In deze handleidingen wordt beschreven het digitaal multifunctioneel full-coloursysteem van het model MX-C250E/
MX-C250F/MX-C250FE/MX-C300E/MX-C300W/MX-C300WE.
• Wanneer u in deze handleiding "MX-XXXX" ziet, leest u in plaats van "XXXX" de naam van uw model. Zie p.8
Opmerking
De in de handleiding getoonde weergaveschermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van die op de
huidige machine vanwege productverbeteringen en -wijzigingen.
voor de naam van uw model.
• De schermafbeeldingen en procedures die in deze handleiding vermeld staan, zijn hoofdzakelijk bedoeld voor
Windows 7. Voor andere versies van Windows kunnen sommige schermen verschillen van de schermen in
deze handleiding.
• Raadpleeg de handleiding van uw besturingssysteem of online-Help voor informatie over het gebruik van uw
besturingssysteem.
Deze machine werd ontworpen om in een klein bemeten kantoorruimte en met een groot bedieningsgemak handige
kopieerfuncties te verschaffen. Zorg dat u vertrouwd raakt met deze handleiding en de machine om volledig gebruik
te kunnen maken van alle machinefuncties. Om deze handleiding als snelle referentie te gebruiken tijdens
machinegebruik, raadt SHARP aan deze handleiding uit te printen en te bewaren op een eenvoudig te bereiken
plaats.
OVER DE HANDLEIDINGEN
De handleidingen voor de machine zien er als volgt uit:
Startgids
Deze handleiding geeft uitleg over:
• Specificaties
• Waarschuwingen voor veilig gebruik van de machine
Bedieningsgids (op de accessoire-CD-ROM)
Deze handleiding geeft uitleg over:
Het gebruik van de machine en wat u moet doen bij problemen
Handleiding software-installatie (op de accessoire-CD-ROM)
Deze handleiding geeft uitleg over:
Het installeren van de software voor gebruik van de machine vanaf uw computer
GEBRUIKTE CONVENTIES IN DEZE HANDLEIDING
De pictogrammen in de handleidingen wijzen op de volgende soorten informatie:
Waarschuwing
Let op
Opmerking
Waarschuwt de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet correct wordt
opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het
verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d.
van de machine.
Specificaties AB-serie (Europese maten) en
inch-serie (Amerikaanse maten)
Indien van toepassing worden beide specificaties vermeld.
Bijvoorbeeld:
Pagina 4:A4 en B5 (8-1/2" x 11" en 5-1/2" x 8-1/2")
Startgids:50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%, 200% (50%, 64%, 77%, 95%, 100%, 121%, 129%,
141%, 200%)
Het bedieningspaneel in deze handleiding laat de gegevens van de AB-serie zien.
Het bedieningspaneel van machines uit de inch-serie laat echter wel de Amerikaanse maten zien.
30 kpmJa
25 kpm
Nee
Ja
Nee
Dubbelzijdig
Enkelzijdig
Enkelzijdig
8
1
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie die u moet lezen voordat u de machine gebruikt.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
(17)
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(4)
(6)
(7)
(1)Glasplaat
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met
de kopiezijde naar beneden. (p.27)
(2)Hoofdschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de machine aan en uit te zetten.
(3)Verlengstukken middelste papierlade
Wanneer u papier van A4-formaat of groter
uitwerpt, kunt u deze naar buiten halen.
(4)Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de
machine. Gebruik de handgreep onderaan
wanneer u lade 2 aanbrengt.
Opmerking
(5)Middelste papierlade
Kopieën en afdrukken komen in deze lade terecht.
(6)Lade 1
In lade 1 gaan ca.250 bladen van kopieerpapier
(80
over papiersoorten, -formaten en -gewichten.
(7)Lade 2 (optie)
In lade 2 gaan ca. 500 bladen kopieerpapier (80 g/m2
(21 lbs.)). Zie "PAPIER" (p.16) voor beperkingen over
papiersoorten, -formaten en -gewichten.
(8)Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en indicatorlampjes.
(9)USB 2.0-poort (type A)
Gebruik deze poort om een USB-apparaat, zoals
USB-geheugen, aan te sluiten op de machine.
De hoofdeenheid is erg zwaar. Doe dit daarom met
twee personen. Pak de handgrepen aan beide
zijden goed vast wanneer u de hoofdeenheid optilt.
g
/m2). Zie "PAPIER" (p.16) voor beperkingen
(8)
(9)
(10)
(15)
(16)
(11)
(12)
(13)
(14)
(10) Voorklep
Open deze klep om de tonercartridge te
vervangen enz.
(11) Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen.
(12) Zijklep
Open deze geleider om vastgelopen papier te verwijderen.
(13) Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas de handinvoergeleiders aan de breedte van
het papier aan.
(14) Handinvoerlade
Speciaal papier (zwaar papier of transparante film)
kunnen in de handinvoerlade worden ingevoerd.
(15) Aansluiting voor extra telefoon
Op deze aansluiting kan een extra telefoon worden
aangesloten voor gebruik van de telefoonfunctie.
(16) Aansluiting voor telefoonlijn
Bij gebruik van de faxfunctie van de machine wordt
op deze aansluiting de telefoonlijn aangesloten.
(17) USB 2.0-poort (type B)
Sluit uw computer op deze poort aan als u de
printerfunctie wilt gebruiken.
(18) LAN-aansluiting
Sluit de LAN-kabel aan op deze aansluiting als de
machine binnen een netwerk wordt gebruikt.
(18)
(19)
(4)
9
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
(21)
(20)
(22)
(19) Verlenging van de handinvoerlade
Open deze lade wanneer u papier plaatst in de
handinvoerlade.
(20) Tonercartridge (Y/M/C/Bk)
Bevat de toner. Wanneer de toner in een
cartridge op is, moet de cartridge met de
desbetreffende kleur worden vervangen.
(21) Origineelinvoerlade
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met
de kopiezijde naar boven.
(22) Tonerafvalbak
Hierin wordt het teveel aan toner opgevangen
dat achterblijft na het afdrukken.
(23) Klep van de invoerrol
Open deze klep om vastgelopen originelen te
verwijderen.
(24) Origineelgeleiders
Pas deze aan het formaat van de originelen aan.
(25) Lade van de invoerrol
Openen om de originelen te plaatsen.
(26) Verlenglade
Openen wanneer u een lang origineel scant.
(27) Uitvoergedeelte
De originelen worden hier uitgevoerd na het
kopiëren/scannen wanneer de origineelinvoer
wordt gebruikt.
(28) Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te verwijderen.
(29) Kijkgat
Gebruik het kijkgat (zie afbeelding rechts) om de
positie van het origineel te controleren.
(Alleen voor modellen met enkelzijdige scanfunctie).
