u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een verkeerde instelling of geblokkeerde
ventilatiegleuven, lichten“ ” en“ ” linksonder
in beeld op. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp uitgaan en zal de temperatuurindicator (TEMP.) op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal de projector na een afkoelperiode van 90 seconden zichzelf in standby schakelen. Zie “Onderhoudsindicators” op bladzijde 55 fvoor meer informatie.
Info
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan beschadiging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur, aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.
8

Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen

De CD-ROM bevat handleidingen in PDF-formaat in verscheidene talen zodat u de projector kunt bedienen, zelfs als u deze handleiding niet tot uw beschikking heeft. Om deze handleiding te kunnen gebruiken, moet eerst Adobe® Reader
® op uw PC (Windows® of Macintosh®) geïnstalleerd zijn.
Inleiding
Download de juiste versie van Adobe® Reader
® van het internet (http://www.adobe.com).
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Windows®:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”. 3 Dubbelklik op het “CD-ROM”-station. 4 Dubbelklik op de map “MANUALS”. 5 Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u
wilt openen.
6 Dubbelklik op het PDF-bestand “A10X_A” om
de handleidingen van de projector te openen.
Voor Macintosh®:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram. 3 Dubbelklik op de map “MANUALS”. 4 Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u
wilt openen.
5 Dubbelklik op het PDF-bestand “A10X_A” om
de handleidingen van de projector te openen.
Opmerking
Als u het gewenste PDF-bestand niet kunt openen door te dubbelklikken met de muis, dient u eerst Adobe Reader® op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het menu “File”, “Open”.
®
9

Benaming van de onderdelen

Nummers in verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp wordt uitgelegd.

Projector (voor- en bovenaanzicht)

Lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator
Licht rood op wanneer de
projector in stand-by staat.
Wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld, licht deze
indicator groen op.
ON-toets
Schakelt het apparaat in.
STANDBY-toets
Schakelt de projector in
standby.
Trapeziumvorm-toets
(KEYSTONE)
Voor het inschakelen van
de functie voor het
corrigeren van
trapeziumvervorming.
Automatische-
synchronisatietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch
afstellen van beelden bij
aansluting op een computer.
26
26
28
29
39
55
Licht groen op om aan te geven dat de lamp goed functioneert. Vervang de lamp wanneer de indicator rood oplicht.
Temperatuurindicator
55
(TEMP.)
Wanneer de binnentemperatuur stijgt, licht deze indicator rood op.
Ingangsfunctietoets
27
(INPUT)
Voor het inschakelen van ingangsfunctie 1, 2 of 3.
27
Volume
-toetsen (VOL)
Voor het afstellen van het geluidsniveau van de luidspreker of het regelen van de trapeziumvervormingcorrectie.
Afstandsbedieningssensor
Ventilatiegleuven
Deblokkeerknop
van stelvoetje
(zijkant van projector)
Voorste stelvoetje
Monteren en verwijderen van de lensdop
Druk op de twee toetsen van de lensdop en monteer hem op de lens. Laat de toetsen dan los om de dop op zijn plaats te vergrendelen.
Druk op de twee toetsen van de lensdop en verwijder hem van de lens.
13
52
21
21
Zoomknop
22
Scherpstelring
22
Luidspreker
Deblokkeerknop
21
van stelvoetje
Voorste stelvoetje
21
Luchtfilter/ventilator
53
(Inlaatopening) (aan de onderkant van de projector)
De afbeeldingen en schermweergaven in deze handleiding zijn vereenvoudigd omwille van de duidelijkheid en kunnen enigszins verschillen van de werkelijke weergave.
10

Projector (achteraanzicht)

Ingangsaansluiting 1
Poort voor computer RGB-
en componentsignalen.
RS-232C-aansluiting
Voor bediening van de
Kensington Security Standard-connector
(INPUT 1)
projector via een
computer.
Gebruik van het Kensington-slot
Deze projector heeft een Ken­sington Security Standard­connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging van de projector.
16
20
Insangsaansluiting 2
18
(INPUT 2)
Aansluiting voor videoapparatuur met S-VIDEO-aansluiting.
Insangsaansluiting 3
18
(INPUT 3)
Voor het aansluiten van videoapparatuur.
Geluidsingangsaan-
16
sluiting (AUDIO INPUT)
Gedeelde audio­aansluiting voor INPUT 1,2 en 3.
Inlaatopening
52
Inleiding
Netingang
15
Achterste
21
stelvoetje (aan de onderkant van de projector)
11
Benaming van de onderdelen
Nummers in verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp wordt uitgelegd.

Afstandsbediening (vooraanzicht)

Schakelt de projector in standby.
STANDBY-toets
Trapeziumvorm-toets (KEYSTONE)
Voor het inschakelen van de functie
voor het corrigeren van
trapeziumvervorming.
Toets voor ongedaan maken
(UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar
het vorige display.
Vooruit/terug-toetsen (FORWARD/BACK)
Werken op dezelfde manier als de
toetsen [Page Down] en [Page Up] op
een computertoetsenbord bij gebruik
van de optionele
afstandsbedieningsontvanger
(AN-MR1EL).
Vergroten/verkleinen-toetsen
(ENLARGE)
Voor het vergroten of verkleinen
van een deel van het beeld.
Automatische-synchronisatietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van
beelden bij aansluiting op een computer.
Ingangsfunctietoetsen (INPUT)
Om te wisselen tussen de
verschillende ingangsmodi.
28
29
29
42
39
27
ON-toets
26
Schakelt het apparaat in.
MENU-toets (MENU)
32
Voor het weergeven van instelschermen.
Insteltoetsen
32
(', ", \, |)
Voor het selecteren van menu-items.
Invoertoets (ENTER)
35
Voor het instellen van in het menu geselecteerde of gewijzigde items.
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
42
Voor het stilzetten van beelden.
AV-dempingstoets (AV MUTE)
27
Voor het tijdelijk weergeven van een zwart scherm en het uitschakelen van het geluid.
Schermgroottetoets (RESIZE)
40
Voor het veranderen van de schermgrootte (NORMAAL, KADER, enz.).
Volume-toetsen (VOL)
27
Voor het afstellen van het geluidsniveau van de luidspreker.
12

Gebruik van de afstandsbediening

Bedieningsbereik

De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Opmerking
Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden, hangt af van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen
of blootstelt aan vocht of hoge temperaturen. De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken
onder een fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere afstand van de fluorescentielamp.

Plaatsen van de batterijen

De batterijen (twee R-6 batterijen (“AA”-formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig)) zitten in de verpakking.
Signaalzenders voor afstands bediening
Afstandsbediening
30°
30°
Inleiding
Afstandsbedieningssensor
45°
23' (7 m)
1 Druk op het teken ▲ op het deksel
en schuif het in de richting van de pijl.
2 Plaats de meegeleverde batterijen.
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens
3 Bevestig het deksel en schuif het
in de richting van de pijl tot het vastklikt.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van batterijen tegelijk.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk. Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken. Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een doek te verwijderen.
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening voor een lange periode niet gaat gebruiken.
en in het batterijvak.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
13

Accessoires

Meegeleverde accessoires
Afstandsbediening RRMCGA187WJSA
Tw ee R-6 batterijen (“AA”-formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig)
Netsnoer
(1) (2)
Voor Europa, uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk (6' (1,8 m)) QACCVA006WJPZ
*
Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
*
RGB-kabel (9'10" (3,0 m)) QCNWGA045WJPZ
Extra luchtfilter PFILDA008WJZZ
Voor het Verenigd Koninkrijk (6' (1,8 m)) QACCBA015WJPZ
DIN-D-sub RS-232C­adapter (5 QCNWGA015WJPZ
cd-rom met handleidingen en technische gegevens
UDSKAA059WJZZ
57
/64'' (15 cm))
Draagtas GCASNA008WJSA
“QUICK GUIDE (snelgids)”-label TLABZA797WJZZ
Lensdop (bevestigd) CCAPHA009WEF0
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
Optionele
Lampeenheid AN-A10LP
accessoires
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel (9' 10" (3,0 m))
AN-C3CP2
Opmerking
Afhankelijk van de regio zijn bepaalde kabels mogelijk niet beschikbaar. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
14

Aansluiten van de projector op andere apparaten

Alvorens aan te sluiten

Opmerking
Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat het netsnoer van de projector uit het stopcontact is getrokken en dat de aan te sluiten apparaten uitgeschakeld zijn. Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projector en vervolgens de andere apparaten in. Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.

Deze projector kan worden aangesloten op:

Een computer met behulp van:
RGB-kabel en ø3,5 mm audiokabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 16).
DIN-D-sub RS-232C-adapter en RS-232C seriële kabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 20).
Component-video- of audiovisuele apparatuur:

Aansluiten en opstellen

Een videorecorder, of laserdiscspeler of ander audiovisueel toestel (Zie bladzijde 18).
Een DVD-speler of DTV*-decoder (Zie bladzijde 19).
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het
nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.

Aansluiten van het netsnoer

Meegeleverd accessoire
Steek het meegeleverde netsnoer in de netingang op de achterkant van de projector.
Netsnoer
15
Aansluiten van de projector op andere apparaten

Aansluiten van de projector op een computer

Aansluiting op een com­puter met de RGB-kabel
Meegeleverde accessoire
1 Sluit de projector aan op de
computer met behulp van de meegeleverde RGB-kabel.
Zet de stekkers stevig vast door de schroeven vast te draaien.
2
Om audiosignalen in te voeren, sluit u de projector aan op de computer met
de meegeleverde ø3,5 mm audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ).
Opmerking
Bij aansluiting van de projector op een computer op deze manier kiest u “RGB” als “Signaaltype” in het menu “Beeld”. Zie bladzijde 37.
Zie bladzijde 62 “Tabel met compatibele computers” voor een lijst met computersignalen die compatibel zijn met de projec­tor. Gebruik van andere dan de vermelde computersignalen kan ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
Voor het gebruik van de projector met sommige Macintosh-com­puters kan een Macintosh-adapter nodig zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Macintosh dealer.
Het kan voorkomen dat om beelden te kunnen projecteren de signaaluitvoer van de computer naar de externe uitgang moet omschakelen, maar dit hangt af van uw computer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw computer voor informatie over het omschakelen van de signaaluitgang.
1
2
RGB-kabel
Computer
Naar de RGB uitgangsaansluiting
Naar de audio uitgangsaansluiting
RGB-kabel
ø3,5 mm audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
Aansluiten van de schroefkabels
Sluit de duimschroefkabel aan en let daarbij op dat deze goed in de aansluiting past. Zet vervolgens de stekker stevig vast door de schroeven aan weerszijden vast te draaien.
Verwijder de ferrietring op de RGB-kabel niet.
16
Ferrietkern
“Plug and Play”-functie (bij aansluiting op een 15-pins aansluiting)
Deze projector is compatibel met de VESA-standaard DDC 1/DDC 2B. De projector en een VESA DDC-compatibele computer zullen hun vereiste instellingen aan elkaar doorgeven, wat de installatie versnelt en vergemakkelijkt.
Alvorens de “Plug and Play”-functie te gebruiken, moet u de projector als eerste en de computer als laatste aanzetten.
Aansluiten en opstellen
Opmerking
De DDC “Plug and Play”-functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC-
compatibele computer.
17
Aansluiten van de projector op andere apparaten

Aansluiten op videoapparatuur

Aansluiten op videoapparatuur met een
Videorecorder of andere audiovisuele apparatuur
S-VIDEO-, composiet video- of audiokabel
Met een S-VIDEO-, video- of audiokabel kunt u een videorecorder, laserdiscspeler of andere audiovisuele apparatuur aansluiten op de INPUT 2-, INPUT 3- en AUDIO-aansluitingen.
1 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een S­VIDEO-kabel of een composiet videokabel (beide in de handel verkrijgbaar).
ø3,5 mm ministekker naar RCA-
2
2 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø3.5 mm ministekker naar RCA-audiokabel (in de handel verkrijgbaar).
audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
Composiet videokabel
1
(in de handel verkrijgbaar)
S-VIDEO-kabel
1
(in de handel verkrijgbaar)
Naar S-VIDEO-uitgangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
Opmerking
De INPUT 2-aansluiting (S-VIDEO) gebruikt
een videosignaalsysteem waarbij het beeld in kleuren en helderheidssignalen wordt opgesplitst om een beeld van hogere kwaliteit te realiseren. Om een beeld van hogere kwaliteit te bekijken, sluit u de INPUT 2­aansluiting op de projector en de S-video­uitgang op de videoapparatuur aan met een S-VIDEO-kabel (in de handel verkrijgbaar).
Een ø3,5 mm ministekker naar RCA-
audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig voor de audio ingang.
18
Aansluiten op compo­nent-video-apparatuur
Gebruik een 3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel wanneer u videoapparatuur zoals DVD-players en DTV*-decoders aansluit op de INPUT1­aansluiting.
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor
het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
1 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met de 3 RCA­naar 15-pins D-sub-kabel.
2
Sluit de projector aan op de videoapparatuur met behulp van een ø3,5 mm minijack naar RCA­audiokabel (in de handel verkrijgbaar).
Opmerking
Wanneer u de projector op deze manier
aansluit op de videoapparatuur, kiest u “Component” als “Signaaltype” in het menu “Beeld”. Zie bladzijde 37.
Een ø3,5 mm mini-aansluiting naar RCA-
audiokabel (in de handel verkrijgbaar) wordt aanbevolen voor audio-ingang.
Optionele kabel
Naar analoge component-uitgangsaansluiting
DVD-speler of DTV*-decoder
3 RCA- naar 15-pins
1
D-sub-kabel (los verkrijgbaar)
ø3,5 mm minijack naar RCA-
2
audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel AN-C3CP2 (9' 10" (3,0 m))
Naar audio-uitgangsaansluiting
Aansluiten en opstellen
19
Aansluiten van de projector op andere apparaten

