SHARP Microwave User Manual [de, fr, nl, es]

KOCHBUCH für Mikrowelle
LIVRE DE RECETTES pour cuisson au micro-ondes
KOOKBOEK voor magnetron
LIBRO DI RICETTE per microonde
RECETARIO para microondas
1
WAS SIND MIKROWELLEN? ..............................2
DAS GEEIGNETE GESCHIRR............................2-3
ERHITZEN.........................................................6
AUFTAUEN .......................................................7
GAREN VON FRISCHEM GEMÜSE .....................7
GAREN VON FLEISCH, FISCH UND GEFLÜGEL....8
AUFTAUEN UND GAREN...................................8
TABELLEN ....................................................8-11
REZEPTE .........................................................11
VORSPEISEN UND SUPPEN .............................12
FLEISCH, FISCH UND GEFLÜGEL..................13-16
GEMÜSE, NUDELN, REIS UND KNÖDEL.......16-19
GETRÄNKE, DESSERTS UND KUCHEN .........19-22
INHALTSVERZEICHNIS
D
QUE SONT LES MICRO-ONDES?......................23
BIEN CHOISIR LA VAIIELLE...........................23-24
CONSEILS ET TECHNIQUES ........................24-27
RECHAUFFAGE ...............................................27
DECONGELATION ..........................................28
CUISSON DES LEGUMES FRAIS .......................28
CUISSON DE VIANDES, DE POISSONS ET DE VOLAILLES
...29
DECONGELATION ET CUISSON DES ALIMENTS
......29
TABLEAUX..................................................29-32
RECETTES.......................................................32
HORS D’OEUVRES ET SOUPES.........................33
VIANDES, POISSONS ET VOLAILLES ............34-37
LEGUMES, PATES, RIZ ET QUENELLES...........37-40
BOISSONS, DESSERTS ET GATEUAX ............40-43
WAT ZIJN MICROGOLVEN?.............................44
GESCHIKTE SCHALEN ................................44-45
TIPS EN ADVIES .........................................45-48
VERWARMEN .................................................48
ONTDOOIEN .................................................49
HET KOKEN VAN VERSE GROENTEN ...............49
HET KOKEN VAN VLEES, VIS EN GEVOGELTE ...50
ONTDOOIEN EN KOKEN VAN VOEDSEL .........50
TABEL ........................................................50-53
RECEPTEN......................................................53
VOORGERECHTEN EN SOEPEN ......................54
VLEES, VIS EN GEVOGELTE .........................55-58
GROENTEN, NOEDELS, RIJST EN KNOEDELS
......58-61
DRANKEN, DESSERTS EN GEBAK................61-64
CHE COSA SONO LE MICROONDE?...............65
UTENSILI ADATTI ........................................65-66
CONSIGLIE TECNICHE DI COTTURA............66-69
COMO RISCALDARE LE VIVANDE.....................69
COMO SCONGELARE I CIBI............................70
COME CUOCERE LA VERDURA FRESCA............70
COME CUOCERE CARNE, PESCE E POLLAME...71
COME SCONGELARE E CUOCERE I CIBI ..........71
TABELLAS...................................................71-74
RICETTE..........................................................74
ANTIPASTI E MINESTRE ...................................75
CARNI, PESCE E POLLAME..........................76-79
VERDURE, PASTA, RISO E CANEDERLI .........79-82
BEVANDE, DESSERT E TORTE.......................82-85
QUE SON LAS MICROONDE? .........................86
LA VAJILLA APPROPIADA .............................86-87
SUGERENCIAS Y TECNICAS .......................87-90
CALENTAMIENTO ...........................................90
DESCONGELACION .......................................91
COCCÓN DE VERDURAS FRESCAS..................91
COCCIÓN DE CARNE, PESCADO Y AVES ........92
DESCONGELACIÓN Y COCCIÓN DE ALIMENTOS
...92
TABLAS......................................................92-95
RECETAS ........................................................95
ENTREMESES Y SOPAS....................................96
CARNE, PESCADO Y AVES .......................97-100
VERDURAS, PASTAS, ARROZ Y ALBÓDIGAS
....100-103
BEBIDAS, POSTRES Y TARTAS ..................103-106
TABLE DES MATIERES
F
INHOUD
NL
INDICE
I
INDICE
E
DEUTSCHESPAÑOL NEDERLANDSITALIANO FRANÇAIS
44
WAT ZIJN MICROGOLVEN?
