Sharp GX30 User Manual [nl]

Page 1
Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze GX30 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Bij dezen verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze GX30 voldoet aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende Internet­adres: http://www.sharp-mobile.com
Page 2

Inleiding

Gefeliciteerd met uw aankoop van de GX30.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens verloren gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op andere wijze niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen, directe of indirecte, verantwoordelijkheid v oor financiële verliezen of claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval van gestolen creditcardnu mmers, het verlies of wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
• De indeling van de schermen in deze gebruikershandleiding kan verschillend zijn van de feitelijke.
De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven functies worden mogelijk niet in alle gevallen door een netwerk ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantw oordelijkheid voor inhoud, informatie, enz. die van het netwerk wordt gedownload.
• De CGS-LCD is een product met hoogwaardige technologie waarmee u een mooie beeldkwaliteit krijgt. Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of heldere pixels verschijnen. Dit heeft echter geen invloed op de functies of prestaties van de telefoon.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privé­doeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor worden andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen rechten kan uitoefenen die uitgebreider zijn of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden a uteursrechtelijk beschermd materiaa l te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden voorkomen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inleiding 1
Page 3
Powered by JBlend™ Copyright 1997­2003 Aplix Corporation. All rights reserved. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
Powered by Mascot Capsule Mascot Capsule
Corporation ©2002-2003 HI Corporation. All Rights Reserved.
®
is a registered trademark of HI
®
/Micro3D Edition™
T9 Text Input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/ DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat. Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending worldwide.
SD logo is a trademark.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the following United States Patents and/or their domestic or foreign counterparts and other patents pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262: 4,785,450 & 4,811,420.
Licensed under U.S. Patent 4,558,302 and foreign counterparts.
2Inleiding
Bluetooth is a trademark of the Bluetooth SIG, Inc.
The Bluetooth word mark and logos are owned by the Bluetooth SIG, Inc. and any use of such marks by Sharp is under license. Other trademarks and trade names are those of their respective owners.
CP8 PATENT
Page 4

Handige functies en diensten van de telefoon

Uw telefoon heeft de volgende mogelijkheden:
• Ingebouwde digitale camera waarmee u foto’s kunt maken en videoclips kunt opnemen.
• Maken en lezen van SMS-berichten.
• Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u uw telefoon op verschillende manieren persoonlijker maken: u kun t MMS-berichten verstu ren en ontvangen met toevoeging van grafische afbeeldingen, foto’s, geluiden en videoclips.
• Een WAP-browser waarmee u op het Internet voor mobiele toepassingen toegang heeft tot een grote verscheidenheid aan informatie.
• Java™-toepassingen. U kunt via het Internet voor mobiele toepassingen ook verschillende soorten toepassingen downloaden vanaf de website van Vodafone.
• Intern CGS (Continuous Grain Silicon) LCD­kleurendisplay waarop beelden scherp en duidelijk worden weergegeven.
• Extern kleurendisplay waarmee u snel kunt zien wie u belt en of er nieuwe berichten zijn.
• Telefoonlamp met een groot aantal functies: functioneert als een cameraflitser, oplaadaanduiding van de batterij, aanduiding voor inkomende gesprekken en als eenvoudige zaklantaarn.
• Met de ringtonebewerkingsfunctie kunt u originele ringtonen maken tot 32 stemmen.
• Spraakrecorderfunctie waarmee u tekst kunt inspreken en deze ingesproken tekst kunt afspelen.
• MP3-speler waarmee u MP3-geluidsbestanden kunt afspelen.
• Een geheugenkaartsleuf voor connectiviteit met een PC via gebruik van de geheugenkaart.
• Bluetooth-interface waarmee contact kan worden gemaakt met een ander, voor Bluetooth geschikt apparaat (alleen handsfree headset voor Bluetooth of hands free car kit voor Bluetooth).
Inleiding 3
Page 5

Inhoudsopgave

Inleiding .............................................................1
Handige functies en diensten van de telefoon .......3
Inhoudsopgave .................................................4
Uw telefoon .......................................................7
Optionele accessoires ............................................7
Beginnen ...........................................................8
De SIM-kaart en de batterij plaatsen ...................11
De batterij opladen ...............................................15
De geheugenkaart plaatsen ..................................16
De geheugenkaart verwijderen ............................18
Uw telefoon aan- en uitzetten ..............................18
Display-indicators (Intern display) ......................19
Display-indicators (Extern display) .....................22
Belfuncties ......................................................24
Bellen ...................................................................24
Snelkiezen ............................................................24
Opnieuw kiezen ...................................................25
Een gesprek beëindigen .......................................25
Een oproep beantwoorden ...................................26
Menu’s tijdens een gesprek .................................27
Tekens invoeren .............................................32
De invoertaal wijzigen .........................................33
De invoermethode wijzigen ................................. 33
4 Inhoudsopgave
Tekstsjablonen gebruiken ....................................34
Gebruik van het menu ................................... 35
Overzicht van menufuncties ................................37
Lijst contacten .............................................. 38
De Lijst contacten oproepen ................................38
Het geheugen van de Lijst contacten
selecteren .............................................................38
Nieuwe naam toevoegen .....................................39
Een naam en nummer zoeken ..............................43
Bellen vanuit de Lijst contacten ..........................43
Items van de Lijst contacten bewerken ................44
Eén item uit de Lijst contacten verwijderen ........45
Alle items uit de Lijst contacten verwijderen ......45
Groepen weergeven .............................................45
Geheugenstatus ....................................................48
Snelkiezen ............................................................49
Berichten verzenden ............................................49
Locatienummer van telefoonnummer
verwisselen ..........................................................50
Camera ........................................................... 51
Foto maken ..........................................................51
Video opnemen ................................................... 59
Page 6
Berichten ....................................................... 66
MMS ...................................................................66
SMS ....................................................................77
Cell Broadcast .....................................................84
Regio info ...........................................................86
Vodafone live! ............................................... 87
De WAP-browser weergeven ..............................87
Navigeren door een WAP-pagina ........................88
Mijn Telefoon ................................................ 92
Mijn afbeeldingen ...............................................92
Mijn games & meer ............................................99
Mijn ringtones ...................................................102
Video’s ..............................................................105
Mijn bookmarks ................................................ 108
Mijn sjablonen ..................................................109
Geheugenstatus .................................................110
Games & meer ............................................ 111
Toepassingen uitvoeren ....................................111
Achtergrond ......................................................111
Meer downloads ................................................112
Instellingen .......................................................112
Java™ informatie ..............................................116
Toepassingen ............................................. 117
Vodafone menu .................................................117
MP3-speler ........................................................117
Kalender ............................................................118
Alarmen ............................................................121
Rekenmachine ...................................................124
Spraakrecorder ..................................................125
Ringtone-editor .................................................127
Help ...................................................................136
Profielen ...................................................... 137
Een profiel activeren ..........................................137
Profielen aanpassen ............................................138
Profielinstellingen resetten ................................138
Volume belsignaal .............................................139
Ringtone toewijzen ............................................139
Trilalarm ............................................................140
Opnamelicht .......................................................140
Toetstonen ..........................................................140
Waarschuwingstoon ...........................................141
Geluid bij inschakelen/uitschakelen ..................142
Berichtsignaal ....................................................142
Batterij bijna leeg ...............................................143
Vermindering echo ............................................143
Antwoord met willekeurige toets .......................144
Contacten .................................................... 145
Gespreksregister ................................................145
Gesprekstimers ..................................................146
Gesprekskosten .................................................147
Datateller ...........................................................150
Inhoudsopgave 5
Page 7
Snelkiezen .........................................................150
Mijn nummers ...................................................151
Instellingen ..................................................152
Telefooninstellingen ......................................... 152
Oproepinstellingen ............................................165
Doorschakelen ..................................................168
Geheugenkaart ..................................................170
Verbindingen ....................................................171
Internet-instellingen ..........................................176
Netwerkinstellingen ..........................................182
Beveiliging ........................................................184
Fabrieksinstellingen ..........................................190
De GX30 aansluiten op uw PC ....................191
Systeemvereisten ...............................................191
GSM/GPRS modem ..........................................191
Handset Manager ...............................................191
Installatie van de software .................................192
Opmerking .........................................................192
Problemen oplossen ....................................193
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksvoorwaarden ..................................195
GEBRUIKSVOORWAARDEN .......................195
OMGEVING .....................................................198
GEBRUIK VAN DE TELEFOON
IN EEN AUTO ..................................................199
6 Inhoudsopgave
SAR ....................................................................199
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
GEBRUIK IN DE VERENIGDE STATEN ......200
Index ............................................................. 203
Page 8

Uw telefoon

Controleer zorgvuldig het volgende. In het pakket moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• GSM 850/900/1800/1900 GPRS telefoon
• Oplaadbare Li-ion accu
• Batterijlader
• Hands Free-kit
•CD-ROM
• SD-geheugenkaart
• Gebruikershandleiding

Optionele accessoires

• Li-ion reserve-accu (XN-1BT30)
• Li-ion accu met hoge capaciteit (XN-1BT31)
• Sigarettenaansteker-oplader (XN-1CL30)
• USB-gegevenskabel (USB-kabel: XN-1DC30)
• Batterijlader (XN-1QC31)
• Persoonlijke Hands Free-kit (XN-1ER20)
Het is mogelijk dat bovengenoemde accessoires in bepaalde landen niet leverbaar zijn. Neem voor bijzonderheden contact op met uw dealer.
Uw telefoon 7
Page 9

Beginnen

1
2 3
4 5
6
7
8Beginnen
10 11
12
13 14
15 16
17
8
9
18
19
24
25
26
27
20
21
22
23
Page 10
1. Luistergedeelte
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
Hiermee verplaatst u de cursor om menu-onderdelen te selecteren, etc. In deze handleiding worden met a, b, c, d deze toetsen
Pijltoetsen omhoog/omlaag:
Pijltoets links: Toont in de standby-modus
Pijltoets rechts: Toont in de standby-modus
3. Middelste toets: Toont het hoofdmenu in de
4. Linkerdisplaytoets: Voert de functie uit aan de
aangeduid. Om in de standby-modus
items in de Lijst contacten op te roepen.
een lijst van toepassingen in Opgeslagen downloads.
het scherm Mijn afbeeldingen.
standby-modus en voert functies uit. In deze handleiding wordt met
deze toets aangeduid.
linkeronderzijde van het scherm. In deze handleiding wordt met A deze toets aangeduid.
5. Verzend-toets: Om te bellen of inkomende
6. Voicemail-toets:
7. * /Shift-toets, Wisseltoets zoeker:
8. Intern display
oproepen te accepteren, of in de standby-modus het gesprek weer te geven.
Houd deze toets ingedrukt om automatisch uw voicemail op te halen. (Hangt af van de SIM-kaart.)
Hiermee kunt u wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U heeft vier mogelijkheden: Abc, ABC, 123 en abc. Hiermee kan in de modus voor de digitale camera/videocamera van zoeker worden gewisseld tussen het interne display en het externe display.
9. Rechterdisplaytoets: Voert de functie uit aan de
rechteronderzijde van het scherm. In deze handleiding wordt met C deze toets aangeduid.
Om toegang te krijgen tot “Vodafone live!” door in de standby-modus de browser te openen.
Beginnen 9
Page 11
10.Einde/AAN/UIT-toets:Beëindigt een gesprek,
schakelt de telefoon in/uit.
11.Camera-toets: Om in de standby-modus de digitale camera te starten.
12.Toetsenblok
13. #/Flitslamptoets: Om heen en weer te gaan
tussen symboolschermen. Druk op deze toets en houd deze ingedrukt om afwisselend te kiezen tussen gewone tekstinvoer en T9­invoer. Schakelt de flitser/hulplamp in en uit in de modus voor de digitale camera/videocamera.
14. Microfoon
15. Antenne
16.Camera
17. Luidspreker
10 Beginnen
18. Telefoonlamp: Wordt gebruikt als een flitser
of hulplamp in de modus voor de digitale camera/ videocamera, als oplaadaanduiding voor de batterij, of aanduiding van inkomende gesprekken, data/ fax-gesprekken of berichten.
19.Extern display
20. Infraroodpoort: Hiermee worden via
infrarood gegevens verzonden en ontvangen.
21. RF-connector
22. Toetsen omhoog/omlaag aan de zijkant:
Hiermee verplaatst u de cursor om menu-onderdelen te selecteren, het headsetvolume in te stellen, enz. Druk in de standby- modus op deze toets om de telefoonlamp aan en uit te zetten. Wanneer de telefoonlamp aan is, kunt u op deze toets drukken om het opnamelicht te wijzigen.
23.Batterijdeksel
Page 12
24.Macro-schakelaar: Hiermee wordt heen en weer (Close-up) geschakeld tussen de normale
stand ( ) en de macro­stand ( ).
25. Hands Free-kit connector
26. Deksel geheugenkaartsleuf
27. Externe connector: Wordt gebruikt om de
batterijlader of USB­datakabel aan te sluiten.