Bedienen van de projector met een computer

Aansluiting op een com­puter met een DIN-D-sub RS-232C-adapter en een RS-232C seriële kabel
Wanneer de RS-232C-aansluiting op de projector wordt aangesloten op een computer met een DIN­D-sub RS-232C-adapter en een RS-232C seriële kabel (kruistype, in de handel verkrijgbaar), kunt u de projector bedienen en controleren via de computer. Raadpleeg bladzijde 61 voor meer informatie.
1 Sluit een DIN-D-sub RS-232C-
adapter aan op een RS-232C seriële kabel (in de handel verkrijgbaar).
2 Gebruik bovengenoemde kabels
om de projector aan te sluiten op de computer.
Opmerking
Probeer nooit een verbinding met een RS-
232C seriële kabel tot stand te brengen of te verbreken terwijl de computer aanstaat.
Het is mogelijk dat de RS-232C-functie niet
werkt als uw computer niet op de juiste wijze is geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van de computer voor meer informatie.
Zie bladzijde 60 voor informatie over de
aansluiting van een RS-232C seriële kabel.
Meegeleverde accessoire
Computer
Naar RS-232C-aansluiting
DIN-D-sub RS-232C-adapter
DIN-D-sub RS-232C­adapter
RS-232C seriële kabel (in de handel verkrijgbaar)
20

Opstellen

Gebruik van de stelvoetjes

U kunt de hoogte van de projector aanpassen met behulp van de stelvoetjes voor en achter op de pro­jector. Dit is handig als de ondergrond waarop de projector wordt neergezet oneven is of als het scherm onder een hoek hangt. De projectie van het beeld kan door het verstellen van de projector worden verhoogd wanneer de pro-
jector lager dan het scherm is geplaatst.
1
Druk de deblokkeerknoppen van de stelvoetjes aan beide zijden in en til de projector op om de hoogte aan te passen. Laat vervolgens de deblokkeerknoppen los.
2 Draai voor nauwkeurige
afstelling aan de voorste stelvoetjes van de projector.
U kunt de projectiehoogte aanpassen met het achterste stelvoetje op de onderkant van de projector wanneer de projector zich hoger dan het scherm bevindt.
Achterste stelvoetje (op de onderkant)
Deblokkeerknop van stelvoetje (ook aan andere zijde van projector)
Voorste stelvoetjes
Aansluiten en opstellen
Opmerking
Wanneer u de oorspronkelijke stand van de pro­jector herstelt, houdt u de projector stevig vast, drukt u op de deblokkeerknoppen van de stelvoetjes en laat u hem rustig zakken.
U kunt de positie van de projector instellen tot ongeveer 12 graden aan de voorkant en 3 graden aan de achterkant, gemeten vanuit de standaardpositie.
Info
Druk niet op de deblokkeerknoppen van de stelvoetjes wanneer de instelvoet is uitgeschoven zonder de projector stevig vast te houden.
Houd de lens niet vast bij het opwaarts of neerwaarts verstellen van de projector.
Let op dat uw vinger niet tussen de instelvoet en de projector komt wanneer u deze laat zakken.
21
Inzoomen
Uitzoomen
Opstellen

Instellen van de lens

U kunt het beeld scherpstellen en instellen op de gewenste grootte met de scherpstelring of de zoomknop op de projector.
1 U kunt scherpstellen door aan
de scherpstelring te draaien.
2 Zoomen gebeurt door de
zoomknop te bewegen.
Scherpstelring Zoomknop
22

Opstellen van het scherm

Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm met alle stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het bekijken ervan bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Aansluiten en opstellen
Standaardopstelling (frontprojectie)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor
de door u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde 24.)
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht
90°
Bovenaanzicht
90°
Publiek
De afstand tussen het scherm en de projector
hangt af van de grootte van het scherm.
Bladzijde 24
U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer de pro-
jector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het projecteren van een spiegelbeeld of een omgekeerd beeld stelt u het menu “Projectie” in op “Voor”.
Plaats de projector zodanig dat een denkbeeldige
Bladzijde 50
horizontale lijn die door het midden van de lens loop, loodrecht op het scherm staat.
23
Opstellen

Schermgrootte en projectie-afstand

Scherm
H
L: Projectie-afstand
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
χχ
χ
χχ
Diag. (
) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
300" (762 cm) 240" (610 cm) 180"(457 cm)
250" (635 cm) 200" (508 cm) 150"(381 cm)
200" (508 cm) 160" (406 cm) 120"(305 cm)
150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm)
100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm)
84" (213 cm) 67" (170 cm) 50" (128 cm)
72" (183 cm) 58" (147 cm) 43" (110 cm)
60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm)
40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm)
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (duim/cm) L: Projectie-afstand (voet/m) L1: Maximale projectie-afstand (voet/m) L2: Minimale projectie-afstand (voet/m) H: Afstand tussen het midden van de lens
en de onderrand van het beeld (duim/cm)
38' 9" (11,8 m) 32' 2" (9,8 m) 183/16" (46,2 cm)
32' 2" (9,8 m) 26'11" (8,2 m) 155/32" (38,5 cm)
25'11" (7,9 m) 21' 4" (6,5 m) 121/8" (30,8 cm)
19' 4" (5,9 m) 16' 1" (4,9 m) 93/32" (23,1 cm)
12'10" (3,9 m) 10' 6" (3,2 m) 61/16" (15,4 cm)
10'10" (3,3 m) 8'10" (2,7 m) 53/32" (12,9 cm)
9' 2" (2,8 m) 7' 7" (2,3 m) 423/64" (11,1 cm)
7' 7" (2,3 m) 6' 3" (1,9 m) 341/64" (9,2 cm)
4'11" (1,5 m) 4' 3" (1,3 m) 227/64" (6,2 cm)
Basislijn: Horizontale lijn die door het midden van de lens loopt.
Midden van de lens
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld (H)
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
[Voet/duim]
L1 (voet)= L2 (voet) = H (duim) =
[m/cm]
L1 (m) = L2 (m) = H (cm) =
(0,0396χ – 0,0546) / 0,3048
(0,0330χ – 0,0546) / 0,3048
χ
0,0606
0,0396χ – 0,0546 0,0330χ – 0,0546
0,0606χ
× 2,54
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
χχ
χ
χχ
Diag. (
) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
250" (635 cm) 218" (553 cm) 123" (311 cm)
225" (572 cm) 196" (498 cm) 110" (280 cm)
200" (508 cm) 174" (443 cm) 98" (249 cm)
150" (381 cm) 131" (332 cm) 74" (187 cm)
133" (338 cm) 116" (294 cm) 65" (166 cm)
106" (269 cm) 92" (235 cm) 52" (132 cm)
100" (254 cm) 87" (221cm) 49" (125 cm)
92" (234 cm) 80" (204 cm) 45" (115 cm)
84" (213 cm) 73" (186 cm) 41" (105 cm)
72" (183 cm) 63" (159 cm) 35" (90 cm)
60" (152 cm) 52" (133 cm) 29" (75 cm)
40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (50 cm)
35' 1" (10,7 m) 29' 2" (8,9 m) –433/64" (–11,5 cm)
31'10" (9,7 m) 26' 3" (8,0 m) –41/16" (–10,3 cm)
28' 3" (8,6 m) 23' 3" (7,1 m) –339/64" (–9,2 cm)
21' (6,4 m) 17' 5" (5,3 m) –245/64" (–6,9 cm)
18' 8" (5,7 m) 15' 5" (4,7 m) –213/32" (–6,1 cm)
14' 9" (4,5 m) 12' 6" (3,8 m) –159/64" (–4,9 cm)
14' 1" (4,3 m) 11' 6" (3,5 m) –113/16" (–4,6 cm)
12'10" (3,9 m) 10'10" (3,3 m) –121/32" (–4,2 cm)
11'10" (3,6 m) 9'10" (3,0 m) –133/64" (–3,9 cm)
10' 2" (3,1 m) 8' 2" (2,5 m) –119/64" (–3,3 cm)
8' 2" (2,5 m) 6' 11" (2,1 m) –15/64" (–2,8 cm)
5' 7" (1,7 m) 4' 7" (1,4 m) –23/32" (–1,8 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld (H)
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
[Voet/duim]
L1 (voet) = L2 (voet) = H (duim) =
[m/cm]
L1 (m) = L2 (m) = H (cm) =
(0,04314χ – 0,0546) / 0,3048 (0,03595χ – 0,0546) / 0,3048
χ
–0,01807
0,04314χ – 0,0546 0,03595χ – 0,0546
–0,01807χ × 2,54
Opmerking
Bovenstaande waarden kunnen ±3% afwijken.
Waarden met een minteken (–) geven de afstand tussen het midden van de lens en de onderrand van het
beeld aan.
24

Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld

Projectie van achter het scherm
Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
Spiegel het beeld door het menu “Projectie” in te
stellen op “Achter”. Zie bladzijde
50 voor het gebruik van deze
functie.
Projectie via een spiegel
Plaats een (gewone platte) spiegel
voor de lens.
Info
Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat
zowel de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
Het verdient aanbeveling de optionele Sharp
plafondmontagebeugel te gebruiken voor deze opstelling. Alvorens de projector aan het plafond te bevestigen, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) aan te schaffen.
BB-A10T plafondadapter, zijn BB-NVHOLDER280, BB­NVHOLDER550, BB-NVHOLDER900 plafondmontagesystemen (voor DUITSLAND).
AN-A10T of plafondmontagebeugel, zijn AN-TK201 en AN­TK202 verlengpijpen (voor andere landen dan DUITSLAND).
Stel de projector zodanig op dat de afstand (H) van het midden van de lens (zie bladzijde 24) overeenkomt met de onderrand van het beeld wanneer u de pro­jector aan het plafond bevestigt.
Keer het beeld om door het menu “Projectie” in te stellen op “Plafond+voor”. Zie bladzijde 50 voor het gebruik van deze functie.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Aansluiten en opstellen
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven
25

Beeldprojectie

Basisprocedure

Sluit de nodige externe apparatuur op de projector aan alvorens de volgende procedures uit te voeren.
Info
De in de fabriek ingestelde taal is Engels. Volg de op bladzidje het veranderen van de taal voor het on-screen display.
28 beschreven procedure voor
1 Sluit het netsnoer ann op het
stopcontact.
De bedrijfsindicator licht rood op en de projector wordt in stand-by geschakeld.
2 Druk op op de projector
of de afstandsbediening.
De bedrijfsindicator licht groen op. Na het oplichten van de lampindicator (LAMP) is de projector klaar voor bediening.
Opmerking
De lampindicator (LAMP) licht op en geeft de gebruiksstand van de lamp aan.
Groen:
De lamp is klaar voor gebruik.
Groen knipperend:
De lamp is aan het opwarmen of wordt uitgeschakeld.
Rood: De lamp moet worden vervangen.
Als de projector in standby wordt geschakeld en onmiddellijk daarna opnieuw wordt ingeschakeld, kan het even duren voordat de lampindicator (LAMP) oplicht.
Bij bediening van de projector d.m.v. RS-232C opdrachten via een computer dient u minstens 30 seconden na inschakelen van de spanning te wachten voordat u opdrachten overstuurt.
Wanneer “Anti-diefstal” (zie bladzijde 48) ingesteld, verschijnt het sleutelwoord­invoervenster. Voer het sleutelwoord in.
Bedrijfsindicator
ON-toets
STANDBY-
toets
Volume-
toetsen
(VOL)
Sleutelwoord-invoerveld
Lampindicator (LAMP)
Ingangsfunc­tietoets (INPUT)
Volume­toetsen (VOL)
ON-toets
AV-dempingstoets (AV MUTE)
Ingangsfunc­tietoetsen (INPUT)
Opmerking
Wanneer u het sleutelwoord invoert, moet u op de toetsen drukken die u eerst op de pro­jector of de afstandsbediening hebt ingesteld.
Voor nadere bijzonderheden over de anti­diefstalfunctie, zie “Anti-diefstal (instellen van de anti-diefstal)” op bladzijde 48.
26
3 Druk op , of op
de afstandsbediening om de ingangsfunctie te kiezen.
Druk eenmaal op op de projector. Gebruik
om de gewenste ingangsfunctie te selecteren.
In-beeld-display (voorbeeld)
INGANG 1-functie
Met RGB
Opmerking
Wanneer er geen signaal wordt ontvangen,verschijnt “GEEN SIGNAAL” op het display. Wanneer een signaal wordt ontvangen waarvoor de projector niet vooraf is ingesteld, verschijnt “OUGELDIG” op het display.
De ingangsfunctie wordt niet getoond als “OSD Display” is ingesteld op “UIT” (Zie bladzijde 44.)
Meer over de ingangsfuncties
INGANG 1 (RGB/ Component)
INGANG 2 (S-Video)
INGANG 3 (Video)
4
Druk op of op de afstands-
Wordt gebruikt om beelden te projecteren vanaf een apparaat met RGB- of componentsignalen, dat is aangesloten op de RGB ingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor het projecteren van beelden vanaf een apparaat dat aangesloten is op de S-VIDEO­ingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor het projecteren van beelden vanaf een apparaat dat aangesloten is op de VIDEO­ingangsaansluiting.
bediening om het volume van de luidspreker in te stellen.
Met Component
INGANG 2-functie
Met S-Video
INGANG 3-functie
Met Video
Basisbediening
Opmerking
Door te drukken op verlaagt u het volume. Door te drukken op
Op de projector kunt u het volume instellen door te drukken op of .
5
Druk op op de afstandsbediening
verhoogt u het volume.
om tijdelijk een zwart scherm weer te geven en het geluid uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer u nogmaals op drukt, verschijnt het geprojecteerde beeld
opnieuw en wordt het geluid opnieuw ingeschakeld.
27
Beeldprojectie