(28)
(23)
(32)
(31)
(24)
(30)
(29)
(30) Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Duw deze hendels omlaag om de druk te
verminderen bij het verwijderen van vastgelopen
papier uit de fuseereenheid of bij het invoeren
van een envelop via de handinvoerlade.
• De fuseereenheid is heet. Raak de
Waarschuwing
fuseereenheid niet aan tijdens het
verwijderen van vastgelopen
papier. Dit kan brandwonden of
letsel veroorzaken.
• Knijp de hendels eerst samen met
uw duim en wijsvinger en duw ze
vervolgens langzaam naar
beneden. Als u te hard duwt,
kunnen de hendels tegen uw
vingers slaan.
(31) Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te
verwijderen.
(32) Rechterzijklep van papierlade
Openen om vastgelopen papier uit de laden te
verwijderen.
(33) Klep van duplextransport
Openen om vastgelopen papier te verwijderen.
(25)
(26)
(27)
(33)
Opmerking
Blokkeer de ventilatieopeningen van de machine nooit door er iets voor te zetten of door de machine te dicht tegen
een muur te plaatsen.
Druk hierop om de opgeslagen
scannerinstellingen te gebruiken. (p.134)
(4)[SCANNEN] toets / indicator ()
Druk hierop om de scanmodus te selecteren.
(5)[ZOOM] toets ()
Druk op deze toets om de kopieerfactor voor
verkleining/vergroting te selecteren. (p.29)
(6)[KOPIE] toets
Druk hierop om de kopieermodus te selecteren.
(7)[KAARTFORM. KOPIE] toets ()
Kaartform. kopie inschakelen.
(8)Pijltjestoetsen
Druk op deze toetsen om de markering (die
aangeeft dat er een item geselecteerd is) in het
display te verplaatsen.
(9)[OK] toets
Druk op deze toets om de geselecteerde
instelling in te voeren.
/ indicator
/ indicator
()
()
(14)(15)(16)
(10) [BELICHTING] toets)
(11) [ENERGIE BESPAREN] toets
(12) [TERUG] toets ()
(13) [SPECIALE FUNCTIE] toets ()
(14) [C] toets
(15) [ADRES] toets ()
(16) [DUBBELZIJDIG] toets ()
Met deze toets kunt u de belichtingsfunctie
selecteren. (p.28)
/ indicator
Druk hierop om de energiebesparingsmodus te
activeren.
Druk op deze toets om terug te keren naar het
vorige scherm.
Druk op deze toets om de speciale functies te
selecteren.
Druk hierop om het aantal ingestelde kopieën te
wissen of een kopieerproces te stoppen.
Voor het zoeken naar een adres, nummer of
andere contactgegevens die zijn opgeslagen om
automatisch te kunnen kiezen. (p.87)
Selecteren om dubbelzijdig te
kopiëren/faxen/scannen.
()
11
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
(17) (18) (19)(20)(21)(22)(23)
(24)(25)(26) (27)(29)(30)(28)
(17) [COMM. INSTELLING] toets ()
Hiermee kunt u schakelen tussen de
geheugenverzendmodus en directe verzending,
en tussen automatische ontvangst en handmatige
ontvangst.
(18) [VERKORTKIES] toets ()
Dit wordt gebruikt om snelkiesnummers te
gebruiken. (p.83)
(19) [FAXSTATUS] toets ()
Hiermee kunt u het verzenden van een fax of
een opgeslagen fax annuleren. (p.93)
(20) [SPEAKER] toets ()
Deze functie wordt gebruikt om te kiezen zonder de
hoorn op te nemen van een extra telefoon die met
de machine verbonden is. (p.83)
(21) [OPNIEUW KIEZEN/PAUZE] toets ()
Hiermee kunt u het laatst gekozen nummer
opnieuw kiezen en een pauze inlassen bij het
invoeren van een faxnummer. (p.83, p.85)
(22) [KLEUR START] toets
Druk op deze toets om een origineel te kopiëren of
te scannen in kleur.
Deze toets kan niet worden gebruikt voor een
fax.
(23) [ZWART-WIT START] toets
Druk op deze toets om een origineel te kopiëren of te
scannen in zwart-wit. Deze toets wordt ook gebruikt
om een fax te verzenden in de faxmodus.
(24) [UITLOGGEN] toets ()
Druk op deze toets om uit te loggen nadat u bent
ingelogd en de machine hebt gebruikt. Bij
gebruik van de faxfunctie kan deze toets ook
worden gebruikt voor het verzenden van tonen
op een lijst voor pulskiezen.
(p.89)
/ indicator
/ indicator
(25) Numerieke toetsen
Tekens/cijfers invoeren.
(26) [EINDE LEZEN] toets ()
Wanneer u in sorteerfunctie van de glasplaat
kopieert, drukt u op deze toets, zodra u klaar
bent met scannen van de originelen en met
kopiëren wilt beginnen.
(27) [CA] toets
Wist alle geselecteerde instellingen en herstelt
de standaard instellingen van de machine. (p.15)
(28) [STOP] toets ()
Druk op deze toets om een kopieertaak of het
scannen van een origineel te stoppen.
(29) Indicatoren van de faxmodus ()
• LIJN indicator ()
Brandt wanneer een fax wordt verzonden of
ontvangen.
• GEGEVENS indicator ()
Knippert wanneer een fax niet kan worden
afgedrukt door een tekort aan papier of
anderszins. Blijft branden wanneer er een
niet-verzonden fax is.
(30) Indicatoren van de printermodus ()
• ONLINE indicator ()
Wanneer dit lampje brandt, kunnen
afdrukgegevens worden ontvangen.
• GEGEVENS indicator ()
Knippert wanneer afdrukgegevens worden
ontvangen. Blijft branden tijdens het afdrukken.
Opmerking
De inhoud van het bedieningspaneel verschilt
per model.
12
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
DISPLAY
Dit gedeelte geeft uitleg over het gebruik van het display.
LINKERMENU EN RECHTERMENU
Het display van de machine heeft een rechtermenu met daarin de veelgebruikte instellingen en een linkermenu
waarin de instellingen en schermen van elke functie worden weergegeven.
Klaar v. kopiëren
Orig. Afm.
Lade 1
Belichtng
Papier
Uitvoer
Programma
LinkermenuRechtermenu
Linkermenu (voorbeeld: kopieermodus)
(1)
(3)
(4)
(5)
(1)Mededelingweergave
(2)Weergave van pictogrammen voor speciale
Klaar v. kopiëren
(6)(2)
Lade 1
Belichtng
Hier ziet u berichten over de status en werking
van de machine.
functies
Hier worden pictogrammen weergegeven van de
speciale functies die worden gebruikt.