GESCHIKTE SCHALEN
Microgolven zijn - evenals radio- en televisiegolven elektromagnetische golven. Microgolven worden in de microgolven door de magnetron opgewekt en brengen de watermoleculen in het voedsel aan hettrillen. Door de wrijving ontstaat warmte, die ervoor zorgt dat de gerechten worden ontdooid, verwarmd of gekookd. Het geheim van de korte kooktijden ligt in het feit dat de microgolven van alle kanten direct in het voedsel dringen. Energie wordt optimaal benut. In vergelijking hiermee dringt de energie bij het koken op een elektrisch fornuis via omwegen vanaf de kookplaat door de pan op een indirecte manier door tot de gerechten. Via deze omweg gaat er veel energie verloren.
EIGENSCHAPPEN VAN DE MICROGOLVEN
Microgolven doordringen alle niet-metalen voorwerpen zoals glas, porselein, keramiek,
kunststof, hout en papier. Daarom worden deze materialen niet in de magnetron verhit. De schalen worden slechts indirect via het voedsel verwarmd. Voedsel neemt microgolven op (absorbeert) en wordt daardoor verwarmd. Metalen materialen worden door de microgolven niet doordrongen, de microgolven worden echter teruggekaatst. Daarom zijn voorwerpen van metaal in het algemeen niet geschikt voor de magnetron. Er zijn echter uitzonderingen waar u juist van deze eigenschappen kunt profiteren. Zo worden gerechten op bepaalde plaatsen tijdens het ontdooien of koken met een stukje alumimiumfolie bedekt. Daardoor voorkomt u te warme of te hete resp. te gare gedeelten bij voedsel van onregelmatige grootte. Voor nadere informatie hierover raadpleegt u de gids.
GLAS EN GLAS-KERAMIEK
Vuurvaste glazen schalen zijn bijzonder geschikt.
De kookprocedure kan van alle kanten worden geobserveerd. Deze mogen echter geen metaal bevatten (o.a. zinkkristal), of van een metalen laag voorzien zijn
(o.a. gouden rand, kobaltblauw).
KERAMIEK
is over het algemeen zeer geschikt. Keramiek moet
geglazuurd zijn, omdat er bij ongeglazuurde keramiek vocht in het serviesgoed kan dringen. Vocht verhit het materiaal en kan ertoe
leiden dat het barst. Indien u twijfelt, of uw serviesgoed geschikt is voor de magnetron, voert u een servies-geschiktheidstest uit. Zie Blz. 98.
PORSELEIN
is bijzonder geschikt. Let u erop dat het porselein geen goud-of zilverlaagje heeft, resp. niet metaalhoudend is.
KUNSTSTOF
Hittebestendig, voor de magnetron geschikt plastiek servies is geschikt voor het ontdooien, verwarmen en koken. Hou a.u.b. rekening met de gegevens van de fabrikant.
PAPIEREN SERVIESGOED
Hittebestendig, voor de magnetron geschikt papieren serviesgoed is eveneens geschikt. Hou a.u.b. rekening met de gegevens van de fabrikant.
KEUKENPAPIER
kan worden gebruikt, om het ontstane vocht bij korte verhittingsprocedures op te nemen, bijv. van brood of gepaneerd voedsel. Het papier tussen het voedsel en de draaitafel leggen. Zo blijft het oppervlak van het voedsel knappend en droog. Door vettige gerechten met keukenpapier te bedekken worden vetspetters opgevangen.