Kiezen van de taal van het on-screen display

U kunt de taal van het on-screen display instellen op Engels, Duits, Spaans, Nederlands, Frans, Italiaans,
Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans of Japans.
1 Druk op op de
afstandsbediening.
Het menu “Beeld” verschijnt.
2 Druk op \ of | om het pictogram
van het menu “Taal” te selecteren.
Het menu “Taal” verschijnt.
3 Druk op ' of op " om de
gewenste taal te selecteren en druk dan op
.
4 Druk op .
De voor het on-screen display geselecteerde taal wordt ingesteld.
Pictogram van menu “Taal”

Uitschakelen van de stroom

1 Druk op
of op
STANDBY
op de afstandsbedie-
ning en druk vervolgens opnieuw op die toets terwijl het bevestiging­sbericht wordt getoond om de projector in standby te schakelen.
Opmerking
Als u per ongeluk op heeft gedrukt en de projector niet in
standby wilt schakelen, wacht u tot het bevestigingsbericht verdwijnt.
De projector kan niet worden bediend terwijl het bericht “Wacht aub.” wordt getoond.
2
Trek het netsnoer uit het stopcontact nadat de koelventilator is gestopt.
Info
Tr ek tijdens het projecteren en zolang de koelventilator in werking is de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact. Dit kan beschadiging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur, aangezien de koelventilator eveneens wordt uitgeschakeld.
op de projector
STANDBY
STANDBY
of
STANDBY
STANDBY-
toets
Invoertoets
(ENTER)
MENU-toets (MENU)
', ", \, | toetsen
28

Trapeziumvorm-correctie (Correctie van perspectivische vervorming)

Trapeziumvorm-
Correctie van perspectivische vervorming
Wanneer het beeld vanaf de bovenkant of de onderkant onder een hoek op het scherm wordt geprojecteerd, treedt een trapeziumvormige (perspectivische) vertekening van het beeld op. De functie voor de correctie van perspectivische vervorming verhelpt dit probleem.
Opmerking
Perspectivische vervorming kan worden gecorrigeerd tot een hoek van ongeveer ±35° wanneer de beeldweergavefunctie is ingesteld op “NORMAAL” (zie bladzijde 40).
Toets voor ongedaan
(KEYSTONE)
maken
(UNDO)
toets
', ", \, | toetsen
1 Druk op .
U kunt ook de toets op de projector gebruiken.
2
Druk op ' , ", \ of | om de trapeziumvorm-correctie in te stellen.
U kunt trapeziumvorm-correctie ook met behulp van de en toetsen van de projector instellen.
Comprimeert de bovenkant.
Basisbediening
Opmerking
Druk op om terug te keren naar de standaardinstelling.
Tijdens het instellen van het beeld kunnen rechte lijnen of de randen van beelden een zaagtandeffect vertonen.
3 Druk op .
U kunt ook de toets op de projector gebruiken.
Opmerking
U kunt voor 16:9 dezelfde instellingen gebruiken als in de NORMAAL-functie 4:3.
Comprimeert de onderkant.
29

Menu-onderdelen

Deze lijst vermeldt de onderdelen die kunnen worden ingesteld op de projector.
INGANG 1-functie
Hoofdmenu Submenu
Beeld
Bladzijde 36
Fijn sync.
Bladzijde 38
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Reset
Kleurtmp
Gamma
sRGB [AAN/UIT]
Signaaltype
Geheugen
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
Speciale func.
Automat.sync.
Signaal info
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
5500 K 6500 K 7500 K 8500 K 9300 K 10500 K
Standaard Presentatie Cinema Spel
Auto RGB Component
Geheugen 1 Geheu. UIT
+30−30
+15−15
+30−30
+30−30
Geheugen 5
Hoofdmenu Submenu
Opties
Bladzijde 44
Taal
Bladzijde 28
Projectie Voor
Bladzijde 50
Lamptimer (duur)
OSD Display [AAN/UIT]
Achtergrond
Eco-functie[Eco/Standaard]
Auto Power Off
Menupositie
Menukleur [Ondoorschijnend/Doorschijnend]
Wachtwoord
Anti-diefstal
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
Plafond+voor Achter Plafond+achter
[AAN/UIT]
Sharp Blauw Geen
Midden Rechtsbov. Rechtsond. Linksbov. Linksond.
Oud wachtwrd Nieuw wachtw Herbevestigen
Oude code Nieuwe code Herbevestigen
Opmerking
In het menu “Beeld” van INGANG 1 worden “Kleur”, “Tint” en “Scherpte” alleen weergegeven wanneer het “Signaaltype” is ingesteld op “Component” of “Auto” en het ingangssignaal wordt herkend als een componentsignaal.
In het menu “Beeld” van INGANG 1 wordt “sRGB” alleen weergegeven wanneer het “Signaaltype” is ingesteld op “RGB” of “Auto” en het ingangssignaal wordt herkend als een RGB-signaal.
30
INGANG 2/3-functie
Hoofdmenu Submenu
Beeld
Bladzijde 36
Opties
Bladzijde 44
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Reset
Kleurtmp
Gamma
Geheugen
Lamptimer (duur)
OSD Display [AAN/UIT]
Videosysteem
Achtergrond
Eco-functie[Eco/Standaard]
Auto Power Off
Menupositie
Menukleur [Ondoorschijnend/Doorschijnend]
Wachtwoord
Anti-diefstal
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
+30−30
[AAN/UIT]
5500 K 6500 K 7500 K 8500 K 9300 K 10500 K
Standaard Presentatie Cinema Spel
Geheugen 1 Geheu. UIT
Auto PAL NTSC3.58 SECAM NTSC4.43 PAL-M PAL-N PAL-60
Sharp Blauw Geen
Midden Rechtsbov. Rechtsond. Linksbov. Linksond.
Oud wachtwrd Nieuw wachtw Herbevestigen
Oude code Nieuwe code Herbevestigen
Geheugen 5
Hoofdmenu
Taal
Bladzijde 28
Projectie Voor
Bladzijde 50
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
Plafond+voor Achter Plafond+achter
Basisbediening
31

Gebruik van het menuscherm

De menuschermen stellen u in staat het beeld en diverse projectorinstellingen te regelen. U kunt de menu’s bedienen via de afstandsbediening aan de hand van de volgende procedure.
Voorbeeld: het menu “Beeld” voor de
INGANG 1 (RGB)-functie

Menuselectie (afstellingen)

1 Druk op .
Het menuscherm “Beeld” voor de gekozen ingangsfunctie wordt weergegeven.
Opmerking
Het rechtsonder getoonde on-screen display verschijnt wanneer de INGANG 1 (RGB)-functie wordt geselecteerd.
ongedaan maken
Invoertoets (ENTER)
Toets voor
(UNDO)
MENU-toets (MENU)
', ", \, | toetsen
\\
2 Druk op
||
\ of
| om de overige
\\
||
menuschermen weer te geven.
Het menupictogram van het gekozen menu wordt gemarkeerd.
Menupictogram Menuscherm
Beeld
Fijn sync.
Opties
Taal
Projectie
Opmerking
Het menu “Fijn sync.” is niet beschikbaar voor INGANG 2 of 3. Voor bijzonderheden over de menu’s, zie de
boomdiagrammen op bladzijden 30 en 31.
32
Menupictogrammen
''
3
Druk op
""
' of
" om het onderdeel
''
""
te kiezen dat u wilt instellen.
Het gekozen onderdeel wordt gemarkeerd.
Opmerking
Om slechts één in te stellen onderdeel
weer te geven, drukt u op na het kiezen van het onderdeel. Alleen de
menubalk en het onderdeel dat u wilt instellen, worden weergegeven. Wanneer u dan op ' of " drukt, wordt het volgende onderdeel (“Rood” volgt op “Helder”) weergegeven.
Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
\\
4 Druk op
||
\ of
| om het gekozen
\\
||
onderdeel in te stellen.
De aanpassing wordt opgeslagen.
Basisbediening
5 Druk op .
Het menuscherm verdwijnt.
33
Gebruik van het menuscherm
Menuselectie
(instellingen)
1 Druk op .
Het menuscherm “Beeld” voor de gekozen ingangsfunctie wordt weergegeven.
Opmerking
Het rechtsonder getoonde on-screen display verschijnt wanneer de INGANG 1 (RGB)-functie wordt geselecteerd.
\\
2 Druk op
menuschermen weer te geven.
Het menupictogram van het gekozen menu wordt gemarkeerd.
||
\ of
| om de overige
\\
||
Invoertoets (ENTER)
Toets voor
ongedaan maken
(UNDO)
MENU-toets (MENU)
', ", \, | toetsen
Menupictogrammen
Menupictogram Menuscherm
Beeld
Fijn sync.
Opties
Taal
Projectie
Opmerking
Het menu “Fijn sync.” is niet beschikbaar voor INGANG 2 of 3.
Voor bijzonderheden over de menu’s, zie de boomdiagrammen op bladzijden 30 en 31.
34
3 Druk op
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen en druk vervolgens op
||
| om het submenu weer te
||
geven.
Het gekozen onderdeel wordt gemarkeerd.
Opmerking
Druk op of \ om terug te keren
naar het vorige scherm.
Bij sommige onderdelen moet u op
\ of | drukken om het pictogram te kiezen met “ ”.
4 Druk op
van het onderdeel te kiezen dat wordt weergegeven in het submenu.
''
' of
''
''
""
' of
" om de instelling
''
""
""
" om het
""
Submenu
Basisbediening
5 Druk op .
Het gekozen onderdeel wordt ingesteld.
6 Druk op .
Het menuscherm verdwijnt.
35

Instellen van het beeld

U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen in het menu “Beeld”. Voor de bediening van het menuscherm, zie bladzijden 32 t/m 35.
Voorbeeld: het menu “Beeld” voor de
INGANG 1 (RGB)-functie

Het beeld instellen

Kies het gewenste onderdeel in het menu “Beeld” en stel het beeld in.
Beschrijving van de beeldinstellingen
Instelbare onderdelen
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw
Opmerking
“Kleur”, “Tint” en “Scherpte” verschijnen niet wanneer u INGANG 1 kiest en het “Signaaltype” instelt op “RGB” of het “Signaaltype” instelt op “Auto” en het ingangssignaal wordt herkend als een RGB-signaal. “Scherpte” kan worden aangepast wanneer 480I-,
480P-, 540P-, 576I-, 576P-, 720P-, 1035I- of 1080I-signalen worden herkend terwijl het “Signaaltype” voor INGANG 1 is ingesteld op “Component” of is ingesteld op “Auto” en het ingangssignaal wordt herkend als een componentsignaal.
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u “Reset” en drukt u op
Druk op \ Druk op |
voor minder contrast. voor een minder helder beeld. voor minder intense kleuren. voor paarsige huidtinten. voor een minder scherp beeld. voor minder rood. voor minder blauw.
voor meer contrast. voor een helderder beeld. voor intensere kleuren. voor groenige huidtinten. voor een scherper beeld. voor meer rood. voor meer blauw.
.
Kleurtmp (Kleurtemperatuur
instellen)
Kies “Kleurtmp” in het menu “Beeld” en kies de gewenste kleurtemperatuurinstelling.
Beschrijving van de
kleurtemperatuurinstellingen
Mogelijke
instellingen
5500K 6500K 7500K 8500K 9300K
10500K
Lagere kleurtemperatuur voor warmere, roodachtige, fonkelende beelden.
Hogere kleurtemperatuur voor koelere, blauwachtige, fluorescerende beelden.
Opmerking
De waarden voor “Kleurtmp” zijn bij benadering.
Beschrijving
36

Gamma (Gammacorrectie)