De SIM-kaart en de batterij plaatsen

1. Schuif het batterijdeksel weg ( ).
1
2
Beginnen 11
Page 13
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder. 3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten van
de batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuven
, en plaats vervolgens de batterij in de telefoon .
12 Beginnen
2
1
SIM-kaart
Page 14
4. Plaats het deksel van de batterij terug en schuif dit zoals
getoond dicht.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat de standaardaccu (XN-1BT30) of de
optionele Li-ion accu met hoge capaciteit (XN-1BT31) wordt gebruikt.
De SIM-kaart en de batterij verwijderen
1. Zorg ervoor dat u uw telefoon uitschakelt en de oplader
en andere accessoires verwijdert. Schuif het batterijdeksel weg .
1
2
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
Beginnen 13
Page 15
3. Houd voorzichtig ingedrukt terwijl u de SIM-kaart
uit de SIM-houder schuift.
1
2
14 Beginnen
Batterij afdanken
Het apparaat wordt gevoed door een batterij. Houd u aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor chemisch afval, uw dealer of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur of water, en geef de batterij niet met het gewone huishoudelijk afval mee.
Page 16

De batterij opladen

Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u de batterij eerst 2 uur lang opladen.
Gebruik van de oplader
1. Sluit de oplader aan op het externe contactpunt aan de
onderzijde van de telefoon door beide zijden (aangegeven met pijlen) ingedrukt te houden, en sluit de oplader vervolgens aan op een stopcontact.
Telefoonlamp
De telefoonlamp brandt tijdens het opladen in een rode kleur. Normale oplaadtijd: Ongeveer 2 uur.
Opmerking
• De oplaadtijd kan variëren al naargelang de staat van de batterij en andere omstandigheden. (Zie “Batterij” op pagina 196.)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Werp lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
De oplader verwijderen
Druk de knoppen aan de zijkant van de oplader in en verwijder vervolgens de oplader uit het externe contactpunt van de telefoon.
2. Als de batterij volledig opgeladen is, dooft de
telefoonlamp. Haal de stekker uit het stopcontact en haal de opladerconnector vervolgens uit de telefoon.
Opmerking
• Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd, omdat deze uw telefoon kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen maken; zie “Batterij” op pagina 196 voor bijzonderheden.
• Tijdens het opladen van de telefoon wordt rechts boven in het scherm het animatiepictogram ( ) weergegeven dat de batterijstatus aangeeft.
Beginnen 15
Page 17
De batterij opladen met de sigarettenaansteker­oplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan via de sigarettenaanstekerbus in uw auto de batterij worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
De status van de batterij wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het intern en extern display.
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Wanneer de batterij zwak wordt, klinkt een alarm en verschijnt “ ” op het interne display en extern display. Als u uw telefoon gebruikt en u dit alarm hoort, laad de telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking niet meer gegarandeerd. De batterij werkt mogelijk nog maar vijf minuten voordat de telefoon zichzelf tijdens een gesprek uitschakelt.
Batterij-indicators Oplaadstatus
Voldoende opgeladen
Gedeeltelijk opgeladen
Opladen aanbevolen
Opladen vereist
Leeg
16 Beginnen

De geheugenkaart plaatsen

1. Zet de telefoon uit.
2. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf.
3. Steek de geheugenkaart in zijn geheel in de telefoon.
Page 18
4. Sluit het deksel.
2
1
Opmerking
• De miniSD-geheugenkaart kan met uw telefoon niet worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld wordt voordat u de geheugenkaart plaatst.
• Gebruik alleen SD-geheugenkaarten tot 512 MB, of MMC tot 128 MB.
• Let erop dat u de kaart niet achterstevoren of ondersteboven in de telefoon plaatst.
• De SD-geheugenkaart heeft een wisbeveiligingsschuifje waarmee u kunt voorkomen dat u abusievelijk gegevens wist. Als u het schuifje naar de vergrendelde stand schuift, kunt u bestanden niet opslaan of verwijderen.
• Open het deksel van de geheugenkaartsleuf niet terwijl de geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer u gegevens op de geheugenkaart opslaat. De kaart kan anders zo beschadigd raken dat u deze niet meer kunt gebruiken.
• Houd geheugenkaarten uit de buurt van kleine kinderen.
Mapconfiguraties geheugenkaart
Op de geheugenkaart worden vier mappen gemaakt: PICTURES, SOUNDS, VIDEOS en BACKUP. In de betreffende mappen worden afbeeldingen, geluiden en videoclips opgeslagen.
Tip
• Wanneer de geheugenkaart in gebruik is, ziet u de volgende symbolen:
: Verschijnt wanneer de kaart is geplaatst. : Verschijnt wanneer de kaart is geplaatst en
vergrendeld.
: Verschijnt wanneer de kaart beschadigd is of niet
kan worden gebruikt.
: Verschijnt wanneer de kaart vergrendeld en
beschadigd of onbruikbaar is.
: Verschijnt wanneer er door de telefoon op de kaart
wordt geschreven of gelezen.
: Verschijnt wanneer de kaart wordt geformatteerd.
Beginnen 17
Page 19

De geheugenkaart verwijderen

1. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf, verwijder
de kaart en sluit het deksel.
Opmerking
• Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld wordt voordat u de geheugenkaart verwijdert.
• Verwijder de geheugenkaart niet terwijl de geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer u gegevens op de geheugenkaart opslaat.
18 Beginnen

Uw telefoon aan- en uitzetten

Om uw telefoon aan te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden. Vervolgens verschijnt het standby-scherm. Om uw telefoon uit te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden.
Uw PIN-code invoeren
Indien geactiveerd wordt u gevraagd uw PIN-code in te voeren nadat u de telefoon heeft aangezet.
1. Voer uw PIN-code in.
2. Druk op .
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN­code inschakelen/uitschakelen” op pagina 184.
Page 20
Lijst contacten kopiëren vanaf de SIM-kaart
Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon plaatst en de Lijst contacten start, dan wordt u gevraagd of u items van de Lijst contacten op de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de instructies op het scherm uit, of kopieer personen op een later tijdstip met het menu Lijst contacten. Dat werkt als volgt:
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op a, b, c of d om “Contacten” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Lijst contacten” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op a of b om “Alles kopiëren v SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op A [Ja] om met kopiëren te beginnen.
Om het kopiëren te annuleren, drukt u bij stap 7 op C [Nee].

Display-indicators (Intern display)

Statusindica­tors
Linkerdis­playtoets
Middelste toets/navigatietoetsen
Rechterdisplay­toets
Beginnen 19
Page 21
Statusindicators
1. / : Geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is/dat het netwerk buiten bereik is.
2. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor GPRS-communicatie staat en binnen bereik is. Knippert tijdens GPRS-transmissie.
3. //:
Verschijnt wanneer er een nieuwe SMS-, MMS- of WAP-melding is gearriveerd.
4. : Verschijnt wanneer de geheugenkaart (p. 16) is geplaatst.
5. / : Verschijnt wanneer de toepassing uitgevoerd (kleurrijk) of onderbroken (sepia) wordt.
6. (Geen display)/ / / / : Geeft de status van de telefoon aan (Normaal/Actief/Auto/Headset/Stil).
7. : Verschijnt wanneer de T9­tekstinvoermodus geactiveerd is.
20 Beginnen
8. ///: Geeft de tekstinvoermodus aan (alleen eerste letter een hoofdletter/alle letters hoofdletters/alle letters kleine letters/ numerieke modus).
9. : Verschijnt wanneer “Doorschakelen” (p. 168) ingesteld is op “Alle oproepen”.
10. / : Verschijnt tijdens weergave van een beveiligde WAP-pagina.
11. : Verschijnt bij een inkomend gesprek.
12. : Verschijnt tijdens een gesprek.
13. / : Verschijnt wanneer de WAP- of MMS­communicatie in de CSD- of GPRS­modus staat.
14. : Geeft de batterijstatus aan.
15. : Verschijnt wanneer uw telefoon buiten uw netwerk aan het “roamen” is.
16. : Verschijnt wanneer “Volume belsignaal” (p. 139) ingesteld is op “Stil”.
Page 22
17. : Verschijn t wanneer het trilalarm (p. 140) is ingesteld.
18. : Verschijnt wanneer de USB­gegevenskabel op uw telefoon is aangesloten.
19. / : Verschijnt wanneer “Infrarood” aan is/ tijdens verbinding.
20.
//: Verschijnt wanneer de B luetooth-functie
21. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de
22. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de
23. : Verschijnt wanneer Postvak UIT MMS-
24. : Verschijnt wanneer er een
geactiveerd is, wanneer communicatie plaatsvindt met de Hands Free headset voor Bluetooth of met de Hands Free Car Kit voor Bluetooth.
modus voor datacommunicatie staat.
modus voor faxcommunicatie staat.
berichten bevat waarvan de verz ending is mislukt.
voicemailbericht opgeslagen is.
/ : Verschijnt wanneer het dagelijks alarm
25. of het alarm voor de gespecificeerde datum en tijd ingesteld is.
Displaytoets-indicators
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de corresponderende toets worden ingedrukt.
26. Gebied aan de linkeronderzijde van het scherm:
27. Gebied aan de rechteronderzijde van het scherm:
Toont de bewerking die kan worden uitgevoerd door de linkerdisplaytoets.
Toont de bewerking die kan worden uitgevoerd door de rechterdisplaytoets.
Beginnen 21
Page 23
Indicators middelste toets/navigatietoetsen
Don
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de corresponderende toets worden ingedrukt.
Gebied in het midden aan de onderzijde van het scherm:
28.
29. Indicator rond de middelste toets:
22 Beginnen
Toont de bewerking die kan worden uitgevoerd door de middelste toets. (Voor opties van de middelste toets gebruikt u het menu Opties dat wordt weergegeven door de linkerdisplaytoets.)
Verschijnt wanneer navigatie omhoog, omlaag, naar rechts of naar links beschikbaar is.

Display-indicators (Extern display)

Statusindi­cators
Don
Statusindi­cators
Statusindicators
1. : Geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is.
2. : Verschijnt wanneer een nieuwe SMS-, MMS- of WAP-melding is gearriveerd.
3. : Verschijnt bij een inkomend gesprek.
4. : Verschijnt tijdens een gesprek.
Page 24
5. / : Verschijnt wanneer de WAP- of MMS­communicatie in de CSD- of GPRS­modus staat.
6. : Geeft de batterijstatus aan.
7. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor GPRS-communicatie staat en binnen bereik is. Knippert tijdens GPRS-transmissie.
8. : Verschijnt wanneer Postvak UIT MMS­berichten bevat waarvan de verz ending is mislukt.
9. : Verschijnt wanneer “Volume belsignaal” (p. 139) ingesteld is op “Stil”.
10. : Verschijnt wanneer “Doorschakelen” (p. 168) ingesteld is op “Alle oproepen”.
11. : Verschijnt wanneer uw telefoon buiten uw netwerk aan het “roamen” is.
12. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor datacommunicatie staat.
13. : Verschijnt wanneer de telefoon in de modus voor faxcommunicatie staat.
14. : Verschijnt wanneer de USB­gegevenskabel op uw telefoon is aangesloten.
15. / : Verschijnt wanneer “Infrarood” aan is/ tijdens verbinding.
//: Ve rschijnt wanneer de Bluetooth-functie
16. geactiveerd is, wanneer communicatie plaatsvindt met de Hands Free headset voor Bluetooth of met de Hands Free Car Kit voor Bluetooth.
17. / : Verschijnt wanneer het dagelijks alarm of het alarm voor de gespecificeerde datum en tijd ingesteld is.
18. : Verschijnt wanneer de geheugenkaart (p. 16) is geplaatst.
Beginnen 23
Page 25

Belfuncties

Bellen

1. Voer het net- en abonneenummer in dat u wilt bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op C [Wissen] om het nummer links van de cursor te verwijderen.
2. Druk op D om het gesprek tot stand te brengen.
Noodgevallen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnummer)
in.
2. Druk op D om het gesprek tot stand te brengen
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen bereik is.
24 Belfuncties
Internationale gesprekken
1. Houd P ingedrukt totdat het teken “+” (internationaal
voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer het landnummer in, gevolgd door het netnummer
en abonneenummer.
3. Druk op D om de persoon te bellen.
Opmerking
• In de meeste gevallen moet u de 0 van het abonneenummer niet invoeren als u internationaal wilt bellen. (In sommige landen kan dit anders zijn.)

Snelkiezen

Uit het geheugen (telefoon of SIM) van de Lijst contacten kunnen maximaal 9 telefoonnummers worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (H t/m O en Q) kunt u de nummers bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen van Snelkiezen, zie “Snelkiezen” op pagina 49.
1. Om met de snelkiesfuncti e een nummer te bellen, houdt
u een van de cijfertoetsen ingedrukt (H t/m O en Q).
Het telefoonnummer dat opgeslagen is onder Snelkiezen wordt gebeld.
Page 26

Opnieuw kiezen

In het gespreksregister kunt u de nummers bellen van gemiste of binnengekomen oproepen, of de nummers die u zelf heeft gebeld. Elke lijst kan maximaal 10 nummers bevatten.
1. Druk tijdens standby op D.
2. Druk op c of d om een categorie te selecteren. U
heeft de keus uit “Gekozen nummers”, “Gemiste oproepen” en “Ontvangen oproepen”.
3. Druk op a of b om het nummer te selecteren dat u
wilt bellen.
4. Druk op D om het nummer opnieuw te kiezen.
Automatisch opnieuw kiezen
Met deze instelling kunt u uw telefoon automatisch het nummer laten bellen wanneer de eerste poging geen succes had omdat de gebelde persoon in gesprek was. Als u wilt stoppen automatisch opnieuw kiezen, druk dan op F of C [Einde].
Automatisch opnieuw kiezen wordt als volgt ingesteld
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Oproepinstellingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Autom. nr. herhaling” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Aan” te selecteren om
automatisch opnieuw kiezen in te schakelen of “Uit” om deze functie uit te schakelen, en druk vervolgens op
.
Opmerking
• Als u een inkomend gesprek ontvangt, wordt de functie “opnieuw kiezen” onderbroken.
• Opnieuw kiezen is niet mogelijk met fax- en datagesprekken.

