Sharp GX29 User Manual [nl]

Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Limited dat het toestel GX29 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende Internet-adres: http://www.sharp-mobile.com

Inleiding

Gefeliciteerd met uw aankoop van de GX29.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze Gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens verloren gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op andere wijze niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen, directe of indirecte, verantwoordelijkheid voor financiële verliezen of claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval van gestolen creditcardnummers, het verlies of wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
• De indeling van de schermen in deze Gebruikershandleiding kan verschillend zijn van de feitelijke. De informatie in deze Gebrui kershandleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze Gebruikershandleiding beschreven functies worden mogelijk niet in alle gevallen door een netwerk ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor inhoud, informatie, enz. die van het netwerk wordt gedownload.
• Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of heldere pixels verschijnen. Dit heeft echter geen invloed op de functies of prestaties van de telefoon.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privé-doeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen rechten kan uitoefenen die uitgebreider zijn of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden voorkomen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inleiding 1
Powered by JBlend™ Copyright 1997­2004 Aplix Corporation. All rights reserved. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
Powered by Mascot Capsule Mascot Capsule
Corporation ©2002-2006 HI Corporation. All Rights Reserved.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the following United States Patents and/or their domestic or foreign counterparts and other patents pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262: 4,785,450 & 4,811,420.
T9 Text Input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/ DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat. Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending worldwide.
®
is a registered trademark of HI
®
/Micro3D Edition™
2 Inleiding
Bluetooth is a trademark of the Bluetooth SIG, Inc.
The Bluetooth word mark and logos are owned by the Bluetooth SIG, Inc. and any use of such marks by Sharp is under license. Other trademarks and trade names are those of their respective owners.
CP8 PATENT
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License voor persoonlijk en niet­commercieel gebruik, op basis waarvan een consument (i) video mag coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Video Standard (“MPEG-4 Video”) en/of (ii) MPEG-4 Video mag decoderen die is gecodeerd door een consument in het kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of die is verkregen bij een erkende videoleverancier. Geen licentie wordt verleend voor enig ander gebruik. Meer informatie kunt u opvragen bij MPEG LA. Zie http://www.mpegla.com.
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Systems Patent Portfolio License voor het coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Systems Standard, behalve dat een extra licentie en betaling van royalty’s noodzakelijk zijn voor het coderen in verband met (i) gegevens die zijn opgeslagen of gedupliceerd op fysieke media waarvoor per titel een licentie wordt betaald en/of (ii) gegevens waarvoor per titel een licentie wordt betaald en die naar een eindgebruiker worden verzonden voor permanente opslag en/of permanent gebruik. Een dergelijke extra licentie kan worden verkregen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com voor verdere bijzonderheden.

Handige functies en mogelijkheden

Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Een ingebouwde camera om foto’s en videoclips te maken.
• Een berichtfunctie voor het lezen en maken van SMS­berichten.
• MMS (Multimedia Messaging Services) om uw telefoon op verschillende manieren persoonlijk te maken.
• Een WAP-browser om informatie op te vragen op het mobiele Internet.
• Java™-toepassingen. U kunt ook via het mobiele Internet verschillende toepassingen downloaden vanaf de Vodafone-site.
• Een extern display (blauw) waarop snel de informatie van inkomende gesprekken of berichten kan worden afgelezen.
• E-mail voor het verzenden van e-mailberichten tot 2000 tekens en het ontvangen van mail met bijlagen.
• Een ringtonebewerkingsfunctie waarmee u originele ringtones tot 32 stemmen kunt maken.
• Een spraakrecorderfunctie waarmee u tekst kunt inspreken en afspelen.
• Een draadloze Bluetooth® verbinding om met bepaalde apparaten contact te maken en gegevens over te zenden. U kunt afbeeldingen, ringtones en vi deoclips overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
• Een synchronisatiefunctie waarmee u op een PC het Telefoonboek en geplande taken kunt synchroniseren met Microsoft Outlook of Outlook Express.
• Een planneralarm waarmee u aan geplande taken een alarm kunt toewijzen en dit kunt verzenden.
Inleiding 3

Inhoudsopgave

Inleiding ....................................................... 1
Handige functies en mogelijkheden ............ 3
Uw telefoon .................................................. 7
Optionele accessoires .................................. 7
Beginnen ...................................................... 8
De SIM-kaart en batterij plaatsen .............. 11
De batterij opladen .................................... 13
Uw telefoon aan- en uitzetten .................... 14
Display-indicators (Interne display) .......... 15
Display-indicators (Extern display) ........... 17
Navigatiefuncties ...................................... 18
Belfuncties ................................................. 19
Bellen ......................................................... 19
Snelkiezen ................................................. 19
Opgeslagen nummers bellen ..................... 20
Een oproep beantwoorden ......................... 20
Menu’s tijdens een gesprek ....................... 21
Tekens invoeren ........................................ 25
De invoertaal wijzigen ............................... 26
De invoermethode wijzigen ....................... 26
Mijn sjablonen gebruiken .......................... 27
4 Inhoudsopgave
Gebruik van het menu ............................... 28
Overzicht van menufuncties ...................... 29
Telefoonboek .............................................31
Het opslaggeheugen selecteren .................. 31
Een andere weergegeven lijst kiezen ......... 31
De naamvolgorde wijzigen ........................ 32
Nieuw contact ............................................ 32
Items uit het Telefoonboek kopiëren
tussen de SIM-kaart en de telefoon ........... 33
Een naam en nummer zoeken .................... 33
Bellen vanuit het Telefoonboek ................. 34
Items van het Telefoonboek bewerken ..........34
Items uit het Telefoonboek verwijderen ........34
Groepen weergeven ................................... 34
Groepsprofiel ............................................. 35
Een ringtone toewijzen aan items in het
Telefoonboek .............................................36
Geheugenstatus .......................................... 36
Snelkiezen .................................................. 36
Een item van het
Telefoonboek verzenden ............................37
Een item van het
Telefoonboek ontvangen ...........................37
Een servicenummer bellen ......................... 38
Camera ....................................................... 39
Foto maken ................................................ 39
Video opnemen ..........................................43
Berichten .................................................... 47
MMS .......................................................... 47
SMS ........................................................... 53
E-mail ........................................................ 56
Cell Broadcast ............................................ 58
Vodafone live! ............................................ 59
De WAP-browser starten ........................... 59
Navigeren door een WAP-pagina ..............60
Mijn telefoon .............................................. 63
Mijn afbeeldingen ...................................... 63
Mijn games & meer ................................... 65
Mijn ringtones ............................................ 66
Mijn video’s ............................................... 68
Mijn sjablonen ........................................... 71
Geheugenstatus .......................................... 71
Games & meer ........................................... 72
Opgeslagen downloads .............................. 72
Achtergrond ...............................................73
Meer downloads .........................................73
Instellingen .................................................74
Java™ informatie .......................................75
Toepassingen ............................................76
Vodafone menu ..........................................76
Alarm .........................................................76
Rekenmachine ............................................77
Geluidopname ............................................78
Ringtone-editor ..........................................79
Help ............................................................83
Kalender .....................................................84
Contacten ...................................................87
Gespreksregister .........................................87
Snelkiezen ..................................................88
Mijn nummers ............................................88
Gesprekstimers ...........................................88
Datateller ....................................................88
Gesprekskosten ..........................................89
Instellingen .................................................90
Verbindingen ..............................................90
Profielen .....................................................93
Het display instellen ...................................99
Inhoudsopgave 5
Geluid ...................................................... 102
Oproepinstellingen .................................. 102
Datum & tijd ............................................ 106
De taal wijzigen ....................................... 107
Netwerk ................................................... 107
Beveiliging .............................................. 111
Fabrieksinstellingen ................................. 112
De GX29 aansluiten op uw PC ............... 113
Systeemvereisten ..................................... 113
GSM/GPRS modem ................................ 113
Handset Manager ..................................... 114
Installatie van de software ....................... 114
Problemen oplossen ............................... 116
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksvoorwaarden ............................. 118
GEBRUIKSVOORWAARDEN ............. 118
OMGEVING ........................................... 121
GEBRUIK VAN DE TELEFOON
IN EEN AUTO ........................................ 121
SAR ......................................................... 122
INFORMATIE OVER
VERANTWOORDE VERWIJDERING .........123
6 Inhoudsopgave
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK IN DE
VERENIGDE STATEN .......................... 124
Index .........................................................126

Uw telefoon

Controleer zorgvuldig het volgende. In het pakket moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• GSM 900/1800/1900 GPRS telefoon
• Oplaadbare Li-ion-accu
• Batterijlader
•Hands Free-kit
•CD-ROM
• Gebruikershandleiding
• Snelstartgids

Optionele accessoires

• Li-ion reserve-accu (XN-1BT30)
• Sigarettenaansteker-oplader (XN-1CL30)
• USB-gegevenskabel (XN-1DC30)
• Batterijlader (XN-1QC31)
• Persoonlijke Hands Free-kit (XN-1ER20)
Het is mogelijk dat bovengenoemde accessoires in bepaalde landen niet leverbaar zijn. Neem voor bijzonderheden contact op met uw dealer.
Uw telefoon 7

Beginnen

1
2
3
14
8
4
5
6
7
8 Beginnen
10
11 12
13
9
15
16
17
18
19
20
1. Oortelefoon/luidspreker
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
Om met de cursor menu-
Pijltoetsen omhoog/omlaag: a b
Pijltoets links:
c
Pijltoets rechts:
d
3. Linkerdisplaytoets:AVoert de functie uit aan de
4. Verzend-toets:
D
5. Middelste toets:eOm in de standby-modus het
onderdelen te selecteren, etc. Om in de standby-modus items
in het Telefoonboek op te roepen. In deze handleiding worden deze pijltoetsen aangegeven door a en b.
Toont tijdens standby een lijst met Opgeslagen downl.. In deze handleiding wordt deze pijltoets aangegeven door c. Om in de standby-modus de lijst van Opgeslagen afbeeldingen weer te geven. In deze handleiding wordt deze pijltoets aangegeven door d.
linkeronderzijde van het scherm.
Om te bellen of gesprekken te beantwoorden, of om in de standby-modus gespreksregisters te bekijken.
hoofdmenu weer te geven en functies uit te voeren.
6. Voicemail-toets:GDruk op deze toets en houd
7. */Shift-toets:
P
deze ingedrukt om automatisch uw voicemail op te halen. (Hangt af van de SIM-kaart.)
Om heen en weer te gaan tussen hoofdletters, kleine letters en cijfers. U heeft vier keuzes: Abc, ABC, 123 en abc. Druk in het tekstinvoerscherm op deze toets en houd deze ingedrukt om afwisselend te kiezen tussen gewone tekstinvoer en T9-invoer.
8. Interne display
9. Rechterdisplaytoets:C Om de functie uit te voeren
10. Einde/AAN/UIT-toets:FOm een gesprek te beëindigen of
aan de rechteronderzijde van het scherm. Hiermee krijgt u vanuit de standby-modus toegang tot “Vodafone live!” door de browser te openen.
de telefoon in of uit te schakelen.
11. Toetsenblok
Beginnen 9
12.#/Stil-toets:
R
13. Microfoon
14. Extern display
15. Hands Free-connector
16. Externe connector:
17.Camera
18. Batterijdeksel
19.
Ingebouwde antenne
10 Beginnen
Om heen en weer te gaan tussen symboolschermen. Houd in het tekstinvoerscherm deze toets ingedrukt om het taaloptiescherm op te roepen. Druk tijdens standby op deze toets en houd deze ingedrukt om heen en weer te gaan tussen de profielinstelling Normaal en Stil. Druk tijdens standby op e en vervolgens op R om de draadloze Bluetooth-functie aan of uit te zetten..
Om de oplader of USB­gegevenskabel aan te sluiten.
:
Waarschuwing: Bedek het scharniergedeelte van de telefoon niet met uw hand wanneer u de telefoon gebruikt. De prestatie van de ingebouwde antenne kan hierdoor nadelig worden beïnvloed.
20. Omhoog/omlaag-toetsen aan de zijkant:
V W
Hiermee verplaatst u de cursor om menu-onderdelen te selecteren, het luidsprekervolume in te stellen, enz.

De SIM-kaart en batterij plaatsen

1. Schuif het batterijdeksel weg ( ).
1
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten van
de batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuven
, en plaats vervolgens de batterij in de telefoon .
2
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
SIM-kaart
2
1
4. Plaats het batterijdeksel terug en schuif dit dicht, zoals
hieronder afgebeeld.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat u de standaardbatterij (XN-1BT30) gebruikt.
Beginnen 11
De SIM-kaart en batterij verwijderen
1. Zorg ervoor dat u uw telefoon uitschakelt en de oplader
en andere accessoires verwijdert. Schuif het batterijdeksel weg ( ).
1
2
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
12 Beginnen
3. Druk de SIM-kaart licht naar beneden en haal hem uit
de SIM-houder zoals hieronder getoond.
Batterij afdanken
Het apparaat wordt gevoed door een batterij. Houd u aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor chemisch afval, uw dealer of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur of water en geef de batterij niet met het gewone huishoudelijk afval mee.

De batterij opladen

Voordat u de telefoon de eerste keer kunt gebruiken, moet u de batterij eerst 2 uur lang opladen.
Gebruik van de oplader
1. Verwijder aan de onderzijde van de telefoon de
afdekking van de externe connector en sluit hierop de oplader aan. Houd hierbij de zijkanten van de oplader ingedrukt (aangegeven door pijlen). Sluit de oplader aan op een stopcontact. Bewaar de afdekking op een veilige plaats, zodat u deze altijd terug kunt vinden.
Tijdens het opladen van de telefoon wordt rechtsboven in het scherm het animatiepictogram ( ) weergegeven dat de batterijstatus aangeeft. Normale oplaadtijd: Ongeveer 2 uur.
Opmerking
• De oplaadtijd kan variëre n al naargelang de staat van de batterij en andere omstandigheden. (Zie “Batterij” op pagina 119.)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Werp lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
De oplader verwijderen
Druk aan de zijkanten van de oplader de knoppen in en verwijder de oplader vervolgens uit de externe connector van de telefoon.
2. Nadat de batterij volledig opgeladen is, wordt dit door
de batterij-indicator aangegeven. Haal de stekker uit het stopcontact en trek de oplader vervolgens uit de externe connector van de telefoon. Plaats de afdekking terug.
Opmerking
• Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd, omdat deze uw telefoon kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen maken, zie “Batterij” op pagina 119 voor bijzonderheden.
Beginnen 13
De batterij opladen met de sigarettenaansteker-oplader
Met de optionele Sigarettenaansteker-oplader kan via de sigarettenaanstekerbus in uw auto de batterij worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
De status van de batterij wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het interne display en op het externe display.
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Wanneer de batterij zwak wordt, klinkt een alarm en verschijnt op het interne en externe display het symbool “ ”. Als u uw telefoon gebruikt en dit alarm hoort, laad de telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking niet meer gegarandee rd. De batterij werkt mogelijk nog maar vijf minuten voordat de telefoon zichzelf tijdens een gesprek uitschakelt.
Batterij-indicators Oplaadstatus
Voldoende opgeladen
Gedeeltelijk opgeladen
Opladen aanbevolen
Opladen vereist
Leeg
14 Beginnen

Uw telefoon aan- en uitzetten

Om uw telefoon aan te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden. Vervolgens verschijnt het standby-scherm.
Om uw telefoon uit te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden.
Uw PIN-code invoeren
Als de PIN-code ingeschakeld is, wordt u gevraagd om uw PIN-code in te voeren elke keer als u uw telefoon inschakelt. Zie “De PIN-code inschakelen/uitschakelen” op pagina 111 als u wilt weten hoe u uw PIN-code instelt.
1. Voer uw PIN-code in.
2. Druk op e.
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN­code inschakelen/uitschakelen” op pagina 111.
Telefoonboek kopiëren vanaf de SIM-kaart
Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon plaatst en het Telefoonboek start, dan wordt u gevraagd of u items van het Telefoonboek op de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de instructies op het scherm uit, of kopieer personen op een later tijdstip met het menu Telefoonboek. Dat werkt als volgt:
“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon”.