Gamma is een functie die de kwaliteit van het beeld verbetert en een rijker beeld creëert door de donkere gedeelten van het beeld helderder weer te geven zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen. Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u beelden weergeeft in een helder verlichte ruimte, maakt deze functie de donkere scènes beter zichtbaar een geeft het beeld een grotere diepte.
Kies “Gamma” in het menu “Beeld” en kies de gewenste gammastand.
Beschrijving van de gammastanden
Mogelijke
instellingen
Standaard Presentatie
Cinema
Spel
Voor een standaardbeeld Geeft de donkere delen van het beeld helderder weer voor een betere presentatie. Geeft meer diepte aan de donkere delen van het beeld voor een boeiender bioscoopervaring. Voor natuurlijke kleurschakeringen bij het spelen van een spel, enz.
Opmerking
“Gamma” is niet beschikbaar voor INGANG 1 wanneer “sRGB” in het menu “Beeld” is ingesteld op “AAN”.
Beschrijving
Signaaltype (de instelling
Signaaltype)
Het signaaltype is vooraf ingesteld op “Auto”; in zeldzame gevallen kan het beeld echter onzuiver zijn. Selecteer in dat geval “RGB” of “Component” overeenkomstig het ingangssignaal.
Kies “Signaaltype” in het menu “Beeld” en kies de instelling “Auto”, “RGB” of “Component” voor INPUT 1.
Beschrijving van de signaaltype-instellingen
Mogelijke
instellingen
Auto
RGB Component
Ingangssignalen worden automatisch herkend als RGB of Component. Instelling voor ontvangst van RGB-signalen. Instelling voor ontvangst van Component-signalen.
Geheugen
oproepen van instellingen)
Gebruik deze functie om de instellingen die zijn gekozen in het menu “Beeld” op te slaan. Ongeacht de gekozen ingangsstand of het gekozen signaaltype, kunt u de instellingen die u hebt opgeslagen op een geheugenplaats kiezen en toepassen.
Kies “Geheugen” in het menu “Beeld” en de geheugenplaats waar u de instellingen wilt opslaan. Voer daarna via het menu “Beeld de gewenste instellingen in.
Beschrijving
(Opslaan en
Basisbediening

sRGB (de instelling sRGB)

Kies “sRGB” in het menu “Beeld” en kies de instelling “ (AAN)” om het beeld weer te geven in een natuurlijke tint op basis van het oorspronkelijke beeld.
Opmerking
Wanneer “sRGB” is ingesteld op “AAN”;
is Gamma niet beschikbaar.
kunnen “Rood”, “Blauw” of “Kleurtmp” in het
menu “Beeld” niet worden aangepast.
Voor meer informatie over de sRGB-functie bezoekt u “http://www.srgb.com/”.
Info
Wanneer “sRGB” is ingesteld op “AAN”, kan het geprojecteerde beeld donker worden; dit betekent echter niet dat een storing is opgetreden.
Beschrijving van de geheugenplaatsen
Mogelijke
instellingen
Geheugen 1 Geheugen 2 Geheugen 3 Geheugen 4 Geheugen 5
Geheu. UIT
De instellingen van alle onderdelen in het menu “Beeld” kunnen worden opgeslagen onder een geheugenplaats. De opgeslagen instellingen kunnen in elke ingangsstand worden gekozen. Naast “Geheugen 1” t/m “Geheugen 5” kunnen andere instellingen in het menu “Beeld” worden opgeslagen voor elke ingangsstand. De instellingen die worden opgeslagen onder “Geheu. UIT” kunnen niet worden gebruikt wanneer een andere ingangsstand wordt gekozen.
Beschrijving
Als u de in het menu “Beeld” opgeslagen instellingen wilt gebruiken, kiest u “Geheugen” in het menu “Beeld” en de geheugenplaats waaronder u de instellingen hebt opgeslagen.
Opmerking
Nadat u een geheugenplaats heeft gekozen, kunt u de hierin opgeslagen instellingen veranderen.
37

Instellen van het computerbeeld

In het menu “Fijn sync.” kunt u het computerbeeld instellen, de displaystand van de com­puter aanpassen en het ingangssignaal controleren. Voor de bediening van het menuscherm, zie bladzijden 32 t/m 35.
Voorbeeld: het menu “Fijn sync.” voor de
INGANG 1-functie

Het computerbeeld instellen

Wanneer “Automat.sync.” op “UIT” staat of wanneer verticale strepen zichtbaar zijn of flikkering optreedt in delen van het scherm als “Automat.sync.” op “AAN” staat, kunt u de instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” of “V-Pos” bijstellen om een optimaal computerbeeld te verkrijgen.
Kies het onderdeel in het menu “Fijn sync.” en stel het computerbeeld in.
Beschrijving van de instelbare onderdelen
Instelbare
onderdelen
Klok Fase
H-Pos
V-Pos
de verticale ruis te regelen. de horizontale ruis te regelen (vergelijkbaar met tracking op uw videorecorder). het beeld op het scherm te centreren door het naar links of naar rechts te verplaatsen. het beeld op het scherm te centreren door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Opmerking
U kunt het computerbeeld automatisch aanpassen door “Automat.sync.” in te stellen in het menu “Fijn sync.” of door op de toets AUTO SYNC te drukken. Zie de volgende bladzijde voor details.
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u “Reset” en drukt u op
Gebruik \ en | om
.
Speciale func. (
speciale functies
Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal gedetecteerd en wordt de juiste resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn om de optimale resolutie­instelling te kiezen in “Speciale func.” op het menuscherm “Fijn sync.”, in overeenstemming met
de weergavefunctie van de computer.
)
Instellen van
Kies “Speciale func.” in het menu “Fijn sync.” en kies de juiste resolutie.
Opmerking
Vermijd de weergave van computer­gegenereerde patronen die zich om de andere beeldlijn herhalen (horizontale strepen). (Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
Wanneer een DVD-speler of digitale video aangesloten wordt, kiest u 480P als ingangssignaal.
Zie “Signaal info (controleren van het ingangssignaal)” op de volgende pagina voor informatie over het momenteel gekozen ingangssignaal.
38
Automat.sync. (Instellen
van de automatische synchronisatie)
Wordt gebruikt om een computerbeeld automatisch in te stellen.
Kies “Automat.sync.” in het menu “Fijn sync.” kies de instelling “ ”(AAN) of “ ”(UIT).
Signaal Info (Controleren
van het ingangssignaal)
Kies “Signaal info” in het menu “Fijn sync.” om de informatie over het huidige ingangssignaal te bekijken.
Beschrijving van de instelling voor
automatische synchronisatie
Mogelijke
instellingen
AAN
UIT
De automatische synchronisatie vindt plaats wanneer de projector wordt ingeschakeld of als de ingangssignalen worden veranderd wanneer de projector is aangesloten op een computer.
De automatische synchronisatie wordt niet automatischuitgevoerd.
Beschrijving
Opmerking
De automatische synchronisatie wordt
eveneens uitgevoerd door te drukken op
op de projector of op de afstandsbediening.
De instelling van de automatische synchronisatie kan even duren, afhankelijk van het beeld van de computer die op de projector is aangesloten. Wanneer instelling door automatische
synchronisatie geen optimaal beeld oplevert, dan is handmatige instelling vereist. (Zie bladzijde 38.)
Opmerking
De projector geeft het aantal gescande lijnen, die beschikbaar zijn bij audiovisuele apparatuur zoals een DVD-speler of digitale video, weer.
Basisbediening
Automatische-synchroni­satietoets (AUTO SYNC)
Automatische-synchroni­satietoets (AUTO SYNC)
39

Beeldweergavefunctie

Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen “NORMAAL”, “DOT BY DOT”, “KADER” of “REK”.
Toets voor
ongedaan maken

Wijzigen van de beeldweergave

(UNDO)
Druk op .
Bij iedere druk op verandert het display zoals
weergegeven op bladzijden 40 en 41.
Om terug te keren naar het standaardbeeld, drukt u op terwijl “GROOTTE AANPASSENop het scherm verschijnt.
COMPUTER
NORMAAL
SVGA (800 × 600)
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
Computer
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960)
SXGA+ (1400 × 1050)
SXGA (1280 × 1024)
1280 × 720
Beeldtype
1024 × 768
960 × 768
NORMAAL DOT BY DOT KADER
***
Lagere resolutie dan
XGA
4:3 beeldverhouding
**
XGA
4:3 beeldverhouding
DOT BY DOT
800 × 600
1280 × 960
1400 × 1050
1280 × 1024
Schermgrootte­toets (RESIZE)
KADER REK
768 × 576
720 × 576
WeergavebeeldIngangssignaal
1024 × 576
960 × 576
1024 × 576
REK
**
Hogere resolutie dan
XGA
4:3 beeldverhouding
**
SXGA (1280 × 1024)
5:4 beeldverhouding
1280 × 720
16:9 beeldverhouding
Functie voor het projecteren van een beeld met de oorspronkelijke beeldverhouding
*
zonder delen af te snijden.
40
*
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd. : Gebied waar de signalen zich buiten het scherm bevinden.
VIDEO
480I, 480P, 576I, 576P,
NTSC, PAL, SECAM
540P,
720P, 1080I
“REK” wordt vastgelegd wanneer 540P-, 720P- of 1080I-signalen worden ingevoerd.
4:3 beeldverhouding.
Letterbox, compressie
16:9 beeldverhouding
NORMAAL
1024 × 768
KADER
768 × 576
REK
1024 × 576
Ingangssignaal
480I, 480P, 576I, 576P,
NTSC, PAL, SECAM
540P, 720P,
1080I (16:9)
BeeldtypeDVD / Video
4:3 beeldverhouding
Letterbox
Squeezed 16:9-beeld
Squeezed 4:3-beeld
16:9 beeldverhouding
Weergavebeeld
NORMAAL
KADER REK
**
*
*
*
*
*
Gebruiksvriendelijke functies
*
16:9 aspectratio
(4:3 aspectratio
Modus voor het projecteren van een beeld met de oorspronkelijke beeldverhouding zonder delen af te snijden.
*
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd. : Deel waarop het beeld niet in de oorspronkelijke signalen zit.
in 16:9 scherm)
41

Stilstaand beeld en zoombeeld

U kunt een bewegend beeld onmiddellijk stilzetten en een bepaald gedeelte van een beeld vergroten met de afstandsbediening. Deze functies geven u meer tijd om aan het publiek uitleg te geven over het beeld.
Toets voor
ongedaan
maken
(UNDO)
', ", \, | Toetsen
Vergroten/ verkleinen­toetsen (ENLARGE)
Stilstaand­beeldtoets (FREEZE)

Stilzetten van een bewegend beeld

1 Druk op .
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
2 Druk nogmaals op om terug te
keren naar het bewegend beeld van het momenteel aangesloten apparaat.

Weergeven van een vergroot deel van een beeld

1 Druk op .
Door te drukken op of vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Opmerking
×1 ×4 ×9 ×16 ×36 ×64×2 ×3
U kunt de plaats van het vergrote beeld
wijzigen met ', ", \ of |.
2 Druk op om de bediening te
annuleren.
De vergrotingsfactor wordt opnieuw ×1.
42
Opmerking
In de volgende gevallen zal het beeld naar de normale grootte terugkeren (×1).
Wanneer de ingangsstand wordt veranderd.
Wanneer u op
Wanneer het ingangssignaal gewijzigd wordt.
Wanneer u de resolutie en de verversingsratio
(verticale frequentie) van het ingangssignaal wijzigt.
drukt.

Toetsvergrendelingsfunctie

Met deze functie kunt u de bedieningstoetsen van de projector vergrendelen.
ON-toets

Vergrendelen van de bedieningstoetsen

Houd op de projector ongeveer 3 seconden lang ingedrukt terwijl de projector wordt ingeschakeld.
Opmerking
De toetsvergrendelingsfunctie heeft geen invloed op de werking van de toetsen van de afstandsbediening. U kunt de toetsvergrendelingsfunctie niet gebruiken
terwijl de projector aan het opwarmen is of wordt uitgeschakeld.

De toetsvergrendeling annuleren

Houd op de projector ongeveer 3 seconden lang ingedrukt terwijl de projector wordt ingeschakeld.
Opmerking
De toetsvergrendelingsfunctie heeft geen invloed op de werking van de toetsen van de afstandsbediening. U kunt de toetsvergrendelingsfunctie niet gebruiken
terwijl de projector aan het opwarmen is of wordt uitgeschakeld.
Gebruiksvriendelijke functies
43

Gebruik van het menu “Opties”