NEDERLANDS
45
GESCHIKTE SCHALEN
TIPS EN ADVIES
MAGNETRONFOLIE
of hittebestendige folie is zeer geschikt voor het bedekken of omwikkelen. Hou a.u.b. rekening met de gegevens van de fabrikant.
BRAADZAKKEN
kunnen eveneens in de magnetron worden toegepast. De metalen klemmen zijn echter niet geschikt voor het afsluiten daar de braadzakfolie kan smelten. Gebruik touwtjes om de zakken af te sluiten en steek meermaals met een vork in de zak. Niet hittebestendige folie, zoals bijv. keukenfolie, is slechts in beperkte mate geschikt voor het gebruik in de magnetron. Ze dient uitsluitend voor korte verhittingsprocedures te worden gebruikt en mag niet met het voedsel in contact komen.
BRUINERINGSSERVIES
is speciaal magnetron-serviesgoed van glaskeramiek met een metaallegering op de bodem, die ervoor zorgt dat de gerechten bruin worden. Als er bruineringsserviesgoed wordt toegepast, moet er een geschikte isolator, bijv. een porseleinen bord, tussen de draaitafel en de bruineringsschaal worden gelegd. Houdt u nauwkeurig aan de voorverwarmingstijd zoals aangegeven door de fabrikant. Bij overschrijdiging kan er beschadiging aan de draaitafel en aan de drager van de draaitafel ontstaan, c.q. de zekering van het toestel kan eruit springen en het toestel uitschakelen.
METAAL
mag over het algemeen niet worden gebruikt, omdat microgolven metaal niet kunnen doordingen en op die manier de
gerechten niet kunnen bereiken. Er zjn echter
uitzonderingen: smalle strookjes aluminiumfolie kunnen worden gebruikt voor het bedekken van gedeelten, zodat deze niet te snel ontdooien of gaar worden (bijv. de vleugels bij een kip). Kleine metalen pannen en aluminium schalen (bijv.
bij panklare gerechten) kunnen worden gebruikt. Ze moeten echter in verhouding tot het gerecht klein zijn, bijv. aluminium schalen moeten tenminste
2
/
3
tot
3
/
4
met voedsel gevuld zijn. Het verdient aanbeveling het voedsel over te gieten in serviesgoed dat geschikt is voor de magnetron. Als er aluminium schalen of ander metalen serviesgoed wordt gebruikt, moet er minstens een afstand zijn van ca. 2,0 cm ten opzichte van de wanden van de kookruimte omdat deze anders door mogelijke vonken kunnen worden beschadigd.
GEEN SERVIESGOED MET EEN METAALLAAGJE
metalen onderdelen of ingesloten metaal, zoals bijv. met schroeven, banden of grepen gebruiken.
GESCHIKTHEIDSTEST VOOR SERVIESGOED
Als u niet zeker weet, of uw serviesgoed geschikt is
voor de magnetron, voert u de volgende test uit: Het serviesgoed in het toestel plaatsen. Een glazen reservoir met 150 ml. water
gevuld op of naast het serviesgoed plaatsen. Het toestel één tot twee minuten op 100 P vermogen laten lopen. Als het serviesgoed koel of handwarm blijft, is het geschikt. Deze test niet bij plastiek servies uitvoeren. Het zou kunnen smelten.
VOORDAT U BEGINT ...
Om u de omgang zo gemakkelijk mogelijk te maken, hebben wijhieronder de belangrijkste aanwijzingen en tips voor usamengevat: Zet u uw toestel alleen aan, wanneer er gerechten in de kookruimte zijn.
HET INSTELLEN VAN DE TIJDEN
De ontdooi-, verwarmings- en kooktijden zijn over het algemeen aanzienlijk korter dan bij een conventioneel fornuis of oven. Houdt u zich daarom aan de in dit kookboek aanbevolen tijden. U kunt de tijden beter korter instellen dan langer. Voert u na het koken een kooktest uit. Het is beter achteraf kort even bij te koken dan iets te gaar te laten worden.