Enkelzijdig naar dubbelzijdig
Dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren
(
Alleen voor modellen met dubbelzijdige
scanfunctie
Dubbelzijdig naar enkelzijdig kopiëren
(
Alleen voor modellen met dubbelzijdige
scanfunctie
Sorteerfunctie
RGB Aanpassen
Onderdruk BG
2-in-1 kopiëren
)
)
kopiëren
(3)Weergave van het papierformaat
Hier ziet u het geselecteerde papierformaat.
(4)Weergave van de belichting
Hier ziet u de geselecteerde belichtingsmodus.
(5)Weergave van de kopieerfactor
Hier ziet u de kopieerfactor voor de verkleining of
vergroting.
(6)Weergave van het formaat van het origineel
Wanneer het formaat van het origineel is
opgegeven bij "Orig. Afm." in het rechtermenu, is
hier het opgegeven formaat te zien.
De volgende pictogrammen worden
weergegeven wanneer het origineel is geplaatst.
Geen: Glasplaat
:Automatische origineelinvoer (enkelzijdig
scannen)
:Automatische origineelinvoer
(dubbelzijdig scannen)
(Alleen voor modellen met dubbelzijdige
scanfunctie)
4-in-1 kopiëren
Kaart Formaat
Kaartform. kopie
Scherpte
13
Rechtermenu
(7)(8)
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
(7)Weergave van de verbindingsstatus
(Alleen voor modellen met draadloos netwerk)
Weergegeven wanneer het draadloos netwerk
aan is.
Orig. Afm.
Papier
Uitvoer
Programma
(9)
(8)Weergave van het aantal kopieën
Hier ziet u het ingestelde aantal kopieën.
(9)Functieweergave
Hier ziet u de basisfuncties van elke modus.
Draadloze Infrastructuur: Verbinding
maken
Draadloze Infrastructuur:
Geen verbinding
Bedraad + Access Point Mode: met
aangesloten handset
Bedraad + Access Point Mode: zonder
aangesloten handset
Verbindingsfout van draadloze
netwerkmodule in machine
HET DISPLAY GEBRUIKEN
Een item selecteren met de pijltoetsen (omhoog/omlaag)
Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag (in deze handleiding aangegeven met [] [])om naar een item in het
selectiescherm te gaan en dat item te selecteren (markeren). Druk op de [OK] toets om het scherm voor het
geselecteerde item weer te geven. Druk op [OK] in het instelscherm om uw instellingen op te slaan.
Klaar v. kopiëren
Orig. Afm.
Lade 1
Belichtng
Papier
Uitvoer
Programma
De pictogrammen [] [] worden in het selectiescherm weergegeven
voor instellingen waarvoor de pijl omhoog/omlaag kan worden gebruikt.
Een item selecteren met de pijltoetsen (links/rechts)
De pijlen links/rechts (in deze handleiding aangegeven met [] []) worden gebruikt om de belichting en waarden
in te stellen in de instelschermen. Druk op [OK] om uw instellingen op te slaan.
Kopieerfactor
115%
Zoom
De pictogrammen [] [] worden weergegeven in de instelschermen waarin de pijl links/rechts kan worden gebruikt.
Gebruik de [TERUG] toets () om terug te keren naar het vorige instelscherm.
14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
STROOM IN- EN UITSCHAKELEN
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linkerzijde van de machine.
INSCHAKELEN
Draai de hoofdschakelaar naar de "AAN"
positie.
Terwijl de machine opwarmt,
knippert het bericht
"Opwarmen" in de display.
• De machine keert terug naar de begininstellingen wanneer deze voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
Opmerking
wanneer de [CA] toets wordt ingedrukt of wanneer er geen toetsen zijn ingedrukt voor de
voorgeprogrammeerde "Auto wissen" tijd na het einde van een kopieertaak. Wanneer de machine terugkeert
naar de begininstellingen, worden alle geselecteerde instellingen en functies op dat punt geannuleerd. De "Auto
wissen" tijd kan in de systeeminstellingen worden gewijzigd. (p.179)
• De machine is aanvankelijk ingesteld om automatisch naar de energiebesparende modus te gaan als de
machine gedurende een voorgeprogrammeerde tijd niet wordt gebruikt voor zowel kopiëren als printen. Deze
instelling kan in de systeeminstellingen worden gewijzigd. (p.180)
• Lees de volgende gedeelten en schakel vervolgens de voeding in, voordat u de faxmodus gebruikt.
"DIT PRODUCT OP JUISTE WIJZE ALS FAX GEBRUIKEN" (p.79)
"PUNTEN DIE GECONTROLEERD EN GEPROGRAMMEERD MOETEN WORDEN NA DE INSTALLATIE"
(p.80)
UITSCHAKELEN
Verzeker u ervan dat de machine uitstaat
en zet vervolgens de hoofdschakelaar op
de "UIT" positie.
Wanneer de kopieermachine wordt uitgeschakeld,
terwijl deze in bedrijf is, kan er een papierstoring
optreden en wordt de kopieertaak die aan de gang is
geannuleerd.
ENERGIEBESPARINGSFUNCTIES
De machine is voorzien van twee energiebesparingsfuncties om de kosten te verminderen. Bovendien ontzien deze
functies natuurlijke hulpbronnen en dragen ze bij aan het verminderen van de milieuvervuiling. De twee
energiebesparingsfuncties zijn "Voorverwarmfunctie" en "Automatische uitschakelfunctie".
Voorverwarmfunctie
Met deze functie wordt het apparaat automatisch naar een toestand met een lager stroomverbruik geschakeld, als de in de
systeeminstellingen ingestelde tijdsduur is verstreken zonder dat het apparaat is gebruikt met de stroom ingeschakeld. In de
voorverwarmfunctie wordt de display uitgeschakeld. De normale werking wordt automatisch hervat zodra er een toets op het
bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een printtaak of faxbericht wordt ontvangen.
Automatische uitschakelfunctie
Met deze functie wordt het apparaat automatisch naar een toestand gebracht die zelfs minder stroom verbruikt dan in
de voorverwarmfunctie, als de in de systeeminstellingen ingestelde tijdsduur is verstreken zonder dat het apparaat is
gebruikt met de stroom ingeschakeld. Tijdens de automatische uitschakelfunctie knippert alleen de [ENERGIE
BESPAREN] indicator (). Druk op de [ENERGIE BESPAREN] toets () als u de normale werking van het
apparaat wilt herstellen. Normale werking wordt tevens automatisch hervat wanneer er een printtaak of faxbericht
wordt ontvangen of wanneer er vanaf een computer wordt gescand. Wanneer automatisch uitschakelen is
geactiveerd, heeft het indrukken van andere toetsen dan [ENERGIE BESPAREN] () geen effect.