Een gesprek beëindigen

1. Druk op F om het gesprek te beëindigen.
Tip
• Wanneer de Hands Free-kit op de telefoon aangesloten is, kunt u een gesprek beëindigen door op de Antwoord­toets te drukken.
Belfuncties 25
Page 27

Een oproep beantwoorden

Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en knippert de telefoonlamp.
1. Open uw telefoon.
2. Druk op D, of
beantwoorden. Of druk op een willekeurige toets behalve F en C [In gesprek] wanneer de functie “Antw. willek. toets” ingeschakeld is. Met deze functie kunt u een oproep beantwoorden door een willekeurige toets in te drukken. Stel in elk profiel deze functie in (p. 144).
Tip
• Wanneer de Hands Free-kit op de telefoon aangesloten is, kunt u gesprekken beantwoorden door op de Antwoord-toets te drukken.
• Wanneer de Hands Free-kit op de telefoon is aangesloten en de functie “antwoord met willekeurige toets” ingeschakeld is, kunt u oproepen beantwoorden door een van de toetsen aan de zijkant (omhoog of omlaag) in te drukken.
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van de beller het nummer verzendt, dan verschijnt dat nummer op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in de Lijst contacten zijn opgeslagen, dan verschij nt op het scherm de naam en het telefoonnummer van de beller.
26 Belfuncties
[Antwoorden] om het gesprek te
A
• Als het nummer een geheim nummer is, dan verschijnt op het display “Afgeschermd”.
• Als een oproep wordt ontvangen van een persoon wiens foto in de Lijst contacten is opgeslagen, dan worden afwisselend het display en de foto getoond.
Een inkomend gesprek weigeren
Een gesprek dat u niet wilt beantwoorden, kunt u weigeren.
1. Druk op F of houd een van de toetsen aan de zijkant
ingedrukt terwijl de telefoon overgaat.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
U kunt de beller van een inkomend gesprek een in-gesprek­toon laten horen om te laten weten dat u het gesprek niet kunt beantwoorden.
1. Druk op C [In gesprek] terwijl de telefoon overgaat.
Page 28

Menu’s tijdens een gesprek

Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra functies.
Headsetvolume instellen
Tijdens een gesprek kunt u het headsetvolume afstellen (en het Hands Free-volume indien de kit aangesloten is).
1. Druk tijdens een gesprek op één van de toetsen aan de
zijkant (omhoog of omlaag) om het scherm van het headsetvolume op te roepen.
2. Druk aan de zijkant op de omhoog-toets of op a om
het volume van het gesprek te verhogen of aan de zijkant op de omlaag-toets of op b om het volume te verlagen. Er kan een keuze worden gemaakt uit vijf niveaus (Niveau 1 t/m 5).
3. Druk op als het volume op het door u gewenste
niveau is ingesteld. De telefoon keert automatisch terug naar het gespreksscherm als u geen bedieningshandelingen verricht.
Een gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de wachtstand zetten.
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] om het menu
Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Wachtstand” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Het huidige gesprek wordt dan in de wachtstand gezet. Om een gesprek op te halen, drukt u op A [Opties] en druk vervolgens op a of b om “Ophalen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecter en] om uw keuze te bevestigen.
3. Voer h et telefoonnummer in van de andere persoon di e
u wilt bellen, en druk vervolgens op D.
Tip
• In plaats van stap 1 en 2 te gebruiken kunt u tijdens een gesprek ook iemand anders bellen door gewoon het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek word t dan automatisch in de wachtstand gezet.
Belfuncties 27
Page 29
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander in komend gesprek terwijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk op a
of b om “Wacht & beantw.” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om het tweede gesprek te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en nu kunt u spreken met de tweede beller.
2. Druk op A [Opties] en druk op a of b om “Gesprek
wisselen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om heen en weer te gaan tussen de twee gesprekken.
3. Druk op A [Opties] en druk op a of b om “Gesprek
afbreken” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om het huidige gesprek te beëindigen en terug te keren naar het gesprek in de wacht.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” instellen op “Aan” als u gebruik wilt maken van de dienst “Oproep in de wacht” (p. 165).
• Niet alle netwerken bieden de dienst “Oproep in de wacht”. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden, druk dan bij stap 1 op
C
op druk vervolgens op of selecteert, wordt het gespreksregister van het tweede gesprek opgeslagen als een gemist gesprek.
28 Belfuncties
[In gesprek], of druk op A [Opties] en vervolgens
a
of b om “In gesprek” of “Weigeren” te selecteren, en
A
[Selecteren]. Als u “Weigeren”
Tijdens een gesprek het SMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk
vervolgens op a of b om “SMS” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. De volgende opties zijn mogelijk: “Bericht maken” om een SMS te maken, of “Postvak IN”, “Verzonden” of “Drafts” om deze mappen te openen. Voor bijzonderheden over SMS, zie “SMS” op pagina 77.
Page 30
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 deelnemers laten deelnemen aan een conferentiegesprek.
Een conferentiegesprek beginnen
Om een conferentiegesprek te beginnen, moet er één actief gesprek zijn en één gesprek in de wachtstand.
1. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Conferentie” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Conferentie alle” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op F om het conferentiegesprek te beëindigen.
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiegesprek. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Bij stap 3 kunt u kiezen uit meerdere opties voor het conferentiegesprek:
• Om alle deelnemers in de wachtstand te zetten,
selecteert u “Conf. alle wacht”.
• Om alle deelnemers behalve het huidige gesprek in de
wachtstand te zetten, selecteert u “Privé”.
• Om het gesprek met alle deelnemers te beëindigen,
selecteert u “Alles afbreken”.
• Om het conferentiegesprek te verlaten, maar de andere sprekers de gelegenheid te geven met elkaar te blijven praten, selecteert u “Doorschakelen”.
• Om het huidige gesprek in de wachtstand te zetten en het conferentiegesprek voort te zetten met de overige deelnemers, selecteert u “Uitsluiten”.
• Om acceptatie van meer deelnemers aan het huidige gesprek af te wijzen, selecteert u “Weigeren”, of kunt u de in-gesprek-toon verzenden door “In gesprek” te selecteren.
Belfuncties 29
Page 31
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Bellen” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Voer het nummer in van de persoon die u deel wi lt laten
nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op D om de persoon te bellen.
5. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op a of b om “Conferentie” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op a of b om “Conferentie alle” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u nog meer deelnemers wilt toevoegen aan de conferentie, herhaal dan stap 1 t/m 7.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Druk tijdens een conferentiegesprek op a of b om de
persoon te selecteren wiens deelname aan het conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Gesprek afbreken” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
30 Belfuncties
Met een van de conferentiedeelnemers een privégesprek voeren
Als u met één van de conferentiedeelnemers een privé­gesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon selecteren in de conferentielijst en de andere deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Druk tijdens een conferentiegesprek op a of b om de
persoon te selecteren waarmee u wilt spreken.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Conferentie” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Privé” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Zodra u het privé-gesprek heeft beëindigd, druk dan op
A [Opties] en selecteer “Conferentie”, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op a of b om “Conferentie alle” te selecteren,
en druk vervolgens op om terug te keren naar het conferentiegesprek.
Page 32
De kiestoon (DTMF-toon) dempen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk
vervolgens op a of b om “DTMF tonen uit” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Om de demping van de kiestoon op te heffen, accentueert u bij stap 1 “DTMF tonen aan”.
Het microfoongeluid dempen
1. Druk tijdens een gesprek op C [Mic.uit] om het
microfoongeluid te onderdrukken. Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op C [Mic. aan].
Belfuncties 31
Page 33

Tekens invoeren

Als u tekens wilt invoeren om items in de Lijst contacten op te nemen, SMS- of MMS-berichten te maken, etc., druk dan op de corresponderende toetsen. Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets zo vaak in totdat het gewenste teken wordt getoond. Voorbeeld: druk eenmaal op H om de letter “A” te krijgen of tweemaal om de letter “B” te krijgen.
Tabel met tekens
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende teken in de reeks. De volgorde varieert al naargelang de geselecteerde taal.
Nederlands
Toets Hoofdletters Kleine letters
.
(punt) , (komma) -(verbindingsstreepje)
G
(apostrof) @ :1
ABCЗДБАВ2 abcздбав2 2
H
DEFËÉÈÊ3 defëéèê3 3
I
GHIÏÍÌÎ4 ghiïíìî4 4
J
JKL5 jkl5 5
K
MNOÖÓÒÔ6 mnoöóòô6 6
L
PQRS7 pqrsß7 7
M
32 Tekens invoeren
? !
Numeriek
1
Toets Hoofdletters Kleine letters
TUVÜÚÛÙ8 tuvüúûù8 8
N
WXYZ9 wxyz9 9
O
(spatie)+ = < > € £ $ ¥ % &0 0
Q
Hiermee kunt u wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U heeft vier mogelijkheden:
P
Abc, ABC, 123 en abc.
.,?!:;-+#* @' " ( )_&€£$ %/ ˜<>§= \ | ¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
R
ЖеджаЗЙий м СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓ ΛΩΠΨΣΘ Ξ (spatie)
Numeriek
G - O:Indrukken en ingedrukt houden om cijfers
tussen 0 en 9 in te voeren.
P: Indrukken en ingedrukt houden om * in te
voeren.
R: Indrukken en ingedrukt houden om te
wisselen tussen gewone tekstinvoer en T9-tekstinvoer.
Page 34

De invoertaal wijzigen

Op het tekstinvoerscherm kunt u de invoertaal wijzigen.
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Invoertaal” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de door u gewenste taal te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.

De invoermethode wijzigen

T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Invoermethode” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de T9-modus (T9 Abc, T9 ABC,
T9 abc) te selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Op het interne display verschijnt “ ” .
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de betreffende
toets éénmaal in. Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren, drukt u op J L I.
5. Als het wee rgegeven woord niet het woord is dat u wilt,
druk dan op a of b totdat u het juiste woord selecteert.
6. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
• Als bij stap 5 het juiste woo rd niet verschijnt, ga dan over op gewone tekstinvoer om het juiste woord in te voeren.
Tip
• Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren, wordt naast het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
Om symbolen en interpunctie in te voeren, drukt u op R.
Tekens invoeren 33
Page 35

Tekstsjablonen gebruiken

Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen die zijn geregistreerd in Tekstsjablonen. Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Tekstsjablonen maken” op pagina 109.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op a, b, c of d om
de cursor naar het punt te verplaatsen waar u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk o p a of b om “Tekstsjablonen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om de door u gewenste tekstsjabloon
te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde tekstsjabloon wordt ingevoegd.
34 Tekens invoeren
Tekst kopiëren, knippen en plakken
Met deze opties kunt u tekst gemakkelijk bewerken.
Tekst kopiëren en knippen
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Kopiëren” of “Knippen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a, b, c of d om de cursor te verplaatsen
naar de eerste letter die u wilt kopiëren of knippen, en druk vervolgens op .
4. Druk op a, b, c of d om de cursor te verplaatsen
naar de laatste letter om het blok te selecteren, en druk vervolgens op .
Tekst plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op a, b, c of d om
de cursor naar het punt te verplaatsen waar u de letters wilt plakken.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Plakken” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Opgeslagen tekst wordt geplakt.
Page 36

Gebruik van het menu

Gebruik van het hoofdmenu
1. Druk tijdens de standby-modus op .
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op a, b, c of d om naar de gewenste locatie
te navigeren.
3. Druk op om de functie te openen.
De functie kunt u ook openen door met de cijfertoetsen het corresponderende nummer van het menu in te voeren. In deze handleiding wordt door middel van bediening van de navigatietoetsen beschreven hoe functies worden geopend. Om naar het vorige scherm terug te gaan, drukt u op C [Vorige] wanneer de rechterdisplaytoets deze optie weergeeft. Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op C [Afsluiten].
Werkmethode
Uw telefoon is uitgerust met displaytoetsen waarmee u uw keuzes kunt maken (A en C). De functie van deze toetsen verandert al naargelang de situatie. De functie van elke displaytoets wordt in de linker- en rechteronderzijde van het scherm weergegeven.
De functie van de middelste toets wordt in het midden aan de onderzijde van het scherm met een pictogram weergegeven.
Sneltoetsen
U kunt versneld naar de menu’s gaan door op te drukken en de cijfertoetsen in te drukken die overeenkomen met de menunummers van het hoofdmenu. In de volgende tabel ziet u de nummervolgorde. Sneltoetsen worden getoond in de koppen van deze handleiding. Bijvoorbeeld: “M 9-1-1”.
Gebruik van het menu 35
Page 37
Voorbeeld: Om het submenu “Taal” te openen met behulp van de sneltoetsen
Druk op O G G.
Opmerking
• De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie menuniveaus.
36 Gebruik van het menu
Page 38

Overzicht van menufuncties

Menu-nummer/
Hoofdmenu
1 Games & meer 1 Opgeslagen downloads
2 Vodafone live!
3 Toepassingen
4 Berichten 1 Bericht maken
Menu-nummer/
Submenu1
2 Achtergrond 3 Meer downloads 4 Instellingen 5 Java™ informatie
1 Vodafone live! 2 Games 3 Ringtones 4 Pictures 5 Nieuws 6 Spo rt 7 Zoek & vind 8 Chat 9 Help & zoeken
1 Vodafone menu 2 MP3-speler 3 Kalender 4 Alarmen 5 Rekenmachine 6 Spraakrecorder 7 Ringtone-editor 8 Help
2 MMS 3 SMS 4 MMS Album 5 Vodafone Mail 6 Vodafone Messenger 7 Cell Broadcast 8 Regio info
*
Menu-nummer/
Hoofdmenu
5 Camera 1 Foto maken
6 Mijn telefoon 1 Mijn afbeeldingen
7 Profielen 1 Normaal
8 Contacten 1 Lijst contacten
9 Instellingen 1 Telefooninstellingen
Menu-nummer/
Submenu1
2 Video opnemen
2 Mijn games & meer 3 Mijn ringtones 4 Video’s 5 Mijn bookmarks 6 Mijn sjablonen 7 Geheugenstatus
2 Actief 3 Auto 4 Headset 5 Stil
2 Nwe. naam toevoegen 3 Gespreksregister 4 Snelkiezen 5 Mijn nummers
2 Oproepinstellingen 3 Doorschakelen 4 Geheugenkaart 5 Verbindingen 6 Internet-instellingen 7 Netwerkinstellingen 8 Beveiliging 9 Fabrieksinstellingen
* Hangt van de inhoud op de SIM-kaart af.
Gebruik van het menu 37
Page 39

Lijst contacten

In de Lijst contacten kunt u de telefoonnummers en e­mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega’s. U kunt maximaal 500 telefoonnummers opslaan in de telefoon. In de Lijst contacten kunt u de volgende items opslaan.
Items opgeslagen in het telefoongeheugen
Naam: Maximaal 30 tekens Telefoonnummer: Maximaal 40 cijfers, 3
E-mailadres: Maximaal 60 tekens, 2 adressen per
Groep: Keuze uit 7 groepen Adres: Maximaal 100 tekens Memo: Maximaal 60 tekens
Items opgeslagen in het SIM-geheugen
Naam: Het aantal tekens dat kan worden
Telefoonnummer: Maximaal 40 cijfers
38 Lijst contacten
(M 8-1)
telefoonnummers per item
item
opgeslagen verschilt al naargelang de SIM-kaart die u gebruikt.

De Lijst contacten oproepen

1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op a, b, c of d om “Contacten” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Lijst contacten” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.

Het geheugen van de Lijst contacten selecteren

Nieuwe items kunt u opslaan in de Lijst contacten (in het telefoongeheugen of in het SIM-geheugen) of u kunt de items bekijken die momenteel zijn opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen”.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze
te bevestigen. De stappen die moeten worden uitgevoerd na stap 3 verschillen al naargelang of u nieuwe items wilt opslaan of items van de Lijst contacten wilt bekijken.
Page 40
Als u nieuwe items opslaat
4. Druk na het uitvoeren van stap 1 t/m 3 op a of b om
“Nwe contacten opsl. in” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Telefoongeheugen”, “Keuze” of
“SIM-geheugen” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen. Als u “Keuze” selecteert, kunt u, telkens wanneer u een nieuw item voor de Lijst contacten opslaat, de SIM­kaart of het telefoongeheugen kiezen.
Als u voor de Lijst contacten een ander geheugen wilt kiezen
4. Druk na het uitvoeren van stap 1 t/m 3 op a of b om
“Locatie contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Telefoongeheugen” of “SIM-
geheugen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip
• De aanduiding voor de locatie waar de contacten zijn opgeslagen (telefoon: of SIM: ) wordt weergegeven zodat u kunt zien welk geheugen wordt gebruikt.