Display-indicators (Interne display)

Statusindicators
Linkerdis­playtoets
Rechterdisplaytoets
Middelste toets
Beginnen 15
Statusindicators
1. / :
Sterkte van het ontvangen signaal/ Netwerk buiten bereik
:
//
GPRS binnen bereik en ingeschakeld/ Roaming buiten het netwerk/GPRS binnen bereik, ingeschakeld en bezig met roaming
2. : Inkomend gesprek
3. : Bezig met gesprek
4. / :
5. : Bezig met faxcommunicatie
6. : “Doorschakelen” (p. 102) ingesteld op
7. / : Veilige WAP-pagina weergegeven
8. / : SMS-berichtsignaal [niet gelezen/postbus
9.
10. / : E-mail-berichtsignaal [niet gelezen/
11. : USB-gegevenskabel aangesloten
16 Beginnen
CSD/GPRS actief
“Alle oproepen”
vol]
/
: MMS-berichtsignaal [niet gelezen/postbus
vol]
postbus vol]
12. / : Instelling draadloze Bluetooth-verbinding
[ingeschakeld/bezig met communicatie]
13. / : Java™-toepassing [geactiveerd
(gekleurd)/onderbroken (grijs)]
14. (Geen display)/////:
Huidig profiel [Normaal/Vergadering/ Actief/Auto/Headset/Stil]
15. : T9-tekstinvoermethode geactiveerd
16. ///:
Huidige tekstinvoermethode [eerste letter een hoofdletter/alles hoofdletters/alles kleine letters/cijfers]
17. //: “Volume belsignaal” (p. 94) ingesteld op
“Stil”/Trilalarm ingeschakeld (p. 95)/ Trilalarm ingeschakeld en ringtone gedeactiveerd
18. : Batterijstatus
19. : Dagelijks alarm ingeschakeld
20. / : Schema-item ingeschakeld [met/zonder
herinneringsalarm]
21. : Postvak UIT bevat MMS-berichten die niet verzonden zijn
22. : WAP melding
23. : Voicemail gearriveerd

Display-indicators (Extern display)

Statusindicators
1. : Sterkte van ontvangen signaal
2. : Batterijstatus
3. : USB-gegevenskabel aangesloten
4. / : Draadloze Bluetooth-verbinding [ingeschakeld/bezig met communicatie]
Beginnen 17

Navigatiefuncties

Alle functies worden geopend vanuit het hoofdmenu. Om het hoofdmenu te openen, drukt u tijdens standby op de middelste toets (e).
Om functies te openen, moet u menu-onderdelen selecteren en uw keuzes maken. Een menu-onderdeel (aangegeven door aanhalingstekens) selecteert u door met a, b, c en d de cursor te verplaatsen en op e te drukken om uw keuze te bevestigen.
Bij bepaalde procedures moet u op een van de displaytoetsen (aangegeven door vierkante haakjes) drukken. Welke functies door deze displaytoetsen worden geactiveerd, staat aangegeven aan de linker- en rechteronderzijde van het scherm. Druk op de betreffende displaytoets (A of C). Om terug te keren naar het vorige scherm, drukt u op de rechterdisplaytoets wanneer op het scherm “Vorige” staat aangegeven. Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op de rechterdisplaytoets wanneer op het scherm “Afsluiten” staat aangegeven.
Elk hoofdstuk in deze Gebruikershandleiding begint met een overzicht van onderdelen die u achtereenvolgens (in cursief aangegeven) moet selecteren voordat u de betreffende procedure uitvoert. Nadat u een onderdeel selecteert, verschijnt de volgende reeks onderdelen waaruit u een keuze kunt maken. Open de onderdelen op lagere niveaus nadat u de onderdelen in het hoofdgedeelte heeft geopend.
Voorbeeld:
“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd”
18 Navigatiefuncties

Belfuncties

Bellen

1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en druk
op D om te bellen. Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op [Wissen] om het nummer links van de cursor te verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen het nummer 112 (internationaal
noodnummer) in en druk op D om te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken “+” (internationaal
voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer
(zonder de voorloopnul) en het telefoonnummer en druk op D om te bellen.

Snelkiezen

Uit het geheugen (telefoon of SIM) van het Telefoonboek kunnen maximaal 8 telefoonnummers worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (H t/m O) kunt u de nummers bellen. Voor bijzonderheden over het instellen van Snelkiezen, zie “Snelkiezen” op pagina 36.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen, houdt
u een van de cijfertoetsen ingedrukt (H t/m O). Het telefoonnummer dat opgeslagen is onder Snelkiezen wordt gebeld.
Belfuncties 19

Opgeslagen nummers bellen

U kunt nummers bellen die zijn opgeslagen in een lijst van het gespreksregister. Selecteer een specifieke lijst of “Alle oproepen”. Een specifieke lijst bevat maximaal 10 nummers en de lijst “Alle oproepen” maximaal 30.
1. Druk tijdens standby op D.
2. Druk op c of d om heen en weer te gaan tussen “Alle
oproepen”, “Gekozen nrs”, “ Gemis. oproep.” en “Ontv. oproepen”.
3. Selecteer het telefoonnummer dat u wilt bellen.
4. Druk op D om het nummer te kiezen.
Automatische nummerherhaling
Met deze instelling kunt u uw telefoon automatisch het nummer laten bellen wanneer de eerste poging geen succes had omdat de gebelde persoon in gesprek was.
Als u wilt stoppen met automatische nummerherhaling, druk dan op F of [Einde].
Instellen van automatische nummerherhaling
“Instellingen” → “Oproepinstellingen” → “Autom. nr. herhaling”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
• Als u een inkomend gesprek ontvangt, wordt de functie automatische nummerherhaling onderbroken.
• Automatische nummerherhaling is niet mogelijk met fax­en datagesprekken.
20 Belfuncties

Een oproep beantwoorden

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D, e of [Antw.] om het gesprek te
beantwoorden. Of druk op een willekeurige toets behalve F en [In gespr.] wanneer de functie “Antw. willek. toets” (antwoorden door een willekeurige toets in te drukken) is ingeschakeld. Stel in het profiel van elke modus de functie Antwoorden met willekeurige toets in. (p. 98)
Tip
• Wanneer de Persoonlijke Hands Free-kit (optioneel) op de telefoon aangesloten is, kunt u een gesprek beantwoorden door op de Antwoord-toets te drukken.
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van de beller het nummer verzendt, dan verschijnt dat nummer op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan verschijnt op het scherm de naam en het telefoonnummer van de beller.
• Als het nummer een geheim nummer is, dan verschijnt op het scherm “Niet beschikbaar”.
• Als een oproep wordt ontvangen van een persoon wiens foto in het Telefoonboek is opgeslagen, dan worden afwisselend het ontvangstdisplay en de foto getoond.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk op F of houd een van de toetsen aan de zijkant
ingedrukt terwijl de telefoon overgaat om een oproep af te wijzen die u niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk op [In gespr.] terwijl de telefoon overgaat om de
beller van een inkomend gesprek een in-gesprek-toon te laten horen zodat deze weet dat u het gesprek niet kunt beantwoorden.

Menu’s tijdens een gesprek

Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra functies.
Headsetvolume instellen
Tijdens een gesprek kunt u het headsetvolume afstellen (en het Hands Free-volume, indien de kit aangesloten is).
1. Druk tijdens een gesprek op een van de toetsen aan de
zijkant (omhoog of omlaag) om het scherm van het headsetvolume op te roepen.
2. Druk aan de zijkant op de omhoog-toets (of a/d) om
het volume van het gesprek te verhogen of op de omlaag-toets (of b/c) om het volume te verlagen. Er kan een keuze worden gemaakt uit vijf niveaus (Niveau 1 t/m 5).
3. Druk op e als het volume op het door u gewenste
niveau is ingesteld. De telefoon keert automatisch terug naar het gespreksscherm als u geen bedieningshandelingen verricht.
Belfuncties 21
Een gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de wachtstand zetten.
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties].
2. Selecteer “Wachtstand”.
Het huidige gesprek wordt dan in de wachtstand gezet. Om een gesprek op te halen, drukt u op [Opties] en selecteer “Ophalen”.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon die
u wilt bellen, en druk vervolgens op D.
Tip
• In plaats van stap 1 en 2 te gebruiken kunt u tijdens een gesprek ook iemand anders bellen door gewoon het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek wordt dan automatisch in de wachtstand gezet.
22 Belfuncties
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Wacht & beantw.” om het tweede gesprek te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en nu kunt u spreken met de tweede beller.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Gesprek wisselen” om
tussen de twee gesprekken te wisselen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Gesprek afbreken” om
het huidige gesprek te beëindigen en terug te gaan naar het gesprek in de wacht.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” instellen op “Aan” als u gebruik wilt maken van de dienst Oproep in de wacht (p. 103).
• Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de wacht. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden, druk dan bij stap 1 op [In gespr.] of druk op [Opties] en selecteer “In gesprek” of “Weigeren”. Als u “Weigeren” selecteert, wordt het tweede gesprek opgeslagen als een gemist gesprek.
Tijdens een gesprek het SMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“SMS”. De volgende opties zijn beschikbaar: “Bericht maken” om een SMS te maken, of “Postvak IN”, “Verzonden” of “Drafts” om deze mappen te openen. Voor bijzonderheden over SMS, zie “SMS” op pagina 53.
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 deelnemers laten deelnemen aan een conferentiegesprek.
Een conferentiegesprek beginnen
Om een conferentiegesprek te beginnen, moet er één actief gesprek zijn en één gesprek in de wachtstand.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Conferentie” om het tweede gesprek te beantwoorden.
2. Selecteer “Conferentie allen” om deel te nemen aan het
conferentiegesprek.
3. Druk op F om het conferentiegesprek te beëindigen.
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiegesprek. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Bij stap 2 kunt u kiezen uit meerdere opties voor het conferentiegesprek:
• Om alle deelnemers in de wachtstand te zetten,
selecteert u “Conf. alle wacht”.
• Om alle deelnemers behalve het huidige gesprek in de
wachtstand te zetten, selecteert u “Privé”.
• Om het gesprek met alle deelnemers te beëindigen,
selecteert u “Alles afbreken”.
• Om het conferentiegesprek te verlaten, maar de
andere sprekers de gelegenheid te geven met elkaar te blijven praten, selecteert u “Doorschakelen”.
• Om het huidige gesprek in de wachtstand te zetten en
het conferentiegesprek voort te zetten met de overige deelnemers, selecteert u “Uitsluiten”.
• Om acceptatie van meer deelnemers aan het huidige
gesprek af te wijzen, selecteert u “Weigeren”, of kunt u de in-gesprek-toon verzenden door “In gesprek” te selecteren.
Belfuncties 23
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1. Druk op [Opties] en selecteer “Bellen”.
2. Voer het nummer in van de persoon die u deel wilt laten
nemen aan het conferentiegesprek en druk op D om te bellen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
4. Selecteer “Conferentie allen” om deel te nemen aan het
conferentiegesprek. Als u nog meer deelnemers wilt toevoegen aan de conferentie, herhaal dan stap 1 t/m 4.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon
wiens deelname aan het conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Gesprek afbreken”.
24 Belfuncties
Met één van de conferentiedeelnemers een privégesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privégesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon selecteren in de conferentielijst en de andere deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon
met wie u wilt spreken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
3. Selecteer “Privé”.
4. Druk na beëindiging van het privé-gesprek op [Opties]
en selecteer “Conferentie”.
5. Selecte er “Conferentie allen” om terug te keren naar het
conferentiegesprek.
Het microfoongeluid dempen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic. uit] om het
microfoongeluid te onderdrukken. Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op [Mic. aan].

Tekens invoeren

Als u tekens wilt invoeren om items in het Telefoonboek op te nemen, SMS- of MMS-berichten te maken, etc., druk dan op de corresponderende toetsen.
Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets zo vaak in totdat het gewenste teken wordt getoond. Voorbeeld: druk eenmaal op H om de letter “A” te krijgen of tweemaal om de letter “B” te krijgen.
Tabel met tekens
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende teken in de reeks. De volgorde varieert al naargelang de geselecteerde taal.
Nederlands
Toets Hoofdletters Kleine letters Numeriek
.
(punt) , (komma) - (verbindingsstreepje)
G
(apostrof)
@ :1
ABCЗДБАВ2 abcздбав2 2
H
DEFËÉÈÊ3 defëéèê3 3
I
GHIÏÍÌÎ4 ghiïíìî4 4
J
JKL5 jkl5 5
K
MNOÖÓÒÔ6 mnoöóòô6 6
L
? !
1
Toets Hoofdletters Kleine letters Numeriek
PQRS7 pqrsß7 7
M
TUVÜÚÛÙ8 tuvüúûù8 8
N
WXYZ9 wxyz9 9
O
(spatie)+ = < > € £ $ ¥ % &0 0
Q
Hiermee kunt u wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U heeft vier mogelijkheden:
P
Abc, ABC, 123 en abc.
.,?!:;-+#* @' '' ( ) _&€ £ $ %/ ˜<>§=\ | ¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
R
Же дж а ЗЙ и й м СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓ ΛΩΠΨΣΘ Ξ (spatie)
:
G-O Q
:
P
:
R
Indrukken en ingedrukt houden om cijfers tussen 0 en 9 in te voeren.
Indrukken en ingedrukt houden om te wisselen tussen gewone tekstinvoer en T9-tekstinvoer. Ingedrukt houden om het taaloptiescherm op te roepen.
Tekens invoeren 25

De invoertaal wijzigen

Op het tekstinvoerscherm kunt u de invoertaal wijzigen.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties].
2. Selecteer “Invoertaal”.
Indien “Invoertaal” niet wordt weergegeven, selecteer dan “Tekst opties” en selecteer vervolgens “Invoertaal”.
3. Selecteer de gewenste taal.
Tip
• Om het taaloptiescherm op te roepen, kunt u ook R
ingedrukt houden in plaats van stap 1 en 2 uit te voeren.