Opmerking
De activeringstijd voor de voorverwarmfunctie en de "Automatische uitschakelfunctie" kunnen in de
systeeminstellingen worden gewijzigd.
STANDAARDINSTELLINGEN
De machine is in de fabriek zo ingesteld dat alle instellingen één minuut
na afloop van een kopieertaak terugkeren naar de standaardinstellingen
(auto wissen) of wanneer de [CA] toets wordt ingedrukt. Wanneer de
instellingen terugkeren naar de standaardinstellingen, worden alle
geselecteerde functies geannuleerd.
U kunt de tijd voor auto wissen wijzigen in de systeeminstellingen.
In de standaardtoestand verschijnt de display zoals hieronder
weergegeven. De standaardtoestand van de display hangt af van de
opgegeven systeeminstellingen.
(p.179)
15
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
PAPIER BIJVULLEN
De melding "LADE< >:Papier toev." wordt weergegeven wanneer er geen kopieerpapier in de geselecteerde
papierlade ligt. (< > is het ladenummer.) Vul papier bij in de aangegeven papierlade.
PAPIER
Gebruik voor de beste resultaten alleen door SHARP aanbevolen papier.
Etiketten106 g/m
Transparanten10 vel
Zwaar papier20 vel
Glossy papier1 vel
Enveloppen
AangepastHorizontaal:140 tot 356 mm
*2
A4, B5, A5, 16K,
8-1/2" x 11",
5-1/2" x 8-1/2",
7-1/4" x 10-1/2"
A4, B5, A5, A6, 16K,
8-1/2" x 11",
5-1/2" x 8-1/2",
7-1/4" x 10-1/2",
8-1/2" x 14",
8-1/2" x 13-1/2",
8-1/2" x 13-2/5",
8-1/2" x 13"
International DL
(110 mm x 220 mm)
International C5
(162 mm x 229 mm)
Monarch
(98 mm x 191 mm)
Commercial 10
(105 mm x 241 mm)
(5-1/2" tot 14")
Verticaal: 90 tot 216 mm
(3-5/8" tot
8-1/2")
60 g/m
(16 lbs. tot 28 lbs.)
55 g/m
(13 lbs. tot 28 lbs.)
220 g/m
(28 lbs. tot 80 lbs.)
2
tot 105 g/m
2
tot 105 g/m
2
tot
2
2
2
250 vel
500 vel
50 vel
1 vel
10 vel
*1
*1 Het aantal vellen papier dat kan worden ingesteld, wisselt met het gewicht van een vel papier. Het papier mag
niet boven de hoogte-indicator komen.
*2 Wanneer u een envelop wilt invoeren, moet u de ontgrendelingen van de fuseereenheid omlaag duwen om de
druk te verminderen. "De handinvoerlade plaatsen" (p.20)
NORMAAL PAPIER, SPECIALE MEDIA
Normaal papier dat kan worden gebruikt
• Standaardpapier van SHARP (80 g/m2 (21 lbs.)). Raadpleeg de specificaties in de Starthandleiding voor
papierspecificaties.
• Ander normaal papier dan SHARP-standaardpapier (60 g/m
Gerecycled papier, gekleurd papier en geperforeerd papier moeten aan dezelfde specificaties voldoen als normaal
papier. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger als u advies wilt
over het gebruik van deze soorten papier.
* De eenheden "g/m
2
" (lbs.) in deze uitleg geven het papiergewicht aan.
16
2
tot 105 g/m2 (16 lbs. tot 28 lbs.))
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
AFDRUKZIJDE NAAR BOVEN OF NAAR BENEDEN
Papier wordt geladen met de afdrukzijde naar boven of naar beneden afhankelijk van het papiertype en de lade.
De stand waarin geperforeerd papier, briefpapier en voorbedrukt papier wordt geladen, is anders dan die van ander papier.
Zie "Voorbeeld: plaatsingsstand van geperforeerd papier, briefpapier en voorbedrukt papier" (p.17) voor meer informatie.
Laden 1 tot 2
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
Als het papiertype echter "Geperforeerd", "Briefpapier" of "Voorbedrukt" is, laad het papier dan met de afdrukzijde naar beneden.
Handinvoerlade
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
Als het papiertype echter "Geperforeerd", "Briefpapier" of "Voorbedrukt" is, laad het papier dan met de afdrukzijde naar boven.
Voorbeeld: plaatsingsstand van geperforeerd papier, briefpapier en voorbedrukt papier
OrigineelinvoerladeGlasplaat
A
A
Lade 1 tot 2
Handinvoerlade
Voorgeperforeerd (links
inbinden)
A
Laad de te bedrukken kant van
het papier naar onderen met
de perforatiegaten naar voren
en de bovenrand rechts.
A
Laad de te bedrukken kant van
het papier naar boven met de
perforatiegaten naar voren en
de bovenrand links.
BriefpapierVoorbedrukt
ABC
ABC
A
Laad de te bedrukken kant van
het papier naar onderen met
het briefhoofd (bovenrand)
rechts.
ABC
ABC
Laad de te bedrukken kant van
het papier naar boven met het
briefhoofd (bovenrand) links.
A
-1-
A
-1-
Laad de te bedrukken
(voorbedrukte) kant van het
papier naar onderen met de
bovenrand rechts.
-1-
Laad de te bedrukken
(voorbedrukte) kant van het
papier naar boven met de
bovenrand links.
A
A
-1-
17
Papier dat u niet kunt gebruiken
• Speciale media voor inkjetprinters (fijn papier,
glanspapier, glansfilm enz.)
• Carbonpapier of thermisch papier
• Geplakt papier
• Papier met clips
• Papier met vouwen
• Gescheurd papier
• Geoliede transparanten
• Dun papier van minder dan 55 g/m
• Papier van 220 g/m
2
(80 lbs. index) of meer
2
(13 lbs.)
Niet-aanbevolen papier
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
• Papier met onregelmatige afmetingen
• Geniet papier
• Vochtig papier
• Opgekruld papier
• Papier waarvan ofwel de afdrukzijde ofwel de
achterzijde door een ander(e) printer of
multifunctioneel apparaat is bedrukt.
• Papier met golfpatronen als gevolg van
vochtabsorptie
• Strijkpapier
• Japans papier
• Diverse typen normaal papier en speciale media zijn verkrijgbaar. Sommige typen zijn met de machine niet te
Opmerking
• De beeldkwaliteit en geschiktheid voor fusing van het papier wisselt mogelijk naargelang de omgeving,
• Wanneer u niet-aanbevolen of niet-bruikbaar papier gebruikt, kan dit leiden tot scheve invoer, papierstoringen
• Wanneer u niet-aanbevolen papier gebruikt, kan dit leiden tot papierstoringen of een slechte beeldkwaliteit.
gebruiken. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger als u
advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
bedrijfssituatie en papiereigenschappen. De afbeeldingkwaliteit is dan minder dan u zou verkrijgen op
SHARP-standaardpapier. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende
servicevertegenwoordiger als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
en slechte fusing van de toner (de toner hecht niet goed aan het papier en geeft af), of storingen van de
machine.