Nieuwe naam toevoegen

Om het nieuwe item op te slaan kunt u kiezen voor een geheugenlocatie in de telefoon of op de SIM-kaart. Om te wisselen tussen locaties, zie “Het geheugen van de Lijst contacten selecteren” op pagina 38. Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie. Als u één nieuw item inv oert in het telefoongeheugen, moet u één van de volgende onderdelen invoeren: “Naam”, “Telefoonnummer” of “E-mailad res”. Als u een nieuw item maakt op de SIM-kaart, moet u het volgende invoeren: “Telefoonnummer”.
(M 8-2)
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op a of b om “Nwe. naam toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u voor het te gebruiken geheugen “Keuze” selecteert, kunt u kiezen uit “In telefoongeheugen” of “In SIM-geheugen”. Het scherm “Nieuw item” verschijnt.
3. Druk op a of b om de cursor naar het naamveld te
verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van de naam verschijnt.
Lijst contacten 39
Page 41
4. Voer een naam in, en druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 32.
5. Druk op a of b om de cursor naar het telefoonveld te
verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van het telefoonnummer verschijnt.
6. Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op
.
Er kunnen maximaal 40 cijfers worden ingevoerd.
7. Druk op a of b om een gewenst nummertype te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Stap 7 t/m 17 in dit hoofdstuk kunnen niet worden gebruikt als u voor invoer van een nieuw item de SIM­kaart gebruikt.
8. Druk op a of b om de cursor naar het e-mailveld te
verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van het e-mailadres verschijnt.
9. Voer een e-mailadres in en druk vervolgens op .
10.Druk op a of b om het gewenste e-mailadrestype te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
11.Druk op a of b om de cursor naar het groepsveld te
verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor selectie van de groep verschijnt.
40 Lijst contacten
12.Druk op a of b om de gewenste groep te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
13.Druk op a of b om de cursor naar het adresveld te
verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van het adres verschijnt.
14.Voer een adres in, en druk vervolgens op .
15.Druk op a of b om het gewenste adrestype te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
16.Druk op a of b om de cursor naar het memoveld te
verplaatsen, en druk vervolgens op .
17.Voer een memo in, en druk vervolgens op .
18.Druk op C [Opslaan].
Een miniatuurbeeld aan een item toevoegen
Aan een item in het telefoongeheugen kunt u een miniatuurbeeld toevoegen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op a of b om het door u gewenste item te
selecteren waaraan u het miniatuurbeeld wilt toevoegen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op a of b om “Miniatuurbeeld” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Page 42
5. Druk op a of b om de gewenste afbeelding te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots [B] of 320 dots [H], druk dan op a, b, c of d om het gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
6. Druk op C [Opslaan] om het item op te slaan.
Om de toegevoegde afbeelding door een andere te vervangen, selecteert u “Wijzigen” na stap 4. Om de toegevoegde afbeelding te verwijderen, selecteert u “Verwijderen” na stap 4.
Opmerking
• Alleen afbeeldingen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen, kunnen worden gebruikt als miniatuurbeelden.
• Als u uit het telefoongeheugen een beeld verwijdert dat is toegevoegd als een miniatuurbeeld, wordt ook het overeenkomende miniatuurbeeld verwijderd.
Telefoonnummer toevoegen vanuit items in het gespreksregister
1. Toon het item uit het gespreksregister dat u wilt opslaan
(p. 145).
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Opslaan in Telefoonboek” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Als u voor het te gebruiken geheugen “Keuze” selecteert, kunt u kiezen uit “In telefoongeheugen” of “In SIM-geheugen”.
4. Voer stap 3 t/m 18 uit onder “Nieuwe naam toevoegen”
op pagina 39.
Een ingevoerd telefoonnummer opslaan
1. Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2.
Druk op a of b om “Opslaan in Telefoonboek” te selecteren, en druk vervolgens op of uw keuze te bevestigen. Als u voor het te gebruiken geheugen “Keuze” selecteert, kunt u kiezen uit “In telefoongeheugen” of “In SIM-geheugen”.
A [Selecteren]
om
3. Voer stap 3 t/m 18 uit onder “Nieuwe naam toevoegen”
op pagina 39.
Lijst contacten 41
Page 43
Eén item kopiëren vanaf de telefoon naar de SIM­kaart
Een item kunt u kopiëren vanuit het telefoongeheugen naar de SIM-kaart.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op a of b om door de lijst te schuiven en de
naam te selecteren die u wilt kopiëren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het telefoonnummer te selecteren
dat u naar de SIM-kaart wilt kopiëren.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Kopiëren naar SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Ja].
Het telefoonnummer en de naam die zijn geselecteerd bij stap 2 en 3, worden gekopieerd naar de SIM-kaart. Als u het item niet wilt kopiëren, drukt u bij stap 6 op C [Nee].
42 Lijst contacten
Alle items van een SIM-kaart kopiëren naar de telefoon
U kunt in één keer alle items van de SIM-kaart kopiëren naar het telefoongeheugen.
Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw telefoon plaatst en de Lijst contacten start, verschijnt automatisch het bevestigingsscherm, waarin u wordt gevraagd of u wel of niet wilt kopiëren.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Alles kopiëren v SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Als u de items niet wilt kopiëren, drukt u bij stap 5 op C [Nee].
Page 44

Een naam en nummer zoeken

1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Contact zoeken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer een naam in of het eerste teken (of de eerste
tekens) van de naam. Het overeenkomende item wordt geselecteerd. Als er in de Lijst contacten geen item is dat aan de exacte zoekcriteria voldoet, dan wordt de naam weergegeven die alfabetisch het dichtst in de buurt ligt.
5. Druk op a of b om door de lijst te schuiven en de
gewenste naam te kiezen, en druk vervolgens op . Het details-scherm van het item van de Lijst contacten wordt weergegeven.
Tip
• U kunt de naam en het nummer ook vinden door bij stap 2 met de toetsen tekens in te voeren (het scherm bij stap 4 wordt weergegeven).
• Om de details van een item te bekijken, bijvoorbeeld het adres, selecteert u het gewenste item, druk op A [Opties], en selecteer vervolgens “Tonen”. Druk op C [Vorige] om terug te gaan naar het details-scherm.

Bellen vanuit de Lijst contacten

Bellen vanuit het scherm Lijst contacten
1. Zoek het gewenste item op in de Lijst contacten.
Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”.
2. Druk in de telefoonlijst op a of b om de gewenste
naam te selecteren, en druk vervolgens op D om te bellen.
3. Als er voor het geselecteerde item twee of meer
telefoonnummers staan geregistreerd, druk dan op a of b om het gewenste telefoonnummer te selecteren, en druk vervolgens op D om te bellen.
Tip
• U kunt, in plaats van stap 3 uit te voeren, het gewenste telefoonnummer ook bellen door de cijfertoets in te drukken die overeenkomt met het lijstnummer.
Bellen vanuit het scherm Details contacten
1. Zoek het gewenste item op in de Lijst contacten.
Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”.
2. Druk in de telefoonlijst op a of b om het gewenste
telefoonnummer te selecteren, en druk vervolgens op D om te bellen.
Lijst contacten 43
Page 45
Tip
• Als u “SIM-geheugen” selecteert bij de optie “Locatie contacten” in het menu Lijst contacten (p. 38), wordt slechts één telefoonnummer weergegeven.
• Als er in de lijst geen items worden gevonden, kunt u in de lijst een item maken. Druk op A [Opties]. Voer vervolgens de procedures zoals beschreven op pagin a 39 uit.
44 Lijst contacten

Items van de Lijst contacten bewerken

De items van de Lijst contacten kunt u bewerken.
1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op.
Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Bewerken” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om de cursor naar het item te
verplaatsen dat u wilt bewerken, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
5. Als u klaar bent met het invoeren van gegevens, drukt
u op . Als u nog een veld wilt bewerken, herhaal dan stap 4 en
5.
6. Druk op C [Opslaan] om de wijziging(en) op te slaan.
Page 46

Eén item uit de Lijst contacten verwijderen

1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op.
Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
Het geselecteerde item wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].

Alle items uit de Lijst contacten verwijderen

1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Alle items wissen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer uw toestelcode in, en druk vervolgens op .
6. Druk op a of b om “Toestel items” of “SIM-items”
te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 7 op C [Nee].

Groepen weergeven

U kunt groepspictogrammen instellen wanneer u contacten opslaat, zodat u deze gemakkelijk kunt opzoeken en bewerken.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Groep” te selecteren, en druk
vervolgens op bevestigen.
4.
Druk op a of b om “Groepen weergeven” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om de gewenste groepsnaam te
selecteren die u wilt bekijken, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
” geeft aan dat de groep geselecteerd is. Om de geselecteerde groep te annuleren, drukt u opnieuw op . Het selectievakje wordt weer leeg.
Tip
• Druk bij stap 5 op A [Opties] om het menu Opties op te roepen, en selecteer vervolgens “Alleen huidige selecteren” om alleen de geselecteerde groep weer te geven of “Alle selecteren” om alle groepen weer te geven.
of A
[Selecteren] om uw keuze te
Lijst contacten 45
Page 47
Groepsprofiel
Voor elke groep kunt u een andere ringtone instellen. Bij aanschaf van deze telefoon zijn groepen uitgeschakeld. Als u geen groepsringtone instelt, wordt de ringtone gebruikt die toegewezen is in de Profielen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Groep” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Groepsprofiel” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om de groep te selecteren die u wilt
instellen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op a of b om “Ringtone toewijzen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
8. Druk op a of b om “Meegeleverde ringtones” of
“Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
9. Druk op a of b om een ringtone te selecteren.
46 Lijst contacten
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone, zie “Ringtone toewijzen” op pagina 139.
10.Druk op a of b om “Trilalarm” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
11.Druk op a of b om “Inschakelen”, “Uitschakelen” of
“Trillen & geluid” te selecteren, en druk op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het instellen van het trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 140.
12.Druk op a of b om “Opnamelicht” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
13.Druk op a of b om de gewenste kleur te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het instellen van het opnamelicht, zie “Opnamelicht” op pagina 140.
14.Wanneer de instelling voltooid is, druk dan op A [OK].
Tip
• Om de ringtone-instelling te annuleren, selecteert u “Uit” bij stap 6.
Page 48
Een \ringtone toewijzen aan elk item in de Lijst contacten
Aan een vooraf geregistreerd item kan een speciale ringtone, een trilalarm en een instelling voor het opnamelicht worden toegewezen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op a of b om het item te selecteren dat u wilt
instellen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de cursor naar het ringtoneveld
( ) te verplaatsen, en druk op A [Opties].
4. Druk op a of b om “Bew erken” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Aan” te selecteren en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Voer stap 7 t/m 14 uit onder “Groepsprofiel” op
pagina 46.
7.
Wanneer de instelling voltooid is, druk dan op C [Opslaan].
Tip
• Om de ringtone-instelling te annuleren, selecteert u “Uit” na stap 5.
Een reservekopie maken op de geheugenkaart
Als er in uw telefoon een geheugenkaart is geplaatst, kunt u op de geheugenkaart reservekopieën opslaan van items uit de Lijst contacten in het telefoongeheugen of op de SIM-kaart.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Backup” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer uw toestelcode in en druk vervolgens op .
Als er op de geheugenkaart al een reservekopie bestaat, dan verschijnt er een bericht dat gegevens zullen worden overschreven. De reservekopie wordt nu gemaakt.
Lijst contacten 47
Page 49
Een reservekopie terugzetten
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Herstellen” te selecteren en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer uw toestelcode in en druk vervolgens op .
6. Druk op a of b om “Toestel items” of “SIM-items”
te selecteren en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Als het telefoongeheugen of SIM-geheugen een of meer items bevat, verschijnt er een bericht waarin u wordt gevraagd of u alle items in het telefoongeheugen of SIM-geheugen wilt vervangen door de reservekopie.
7. Druk op A [Ja].
Om niet langer door te gaan met deze procedure, drukt u bij stap 7 op C [Nee].
Opmerking
• Als u een reservekopie maakt of terugzet, onderbreek de procedure dan niet. De gegevens kunnen anders beschadigd raken.
48 Lijst contacten
Een reservekopie verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Backup-best. verwijd.” te
selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer uw toestelcode in en druk vervolgens op .
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
6. Druk op A [Ja].
Om niet langer door te gaan met deze procedure, drukt u bij stap 6 op C [Nee].

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u het aantal items controleren dat in de Lijst contacten is opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Geheugenstatus” te selecteren en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
U kunt de geheugenstatus control eren van de SIM-kaart en telefoon.
Page 50

Snelkiezen

In Snelkiezen kunt u maximaal 9 telefoonnummers opslaan.
Items uit de Lijst contacten invoeren onder Snelkiezen
1. Zoek naar het gewenste item in de Lijst contacten en
roep het details-scherm op. Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
2. Druk op a of b om het telefoonnummer te selecteren
dat u aan Snelkiezen wilt toevoegen.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op a of b om “Toev. aan snelkiezen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om het telefoonnummer te selecteren
dat u wilt toevoegen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip
• De negen cijfertoetsen corresponderen met lijstnummers.
Snelkiezen weergeven
Voor bijzonderheden over het bekijken van snelkiezen, zie pagina “Snelkiezen” op pagina 150. Voor bijzonderheden over hoe u snelkiezen gebruikt, zie “Snelkiezen” op pagina 24.

Berichten verzenden

1. Zoek naar het gewenste item in de Lijst contacten en
roep het details-scherm op. Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
2. Druk op a of b om het gewenste telefoonnummer of
e-mailadres van de ontvanger te selecteren.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op a of b om “Bericht maken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “MMS” of “SMS” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u de cursor na stap 1 naar het veld “E-mail” heeft verplaatst, wordt automatisch “MMS” geselecteerd.
6. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 66 of “Een nieuwe SMS maken” op pagina 78.
Lijst contacten 49
Page 51

Locatienummer van telefoonnummer verwisselen

Deze functie is alleen bestemd voor items die op de SIM­kaart zijn opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten
oproepen” op pagina 38.
2. Druk op a of b om door de lijst te bladeren en de
gewenste naam te kiezen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het gewenste telefoonnummer te
selecteren.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Wisselen” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Voer het locatienummer in dat u wilt verwisselen, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
50 Lijst contacten
Page 52

Camera

Uw telefoon is uitgerust met een geïntegreerde digitale camera. Hiermee kunt u overal foto’s en videoclips maken en verzenden.