De invoermethode wijzigen

T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op P en houd deze
toets ingedrukt om over te gaan op T9-tekstinvoer.
2. Druk op [Opties].
3. Selecteer “Invoermethode”.
Indien “Invoermethode” niet wordt weergegeven, selecteer dan “Tekst opties” en selecteer vervolgens “Invoermethode”.
4. Selecteer de invoermethode (Abc, ABC, abc of 123).
26 Tekens invoeren
5. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de betreffende
toets éénmaal in. Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren, drukt u op J L I.
6. Als het weergegeven woord niet het woord is dat u wilt,
druk dan op a of b totdat u het juiste woord selecteert.
7. Druk op e om het woord te selecteren.
Opmerking
• Als bij stap 6 het juiste woord niet verschijnt, ga dan over op gewone tekstinvoer om het juiste woord in te voeren.
Tip
• Als u op Q drukt in plaats van stap 7 uit te voeren, wordt naast het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties].
2. Selecteer “Symbool”.
Indien “Symbool” niet wordt weergegeven, selecteer dan “Tekst opties” en selecteer vervolgens “Symbool”.
3. Selecteer het gewenste symbool.
Mijn woordenboek
Voor T9-tekstinvoer kunt u uw eigen woordenlijst maken.
1. Druk tijdens T9-tekstinvoer op [Opties].
2. Selecteer “Mijn woordenboek”.
Indien “Mijn woordenboek” niet wordt weergegeven, selecteer dan “Tekst opties” en selecteer vervolgens “Mijn woordenboek”.
3. Selecteer “Nieuw woord toevoegen” en voer een nieuw
woord in.
Een woord in de lijst bewerken
1. Druk tijdens T9-tekstinvoer op [Opties].
2. Selecteer “Mijn woordenboek”.
Indien “Mijn woordenboek” niet wordt weergegeven, selecteer dan “Tekst opties” en selecteer vervolgens “Mijn woordenboek”.
3. Selecteer het gewenste woord.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
5. Wijzig het woord.
Tip
• U kunt ook de volgende stappen uitvoeren om voor T9­tekstinvoer een nieuw woord in de lijst op te nemen.
1. Voer in de T9-stand een (gedeelte van een) nieuw
woord in dat u wilt opslaan.
2. Druk op [Opties].
3. Selecteer “Mijn woordenboek”. Indien “Mijn woordenboek” niet wordt weergegeven,
selecteer dan “Tekst opties” en selecteer vervolgens “Mijn woordenboek”.
4. Wijzig het woord.

Mijn sjablonen gebruiken

Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen die zijn geregistreerd in Mijn sjablonen.
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Mijn sjablonen maken” op pagina 71.
1. Verplaats in het tekstinvoerscherm de cursor naar het
punt waar u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op [Opties].
3. Selecteer “Tekstsjabloon toevoeg.”.
Indien “Tekstsjabloon toevoeg.” niet wordt weergegeven, selecteer dan “Tekst opties” en selecteer vervolgens “Tekstsjabloon toevoeg.”.
4. Selecteer de gewenste tekstsjabloon.
De geselecteerde tekstsjabloon wordt ingevoegd.
Tekens invoeren 27

Gebruik van het menu

Functies openen
1. Druk tijdens de standby-modus op e.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Navigeer naar de gewenste locatie.
3. Druk op e om de functie te openen.
28 Gebruik van het menu
Sneltoetsen
U kunt versneld naar de menu’s gaan door op e te drukken en de cijfertoetsen in te drukken die overeenkomen met de menunummers van het hoofdmenu. In de volgende tabel ziet u de nummervolgorde. Sneltoetsen worden getoond in de koppen van deze handleiding. Bijvoorbeeld: “M 9-7”.
Voorbeeld: Om het submenu “Taal” te openen met
behulp van de sneltoetsen
Druk op e O M.
Opmerking
• De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie menuniveaus.

Overzicht van menufuncties

Menu-nummer/
Hoofdmenu
1 Games & meer 1 Opgeslagen downl.
2 Vodafone live! 1 Vodafone live!
3 Toepassingen
4 Berichten 1 Bericht maken
Menu-nummer/
Submenu1
2 Achtergrond 3 Meer downloads 4 Game instel. 5 Java™ informatie
2 Games 3 Ringtones 4 Images 5 Nieuws 6 Spor t 7 Zoek & Vind 8 Chat 9 Zoek & Help
1 Vodafone menu 2 Alarm 3 Rekenmachine 4 Geluidopname 5 Ringtone-editor 6 Help
2 MMS 3 SMS 4 E-mail 5 MMS Album 6 Vodafone Mail 7 VF Messenger 8 Cell Broadcast 9 Regio info
Menu-nummer/
Hoofdmenu
5 Camera 1 Foto maken
6 Mijn telefoon 1 Mijn afbeeldingen
7 Kalender 8 Contacten 1 Telefoonboek
*
Menu-nummer/
Submenu1
2 Video opnemen
2 Mijn games & meer 3 Mijn ringtones 4 Mijn video’s 5 Mijn sjablonen 6 Mijn bookmarks 7 Geheugenstatus
2 Gespreksregister 3 Snelkiezen 4 Mijn nummers 5 Gesprekstimers 6 Datateller 7 Gesprekskosten 8 Servicenummer*
*
* Hangt af van de inhoud van de SIM-kaart.
Gebruik van het menu 29
Menu-nummer/
Hoofdmenu
9 Instellingen 1 Verbindingen
2 Profielen 3 Display 4 Geluid 5 Oproepinstellingen 6 Datum & tijd 7 Taal 8 Netwerk 9 Beveiliging 0 Fabrieksinstell.
30 Gebruik van het menu
Menu-nummer/
Submenu1

Telefoonboek

In het Telefoonboek kunt u de telefoonnummers en e-mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega’s.
Afhankelijk van de grootte van de ingevoerde gegevens is er in uw telefoon plaats voor maximaal 640 items. In het Telefoonboek kunt u de hieronder genoemde onderdelen opslaan.
Onderdelen opgeslagen in het telefoongeheugen
Voornaam Achternaam Tel. mobiel privé Tel. privé Tel. kantoor E-mail privé E-mail werk Groep Adres (Straat & nummer, Postcode, Woonplaats,
Provincie, Land) Memo
(M 8-1)
Onderdelen opgeslagen in het SIM-geheugen
Naam: Het aantal tekens dat kan worden
Telefoon: Maximaal 40 cijfers Met de Bluetooth-functie kunt u een item uit het Telefoonboek naar een PC verzenden om dezelfde items te kunnen delen.
opgeslagen verschilt al naargelang de SIM-kaart die u gebruikt.

Het opslaggeheugen selecteren

“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Locat. nw. contact”
1. Selecteer de locatie voor de contacten. U heeft de keus
uit “In telefoon”, “In SIM” of “Kiezen vóór opslaan”.
Tip
• Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u het geheugen kiezen telkens wanneer u een nieuw item opslaat.

Een andere weergegeven lijst kiezen

“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Locatie Tel. boek”
1. Selecteer “Telefoongeheugen”, “SIM-geheugen” of
“Beide”.
Telefoonboek 31

De naamvolgorde wijzigen

“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Volgorde”
1. Selecteer “Voornaam - Achternaam” of “Achternaam -
Voornaam”.

Nieuw contact

Om het nieuwe item op te slaan kunt u kiezen voor een geheugenlocatie in de telefoon of op de SIM-kaart. Om te wisselen tussen locaties, zie “Het opslaggeheugen selecteren” op pagina 31.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Contacten” → “Telefoonboek” → “Nieuw contact”
Als u voor het te gebruiken geheugen “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u kiezen uit “In telefoon” of “In SIM”.
1. Selecteer het veld dat u wilt invullen en voer de
relevante informatie in.
2. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Tip
• Voor het maken van een item moet ten minste één veld worden ingevuld. Als u een nieuw item maakt op de SIM-kaart, moet u een telefoonnummer invoeren.
32 Telefoonboek
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste telefoonboek-item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Details bewerk./toev.”.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Afbeelding”.
4. Selecteer het gewenste miniatuurbeeld.
5. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Opmerking
• Miniatuurbeelden kunnen uitsluitend worden toegevoegd aan items die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen.
• In het Telefoonboek kunt u een miniatuurbeeld dat aan een item is toegevoegd, wijzigen of verwijderen door na stap 3 de optie “Wijzigen” of “Verwijderen” te selecteren.
• Als u een afbeelding uit de Opgeslagen afbeeldingen verwijdert, wordt ook het corresponderende miniatuurbeeld verwijderd.

Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen de SIM-kaart en de telefoon

“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon” of “Van telefoon
naar SIM”.
Opmerking
• Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw telefoon plaatst en het Telefoonboek start, verschijnt automatisch een scherm waarin u wordt gevraagd of u wel of niet wilt kopiëren. Het aantal items uit het Telefoonboek dat kan worden gekopieerd, hangt af van de capaciteit van de SIM-kaart.
Eén item kopiëren vanaf de telefoon naar de SIM-kaart
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Kopiëren naar SIM”.

Een naam en nummer zoeken

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Voer de eerste paar letters van de naam in.
Zoekresultaten worden weergegeven in alfabetische volgorde.
Tip
• Voordat u gaat zoeken, kunt u de geheugenlocatie opgeven. Kies “Telefoongeheugen”, “SIM-geheugen” of “Beide”.
• Om de details van een item te bekijken, bijvoorbeeld het adres, accentueert u het gewenste item , druk op [Opties], en selecteer vervolgens “Tonen”.
Telefoonboek 33

Bellen vanuit het Telefoonboek

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item en druk op D.
Tip
• Als bij een item meer dan één telefoonnummer staat vermeld, selecteer dan na stap 1 het gewenste telefoonnummer en druk op D. U kunt het gewenste telefoonnummer ook bellen door de cijfertoets in te drukken die overeenkomt met de positie van het item op de lijst.
• U kunt ook bellen vanuit het detailsscherm van het Telefoonboek. Selecteer op het detailsscherm het gewenste telefoonnummer en druk op D.

Items van het Telefoonboek bewerken

“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Details bewerk./toev.”
1. Selecteer het veld dat u wilt bewerken en wijzig de
gegevens.
2. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
34 Telefoonboek

Items uit het Telefoonboek verwijderen

Alle items uit het Telefoonboek verwijderen
“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Alle items wissen”
1. Voer uw toestelcode in.
2. Selecteer “Toestel items” of “SIM-items”.
De toestelcode is standaard ingesteld op “0000”. Voor bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De toestelcode wijzigen” op pagina 112.
Een item uit Telefoonboek verwijderen
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.

Groepen weergeven

U kunt groepspictogrammen instellen wanneer u items in het Telefoonboek opslaat, zodat u deze gemakkelijk kunt opzoeken en bewerken.
“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Groep” → “Groepen weerg.”
1. Selecteer de gewenste groep.
” verschijnt naast de geselecteerde groep. Wilt u de groepsinstelling annuleren, selecteer dan opnieuw de groep waarna het vinkje verdwijnt.
Opmerking
• Dit menu is beschikbaar wanneer de locatie voor de Contacten is ingesteld op “Telefoongeheugen”.
Tip
• Druk op [Opties] en selecteer “Alleen huidige” om uitsluitend de geselecteerde groep te bekijken of “Alle selecteren” om alle groepen te bekijken.

Groepsprofiel

Voor elke groep kunt u een andere ringtone instellen. Bij aanschaf van deze telefoon zijn groepen uitgeschakeld. Als u geen groepsringtone instelt, wordt de ringtone gebruikt die toegewezen is in het menu Instellingen.
“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Groep” → “Groepsprofiel”
1. Selecteer de gewenste groep.
2. Selecteer “Aan/uitzetten”.
3. Selecteer “Aan” of “Uit”.
4. Selecteer “Ringtone toewijzen”.
5. Selecteer “Standaard ringtones” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
7. Selecteer “Trilalarm” en kies “Inschakelen”,
“Uitschakelen” of “Trillen&Geluid”. Voor bijzonderheden over het selecteren van een trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 95.
8. Druk op [OK].
Opmerking
• Dit menu is beschikbaar wanneer de locatie voor de Contacten is ingesteld op “Telefoongeheugen”.
Telefoonboek 35

Een ringtone toewijzen aan items in het Telefoonboek

Aan een vooraf geregistreerd item kan een speciale ringtone of trilalarm worden toegewezen.
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Details bewerk./toev.”.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Ringtone”.
4. Selecteer “Aan/uitzetten”.
5. Selecteer “Aan” of “Uit”.
6. Selecteer “Ringtone toewijzen”.
7. Selecteer “Standaard ringtones” of “Mijn ringtones”.
8. Selecteer de gewenste ringtone.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
9. Selecteer “Trilalarm” en kies “Inschakelen”,
“Uitschakelen” of “Trillen&Geluid”. Voor bijzonderheden over het selecteren van een trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 95.
10.Druk op [OK].
11.Druk op [Opslaan].
36 Telefoonboek

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u het geheugen controleren dat in het Telefoonboek wordt gebruikt.
“Contacten” → “Telefoonboek” → [Opties] → “Geavanceerd” → “Geheugenstatus”

Snelkiezen

In Snelkiezen kunt u maximaal 8 telefoonnummers opslaan. (p. 88)
Items uit het Telefoonboek invoeren onder Snelkiezen
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Snelkiezen”.
4. Selecteer het gewenste nummer.
Tip
• De negen cijfertoetsen corresponderen met lijstnummers.
• Om Snelkiezen te bekijken, zie pagina 88.

Een item van het Telefoonboek verzenden

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Contact verzenden”.
3. Selecteer “Via Bluetooth”.
Voor “Via Bluetooth”
De telefoon begint binnen een afstand van 10 meter naar andere Bluetooth-apparaten te zoeken.
Als er apparaten worden gedetecteer d, dan verschijnt er een lijst met geactiveerde apparaten waarin u het gewenste apparaat kunt selecteren. De verbinding kan tot stand worden gebracht en het item wordt verzonden.
Opmerking
• Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd, behalve wanneer “Verificatie” (p. 92) is ingesteld op “Uit”.
Tip
• U kunt uw eigen Telefoonboek-item verzenden. Selecteer “Mijn gegevens” bij stap 1. Voor bijzonderheden over het opslaan van uw gegevens onder Mijn gegevens, zie “Uw gegevens opslaan als een Telefoonboek-item” op pagina 38.