Voordat u niet-aanbevolen papier gebruikt, controleert u of u hiermee goed kunt afdrukken.
• Geperforeerd papier
Papier dat kan worden gebruikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
Papier dat wordt gebruikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
Papiertype:Normaal papier (speciaal papier kan niet worden gebruikt).
Papierformaat: Standaardformaten (A4, B5, A5, 16K, 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11")
Papiergewicht: 60 g/m
2
tot 105 g/m2 (16 lbs. tot 28 lbs.)
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
•
Gebruik door SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Gebruik van papier dat niet door SHARP is
goedgekeurd, kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën. Als er andere media worden gebruikt dan
door SHARP aanbevolen, moet elk veld afzonderlijk worden ingevoerd met behulp van de handinvoerlade (vermijd
continu kopiëren of afdrukken).
•Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine worden
gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
•Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is voordat u papier dat niet is
goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
18
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
PAPIER BIJVULLEN
Zorg ervoor dat de machine niet kopieert of afdrukt en voer vervolgens de volgende stappen uit om het papier bij te
vullen.
Papier in de papierlade plaatsen
Til de bovenste papierlade voorzichtig omhoog en trek de papierlade er zover
1
mogelijk uit.
Duw de drukplaat naar beneden en stem de geleiders in de lade af op de lengte en
2
breedte van het papier.
(2)
(2)
Plaat B
Plaats het papier in de lade.
3
Uitsteeksel
Duw de papierlade voorzichtig in de machine.
4
(1)
(2)
Plaat A
Streep op
geleider
Invoerrol
(1) Duw de drukplaat in het midden naar beneden totdat deze vastklikt.
(2)
Plaat A en B zijn schuifgeleiders. Pak de vergrendelknop op de
geleider en verschuif de geleiders zodat u het papier goed kunt laden.
• Open het pak papier en plaats het zonder het papier los te waaieren.
• Zorg ervoor dat de stapel papier recht is voordat het wordt geplaatst.
• Nadat u het papier hebt geladen, stemt u de geleiders af op de
papierbreedte. Goed laten aansluiten.
Opmerking
• Maak de stapel niet hoger dan de streep op de geleider (tot 250
• Voeg geen papier toe aan het geplaatste papier. Hierdoor kan de
• Het geladen papier mag niet boven het uitsteeksel van plaat A komen.
vellen).
papiertoevoer vastlopen.
Druk de lade volledig terug in de machine.
Opmerking
• Als u een ander formaat papier laadt dan voorafgaand in de lade werd
geladen, ga dan naar "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN" (p.22).
• Wanneer zich een papierstoring voordoet, draai het papier 180 graden
en laad opnieuw.
• Strijk gekreukeld papier glad voordat het wordt gebruikt.
19
De handinvoerlade plaatsen
Wanneer u een envelop wilt invoeren, moet u de
ontgrendelingen van de fuseereenheid omlaag
duwen (2 plaatsen) om de druk te verminderen.
Daarna volgt u de onderstaande stappen.
Ontvouw de handinvoerlade.
1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Open het verlengstuk van de handinvoerlade.
Duw de drukplaat in het midden naar beneden totdat deze vastklikt.
2
Pas de papiergeleiders aan de breedte van het kopieerpapier aan.
3
Plaats het papier (afdrukzijde beneden) helemaal in de handinvoerlade.
4
Controleer, om papierstoringen te voorkomen, nogmaals of de papiergeleiders
aan de breedte van het papier zijn aangepast.
Waarschuwing
Opmerking
Nadat u een envelop hebt ingevoerd, moet u de ontgrendelingen van de fusereenheid weer
omhoog duwen
(2 plaatsen) naar de oorspronkelijke stand.
Als u papier in de handinvoerlade hebt geplaatst, drukt u op de [SPECIALE FUNCTIE] toets () en selecteert
u "Papierformaat" om de handinvoerlade te selecteren.
20
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
• U kunt tot 50 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen.
• Zorg ervoor dat u de papierformaten A6, en B6 of enveloppen horizontaal plaatst zoals afgebeeld in onderstaand
diagram. (Bij het gebruik van de printer: Hetzelfde als de richting voor A4-formaat papier, enz.)
Beschikbaar
• Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse
lijmdelen bevatten.
• Speciaal papier, met uitzondering van door SHARP goedgekeurde transparante film, etiketten en enveloppen
moeten één vel per keer in de handinvoerlade worden geplaatst.
• Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit aan
de nieuwe stapel toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade. Het papier dat wordt
toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
• Gebruik door SHARP aanbevolen transparanten.
• Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke
afbeeldingen.
Niet
beschikbaar
Belangrijke wenken voor het laden van enveloppen
Enveloppen die u niet kunt gebruiken
Gebruik de volgende enveloppen niet. Enveloppen lopen vast met vegen en vlekken als resultaat.
• Enveloppen met metalen plaatjes, plastic haken of
linten
• Enveloppen met een sluitkoord
• Enveloppen met vensters of schutlaag
• Enveloppen met een oneffen voorzijde als gevolg
van bosselering
• Dubbellaags enveloppen
• Enveloppen met een kleefstrook
• Handgemaakte enveloppen
• Bubbeltjesenveloppen
• Enveloppen met kreuken of vouwen, gescheurde of
beschadigde enveloppen
• Enveloppen met een verkeerd uitgelijnde plaknaad
aan de achterzijde kunnen niet worden gebruikt,
aangezien deze kunnen kreuken.
Kan worden
gebruikt
Kan niet
worden
gebruikt
Afdrukkwaliteit op enveloppen
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd in het gebied van 10 mm (13/32") rond de randen van de envelop.
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd op delen van enveloppen met een stapsgewijs verloop in dikte, zoals op
vierlaagse delen of delen met minder dan drie lagen.
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd op enveloppen met sluitstrips.
21
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Transparanten plaatsen
• Gebruik door SHARP aanbevolen transparanten.
• Raak de afdrukzijde van een transparant niet aan.
• Vergeet bij het laden van meerdere transparanten in de handinvoerlade niet om de vellen enkele malen te
doorbladeren.
• Verwijder bij het afdrukken op transparanten elk vel zodra dit uit de machine komt. Als de vellen in de uitvoerlade
worden opgestapeld kunnen deze omkrullen.
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
Deze programma's worden gebruikt om de instelling voor het papierformaat in een lade en de automatische
papierlade-omschakeling te wijzigen.
