Sharp MX-2300N, MX-2700N System Settings Guide [nl]

MODEL:
MX-2300N MX-2700N
Handleiding systeeminstellingen

Inhoudsopgave

Over Deze Handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1
(ALGEMEEN)
Systeeminstellingen openen (algemeen) . . . . . . . . . 5
Lijst Systeeminstellingen (algemeen) . . . . . . . . . . . . 9
Totaal Aantal Kopieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Standaard-Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Lijst afdrukken (gebruiker) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Papierlade-Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Adresbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Faxdata Ontv/Doorsturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Printer-Toestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Documentarch. Beheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Controle USB-apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Gebruikers-bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
2
(BEHEERDER)
Systeeminstellingen openen (beheerder). . . . . . . . 58
Systeeminstellingen (Beheerder) . . . . . . . . . . . . . . 62
Gebruikers-bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Energie Besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Bedienings-Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Apparaatbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Kopieer-Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Netwerk-Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Printer-Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Instellingen Beeld Verz. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Instellingen Doc. Archiv. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Lijst afdrukken (beheerder) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Veiligheids-Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Instelling in-/uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
Beheerderswachtw. wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Productcode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Bewaren/oproepen van systeeminst. . . . . . . . . . . 120
1

Over Deze Handleiding

Opmerkingen
• In deze handleiding wordt verwezen naar de faxfunctie. In sommige landen en regio's is de faxfunctie echter niet beschikbaar.
• Deze handleiding is met de grootste zorg vervaardigd. Als u opmerkingen of vragen hebt over de handleiding, neem dan contact op met de dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevestiging.
• Dit product is onderworpen aan strenge kwaliteitscontroles en inspectieprocedures. Mocht zich toch een storing of ander probleem voordoen, neem dan s.v.p. contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende servicebedrijf.
• Behoudens voorzover wettelijk vereist kan SHARP niet aansprakelijk worden gesteld voor defecten die optreden gedurende het gebruik van het product of zijn opties, of defecten die het gevolg zijn van een onjuiste bediening van het product en zijn opties, of andere defecten, of voor enige schade die ontstaat als gevolg van het gebruik van het product.
Waarschuwing
• Verveelvoudiging, aanpassing of vertaling van de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande toestemming is verboden, behoudens voorzover toegestaan onder het auteursrecht.
• Alle informatie in deze handleiding is onder voorbehoud.
In deze handleiding weergegeven illustraties en het bedieningspaneel en aanraakscherm
De randapparatuur is meestal optioneel. Bij enkele modellen maakt bepaalde randapparatuur echter deel uit van de standaarduitrusting.
Bij de uitleg in deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat er een rechterlade en een onderkast/2x500 vel papierlade zijn geïnstalleerd.
Om bepaalde functies en bediening nader uit te leggen, zijn we er bij bepaalde beschrijvingen van uitgegaan dat extra randapparatuur is geïnstalleerd.
De schermweergaven, meldingen en toetsnamen in deze handleiding kunnen afwijken van die van het apparaat als gevolg van verbeteringen en aanpassingen aan het product.

Met het apparaat meegeleverde handleidingen

Bij de machine worden gedrukte handleidingen en handleidingen in PDF-indeling opgeslagen op de harde schijf van de machine geleverd. Lees de betreffende handleiding voor de functie die u wilt gebruiken op de machine.
Gedrukte handleidingen
Naam handleiding Inhoud
Veiligheidshandleiding
Handleiding software-installatie
Verkorte installatiehandleiding
Problemen oplossen
Deze handleiding bevat instructies voor een veilig gebruik van de machine en toont de technische gegevens van de machine en de randapparatuur.
Deze handleiding legt uit hoe u de software moet installeren en de instellingen moet configureren om de machine als printer of scanner te gebruiken.
Deze handleiding biedt eenvoudige uitleg over alle functies van de machine in één publicatie. Uitgebreide informatie over elk van de functies vindt u in de PDF-handleidingen.
Deze handleiding legt uit hoe vastgelopen papier wordt verwijderd en biedt antwoorden op veelgestelde vragen over de bediening van de machine vanuit elke modus. Raadpleeg deze handleiding als u problemen ondervindt tijdens het gebruik van de machine.
2
Handleidingen in PDF-indeling
De handleidingen in PDF-indeling bieden uitgebreide beschrijvingen van procedures voor gebruik van de machine in elke modus. Bekijk de PDF-handleidingen door ze te downloaden van de harde schijf van de machine. De procedure voor het downloaden van de handleidingen wordt beschreven in "How to download the manuals in PDF format" in de Verkorte installatiehandleiding.
Naam handleiding Inhoud
Gebruikershandleiding
Kopieerhandleiding
Printerhandleiding Deze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de printerfunctie.
Scannerhandleiding
Handleiding documentarchivering
Handleiding systeeminstellingen (Deze handleiding)
In deze handleiding vindt u informatie zoals elementaire procedures over de bediening en het onderhoud van het apparaat en het laden van papier.
Deze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de kopieerfunctie.
Deze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de scannerfunctie en de functie Internetfax.
Deze handleiding biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de functie documentarchivering. Met de functie documentarchivering kunt u de documentdata van een kopieer- of faxopdracht, of de data van een afdrukopdracht, als bestand opslaan op de harde schijf van de machine. Het bestand kan indien nodig worden opgeroepen.
Deze handleiding legt de "Systeeminstellingen" uit die gebruikt worden voor het configureren van een reeks parameters die bedoeld zijn voor een optimale aansluiting op de behoeften van uw werkplek. De huidige instellingen kunnen worden weergegeven of afgedrukt vanuit de "Systeeminstellingen".
Pictogrammen in deze handleidingen
De pictogrammen in de handleidingen geven het volgende type informatie aan:
Hiermee wordt u gewezen op een situatie die kan leiden tot beschadiging of storing van de machine.
Hier volgt extra uitleg over een functie of procedure.
Hier wordt het annuleren of corrigeren van een bewerking uitgelegd.
3