Een item van het Telefoonboek ontvangen

Wanneer de telefoon een Telefoonboek-item ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht.
1. Druk op [Ja].
Het ontvangen item wordt geregistreerd in het Telefoonboek. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
• Voor bijzonderheden over het instellen van Bluetooth, zie “Verbindingen” op pagina 90.
Telefoonboek 37
Uw gegevens opslaan als een Telefoonboek­item
U kunt uw gegevens opslaan in het Telefoonboek.
“Contacten” → “Telefoonboek” → “Mijn gegevens”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Details bewerk./toev.”.
2. Selecteer het veld dat u wilt invullen en voer de
relevante informatie in.
3. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
38 Telefoonboek

Een servicenummer bellen

Bepaalde SIM-kaarten bevatten servicenummers die kunnen worden gebeld. Neem contact op met de verkoper van uw SIM-kaart voor meer informatie. In het scherm Contacten wordt aan de onderzijde van de lijst de optie “Servicenummer” weergegeven.
“Contacten”
1. Selecteer “Servicenummer”.
2. Selecteer het gewenste servicenummer.
Tip
• Als de SIM-kaart slechts één servicenummer bevat, kunt
u dit nummer bellen bij stap 1 door op e te drukken.
• Als er op de SIM-kaart geen servicenummer is opgeslagen, wordt dit menu niet weergegeven.

Camera

Uw telefoon is uitgerust met een geïntegreerde digitale camera.
Hiermee kunt u overal foto’s en videoclips maken en verzenden.

Foto maken

Zet de telefoon in de modus digitale camera om een foto te maken. Foto’s worden in JPEG-formaat opgeslagen in Opgeslagen afbeeldingen in de volgende drie afbeeldingsformaten.
(M 5)
(M 5-1)
Groot: 480 × 640 dots Medium: 240 × 320 dots Klein: 120 × 160 dots
Foto’s maken
“Camera” → “Foto maken”
Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het scherm.
1. Druk op e of op de omlaagtoets aan de zijkant om de
foto te maken. U hoort het sluitergeluid en getoond wordt het stilbeeld van de genomen foto. Druk op [Annuleren] om opnieuw een foto te maken.
2. Druk op [Opslaan].
“Bezig met (bestandsnaam) opslaan in Mijn telefoon...” wordt weergegeven en de foto wordt vervolgens geregistreerd.
3. Druk op F om terug te keren naar standby.
Indicator voor aantal resterende opnamen
123: Geeft het aantal resterende foto’s aan dat
Tip
• Als u na het maken van een foto deze met een MMS-
bericht wilt verzenden, drukt u vóór stap 2 op e. Selecteer vervolgens “MMS” of “MMS per Post”. Grote MMS-berichten kunnen tot gevolg hebben dat het afbeeldingsformaat van de bijgevoegde foto’s wordt verkleind.
nog kan worden genomen.
Het volledige scherm gebruiken
U kunt het beeld op volledige schermgrootte weergeven zonder dat de displaytoetsen en indicators te zien zijn.
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] → “Volledige zoeker”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
[Opties] wordt niet afgebeeld als “Aan” wordt geselecteerd. Druk op A als u het optiemenu nodig hebt.
Opmerking
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “K (120*160)”, kunt u niet het volledige scherm gebruiken.
Tip
• U kunt volledige schermgrootte ook in- of uitschakelen door op Q te drukken.
Camera 39
De zoomfunctie gebruiken
Druk op c of d om de zoomverhouding te wijzigen. Indicators voor de zoomverhouding
: Vergroting.
Opmerking
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “K (120*160)” ingesteld is, bestaat de zoomfunctie uit 3 vergrotingen (×1, ×2, ×4).
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “M (240*320)” ingesteld is, bestaat de zoomfunctie uit 2 vergrotingen (×1, ×2).
Het afbeeldingsformaat selecteren
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] “Afbeeldingsformaat”
1. Selecteer het gewenste afbeeldingsformaat.
De beeldkwaliteit selecteren
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] → “Beeldkwaliteit”
1. Selecteer “Normaal” of “Fijn”.
Indicators voor de beeldkwaliteit
: Fijn :Normaal
De beeldstabilisatiemodus selecteren
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] → “Beeld stabilisatie”
1. Selecteer “Modus 1: 50Hz” of “Modus 2: 60Hz”.
40 Camera
Opmerking
• Op het beeld kunnen vanwege de lichtbron verticale strepen voorkomen. Kies een andere beeldstabilisatiemodus om dit te herstellen.
• De digitale camera maakt gebruik van een C-MOS sensor. Hoewel deze camera van hoge kwaliteit is, kunnen sommige foto’s te helder of te donker zijn.
• Als de telefoon lange tijd op een warme plaats heeft gelegen voordat u foto’s ging maken of registreren, kan de fotokwaliteit matig zijn.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 foto’s of minder kunt maken, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur brand en. (Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt wordt bij benadering gegeven.)
Als het aantal foto’s dat u nog kunt nemen, 0 is geworden, en u dan een foto probeert te nemen, verschijnt de melding “Niet geregistreerd. Geheugen vol.”.
De helderheid van de foto afstemmen op de lichtomstandigheden
Druk op a of b om de helderheid van het beeld te wijzigen. Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van het beeld
: (Helder Normaal
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling.
Donker)
Gemaakte foto’s weergeven
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] → “Mijn afbeeldingen”
De lijst met foto’s wordt vervolgens weergegeven.
1. Selecteer de gewenste foto.
De geselecteerde foto wordt weergegeven.
Tip
• Aan uw foto’s worden bestandsnamen gegeven in de vorm van “pictureNNN.jpg” (NNN is een driecijferig volgnummer). De bestandsnaam (zonder extensie), datum en grootte van uw foto’s worden weergegeven in de lijst.
Gebruik van de zelfontspanner
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] → “Zelfontspanner”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Als u “Aan” selecteert, wordt “ ” op het scherm afgebeeld en keert de telefoon terug naar de modus van de digitale camera. Let op, als u echter “Fotoserie” activeert op pagina 42, wordt “ ” afgebeeld in plaats van “ ”.
2. Druk op e of op de omlaagtoets aan de zijkant om de
zelfontspanner te starten. 10 seconden na inschakeling van de zelfontspanner klinkt de sluiter en maakt de camera een foto.
Opmerking
• Het aftellen klinkt terwijl de zelfontspanner actief is.
• Indien u tijdens het aftellen van de zelfontspanner op e
of de omlaagtoets aan de zijkant drukt, wordt de foto onmiddellijk gemaakt.
• Bij gebruik van de zelfontspanner kan met c of d de zoomfunctie niet worden gebruikt en kan met a of b de helderheid van het beeld niet worden ingesteld.
Als u met de zelfontspanner niet langer foto’s wilt maken, druk dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op [Annuleren].
Camera 41
Fotoserie
Achtereenvolgens worden vier foto’s gemaakt. Automatische en handmatige opnamen zijn mogelijk. Indicators voor fotoserie
: Deze indicators verschijnen op het scherm wanneer foto’s worden genomen in de fotoseriemodus.
* Wanneer de zelfontspanner en fotoserie
tegelijkertijd zijn ingesteld, verschijnt “ ” in plaats hiervan.
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] → “Fotoserie”
1. Selecteer “Automatisch” of “Handmatig”.
Wilt u deze functie niet gebruiken, selecteer dan “Uit”.
2. Druk op e of de omlaagtoets aan de zijkant om
Fotoserie te starten. Automatisch: Achtereenvolgens worden vier
foto’s gemaakt.
Handmatig: Foto’s worden één voor één
gemaakt door op e of de omlaagtoets aan de zijkant te
drukken. De gemaakte foto’s worden automatisch opgeslagen. Om met de fotoserie te stoppen, drukt u op [Annuleren].
42 Camera
Opmerking
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “G (480*640)” ingesteld is, kunt u Fotoserie niet gebruiken.
• Wanneer u voor het maken van foto’s een kader selecteert, kunt u Fotoserie niet gebruiken.
• De zelfontspanner kan niet worden gebruikt in combinatie met de functie Handmatig.
Een kader selecteren
U kunt een kader kiezen uit voorkeuzepatronen. U kunt een kader ook selecteren in de Opgeslagen afbeeldingen.
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] → “Kader toevoegen”
1. Selecteer “Standaardbeelden” of “Mijn afbeeldingen”.
2. Selecteer het gewenste kader.
Het geselecteerde kader wordt bevestigd op het display.
3. Druk op e.
Opmerking
• Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “G (480*640)” ingesteld is, kunt u de functie Kader niet gebruiken.
• Als u Fotoserie activeert, kunt u de kaderfunctie niet gebruiken.
• Alleen beelden in het PNG-formaat kunnen als kader worden geselecteerd indien u bij stap 1 “Mijn afbeeldingen” selecteert. Beelden die groter zijn dan het door u geselecteerde afbeeldingsformaat kunnen echter niet worden gebruikt.
Het sluitergeluid selecteren
U kunt het sluitergeluid kiezen uit 3 voorkeuzepatronen.
“Camera” → “Foto maken” → [Opties] “Sluitergeluid”
1. Selecteer het gewenste sluitergeluid.
Om het sluitergeluid af te spelen, drukt u op [Afspelen].
Opmerking
• De functie Fotoserie maakt gebruik van het gespecialiseerde sluitergeluid dat voor de bovengenoemde instellingen niet kan worden gewijzigd.

Video opnemen

Zet de telefoon in de videocameramodus om een video op te nemen. Videoclips worden opgeslagen in “.3gp” -formaat, in de volgende twee modi:
Indicators van de opnamegrootte
: Modus voor MMS geactiveerd : Modus voor maximale duur geactiveerd
(M 5-2)
Videoclips opnemen
Met de videoclip kan ook geluid worden opgenomen.
“Camera” → “Video opnemen”
Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het scherm.
1. Druk op e of op de omlaagtoets aan de zijkant om de
videoclip op te nemen. U hoort het geluid voor het opnemen van de videoclip. Als u opnieuw op e of de omlaagtoets aan de zijkant drukt, of wanneer de opname voltooid is, hoort u het geluid voor beëindiging van de videoclip-opname en gaat het display over naar stap 2.
2. Selecteer “Opslaan”.
“Bezig met (bestandsnaam) opslaan in Mijn telefoon...” wordt weergegeven en de videoclip wordt vervolgens geregistreerd. Als u een videoclip eerst wilt bekijken voordat u deze opslaat, selecteer dan “Voorbeeld”. Als u na het opnemen van een videoclip deze met MMS wilt versturen, selecteert u “Opslaan en verzenden”. Om nogmaals een videoclip op te nemen, drukt u op [Annuleren].
Indicator voor resterende opnamen
123: Geeft aan hoeveel videoclips nog kunnen
worden opgenomen.
Camera 43
De zoomfunctie gebruiken
Druk op c of d om de zoomverhouding te wijzigen. Indicators voor de zoomverhouding
: Vergroting.
De modus voor de opnamegrootte selecteren
U kunt de opnamegrootte selecteren.
“Camera” → “Video opnemen” → [Opties] → “Opnamegrootte”
1. Selecteer “Max. Duur” of “Voor MMS”.
Opmerking
• Als “Voor MMS” wordt geselecteerd, dan hangt de opnamegrootte van de op te nemen videoclip af van de berichtgrootte die ingesteld is in de MMS-instellingen (p. 51).
• Wanneer u de berichtgrootte zoals beschreven op pagina 51 op “100 KB” instelt, wordt “Opnamegrootte” niet weergegeven.
• “Opslaan en verzenden” wordt niet weergegeven nadat een opname is gemaakt in de modus Max. Duur.
44 Camera
De filmkwaliteit selecteren
“Camera” → “Video opnemen” → [Opties] → “Filmkwaliteit”
1. Selecteer “Normaal” of “Hoog”.
Indicators voor de filmkwaliteit
: Hoog :Normaal
De beeldstabilisatiemodus selecteren
“Camera” → “Video opnemen” → [Opties] → “Beeld stabilisatie”
1. Selecteer “Modus 1: 50Hz” of “Modus 2: 60Hz”.
Opmerking
• Op het voorbeeldscherm kunnen vanwege de lichtbron verticale strepen voorkomen. Kies een andere beeldstabilisatiemodus om dit te herstellen.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 videoclips of minder kunt opnemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur branden. (Het aantal clips dat kan worden opgenomen wordt bij benadering gegeven.) Als het aantal videoclips dat u nog kunt opnemen, 0 is geworden, en u dan weer een clip probeert op te nemen, verschijnt de melding “Niet geregistreerd. Geheugen vol.”.
De helderheid van de videoclips afstemmen op de lichtomstandigheden
Druk op a of b om de helderheid van de videoclip te wijzigen. Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van het beeld
: (Helder Normaal
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling.
Donker)
Opgenomen videoclips afspelen
“Camera” → “Video opnemen” → [Opties] → “Mijn video’s”
De lijst met videoclips wordt weergegeven.
1. Selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
2. Druk op e.
De geselecteerde videoclip wordt afgespeeld. Om een pauze in te lassen, drukt u op e. Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op e. Om met afspelen te stoppen, drukt u op [Vorige]. Om de videoclip in de originele grootte te zien, druk dan op [×1].
Tip
• Aan uw videoclips worden bestandsnamen gegeven in de vorm van “videoNNN.3gp” (NNN is een volgnummer). De bestandsnaam (zonder extensie), datum en grootte van uw videoclips worden weergegeven in de lijst.
• Als de videoclip is opgenomen met geluid, kan het volume worden gewijzigd door op a (of d/de omhoog­toets aan de zijkant) of b (of c/de omlaag-toets aan de zijkant) te drukken.
• Het volume hangt af van de instellingen van het Multimedia-volume (p. 97). Het geluid wordt gedeactiveerd wanneer “Multimedia-volume” op “Stil” is ingesteld.
Camera 45
Gebruik van de zelfontspanner
Een videoclip opnemen met de zelfontspanner
“Camera” → “Video opnemen” → [Opties] → “Zelfontspanner”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Als u “Aan” selecteert, verschijnt “ ” op het scherm en keert de telefoon terug naar de videocameramodus.
2. Druk op e of op de omlaagtoets aan de zijkant om de
zelfontspanner te starten. 10 seconden nadat de zelfontspanner klinkt, begint de camera met het opnemen van de videoclip.
Opmerking
• Het aftellen klinkt terwijl de zelfontspanner actief is.
• Indien u tijdens het aftellen van de zelfontspanner op e
of de omlaagtoets aan de zijkant drukt, wordt de videoclip onmiddellijk opgenomen.
• Het is niet mogelijk om tijdens het aftellen van de
zelfontspanner met c of d de zoomfunctie te gebruiken of met a of b de helderheid van het beeld in te stellen.
• Als u met de zelfontspanner niet langer videoclips wilt opnemen, druk dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op [Annuleren].
46 Camera
Videoclips opnemen met geluid
“Camera” → “Video opnemen” → [Opties] → “Opname stemgeluid”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.