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
Als het formaat van het geladen papier verschilt van het formaat in het display, volg dan de stappen hieronder om de
papierformaatinstellingen van de lade te wijzigen.
De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd tijdens het kopiëren of afdrukken, of het afdrukken van faxen
(als de faxoptie geïnstalleerd is),
of wanneer er een papierstoring is opgetreden. Als er geen papier of toner meer aanwezig is, kan de
papierformaatinstelling echter veranderd worden tijdens kopiëren, afdrukken en fax afdrukken.
Zie
"PAPIER" (p.16)
kunnen worden geladen.
Druk op de [SPECIALE FUNCTIE] toets () en druk vervolgens op [] of [] om "Ingest Pap Form" te
selecteren.
voor informatie over de specificaties voor de papiertypen en papierformaten die in de papierladen
Druk op [] of [] om de papierlade te selecteren waarvan u het
papierformaat wilt wijzigen. Druk op [] om het papierformaat te selecteren.
Druk op [OK].
Wanneer "lade automatisch omschakelen" geactiveerd is en het papier opraakt tijdens kopiëren of afdrukken, wordt
de opdracht voortgezet met papier uit een andere lade als deze lade hetzelfde formaat en type bevat. (Deze functie
werkt niet als de handinvoerlade gebruikt wordt of er een faxbericht afgedrukt wordt.)
Deze functie is standaard geactiveerd. Als u de functie wilt deactiveren, volgt u de stappen hieronder.
Druk op de [SPECIALE FUNCTIE] toets (), selecteer "Papierformaat" en druk herhaaldelijk op de [] toets
totdat "Lade automatisch omschakelen" verschijnt.
Om de automatische lade-omschakeling opnieuw in te schakelen drukt u op
[OK]. Er moet een vinkje worden weergegeven.
22
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
PAPIERTYPE VAN EEN LADE WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om het ingestelde papiertype voor een lade te wijzigen.
Druk op de [SPECIALE FUNCTIE] toets (), selecteer "Papiertype", selecteer de lade met [] of [] en druk op
[OK]. Selecteer het gewenste papiertype en druk op [OK].
Zie
"PAPIER" (p.16)
kunnen worden geladen.
voor informatie over de specificaties voor de papiertypen en papierformaten die in de papierladen
GEBRUIKERSAUTHENTICATIEMODUS
Wanneer Gebruikersauthenticatie ingeschakeld is, wordt bijgehouden hoeveel pagina's door elke account worden
afgedrukt. De aantallen pagina's kunnen op het display worden weergegeven. Gebruikers die faxen kunnen
verzenden (tot 30) kunnen worden vastgesteld, en de verzendtijd en andere informatie kan worden opgespoord voor
iedere account. De ACC. Gebr. Lijst (p.181) kan worden afgedrukt, waarbij de door elke account gebruikte
verzendtijd en verzonden pagina's worden weergegeven.
Deze functie wordt ingeschakeld in de systeeminstellingen. ("Gebruikers Registratie" (p.178))
Er kunnen 30 items worden opgeslagen.
GEBRUIKERSAUTHENTICATIEMODUS GEBRUIKEN
Wanneer Gebruikersauthenticatie wordt ingeschakeld, wordt het scherm voor invoer van het accountnummer
weergegeven. Voer uw accountnummer (identificatienummer van vijf cijfers) in, zoals hierna uitgelegd, voordat u
kopieert, faxt of scant.
Voer uw accountnummer (5 cijfers) met de cijfertoetsen in.
1
Wanneer u uw accountnummer invoert, veranderen de liggende streepjes (-) in sterretjes ( ). Druk op de [C]
toets als u een ongeldig nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste nummer in.
Druk op de [UITLOGGEN] toets () wanneer de kopieertaak is voltooid.
2
Opmerking
• Wanneer een geldig accountnummer wordt ingevoerd, verschijnt
het huidige aantal van de account in het display van het
basisscherm. Na 6 seconden
(standaardinstelling) verschijnt het basisscherm. (p.15)
* In de kopieermodus wordt ook het aantal resterende vellen
totdat de limiet is bereikt weergegeven als "Functie Limiet
Instelling" (p.178) is ingeschakeld in de systeeminstellingen.
• Als u voor de kopieermodus een gebruikersnummer invoert dat ook is geprogrammeerd voor de faxmodus, kunt
u na voltooiing van de kopieertaak omschakelen naar de faxmodus en doorgaan met de faxtaak zonder dat u
het gebruikersnummer opnieuw hoeft in te voeren. Als u voor de kopieermodus een gebruikersnummer invoert
dat niet is geprogrammeerd voor de faxmodus, moet u uw gebruikersnummer voor de faxmodus invoeren nadat
u op de [FAX] toets
•
Als er een ongeldig accountnummer wordt ingevoerd in stap 1, verschijnt het scherm accountnummerinvoer opnieuw.
•
Wanneer
waarschuwingsbericht weergegeven en wordt de bediening gedurende 1 minuut niet toegestaan als driemaal
achtereen een ongeldig accountnummer wordt ingevoerd.
"Waarschuw als inlog misl." (p.178)
() hebt gedrukt.
in de systeeminstellingen is ingeschakeld, wordt een
23
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
TEKENS INVOEREN
Dit gedeelte geeft uitleg over het invoeren en bewerken van tekens voor namen van snelkiestoetsen,
snelkiesnummers en groepsnummers, maar ook voor accountnamen, programmanamen en zoektekens voor de
adreslijst.
LETTERS DIE KUNNEN WORDEN INGEVOERD
Letters die voor namen kunnen worden ingevoerd
De onderstaande letters kunnen worden ingevoerd:
• U kunt voor een naam maximaal 36 letters invoeren.
Voor een accountnaam of afzendernaam kunt u echter maximaal 18 letters invoeren.
• Hoofdletters, kleine letters, cijfers, speciale tekens en symbolen.
Letters die als zoekletters kunnen worden gebruikt
De onderstaande letters kunnen worden gebruikt:
• U kunt voor zoekletters maximaal 10 letters invoeren.
• Hoofdletters, kleine letters, cijfers, speciale letters.
•
Opmerking
Zoekletters zijn gewoonlijk de eerste 10 letters van een naam die voor een bestemming ingevoerd is.
•
Zoekletters worden gebruikt wanneer er automatische kiestoetsen en -nummers opgeslagen en gebruikt worden.
•
Wanneer een bestemmingsnaam een teken bevat, kan dit niet als zoekletter opgeslagen worden.
•
Zoekletters kunnen worden bewerkt.
24
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Tekens worden ingevoerd door te drukken op de cijfertoetsen op het bedieningspaneel. Hieronder wordt
weergegeven welke letters u invoert met elke cijfertoets.