Systeeminstellingen

De systeeminstellingen worden gebruikt voor het configureren van diverse parameters in overeenstemming met uw vereisten. De systeeminstellingen worden ook gebruikt om de huidige instellingen en status van de machine weer te geven of af te drukken. Door de systeeminstellingen kan de machine gemakkelijker bediend worden. De systeeminstellingen bestaan uit instellingen voor gebruik door algemene gebruikers en instellingen die alleen geconfigureerd kunnen worden door een beheerder van de machine. Deze twee groepen instellingen worden in deze handleiding als volgt onderscheiden.
Systeeminstellingen (algemeen) Systeeminstellingen (beheerder): *inloggen vereist
Systeeminstellingen die geconfigureerd kunnen worden door algemene gebruikers (met inbegrip van de beheerder). Bijvoorbeeld, de volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
• Datum- en tijdinstellingen
• Papierlade-instellingen (papierformaat en papiersoort)
• Bestemmingen opslaan voor de fax- en scannerfuncties.
• Instellingen met betrekking tot de printerfuncties
• Opslaan, bewerken en wissen van mappen voor de documentarchiveringsfunctie.
• Het aantal geprinte, gescande en gefaxte pagina's weergeven.
Zie voor meer informatie "1. SYSTEEMINSTELLINGEN
(ALGEMEEN)" (pagina 5).
Instellingen voor algemene gebruikers
Systeeminstellingen die geconfigureerd kunnen worden door de beheerder. Om deze instellingen te configureren is inloggen als beheerder vereist. Bijvoorbeeld, de volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
• Gebruikers van de machine opslaan.
• Energiebesparende instellingen
• Instellingen die verband houden met het bedieningspaneel
• Instellingen voor op de machine geïnstalleerde randapparatuur.
• Instellingen met betrekking tot de kopieerfuncties
• Netwerkverbindingsinstellingen
• Overdracht-/ontvangstinstellingen voor faxberichten en gescande afbeeldingen
• Geavanceerde instellingen voor de documentarchiveringsfunctie
Zie voor meer informatie "2. SYSTEEMINSTELLINGEN
(BEHEERDER)" (pagina 58).
Instellingen voor beheerders
Wachtwoord beheerder
Voor de beveiliging dient de beheerder van de machine meteen nadat de machine is aangeschaft het wachtwoord te wijzigen. (Zie voor het standaard fabriekswachtwoord "STANDAARD FABRIEKSWACHTWOORDEN" in de Veiligheidshandleiding.) Om het wachtwoord te wijzigen, zie "Beheerderswachtw. wijzigen" (pagina 118) in de systeeminstellingen (beheerder). *Om een hoog beveiligingsniveau te garanderen, dient u het wachtwoord regelmatig te wijzigen.
• Bovenstaande groepsindeling "Algemeen" en "Beheerder" wordt gebruikt als een handige manier om de functies van de instellingen te verduidelijken. Deze indeling komt niet voor op het aanraakscherm.
• De Webpagina's kunnen ook gebruikt worden om de systeeminstellingen te configureren. Als u de systeeminstellingen wilt configureren vanuit de webpagina's, klikt u op [Systeeminstellingen] in het menu van de webpagina.
4
SYSTEEMINSTELLINGEN
1
Dit hoofdstuk beschrijft de systeeminstellingen die geconfigureerd kunnen worden door algemene gebruikers van de machine.
(ALGEMEEN)

Systeeminstellingen openen (algemeen)

Als Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld

Let erop dat de machine in standby staat en druk daarna op de knop [SYSTEEM INSTELLINGEN] op het bedieningspaneel.
Bedieningspaneel
DOCUMENT ARCHIVERING
BEELD VERZENDEN
KOPIE
OPDRACHT STATUS
AFDRUKKEN
GEREED
DATA
LIJN DATA
SYSTEEM INSTELLINGEN
LOGOUT
Toets [SYSTEEM INSTELLINGEN]
Als u op de knop [SYSTEEM INSTELLINGEN] drukt, verschijnt het volgende menuscherm op het aanraakscherm. Druk op het onderwerp dat u wilt configureren. Voor gedetailleerde uitleg van alle instellingen, zie de volgende pagina's van dit hoofdstuk.
Systeeminstellingen-scherm (fabrieksstandaard)
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
• Als u het systeem wilt verlaten, drukt u op [Verlaten] in de rechter bovenhoek van het scherm.
• gebruikersauthenticatie is aanvankelijk uitgeschakeld (standaard fabrieksinstelling).
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
VerlatenBeheerderswachtw
Toets [Verlaten]Instelitems
5