Berichten

Met uw telefoon kunt u SMS- en MMS-berichten verzenden en ontvangen, en serviceberichten (WAP) ontvangen.
(M 4-2)
MMS
(M 4)
Over MMS
Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u berichten verzenden en ontvangen met toevoeging van grafische afbeeldingen, foto’s, geluid, animaties of videoclips.
Opmerking
Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet
beschikbaar. Dit hangt af van uw netwerk. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Een nieuwe MMS maken
A → “MMS” → “Bericht maken”
(M 4-2-1)
1. Voer het bericht in.
Om een tekstsjabloon te gebruiken, verplaatst u de cursor naar het punt waar u de tekstsjabloon wilt invoegen. Druk op [Opties] en selecteer “Tekst opties”. Selecteer “Tekstsjabloon toevoeg.” en vervolgens de gewenste sjabloon.
2. Selecteer de gewenste geadresseerde in het
Telefoonboek. Als de geadresseerde niet bestaat, selecteer dan “Voer nummer in” of “E-mailadres invoeren” en voer het telefoonnummer of e-mailadres in.
3. Selecteer “Verzenden”.
Nadat het bericht is verzonden wordt het toegevoegd aan de map Verzonden.
Opmerking
• De huidige berichtgrootte die wordt getoond terwijl u het bericht maakt, is bij benadering gegeven.
• Als een bericht om een of andere reden niet kan worden verzonden, blijft het bericht in Postvak UIT en wordt op het standby-scherm “ ” weergegeven.
Berichten 47
Tip
• Om het bericht op te slaan zonder het te verzenden, selecteert u “Opslaan in Drafts” in plaats van stap 3 uit te voeren.
• Om het onderwerp in te voeren, selecteert u “Onderwerp” bij stap 3 en voert u dat in. Er kunnen voor het onderwerp maximaal 40 tekens (en maximaal 20 geadresseerden voor Naar en Cc) worden ingevoerd. Afhankelijk van uw netwerk kunnen echter verdere beperkingen gelden. In dat geval is het wellicht mogelijk dat u geen MMS kunt verzenden. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Om meer geadresseerden toe te voegen, selecteert u “Adres toevoegen” bij stap 3. Selecteer “Naar” of “Cc” en selecteer het gewenste nummer van de geadresseerde. Voer vervolgens het telefoonnummer of e-mailadres in.
Een MMS-begroetingskaart verzenden
Uw telefoon is uitgerust met begroetingskaarten met een beeld- en spraakbijlage waarmee u gemakkelijk MMS­berichten kunt maken.
A → “MMS” → “Bericht maken” → [Opties] “Begroetingskaart”
Er wordt een scherm weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de huidige tekst wilt verwijderen.
1. Bevestig uw keuze door [Ja] of [Nee] te selecteren.
2. Selecteer de gewenste begroetingskaart.
3. Voer het bericht in.
48 Berichten
4. Selecteer de gewenste geadresseerde in het
Telefoonboek. Als het gewenste item niet bestaat, selecteer dan “Voer nummer in” of “E-mailadres invoeren” en voer het telefoonnummer of e-mailadres in.
5. Selecteer “Verzenden”.
Opmerking
• Door “Begroetingskaart” te selecteren worden berichten of beelden verwijderd die u heeft ingevoerd of aangehecht. Om verwijdering te voorkomen, dient u eerst “Begroetingskaart” te selecteren, en dan berichten in te voeren.
De instelling Pagina toevoegen in- of uitschakelen
A → “MMS” → “Instellingen” → “Pagina toevoegen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Als u “Aan” selecteert
• U kunt berichten maken die maximaal 10 dia’s bevatten. Elke dia kan één afbeelding bevatten, één geluidsbestand en maximaal 1000 teksttekens (tot het totaal van 30 KB voor het bericht of de limiet van 100 KB).
• Als u aan één enkele dia een dia wilt toevoegen, druk dan op [Opties] en selecteer “Dia toevoegen”. Als u voor meerdere dia’s diabewerkingen wilt uitvoeren, druk dan op [Opties] en selecteer “Voeg pagina toe”. U kunt het volgende doen: Toevoegen: Om een nieuwe dia toe te voegen. Verwijderen: Om de actieve dia te verwijderen. Vorige: Om naar de vorige dia te gaan. Volgende: Om naar de volgende dia te gaan.
• Videoclipgegevens kunnen aan het bericht niet als diagegevens worden bijgevoegd.
Als u “Uit” selecteert
• U kunt maximaal 20 afbeeldingen, ringtones of videoclips bijvoegen en maximaal 2000 teksttekens (tot aan het berichttotaal van 30 Kbytes of de limiet van 100 Kbytes).
Bijlagen invoegen
Met uw MMS-berichten kunt u afbeeldingen, ringtones en videoclips meesturen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen. Als u videoclips meestuurt, moet “Pagina toevoegen” op “Uit” ingesteld zijn.
A → “MMS” → “Bericht maken” → [Opties]
1. Selecteer “Afbeeldingen”, “Geluid” of “Video”.
2. Selectee r “Opgeslagen afb.”, “Opgeslagen geluiden” of
“Opgeslagen video’s”.
3. Selecteer het gewenste bestand.
De geselecteerde afbeelding/ringtone/videoclip wordt als bijlage ingevoegd. Druk na het invoegen van de bijlage op [Vorige] om terug te keren naar het scherm waarin het bericht wordt gemaakt.
• Om meer bestanden toe te voegen, drukt u op [Opties] en selecteer “Afb. toevoegen”, “Geluid toevoegen” of “Video toevoegen”. Selecteer vervolgens “Opgeslagen afb.”, “Opgeslagen geluiden” of “Opgeslagen video’s”, en selecteer het gewenste bestand.
• Om de bijgevoegde bestanden te verwijderen, drukt u op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
Opmerking
• Afbeeldingen/ringtones/videoclips die auteursrechtelijk zijn beveiligd, kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
• In plaats van stap 2 uit te voeren, kunt u gegevens verzenden die zijn opgenomen met de optie “Foto maken”, “Stem opnemen” of “Video opnemen”.
Berichten 49
MMS lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in Postvak IN.
Inkomende berichten
De MMS-indicator ( ) verschijnt wanneer u een inkomend bericht ontvangt.
A → “MMS” → “Postvak IN”
1. Selecteer het bericht dat u wilt weergeven.
Het bericht verschijnt op het scherm.
2. Blader door het scherm om het bericht te lezen.
Tip
• Het volume hangt af van de instellingen van het Multimedia-volume (p. 97). Het geluid wordt gedeactiveerd wanneer “Multimedia-volume” op “Stil” is ingesteld.
Het telefoonnummer of e-mailadres van een afzender opslaan in het Telefoonboek
A → “MMS” → “Postvak IN”
1. Selecteer het bericht waarvan u het telefoonnummer of
e-mailadres wilt opslaan.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Afzender opslaan”.
Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuw contact” op pagina 32.
50 Berichten
MMS ophalen
A → “MMS” → “Postvak IN”
Wanneer “ ” in Postvak IN staat, kunt u het volgende doen.
1. Selecteer het bericht dat u wilt ophalen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
Tip
• Om met downloaden te beginnen, kunt u ook op e
drukken in plaats van stap 2 uit te voeren.
Aankomst van afleverrapport bevestigen
A → “MMS” → “Verzonden”
1. Selecteer het bericht waarvan u de aankomst van het
afleverrapport wilt bevestigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Afleverrapport”.
Dit menu is alleen beschikbaar voor verzonden berichten waarbij “Afleverrapport” op “Aan” is ingesteld. Voor bijzonderheden over het selecteren van “Afleverrapport”, zie “MMS instellen” op pagina 51.
MMS instellen
A → “MMS” → “Instellingen”
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• Downl. tijdens roamen (Tijdens roamen, Omleiding bij roamen): Regelt de timing voor het downloaden van MMS als u buiten uw netwerk aan het roamen bent. Tijdens roamen: Downloadt MMS-berichten
Omleiding bij roamen
• Afl.rapp. terugsturen (Aan, Uit): Activeert Afleverrapport wanneer een bericht ontvangen wordt dat van toepassing is op de functie
Afleverrapport.
• Anoniem MMS weren (Aan, Uit): Wijst berichten af van een onbekende of lege adresnaam.
• Automatisch verwijd. (Uit, Postvak IN, Verzonden, Beide): Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer Postvak IN, Verzonden of beide (Postvak IN en Verzonden) vol is.
onmiddellijk vanaf de server.
:Vraagt of u wilt downloaden vanaf
de server.
• Pagina toevoegen (Aan, Uit): Schakelt Pagina toevoegen in wanneer een bericht wordt verstuurd.
• Berichtgrootte (30 KB, 100 KB): Stelt de maximale berichtgrootte in die kan worden
verzonden.
•Extra
• Prioriteit:
Geeft prioriteit aan opgestelde berichten.
• Afleverrapport:
Schakelt Afleverrapport in.
• Opslagduur:
Stelt de opslagduur in voor een bericht dat op de server moet worden opgeslagen.
• Afzender zichtbaar:
Toont informatie over de afzender.
• MMS pagina-interval:
Stelt de weergavetijd van de MMS-pagina in wanneer een bericht wordt verstuurd.
2. Wijzig elk onderdeel.
Berichten 51
Een afbeeldingsbestand verzenden met MMS per Post
Met uw telefoon kunt u MMS-berichten versturen naar een briefkaartencentrale van Vodafone. Deze centrale drukt de afbeelding af en verstu urt deze briefkaart naar het postadres van de geadresseerde in het MMS-bericht. (In uw telefoon is het adres van de Vodafone-centrale al ingevoerd. Dit kan niet worden gewijzigd.)
Een nieuwe MMS per Post maken
A → “MMS” → “MMS per Post”
1. Selecteer “Opgeslagen afb.”.
2. Selecteer een afbeelding die u voor de briefkaart wilt
gebruiken.
3. Voer uw bericht in.
4. Selecteer de gewenste geadresseerde in het
Telefoonboek en voer de hieronder genoemde gegevens in. Als het gewenste item niet bestaat, selecteer dan “Adres invoeren” en voer de hieronder genoemde gegevens in.
52 Berichten
Naam Woonplaats
Straat & nummer Land
Postcode
5. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
Opmerking
• In plaats van stap 1 uit te voeren, kunt u gegevens gebruiken die zijn genomen met de optie “Foto maken”.
• De onderdelen Naam, Straatnaam & nr., Postcode en Woonplaats zijn verplichte onderdelen die moeten worden ingevoerd om een MMS per Post te kunnen verzenden.
• Informatie voor een geadresseerde Naam (verplicht in te vullen):
Naam van de geadresseerde voor een briefkaart tot 50 tekens
Straat & nummer (verplicht in te vullen):
Straat en huisnummer tot 50 tekens
Postcode (optioneel):
Postcode tot 20 tekens
Woonplaats (verplicht in te vullen):
Woonplaats tot 50 tekens
Land (optioneel):
Land tot 20 tekens
• Welke onderdelen worden weergegeven hangt af van de aangeboden dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie. Wanneer het onderdeel “Land” niet wordt weergegeven, kunt u geen MMS per Post verzenden naar andere landen.
• Bestanden in het formaat Animation GIF kunt u niet versturen met MMS per Post.
• De beeldkwaliteit van MMS per Post varieert afhankelijk van het afbeeldingsformaat.
(M 4-3)
SMS
Over SMS
Met SMS kunt u naar andere GSM-gebruikers tekstberichten verzenden van maximaal 1024 tekens.
SMS gebruiken met uw telefoon
Het is mogelijk om berichten te verzenden die langer zijn dan 160 tekens. Tijdens verzending worden de berichten opgesplitst. Als de geadresseerde een geschikte telefoon heeft, worden de berichten tijdens ontvangst weer in elkaar gezet. Lukt dit niet, dan verschijnt uw bericht als een aantal afzonderlijke berichten, met 152 tekens. U kunt ook SMS-berichten verzenden en ontvangen als u aan het bellen bent. U kunt ook gebruik maken van Mijn sjablonen om SMS­berichten te maken.
Berichten 53
Een nieuwe SMS maken en verzenden
A → “SMS” → “Bericht maken”
(M 4-3-1)
1. Voer uw bericht in.
Om een tekstsjabloon te gebruiken, verplaatst u de cursor naar het punt waar u de tekstsjabloon wilt invoegen. Druk op [Opties] en selecteer “Tekstsjabloon toevoeg.” en vervolgens de gewenste sjabloon.
2. Selecteer de gewenste geadresseerde in het
Telefoonboek. Als het gewenste item niet bestaat, selecteer dan “Voer nummer in” en voer het telefoonnummer in.
3. Selecteer “Verzenden”.
De telefoon begint met het verzendingsproces en het SMS-bericht wordt verstuurd. Nadat het bericht is verzonden wordt het toegevoegd aan de map Verzonden. Om het bericht op te slaan in de map Drafts zonder het te verzenden, selecteert u “Opslaan in Drafts”.
Opmerking
Wanneer u een bericht van meer dan 160 tekens verstuurt, dan wordt het bevestigingsbericht weergegeven.
Tip
• Om meer geadresseerden toe te voegen, selecteert u “Toevoegen” bij stap 3. Selecteer een onderdeelnummer om het telefoonnummer van de geadresseerde toe te voegen. Voer vervolgens het telefoonnummer in.
54 Berichten
SMS-berichten lezen
Inkomende berichten
De SMS-indicator ( ) verschijnt wanneer er een bericht is binnengekomen.
1. Als u een SMS-bericht heeft ontvangen, druk dan
tijdens de standby-modus op e.
2. Selecteer het bericht dat u wilt weergeven.
Het telefoonnummer van de afzender en een deel van het bericht worden weergegeven. Als het telefoonnummer van de afzender in het Telefoonboek is opgeslagen, dan verschijnt de naam van de afzender in plaats van het telefoonnummer. Als een bericht met “ ” gemarkeerd is, betekent dit dat het bericht nog niet gelezen is. Als Postvak IN, Verzonden of Drafts vol is, wordt “ ” weergegeven. Verwijder overbodige berichten.
3. Blader door het scherm om het bericht te lezen.
Telefoonnummers uit ontvangen berichten ophalen en bellen
U kunt een telefoonnummer bellen dat in het ontvangen SMS-bericht ingebed is.
A → “SMS” → “Postvak IN”
1. Selecteer het bericht waaruit u het telefoonnummer wilt
halen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nummer select.”.
Telefoonnummers die in het bericht zijn ingebed, worden weergegeven.
3. Selecteer het telefoonnummer.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Bellen”.
Om dit telefoonnummer op te slaan in het Telefoonboek, selecteer dan “Nummer opslaan”.
SMS instellen
(M 4-3-5)
Telefoonnummer berichtencentrale instellen
A → “SMS” → “Instellingen” → “SMS-C”
1. Voer het telefoonnummer van de centrale in.
Als u voor een bericht naar een internationaal nummer een landcode wilt invoeren, houd dan Q ingedrukt totdat het teken “+” verschijnt.
Geldigheidsduur
Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren een door u verzonden bericht onafgeleverd mag blijven. In deze periode zal de beric htencentrale steeds proberen het bericht bij de ontvanger af te leveren.
A → “SMS” → “Instellingen” → “Geldigheidsduur”
1. Selecteer de geldigheidsduur.
Type bericht
A → “SMS” → “Instellingen” → “Type bericht”
1. Selecteer het type bericht.
Verbindingstype
A → “SMS” → “Instellingen” → “Verbindingstype”
1. Selecteer het verbindingstype.
Optimalisatie
Wanneer “Aan” (standaard) ingesteld is, worden double-byte tekens (zoals Europese tekens met een accent) omgezet in single-byte tekens en verzonden. Wanneer “Uit” ingesteld is, worden double-byte tekens verzonden zoals ze worden weergegeven. Vermeld dient te worden dat u mogelijk dubbel moet betalen voor double-byte tekens die worden verzonden in een SMS-bericht wanneer Optimalisatie op “Uit” ingesteld is.
A → “SMS” → “Instellingen” → “Optimalisatie”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Berichten 55