46
TIPS EN ADVIES
UITGANGSTEMPERATUUR
De ontdooi-, opwarmingss- en kooktijden zijn afhankelijk van de uitgangstemperatuur van de gerechten. Bevroren en in de koelkast bewaarde gerechten vereisen bijv. een langere verwarming dan produkten op kamertemperatuur. Voor het opwarmen en koken van gerechten wordt uitgegaan van normale bewaartemperaturen (koelkasttemperatuur ca. 5° C, kamertemperatuur ca. 20° C). Voor het ontdooien van gerechten wordt uitgegaan van een diepvriestemperatuur van -18° C. Popcorn uitsluitend in speciale, voor de magnetron geschikte popcorn-schalen toebereiden. Houdt u zich nauwkeurig aan de gegevens van de fabrikant. Geen normale papieren schalen of glazen serviesgoed gebruiken. Eieren niet in de dop koken. In de dop wordt er
een druk opgebouwd, die tot het exploderen van het ei zou kunnen leiden.[Het eigeel prikken voor het koken.] Geen olie of vet in de magnetron opwarmen om te frituren. De temperatuur van olie kan niet worden gecontroleerd. De olie zou plotseling uit de schaal kunnen spatten.
Geen gesloten reservoirs, zoals bijv. glazen potten of blikkenverwarmen. Door de ontstane druk zouden de reservoirs kunnen barsten (uitzondering: inmaken).
ALLE VERMELDE TIJDEN: in dit kookboek zijn
richtlijnen, die naargelang de uitgangs-temperatuur, het gewicht en de hoedanigheid (water-, vetgehalte etc.) van het voedsel kunnen variëren.
ZOUT, KRUIDEN EN SPECERIJEN
In de magnetron gekookte gerechten bewaren hun eigen smaak beter dan bij conventionele bereidingsmethoden. Maakt u daarom zeer spaarzaam gebruik van zout en voegt u in de regel pas na het koken zout toe. Zout bindt vloeistof en droogt het oppervlak uit. Kruiden en specerijen kunnen op de gebruikelijke manier worden gebruikt.
KOOKTEST De kooktoestand van gerechten kan evenals
bij een conventionele toebereiding worden getest:
Voedselthermometer: elk gerecht heeft aan het
einde van de verwarmings- of kookprocedure een bepaalde binnentemperatuur. Met een voedselthermometer kunt u vaststellen, of het gerecht heet genoeg resp. gaar is.
Vork: vis kunt u met een vork controleren. Als het
visvlees er niet meer glazig uitziet en gemakkelijk van de graten loslaat, is het gaar. Als het te gaar is, wordt het taai en droog.
Houten prik: taart en brood kunt u testen door er met
een houten prik in te prikken. Als de prik bij het uittrekken schoon en droog blijft, is het gerecht gaar.
KOOKTIJDBEPALING MET DE VOEDSELTHERMOMETER
Elke drank en elk gerecht heeft na het einde van de kookprocedure een bepaalde binnentemperatuur.Indien de kookprocedure wordt gestopt dan is het resultaat goed. De binnentemperatuur kunt u met een voedseltemperatuur vaststellen. In de temperatuurtabel zijn de belangrijkste temperaturen vermeld.
Drank/gerecht
Dranken verwarmen (koffie, thee, water enz) Melk verwarmen Soep verwarmen Stamppotten verwarmen Gevogelte Lamsvlees
roze gebraden doorgebraden
Rosbief
licht aangebraden (rare) half doorgebraden (medium) goed doorgebraden (well done)
Varkens-, kalfsvlees
Binnentemperatuur aan het einde van de kooktijd
Binnentemperatuur na 10 tot 15 minuten standtijd
65-75o C
75-80o C 75-80o C 75-80o C 80-85o C
70o C 75-80o C
50-55o C
60-65o C
75-80o C
80-85o C
85-90o C
70-75o C 80-85o C
55-60o C
65-70o C
80-85o C
80-85o C
TABEL: KOOKTIJDBEPALING MET DE
VOEDSELTHERMOMETER.