Als Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld

Als "Instelling gebruikersauthenticatie" (pagina 76) is ingeschakeld, is inloggen in het loginscherm vereist voordat de machine gebruikt kan worden. Het loginscherm varieert afhankelijk van de instellingen die geconfigureerd zijn in "Instelling authenticatiemeth." (pagina
76). Als één van de volgende loginschermen verschijnen, log dan de gebruikersinformatie in die beheerder van de machine gegeven heeft. U kunt nu de systeeminstellingen gebruiken.
Voer uw loginnaam/-wachtwoord in.
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebr. Naam
Wachtwoord
Auth. om:
Server 1
OK
Voer uw loginnaam / e-mailadres / wachtwoord in.
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebr. Naam
E-mailadres
Wachtwoord
Auth. om:
Server 1
Gebruikersnaam en wachtwoord Gebruikersnaam, wachtwoord en e-mailadres
Voer uw gebruikersnummer in.
OK
Aanm. beheer.
Gebruikersnummer
• Controleer bij uw beheerder welke gebruikersinformatie vereist is om in te loggen.
• Wanneer auto-login is ingeschakeld, verschijnt het loginscherm niet.
OK
Inloggen door middel van gebruikersnaam en wachtwoord
Wanneer verificatie geschiedt op gebruikersnaam/wachtwoord/e-mailadres, moet uw e-mailadres ook worden ingevoerd in de volgende procedure. Druk op de knop [E-mailadres] en voer uw e-mailadres in dat opgeslagen is op de LDAP-server, net zoals u uw wachtwoord hebt ingevoerd. Wanneer u klaar bent, drukt u op [OK]. (Als u een gebruiker selecteert van wie het e-mailadres is opgeslagen op het apparaat, wordt dit e-mailadres automatisch geselecteerd wanneer u de gebruiker selecteert.)
Voer uw loginnaam/-wachtwoord in.
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebr. Naam
Wachtwoord
Auth. om:
Server 1
OK
Druk op de toets [Gebruikersnaam].
1
U kunt op de knop drukken en een gebruikersregistratienummer invoeren (zie "Gebruikersregistratie" (pagina
77)) met de cijfertoetsen om meteen de overeenkomstige gebruiker te selecteren.
6
2
Selecteer een gebruiker om aan te melden.
AAA AAA
CCC CCC
EEE EEE
GGG GGG
Alle Gebr. ABCD EFGHI JKLMN OPQRST UVWXYZ
BBB BBB
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
25
1
Vorige
Aanm. beheer.
Directe Invoer
ABC Gebr.
Selecteer de gebruiker.
• U kunt op de knop drukken en een gebruikersregistratienummer invoeren (zie "Gebruikersregistratie" (pagina
77)) met de cijfertoetsen om meteen de overeenkomstige gebruiker te selecteren.
• Als u direct van de LDAP-server een gebruiker wilt opgeven die niet in de machine is opgeslagen, drukt u op de toets [Directe Invoer], voer de gebruikersnaam die opgeslagen is op de LDAP-server in en drukt op [OK]. (Wanneer LDAP is ingeschakeld.)
3
Voer uw loginnaam/-wachtwoord in.
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebr. Naam
Wachtwoord
Auth. om:
AAA AAA
Lokaal aanmelden
OK
Voer een wachtwoord in.
(1) Druk op de toets [Wachtwoord].
(2) Voer een wachtwoord in op het
verschijnende tekstinvoerscherm.
Als u lokaal inlogt in de machine, voert u uw wachtwoord in dat opgeslagen is zoals uitgelegd in "Gebruikersregistratie" (pagina 77). Bij verificatie naar de LDAP-server, voert u uw wachtwoord in dat is opgeslagen op de LDAP-server. Zie "6. TEKENS INVOEREN" in de Gebruikershandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.
Als er geen wachtwoord is aangemaakt, is deze stap niet noodzakelijk. Ga naar stap 4.
Voer uw loginnaam/-wachtwoord in.
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebr. Naam
Wachtwoord
Auth. om:
AAA AAA
Lokaal aanmelden
OK
Druk op [OK].
4
• Wanneer er een gebruiker is geselecteerd die op de machine is opgeslagen, wordt [Auth. om:] ingevoerd. Als u uw gebruikersnaam direct wilt invoeren of de loginbestemming wilt wijzigen, druk u op [Auth. om:]. Als u op deze toets drukt, verschijnt het volgende scherm. Selecteer de gewenste toets en druk op [OK].
Selecteer het authenticatiesysteem van de geregistreerde gebruiker
Authenticeren tot:
Lokaal aanmelden
Server 1
Server 2
Server 3
OK
1/2
• "Authenticeren tot:" kan niet gewijzigd worden wanneer geen LDAP-server opgeslagen is.
• Gebruikers met LDAP als authenticatiebestemming kunnen "Lokaal aanmelden" niet selecteren.
• Hiermee wordt de loginprocedure afgerond. Na inloggen kunnen de systeeminstellingen gebruikt worden. Voor de procedure die volgt op het inloggen, zie "Als Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld" (pagina 5).
7
Inloggen met behulp van gebruikersnummer
Voer uw gebruikersnummer in.
Voer uw gebruikersnummer in met de cijfertoetsen.
Ieder ingevoerd cijfer wordt weergegeven als " ".
1
Voer uw gebruikersnummer in.
OK
Aanm. beheer.
Druk op [OK].
2
• Wanneer een gebruikernummer is ingesteld op een achtcijferige waarde, is deze stap niet nodig. (Wanneer u een gebruikernummer opgeeft, vindt het inloggen automatisch plaats.)
• Hiermee wordt de loginprocedure afgerond. Na inloggen kunnen de systeeminstellingen gebruikt worden. Voor de procedure die volgt op het inloggen, zie "Als Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld" (pagina 5).
• Als u LDAP-instellingen wilt configureren, klikt u op [Netwerkinstellingen] en vervolgens op [LDAP-installatie] in het menu van de webpagina. (Beheerderrechten zijn vereist.)
• Wanneer de functie automatisch wissen is geactiveerd, wordt u automatisch uitgelogd.
Als u wilt uitloggen… Druk op de toets [LOGOUT] ( ). (Behalve bij het invoeren van een faxnummer.)
8

Lijst Systeeminstellingen (algemeen)