Het menu “Opties” biedt bijkomende gebruiksmogelijkheden voor de projector. Voor de bediening van het menuscherm, zie bladzijden 32 t/m 35.
Voorbeeld: het menu “Opties” voor de
INGANG 2 (S-Video)-functie
Lamptimer (duur)
(Controleren van de resterende
levensduur van de lamp)
U kunt de totale gebruikstijd en de resterende levensduur van de lamp (percentage) controleren.
Geef het menu “Opties” weer om de resterende levensduur van de lamp te controleren.
Beschrijving van de levensduur van de lamp
Lampgebruiksstatus
Uitsluitend gebruikt in de Eco-functie ( )
Uitsluitend gebruikt in de standaard-functie
)
(
Opmerking
Wij raden u aan de lamp te vervangen wanneer de resterende levensduur is teruggelopen tot 5%. Voor een vervangende lamp kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde Sharp projectordealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum.
De bovenstaande tabel geeft een ruwe schatting wanneer de lamp alleen in de getoonde functie wordt gebruikt. De resterende levensduur van de lamp zal variëren binnen het bereik van de getoonde waarden afhankelijk van hoe vaak er tussen de “Eco-functie” (energiebesparing) “ (Eco-functie) en de “ ” (standaard-functie) wordt overgeschakeld (zie bladzijden 45).
Resterende levensduur van lamp
100% 5%
4.500 uren
3.000 uren
ongeveer 225 uren
ongeveer 150 uren
OSD Display (Instellen van
het on-screen display)
Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen in- en uitschakelen.
Kies “ ” (AAN) of “ ” (UIT) bij “OSD Display” in het menu “Opties”.
Beschrijving van de instellingen van “OSD Display”
Mogelijke instellingen
AAN UIT
Alle schermberichten worden getoond. INGANG/VOLUME/AV DEMPING/ VASTLEGGEN/AUTOMAT. SYNC./ VERGROTEN/“U hebt een ongeldige toets ingedrukt.” / “Alle toetsen van de projector worden vergrendeld.” wordt weergegeven wanneer de STANDBY­toets is ingedrukt terwijl de toetsvergrendelingsfunctie is ingeschakeld.
Beschrijving
44
Inleiding
Videosysteem (Instellen
van het videosignaal)
De standaardinstelling voor het videosysteem is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het signaal. In dat geval wijzigt u het videosignaal.
Kies “Videosysteem” in het menu “Opties” en kies het juiste videosysteem.
Beschrijving van de videosystemen
Mogelijke instellingen
PA L
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
Bij aansluiting op PAL­videoapparatuur. Bij aansluiting op SECAM­videoapparatuur. Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-videoapparatuur. Bij aansluiting op NTSC­videoapparatuur.
Opmerking
Het videosignaal kan alleen in de INGANG 2­of INGANG 3-functie worden ingesteld.
Beschrijving
Achtergrond
(Kiezen van een
start- en achtergrondbeeld)
Kies “Achtergrond” in het menu “Opties” en kies het beeld dat moet worden weergegeven bij het starten van de projector en wanneer de projector geen ingangssignaal ontvangt.
Beschrijving van de achtergrondbeelden
Mogelijke instellingen
Sharp
Blauw Geen
SHARP standaardbeeld
Blauw scherm
Zwart scherm
Beschrijving
Opmerking
Als het ingangssignaal gestoord is, zal het scherm worden weergegeven tijdens de storing.
Eco-functie (Instellen van
de Eco-functie)
Kies “ ” (Eco-functie) of “ ” (Standaard-
functie) bij “Eco-functie” in het menu “Opties”.
Beschrijving van de Eco-functie
Mogelijke
instellingen
(Eco-functie)
(Standaard-functie)
Helderheid
80%
100%
Stroom verbruik
(bij gebruik van 100 V
wisselstroom)
190 W
240 W
Levensduur
van de lamp
4.500 uren
3.000 uren
Opmerking
Alhoewel de levensduur van de lamp en ruis verbeteren als de “Eco-functie” wordt ingesteld op “ helderheid met 20%.
De fabrieksinstelling voor de “Eco-functie” is “
” (Eco-functie)”, vermindert de
” (Standaard-functie).
45
Gebruik van het menu “Opties”
Voorbeeld: menuscherm “Opties” voor
de INPUT 2 (S-Video)-modus
Auto Power Off
(Automatische uitschakeling)
Als de projector is ingeschakeld “AAN” en er gedurende meer dan 15 minuten geen ingangssignaal wordt waargenomen, zal de projec­tor zichzelf automatisch in standby schakelen. De automatische uitschakelfunctie werkt niet wanneer ze is ingesteld op “UIT”.
Kies “ ” (AAN) of “ ” (UIT) bij “Auto
Power Off” in het menu “Opties”.
Opmerking
Wanneer de automatische uitschakelfunctie ingesteld is op “AAN”, zal 5 minuten voordat de projector in standby wordt geschakeld het bericht “Inschakeling STANDBY-modus over X min.” op het scherm verschijnen om de resterende minuten aan te geven.
Menupositie (Selecteren
van de positie van het menuscherm)
Kies “Menupositie” in het menu “Opties” en kies de gewenste positie voor het menuscherm.
Beschrijving van de menuposities
Mogelijke instellingen
Midden Rechtsbov. Rechtsond. Linksbov. Linksond.
Weergegeven in het midden van het beeld. Weergegeven rechts bovenaan het beeld. Weergegeven rechts onderaan het beeld. Weergegeven links bovenaan het beeld. Weergegeven links onderaan het beeld.
Beschrijving
Menukleur (Selecteren van
de Menukleur)
46
Kies “ ” (Ondoorschijnend) of “ ” (Doorschijnend) bij “Menukleur” in het menu
“Opties”.
Beschrijving van de menukleuren
Mogelijke instellingen
Ondoorschijnend Doorschijnend
Het menu is ondoorschijnend. Het menu is doorschijnend. Het deel van het menu op het beeld wordt doorschijnend.
Beschrijving
Wachtwoord (Instellen van
een wachtwoord)
U moet een wachtwoord instellen om de “Anti­diefstal”-functie te activeren (bladzijde 48). Op de fabriek is geen wachtwoord of “Anti-diefstal” instelling ingevoerd. Het is dus voor iedereen mogelijk om een nieuw wachtwoord en “Anti­diefstal” instellingen in te voeren. Derhalve verdient het aanbeveling om zelfs wanneer u de “Anti­diefstal”-functie niet wilt gebruiken een wachtwoord in te voeren, zodat anderen deze functie niet in kunnen stellen. Een wachtwoord kan alleen worden ingesteld met de afstandsbediening.
Kies “Wachtwoord” in het menu “Opties”, druk
vervolgens op en volg onderstaande pro­cedure om het wachtwoord in het voeren.
1 Druk op
',
''
""
" en
""
||
| om het
||
''
wachtwoord in te voeren in “Oud wachtwrd” en druk op
''
2
Druk op
',
''
""
" en
""
||
| om het nieuwe
||
.
wachtwoord in te stellen en druk op
3
Voer het nieuwe wachtwoord van 4 cijfers nogmaals in na “Herbevestigen”
en druk op
Opmerking
Als u geen wachtwoord wenst in te stellen, laat u de
velden in stappen 2 en 3 leeg en drukt u op
Om de wachtwoordinstellingen te annuleren,
drukt u op
.
.
.
Inleiding
.
1
Druk op
''
' of
''
nummer te selecteren en druk dan op
""
" om het gewenste
""
||
|.
||
2 Voer de 3 overige cijfers in en druk
op
.
3 Voer het wachtwoord nogmaals in
na “Herbevestigen” en druk op
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord invoeren om de instelling van “Anti-diefstal” te wijzigen.
Volg de onderstaande procedure om het wachtwoord te wijzigen.

Als u uw wachtwoord vergeten bent

Als u het wachtwoord vergeten bent, wist u het aan de hand van de volgende procedure en stelt u een nieuw wachtwoord in.
Druk op
.
Opmerking
U kunt het wachtwoord alleen wissen met de toetsen op de projector. Als de “Anti-diefstal”-functie is ingesteld kan het
wachtwoord niet door middel van bovenstaande procedure worden gewist. Als u uw wachtwoord vergeet terwijl de functie “Anti-diefstal” is ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie bladzijde 65). Mogelijk moet u de projector terugbrengen om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen te laten herstellen (terugstellen van wachtwoord en sleutelcode).
47
Gebruik van het menu “Opties”
Voorbeeld: het menu “Opties” voor de
INGANG 2 (S-Video)-functie
1

Anti-diefstal (Instellen van de Anti-diefstal)

De anti-diefstalfunctie voorkomt dat onbevoegden de projec­tor gebruiken. U kunt kiezen of u deze functie gebruikt of niet. Als u deze functie niet wenst te gebruiken, voert u gewoon de sleutelcode niet in. Zodra een andere functie wordt ingeschakeld, dienen gebruikers de juiste sleutelcode in te voeren telkens wanneer de projector wordt gestart. Zonder de juiste sleutelcode kunnen geen beelden worden geprojecteerd. Hierna wordt uitgelegd hoe u deze functie gebruikt.
Kies “Anti-diefstal” in het menu “Opties”, druk
vervolgens op en volg onderstaande pro­cedure om de sleutelcode in te voeren.
Druk op een willekeurige toets op de afstandsbediening of de projector om het eerste cijfer in “Nieuwe code” in te stellen.
Opmerking
De volgende toetsen op de afstands­bediening en de projector kunnen niet als sleutelcodes worden ingesteld:
ON-toets
STANDBY-toets
Invoertoets (ENTER)
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
MENU-toets
Vooruit-toets (FORWARD)
Te rug-toets (BACK)
Opmerking
“Anti-diefstal” kan niet worden geselecteerd tenzij “Wachtwoord” is ingesteld. (Zie bladzijde 47.)
Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt het wachtwoordinvoervenster. Voer eerst het juiste wachtwoord en dan de sleutelcode in.
Info
Wanneer de functie is ingeschakeld, moet u de juiste sleutelcode kennen. Wij raden u aan de sleutelcode op een veilige plaats te bewaren, waartoe alleen bevoegde gebruikers toegang hebben. Als u uw sleutelcode verliest of vergeet, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie bladzijde. 65). Mogelijk moet u de pro­jector terugbrengen om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen te laten herstellen (terugstellen van wachtwoord en sleutelcode).
48
2 Voer de overige 3 cijfers in door
willekeurige toetsen in te drukken.
3 Voer dezelfde sleutelcode nogmaals
in “Herbevestigen”.
Info
Wanneer u de diefstalbeveiliging heeft ingeschakeld, verschijnt het invoerscherm voor de code als u de projector inschakelt. Voer hier nu de correcte code in.
Druk op de toetsen op de afstandsbediening als u met de toetsen van de afstandsbediening de sleutelcode instelt. Druk op de toetsen op de projector als u met de toetsen van de projector de sleutelcode instelt.
Volg de onderstaande procedure om de sleutelcode te wijzigen.
Opmerking
Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt het wachtwoordinvoervenster. Zodra u het wachtwoord hebt ingevoerd, kunt u de sleutelcode veranderen.
1
Druk de toetsen op de afstandsbediening of op de projector in om de vooraf ingestelde code van 4 cijfers in te voeren na “Oude code”.
2 Druk op een willekeurige toets
van de afstandsbediening of de projector om de nieuwe sleutelcode in te stellen.
Inleiding
3
Voer hetzelfde sleutelcode van 4 cijfers nogmaals in “Herbevestigen”.
Opmerking
Als u geen sleutelcode wenst in te stellen, laat u de sleutelcodeveld leeg in stappen 2 en 3 en
drukt u op
.
49

De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld

U kunt het geprojecteerde beeld omkeren of in spiegelbeeld weergeven voor diverse toepassingen met behulp van het menu “Projectie”. Voor de bediening van het menuscherm, zie bladzijden 32 t/m 35.
Voorbeeld: het menu “Projectie” voor de
INGANG 1 (RGB)-functie

Instellen van de projectiestand

Geef het menu “Projectie” weer en kies de gewenste projectiestand.
Beschrijving van de projectiestanden
Mogelijke instellingen
Voor Plafond+voor Achter
Plafond+achter
Opmerking
Deze functie wordt gebruikt bij projectie van achteren en plafondmontage. Zie bladzijde 25 voor deze opstellingen.
Normaal beeld Spiegelbeeld Omgekeerd beeld Omgekeerd en spiegelbeeld
Beschrijving
50

Opbergen van de projector

Hoe gebruikt u de draagtas?

Bevestig het lensdopje op de lens en plaats de projector in de meegeleverde draagtas wanneer u de projector wilt opbergen.
1 Open het deksel van de draagtas.
2 Verwijder de binnenbekleding uit de
draagtas en vouw ze in de richting van de pijlen.
3 Plaats de binnenbekleding opnieuw
in de draagtas.
Info
De binnenbekleding moet worden aangebracht om de lens en de projector te beschermen.
4 Plaats de projector en de
accessoires in de draagtas.
Info
Wacht tot de projector voldoende is afgekoeld voordat u hem in de draagtas plaatst.
Zorg dat u de lensdop heeft bevestigd om de lens te beschermen.
Plaats de projector in de draagtas met de lens in de richting van het handvat.
Gebruik de bevestigingsriem om de projector op zijn plaats te houden.
Info
Deze draagtas is enkel bedoeld om de projector op te bergen.
Lensdop
Verstel de schouder­riem.

Aanhangsel

51

Onderhoud

Reinigen van de projector
Trek de stekker unit het stopcontact alvorens de projector te reinigen.
De behuizing en het bedieningspaneel zijn van kunststof. Vermijd het gebruik van benzeen en verdunner, aangezien deze de behuizing kunnen beschadigen.
Gebruik geen vluchtige middelen, bijvoorbeeld insecticiden, bij het reinigen van de projector. Bevestig geen rubber of kunststof voorwerpen op de projector gedurende een lange tijd. De effecten van sommige bestanddelen van de kunststof kunnen de kwaliteit of de afwerking van de projector negatief beïnvloeden.
Verdunner
Was
Veeg vuil voorzichtig weg met een zachte flanellen doek.
Neutraal reinigingsmiddel
Reinigen van de lens
Reinig de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje of met lensreinigingspapier (voor brillen en voor cameralenzen). Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen, aangezien deze de beschermlaag op het lensoppervlak kunnen aantasten.
Het lensoppervlak wordt makkelijk beschadigd. Let op dat u er niet tegen stoot of er krassen op maakt.
Reinigings-
papier
Reinigen van de uitlaat - en inlaatopeningen
Gebruik een stofzuiger om stof in de uitlaat - en inlaatopeningen te verwijderen.
Sopje van water met
neutraal reinigingsmiddel
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil bevochtigt u een zachte doek in een sopje van water met een neutraal reinigingsmiddel en veegt u de projector goed schoon. Sterke schoonmaakproducten kunnen de afwerking van de projector doen verkleuren, kromtrekken of beschadigen. Probeer het product eerst uit op een klein en verborgen deel van de projector.
52

De luchtfilter vervangen

• Deze projector is uitgerust met luchtfilters om te garanderen dat de projector optimaal blijft functioneren.
• De luchtfilters moeten elke 100 gebruiksuren worden schoongemaakt. Reinig ze vaker als de projector wordt gebruikt in een stoffige of rokerige omgeving.
• Vraag uw Sharp projectordealer of ser­vice center de filter (PFILDA008WJZZ) te vervangen als u het niet langer kunt schoonmaken.