Foto maken

Zet de telefoon in de modus van de digitale camera om een foto te nemen. Foto’s worden in JPEG-formaat opgeslagen in de volgende vijf beeldgroottes. XXL: 858 × 1144 dots XL: 768 × 1024 dots Groot: 480 × 640 dots
Medium: 240 × 320 dots Klein: 120 × 160 dots Met uw berichten kunt u foto’s meesturen die in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart zijn geregistreerd.
Opmerking
• Bij grote MMS-berichten is het mogelijk dat het formaat van aangehechte foto's wordt gereduceerd.
(M 5)
(M 5-1)
Het geheugen selecteren
Bij gebruik van de geheugenkaart kunt u het geheugen kiezen voordat u foto’s maakt.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Nieuwe afbeelding opslaan” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Telefoongeheugen”,
“Geheugenkaart” of “Keuze” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Camera 51
Page 53
Foto’s nemen
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op a, b, c of d om “Camera” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Foto maken” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het interne display.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om de
foto te nemen. U hoort het sluitergeluid en het stilbeeld van de genomen foto wordt getoond.
5. Druk op A [Opslaan].
Als u bij het opslaan de optie “Keuze” heeft geselecteerd, of wanneer de geheugenkaart niet geplaatst is of wanneer er onvoldoende geheugenruimte is, druk dan op a of b om “Opslaan in telefoon” of “Opslaan op kaart” te selecteren en druk vervolgens op . “Bezig met (bestandsnaam) opslaan in Mijn telefoon…” wordt weergegeven, en de foto wordt vervolgens geregistreerd. Als u na het nemen van de foto deze met MMS wilt verzenden, druk dan vóór stap 5 op .
6. Druk op F om terug te keren naar standby.
52 Camera
Tip
• De modus van de digitale camera kan ook worden
geactiveerd door tijdens standby op E te drukken.
• Om de modus van de digitale camera te verlaten zonder
na stap 4 de gemaakte foto te registreren, drukt u op F en druk vervolgens op A [Ja].
• Wanneer de afstand tot het onderwerp ongeveer 5 cm is, zet de macro-schakelaar dan in de macrostand ( ). Wanneer de afstand tot het onderwerp ongeveer 40 cm of meer is, zet de macro-schakelaar dan in de normale stand ( ).
Van zoeker wisselen
Als u een zelfportret wilt nemen, dan kunt u als zoeker afwisselend het interne display of het externe display gebruiken. Druk op P wanneer het voorbeeld wordt weergegeven op het interne display. Telkens wanneer u op P drukt, wordt van zoeker gewisseld tussen het externe display en interne display. Wanneer u het externe display als zoeker gebruikt, worden de genomen foto’s automatisch opgeslagen.
Page 54
Close-up opnamen maken
1. Zet in de modus van de digitale camera de macro-
schakelaar in de macro-stand ( ).
2. Druk op of op de omla ag-toets aan de zijkant om de
foto te nemen. Om de macro-modus te verlaten, zet u de macro­schakelaar in de normale stand ( ).
De zoomfunctie gebruiken
Druk op c of d om de zoomverhouding te wijzigen.
Opmerking
• Wanneer “Afbeeldi ngsformaat” op “Klein” ingesteld is, heeft de zoomfunctie 20 stappen.
• Wanneer “Afbeeldingsf ormaat” op “Medium” ingesteld is, heeft de zoomfunctie 10 stappen.
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “Groot” ingesteld is, heeft de zoomfunctie 5 stappen.
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “XXL” of “XL” ingesteld is, kunt u de zoomfunctie niet gebruiken.
Het afbeeldingsformaat selecteren
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Afbeeldingsformaat” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het gewenste afbeeldingsformaat
te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De beeldkwaliteit selecteren
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Beeldkwaliteit” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Normaal” of “Fijn” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opnieuw een foto nemen
Druk na stap 1 t/m 4 onder “Foto’s nemen” op pagina 52 op C [Annuleren]. Nu kunt u weer foto’s nemen.
Opmerking
• De digitale camera maakt gebruik van een CCD-sensor. Hoewel deze camera van hoge kwaliteit is, kunnen sommige foto’s te helder of te donker zijn.
• Als de telefoon lan ge tijd op een hete plaats heeft gelegen voordat u foto’s ging nemen of registreren, kan de fotokwaliteit matig zijn.
Camera 53
Page 55
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 foto’s of minder kunt nemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur brand en. (Het aantal foto’s dat kan worden genomen wordt bij benadering gegeven). Zelfs wanneer het aantal foto’s dat u nog kunt nemen, 0 geworden is, dan kunt u doorgaan met het nemen en opslaan van fotos totdat het bericht “Niet geregistreerd. Geheugen vol.” verschijnt. Hierna kunt u het geheugen kiezen waar u de foto wilt opslaan.
54 Camera
Betekenis van indicators in de modus van de digitale camera
Indicator voor aantal resterende opnamen
123 : Geeft het aantal resterende foto’s aan dat nog
kan worden genomen.
*** : Geeft aan dat het aantal resterende foto’s dat
nog kan worden genomen, hoger is dan 999.
??? : Geeft aan dat er geen geheugenkaart is
geplaatst of dat de telefoon geen geheugenkaart herkent. (Wanneer “Geheugenkaart” is geselecteerd bij de optie “Nieuwe afbeelding opslaan”)
--- : Geeft aan dat “Nieuwe afbeelding opslaan” ingesteld is op “Keuze”.
Geheugenindicators (p. 51)
: Geeft aan dat in het telefoongeheugen de foto's
worden opgeslagen.
: Geeft aan dat op de geheugenkaart de foto's
worden opgeslagen.
Flitslampindicators (p. 58)
Geeft aan wanneer de flitslamp ingeschakeld is.
: Normale modus : Macro-modus
Indicator zelfontspanner (p. 56)
: Verschijnt wanneer de zelfontspanner is
ingesteld.
Page 56
Indicators voor Fotoserie (p. 57)
: Deze indicators verschijnen op het scherm wanneer foto’s worden genomen in de fotoseriemodus (doorlopende opnamen).
* Wanneer de zelfontspannerfunctie en de
fotoseriefunctie tegelijkertijd geselecteerd zijn, verschijnt “ ” echter.
Indicators voor het afbeeldingsformaat (p. 53)
XXL: 858 × 1144 dots XL: 768 × 1024 dots Groot: 480 × 640 dots Medium: 240 × 320 dots Klein: 120 × 160 dots
Indicators voor de beeldkwaliteit (p. 53)
Geeft de kwaliteit (normaal of fijn) aan van de foto die wordt genomen.
:Fijn :Normaal
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van het beeld (p. 56)
: Helder : : Normaal : : Donker
Indicators voor de zoomverhouding (p. 53)
.... : Geeft de vergroting aan.
Camera 55
Page 57
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van het beeld instellen
Druk op a of b om de helderheid van het beeld te wijzigen.
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling.
Gemaakte foto’s weergeven
Gemaakte foto’s in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Mijn afbeeldingen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het gewenste geheugen te
selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De lijst met foto’s wordt weergegeven.
4. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt bekijken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde foto wordt weergegeven.
5. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug te
keren naar de lijst.
56 Camera
Tip
• Aan uw foto’s worden bestandsnamen gegeven in de vorm van “pictureNNN.jpg” voor het telefoongeheugen of “pictureNNNNN.jpg” voor de geheugenkaart (NNN of NNNNN is een volgnummer). De bestandsnaam (zonder extensie), de datum en het formaat van uw afbeeldingen worden weergegeven in de lijst.
Gebruik van de zelfontspanner
Een foto nemen met de zelfontspanner
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Zelfontspanner” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” of “ ” verschijnt op het scherm en de telefoon keert terug naar de modus van de digitale camera.
4. Druk op of op de omlaag-toets a an de zijkant om de
zelfontspanner te starten. 10 seconden na inschakeling van de zelfontspanner klinkt de sluiter en neemt de camera een foto.
Page 58
Opmerking
• Als de zelfontspanner aftelt, knipperen de flitslamp en de indicator.
• Indien tijdens het aftellen van de zelfontspanner of de omlaag-toets aan de zijkan t wordt ingedrukt, wordt de foto onmiddellijk genomen.
• De zoomfunctie met c of d, of instelling van de helderheid van het beeld met a of b, is tijdens het aftellen van de zelfontspanner niet mogelijk.
• Als u met de zelfontspanner niet langer opnamen wilt maken, druk dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op C [Annuleren].
Het aftellen van de zelfontspanner annuleren
1.
Druk op A [Opties] terwijl de zelfontspanner aftelt. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Zelfont spanner” te selec teren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Uit” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” of “ ” gaat uit.
Fotoserie
Achtereenvolgens worden vier foto’s gemaakt. Automatische en handmatige opnamen zijn mogelijk.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Fotoserie” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Automatisch” of “Handmatig”
te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om de fotoserie te annuleren, selecteert u “Uit”.
4. Druk op of op de omlaag- toets aan de zijkant om de
fotoserie te starten. Automatisch: Door op of de omlaag-toets
aan de zijkant te drukken worden achtereenvolgens vier foto’s genomen.
Handmatig: Door op of de omlaag-toets
aan de zijkant te drukken worden
één voor één foto’s genomen. Wanneer de fotoserie voltooid is, worden de genomen foto’s automatisch opgeslagen. Om met de fotoserie te stoppen, drukt u op C [Annuleren].
Camera 57
Page 59
Opmerking
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “XXL”, “XL” of “Groot” ingesteld is, kunt u de fotoseriefunctie niet gebruiken.
• Wanneer u voor het maken van foto’s een kader selecteert, kunt u de fotoserie-functie niet gebruiken.
• De zelfontspanner kan niet worden gebruikt met de handmatige instelling.
Een kader selecteren
U kunt een kader kiezen uit voorke uzepatronen. U kunt ook een kader selecteren in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart.
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Kader toevoegen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Standaardbeelden” of “Mijn
afbeeldingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u “Mijn afbeeldingen” heeft geselecteerd, druk dan op a of b om “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart” te selecteren en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om het door u gewenste kader te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het geselecteerde kader wordt bevestigd op het display.
5. Druk op .
58 Camera
Opmerking
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “XXL”, “XL” of “Groot” ingesteld is, kunt u de kaderfunctie niet gebruiken.
• Als u de fotoserie-functie activeert, kunt u de kaderfunctie niet gebruiken.
• Alleen beelden in het PNG-formaat kunnen als kader worden geselecteerd wanneer u bij stap 3 “Mijn afbeeldingen” selecteert.
Het fotolicht selecteren
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Fotolicht” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de gewenste kleur te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om de flitslamp uit te zetten, selecteert u “Uit”.
Tip
• Telkens wanneer R of de omhoog-toets aan de zijkant wordt ingedrukt, verandert de status van de flitslamp als volgt:
Aan (helderheid voor normale mo dus: ) → Aan
Uit (helderheid voor macro-modus: )
• Als u uw telefoon ongeveer een minuut lang niet gebruikt, gaat de flitslamp automatisch uit om stroom te besparen.
Uit
Page 60
De sluitertijd selecteren
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Sluitertijd” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de gewenste sluitertijd te
selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “Snel” is geschikt voor bewegende objecten en “Lang” is geschikt voor nachtfotografie.
Het sluitergeluid selecteren
U kunt het sluitergeluid kiezen uit 3 voorkeuzepatronen.
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Sluitergeluid” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het gewenste geluid te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om het sluitergeluid af te spelen, drukt u op A [Afspelen] bij stap 3.
Foto’s verzenden
Om uw foto naar een andere telefoon of een ander e­mailadres te verzenden, zie “Berichten verzenden” op pagina 97 voor instructies.
Foto’s verwijderen
Zie “Een afbeelding verwijderen” op pagina 98 voor instructies.