Wanneer u toegang hebt tot de systeeminstellingen met algemene rechten, verschijnen de volgende items. De standaard fabrieksinstellingen voor elk item worden ook weergegeven. Voor items waartoe alleen toegang verkregen wordt met beheerdersrechten, zie "Systeeminstellingen (Beheerder)" (pagina 62).
Afhankelijk van de machinespecificaties en geïnstalleerde randapparatuur, is het misschien niet mogelijk bepaalde instellingen te gebruiken.
Item Standaard fabrieksinstelling
Totaal Aantal Kopieën
Aantal opdrachten 13
Aantal apparaten 14
Standaard-Instellingen
Display-Contrast (Instellen op de middenwaarde.) 15
Klok
X Instelling zomertijd Uitschakelen
Keuze Toetsenbord Engels (UK) 17
Lijst afdrukken (gebruiker)
Lijst Alle Gebruikersinstellingen 18
Testpagina Printer
X Lijst met PCL-symbolensets
X PCL-letter-typelijst
Pagina
13
15
16X Datumformaat [DD/MM/JJJJ], [/], [Eerste], [24-Uren]
18
X Option font list
X PS-lettertype-lijst*
X Uitgebr. lijst PS-lettertype*
X NIC-pagina
Adreslijst Wordt Verzonden
X Individuele Lijst
X Groepslijst
X Programmalijst
X Geheugenvak-Lijst
X Alles verzend.Adreslijst
Mappenlijst documentarchivering 21
1
1
19
20
9
Item Standaard fabrieksinstelling
Pagina
Papierlade-Instellingen
Lade-Instellingen
X Lade 1 Normaal papier, A4 (8-1/2" x 11")
X Lade 2 Normaal papier, A3 (11" x 17")
X Lade 3
Varieert afhankelijk van de machineconfiguratieX Lade 4
X Lade 5
X Handinvoerlade Normaal papier, Auto-AB
Papiersoortregistratie
X Gebruik. type 1
X Gebruik. type 2
X Gebruik. type 3
X Gebruik. type 4
X Gebruik. type 5
X Gebruik. type 6
X Gebruik. type 7
22
22
26
Automatische Lade Selectie Inschakelen 27
Adresbeheer
Direct Adres / Programma
X Individueel
E-mail
• Zoeknummer
• Naam
• Eerste letter
• Index
•Adres
• Toetsnaam
• Zwart/wit
28
28
10
Item Standaard fabrieksinstelling
Internetfax*
• Zoeknummer
• Naam
• Eerste letter
2
Pagina
• Index
•Adres
• Toetsnaam
• Compressie
• I-Faxrapport
X Groep
Zoeknummer
Groepsnaam
Eerste letter
Index
Adres
Toetsnaam
X Programma
Programmanaam
Instellingen
•Adres
28
32
36
• Resolutie
• Belichting
• Speciale Functies
X Corrigeren/Wissen 38
Aangepaste Index
X Gebr 1
X Gebr 2
X Gebr 3
X Gebr 4
X Gebr 5
X Gebr 6
Faxdata Ontv/Doorsturen
Handmatige I-Faxontv.*
X Handm. ontvangsttoets op beginscherm Inschakelen
I-Faxgegevens Doorsturen*
2
2
43
41
42
42X Start Ontvangst
11
Item Standaard fabrieksinstelling
Pagina
Printer-Toestand
Standaardinstellingen
X Aantal kopieën 1
X Afdrukstand Staand
X Standaard Papierformaat A4 (8-1/2" x 11")
X Standaard Uitvoerlade*
X Standaard Papiersoort Normaal Papier
X Lijndikte 5
X 2-Zijdige Afdruk 1-Zijdig
X Kleurmodus Z/W
X N-op-1 afdrukken 1-UP
PCL-instellingen
X PCL-symbolenset instel. 3. PC-8
X PCL-lettertypen instellen Intern Lettertype, 0. Courier
X PCL-regeleindecode 0. CR=CR:LF=LF:FF=FF
X Wide A4 Uitschakelen
Postscript-instellingen*
X PS-fouten afdrukken Uitschakelen
3
1
Varieert afhankelijk van de machineconfiguratie
44
44
47
49
Documentarch. Beheer
Aangepaste Map Registreren
X Mapnaam
X Eerste letter
X Wachtwoord
X Gebruik.Naam
Aangepaste Map Wijzigen/Verwijderen 53
Controle USB-apparaat
Gebruikers-bediening*
Amend User Information 56
4
50
50
55
56
*1 Wanneer de PS3 uitbreidingskit geïnstalleerd is. *2 Wanneer de Internetfaxuitbreidingskit geïnstalleerd is. *3 Wanneer een rechter lade is geïnstalleerd. *4 Wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en een gebruiker die niet bevoegd is om de systeeminstellingen
(beheerder) te configureren, heeft ingelogd. (Behalve fabrieksmatig opgeslagen gebruikers.)
12

Totaal Aantal Kopieën

Welke items worden weergegeven of afgedrukt varieert naargelang de geïnstalleerde machinespecificaties en randapparatuur.

Aantal opdrachten

Dit toont of print de aantallen van alle opdrachten.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Totaal Aantal Kopieën
Aantal opdrachten Aantal apparaten
SYSTEEM INSTELLINGEN
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
VerlatenBeheerderswachtw
Druk op de toets [Totaal Aantal Kopieën].
OK
Druk op de knop [Aantal opdrachten].
4
Systeeminstellingen
Aantal opdrachten
Totaal Aantal Kopieën
Aantal kopieën
Afdrukken
Overige afdrukken
Faxontvangst
Z/W Meerkl. 2 kleuren Enkele kl.
12,147,369
3,123,147
3,246,810
4,680,100
1,097,312
36,914,700
21,020,030
15,894,670
Afdrukken
39,800
39,800
72,568
72,568
OK
1/3
Controleer de aantallen taken.
(1) Wissel zo nodig van scherm met de
toetsen om het gewenste item weer te geven.
(2) Druk op de toets [Afdrukken] om de
aantallen af te drukken.
(2) (1)
• A3 (11" x 17") papierformaat wordt als twee bladen geteld.
• Elk papierblad dat voor automatisch tweezijdig kopiëren wordt gebruikt wordt als twee pagina's geteld (A3 (11" x 17") papier wordt als vier pagina's geteld).
• Een ingevoerd papierformaat van 384 mm (5-1/8") of groter wordt als twee pagina's geteld. (Vier pagina's als tweezijdig kopiëren wordt gebruikt.)
• Pagina's direct geprint van de machine zoals lijstafdrukken zijn opgenomen in de "Overige afdrukken" tellingen.
Als u afdrukken wilt annuleren...
Druk op de toets [Annuleren] in het berichtenscherm dat verschijnt nadat u op de toets [Afdrukken] drukt.
Er verschijnt een berichtenscherm en het printen begint.
13