De onderste luchtfilter schoonmaken en vervangen

1
Druk op
STANDBY
of op
op de afstandsbediening om de projector in standby te schakelen.
Wacht tot de koelventilator tot stilstand komt.
op de projector
STANDBY
""
" Onderaanzicht
""
Luchtfilter
Luchtfilter (niet afneembaar)
""
" Achteraanzicht
""
Luchtfilter (niet afneembaar)
STANDBY-toets
STANDBY­toets
2
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak het netsnoer los van de netingang.
3 Verwijder het deksel van de filter/
lampeenheid.
Draai de projector op zijn kop. Draai de
gebruiker-onderhoudsschroef (1) waarmee het deksel van de filter/ lampeenheid is bevestigd los. Druk het lipje (2) in en verwijder het deksel van de filter/lampeenheid (3).
4 Verwijder de luchtfilter.
Til de luchtfilter op met uw vingers en trek hem uit het deksel van de filter/ lampeenheid.
Netingang
3
2
Nok
1
Gebruiker­onderhoudsschroef
Aanhangsel
53
De luchtfilter vervangen
5 Maak de filter schoon.
Verwijder het stof van de filter met een stofzuiger.
6 Plaats de luchtfilter terug.
Leg de luchtfilter onder de lipjes op het deksel van de filter/lampeenheid.
7 Plaats het deksel van de filter/
lampeenheid terug.
Lijn het lipje op het deksel van de filter/ lampeenheid (1) correct uit, plaats het deksel en druk op het lipje (2) om het te sluiten. Draai vervolgens de gebruiker-onderhoudsschroef (3) vast om het deksel van de filter/lampeenheid vast te zetten.
Opmerking
Zorg ervoor dat het deksel van de filter/ lampeenheid stevig is bevestigd. U kunt het apparaat niet aanzetten totdat het deksel correct is geïnstalleerd.
Als zich stof of vuil heeft opgehoopt in de onderste luchtfilter (niet verwijderen), maakt u het filter schoon met een stofzuiger.
1
2
Nok
3
Gebruiker-onderhoudsschroef
54

Onderhoudsindicators

De verklikkerlampjes op de projector duiden problemen in de projector aan.
Als er zich een probleem voordoet, licht ofwel de temperatuurindicator (TEMP.) ofwel de lampindicator
rood op en schakelt de projector zichzelf in standby. Volg nadat de projector in standby is geschakeld de onderstaande stappen.
Bedrijfsindicator
Lampindicator (LAMP)
Temperatuurindicator (TEMP.)
Over de temperatuurindicator (TEMP.)
Als de temperatuur in de projector stijgt als gevolg van geblokkeerde ventilatiegleuven of omstandigheden in de installatieplaats, licht “ beeld op. stijgen, wordt de lamp uitgeschakeld en gaat de temperatuurindicator (TEMP.) knipperen, blijft de koelventilator nog 90 seconden draaien, waarna de projector zichzelf in standby schakelt. volgende maatregelen wanneer “ ” verschijnt.
” linksonder in het
Als de temperatuur blijft
Neem de
Over de lampindicator (LAMP)
De levensduur van de lamp loopt terug tot 0% wanneer de projector ongeveer
4.500 uren is gebruikt met “Eco-functie” ingeschakeld of ongeveer 3.000 uren met “Standaardfunctie” ingeschakeld (zie bladzijde 45). Wanneer de resterende levensduur van de
lamp terugloopt tot 5% of minder, wordt “ (geel) weergegeven op het scherm. Wanneer het percentage 0% wordt, verandert “ ” in
” (rood), waarna de lamp automatisch
“ uitgaat en de projector zichzelf in standby schakelt. Op dat moment zal de lampindicator (LAMP) rood oplichten.
Na de vierde poging om de projector in te schakelen zonder dat de lamp is vervangen, zal de projector niet meer kunnen worden ingeschakeld.
Onderhoudsindicator
Temperatuur-
indicator
(TEMP.)
Licht groen op
Lampin-
dicator
(LAMP)
Bedrijfsindicator
Groen aan/ Rood aan
Normaal
Uit
Groen knipperend
wanneer de lamp
aan het opwarmen
is of wordt
uitgeschakeld.
Abnormaal
Licht rood op/Standby
Rood aan
Licht rood op/Standby
Knippert rood
Toestand
De inwendige temperatuur is abnormaal hoog.
De lamp is aan vervanging toe
De lamp gaat niet branden.
De Power-indicator knippert rood wanneer de projector aanstaat.
Probleem Mogelijke oplossing
Geblokkeerde luchtinlaat
Defecte koelventilator
Interne elektrische
storing
Geblokkeerde luchtinlaat
De resterende levensduur
van de lamp is teruggelopen tot 5% of minder.
Lamp is doorgebrand
Storing in lampcircuit
Het deksel van de
filter/lampeenheid is open.
Verplaats de projector naar een plek met voldoende ventilatie.
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie bladzijde 65)
Ve rvang de lamp voorzichtig (zie bladzijde 58).
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie bladzijde 65) voor reparatie of voor vervanging van de lamp.
Ga voorzichtig te werk wanneer u de lamp vervangt.
Maak de deksel goed vast.
Als de Power-indicator knippert,
zelfs als het deskel van de filter/ lampeenheid goed is geïnstalleerd, dient u contact op te nemen met uw Sharp projectordealer of service center voor advies.
voor reparatie.
Aanhangsel
55
Onderhoudsondicators
Info
Als de temperatuurindicator (TEMP.) oplicht en de projector zichzelf in standby schakelt, voer dan de bovenvermelde mogelijke oplossingen uit en wacht tot de projector helemaal is afgekoeld voordat u het netsnoer insteekt en de stroom weer inschakelt. (Minstens 5 minuten.)
Als de stroom kortstondig wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld als gevolg van een stroomonderbreking, en onmiddellijk weer wordt ingeschakeld, zal de lampindicator (LAMP) rood oplichten en gaat de lamp mogelijk niet branden. Trek in dat geval de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in. Schakel vervolgens de stroom weer in.
Om de luchtopeningen te reinigen tijdens het gebruik van de projector, moet u de projector eerst in standby schakelen. Nadat de koelventilator is gestopt, kunt u de ventilatieopeningen reinigen.
Trek het netsnoer niet uit nadat de projector in standby is geschakeld en terwijl de koelventilator nog werkt. De koelventilator werkt nog gedurende ongeveer 90 seconden.
56

Over de lamp

Lamp

Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp is
teruggelopen tot 5% of minder of als u merkt dat de beeld- en kleurkwaliteit sterk afnemen. U kunt de resterende levensduur van de lamp (percentage) nagaan via de weergave op het scherm. Zie bladzijde 44.
U kunt de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.

Waarschuwing in verband met de lamp

Deze projector maakt gebruik van een kwiklamp onder druk. Als u een luid geluid hoort, kan de
lamp defect zijn. De lamp kan defect raken om allerlei redenen zoals: sterke schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of slijtage van de lamp door overschrijding van de gebruikstijd. Als gevolg van verschillen tussen de lampen en/of in de gebruiksomstandigheden en de frequentie van het gebruik zal de tijdsduur voordat de lamp defect raakt variëren. Belangrijke opmerking: defecte lampen barsten vaak.
Wanneer de lampindicator (LAMP) en het on-screen display branden of knipperen, moet u de lamp
onmiddellijk vervangen door een nieuwe, zelfs als de lamp nog normaal lijkt te werken.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters in het lamphuis vliegen of kan er gas van de lamp
ontsnappen via de uitlaatopening van de projector. Het in deze lamp aanwezige gas bevat kwik; laat de kamer goed doorluchten als de lamp breekt en vermijd blootstelling aan het vrijgekomen gas. Als u wordt blootgesteld aan dit gas, moet u zo snel mogelijk een dokter raadplegen.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters binnen in de projector terechtkomen. Neem in dat geval
contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te verwijderen en veilig verder te werken.

Vervangen van de lamp

Let op
Verwijder de lampeenheid niet onmiddellijk na gebruik van de projector. De lamp is dan nog erg heet, waardoor u zich zou kunnen verbranden.
Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van de lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Als na het vervangen van de lamp de nieuwe lamp niet gaat branden, moet u uw projector naar de
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum brengen voor reparatie. Koop een vervangingslampeenheid van het type AN-A10LP bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projec­tor dealer of servicecentrum. Vervang vervolgens voorzichtig de lamp volgens de instructies hierna. Indien gewenst kunt u de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Aanhangsel
57
Over de lamp

Verwijderen en installeren van de lampeenheid

Info
Verwijder de lampeenheid met behulp van de handgreep. Raak het glas van de lampeenheid of de binnenkant van de projector niet aan.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen.
Maak geen andere schroeven los dan die voor het deksel van de filter/lampeenheid en de lampeenheid zelf.
Zie de bij de lampeenheid geleverde handleiding.
1
Druk op
STANDBY
of op
op de afstandsbediening om de projector in standby te schakelen.
Wacht tot de koelventilator tot stilstand komt.
op de projector
STANDBY
Meegeleverd accessoire
STANDBY-toets
Lampeenheid AN-A10LP
STANDBY­toets
Waarschuwing!
Verwijder de lampeenheid niet van de pro­jector onmiddellijk na gebruik. De lamp zal immers erg heet zijn en dit kan brandwonden en andere letsels veroorzaken.
2
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak het netsnoer los van de netingang.
Wacht tot de lamp volledig is afgekoeld
(ongeveer 1 uur).
3 Vervang het luchtfilter.
Vervang het luchtfilter wanneer u de lampeenheid installeert. (zie bladzijden
53 en 54)
4 Verwijder het deksel van de
filter/lampeenheid.
Draai de projector op zijn kop. Draai de gebruiker-onderhoudsschroef (1) waarmee het deksel van de filter/ lampeenheid is bevestigd los. Druk het lipje (2) in en verwijder het deksel van de filter/lampeenheid (3).
Netingang
Gebruiker­onderhoudsschroef
3
2
1
Nok
58
5 Verwijder de lampeenheid.
Draai de bevestigingsschroeven van de lampeenheid los. Neem de lampeenheid vast bij de handgreep en trek ze in de richting van de pijl. Houd de lampeenheid hierbij horizontaal en kantel ze niet.
6
Installeer de nieuwe lampeenheid.
Druk de lampeenheid stevig vast in het lampeenheidvak. Draai de bevestigings­schroeven vast.
7 Plaats het deksel van de filter/
lampeenheid terug.
Lijn het lipje op het deksel van de filter/ lampeenheid (1) correct uit, plaats het deksel en druk op het lipje (2) om het te sluiten. Draai vervolgens de gebruiker­onderhoudsschroef (3) vast om het deksel van de filter/lampeenheid vast te zetten.
Info
Als de lampeenheid en het deksel van de filter/ lampeenheid niet correct geïnstalleerd zijn, zal de stroom niet worden ingeschakeld, zelfs als het netsnoer is aangesloten op de projector.
Handvat
Bevestigingsschroef
3
1
2
Gebruiker-onderhoudsschroef

Terugstellen van de lamptimer

Stel na het vervangen van de lamp de lamptimer terug.
1 Sluit het netsnoer aan.
Steek het netsnoer in de netingang van de projector.
2 Stel de lamptimer terug.
Druk, terwijl u de toetsen en
op de projector tegelijk ingedrukt houdt,
op
“LAMP 0000H” verschijnt om aan te geven dat de lamptimer is teruggesteld.
Info
Stel de lamptimer alleen terug na het vervangen van de lamp. Als u de lamptimer terugstelt en dezelfde lamp blijft gebruiken, bestaat het gevaar dat de lamp beschadigd wordt of ontploft.
en op de projector.
Netingang
ON-toets
Volume­toetsen (VOL)
Autmatische­synchronisatietoets (AUTO SYNC)
Aanhangsel
59