E-mail

(M 4-4)
Over e-mailberichten
Met deze telefoon kunt u e-mailberichten verzenden en ontvangen. Een e-mailbericht kan maximaal 2000 tekens bevatten. Hoe groot te ontvangen e-mailberichten kunnen zijn, hangt af van de e-mailinstellingen.
Opmerking
• U kunt aan e-mailberichten geen bijlagen toevoegen. Als u aan e-mailberichten bijlagen toevoegt, worden deze verwijderd.
Een nieuw e-mailbericht maken
A → “E-mail” → “Bericht maken”
1. Voer het bericht in.
2. Selecteer de gewenste geadresseerde in het
Telefoonboek. Als het gewenste item niet bestaat, selecteer dan “E-mailadres invoeren”.
3. Selecteer “Verzenden”.
Nadat het bericht is verzonden wordt het toegevoegd aan de map Verzonden.
56 Berichten
Opmerking
• Als een bericht om welke reden dan ook niet kan worden verzonden, blijft het bericht staan in Postvak UIT. Als u het bericht opnieuw wilt verzenden, handel dan als volgt:
A → “E-mail” → “Postvak UIT”
1. Selecteer het gewenste bericht.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw verzenden”.
Tip
• U kunt gebruik maken van de tekstsjablonen om een bericht sneller in te voeren en aan het eind van het bericht kunt u uw handtekening toevoegen. Om een tekstsjabloon te gebruiken, verplaatst u de cursor naar het punt waar u de tekstsjabloon wilt invoegen. Druk op [Opties] en selecteer “Tekstsjabloon toevoeg.”. Selecteer de gewenste sj abloon. Om uw handtekening toe te voegen, drukt u op [Opties] en selecteer “Handtekening toevoegen”. Selecteer de gewenste handtekening.
• Om het bericht op te slaan zonder het te verzenden, selecteer dan bij stap 3 de optie “Opslaan in Drafts”.
Selecteer “Onderwerp” bij stap 3 om het onderwerp in te voeren. Er kunnen voor het onderwerp maximaal 40 tekens worden ingevoerd.
• Selecteer “Adres toevoegen” bij stap 3 om meer geadresseerden toe te voegen (tot 30 geadresseerden (voor Naar, Cc en Bcc)). Selecteer “Naar”, “Cc” of “Bcc” en selecteer het gewenste adres van de geadresseerden of voer dat in.
Een e-mailbericht lezen
Inkomende berichten
De e-mailindicator ( ) verschijnt wanneer er ongelezen berichten zijn.
A → “E-mail” → “Postvak IN”
1. Selecteer het bericht dat u wilt weergeven.
2. Blader door het scherm om het bericht te lezen.
Tip
• Als u e-mailberichten wilt downloaden, druk dan tijdens
standby op A en selecteer “E-mail”. Selecteer vervolgens “E-mail controleren”.
Het e-mailadres van een afzender opslaan in het Telefoonboek
A → “E-mail” → “Postvak IN”
1.
Selecteer het bericht waarvan u het e-mailadres wilt opslaan.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Afzender opslaan”.
Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuw contact” op pagina 32.
E-mail instellen
A → “E-mail” → “Instellingen”
(M 4-4-7)
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• Downloadgrootte (Geheel bericht, Eerste 20KB): Regelt de downloadgrootte van de e-mail. De optie “Geheel bericht” is beperkt tot maximaal 100 KB.
• Handtekening bewerken: Opent het tekstsjabloonscherm om de handtekening te bewerken.
• Automatisch verwijd. (Uit, Postvak IN, Verzonden, Beide): Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer Postvak IN, Verzonden of beide (Postvak IN en Verzonden) vol is.
• Bericht beantwoorden (Incl. oorspronk. bericht, Excl. oorspronk. bericht): Met of zonder het oorspronkelijke bericht als het bericht wordt beantwoord.
Berichten 57

Cell Broadcast

Ontvangst is mogelijk van Cell Broadcast-berichten of algemene berichten zoals weerberichten en verkeersinformatie. Deze informatie wordt verspreid onder abonnees in bepaalde netwerkgebieden.
Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Cell Broadcast in/uitschakelen
A → “Cell Broadcast” → “Aan/uitzetten”
(M 4-8)
(M 4-8-1)
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Cell Broadcast-berichten lezen
A → “Cell Broadcast” → “Berichten lezen”
(M 4-8-2)
1. Selecteer het gewenste onderwerp.
2. Blader door het scherm om het bericht te lezen.
3. Druk op [Vorige].
58 Berichten
Talen instellen
Hiermee kunt u voor het display van de Cell Broadcast-berichten een taal instellen.
A → “Cell Broadcast” → “Instellingen” → “Taal”
De huidige taal verschijnt op het scherm.
1. Druk op e.
De taallijst verschijnt op het scherm.
2. Selecteer de gewenste taal.
3. Druk op [Opslaan].
Abonneren op Cell Broadcast
Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell Broadcast-bericht.
A → “Cell Broadcast” → “Instellingen” → “Info-onderw. inst.” → “Opties”
1. Selecteer “Toevoeg./Verwijd.”.
2. Selecteer de gewenste pagina.
3. Druk op [Opslaan].
Tip
• Als de gewenste pagina niet in de lijst staat die bij stap 2 verschijnt, selecteer dan “Onderwerp instell.” bij stap 1, en voer vervolgens de onderwerpcode in om een pagina toe te voegen. Neem voor bijzonderheden over de onderwerpcode contact op met uw netwerkoperator.

Vodafone live!

Uw telefoon is al zodanig geconfigureerd dat u verbinding kunt maken met Vodafone live! en het mobiele Internet*.
(M 2)
Afgestemd op
Vodafone live! is een nieuwe mobiele Internet-portal die uw poort is tot een nieuwe wereld van informatie, games, muziek en diensten.
Uw telefoon maakt gebruik van GPRS, een systeem dat veel sneller is dan oudere methoden waarmee mobiele informatie wordt opgevraagd. Ook is de verbinding ‘altijd aan’. Dit betekent dat u niet steeds hoeft in te bellen. U hoeft alleen te betalen voor de gegevens die u verzendt of ontvangt, niet voor de duur van uw verbinding.
* Als u problemen met de verbinding ondervindt, neem
dan contact op met de klantenservice van Vodafone.
Uw telefoon is uitgerust met een WAP-browser die wordt gebruikt om te surfen op het mobiele Internet, waar u veel bruikbare informatie kunt opvragen. De pagina’s zijn gewoonlijk ontworpen voor een mobiele telefoon.
Uw telefoon is al gereed voor toegang tot de Vodafone-site omdat in de telefoon de WAP/MMS-instellingen reeds zijn verricht.

De WAP-browser starten

1. Druk tijdens standby op C.
De WAP-browser afsluiten
1. Druk op F om de browser af te sluiten.
Vodafone live! 59

Navigeren door een WAP-pagina

a b c d:
Hiermee selecteert u de gewenste opties.
e: Hiermee wordt de optie uitgevoerd die aan
de onderzijde van het scherm in het midden wordt weergegeven.
A: Hiermee wordt het optiemenu van de
browser gestart.
C: Hiermee wordt een actie geselecteerd die in
de rechterbenedenhoek van het scherm wordt weergegeven. Hiermee krijgt u toegang tot “Vodafone live!” door de browser te openen.
Q (indrukken en ingedrukt houden):
Hiermee wordt “Ga naar URL” gestart.
G t/m O (indrukken en ingedrukt houden):
Hiermee wordt de bookmark (WAP) gestart die u heeft ingesteld via “Sneltoetsen” in de optie “Bookmarks tonen” van de browser. Zie “Sneltoetsen instellen waarmee bookmarks kunnen worden geopend” op pagina 62 voor meer informatie over het instellen van sneltoetsen.
F: Hiermee sluit u de browser af (kort
indrukken). Hiermee schakelt u de telefoon uit. (indrukken en ingedrukt houden)
60 Vodafone live!
Browser-menu
Wanneer u met browsen bent begonnen, kunt u de browser­opties bereiken door op [Opties] te drukken.
• Selecteren:
Hiermee selecteert u de koppeling die u wilt bekijken. (“Selecteren” wordt alleen weergegeven wanneer u de koppeling selecteert.)
• Homepage:
Hiermee gaat u naar de homepage die u in de WAP­instellingen heeft ingesteld.
• Bookmark toevoegen:
Hiermee voegt u aan uw bookmarklij st de site toe waar u zich momenteel bevindt.
• Bookmarks tonen:
Toont een lijst met bookmarks.
• Items opslaan:
Hiermee slaat u afbeeldingen, ringtones of videoclips op in de betreffende map van Mijn telefoon.
•Ga naar URL:
Hiermee voert u de URL in van de site die u wilt bezoeken.
• Geschiedenis:
Toont een geschiedenislijst.
•Doorsturen:
Hiermee gaat u naar de volgende URL in de geschiedenislijst.
• Pagina verversen: Hiermee vernieuwt u de inhoud van de WAP-pagina.
• Geavanceerd...:
•URL tonen:
Hiermee wordt de URL getoond van de site waar u zich momenteel bevindt.
• Pagina opslaan:
Hiermee wordt in de Snapshots-lijst de pagina opgeslagen waarin u zich momenteel bevindt.
• Snapshots:
Hiermee bekijkt u de Snapshots-lijst.
•Postvak IN:
Hiermee kunt u de lijst met WAP­informatieberichten bekijken. Via WAP-diensten kunt u informatieberichten ontvangen. Dit houdt in dat een service provider naar uw telefoon WAP­berichten kan versturen, zonder dat u de telefoon hoeft in te stellen.
• Instellingen:
Omvat “Downloads”, etc.
• Beveiliging:
Hiermee stelt u de beveiliging in.
• Wissen...:
Hiermee wist u geschiedenis, cache, etc.
• Nieuwe browsersessie:
Hiermee start u opnieuw de browser op.
Bookmarks
Wanneer u met de browser werkt, druk dan op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
Een bookmark toevoegen
1. Selecteer “Bookmark toevoegen”.
Pagina’s openen waarvan u een bookmark heeft gemaakt.
1. Selecteer “Bookmarks tonen”.
2. Selecteer de gewenste bookmark.
Bookmarks bewerken
1. Selecteer “Bookmarks tonen”.
2. Selecteer “Meer...”.
3. Selecteer een bookmarkpagina die u wilt bewerken.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Details”.
5. Bewerk de titel en druk vervolgens op b.
6. Bewerk de URL en druk vervolgens op b.
7. Selecteer “Opslaan”.
Vodafone live! 61
Bookmarks verwijderen
1. Selecteer “Bookmarks tonen”.
2. Selecteer “Meer...”.
3. Selecteer een bookmarkpagina die u wilt verwijderen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
5. Druk op [Opties] en selecteer “OK”.
Sneltoetsen instellen waarmee bookmarks kunnen worden geopend
Web-pagina’s kunt u snel openen door sneltoetsen te gebruiken. Sneltoetsen maakt u als volgt.
1. Selecteer “Bookmarks tonen”.
2. Selecteer “Meer...”.
3. Selecteer een bookmarkpagina die u wilt bewerken.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Sneltoetsen”.
De lijst met sneltoetsen wordt vervolgens weergegeven.
5. Selecteer het nummer waaraan u een sneltoets wilt
toewijzen. De bookmarklijst wordt vervolgens weergegeven.
6. Selecteer de gewenste bookmark.
62 Vodafone live!

Mijn telefoon

Mijn telefoon bevat verschillende soorten afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegev ens. Mijn telefoon bevat tevens vaak gebruikte tekstberichtzinnen en vaak bezochte WAP­pagina’s (adressen) die u kunt gebruiken. U kunt ook via Bluetooth afbeeldings-, ringtone- en videoclipgevens overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
Opmerking
• De telefoon kan ongeveer 2100 KB aan gegevens opslaan voor Mijn afbeeldingen, Mijn games & meer, Mijn ringtones en Mijn video’s.
(M 6)
Beelden gebruiken als achtergrond
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Opgeslagen afb.”
De lijst met afbeeldingen wordt vervolgens weergegeven.
1. Selecteer het bestand dat u als achtergrond wilt
gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergrond”.
3. Geef met de navigatietoetsen het gebied op dat u wilt
weergeven.

Mijn afbeeldingen

Beheer is mogelijk van foto’s die met een digitale camera zijn genomen of van afbeeldingen die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen. U kunt afbeeldingen registreren in de volgende formaten: JPEG, PNG, BMP, GIF, WBMP en WPNG.
Afbeeldingen weergeven
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Opgeslagen afb.”
(M 6-1)
1. Selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
Mijn telefoon 63
Opslaan in het Telefoonboek
U kunt deze optie alleen gebruike n voor afbeeldingen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen.
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Opgeslagen afb.”
1. Selecteer het bestand dat u wilt toevoegen aan het
Telefoonboek.
2.
Druk op [Opties] en selecteer “Toevoegen aan Contact”. Om gegevens te overschrijven, selecteert u “Bestaand contactpers.” en selecteer de gegevens waarnaar u wilt opslaan. Als het afbeeldingsformaat groter is dan 240 dots breed of 320 dots hoog, geeft dan het gebied op dat u wilt weergeven. Om de afbeelding bij een nieuw item op te slaan, selecteert u “Nieuw contact”. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuw contact” op pagina 32.
Afbeeldingen bewerken
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Opgeslagen afb.”
1. Selecteer het bestand dat u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer de gewenste optie:
“Draaien”: De afbeelding wordt linksom
“Formaat aanpassen”: Selecteer de gewenste optie. “Retoucheren”: Selecteer de retoucheringsoptie. “Kader toevoegen”: Selecteer het gewenste
64 Mijn telefoon
90º gedraaid. Druk nogmaals op [Draaien] om de afbeelding nog eens 90º te draaien.
kaderpatroon.
“Effect toevoegen”: Druk op [Ef fect] en selecteer het
Opmerking
• Het afbeeldingsformaat dat u kunt retoucheren is minimaal 52 dots [B] × 52 dots [H].
• Het afbeeldingsformaat waaraan u effecten kunt toevoegen is minimaal 48 dots [B] × 48 dots [H].
Afbeeldingen die groter zijn dan 240 [B] of 320 [H] worden opgeslagen als 240 [B] × 320 [H], ongeacht de oorspronkelijke grootte.
• “Formaat aanpassen” is mogelijk niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van de originele afbeelding of eventuele auteursrechten.
gewenste effectpatroon. Herhaal deze stap om meer patronen toe te voegen.
Een afbeeldingsbestand verzenden
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Opgeslagen afb.”
1. Selecteer het bestand dat u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als MMS” of “Als MMS per Post”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 47.
Opmerking
• Auteursrechtelijk beveiligde afbeeldingen kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
Tip
• Voor bijzonderheden over het overzenden van gegevens uit Mijn telefoon, zie “Gegevens van Mijn telefoon verzenden” op pagina 70.
Afbeeldingsbestanden uploaden
U kunt uw afbeeldingen uploaden naar het MMS Album.
Opmerking
• Sommige netwerkoperators leveren deze dienst niet. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Opgeslagen afb.”
1. Selecteer het bestand dat u wilt uploaden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Naar album”.
4. Druk op [Ja].
Opmerking
• Auteursrechtelijk beveiligde afbeeldingen kunt u niet uploaden.
Afbeeldingsbestanden downloaden
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Meer afbeeldingen”
Op het scherm verschijnt de download-site van de afbeeldingsbestanden.
(M 6-1-3)