Aantal apparaten

Dit wordt gebruikt om de aantallen van de op de machine geïnstalleerde randapparaten weer te geven of af te drukken.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Totaal Aantal Kopieën
Aantal opdrachten Aantal apparaten
SYSTEEM INSTELLINGEN
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
VerlatenBeheerderswachtw
Druk op de toets [Totaal Aantal Kopieën].
OK
Druk op de toets [Aantal apparaten].
4
Systeeminstellingen
Aantal apparaten
Origineelinvoer Duplexeenh. Nieteenheid
:19,496,400 : 6,256,123 : 511,923
OKAfdrukken
Controleer het aantal apparaten.
Druk op de toets [Afdrukken] om de aantallen af te drukken. Er verschijnt een berichtenscherm en het printen begint.
Documentinvoer Elk blad wordt geteld als twee pagina's wanneer tweezijdig scannen wordt uitgevoerd.
Nietmachine (wanneer een afwerkingeenheid of zadelsteek afwerkingseenheid is gemonteerd) Twee-positie nieten en nieten van pamfletten worden geteld als "2" keer.
Als u het afdrukken wilt annuleren...
Druk op de toets [Annuleren] in het berichtenscherm dat verschijnt nadat u op de toets [Afdrukken] drukt.
14

Standaard-Instellingen

Display-Contrast

Gebruik dit om de display aan te passen zodat het gemakkelijker wordt weer te geven.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Standaardinstellingen
Display­Contrast
Toetsenbord
SYSTEEM INSTELLINGEN
Beheerderswachtw
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Klok
Keuze
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Standaard-Instellingen].
Druk op de toets [Display-Contrast].
4
Systeeminstellingen
Displaycontrast
ABCDE
ABCDE
Lichter Donkerder
(2)(1)
OK
ABCDE
ABCDE
Stel de helderheid bij.
(1) Druk op de toets [Lichter] of de toets
[Donkerder].
De toets [Lichter] maakt de display lichter en de toets [Donkerder] maakt de display donkerder.
(2) Druk op [OK].
15

Klok

U kunt de datum en tijd instellen op de ingebouwde klok van de machine.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Standaardinstellingen
Display­Contrast
Toetsenbord
SYSTEEM INSTELLINGEN
Beheerderswachtw
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Klok
Keuze
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Standaard-Instellingen].
Druk op de toets [Klok].
4
Systeeminstellingen
Klokaanpassing
2005 08
OK
MaandJaar
Dag
01
Uur
10
Minuut
50
Pas datum en tijd aan.
(1) Druk op de toetsen [Jaar], [Maand], [Dag],
[Uur] en/of [Minuut] en gebruik de toetsen
om de juiste datum en tijd in te
Instelling Zomertijd
Datumformaat
stellen.
(2) Druk op [OK].
(2)(1)
• Als u het formaat van de datum wilt wijzigen, druk op de toets [Datumformaat]. Het volgende scherm verschijnt.
Systeeminstellingen
Datumformaat
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Di/01/08/2005 10:51
/
Dag-Naam
Positie
Eerste
Laatste
In het scherm datumformaat selecteert u de volgorde van jaar, maand en datum (MM/DD/JJJJ), het scheidingsteken, de positie van de dag en het 12-uur of 24-uur formaat. Selecteer elk item en druk op [OK].
• Als u de klok automatisch wilt wijzigen aan het begin en eind van de zomertijd, selecteert u het vakje [Instelling Zomertijd] . Wanneer u deze functie gebruikt, verandert de tijd aan het begin en eind van de zomertijd als volgt: Standaardtijd Zomertijd: Laatste zondag in maart, 1:00 2:00 Zomertijd Standaardtijd: Laatste zondag in oktober, 1:00 00:00
OK
12-Uren
24-Uren
Als "Klokinstelling deactiveren" (pagina 87) is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunnen datum en tijd niet worden ingesteld.
16

Keuze Toetsenbord

De lay-out van het toetsenbord dat verschijnt in de tekstinvoerschermen, kan worden gewijzigd.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Standaardinstellingen
Display­Contrast
Toetsenbord
SYSTEEM INSTELLINGEN
Beheerderswachtw
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Klok
Keuze
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Standaard-Instellingen].
Druk op de toets [Keuze Toetsenbord].
Systeeminstellingen
Keuze Toetsenbord
Engels (VS)
Frans
OK
Engels (UK)
Duits
Selecteer het toetsenbord.
(1) Druk op de gewenste taalweergave.
(2) Druk op [OK].
4
(1) (2)
Welke toetsenborden verschijnen en wat de fabrieksstandaard is voor het toetsenbord varieert per land en regio.
17

Lijst afdrukken (gebruiker)

Er kan een testpagina worden afgedrukt om de machine-instellingen te controleren.