NEDERLANDS
47
TIPS EN ADVIES
Dus gebruikt u bij voorkeur ondiepe schalen met een groot oppervlak. Diepe schalen alleen voor gerechten gebruiken, waarbij het gevaar van overkoken bestaat,
bijv. voor noedels, rijst, melk enz.
RONDE EN OVALE SCHALEN
In ronde en ovale schotels worden gerechten gelijkmatiger gaar dan in hoekige, omdat de microgolf-energie zich in hoeken concentreert, waardoor de gerechten op deze plaatsen te gaar zouden kunnen worden.
BEDEKKEN
Door een gerecht te bedekken blijft het vocht in het
voedsel, waardoor de kooktijd wordt verkort. Voor het bedekken een deksel, magnetronfolie of een afdekkap gebruiken. Gerechten
die een korstje dienen te krijgen, bijv. braadvlees of kip, niet bedekken. Hierbij geldt de regel dat alles wat op het conventionele fornuis wordt bedekt ook in de magnetron dient te worden bedekt. Wat op het fornuis open wordt gekookd, kan ook in de magnetron open worden gekookd.
VOEDSEL VAN ONREGELMATIGE GROOTTE
met de dikkere of stevige kant naar buiten plaatsen.
Groenten (bijv. broccoli) met de steel naar buiten leggen. Dikkere porties hebben een langere kooktijd nodig en krijgen aan de buitenkant meer microgolf-energie,
zodat het voedsel gelijkmatig gaar wordt.
ROEREN
Het roeren van de gerechten is noodzakelijk, omdat
de microgolven eerst de buitenste gedeelten verwarmen. Hierdoor wordt de temperatuurwaarde overal gelijk en het voedsel wordt gelijkmatig verwarmd.
RANGSCHIKKING
Meerdere afzonderlijke porties, bijv. puddingvormpjes, kopjes of ongeschilde aardappelen, ringvormig op de draaitafel plaatsen. Tussen de porties ruimte open laten, zodat de microgolf-energie van alle kanten kan binnendringen.
TOEVOEGING VAN WATER
Groenten en andere gerechten die veel water bevatten, kunnenin het eigen sap of met toevoeging van een weinig water wordengekookd. Daardoor blijven vele vitaminen en mineraalstoffen inhet voedsel behouden.
VOEDSEL MET VEL OF SCHIL
zoals worstjes, kip, kippenpootjes, ongeschilde aardappelen, tomaten, appels, eigeel en dergelijke met een vork of een houten staafje doorprikken. Daardoor kan de zich vormende stoom verdwijnen, zonder dat de vel of de schil barst.
VETTE GERECHTEN
Met vet doorregen vlees en vetlagen worden sneller gaar dan magere delen. Dekt u deze delen daarom bij het garen af met een stukje aluminiumfolie of legt u het voedsel met de vette kant naar beneden.
BLANCHEREN VAN GROENTEN
Groente dient voor het invriezen te worden geblancheerd. Zo blijven de kwaliteit en de aromastoffen optimaal behouden. Procedure: De groenten wassen en kleinsnijden. 250 gr. groenten met 275 ml. water in een schotel plaatsen en toegedekt 3-5 minuten verwarmen. Na het blancheren meteen in ijswater dompelen, om het doorkoken te vermijden en daarna laten afdruipen. De geblancheerde groenten luchtdicht verpakken en invriezen.
HET INMAKEN VAN FRUIT EN GROENTEN
Het inmaken in de magnetron gaat snel en eenvoudig. In de handel zijn weckflessen, rubber ringen en passende plastiek weckflesklemmen
verkrijgbaar, die speciaal voor de magnetron geschikt zijn. De fabrikanten geven nauwkeurige gebruiksaanwijzingen.