Video opnemen

Zet de telefoon in de videocameramodus om een videoclip op te nemen. Videoclips die in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart zijn geregistreerd, kunt u meesturen met uw bericht. Videoclips worden opgeslagen in het formaat “.3gp”.
Het geheugen selecteren
Bij gebruik van de geheugenkaart kunt u het geheugen kiezen voordat u videoclips opneemt.
1. Druk in de videocameramodus op
Het menu Opties wordt weergegeven.
(M 5-2)
[Opties].
A
2. Druk op a of b om “Nieuwe video’s opslaan” te
selecteren en druk vervolgens o p of om uw keuze te bevestigen.
[Selecteren]
A
3. Druk a of b om “Telefoongeheugen”,
“Geheugenkaart” of “Keuze” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Camera 59
Page 61
Videoclips opnemen
Met de videoclip kan ook geluid worden opgenomen.
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op a, b, c of d om “Camera” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Video opnemen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het interne display.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om te
beginnen met het opnemen van de videoclip. U hoort het geluid voor het opnemen van de videoclip. Als u opnieuw op of op de omlaag-toets aan de zijkant drukt, of wanneer de opname voltooid is, hoort u het geluid voor beëindiging van de videoclip-opname en gaat het display over naar stap 5.
5. Druk op a of b om “Opslaan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u bij het opslaan de optie “Keuze” heeft geselecteerd, of wanneer de geheugenkaart niet geplaatst is of wanneer er onvoldoende geheugenruimte is, druk dan op a of b om “Opslaan in telefoon” of “Opslaan op kaart” te selecteren en druk vervolgens op . “Bezig met (bestandsnaam) opslaan in Mijn telefoon…” wordt weergegeven, en de videoclip wordt vervolgens geregistreerd.
60 Camera
Als u een videoclip eerst wilt bekijken voordat u deze opslaat, selecteer dan “Voorbeeld” bij stap 5. Als u na een opname van een videoclip de clip met MMS wilt versturen, selecteert u “Opslaan en verzenden” bij stap 5.
Van zoeker wisselen
Druk op P wanneer het voorbeeld wordt weergegeven op het interne display. Telkens wanneer u op P drukt, wordt van zoeker gewisseld tussen het externe display en interne display.
Page 62
Close-up videoclips opnemen
1. Zet in de modus van de videocamera de macro-
schakelaar in de macro-stand ( ).
2. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om te
beginnen met het opnemen van de videoclip. Om de macro-modus te verlaten, zet u de macro­schakelaar in de normale stand ( ).
De zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding kan ongeveer tot 3,5 keer in 10 stappen worden gewijzigd. Druk op c of d om de zoomverhouding te wijzigen.
Filmkwaliteit selecteren
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Filmkwaliteit” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Normaal” of “Hoog” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De modus voor de opnametijd selecteren
U kunt de modus voor de opnametijd selecteren.
1. Druk in de videocameramodus op
Het menu Opties wordt weergegeven.
[Opties].
A
2. Druk op a of b om “Opnametijd” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Lange Video” of “Voor
berichtverz.” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Als “Voor berichtverz.” geselecteerd is, dan is de grootte van de videoclip die kan worden opgenomen afhankelijk van de instelling van de berichtgrootte onder MMS-instellingen (p. 77).
• “Opslaan en verzenden” wordt niet weergegeven nadat een opname is gemaakt in de stand Lange video.
Camera 61
Page 63
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 videoclips of minder kunt opnemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur branden. (Het aantal clips dat kan worden opgenomen wordt bij benadering gegeven). Zelfs wanneer het aantal videoclips dat u nog kunt maken, 0 geworden is, dan kunt u doorgaan met het maken en opslaan van videoclips totdat het bericht “Niet geregistreerd. Geheugen vol.” verschijnt. Hierna kunt u het geheugen kiezen waar u de videoclip wilt opslaan.
Betekenis van indicators in de videocameramodus
Indicator voor resterende opnamen
123 : Geeft aan hoeveel videoclips nog kunnen
worden opgenomen.
*** : Geeft aan dat het aantal videoclips dat nog
kan worden opgenomen, hoger is dan 999.
??? : Geeft aan dat er geen geheugenkaart is
geplaatst of dat de telefoon geen geheugenkaart herkent. (Wanneer “Geheugenkaart” is geselecteerd bij de optie “Nieuwe video’s opslaan”)
--- : Geeft aan dat “Nieuwe video’s opslaan” ingesteld is op “Keuze”.
62 Camera
Flitslampindicators (p. 65)
Geeft aan wanneer de flitslamp ingeschakeld is.
: Normale modus : Macro-modus
Indicator zelfontspanner (p. 64)
: Verschijnt wanneer de zelfontspanner is
ingesteld.
Indicators opnametijd
: Geeft aan wanneer de telefoon in de modus
“Voor berichtverz.” staat.
: Geeft aan wanneer de telefoon in de modus
“Lange Video” staat.
Indicators voor de filmkwaliteit (p. 61)
Geeft de kwaliteit (normaal of hoog) aan van de videoclip die u wilt opnemen.
: Hoog :Normaal
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van de video
:Helder : :Normaal : : Donker
Indicators voor de zoomverhouding (p. 61)
..... : Geeft de vergroting aan.
Page 64
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van de videoclips instellen
Druk op a of b om de helderheid van de videoclip te wijzigen. Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling.
Opgenomen videoclips afspelen
De opgenomen videoclips in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart kunnen worden afgespeeld.
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
2. Druk op a of b om “Mijn video’s” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
De lijst met videoclips wordt weergegeven.
4. Druk op a of b om de gewenste bestandsnaam te
selecteren die u wilt bekijken, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op .
De geselecteerde videoclip wordt afgespeeld. Om een pauze in te lassen, drukt u op . Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op . Om met afspelen te stoppen, drukt u op C [Vorige]. Om de videoclip in de feitelijke grootte weer te geven, druk dan op A [×1].
6. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug te
keren naar de lijst.
Tip
• Aan uw videoclips worden bestandsnamen gegeven in de vorm van “videoNNN.3gp” voor het telefoongeheugen of “videoNNNNN.3gp” voor de geheugenkaart (NNN of NNNNN is een volgnummer). De bestandsnaam (zonder extensie), datum en grootte van uw videoclips worden weergegeven in de lijst.
• Als de videoclip opgenomen is met geluid, dan kan het volume worden afgesteld door op a of b of op een van de toetsen aan de zijkant te drukken.
• Het volume hangt af van de instellingen van het “Volume belsignaal” (p. 139). Het volume wordt 0 wanneer “Volume belsignaal” ingest eld is op “Stil” en 1 wann eer dit ingesteld is op “Staptoon”.
Camera 63
Page 65
Gebruik van de zelfontspanner
Een videoclip opnemen met de zelfontspanner
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk o p a of b om “Zelfontspanner” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” verschijnt op het scherm en de telefoon keert terug naar de videocameramodus.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om de
zelfontspanner te starten. 10 seconden nadat de zelfontspanner klinkt, begint de camera met het opnemen van de videoclip.
Opmerking
• Als de zelfontspanner aftelt, knipperen de flitslamp en de indicator.
• Indien tijdens het aftellen van de zelfontspanner of de omlaag-toets aan de zijkant w ordt ingedrukt, wordt de videoclip onmiddellijk opgenomen.
• De zoomfunctie met c of d, of instelling van de helderheid van het beeld met a of b, is tijdens het aftellen van de zelfontspanner niet mogelijk.
64 Camera
• Als u met de zelfontspanner niet langer videoclips wilt opnemen, druk dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op C [Annuleren].
Het aftellen van de zelfontspanner annuleren
1. Druk op A [Opties] terwijl de zelfontspanner aftelt.
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Zelfontspanner” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Uit” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” gaat uit.
Videoclips opnemen met geluid
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Opname stemgeluid” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om het opnemen van videoclips met geluid te annuleren, selecteert u “Uit” bij stap 3.
Page 66
Het opnamelicht selecteren
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Opnamelicht” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de gewenste kleur te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om de flitslamp uit te zetten, selecteert u “Uit”.
Tip
• Telkens wanneer R of de omhoog-toets aan de zijkant
wordt ingedrukt, verandert de status van de flitslamp als volgt:
Aan (helderheid voor normale mo dus: ) → Aan
Uit (helderheid voor macro-modus: )
• Als u uw telefoon ongeveer een minuut lang niet gebruikt, gaat de flitslamp automatisch uit om stroom te besparen.
Videoclips verzenden
Om uw videoclips naar een andere telefoon of een ander e­mailadres te verzenden, zie “Berichten verzenden” op pagina 107 voor instructies.
Videoclips verwijderen
Zie “Een videoclipbestand verwijderen” op pagina 108 voor instructies.
Uit
Camera 65
Page 67