Toeknnin van de aansluitpinnen

INGANG 1 RGB-signaalaansluiting: 15-pins Mini D-sub vrouwelijke aansluiting
RGB INGANG
1. Video INGANG (rood)
2. Video INGANG (groen/sync op groen)
3. Video INGANG (blauw)
10 15
5
1 6 11
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (rood)
7. Aarde (groen/sync op groen)
8. Aarde (blauw)
9. Niet aangesloten
10. GND
11. Niet aangesloten
12. Bidirectionele data
13. Horizontaal sync-signaal: TTL-niveau
14. Verticaal sync-signaal: TTL-niveau
15. Dataklok
RS-232C-aansluiting: 9-pins Mini DIN vrouwelijke aansluiting
8
9
7
6
5
4
21
Pinnummer Signaal Naam I/O Referentie
1 Niet aangesloten 2RDData ontvangen Input Aangesloten op intern circuit 3SDData sturen Output Aangesloten op intern circuit 4 Niet aangesloten 5SGSignaal Aangesloten op intern circuit
3
6 Niet aangesloten 7RS Aangesloten op Pin 8 8CS Aangesloten op Pin 7 9 Niet aangesloten
9-pins D-sub mannelijke aansluiting van de DIN-D-sub RS-232C adapter
15
69
Pinnummer Signaal Naam I/O Referentie
1 Niet aangesloten 2RDData ontvangen Input Aangesloten op intern circuit 3SDData sturen Output Aangesloten op intern circuit 4 Niet aangesloten 5SGSignaal Aangesloten op intern circuit 6 Niet aangesloten 7RS Aangesloten op intern circuit 8CS Aangesloten op intern circuit 9 Niet aangesloten
Component Ingang
1. PR (CR)
2. Y
3. PB (CB)
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (P
7. Aarde (Y)
8. Aarde (P
9. Niet aangesloten
10. Niet aangesloten
11. Niet aangesloten
12. Niet aangesloten
13. Niet aangesloten
14. Niet aangesloten
15. Niet aangesloten
)
R
)
B
Opmerking
Pin 8 (CS) en Pin 7 (RS) zijn kortgesloten in de projector.
RS-232C-kabel, aanbevolen aansluiting: 9-pins D-sub vrouwelijke aansluiting
51
96
Pinnummer Signaal Pinnummer Signaal
1CD 1 CD 2RD 2 RD 3SD 3 SD 4ER 4 ER 5SG 5 SG 6DR 6 DR 7RS 7 RS 8CS 8 CS 9CI 9 CI
Opmerking
Afhankelijk van het gebruikte besturingsapparaat, kan het nodig zijn pin 4 en pin 6 aan te sluiten op het besturingsapparaat (bv. PC).
Projector
Pinnr.
4 5 6
PC
Pinnr.
4 5 6
60

RS-232C Specificatie en opdrachtinstellingen

Computerbediening
U kunt een computer gebruiken om de projector te bedienen door een RS-232C seriële kabel (kruistype, in de handel verkrijgbaar) aan te sluiten op de projector (Zie bladzijde 20 voor aansluiting).
Voorwaarden voor communicatie
Stel de seriële poort op de computer in overeenkomstig de tabel. Signaalformaat: Voldoet aan RS-232C norm. Baud rate: 9.600 bps Datalengte: 8 bits
Basisformaat
Opdrachten van de computer worden in de volgende volgorde verzonden: opdracht, parameter en return code. Nadat de projector de opdracht van de computer heeft verwerkt, stuurt hij een responscode naar de computer.
Opdrachtformaat
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Parity bit: Geen Stop bit: 1 bit Flow control: Geen
Return code (0DH)
Responscodeformaat
Viercijferige opdracht Parameter, viercijferig
Normale respons Probleemrespons (communicatiefout of onjuiste opdracht)
O K E R R
Return code (0DH)
Return code (
0DH)
Info
Wanneer meer dan 1 code wordt verzonden, dient u elke opdracht pas te versturen nadat de responscode van de
projector voor de vorige opdracht is gecontroleerd.
Opmerking
Wanneer de projector in standby is geschakeld, verschijnt het bericht “Wacht aub.” gedurende ongeveer 20
seconden. Als op dat moment de opdracht “POWR_ _ _1” wordt verstuurd, zal “ERR” worden weergegeven en zal deze opdracht niet worden ontvangen.
Opdrachten
Voorbeeld: Maak bij het inschakelen van de projector de volgende instelling.
POWR _1__
UIT TE VOEREN BEDIENING
Standby
Power On (spanning aan)
INGANG 1
INGANG 2
INGANG 3 INGANG 1 Signaaltype : Auto
INGANG 1 Signaaltype : RGB
INGANG 1 Signaaltype : Component
Gebruikstijd van de lamp (branduren)
Resterende levensduur (in procenten)
Lamp Status
Eenheid status
Controle Modelnaam
TOETSEN EN AFSTANDSBEDIENINGSTOETS
AV Demping UIT
AV Demping AAN
Auto Sync Start
OPDRACHT
P
O
P
O
I
R
I
V
I
V
I
A
I
A
I
A
T
L
T
L
T
L
T
A
T
N
I
M
I
M
A
D
W
W
G
E
E S
S
S
T
T
P
B
A
B
B
J
PARAMETER
R
_
R
_
B
_
D
_
D
_
I
_
I
_
I
_
T
_
L
_
S
_
N
_
M
_
K
_
K
_
S
_
0
_
_
OK of ERR
1
_
_
OK of ERR
1
_
_
OK of ERR
1
_
_
OK of ERR
2
_
_
OK of ERR
0
_
_
OK of ERR
1
_
_
OK of ERR
2
_
_
OK of ERR
1
_
_
0~9999 0~100
_
_
1
0:Off, 1:On, 2:Retry, 3:Waiting, 4:Lamp Error
_
_
1
0:normaal, 1:Temperatuur hoog, 2:Ventilatorfout,
_
_
1
4:Filtersdekselfout, 8:Levensduur van lamp 5% of minder,
16:Lamp doorgebrand, 32: Lamp brandt niet,
64:Temperatuur abnormaal hoog
PROJECTORNAAAM
_
_
1
OK of ERR
_
_
0
OK of ERR
_
_
1
OK of ERR
_
_
1
→ ←
TERUGKEREN
ProjectorComputer
OK
Aanhangsel
Opmerking
Als een underscore (_) verschijnt in de parameterkolom, voert u een spatie in. Als een sterretje (*) verschijnt,
voert u een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes onder INHOUD BEDIENING staat.
61

Tabel met compatibele computers

Computer
Ondersteuning van meerdere signalen Horizontale frequentie: 15-70 kHz, Verticale frequentie: 43-85 Hz, Pixelkloksnelheid: 12-108 MHz
Compatibel met sync op groen-signaal
Compatibel met SXGA+ en SXGA bij geavanceerde intelligente compressie
Intelligent compressie- en expansiesysteem voor aanpassing van het formaat
Hierna volgt een lijst van functies die voldoen aan VESA. Deze projector ondersteunt echter ook andere signalen die geen VESA-standaarden zijn.
PC/MAC Resolutie
640 × 350
640 × 400
720 × 350
VGA
720 × 400
640 × 480
PC
800 × 600
SVGA
1.024 × 768
XGA
1.152 × 864
SXGA
1.280 × 1.024
1.400 × 1.050 MAC 13" MAC 16" MAC 19" MAC 21"
SXGA+
VGA
SVGA
XGA
SXGA
640 × 480 832 × 624
1.024 × 768
1.152 × 870
Horizontale frequentie
(kHz)
27,0 31,5 37,5 27,0 31,5 37,9 27,0 31,5 27,0 31,5 37,9 26,2 31,5 34,7 37,9 37,5 43,3 31,4 35,1 37,9 46,6 48,1 46,9 53,7 35,5 40,3 48,4 56,5 60,0 68,7 55,0 66,2 67,5 64,0 64,0 34,9 49,7 60,2 68,7
Verticale frequentie
(Hz)
60 70 85 60 70 85 60 70 60 70 85 50 60 70 72 75 85 50 56 60 70 72 75 85 43 50 60 70 75 85 60 70 75 60 60 67 75 75 75
VESA Standaard
✔ ✔ ✔
✔ ✔
✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔
Display
Upscale
True
Intelligente Compressie
Upscale
Intelligente Compressie
True
Opmerking
Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van notebookcomputers in de simultane (CRT/LCD) weergavestand. In dat geval moet u het LCD-display van de notebookcomputer uitschakelen en de weergave op “CRT alleen” instellen. Raadpleeg voor meer bijzonderheden over het omschakelen van de weergavestand de handleiding van uw notebookcomputer.
Wanneer deze projector 640 × 350 VESA-formaat VGA-signalen ontvangt, verschijnt “640 × 400” op het scherm.
DTV
Signaal Verticale frequentie (Hz)Horizontale frequentie (kHz)
62
480 480P 540P
576 576P 720P
1035 1035 1080 1080
I
I
I I I I
15,7 31,5 33,8 15,6 31,3 45,0 28,1 33,8 28,1 33,8
60 60 60 50 50 60 50 60 50 60

Oplossen van problemen

Probleem
Het netsnoer van de projector zit niet in het stopcontact.
De stroom van de externe apparaten is uitgeschakeld.
Er is een verkeerde ingangsfunctie gekozen.
De functie AV DEMPING werkt.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Wel geluid, maar
geen beeld.
De kleurweergave is bleek of slecht.
Het beeld is onscherp; er
verschijnt ruis in het beeld.
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
De externe uitgang is niet ingesteld bij de aansluiting van een notebookcomputer.
Het deksel van de filter/lampeenheid is niet correct geïnstalleerd.
De kabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten op het achterpaneel van de projector.
De instellingen “Helder” is op de minimumstand ingesteld.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
(Alleen voor video-ingang)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld. (Alleen voor INGANG1)
Het ingangssignaaltype RGB/Component is verkeerd ingesteld.
Stel het beeld scherp.
De projectieafstand overschrijdt het scherpstelbereik.
(Alleen voor computeringang)
Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Klok”) uit
Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Fase”) uit
Er kan ruis optreden, afhankelijk van de computer.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
Het volume staat in de minimumstand.
Controle
Bladzijde
15
27 27
16-20
13 16
54,59
16-20
36
36
45
37
22 24
38 38
16-20
27
Wel beeld, maar
geen geluid.
Af en toe is een
ongewoon geluid
hoorbaar in de behuizing.
Onderhouds-
indicator licht op.
De projector kan niet worden
ingeschakeld of in standby
worden geplaatst met de
toetsen ON of STANDBY op
de projector.
Als het beeld normaal is, is het geluid te wijten aan het krimpen van de behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur. Dit zal de werking of de prestaties niet beïnvloeden.
Zie “Onderhoudsindicators”.
De toetsvergrendeling is ingeschakeld.
Als de toetsvergrendeling is ingeschakeld, functioneren de toetsen niet.
55
Aanhangsel
43
63
Oplossen van problemen
Probleem
Het beeld is groen bij INGANG
1 COMPONENT.
Het beeld is roze (geen groen)
bij INGANG 1 RGB. Het beeld is donker.
Het beeld is te helder en
witachting.
Verander de instelling van het ingangssignaaltype.
De lampindicator (LAMP) knippert rood. Vervang de lamp.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
Controle
Bladzijde
37
55 36
De projector is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van de microprocessor kan nadelig beïnvloed worden door een verkeerde bediening of interferentie. Als dit gebeurt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken, minimaal 5 minuten wachten waarna u de stekker weer kunt insteken.
64

Voor assistentie van SHARP

Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst het deel “Oplossen van problemen” op bladzijde 63 en 64. Als deze gebruiksaanwijzing geen oplossing biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
Verenigde Staten
Canada Sharp Electronics of Canada Ltd.
Mexico Sharp Electronics Corporation Mexico
Latijns-Amerika
Duitsland
Ver. Koninkrijk
Italië
Frankrijk
Sharp Electronics Corporation
1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277) lcdsupport@sharpsec.com http://www.sharplcd.com
(905) 568-7140 http://www.sharp.ca
Branch
(525) 716-9000 http://www.sharp.com.mx
Sharp Electronics Corp. Latin American Group
(305) 264-2277 www.servicio@sharpsec.com http://www.siempresharp.com
Sharp Electronics (Europe) GMBH
01805-234675 http://www.sharp.de
Sharp Electronics (U.K.) Ltd.
0161-205-2333 cic@sharp-uk.co.uk http://www.sharp.co.uk
Sharp Electronics (Italy) S.P.A.
(39) 02-89595-1 http://www.sharp.it
Sharp Electronics France
01 49 90 35 40 hotlineced@sef.sharp-eu.com http://www.sharp.fr
Benelux SHARP Electronics Benelux BV
Australië
Nieuw-Zeeland
Singapore
Hongkong
Taiwan Sharp Corporation (Taiwan)
Maleisië
V.A.E.
0900-SHARPCE (0900-7427723) Nederland 9900-0159 Belgium http://www.sharp.nl http://www.sharp.be http://www.sharp.lu
Sharp Corporation of Australia Pty. Ltd.
1300-135-022 http://www.sharp.net.au
Sharp Corporation of New Zealand
(09) 634-2059, (09) 636-6972 http://www.sharp.net.nz
Sharp-Roxy Sales (S) Pte. Ltd.
65-226-6556 ckng@srs.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.sg
Sharp-Roxy (HK) Ltd.
(852) 2410-2623 dcmktg@srh.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.hk
0800-025111
http://www.sharp-scot.com.tw
Sharp-Roxy Sales & Service Co.
(60) 3-5125678
Sharp Middle East Fze
971-4-81-5311 helpdesk@smef.global.sharp.co.jp
Spanje
Zwitserland
Zweden
Oostenrijk
Sharp Electronica Espana, S.A.
93 5819700 sharplcd@sees.sharp-eu.com http://www.sharp.es
Sharp Electronics (Schweiz) AG
0041 1 846 63 11 cattaneo@sez.sharp-eu.com http://www.sharp.ch
Sharp Electronics ( Nordic ) AB
(46) 8 6343600 vision.support@sen.sharp-eu.com http://www.sharp.se
Sharp Electronics Austria (Ges.m.b.H.)
0043 1 727 19 123 pogats@sea.sharp-eu.com http://www.sharp.at
Thailand
Korea
India
Sharp Thebnakorn Co. Ltd.
02-236-0170 svc@stcl.global.sharp.co.jp http://www.sharp-th.com
Sharp Electronics Incorporated of Korea
(82) 2-3660-2002 lcd@sharp-korea.co.kr http://www.sharpkorea.co.kr
Sharp Business Systems (India) Limited
(91) 11- 6431313 service@sharp-oa.com
Aanhangsel
65