KLEINE EN GROTE
HOEVEELHEDEN
De tijden in uw magnetron zijn geheel afhankelijk van de hoeveelheid van het voedsel dat u wilt ontdooien, verwarmen of koken. Dat houdt in dat kleine porties sneller gaar worden dan grote. Als vuistregel geldt: DUBBELE HOEVEELHEID = BIJNA DUBBELE TIJD HALVE HOEVEELHEID = HALVE TIJD
DIEPE EN ONDIEPE SCHALEN
Beide schalen hebben hetzelfde volume, maar in de diepe schaal is de kooktijd langer dan in de ondiepe.
48
TIPS EN ADVIES
VERWARMEN
OMDRAAIEN
Middelgrote porties zoals hamburgers en steaks, tijdens het koken één keer draaien, om de kooktijd te verkorten. Grote porties zoals braadvlees en kip, moeten worden omgedraaid, omdat de naar boven toe gekeerde zijde meer microgolf-energie krijgt en zou kunnen uitdrogen indien deze niet wordt omgedraaid.
STANDTIJD
Het aanhouden van de standtijd is een van de belangrijkste microgolf-regels. Bijna alle gerechten die in de magnetron worden ontdooid, verwarmd of gekookd, hebben een korte of langere standtijd nodig waarin een temperatuurgelijkmatigheid plaatsvindt en de vloeistof zich overal gelijk in het voedsel bevindt.
BRUINERINGSMIDDELEN
Gerechten worden na een kooktijd van meer dan 15 minuten bruin. Deze bruine kleur kan men echter niet vergelijken met de intensieve bruinering en korst bij het conventionele koken. Om een aantrekkelijke
bruine kleur te verkrijgen, kunnen er bruineringsmiddelen worden gebruikt. Meestal worden ze tegelijk als kruiden gebruikt.
Hiernavolgend vindt u enkele adviezen voor bruineringsmiddelen en gebruiksmogelijkeden:
Panklare gerechten in aluminium dienen uit de aluminium verpakking te worden genomen en op een bord of in een schaal te worden verwarmd.
Bij gesloten schalen de deksels verwijderen.
Gerechten met magnetronfolie, bord of afdekkap
(in de handel verkrijgbaar) bedekken, zodat het oppervlak niet uitdroogt. Dranken behoeven niet te worden afgedekt.
Bij het koken van vloeistoffen zoals water, koffie, thee of melk een glazen staafje in de beker/kan plaatsen.
Grotere hoeveelheden, indien mogelijk af en toe roeren, zodat de temperatuur zich gelijkmatig verspreid.
De tijden zijn vermeld voor het voedsel op een kamertemperatuur van 20°C. Bij voedsel op koelkasttemperatuur wordt de verwarmingstijd in geringe mate verhoogd.
Laat u de gerechten na het verwarmen één tot twee minuten staan, zodat de temperatuur zich gelijkmatig binnen het gerecht kan verspreiden (standtijd).
De vermelde tijden zijn richtlijnen, die naargelang de uitgangstemperatuur, het gewicht, het watergehalte, vetgehalte en de gewenste eindtoestand etc. kunnen variëren.
Gesmolten boter en paprikapoeder
Paprikapoeder Sojasaus Barbecue- en Worcestersaus, braadvleessaus Gesmolten spekdobbelsteentjes of gedroogde uien Cacao, chocokruimels bruine glazuren, honing en confituren
gevogelte
soufflé's, kaastosties vlees en gevogelte braadvlees, klein gebraden vlees soufflé's, tosties, soepen, stamppotten taart en desserts
het gevogelte met de boter/paprikamengsel bestrijken met paprikapoeder bestuiven met de saus bestrijken met de saus bestrijken met de spekdobbelsteentjes of gedroogde uien bestrooien taarten en desserts hiermee bestrooien of bedekken.
BRUINERINGSMIDDEL
GERECHTEN
METHODE
NEDERLANDS
49
ONTDOOIEN
HET KOKEN VAN VERSE GROENTEN
De magnetron is ideaal voor het ontdooien van voedsel. De dooitijden zijn korter dan bij het ontdooien optraditionele wijze. Hierna volgen enkele tips. Neem het vriesgoed uit de verpakking en leg het voor hetontdooien op een bord.