Berichten

Met uw telefoon kunt u SMS- en MMS-berichten verzenden en ontvangen, en serviceberichten ontvangen.
(M 4-2)
MMS
Over MMS
Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u berichten verzenden en ontvangen met toevoeging van grafische afbeeldingen, foto’s, geluid, animaties of videoclips.
Opmerking
Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet
beschikbaar. Dit hangt af van uw netwerk. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• MP3-geluidsbestanden kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
Een nieuwe MMS maken
(M 4)
(M 4-2-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Bericht maken” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer het bericht in, en druk vervolgens op .
66 Berichten
5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in, en druk vervolgens op . Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt selecteren uit de Lijst contacten, zoek dan in de Lijst contacten het gewenste item op. Druk op a of b om de Lijst contacten op te roepen. Druk op a of b om het gewenste item te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, voert u stap 2 t/m 4 uit onder “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
6. Druk op a of b om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het bericht wordt in Postvak UIT geplaatst en verzonden. Nadat het bericht is verzonden wordt het toegevoegd aan de map Verzonden.
Opmerking
• De huidige berichtgroott e die wordt getoond terwijl u het bericht maakt, is bij benadering gegeven.
• Als een bericht om een of andere reden niet kan worden verzonden, blijft het bericht in Postvak UIT en wordt op het standby-scherm “ ” weergegeven.
Page 68
Het onderwerp van het bericht invoeren
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Onderwerp” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Voer het onderwerp van het bericht in en druk
vervolgens op .
Opmerking
• In deze telefoon kunt u maximaal 40 tekens voor het onderwerp gebruiken en m aximaal 20 adressen invoer en (voor “Naar” en “Cc”). Afhankelijk van uw netwerk kunnen echter verdere beperkingen gelden. In dat geval is het wellicht mogelijk dat u geen MMS kunt verzenden. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Een MMS-begroetingskaart verzenden
Uw telefoon is uitgerust met begroetingskaarten waaraan u gemakkelijk beeld en spraak kunt toevoegen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Begroetingskaart” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de huidige tekst wilt verwijderen.
4. Druk op A [Ja] om de tekst te verwijderen.
Om te annuleren drukt op bij stap 4 op C [Nee].
5. Druk op a of b om de begroet ingskaart selecteren die
u wilt verzenden, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Voer stap 4 t/m 6 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
Opmerking
• Door “Begroetingskaart” te selecteren, worden berichten of beelden verwijderd die u heeft ingevoerd of aangehecht. Om verwijdering te voorkomen, dient u eerst “Begroetingskaart” te selecteren en dan berichten in te voeren.
Berichten 67
Page 69
Ontvangers toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Contact toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Naar” te selecteren om
ontvangers toe te voegen of “Cc” om een kopie van deze MMS naar andere ontvangers te verzenden, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om in de lijst een gewenst nummer te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de andere
ontvangers in, en druk vervolgens op .
6. Druk tweemaal op C [Vorige].
De tekstsjablonen gebruiken
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie pagina 109.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a, b, c of d om de cursor naar het punt te
verplaatsen waar u de sjabloon wilt invoegen.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
68 Berichten
4. Druk op a of b om “Tekstsjablonen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om in de lijst de gewenste sjabloon te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een bericht opslaan in de map Drafts
U kunt een bericht tijdelijk opslaan in de map Drafts en het later verzenden, zonder dat het bericht onmiddellijk wordt verstuurd.
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Opslaan in Drafts” te selecteren,
en druk vervolgens op om het bericht in de map Drafts op te slaan.
Opmerking
• U kunt het bericht later verzenden volgens de instructies onder “Een bericht verzenden vanuit de map Drafts” op pagina 71.
Page 70
De diashowinstelling in- of uitschakelen
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Instellingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Pagina toevoegen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als u “Aan” selecteert
• U kunt berichten maken die maximaal 10 dia’s bevatten. Elke dia kan één afbeelding bevatten, één geluidsbestand en maximaal 1000 teksttekens (tot aan het berichttotaal van 30 Kbytes of een limiet van 100 Kbytes).
• Als u een dia wilt toevoegen aan één enkele dia:
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
1.
2. Druk op a of b om “Dia toevoegen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Als u voor meerdere dia’s bewerkingen wilt uitvoeren:
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
1.
2. Druk op a of b om “Voeg pag. toe” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen. U kunt het volgende doen: Toevoegen: Om een nieuwe dia toe te voegen.
Verwijderen: Om de actieve dia te verwijderen. Vorige: Om naar de vorige dia te gaan. Volgende: Om naar de volgende dia te gaan.
• EVA (e-Animatie-bestand)- en videoclipgegevens kunnen aan het bericht niet als diagegevens worden aangehecht.
Als u “Uit” selecteert
• U kunt maximaal 20 foto’s, ringtones of videoclips en maximaal 2000 teksttekens meesturen (tot een berichttotaal van 30 Kbytes of een limiet van 100 Kbytes).
Bijlagen invoegen
Met MMS-berichten kunt u afbeeldingen, ringtones en videoclips meesturen die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen. Als u videoclips meestuurt, moet “Pagina toevoegen” op “Uit” ingesteld zijn.
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Bericht maken” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Berichten 69
Page 71
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Afbeeldingen”, “Geluid” of
“Video” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op a of b om “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op a of b om het gewenste best and te selecteren
dat u wilt meesturen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde afbeelding/ringtone/videoclip wordt als bijlage ingevoegd. Druk na het invoegen van de betreffende optie op C [Vorige] om terug te keren naar het scherm waarin het bericht wordt gemaakt.
Bijlagen toevoegen
Met de diashowinstelling uitgeschakeld kunt u het volgende doen.
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Bijlagen invoegen” op
pagina 69. De lijst met bijlagen wordt weergegeven.
2. Druk op A[Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Afb. toevoegen”, “Geluid
toevoegen” of “Video toevoegen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
70 Berichten
4. Druk a of b om “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart” te selecteren en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt toevoegen, en druk vervolgens op .
6. Druk op C [Vorige].
Bijlagen verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Bijlagen invoegen” op
pagina 69. De lijst met bijlagen wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties].
3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
Om het verwijderen te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].
Page 72
Een bericht verzenden vanuit de map Drafts
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Drafts” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
verzenden vanuit de map Drafts, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
5. Druk op a of b om “Bew erken” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Wijzig het bericht, en druk vervolgens op .
7. Wijzig het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvangers, en druk vervolgens op .
8. Druk op a of b om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Een diashow-bericht dat op een andere telefoon is gemaakt, kunt u niet wijzigen zoals getoond bij stap 6. Ga naar stap 7.
MMS lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in Postvak IN.
Inkomende berichten
De MMS-indicator ( ) verschijnt wanneer u een inkomend bericht ontvangt.
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Postvak IN” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Met een paperclip gemarkeerde berichten bevatten één of meer bijlagen.
4. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
bekijken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het bericht verschijnt op het scherm.
5. Druk op a of b om door het scherm te schuiven zodat
u het bericht kunt lezen.
6. Als u klaar bent, druk dan op .
Berichten 71
Page 73
Telefoonnummer of e-mailadres van verzender en ontvanger controleren
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Inkomende berichten” op
pagina 71.
2. Druk o p a of b om het gewenste bericht te selecteren,
en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties weer te geven.
3. Druk op a of b om “Details” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Op het scherm verschijnt het telefoonnummer of e­mailadres van de verzender, de tijd en datum, het onderwerp en de grootte.
Een bericht beantwoorden vanuit Postvak IN
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Postvak IN” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
beantwoorden.
72 Berichten
5. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op a of b om “Beantwoorden” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
7. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 32.
8. Druk op .
Het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger wordt automatisch ingevuld in het telefoonnummer of e-mailadres van de verzender.
9. Druk op .
In het onderwerpveld wordt automatisch het oorspronkelijke onderwerp ingevoerd, voorafgegaan door “Re:”.
10.Druk op a of b om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip
• U kunt een bericht beantwoorden aan alle adressen van geselecteerde berichten door bij stap 6 “Allen beantwoorden” te selecteren.
Page 74
Een bericht doorsturen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een bericht beantwoorden
vanuit Postvak IN” op pagina 72.
2. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
doorsturen.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op a of b om “Doorsturen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in, en druk vervolgens op . Als u het telefoonnummer of e-mailadres wilt selecteren uit de Lijst contacten, zoek dan in de Lijst contacten het gewenste item op. Druk op a of b om de Lijst contacten op te roepen. Druk op a of b om het gewenste item te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, voert u stap 2 t/m 4 uit onder “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
6. Druk op a of b om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Wanneer u een bericht doorstuurt dat bijlagen bevat, worden ook de bijlagen doorgestuurd. Als er echter gegevens aanwezig zijn die door de telefoon herkend worden als auteursrechtelijk beschermd materiaal, dan worden deze niet meegestuurd.
• In het veld “Onderwerp” wordt automatisch het oorspronkelijke onderwerp ingevoerd, voorafgegaan door “Fw:” Het oorspronkelijke bericht kan niet worden gewijzigd.
Een bericht wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een bericht beantwoorden
vanuit Postvak IN” op pagina 72.
2. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
wijzigen.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op a of b om “Bewerken” te selecteren en druk
vervolgens op of bevestigen.
A [Selecteren] om uw keuze te
5. Wijzig het bericht en druk vervolgens op .
6. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in en druk vervolgens op .
7. Druk op a of b om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Berichten kunnen nie t worden bewerkt als deze bepaalde gegevens bevatten zoals Diashow, XHTML, auteursrechten of een onbekend formaat.
Berichten 73
Page 75
Het telefoonnummer of e-mailadres van een verzender opslaan in de Lijst contacten
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een bericht beantwoorden
vanuit Postvak IN” op pagina 72.
2. Druk op a of b om “Opslaan in Telefoonboek” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuwe naam toevoegen” op pagina 39.
MMS ophalen
Wanneer “ ” in Postvak IN staat, kunt u het volgende doen.
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Postvak IN” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de aankondiging te selecteren die
u wilt downloaden.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Downloaden” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Tip
• Om te beginnen met downloaden, kunt u ook op drukken in plaats van stap 4 en 5 uit te voeren.
74 Berichten
Een bericht in Postvak UIT opnieuw verzenden
Als om enige reden een bericht niet kan worden verzonden, blijft het bericht i n Postvak UIT staan. Berichten i n Postvak UIT kunnen opnieuw worden verzonden.
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Postvak UIT” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
verzenden vanuit Postvak UIT, en druk vervolgens op A [Opties].
4. Druk op a of b om “Opnieuw verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Page 76
Aankomst van afleverrapport bevestigen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Verzonden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het bericht te selecteren waarvan
u de aankomst van het afleverrapport wilt bevestigen, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op a of b om “Afleverrapport” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Dit menu is alleen beschikbaar voor verzonden berichten waarbij “Afleverrapport” op “Aan” is ingesteld. Voor bijzonderheden over het selecteren van “Afleverrapport”, zie “MMS instellen” op pagina 76.
Een bericht verwijderen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Postvak IN”, “Verzonden”,
“Drafts” of “Postvak UIT” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
verwijderen en druk op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
4. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Eén bericht” te selecteren en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Ja].
Het geselecteerde bericht wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 6 op C [Nee].
Opmerking
• Vergrendelde berichten kunt u niet verwijderen.
Tip
• Om uit de geselecteerde map alle berichten te
verwijderen, drukt u bij stap 5 op a of b om “Alle berichten” te selecteren en druk vervolgens op .
Berichten 75
Page 77
Bericht vergrendelen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS maken”
op pagina 66.
2. Druk op a of b om “Postvak IN” of “Verzonden” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
vergrendelen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
4. Druk op a of b om “Ver/Ontgrendelen” te selectere n,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Bellen met de verzender van een bericht
U kunt bellen met de verzender van een bericht in Postvak IN wiens adres (Van) het telefoonnummer is.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een bericht beantwoorden
vanuit Postvak IN” op pagina 72.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Afzender bellen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Tip
• In plaats van stap 2 en 3 uit te voeren, kunt u ook bellen door op D te drukken.
76 Berichten
MMS instellen
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Instellingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om het gewenste onderdeel te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Downl. tijdens roamen: Stelt de MMS-downloadmethode uit als u buiten uw netwerk aan het roamen bent.
• Afl.rapp. terugsturen: Activeert Afleverrapport wanneer een bericht ontvangen wordt dat van toepassing is op de functie Afleverrapport.
• Anoniem MMS afwijzen: Wijst berichten af van een onbekende of lege adresnaam.
• Automatisch verwijd.: Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer Postvak IN, Verzonden of Beide (Postvak IN en Verzonden) vol zijn.
Page 78
• Pagina toevoegen: Schakelt Diashow in wanneer een bericht wordt verstuurd.
• Berichtgrootte: Hiermee wordt voor verzending van berichten de maximaal toegestane berichtgrootte ingesteld.
•Extra
• Prioriteit:
Geeft prioriteit aan opgestelde berichten.
• Afleverrapport:
Schakelt Afleverrapport in.
• Opslagduur:
Stelt de opslagduur in voor een bericht dat op de server moet worden opgeslagen.
• Afzender zichtbaar:
Toont informatie over de verzender.
• MMS pagina-interval:
Stelt de weergavetijd van de MMS-pagina in wanneer een bericht wordt verstuurd.
5. Wijzig elk onderdeel.
6. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
(M 4-3)
SMS
Over SMS
Met SMS kunt u naar andere GSM-gebruikers tekstberichten verzenden van maximaal 1024 tekens.
SMS gebruiken met uw telefoon
Berichten mogen niet langer zijn dan 160 tekens. Tijdens verzending worden de berichten opgesplitst. Als de ontvanger een geschikte telefoon heeft, worden de berichten tijdens ontvangst weer “in elkaar gezet”. Lukt dit niet, dan verschijnt uw bericht als een aantal afzonderlijke berichten, met 152 tekens. U kunt ook SMS-berichten verzenden en ontvangen als u aan het bellen bent. U kunt ook gebruik maken van Tekstsjablonen om SMS­berichten te maken.
Berichten 77
Page 79
Een nieuwe SMS maken
(M 4-3-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Bericht maken” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 32.
5. Druk op .
De tekstsjablonen gebruiken
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Mijn sjablonen” op pagina 109.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuwe SMS maken”.
2. Druk in het tekstinvoerscherm op a, b, c of d om
de cursor naar het punt te verplaatsen waar u de sjabloon wilt invoegen.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk o p a of b om “Tekstsjablonen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om in de lijst de gewenste sjabloon te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
78 Berichten
Een bericht opslaan in de map Drafts
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe SMS maken”.
2. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en druk
vervolgens op .
3. Druk op a of b om “Opslaan in Drafts” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een bericht verzenden
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Bericht maken” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 32.
5. Druk op .
Page 80
6. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en druk
vervolgens op . Als u in de Lijst contacten het telefoonnummer wilt selecteren, zoek dan in deze lijst het gewenste item op. Druk op a of b om de Lijst contacten op te roepen. Druk op a of b om het gewenste item te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, voert u stap 2 t/m 4 uit onder “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
7. Druk op a of b om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De telefoon begint met het verzendingsproces en het SMS-bericht wordt verstuurd. Nadat het bericht is verzonden, wordt het toegevoegd aan de map Verzonden.
Opmerking
• Wanneer u een bericht van meer dan 160 tekens verstuurt, dan wordt het bevestigingsbericht weergegeven. Druk op A [Ja] om het bericht te verzenden of C [Nee] om het te annuleren.
Ontvangers toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 6 uit onder “Een bericht verzenden” op
pagina 78.
2. Druk op a of b om “Contact toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om een onderdeelnummer te
selecteren voor het toevoegen van het telefoonnummer van de ontvanger, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer het telefoonnummer in dat u wilt toevoegen, en
druk vervolgens op .
5. Wanneer u klaar bent met het toevoegen van
ontvangers, druk dan op C [Vorige]. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een bericht verzenden” op pagina 78.
Berichten 79
Page 81
SMS-berichten lezen
Inkomende berichten
De SMS-berichtindicator ( ) verschijnt wanneer er een bericht is binnengekomen.
1. Als u een SMS-bericht heeft ontvangen, druk dan
tijdens de standby-modus op .
2. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
bekijken. Het telefoonnummer van de verzender en een deel van het bericht worden weergegeven. Als het telefoonnummer van de verzender in de Lijst contacten is opgeslagen, verschijnt de naam van de verzender in plaats van het telefoonnummer. Als een bericht met “ ” gemarkeerd is, betekent dit dat het bericht nog niet gelezen is. Als Postvak IN, Verzonden of Drafts vol is, wordt “ ” weergegeven. Verwijder overbodige berichten.
3. Druk op .
4. Druk op a of b om door het scherm te schuiven zodat
u het bericht kunt lezen.
5. Als u klaar bent, druk dan op F.
80 Berichten
Het bericht beantwoorden
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen”.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Beantwoorden” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 32.
5. Druk op .
Voer de procedure uit vanaf stap 6 onder “Een bericht verzenden” op pagina 78.
Page 82
De afzender van het bericht bellen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen” op
pagina 80.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Afzender bellen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Tip
• In plaats van stap 2 en 3 uit te voeren, kunt u ook bellen door op D te drukken.
Een bericht doorsturen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen” op
pagina 80.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Doorsturen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en druk
vervolgens op . Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, voert u stap 1 t/m 4 uit onder “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43.
5. Druk op a of b om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een bericht
verzenden” op pagina 78. De telefoon begint met het verzendingsproces en het SMS-bericht wordt verstuurd.
Een bericht wijzigen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe SMS maken”
op pagina 78.
2. Druk op a of b om “Postvak IN”, “Verzonden” of
“Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
wijzigen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Bewerken” te sel ecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Wijzig het bericht, en druk vervolgens op .
Voer de procedure uit vanaf stap 6 onder “Een bericht verzenden” op pagina 78.
Berichten 81
Page 83
Een bericht verwijderen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe SMS maken”
op pagina 78.
2. Druk op a of b om “Postvak IN”, “Verzonden” of
“Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt
verwijderen en druk op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
4. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Eén bericht” te selecteren en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Ja].
Het geselecteerde bericht wordt verwijderd. Ziet u er vanaf om het bericht te verwijderen, druk dan bij stap 6 op
Tip
• Om uit de geselecteerde map alle berichten te
verwijderen, drukt u bij stap 5 op a of b om “Alle berichten” te selecteren en druk vervolgens op .
82 Berichten
C [Nee].
Telefoonnummers uit ontvangen berichten ophalen en bellen
U kunt een telefoonnummer bellen dat in het ontvangen SMS-bericht ingebed is.
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “SMS-berichten lezen” op
pagina 80.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op a of b om “Nummer selecteren” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Telefoonnummers die in het bericht zijn ingebed, worden weergegeven.
4. Druk op a of b om het gewenste nummer te
selecteren, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties weer te geven.
5. Druk op a of b om “Bellen” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om dit telefoonnummer op te slaan in de Lijst contacten, drukt u op a of b om “Opslaan in Telefoonboek” te sele cteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuwe naam toevoegen” op pagina 39.
Page 84
Tip
• Als u bij stap 3 de optie “Opslaan in Telefoonboek” selecteert, kunt u naar het invoerscherm van het telefoonnummer gaan met het ingevoerde nummer van de afzender. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuwe naam toevoegen” op pagina 39.
SMS instellen
Telefoonnummer berichtencentrale instellen
(M 4-3-5)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Instellingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “SMS-C” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer het nummer van de centrale in.
Als u voor een bericht naar een internationaal nummer een landcode wilt invoeren, houd dan P ingedrukt totdat het teken “+” verschijnt.
6. Druk op .
Geldigheidsduur bericht
Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren een door u verzonden bericht onafgeleverd mag blijven. In deze periode zal de beri chtencentrale steeds probe ren het bericht bij de ontvanger af te leveren.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen”.
2. Druk op a of b om “Geldigheidsduur” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om de geldigheidsduur te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Type bericht
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen”.
2. Druk op a of b om “Type bericht” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het type bericht te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Berichten 83
Page 85
Verbindingstype
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen” op
pagina 83.
2. Druk op a of b om “Verbindingstype” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het verbindingstype te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Optimalisatie
Wanneer “Aan” (standaard) ingesteld is, worden double­byte tekens (zoals Europese tekens met een accent) omgezet in single-byte tekens en verzonden. Wanneer “Uit” ingesteld is, worden double-byte tekens verzonden zoals ze worden weergegeven. Vermeld dient te worden dat u mogelijk dubbel moet betalen voor double-byte tekens die worden verzonden in een SMS-berich t wanneer Optimalisatie op “Uit” ingesteld is.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen” op pagina
83.
2. Druk op a of b om “Optimalisatie” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
84 Berichten

Cell Broadcast

Ontvangst is mogelijk van Cell Broadcast-berichten of algemene berichten zoals weerberichten en verkeersinformatie. Deze informatie wordt verspreid onder abonnees in bepaalde netwerkgebieden. Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Cell Broadcast in/uitschakelen (M 4-7-1)
(M 4-7)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “Cell Broadcast” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan/Uit” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Aan” te selecteren om Cell
Broadcast in te schakelen of “Uit” om Cell Broadcast uit te schakelen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Page 86
Cell Broadcast-berichten lezen (M 4-7-2)
1. Als u een Cell Broadcast-bericht heeft ontvangen, druk
dan op .
2. Druk op a of b om door het scherm te schuiven zoda t
u het bericht kunt lezen.
3. Als u klaar bent, druk dan op F.
Abonneren op Cell Broadcast
Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell Broadcast-bericht.
(M 4-7-3)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “Cell Broadcast” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Instellingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Info-onderwerpen inst.” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om “Toevoegen/Verwijderen” te
selecteren, en druk vervolgens op om het kanaal toe te voegen.
6. Druk op a of b om de gewenste pagina te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op C [Vorige].
Tip
• Als de gewenste pagina niet in de lijst staat die bij stap 6 verschijnt, selecteer dan “Onderwerp instellen” bij stap 5, en voer vervolgens de onderwerpcode in om een pagina toe te voegen. Neem voor bijzonderheden over de onderwerpcode contact op met uw netwerkoperator.
Talen instellen
Hiermee kunt u voor het display van de Cell Broadcast­berichten een taal instellen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Abonneren op Cell
Broadcast”.
2. Druk op a of b om “Taal” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De huidige taal verschijnt op het scherm.
3. Druk op .
De huidige taal verschijnt op het scherm.
4. Druk op a of b om de taal te selecteren die u wilt
instellen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op C [Vorige] om af te sluiten.
Berichten 85
Page 87

Regio info

Met Regio info verzendt de netwerkoperator informatie naar abonnees in bepaalde gebieden. Als u een bericht van Regio info ontvangt, verschijnt het bericht (netnummer) op het standby-scherm.
Opmerking
• Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Regio info in/uitschakelen
(M 4-8)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op a of b om “Regio info” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Als Regio info op “Aan” is ingesteld, neemt de standby­tijd af.
86 Berichten
Page 88

Vodafone live!