Tekens die u kunt invoeren
ToetsTekens die voor namen kunnen
worden ingevoerd
11 spatie -1 spatie 2A B C 2 a b cA B C 2 a b c
3D E F 3 d e fD E F 3 d e f
4G H I 4 g h iG H I 4 g h i
5J K L 5 j k lJ K L 5 j k l
6M N O 6 m n oM N O 6 m n o
7P Q R S 7 p q r sP Q R S 7 p q r s
8T U V 8 t u vT U V 8 t u v
9W X Y Z 9 w x y zW X Y Z 9 w x y z
*}{][?>=;:,+)('&%$"!/_-.@#
000
Tekens die als zoekletters kunnen
worden gebruikt
Opmerking
Hiermee voert u speciale tekens in.Hiermee voert u speciale tekens in.
Als u twee tekens achter elkaar wilt invoeren die op dezelfde toets staan, druk dan op de [] toets om de cursor
te verplaatsen
nadat u het eerste teken hebt ingevoerd.
Voorbeeld:Invoer van "ab" (bij rechtstreekse invoer van een e-mailadres)
Druk eenmaal op de [2] toets, druk eenmaal op de [] toets om de cursor te verplaatsen en druk
vervolgens tweemaal op de [2] toets.
25
2
KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk geeft uitleg over het gebruik van de kopieerfuncties.
NORMAAL KOPIËREN
Dit gedeelte geeft uitleg over het maken van een gewone kopie.
Als "Gebruikersauthenticatie" is ingeschakeld (p.178), voer dan uw accountnummer van vijf cijfers in.
Zorg ervoor dat op het bedieningspaneel het kopieerscherm te zien is.
1
Als de machine niet in de kopieermodus staat, druk dan op de
[KOPIE] toets ().
Plaats het origineel op de glasplaat of in de automatische origineelinvoer.
2
Zie "Plaats het origineel op de glasplaat." (p.27)" of "Plaats het origineel in de automatische origineelinvoer."
(p.27) voor het plaatsen van het origineel.
Zie "FORMAAT ORIGINEEL SELECTEREN" (p.29) voor het bepalen van het formaat van het origineel.
Geef de kopieerinstellingen op voor elke functie.
3
Zie "KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN" (p.28) tot pagina "VAGE KLEUREN IN KOPIEËN WIT
MAKEN (Onderdruk BG (achtergrond))" (p.36) voor de functies en instellingen.
Stel het aantal kopieën in met de cijfertoetsen.
4
Druk op de [KLEUR START] toets als u een kleurenkopie wilt maken. Druk op de
5
[ZWART-WIT START] toets als u een zwart-witkopie wilt maken.
Opmerking
Opmerking
• Ongeveer één minuut nadat het kopiëren is afgelopen, wordt "Auto wissen" (p.179) geactiveerd en springen
de kopieerinstellingen terug op de standaardinstellingen. De instellingen voor "Auto wissen" kunnen in de
systeeminstellingen worden gewijzigd.
• Tijdens het selecteren van kopieerinstellingen kunt u op de [CA] toets drukken als u de instellingen wilt
annuleren.
• Druk op de [STOP] toets () als u halverwege een taak wilt stoppen met kopiëren. Als u het moeilijk vindt
om het origineel uit de origineelinvoerlade te halen, open dan eerst de klep van de invoerrol voordat u het
origineel verwijdert. Als u het origineel naar buiten trekt zonder de klep van de invoerrol te openen, kan het
origineel vies worden.
26
HET ORIGINEEL PLAATSEN
KOPIEERFUNCTIES
Plaats het origineel op de glasplaat.
Open de origineelinvoer en
plaats het origineel op de
glasplaat met de kopiezijde
naar beneden.
A5 (5-1/2" x 8-1/2")
B5
A4 (8-1/2" x 11")
Leg de linkerbovenhoek van het origineel gelijk met
de punt van het teken .
* Originelen met afmetingen tot A4 (8-1/2" x 11")
kunnen op de glasplaat worden geplaatst.
Het kopiëren van boeken of originelen met
vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de origineelinvoer
zoals op de afbeelding. Wanneer de origineelinvoer
niet volledig gesloten is, kunnen er schaduwen
ontstaan op de kopie of kan de afdruk vaag zijn.
Strijk originelen met vouwen of kreukels goed glad
voordat u deze plaatst.
• Sluit de automatische origineelinvoer
Opmerking
voorzichtig. Hardhandig sluiten van de
automatische origineelinvoer kan tot
beschadiging leiden.
• Zorg ervoor dat u uw vingers niet klemt bij
het sluiten van de automatische
origineelinvoer.
• Druk niet hard op de automatisch
origineelinvoer. Dat kan storingen
veroorzaken.
Plaats het origineel in de automatische origineelinvoer.
Open de verlenglade van
de uitvoeropening voor
originelen en open de
origineelinvoerlade.
Alleen voor modellen met enkelzijdige scanfunctie
Plaats de originelen met de voorzijde naar boven in de
origineelinvoerlade.
Gebruik het kijkgat (zie
Kijkgat
afbeelding rechts) om de
positie van het origineel te
controleren.
In het kijkgat bevindt zich
een teken voor de
bovenrand van het
origineel: . Leg de
bovenrand van het
origineel gelijk met het
teken.
Originelen die kunnen worden aangevoerd via de
origineelinvoer
Originelen van het formaat A5 tot A4 (5-1/2" x 8-1/2"
tot 8-1/2" x 14") en een gewicht van 50 g/m
2
g/m
(15 lbs. tot 24 lbs.) kunnen worden gebruikt. U
kunt maximaal 50 pagina's tegelijk plaatsen.
• Alleen voor modellen met dubbelzijdige
scanfunctie
U kunt maximaal 50 pagina's tegelijk plaatsen.
• Alleen voor modellen met enkelzijdige
scanfunctie
U kunt maximaal 35 pagina's tegelijk plaatsen.
• Zorg ervoor dat het origineel geen
Opmerking
paperclips of nietjes heeft.
• Maak gekrulde originelen recht voordat u
ze in de origineelinvoerlade plaatst.
Gekrulde originelen kunnen een
papierstoring veroorzaken.
•
Wanneer u een dik origineel met meerdere
vellen plaatst en het origineel wordt niet
ingevoerd, plaats dan minder originelen.
2
tot 105
Originelen die niet kunnen worden
aangevoerd via de origineelinvoer
De onderstaande originelen kunnen niet worden
gebruikt. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken
of onduidelijke afbeeldingen.
• Transparanten, overtrekpapier, ander transparant
of doorschijnend papier en foto's.
• Carbonpapier of thermisch papier.
•
Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd.
• Gelijmde originelen, uitgesneden originelen.
• Originelen met ringbandgaten anders dan 2, 3 of 4
gaten of 4 gaten breed.