Mijn games & meer

Gedownloade toepassingen worden opgeslagen in Opgeslagen downloads. Hier bevindt zich ook de meegeleverde toepassing.
Opmerking
• In Opgeslagen downloads is ruimte voor maximaal 50 toepassingen.
Toepassingen (opgeslagen downloads) gebruiken
Met deze telefoon kunnen verschillende soorten Vodafone-specifieke toepassingen worden gebruikt. Om toepassingen te gebruiken, downloadt u eerst de toepassingen vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid om, binnen een spel of netwerktoepassing, verbinding te maken met een netwerk.
Opmerking
• Toepassingen kunnen lokaal (geen verbinding) worden uitgevoerd of gebaseerd zijn op een netwerk (waarbij gebruik wordt gemaakt van Internet-sites voor mobiele toepassingen om informatie te updaten/spelletjes te spelen). Het netwerk brengt u mogelijk meer in rekening als u netwerktoepassingen gebruikt. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
(M 6-2)
Mijn telefoon 65
Toepassingen downloaden
Bevestigingsscherm
Voordat u de toepassing downloadt, wordt u gevraagd om te bevestigen wat u gaat ontvangen.
Nadat u de informatie op het bevestigingsscherm heeft gecontroleerd, kunt u de toepassing downloaden.
Opmerking
• Op sommige informatieschermen is gebruikersverificatie vereist voordat de toepassing kan worden gedownload.
Toepassingen uitvoeren
“Mijn telefoon” → “Mijn games & meer” → “Opgeslagen downl.”
Achtereenvolgens worden vanaf de laatste toepassing de gedownloade toepassingen getoond.
(M 6-2-1)
1. Selecteer de titel van de toepassing die u wilt uitvoeren.
De geselecteerde toepassing wordt uitgevoerd. Bij gebruik van toepassingen voor netwerkverbindingen kan verbinding met het netwerk worden geselecteerd.
2. Om de toepassing te beëindigen, drukt u op F en
selecteer “Einde”.
66 Mijn telefoon
Meer games
“Mijn telefoon” → “Mijn games & meer” → “Meer games”
(M 6-2-2)
1. Selecteer de toepassing die u wilt downloaden.
De WAP-browser wordt gestart en er verschijnt een bevestigingsbericht waarin u wordt gevraagd om de download te bevestigen.
2. Druk op e om te beginnen met downloaden.
3. Druk op e wanneer u klaar bent.

Mijn ringtones

De ringtones die zijn gemaakt door de Ringtone-editor en de AMR-gegevens die zijn opgenomen door de functie Geluidopname, worden beheerd in de Opgeslagen ringtones. De standaardringtones bevinden zich niet in de Opgeslagen ringtones.
: SMAF-formaat : Originele ringtone (samengesteld in de Ringtone-
editor) : Standaard MIDI-formaat : i Melody-formaat : WAVE-formaat :AMR-formaat
Tip
• SMAF (Synthetic Music Mobile Application Format) is een muziekgegevensformaat voor mobiele telefoons.
(M 6-3)
Ringtones afspelen
“Mijn telefoon” → “Mijn ringtones” → “Opgeslagen ringtones”
1. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Om met afspelen te stoppen, drukt u op e.
Opmerking
• Het volume hangt af van de instellingen van het Multimedia-volume (p. 97). Het geluid wordt gedeactiveerd wanneer “Multimedia-volume” op “Stil” is ingesteld. Om het volume in te stellen, drukt u op a (of d/omhoogtoets zijkant) of b (of c/omlaagtoets zijkant).
De ringtone selecteren
“Mijn telefoon” → “Mijn ringtones” → “Opgeslagen ringtones”
1. Selecteer het bestand dat u wilt gebruiken als ringtone.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Instellen als ringtone”.
De geselecteerde ringtone wordt automatisch gebruikt als de ringtone van de huidige Profielen.
Opmerking
• Bestanden in het AMR- of WAVE-formaat kunnen niet als ringtone worden gebruikt.
Een ringtonebestand verzenden met MMS
“Mijn telefoon” → “Mijn ringtones” → “Opgeslagen ringtones”
1. Selecteer het bestand dat u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als MMS”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 47. Als u een geluidsbestand selecteert dat is gemaakt met de Ringtone-editor, voer dan ook stap 4 hieronder uit.
4. Selecteer het bestandsformaat “SMAF”, “MIDI” of
“i Melody”.
Opmerking
• Auteursrechtelijk beveiligde ringtones kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
• Alleen het eerste gedeelte van de gegevens wordt omgezet als u bij stap 4 “i Melody” selecteert.
Mijn telefoon 67
Ringtone-bestanden uploaden
U kunt uw ringtones uploaden naar het MMS Album.
Opmerking
• Sommige netwerkoperators leveren deze dienst niet. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Mijn telefoon” → “Mijn ringtones” → “Opgeslagen ringtones”
1. Selecteer het bestand dat u wilt uploaden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Naar album”.
Indien u bij stap 1 uw originele ringtone selecteert, ga dan als volgt te werk. Maakt u deze keuze niet, ga dan verder met stap 5.
4. Selecteer het bestandsformaat: “SMAF”, “MIDI” of
“i Melody”.
5. Druk op [Ja].
Opmerking
• Auteursrechtelijk beveiligde ringtones kunt u niet uploaden.
Ringtone-bestanden downloaden
“Mijn telefoon” → “Mijn ringtones” → “Meer ringtones”
Op het scherm verschijnt de download-site van de ringtonebestanden.
68 Mijn telefoon
(M 6-3-4)

Mijn video’s

Beheer is mogelijk van videoclips die zijn opgenomen door een videocamera of videoclips die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
(M 6-4)
Videoclipbestanden afspelen
“Mijn telefoon” → “Mijn video’s” → “Opgeslagen video’s”
1. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
2. Druk op e.
Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op e. Om met afspelen te stoppen, drukt u op [Vorige]. Om terug te keren naar de originele grootte, drukt u op [×1].
Opmerking
• Het volume hangt af van de instellingen van het Multimedia-volume (p. 97). Het geluid wordt gedeactiveerd wanneer “Multimedia-volume” op “Stil” is ingesteld. Om het volume af te stellen, drukt u op a (of d/de omhoog-toets aan de zijkant) of b (of c/de omlaag-toets aan de zijkant).
Een videoclipbestand verzenden met MMS
“Mijn telefoon” → “Mijn video’s” → “Opgeslagen video’s”
1. Selecteer het bestand dat u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als MMS”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 47.
Opmerking
• Auteursrechtelijk beveiligde videoclips kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
Videoclipbestanden uploaden
U kunt uw videoclips uploaden naar het MMS Album.
Opmerking
• Sommige netwerkoperators leveren deze dienst niet. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Mijn telefoon” → “Mijn video’s” → “Opgeslagen video’s”
1. Selecteer het bestand dat u wilt uploaden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Naar album”.
4. Druk op [Ja].
Videoclipbestanden downloaden
“Mijn telefoon” → “Mijn video’s” → “Meer video’s”
Op het scherm verschijnt de download-site van de videoclipbestanden.
(M 6-4-3)
Mijn telefoon 69
Gegevens van Mijn telefoon verzenden
Kies het betreffende menu.
“Mijn telefoon” → “Mijn afbeeldingen” → “Opgeslagen afb.”
“Mijn telefoon” → “Mijn ringtones” → “Opgeslagen ringtones”
“Mijn telefoon” → “Mijn video’s” → “Opgeslagen video’s”
1. Selecteer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Via Bluetooth”.
Voor “Via Bluetooth”
De telefoon begint binnen een afstand van 10 meter naar andere Bluetooth-apparaten te zoeken. Als er apparaten worden gedetecteerd, dan verschijnt er een lijst met geactiveerde apparaten waarin u het gewenste apparaat kunt selecteren. De verbinding kan tot stand worden gebracht en het bestand wordt verzonden.
Opmerking
• Afbeeldingen/ringtones/videoclips die auteursrechtelijk zijn beveiligd, kunnen niet worden verzonden.
• Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd, behalve wanneer “Verificatie” (p. 92) is ingesteld op “Uit”.
70 Mijn telefoon
Gegevens van Mijn telefoon ontvangen
Wanneer de telefoon gegevens van Mijn telefoon ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht.
1. Druk op [Ja].
De ontvangen gegevens worden geregistreerd in de corresponderende map van Mijn telefoon. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
• Voor bijzonderheden over de Bluetooth-instellingen, zie “Verbindingen” op pagina 90.

Mijn sjablonen

U kunt maximaal 20 tekstsjablonen registreren voor gebruik in SMS- en MMS-berichten. In elke tekstsjabloon kunnen 120 tekens worden geregistreerd.
Mijn sjablonen maken
“Mijn telefoon” → “Mijn sjablonen”
(M 6-5)
1. Selecteer het nummer dat u wilt registreren.
2. Voer de tekst in en druk vervolgens op e.
Mijn sjablonen bewerken
“Mijn telefoon” → “Mijn sjablonen”
1. Selecteer de tekstsjabloon die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Voer nieuwe tekst in en druk vervolgens op e.
Mijn sjablonen tonen
“Mijn telefoon” → “Mijn sjablonen”
De lijst met Mijn sjablonen wordt vervolgens getoond.
1. Selecteer de tekstsjabloon die u wilt bekijken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Tonen”.
Mijn sjablonen verwijderen
“Mijn telefoon” → “Mijn sjablonen”
1. Selecteer de tekstsjabloon die u wilt verwijderen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u de geheugenstatus van Mijn telefoon controleren. Geheugenstatus omvat Opgeslagen downloads, Mijn afbeeldingen, Mijn ringtones en Mijn video’s.
“Mijn telefoon” → “Geheugenstatus”
(M 6-7)
Mijn telefoon 71

Games & meer

Opgeslagen downloads

De lijst met Java™-toepassingen wordt weergegeven. Achtereenvolgens worden vanaf de laatste toepassing de
gedownloade toepassingen getoond.
(M 1)
(M 1-1)
Toepassingen uitvoeren
Voor bijzonderheden over het uitvoeren van toepassingen, zie “Toepassingen uitvoeren” op pagina 66.
Downloadinformatie tonen
“Games & meer” → “Opgeslagen downl.”
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Download info”. De
gedetailleerde informatie wordt getoond.
Toestemming instellen
Wanneer u gebruikmaakt van Java™-toepassingen die verbinding maken met het netwerk, kan met deze optie online beveiliging voor monetaire transacties worden ingesteld.
De functie en bevestigingsmethode selecteren
“Games & meer” → “Opgeslagen downl.”
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Toestemming”.
72 Games & meer
3. Selecteer “Web toegang” om in te stellen hoe de
Java™-toepassing toegang tot het netwerk krijgt.
4. Selecteer de gewenste bevestigingsmethode.
Altijd on line: Staat toe dat de Java™-toepassing zonder
bevestiging kan worden gebruikt.
Eenmalig: Informeert u wanneer de Java™-
toepassing voor de eerste maal verbinding maakt met het netwerk. Als aan u toegang wordt verleend, worden geen bevestigingen meer gevraagd totdat u de toepassing verwijdert.
Sessie: Informeert u wanneer de Java™-
toepassing voor de eerste maal verbinding maakt met het netwerk. Als aan u toegang wordt verleend, worden geen bevestigingen meer gevraagd totdat de toepassing wordt beëindigd.
Altijd: Informeert u telkens wanneer de Java™-
toepassing verbinding met het netwerk maakt, ongeacht of al dan niet aan u toegang wordt verleend.
Niet on line: Voorkomt dat de Java™-toepassing
verbinding met het netwerk maakt en er vindt geen bevestiging plaats.
Toestemmingen resetten
U kunt alle ingevoerde toestemmingen resetten.
“Games & meer” → “Opgeslagen downl.”
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Toestemming”.
3. Selecteer “Reset toestemmingen”.

Achtergrond

U kunt voor het standby-scherm achtergrondtoepassingen (screensavers) downloaden.
“Games & meer” → “Achtergrond” → “Aan/uitzetten”
(M 1-2)
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
• Als u “Aan” selecteert en geen achtergrondtoepassing wordt ingesteld, verschijnt een lijst met beschikbare achtergronden en wordt u gevraagd een keuze te maken.
Toepassing instellen
“Games & meer” → “Achtergrond” → “Toepassing instellen”
De gedownloade toepassingen worden weergegeven.
(M 1-2-2)
1. Selecteer de gewenste achtergrondtoepassing.
Activering
U kunt instellen hoe lang het moet duren voordat de achtergrondtoepassing wordt geactiveerd.
“Games & meer” → “Achtergrond” → “Activering”
(M 1-2-3)
1. Voer met de cijfertoetsen de activeringstijd in twee
cijfers in.