Uw telefoon is al ingesteld voor toegang tot Vodafone live! en het Internet voor mobiele toepassingen*.
(M 2)
Afgestemd op
Vodafone live! is een nieuwe portal voor mobiele toepassingen op het Internet die uw poort is naar een nieuwe wereld van informatie, games, muziek en diensten. Uw telefoon maakt gebruik van GPRS, een systeem dat veel sneller is dan de eerdere methoden waarmee mobiele informatie werd verkregen. Ook is de verbinding ‘altijd aan’, wat betekent dat u niet hoeft te wachten totdat verbinding is gemaakt. U betaalt alleen voor de gegevens die u verzendt of ontvangt, niet voor de duur van uw verbinding. * Als u problemen ondervindt met het maken van de
verbinding, neem dan contact op met Vodafone
Customer Support. Uw telefoon is uitgerust met een WAP-browser waarmee u kunt surfen op het Internet voor mobiele toepassingen om bruikbare informatie te bekijken. De pagina’s zijn gewoonlijk ontworpen voor een mobiele telefoon.
Uw telefoon is al afgestemd op de Vodafone-site voor WAP/ MMS-instellingen.

De WAP-browser weergeven

1. Druk tijdens standby op C.
De WAP-browser afsluiten
1. Druk op F om de browser af te sluiten.
Vodafone live! 87
Page 89

Navigeren door een WAP-pagina

a b c d:
Om de verschillende onderdelen in het scherm te selecteren.
: Wordt gebruikt om de optie uit te voeren die midden in het scherm aan de onderzijde weergegeven wordt.
A: Om het optiemenu van de browser te starten.
C: Om een actie te selecteren die wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm. Wordt gebruikt om toegang te krijgen tot “Vodafone live!” door de browser te openen.
Q (indrukken en ingedrukt houden): Om naar een URL te gaan.
G t/m O (indrukken en ingedrukt houden): Om de bookmark te starten (WAP).
F: Afsluiten (kort indrukken) Om de telefoon uit te zetten. (indrukken en ingedrukt houden)
88 Vodafone live!
Browser-menu
Als u met bladeren bent begonnen, kunt u de browser­opties bereiken door op A [Opties] te drukken.
Het browser-menu bevat het volgende:
• Selecteren: Om de link te selecteren die u wilt zien. (“Selecteren” wordt alleen weergegeven wanneer de link geaccentueerd is.)
• Homepage: Om naar de homepages te gaan die u in de WAP­instellingen heeft ingesteld.
• Bookmark toevoegen: Om in uw lijst met bookmarks de site toe te voegen die u momenteel bezoekt.
• Bookmarks tonen: Om uw lijst met bookmarks te bekijken.
•Items opslaan: Om beelden, ringtones of videoclips in het telefoongeheugen op te slaan.
• Ga naar URL: Om de URL op te geven van de site waar u naar toe wilt gaan.
• Geschiedenis: Om uw geschiedenislijst te zien.
Page 90
• Doorsturen: Om naar de volgende URL in de geschiedenislijst te gaan.
• Pagina verversen: Om de inhoud van de WAP-pagina te verversen.
• Geavanceerd...:
•URL tonen:
Om de URL te tonen van de site die u momenteel bezoekt.
• Pagina opslaan:
Om in de lijst met snapshots de pagina op te slaan die u momenteel bezoekt.
• Snapshots:
Om uw lijst met snapshots te bekijken.
• Postvak IN:
Om uw lijst met WAP-pushberichten te bekijken. U kunt via WAP-diensten Push-berichten ontvangen. Dit betekent dat een Internet Service Provider WAP-inhoud naar uw telefoon verzendt zonder dat u iets hoeft in te stellen.
• Instellingen.
Omvat “Downloads”, etc.
• Beveiliging:
Om de beveiliging in te stellen.
• Wissen...:
Om geschiedenis, cache, etc., te wissen.
• Nieuwe browsersessie:
Om de browser opnieuw te starten.
Bookmarks
Om een bookmark toe te voegen
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het menu
Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Bookmark toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op om op te slaan.
Openen van pagina’s waarvan u een bookmark heeft gemaakt
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het menu
Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Bookmarks tonen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om een bookma rkpagina te selecteren
die u wilt openen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Vodafone live! 89
Page 91
Bookmarks bewerken
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het menu
Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Bookmarks tonen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Meer...” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om ee n bookmarkpagina te selecteren
die u wilt bewerken, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Details” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen.
6. Bewerk de titel en druk vervolgens op b.
7. Bewerk de URL, en druk vervolgens op b.
8. Druk op a of b om “Opslaan” te selecteren, en druk
vervolgens op om op te slaan.
90 Vodafone live!
Bookmarks verwijderen
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het menu
Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Bookmarks tonen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Meer...” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om een bookmarkpagina te selecteren
die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen,
en druk vervolgens op a of b om “OK” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecte...] om de gegevens te verwijderen.
Page 92
Sneltoetsen maken voor snelle toegang tot bookmarks van webpagina's
U kunt webpagina's snel oproepen door gebruik te maken van sneltoetsen. Voer de volgende procedure uit om sneltoetsen te maken.
1. Druk tijdens het browsen op A [Opties] om het menu
Opties op te roepen.
2. Druk op a of b om “Bookmarks tonen” te selecteren
en druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Meer...” te selecteren en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om een bookmarkpagina te selecteren
die u wilt bewerken en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties weer te geven.
5. Druk op a of b om “Sneltoetsen” te selecteren en
druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen. De lijst met sneltoetsen wordt vervolgens weergegeven.
6. Druk op a of b om het nummer te selecteren waaraan
u sneltoetsen wilt toewijzen en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De lijst met geregistreerde bookmarks wordt vervolgens weergegeven.
7.
Druk op a of b om de gewenste bookmark te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Vodafone live! 91
Page 93

Mijn Telefoon

“Mijn telefoon” in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart bevat verschillende soorten beeld-, ringtone- en videoclipgegevens. Mijn Telefoon bevat tevens vaak gebruikte tekstberichtzinnen en vaak bezochte WAP-pagina’s (adressen) die u kunt gebruiken.

Mijn afbeeldingen

Beheer is mogelijk van foto’s die met een digitale camera zijn genomen of van afbeeldingen die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
: Beelden in PNG-formaat : Beelden in JPEG-formaat : e-Animatie bestand (NEVA) : Beelden in GIF-formaat : Beelden in BMP-formaat
: Beelden in WBMP-formaat
: Beelden in WPNG-formaat
Opmerking
• In de telefoon is ruimte voor gegevens ter grootte van ongeveer 6 Mbytes in Mijn afbeeldingen, Mijn games & meer, Mijn ringtones en Video’s.
92 Mijn Telefoon
(M 6)
(M 6-1)
Afbeeldingen weergeven
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op a, b, c of d om “Mijn telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Mijn afbeeldingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
De lijst met afbeeldingen wordt weergegeven.
5. Druk op a of b om de gewenste bestandsnaam te
selecteren die u wilt bekijken, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
6. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug te
keren naar de lijst.
Tip
• De aanduiding van de geheugenlocatie (telefoon: of geheugenkaart: ) wordt weergegeven, zodat u weet welk geheugen u gebruikt.
Page 94
Beelden gebruiken als achtergrond
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u als achtergrond wilt gebr uiken, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Instellen als achtergrond” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Intern display” of “Extern
display” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
5. Druk op a, b, c of d om het gebied op te geven dat
u wilt weergeven, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip
• Beelden in JPEG-formaat die als achtergrond worden gebruikt, worden vanwege softwareverwerking in ongeveer 260 duizend kleuren weergegeven.
Opslaan in de Lijst contacten
U kunt deze optie alleen gebruiken voor foto's die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt toevoegen aan de Lijst contacten, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Toevoegen aan Contact” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Wanneer u bestaande gegevens van de Lijst contacten overschrijft
4. Druk op a of b om “Bestaand contactpers.” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots breed of 320 dots hoog, druk dan op a, b, c of d om het gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
5. Druk op a of b om de gegevens te selecteren
waarnaar u wilt opslaan, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Wanneer u nieuwe gegevens van de Lijst contacten opslaat
4 Druk op a of b om “Nieuw toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots breed of 320 dots hoog, druk dan op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op . Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuwe naam toevoegen” op pagina 39.
a, b, c
of d om het gebied op
Mijn Telefoon 93
Page 95
Afbeeldingen bewerken
Afbeeldingen retoucheren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt retoucheren, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Beeld bewerken” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Retoucheren” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om de door u gewenste
retoucheringsoptie te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde optie wordt bevestigd op het display.
6. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen die kan worden geretoucheerd, is minimaal 52 dots [B] × 52 dots [H] en maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
94 Mijn Telefoon
Een kader toevoegen aan afbeeldingen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren
waaraan u het kader wilt toe voegen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Beeld bewerken” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Kader toevoegen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om het door u gewenste kaderpatroon
te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het geselecteerde kader wordt bevestigd op het display.
6. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen waaraan u een kader kunt toevoegen is maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
Page 96
Stempels toevoegen aan afbeeldingen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren
waaraan u een stempel wilt toevoegen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Beeld bewerken” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Effect toevoegen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op
het stempelpatroon te selecteren dat u wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
[Effect], en druk vervolgens op a of b om
A
6. Druk op a, b, c of d om de cursor naar het punt te
verplaatsen waar u een stempel wilt toevoegen.
7. Druk op om de stempel toe te voegen.
Om meer stempels toe te voegen, herhaalt u stap 5 t/m 7.
8. Druk op C [Einde], en druk vervolgens op A [Ja].
Om te annuleren drukt op bij stap 8 op C [Nee].
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen waaraan u stempels kunt toevoegen, is minimaal 24 dots [B] × 24 dots [H] en maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
Afbeeldingen draaien
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt draaien, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Beeld bewerken” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Draaien” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De afbeelding wordt linksom 90º gedraaid. Druk opnieuw op A [Draaien] voor nog eens 90º.
5. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen die u kunt draaien is maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
Mijn Telefoon 95
Page 97
Afbeeldingen kopiëren of verplaatsen
U kunt afbeeldingen kopiëren of verplaatsen tussen het telefoongeheugen en de geheugenkaart.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt kopiëren of verplaatsen.
3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op a of b om de gewenste optie te selecteren en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Het menu Opties varieert al naargelang de geheugenlocatie die gekozen is. Telefoongeheugen: “Kopiëren naar kaart” of
Geheugenkaart: “Kopiëren naar toestel” of
Afbeeldingsbestand downloaden
“Verplaatsen naar kaart”
“Verplaatsen naar toestel”
(M 6-1-3)
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om “Meer afbeeldingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Op het scherm verschijnt de download-site van het afbeeldingsbestand.
96 Mijn Telefoon
De bestandsnaam wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt wijzigen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Hernoemen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Om het laatste teken te corrigeren, drukt u kortstondig op C [Wissen]. Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
5. Druk op .
Opmerking
• De volgende tekens kunnen voor een bestandsnaam niet worden gebruikt: /, \, :, *, ?, ", <, >, | en . (punt). (De punt kan worden gebruikt voor beeldbestanden op de geheugenkaart.)
Page 98
Het formaat van de afbeelding instellen
De afbeeldingen die zijn geregistreerd in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart, kunt u gebruiken op het interne of externe display, of voor weergave bij een inkomend gesprek, een alarm of in/uitschakeling van de telefoon. Als het afbeeldingsformaat wordt gewijzigd, wordt de gegevensgrootte bijgewerkt.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt wijzigen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Formaat aanpassen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op a of b om “Intern display”, “Extern display”, “In-/ Uitschakelen”, “Inkomend gesprek” of “Alarm” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
5.
Druk op a, b, c of d om het gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op om op te slaan.
Om de registratie te annuleren, drukt u bij stap 6 op C [Vorige].
Opmerking
• “Formaat aanpassen” is mogelijk niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van de originele afbeelding of eventuele auteursrechten.
Berichten verzenden
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt verzenden, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Bericht maken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 66.
Opmerking
• Afbeeldingen met een gedimd pictogra m kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
Mijn Telefoon 97
Page 99
Een afbeelding verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Eén afbeelding” te selecteren en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
De geselecteerde afbeelding wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 5 op C [Nee].
Tip
• Om alle afbeeldingen te verwijderen, drukt u bij stap 4
op a of b om “Alle afbeelding.” te selecteren en druk vervolgens op .
98 Mijn Telefoon
De afbeeldingsinformatie controleren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven”
op pagina 92.
2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt controleren, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op a of b om “Afbeeldingdetails” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Het gedetailleerde informatiescherm wordt getoond.
4. Druk op a of b om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
Page 100

Mijn games & meer

Samen met de meegeleverde toepassing worden gedownloade toepassingen opgeslagen in Opgeslagen downloads.
Opmerking
• In Opgeslagen downloads is ruimte voor maximaal 50 toepassingen.
Toepassingen gebruiken
Met deze telefoon kunnen verschillende soorten Vodafone­specifieke toepassingen worden gebruikt.
Om toepassingen te gebruiken, downloadt u eerst de toepassingen vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid om, binnen een spel of netwerktoepassing, verbinding te maken met een netwerk.
Opmerking
• Toepassingen kunnen lokaal (geen verbinding) worden uitgevoerd of gebaseerd zijn op een netwerk (waarbij gebruik wordt gemaakt van Internet-sites voor mobiele toepassingen om informatie te updaten/spelletjes te spelen). Het netwerk brengt u mogelijk meer in rekening als u netwerktoepassingen gebruikt. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
(M 6-2)
Toepassingen downloaden
Bevestigingsscherm
Voordat u de toepassing downloadt, wordt u gevraagd om te bevestigen wat u gaat ontvangen. Nadat u de informatie op het bevestigingsscherm heeft gecontroleerd, kunt u de toepassing downloaden.
Opmerking
• Op sommige informatieschermen is gebruikersverificatie vereist voordat de toepassing kan worden gedownload.
Mijn Telefoon 99
Loading...