Lijst Alle Gebruikersinstellingen

Deze lijst geeft alle aangepaste instellingen weer, met inbegrip van de hardwarestatus, softwarestatus, printerstatusinstellingen, systeeminstellingen en totale aantallen kopieën.
1
2
3
SYSTEEM INSTELLINGEN
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Lijst afdrukken (gebruiker)
Gebruikersinstellingen
Testpagina Printer
Adreslijst Wordt Verzonden
Instellingen
Documentarch.
Lijst Alle
Standaard-
Adresbeheer
Beheer
Beheerderswachtw
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
1/2
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Lijst afdrukken (gebruiker)].
Druk op de toets [Lijst Alle Gebruikersinstellingen].
Het afdrukken begint.
Als u het afdrukken wilt annuleren...
Druk op de toets [Annuleren] in het berichtenscherm dat verschijnt nadat u op de toets [Lijst Alle Gebruikersinstellingen] drukt.
18

Testpagina Printer

Hiermee drukt u de Lijst PCL-symbolensets, verschillende lijsten met lettertypes en de NIC-pagina (netwerkinterface-instellingen enz.) af.
1
2
3
SYSTEEM INSTELLINGEN
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Lijst afdrukken (gebruiker)
Gebruikersinstellingen
Testpagina Printer
Adreslijst Wordt Verzonden
Instellingen
Documentarch.
Lijst Alle
Standaard-
Adresbeheer
Beheer
Beheerderswachtw
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
1/2
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Lijst afdrukken (gebruiker)].
Druk op de toets [Testpagina Printer].
Systeeminstellingen
Testpagina Printer
OK
Druk op de lijst die u wilt afdrukken.
Het afdrukken begint.
Lijst PCL-
symbolensets
PS-lettertype-
lijst
PCL-letter-
typelijst
Uitgebr. lijst
PS-lettertype
Option font
list
NIC-pagina
4
De items die verschijnen variëren afhankelijk van de functies die aan de machine zijn toegevoegd.
Als u het afdrukken wilt annuleren...
Druk op de toets [Annuleren] in het berichtenscherm dat verschijnt nadat u op één van de toetsen drukt.
Als "Testpagina Niet Afdrukken" (pagina 97) is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunnen er geen testpagina's worden afgedrukt.
19

Adreslijst Wordt Verzonden

Gebruik dit om de Individuele Lijst, de Groepslijst, de Programmalijst, de Geheugenvaklijst en de Alles verzend. Adreslijst af te drukken.
1
2
3
SYSTEEM INSTELLINGEN
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Lijst afdrukken (gebruiker)
Gebruikersinstellingen
Testpagina Printer
Adreslijst Wordt Verzonden
Instellingen
Documentarch.
Lijst Alle
Standaard-
Adresbeheer
Beheer
Beheerderswachtw
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
1/2
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Lijst afdrukken (gebruiker)].
Druk op de toets [Adreslijst Wordt Verzonden].
4
Systeeminstellingen
Adreslijst Wordt Verzonden
OK
Druk op de lijst die u wilt afdrukken.
Er verschijnt een berichtenscherm en het printen begint.
Individuele
Lijst
Geheugenvak-
Lijst
Groepslijst Programmalijst
Alles verzend.
Adreslijst
Als u het afdrukken wilt annuleren...
Druk op de toets [Annuleren] in het berichtenscherm dat verschijnt nadat u op één van de toetsen drukt.
20

Mappenlijst documentarchivering

Dit geeft de mapnamen voor documentarchivering weer.
1
2
3
SYSTEEM INSTELLINGEN
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Lijst afdrukken (gebruiker)
Mappenlijst documentarchivering
Instellingen
Documentarch.
Standaard-
Adresbeheer
Beheer
Beheerderswachtw
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
2/2
(1)(2)
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Lijst afdrukken (gebruiker)].
Druk de mappenlijst documentarchivering af.
(1) Druk op de toetsen om tussen de
schermen te wisselen.
(2) Druk op de toets [Mappenlijst
documentarchivering].
Er verschijnt een berichtenscherm en het printen begint.
Als u het afdrukken wilt annuleren...
Druk op de toets [Annuleren] in het berichtenscherm dat verschijnt nadat u op de toets [Mappenlijst documentarchivering] drukt.
21