VERPAKKINGEN EN RESERVOIRS
Zeer geschikt voor het ontdooien en verwarmen van gerechten zijn verpakkingen en reservoirs die geschikt zijn voor de magnetron en zich zowel lenen voor de diepvries (tot ca. min - 40° C) alsook hittebestendig zijn (tot ca. 220° C). Zo kunt u in hetzelfde serviesgoed ontdooien, verwarmen en zelfs koken, zonder de gerechten tussendoor te moeten overgieten.
BEDEKKEN
Dunnere gedeelten voor het ontdooien met kleine
aluminium stroken bedekken. Ontdooide of warme gedeelten tijdens het ontdooien eveneens met aluminium stroken bedekken.
Hierdoor voorkomt u dat dunnere gedeelten vlug te heet worden, terwijl dikkere delen nog bevroren zijn. Het magnetronvermogen eerder te laag dan te hoog instellen. Zo bereikt u een gelijkmatig dooiresultaat. Als het magnetronvermogen te hoog ingesteld is, wordt het oppervlak van het voedsel reeds gaar, terwijl het binnenste gedeelte nog bevroren is.
OMDRAAIEN/ROEREN
Vrijwel alle gerechten moeten af en toe een keer worden omgedraaid of geroerd. Delen, die aan elkaar vastzitten, zo
spoedig mogelijk van elkaar scheiden en anders rangschikken. Kleinere hoeveelheden ontdooien gelijkmatiger en sneller dan grote. Wij adviseren daarom zo klein mogelijke porties in te vriezen. Zo kunt u snel en gemakkelijk hele menu's samenstellen. Gevoelige gerechten, zoals taart, slagroom, kaas en brood, niet geheel ontdooien, maar slechts voordooien en op kamertemperatuur verder laten ontdooien. Daardoor voorkomt u dat de buitenste gedeelten reeds te heet worden, terwijl de binnenste nog bevroren zijn. De standtijd na het ontdooien van voedsel is zeer belangrijk, omdat de dooiprocedure gedurende deze tijd wordt voortgezet. In de dooitabel vindt u de standtijd voor verschillende gerechten. Dikke, compacte gerechten hebben een langere standtijd nodig dan vlakke of gerechten met een poreuze structuur. Als het voedsel niet voldoende ontdooid is, kunt u het verder ontdooien in de magnetron of de standtijd dienovereenkomstig verlengen. Gerechten na de standtijd bij voorkeur onmiddellijk verder verwerken en niet opnieuw invriezen.
Let bij het kopen van groenten op, dat de stukken
zoveel mogelijk van gelijke grootte zijn. Dit is vooral van belang, wanneer u de groenten heel wilt koken (bijv. ongeschilde aardappelen).
Groenten voor de bereiding wassen, panklaar
maken en pas dan de vereiste hoeveelheid voor het recept afwegen en snijden.
Kruidt zoals normaal, maar voeg in het algemeen
pas na het koken zout toe,
Per 500 gr. groenten ca. 5 EL water toevoegen.
Groenten die rijk aan vezels zijn, hebben wat meer water nodig. De nodige gegevens hierover vindt u in de tabel. Zie blz. 106.
Groenten worden in het algemeen in een schaal
met deksel gekookd. Vloeistofrijke groenten, zoals bijv. uien of geschilde aardappelen, kunnen zonder toevoeging van water in magnetronfolie worden gekookd.
Groenten na de helft van de kooktijd roeren of
omdraaien.
Na het koken dient u de groenten ca. 2 min. te
laten staan,zodat de temperatuur zich gelijkmatig verspreid (standtijd).
De vermelde kooktijden zijn richtlijnen en zijn
afhankelijk van gewicht, uitgangstemperatuur en hoedanigheid van de groenten. Hoe verser de groenten, des te korter zijn de kooktijden.
Loading...
+ 18 hidden pages