•
Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermal
transfer print), originelen op thermisch afdrukpapier.
Origineelgeleiders
Stel de origineelgeleiders
af op de breedte van het
(de) origine(e)l(en).
Leg het (de) origine(e)l(en)
met de bedrukte zijde naar
boven in de lade van de
invoerrol.
27
KOPIEERFUNCTIES
Opmerking
Opmerking
• Geef het formaat van het origineel op nadat u het origineel hebt geplaatst. (p.29)
• Plaats geen originelen van verschillende formaten tegelijk in de origineelinvoerlade.
Dat kan papierstoringen veroorzaken.
• De volgende pictogrammen worden weergegeven wanneer het origineel is geplaatst.
Geen: Glasplaat
:Automatische origineelinvoer (enkelzijdig scannen)
:Automatische origineelinvoer (dubbelzijdig scannen)(Alleen voor modellen met dubbelzijdige
scanfunctie)
KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
Druk op de [Belichtng] toets () op het bedieningspaneel om het belichtingsscherm weer te geven.
De belichting van de kopie kan naar wens worden aangepast.
Er zijn drie belichtingsmodi: "Tekst", "Tkst/AfdrFoto" en "Foto".
Afhankelijk van de instellingen, gebruikt u "Auto" of een van de vijf beveiligingsniveaus.
Selecteer het type origineel met de [][] toetsen, pas zo nodig de belichting aan met de [][] toetsen en druk
vervolgens op de [OK] toets.
LADE SELECTEREN
Wanneer u het papier in de handinvoerlade wilt gebruiken of wanneer lade 2 is geïnstalleerd en u wilt de gebruikte
lade aanpassen, selecteer dan "Papier" in het rechtermenu van het basisscherm van de kopieermodus en druk op
de [OK] toets.
De lade wijzigt telkens wanneer u drukt op [OK].
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN
Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen.
Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in het display. U kunt maximaal 999 kopieën (fabrieksinstelling) instellen.
Opmerking
Opmerking
• Druk op de [C] (wis) toets wanneer u het verkeerde nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste
nummer in.
• U kunt de limiet voor het aantal kopieën wijzigen in de systeeminstellingen. (p.183)
28
KOPIEERFUNCTIES
FORMAAT ORIGINEEL SELECTEREN
Wanneer u het formaat van het origineel wilt wijzigen, selecteer dan "Orig. Afm." in het rechtermenu en druk op de
[OK] toets.
Selecteer AB of inch met de [][] toetsen en selecteer het formaat met de [][] toetsen.
Druk op [OK]. U keert terug naar het basisscherm voor het kopiëren.
DE HANDINVOERLADE GEBRUIKEN OM EEN
SPECIAAL FORMAAT ORIGINEEL TE KOPIËREN
Selecteer "Orig. Afm." in het rechtermenu van het basisscherm van de kopieermodus en druk op de [OK] toets.
Selecteer "Invoer formaat" in het scherm voor het selecteren van het origineelformaat en druk op de [OK] toets om
het scherm voor het invoeren van het formaat (mm) weer te geven.
Selecteer "X" (breedte) met de [] of [] toets en voer de breedte in met de [] of [] toets. Doe vervolgens
hetzelfde voor de lengte (Y) en druk op [OK].
EEN KOPIE VERKLEINEN OF VERGROTEN
Plaats het origineel en druk op de [ZOOM] toets () op het bedieningspaneel om het scherm voor het selecteren
van de zoomfactor weer te geven.
Een factor van 25% tot 400% opgeven: Gebruik de voorgeconfigureerde factoren/zoom.
(Wanneer u de origineelinvoer gebruikt, is de zoomfactor bij het kopiëren tussen 25% en 200%.)
Selecteer de factor met de [][] toetsen. U kunt dit in stappen van 1% bijregelen met de [][] toetsen.
Druk op [OK] om de factor in te voeren.
29
KOPIEERFUNCTIES
N
Als d
AUTOMATISCH DUBBELZIJDIG KOPIËREN
Twee op de glasplaat geplaatste originelen kunnen aan iedere zijde van een enkel vel papier worden gekopieerd.
Bovendien kan een origineelinvoer (voor modellen met dubbelzijdige scanfunctie) worden gebruikt om twee
originelen op één blad papier te kopiëren, om één dubbelzijdig origineel op twee bladen papier te kopiëren of om
één dubbelzijdig origineel op elke zijde van één blad papier te kopiëren. Deze functie is handig om kopieën te
maken ter identificatie en om papier te sparen.
Origineel → PapierBruikbaar papier
Enkelzijdig origineel
→ Twee zijden
Glasplaat
A4, B5, A5
(8-1/2" x 11", 5-1/2" x 8-1/2")
Enkelzijdig origineel →Twee zijden
Origineelinvoer
(modellen met
enkelzijdige
scanfunctie)
A4, B5, A5
(8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13-1/2",
8-1/2" x 13-2/5", 8-1/2" x 13",
8-1/2" x 11", 5-1/2" x 8-1/2")
Origineelinvoer
Eenzijdig origineel
→ Twee zijden
Dubbelzijdig
origineel
→ Twee zijden
Dubbelzijdig
origineel
→ Eén zijde
(modellen met
dubbelzijdige
scanfunctie)
Als u het scherm voor dubbelzijdig kopiëren wilt weergeven, drukt u op de [DUBBELZIJDIG] toets () op het
bedieningspaneel terwijl het basisscherm van de kopieermodus wordt weergegeven.
Opmerking
Opmerking
Er gelden restricties voor het papier dat kan worden gebruikt voor het automatisch dubbelzijdig kopiëren. Zie
"Papier dat kan worden gebruikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken" (p.18).
Selecteer "1 op 2", "2 op 2" of "2 op 1" met de [][] toetsen en druk op de [OK] toets.
Wanneer u een origineel op de glasplaat scant, druk dan op de [START] toets nadat de voorzijde is gescand, draai het
origineel om op het glas en druk op de [KLEUR START] toets of [ZWART-WIT START] toets. Het dubbelzijdig kopiëren
begint.
Als u de afdrukstand van de kopie op de voor- en achterzijde van het papier wilt wijzigen, zet u "Inbin. wijzig." op
"AAN" met de [][] toetsen.
staand origineel
1
2
1
Afdrukstand van het
geplaatste origineel
ormaal automatisch
dubbelzijdig kopiëren
De onder- en bovenzijde van
de beelden aan de voor- en
achterzijde zijn omgekeerd.
2
De onder- en bovenzijde
van de beelden aan de
voor- en achterzijde zijn
hetzelfde.
e afdrukstand
wordt gewijzigd bij
het dubbelzijdig
kopiëren
30
Loading...
+ 180 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.