Technische gegevens

Producttype
Model
Videosysteem
Weergavemethode
LCD paneel
Standaard lens
Projectielamp
Component-ingangssignaal
(INPUT 1)
Horizontale resolutie
Computer RGB-ingangssignaal
(INPUT 1)
S-video-ingangssignaal
(INPUT 2)
Video-ingangssignaal
(INPUT 3)
Computercontrolesignaal
(RS-232C)
Beeldpuntklok
Ver ticale frequentie
Horizontale frequentie
Audio-ingangssignaal
Audio-uitgang
Luidsprekersysteem
Nominale spanning
Ingangsstroom
Nominale frequentie
Stroomverbruik
Stroomverbruik (standby)
Warmteafvoer
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Behuizing
I/R-dragerfrequentie
Afmetingen (bij benadering)
Gewicht (bij benadering)
Vervangingsonderdelen
LCD Projector PG-A10X-A NTSC3.58/NTSC4.43/PAL/PAL-M/PAL-N/PAL-60/SECAM/ DTV480I/DTV480P/DTV540P/DTV576I/DTV576P/DTV720P/DTV1035I/DTV1080I LCD paneel × 3, RGB optische sluitermethode Paneelformaat: 0,79" (20,0 mm) (12 [H] × 16 [B] mm) Aantal beeldpunten: 786.432 beeldpunten (1.024 [H] × 768 [V]) 1–1,2 × zoomlens, F1,9-2,2, f = 26–31 mm SHP 165 W lamp 15-pins mini D-subconnector Y: 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 Ω afgesloten P
: 0,7 Vp-p, 75 Ω afgesloten
B
PR: 0,7 Vp-p, 75 Ω afgesloten 700 TV-lijnen (DTV720P) 15-pins mini D-subconnector RGB gescheiden/synchronisatie op groen type analoge ingang: 0–0,7 Vp-p, positief, 75 Ω afgesloten HORIZONTAAL SYNC. SIGNAAL: TTL-niveau (positief/negatief) VERTICAAL SYNC. SIGNAAL: idem als hierboven 4-pins Mini DIN-aansluiting Y (luminantiesignaal): 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 Ω afgesloten C (kleursignaal): Piek 0,286 Vp-p, 75 Ω afgesloten RCA-aansluiting: VIDEO, composiet video, 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 Ω afgesloten
9-pins mini DIN-connector
12-108 MHz 43-85 Hz 15-70 kHz ø3,5 mm ministekker: AUDIO, 0,5 Vrms, meer dan 47 kΩ (stereo) 1,0 W (mono) 2,8 cm, rond × 1 100-240 V wisselstroom 2,4 A 50/60 Hz 240 W (standaardfunctie)/190 W (Eco-functie) bij 100 V wisselstroom 226 W (standaardfunctie)/182 W (Eco-functie) bij 240 V wisselstroom 3,6 W (110 V wisselstroom)–5,6 W (240 V wisselstroom) 900 BTU/uur (standaardfunctie)/710 BTU/uur (Eco-functie) bij 100 V wisselstroom 850 BTU/uur (standaardfunctie)/680 BTU/uur (Eco-functie) bij 240 V wisselstroom 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C) –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C) Plastic 38 kHz 11 45/64" × 3 13/64" × 9 1/32" 11 45/64" × 3 33/64" × 9 1/32" 6,4 lbs. (2,9 kg) Lampeenheid (AN-A10LP), Afstandsbediening (RRMCGA187WJSA), twee R-6-batterijen (“AA”­formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig), netsnoer voor Europa, uitgezonderd Ver. Kon. (QACCVA006WJPZ), netsnoer voor Ver. Kon. (QACCBA015WJPZ), RGB-kabel (QCNWGA045WJPZ), DIN-D-sub RS-232C-adapter (QCNWGA015WJPZ), Draagtas (GCASNA008WJSA), lensdop (CCAPHA009WEF0), Luchtfilter (PFILDA008WJZZ), cd-rom met handleidingen en technische gegevens (UDSKAA059WJZZ), “QUICK GUIDE (snelgids)”-label (TLABZA797WJZZ), gebruiksaanwijzing (TINS-B625WJZZ)
(297 (B) × 81 (H) × 229 (D) mm) (alleen de hoofdbehuizing)
(297 (B) × 89 (H) × 229 (D) mm) (inclusief stelvoetje en uitstekende delen)
Als item van een beleid van doorlopende verbetering houdt SHARP zich het recht voor om veranderingen aan te brengen in ontwerp en technische gegevens ten behoeve van verbetering van het product zonder voorafgaande berichtgeving. De aangegegeven cijfers voor de technische gegevens aangaande prestaties zijn nominale waarden voor productie eenheden. Er kunnen zich enkele afwijkingen van deze waarden voordoen bij afzonderlijke eenheden.
66

Afmetingen

Eenheden: duim (mm)
Zijaanzicht
(229)
32
/
1
9
Achteraanzicht
Bovenaanzicht
45
11
/64 (297)
ø 66
9
/64 (79,5)
3
Zijaanzicht
Vooraanzicht
Onderaanzicht
(198,5)
64
/
53
7
(19,5)
32
/
25
(180)
32
/
3
7
1 59/64 (48,5)
(39,2)
64
/
35
(81)
(89)
1
64
64
/
/
13
33
3
3
10 13/64 (258,8)
21
6
/32 (169)
M4
M4
M4
55
/64 (148,5) 13/64 (5)
5
11
7
/16 (195)
49/64 (19,1)
(180,5)
64
/
7
7
Aanhangsel
67

Verklarende woordenlijst

Achtergrond
Als standaard in te stellen beeld dat geprojecteerd wordt wanneer er geen ingangssignaal ontvangen wordt.
Anti-diefstal
Als de code (keycode) die is ingesteld in de pro­jector niet correct wordt ingevoerd, werkt de pro­jector niet, zelfs als signalen warden ingevoerd.
Automat.sync.
Zorgt voor een optimale weergave van computer­gegenereerde beelden door automatisch bepaalde instellingen te regelen.
Beeldverhouding
De breedte-hoogteverhouding van een beeld. De normale beeldverhouding voor computer- en videobeelden is 4:3. Er bestaan ook breedbeeldformaten met verhoudingen van 16:9 en 21:9.
Dot by dot
Deze functie projecteert beelden in hun oorspronkelijke resolutie.
Fase
Een faseverschil is een verschil in timing tussen isomorfe signalen met dezelfde resolutie. Bij een onjuist faseniveau zal het geprojecteerde beeld een typische horizontale flikkering vertonen.
Gamma
Functie die de beeldkwaliteit verbetert door het verhelderen van de donkere delen van het beeld zonder de helderheid van de heldere delen te veranderen. U kunt uit vier verschillende instellingen kiezen: STANDAARD, PRESENTATIE, CINEMA en SPEL.
GROOTTE AANPASSEN
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld te verbeteren. U kunt uit vier verschillende instellingen kiezen: NORMAAL, DOT BY DOT en KADER, REK.
Intelligente compressie
Via deze kwalitatief hoogstaande methode worden beelden van een hogere en lagere resolutie aangepast aan de eigen resolutie van de projec­tor
Kader
Projecteert een 4:3-beeld volledig op een 16:9­scherm door de 4:3-beeldverhouding te behouden.
Kleurtmp (kleurtemperatuur)
Functie voor het afstellen van de kleurtemperatuur overeenkomstig het type beeld dat de projector ontvangt. Verlaag de kleurtemperatuur voor een warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren of verhoog de kleurtemperatuur voor een koeler, blauwachtig beeld met meer helderheid.
Klok
De klok wordt aangepast om verticale ruis op te heffen die het gevolg is van een verkeerde klokinstelling.
Toetsvergrendeling
Functie waarmee de bedieningsorganen van de projector geblokkeerd kunnen worden om ongeoorloofd gebruik van de projector te voorkomen.
Rek
Functie die het 4:3-beeld horizontaal uitrekt om het volledig te kunnen weergeven op een 16:9­scherm.
sRGB
Een internationale norm voor kleurweergave opgesteld door de IEC (International Electrotechnical Commission). Aangezien het vaste kleurgebied door de IEC is bepaald, verandert de kleur volgens DLP-functies zodat de beelden natuurlijk worden weergegeven op basis van een origineel beeld wanneer “sRGB” is ingesteld op “AAN”.
Trapeziumvorm-correctie
Functie voor het digitaal corrigeren van een vervormd beeld wanneer de projector onder een hoek staat, het zaagtandeffect vermindert en het beeld niet alleen horizontaal maar ook verticaal comprimeert om de 4:3 beeldverhouding te behouden.
Wachtwoord
Er is een wachtwoord ingesteld, zodat er geen veranderingen aan de 'anti-diefstal' instellingen aangebracht kunnen worden.
68

Index

Achtergrond .................................................................. 45
Afstandsbediening ........................................................ 12
Afstandsbedieningssensor ........................................... 13
Anti-diefstal ................................................................... 48
AUDIO INPUT -aansluiting ........................................... 16
Auto Power Off ............................................................. 46
Automat.sync.(Instellen van de automatische
synchronisatie) ............................................................. 39
Automatische-synchronisatietoets (AUTO SYNC) ...... 39
AV -dempingstoets (AV MUTE) .................................... 27
Batterijen....................................................................... 13
Bedrijfsindicator ............................................................ 26
Beeldverhouding ........................................................... 40
Blauw ............................................................................ 36
Contrast ........................................................................ 36
Deblokkeerknop van stelvoetje .................................... 21
DIN-D-sub RS-232C-adapter ....................................... 20
DOT BY DOT ................................................................ 40
Draagtas ....................................................................... 51
Eco-functie .................................................................... 45
Fase .............................................................................. 38
Fijn sync. ....................................................................... 38
Gamma ......................................................................... 37
Geheugen ..................................................................... 37
Helder ........................................................................... 36
H-Pos ............................................................................ 38
INGANG 1 – 3 functies ................................................. 27
Ingangsfunctietoets (INPUT) ........................................ 27
Inlaatopening ................................................................ 52
INPUT 1-aansluiting ..................................................... 16
INPUT 2-aansluiting ..................................................... 18
INPUT 3-aansluiting ..................................................... 18
Instellen van de lens..................................................... 22
Instellen van het beeld ................................................. 36
Instellen van het computerbeeld .................................. 38
Insteltoetsen ................................................................. 32
Invoertoets (ENTER) .................................................... 35
KADER.......................................................................... 40
Kensington Security Standard-connector .................... 11
Kleur.............................................................................. 36
Kleurtmp (kleurtemperatuur) ........................................ 36
Klok ............................................................................... 38
Lamp ............................................................................. 57
Lampindicator (LAMP) .................................................. 55
Lamptimer (duur) .......................................................... 44
Lensdop ........................................................................ 10
Luchtfilter ...................................................................... 53
Meegeleverde accessoires .......................................... 14
Menukleur ..................................................................... 46
Menupositie .................................................................. 46
MENU-toets (MENU) .................................................... 32
Netingang ..................................................................... 15
Netsnoer ....................................................................... 15
NORMAAL .................................................................... 40
ON-toets ....................................................................... 26
Opties ........................................................................... 44
Optionele accessoires .................................................. 14
OSD Display ................................................................. 44
PDF ................................................................................. 9
Projectie (De geprojecteerde beelden
omkeren/weergeven in spiegelbeeld) .................... 50
Projectie bij plafondmontage ........................................ 25
REK ............................................................................... 40
RGB-kabel .................................................................... 16
Rood ............................................................................. 36
RS-232C-aansluiting .................................................... 20
Schermgrootte-toets (RESIZE) .................................... 40
Scherpstelring ............................................................... 22
Scherpte ....................................................................... 36
Signaal info ................................................................... 39
Signaaltype ................................................................... 37
Speciale func. ............................................................... 38
sRGB ............................................................................ 37
STANDBY-toets ............................................................ 28
Stelvoetjes .................................................................... 21
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE) .................................. 42
Taal (taal van het in-beeld-display) .............................. 28
Temperatuurindicator (TEMP.) ..................................... 55
Te rug-toets (BACK) ...................................................... 12
Tint ................................................................................ 36
Toets voor ongedaan maken (UNDO).......................... 29
Toetsvergrendeling ....................................................... 43
Trapeziumvorm-correctie ............................................. 29
Tr apeziumvorm-toets (KEYSTONE) ............................ 29
Ventilatiegleuven .......................................................... 52
Vergroten/verkleinen-toetsen (ENLARGE) .................. 42
Vervangen van de lamp ................................................ 57
Videosysteem ............................................................... 45
Volume-toetsen (VOL) .................................................. 27
Vooruit-toets (FORWARD) ........................................... 12
V-Po s ............................................................................ 38
Wachtwoord .................................................................. 47
Zoomknop ..................................................................... 22
Aanhangsel
69
SHARP CORPORATION
Loading...