Papierlade-Instellingen

Lade-Instellingen

Hiermee stelt u papiersoort, papierformaat en functies voor iedere papierlade in.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Papierlade-Instellingen
Lade-Instellingen
Papiersoortregistratie
Automatische Lade Selectie
SYSTEEM INSTELLINGEN
Beheerderswachtw
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Papierlade-Instellingen].
Druk op de toets [Lade-Instellingen].
4
Systeeminstellingen
Papierlade-Instellingen
Lade 1
Afdruk Kopie Faxen
Type / Formaat
Normaal papier / A4
I-Fax
Doc.
Archiv.
Vaste Papierzijde
Nieten Uitschakelen
Duplex Uitschakelen
Perforeren Uitschakelen
OK
1/6
Selecteer de lade die u wilt configureren.
(1) Zonodig kunt u de toetsen van lade
wisselen.
(2) Druk op de toets [Type/Formaat].
(1)(2)
22
Voorbeeld: Lade 1 is geselecteerd
Druk op het gewenste papiersoort.
5
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Lade 1
Selecteer papiersoort.
Normaal papier Briefpapier
Voorbedrukt Geperforeerd
Recycled Kleur
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Lade 1
Selecteer papiersoort.
Gebruik.Type 1 Gebruik.Type 2
Gebruik.Type 5 Gebruik.Type 6 Gebruik.Type 7
Gebruik.Type 3 Gebruik.Type 4
Annuleren
1/2
1/2
Annuleren
2/2
1/2
• De papiersoorten die geselecteerd kunnen worden variëren per papierlade. Zie voor meer informatie "Lade-Instellingen" (pagina 25).
• Als u [Gebruik. Type 1] naar [Gebruik. Type 6] wilt configureren, zie "Papiersoortregistratie" (pagina 26).
Selecteer het papierformaat.
(1) Druk op het gewenste papierformaat.
(2) Druk op [OK].
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Lade 1
Type
Normaal papier
A3
A5R
B5R
Formaat
A4
B4 B5
1
/
2
216x330(8 x13)
(2)(1)
Type OK
1/3
A4R
2/2
6
(2)(1)
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Lade 1
Type Formaat
Normaal papier
11x17
1
/
2
8 x11R
1
/
2
8 x14
1
/
7 x10 R
4
1 2
/
Type OK
1
/
2
8 x11
1
1
/
/
5 x8 R
2
2
2/3
2/2
(2)(1)
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Lade 1
Type
Normaal papier
8K 16K 16KR
Formaat
Type OK
3/3
2/2
• De papierformaten die geselecteerd kunnen worden variëren per papierlade. Zie voor meer informatie "Lade-Instellingen" (pagina 25).
• Wanneer de handinvoerlade geselecteerd wordt, variëren de papierformaten die geselecteerd kunnen worden afhankelijk van de in Stap 5 geselecteerde papiersoort. Voor meer informatie, zie "Lade-Instellingen" (pagina 25).
• Als u handmatig een speciaal papierformaat wilt opgeven dat niet zich niet in de lijst bevindt, zie "Directe invoer van
het papierformaat" (pagina 24).
23
Systeeminstellingen
Papierlade-Instellingen
Lade 1
Afdruk Kopie
Type / Formaat
Normaal papier / A4
Faxen
I-Fax
Doc.
Archiv.
Vaste Papierzijde
Duplex Uitschakelen
Nieten Uitschakelen
Perforeren Uitschakelen
OK
1/6
Selecteer de printfuncties voor de lade.
(1) Druk desgewenst op de selectievakken
zodat zij of weergeven.
(2) Druk op [OK].
(2)(1)
7
• Normaal zijn alle vakjes geselecteerd . Als er een functie is die u niet wilt gebruiken voor de lade, verwijder dan het vinkje .
• Als de papiertype-instelling een andere is dan normaal papier, gerecycleerd papier of gekleurd papier of gebruikerstype, kunnen de vakjes [Faxen] en [I-Fax] niet geselecteerd worden.
• Lade-eigenschappen zoals "Vaste Papierzijde" worden automatisch ingesteld wanneer het papiertype is geselecteerd. De papierlade-eigenschappen kunnen niet gewijzigd worden in dit scherm.
Directe invoer van het papierformaat
Wanneer de handinvoer is geselecteerd en een andere papiersoort dan transparant of envelop is geselecteerd in stap 4 van "Lade-Instellingen" (pagina 22), kunt u onderstaande stappen volgen om het papierformaat in te voeren.
1
2
3
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Handinvoer
Type
Normaal papier
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Handinvoer
Type
Normaal papier
Systeeminstellingen
Type/Formaatinstelling Handinvoer
Type
Normaal papier
Auto-Inch
Auto-AB
Extra Formaat
Auto-Inch
Auto-AB
Extra Formaat
Auto-Inch
Auto-AB
Extra Formaat
Formaat
1 21 21
2
1 2
1 2
2
1 2
12x18,11x17,8 x14
1
8 x11,8 x11R,5 x8 R
2 1 41
7 x10 R,A3,A4,B4,B5 A3W,A3,A4,A4R,A5R,B4 B5,B5R,216x330(8 x13) 11x17,8 x11
X420 Y297
(2)(1)
X
Y
X 420
Y
Y
Formaat
12x18,11x17,8 x14
1
8 x11,8 x11R,5 x8 R
2 1 41
7 x10 R,A3,A4,B4,B5
2
A3W,A3,A4,A4R,A5R,B4 B5,B5R,216x330(8 x13) 11x17,8 x11
X200 Y260
(148 432)
(100 297)
297
AB
1 2
1
1 21
2
2
1
2 1 2
Type
Type
mm
mm
Type
16K
16KR
Inch
16K
16KR
OK
8K
2/2
Druk op de toets [Extra Formaat].
Voer het formaat in.
OK
OK
OK
8K
2/2
(1) Voer het formaat in.
• Druk op de toets [X] en voer de horizontale afmeting (X) van het papier in met de toetsen.
• Druk op de toets [Y] en voer de verticale afmeting (Y) van het papier in met de toetsen.
(2) Druk op [OK].
Druk op [OK].
Als "Lade-instellingen uitschakelen" (pagina 90) is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunnen datum en tijd niet worden ingesteld.
24
Lade-Instellingen
Papierlade Papiertype Formaat
Lade 1, 2 • Normaal papier
• Briefpapier
• Voorbedrukt
• Geperforeerd
• Recycled
Lade 3, 4 (wisselt afhankelijk van de geïnstalleerde randapparaten)
Lade 4, 5 (wisselt afhankelijk van de geïnstalleerde randapparaten)
Handinvoer • Normaal papier
Onderkast/1x500 vel papierlade, Onderkast/2x500 vel papierlade geïnstalleerd
Hoge capaciteitlade geïnstalleerd
• Kleur
•Gebruik. Type
• Normaal papier
• Briefpapier
• Voorbedrukt
• Geperforeerd
• Recycled
• Kleur
•Gebruik. Type
• Briefpapier
• Voorbedrukt
• Geperforeerd
• Recycled
• Kleur
• Dun papier
• Zwaar Papier
•Gebruik. Type
A3, A4, A4R, A5R, B4, B5, B5R 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13"), 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2"R 8K, 16K, 16KR
• Auto-AB A3, A4, A4R, B4, B5, B5R 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13")
• Auto-Inch 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R
• 8K, 16K, 16KR
A4, B5, 8-1/2" x 11" (aanpassingen van het papierformaat moeten door een onderhoudstechnicus worden uitgevoerd)
• Auto-AB A3W, A3, A4, A4R, A5R, B4, B5, B5R, 11" x 17", 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13"), 8-1/2" x 11"
• Auto-Inch 12" x 18", 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2" x 8-1/2"R, A3, A4, B4, B5
• 8K, 16K, 16KR
• Extra Formaat
• Etiketten • Auto-AB A4, A4R, B5, B5R
• Auto-Inch 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R
• Extra Formaat
• Transparant • Auto-AB A4, A4R
• Auto-Inch 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R
• Tabpapier • Auto-AB A4
• Auto-Inch 8-1/2" x 11"
• Envelop Com-10, Monarch, DL, C5
25

Papiersoortregistratie

Configureer een "Gebruik. Type" wanneer de naam van het papiertype niet verschijnt in de selecties of wanneer u de lade-eigenschappen zelf wilt selecteren. Er kunnen maximaal zeven gebruikerstypen worden opgeslagen.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Papierlade-Instellingen
Lade-Instellingen
Papiersoortregistratie
Automatische Lade Selectie
SYSTEEM INSTELLINGEN
Beheerderswachtw
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Papierlade-Instellingen].
Druk op de toets [Papiersoortregistratie].
4
5
Systeeminstellingen
Papiersoortregistratie
Selecteer de te bewerken papiersoort.
Gebruik.Type 1
Gebruik.Type 5
Gebruik.Type 2 Gebruik.Type 3 Gebruik.Type 4
Gebruik.Type 6
Gebruik.Type 7
Annuleren
Druk op het papiertype dat u wilt bewerken.
De gebruikerstypen zijn opgeslagen via standaard fabriekswaarden met de namen "Gebruik. Type 1" tot "Gebruik. Type 7".
Papiersoortregistratie
Nr.01
Soortnaam
Gebruik.Type 1
Vaste Papierzijde
Nieten Uitschakelen
Duplex Uitschakelen
Perforeren Uitschakelen
VerlatenAnnuleren
Configureer de papiertype-eigenschappen.
(1) Als u de soortnaam wilt wijzigen, drukt u op
de toets [Soortnaam] en wijzigt de naam.
Wis de vooraf ingevoerde naam en voer de gewenste naam in (maximaal 14 tekens).
(2) Druk desgewenst op de selectievakken
(3)(1)(2)
zodat zij of zijn.
(3) Druk op de toets [Verlaten].
• Als u een eigenschap wilt activeren, selecteert u het vakje .
• Welke instellingen u kunt selecteren wisselt afhankelijk van de geïnstalleerde randapparaten.
26

Automatische Lade Selectie

Wanneer tijdens het afdrukken een lade leeg raakt, bepaalt u hiermee of al dan niet automatisch een andere lade met papier van hetzelfde soort/formaat wordt geselecteerd en het afdrukken wordt voortgezet.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Papierlade-Instellingen
Lade-Instellingen
Papiersoortregistratie
Automatische Lade Selectie
SYSTEEM INSTELLINGEN
Beheerderswachtw
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
(2)(1)
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Papierlade-Instellingen].
Automatische Lade Selectie activeren of uitschakelen.
(1) Druk op het selectievakje [Automatische
Lade Selectie] zodat of verschijnt.
(2) Druk op [OK].
Als u de Automatische Lade Selectie wilt activeren, selecteert u het vakje .
27

Adresbeheer

Dit wordt gebruikt om sneltoetsen, groepstoetsen, programmatoetsen en aangepaste indexen op te slaan, te bewerken en te wissen.

Opslaan van een Sneltoets (E-mail / Internet Fax)

Een adres voor scannen naar E-mail of Internetfax kunt u opslaan om het later eenvoudig in te voeren.
1
2
3
Systeeminstellingen
Totaal Aantal
Kopieën
Papierlade-
Instellingen
Printer­Toestand
Systeeminstellingen
Adresbeheer
Direct Adres / Programma
F-Codegeheugenvak
Aangepaste Index
SYSTEEM INSTELLINGEN
Beheerderswachtw
Standaard-
Instellingen
Adresbeheer
Documentarch.
Beheer
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata Ontv/
Doorsturen
Controle
USB-apparaat
Verlaten
OK
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Druk op de toets [Adresbeheer].
Druk op de toets [Direct Adres / Programma].
4
Systeeminstellingen
Direct Adres / Programma
Opslaan
Individueel
Groep Programma
OK
Corrigeren/
Wissen
Druk op de toets [Individueel].
28
5
Direct Adres / Individueel
E-mail Internetfax
Zoeknummer
Naam
Eerste letter
Faxnr.
001
Volgende
Faxen
Index
Verlaten
1/2
Druk op de toets [E-mail] of [Internetfax] zodat er een vinkje verschijnt .
• Het laagste nog niet gebruikte nummer wordt automatisch ingevoerd als het [Zoeknummer]. Als u het zoeknummer wilt veranderen, drukt u op de toets [Zoeknummer] en voert u een 3-cijferig getal in met de cijfertoetsen. Een zoeknummer dat al is opgeslagen kan niet gebruikt worden.
• Selectievakjes verschijnen wanneer de overeenkomstige functies zijn geactiveerd.
• De keuze van selectievakje kan later niet gewijzigd worden.
6
7
Direct Adres / Individueel
E-mail Internetfax
Zoeknummer
Naam
Eerste letter
Adres
001
Volgende
Faxen
Index
Verlaten
1/2
Voer de naam van de bestemming in.
(1) Druk op de toets [Naam].
(2) Voer de bestemmingsnaam in op het
tekstinvoerscherm dat verschijnt.
Voer maximaal 36 tekens in voor de naam. Zie "6. TEKENS INVOEREN" in de Gebruikershandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.
Direct Adres / Individueel
E-mail Internetfax
Zoeknummer
Naam
Eerste letter
Adres
001
AAA AAA
Index
Faxen
Volgende
Verlaten
1/2
Voer de eerste letters in.
(1) Druk op de toets [Eerste letter].
(2) Voer de eerste letters in op het
verschijnende tekstinvoerscherm.
Er kunnen 10 tekens worden ingevoerd. Zie "6. TEKENS INVOEREN" in de Gebruikershandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.
De eerste letters die u hier invoert bepalen de positie van de sneltoets in de ABC-index.
8
Direct Adres / Individueel
E-mail Internetfax
Zoeknummer
Naam
Eerste letter
Adres
001
AAA AAA
A
Index
Faxen
Volgende
Verlaten
1/2
Druk op de toets [Index].
29
Loading...
+ 92 hidden pages