Meer downloads

U kunt toepassingen downloaden.
“Games & meer” → “Meer downloads”
Op het scherm verschijnt de download-site van de toepassingen.
(M 1-3)
1. Selecteer de toepassing die u wilt downloaden.
De WAP-browser wordt gestart en er verschijnt een bevestigingsbericht waarin u wordt gevraagd om de download te bevestigen.
2. Druk op e om te beginnen met downloaden.
3. Druk op e wanneer u klaar bent.
Games & meer 73

Instellingen

Oproep & alarminst.
U kunt instellen hoe aan inkomende gesprekken of alarmen prioriteit moet worden gegeven terwijl een toepassing actief is.
“Games & meer” → “Game instel.” → “Oproep & alarminst.”
(M 1-4)
(M 1-4-1)
1. Selecteer “Inkomend gesprek” of “Alarm”.
2. Selecteer de methode.
• “Gespreksprioriteit” of “Alarmprioriteit”: De toepassing wordt automatisch onderbroken, en u kunt het gesprek ontvangen, of het alarm klinkt. Nadat het gesprek is beëindigd of het alarm eindigt, wordt het pictogram ( ) getoond om u te laten weten dat er een onderbroken toepassing is.
• “Gespreksindicatie” of “Alarmindicatie”: Op de eerste regel van het scherm wordt een marquee (verschuivende tekst) weergegeven terwijl de toepassing wordt vervolgd. Als u op D drukt, wordt de toepassing onderbroken, en kunt u een gesprek ontvangen. Nadat het gesprek is beëindigd, wordt het pictogram “Onderbreken” ( ) getoond om u te laten weten dat er een onderbroken toepassing is.
74 Games & meer
Volume
(M 1-4-2)
U kunt het volume van de toepassing, bijvoorbeeld het geluid van effecten, op vijf niveaus instellen of uitschakelen. Als “Multimedia-volume” (p. 97) op “Stil” ingesteld is, heeft deze instelling prioriteit.
“Games & meer” → “Game instel.” → “Volume”
Getoond wordt het huidige volume.
1. Druk op a (of d) om het volume te verhogen of druk
op b (of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op e.
Displayverlichting
“Games & meer” → “Game instel.” → “Displayverlichting” → “Aan/uitzetten”
(M 1-4-3)
1. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Standaardinstell.”.
• “Aan”: Brandt terwijl de toepassing
• “Uit”: Brandt niet terwijl de toepassing
• “Standaardinstell.”: De displayverlichting wordt
actief is.
actief is, ook wanneer een toets wordt ingedrukt.
gebaseerd op de displayverlichting die is ingesteld in de telefoon. (p. 100)
Knipperinstelling instellen
Met deze instelling wordt de displayverlichting door de toepassing geregeld. Als deze ingesteld is op “Uit”, kan de displayverlichting vanuit de toepassing niet worden ingeschakeld.
“Games & meer” → “Game instel.” → “Displayverlichting” → “Knipperen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Trilalarm
Wanneer in de toepassing het trilalarm is ingesteld, kunt u dit in- of uitschakelen. Wanneer in de toepassing een SMAF-bestand is gespecificeerd, kunt u het trilalarm gebruiken dat in het SMAF-bestand is ingesteld.
Opmerking
• SMAF (Synthetic Music Mobile Application Format) is
“Games & meer” → “Game instel.” → “Trilalarm”
(M 1-4-4)
een muziekgegevensformaat voor mobiele telefoons.
1. Selecteer “Inschakelen”, “Uitschakelen” of
“Trillen&Geluid”. Wanneer u “Trillen&Geluid” kiest, wordt het trilalarm gesynchroniseerd met het geluid van het SMAF­bestand in de toepassing.
Standaardinstellingen
(M 1-4-5)
Alle onderdelen resetten in het menu Instellingen
“Games & meer” → “Game instel.” → “Standaardinstellingen”
1. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “0000”. Voor bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De toestelcode wijzigen” op pagina 112.

Java™ informatie

De informatie over de licenties van Java™ wordt weergegeven.
(M 1-5)
Games & meer 75

Toepassingen

Vodafone menu

U kunt de informatie raadplegen op de SIM-kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer bijzonderheden.
(M 3-2)

Alarm

De alarmen instellen
Met de alarmfunctie kunt u op een opgegeven tijdstip worden gealarmeerd. Vergeet niet dat het alarm niet juist werkt als de klok niet ingesteld is.
Opmerking
Het alarm werkt ook wanneer de telefoon uitgeschakeld is.
Het alarm gaat niet af als “Volume belsignaal” (p. 94) op “Stil” ingesteld is.
“Toepassingen” → “Alarm”
(M 3)
(M 3-1)
1. Selecteer de lege instelling.
2. Voer de gewenste tijd in.
Het type alarmtoon wijzigen
3. Selecteer “Alarmtoon instell.”
4. Selecteer “Toon”.
5. Selecteer “Standaard ringtones” of “Mijn ringtones”.
76 Toepassingen
6. Selecteer de gewenste toon.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
Het trilalarm van de alarmtoon instellen
7. Selecteer “Trilalarm”.
8. Selecteer “Inschakelen”, “Uitschakelen” of
“Trillen&Geluid”. Voor bijzonderheden over het selecteren van een trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 95.
De duur van de alarmtoon instellen
9. Selecteer “Geluidsduur”.
10.Voer de gewenste tijd (02-59) in.
11.Druk op [Vorige].
De herhaaloptie instellen
12.Selecteer “Dagelijks herhalen”.
13.Selecteer “Aan” of “Uit”.
14.Druk op [Opslaan].
De alarminstelling bewerken
“Toepassingen” → “Alarm”
1. Selecteer de gewenste optie en bewerk deze.
Een alarminstelling resetten
“Toepassingen” → “Alarm”
1. Selecteer het alarm dat u wilt resetten.
2. Selecteer “Opnieuw instellen”.
Alle alarminstellingen resetten
“Toepassingen” → “Alarm” → “Alles wissen”
Een alarm deactiveren en activeren
“Toepassingen” → “Alarm”
1. Selecteer het alarm dat u wilt deactiveren of activeren.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Uitschakelen” of
“Inschakelen”.

Rekenmachine

Met de rekenmachinefunctie kunnen met gebruik van 12 cijfers de 4 rekenkundige bewerkingen worden uitgevoerd.
“Toepassingen” → “Rekenmachine”
In het display verschijnt de rekenmachine. De toetsen worden als volgt bediend.
Om een decimaalpunt in te voeren, drukt u op R. Om het ingevoerde cijfer of bewerkingsteken te wissen, drukt u op [Wissen]. Om berekeningen uit te voeren, drukt u op e. Om een nieuwe berekening te starten, drukt u op [Wissen].
(M 3-3)
Toepassingen 77
Omrekening wisselkoersen
U kunt de rekenmachine ook gebruiken als een valutacalculator om met een door u ingevoerde omrekeningskoers een valuta om te zetten naar/van uw eigen valuta.
Een omrekeningskoers instellen voor een valuta
“Toepassingen” → “Rekenmachine” → [Opties] → “Wisselkoers”
1. Selecteer “Buitenland -> Eigen” of “Eigen ->
Buitenland”.
2. Voer de valuta-omrekeningskoers in.
Om alle cijfers te verwijderen, drukt u op [Wissen].
Een waarde omrekenen
“Toepassingen” → “Rekenmachine”
1. Voer de waarde in die moet worden omgerekend.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Eigen valuta” of
“Buitenlandse valuta”.
Opmerking
• U kunt stap 2 niet uitvoeren wanneer een rekenkundig symbool (+, −, × of ÷ ) wordt weergegeven.
78 Toepassingen

Geluidopname

Hiermee kunt u een memo van maximaal 60 seconden opnemen, dat u kunt gebruiken om u te herinneren aan geplande taken of dat u met een MMS-bericht mee kunt sturen. De opgenomen memo wordt geregistreerd in Opgeslagen ringtones. Memo’s worden opgeslagen in het formaat “.amr”.
(M 3-4)
Een memo opnemen
“Toepassingen” → “Geluidopname”
1. Druk op e om de opname te starten.
Om te stoppen met opnemen voordat de opnametijd voorbij is, drukt u op e.
2. Selecteer “Opslaan” om de memo op te slaan.
Om de opgenomen memo af te spelen, selecteert u “Afspelen”. Om nogmaals een memo op te nemen, drukt u op [Annuleren].
Opmerking
• Om de opnamegrootte te wijzigen voordat u opneemt, drukt u op [Opties] en selecteer “Opnamegrootte”. Selecteer vervolgens “Max. Duur” of “Normale lengte”.
• Wanneer u de berichtgrootte zoals beschreven op pagina 51 op “100 KB” inst elt, wordt “Opnamegrootte” niet weergegeven.
• Het volume hangt af van de instellingen van het Multimedia-volume (p. 97). Het geluid wordt gedeactiveerd wanneer “Multimedia-volume” op “Stil” is ingesteld. Om het volume af te stellen, drukt u op a (of d/de omhoog-toets aan de zijkant) of b (of c/de omlaag-toets aan de zijkant).
Memo’s verzenden
“Toepassingen” → “Geluidopname”
1. Druk op e om de opname te starten.
2. Druk op e om de opname stop te zetten.
3. Selecteer “Opslaan en verzenden”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 47.
Opmerking
• “Opslaan en verzenden” wordt niet weergegeven nadat een opname is gemaakt in de modus Lange opname.

Ringtone-editor

U kunt zelf een originele ringtone maken of u kunt een ringtone als bijlage meesturen met een MMS. Per melodie kunt u 95 tonen × 32 stemmen, 190 tonen × 16 stemmen of 380 tonen × 8 stemmen invoeren. De originele ringtone wordt geregistreerd in Opgeslagen ringtones.
Een originele ringtone maken
“Toepassingen” → “Ringtone-editor” → “Nieuwe ringtone”
(M 3-5)
(M 3-5-1)
1. Voer de titel in.
Er kunnen maximaal 24 tekens worden ingevoerd.
2. Selecteer een tempo.
Het muziektempo wordt hieronder beschreven.
• “Allegro (snel)”: 150
• “Moderato (normaal)”: 125
• “Andante (langzaam)”: 107
• “Adagio (zeer langzaam)”: 94
3. Selecteer “Voor 8 akkoorden”, “Voor 16 akkoorden” of
“Voor 32 akkoorden”.
4. Geef met de cijfertoetsen de toonladder en rust op.
Voor bijzonderheden over het opgeven van het geluidsniveau en rust, zie “De toonladder en rust opgeven” op pagina 80.
Toepassingen 79
5. Druk op P of R om de muzieknootsoorten of rust op
te geven. Voor bijzonderheden over het invoeren van muzieknoten en rust, zie ook “De muzieknoten en rust opgeven” op pagina 81.
6. Druk na het invoeren van één noot op d.
Voer de volgende muzieknoot in nadat de cursor naar rechts is verplaatst.
7. Herhaal stap 4 t/m 6 om noten in te voeren.
Bij het invoeren van noten kunt u het volgende doen:
•Druk op e om alle ingevoerde noten af te spelen.
• Druk op [Opties] en selecteer: “Afspelen tot cursor” om noten tot de cursorpositie af te spelen. “Akkoord selecteren” om een ander akkoord te selecteren. “Instrument” om de toon in te stellen of te wijzigen met behulp van verschillende instrumenten. (p. 82) “Volume instellen” stelt het toonvolume in. (p. 82)
8. Wanneer u klaar bent met het invoeren van gegevens,
drukt u op [Opties] en selecteer “Opslaan”.
9. Selecteer “Opslaan in Mijn telefoon”.
Opmerking
• Het volume hangt af van de instellingen van het Multimedia-volume (p. 97). Het geluid wordt gedeactiveerd wanneer “Multimedia-volume” op “Stil” is ingesteld.
• Als de capaciteit of het geheugen in de Opgeslagen ringtones onvoldoende is, verschijnt het bericht “Maximumcapaciteit:250 Niet geregistreerd.” of “Niet geregistreerd. Geheugen vol.”. Het scherm keert terug naar stap 9. Probeer het opnieuw nadat onnodige gegevens zijn verwijderd.
• Ringtones die bestaan uit te veel korte noten (zestiende noten en triolen) kunnen bij stap 8 niet worden afgespeeld en het volgende bericht verschijnt: “Kan niet afspelen omdat per seconde te veel noten zijn ingesteld” Het scherm keert terug naar stap 5. Het bericht “Kan niet opslaan omdat per seconde te veel noten zijn ingesteld” wordt mogelijk ook weergegeven en het scherm keert terug naar stap 5. Verminder het aantal ringtones, vervang korte noten, annuleer triolen, etc. om het probleem te verhelpen.
De toonladder en rust opgeven
Geef met de hieronder getoonde toetsen de toonladder en rust op.
80 Toepassingen
Do Re Mi Fa Sol La Ti
Rust
GHIJKLMQ
Als u de hierboven getoonde toetsen eenmaal indrukt, wordt in de middelste ladder een kwartnoot aangegeven (geen markering).
Als u dezelfde toets herhaaldelijk indrukt, doorloopt de noot het beschikbare octaafbereik.
LLL
Indien u bij het selecteren van een muzieknoot op a of b drukt, wordt de muzieknoot met een halve toon verhoogd of verlaagd. Wanneer u een rust invoert, wordt een kwartrust ingevoerd.
L
De muzieknoten en rust opgeven
Druk herhaaldelijk op P of R.
PP P
( ) ( ) ( ) ( ) ( )
P
P
Als u een gepuncteerde noot of triool maakt, druk dan op O na het selecteren van de doelnoot.
Opmerking
• U kunt geen gepuncteerde zestiende noot (zestiende rust) of een gepuncteerde hele noot (hele rust) maken.
• Voor een triool zijn drie doorlopende noten vereist.
Om een boogje aan te geven, drukt u na het selecteren van de doelnoten op N. Naast de noot wordt een liggend streepje (_) weergegeven en de noot wordt verbonden met de volgende. Om naar de volgende muzieknoo t te gaan, drukt u op d om de cursor naar rechts te verplaatsen. Herhaal vervolgens de procedures op de vorige pagina’s. Indien de cursor naast een noot staat, kunt u de noot direct links van de cursor herhalen wanneer u op a of b drukt.
Toepassingen 81
De toon instellen
De telefoon kan noten afspelen met verschillende instrumenten. U kunt een keus maken uit 128 basistonen (8 soorten van: Piano, Bellen, Orgel, Gitaar, Bas, Viool 1, Viool 2, Koper, Houtblazers, Panfluit, Synth Leads, Synth Pads, Synth Effects, Etnisch, Slagwerk en Effecten) en 61 uitgebreide tonen (40 soorten Drums (FM) en 21 soorten Drums (WT)).
1. Druk op [ Opties] en selecteer “Instrument” bij stap 7 op
pagina 80.
2. Druk op c of d om een tooncategorie te selecteren.
3. Druk op a of b om een toon te selecteren.
4. Druk op e.
U kunt nu een originele ringtone maken.
Tip
• U kunt de ringtone afspelen in de geselecteerde toon door bij stap 4 op [Opties] te drukken en “Onderdeel afspelen” te selecteren. In plaats hiervan kunt u ook de toonladder afspelen in de geselecteerde toon door “Voorbeeld” te selecteren.
82 Toepassingen
Het toonvolume instellen
Het toonvolume kan bij elke melodie op 3 niveaus worden ingesteld. Bij aanschaf van deze telefoon is het toonvolume ingesteld op “Hoog”.
1. Druk op [Opties] en selecteer “Volume instellen” bij
stap 7 op pagina 80.
2. Selecteer een toonvolume.
U kunt nu een originele ringtone maken.
Originele ringtone bewerken
“Toepassingen” → “Ringtone-editor” → “Opgeslagen ringtones”
(M 3-5-2)
1. Selecteer een originele ringtone die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerk melodie”.
3. Bewerk de titel.
4. Selecteer een tempo en het aantal stemmen.
5. Bewerk de gegevens.
6. Wanneer u klaar bent met het invoeren van gegevens,
drukt u op [Opties] en selecteer “Opslaan”.
7. Selecteer “Opslaan in Mijn telefoon”.
8. Selecteer “Overschrijven” of “Nieuw”.
Opmerking
• Wanneer het aantal stemmen bij stap 4 wordt gewijzigd, is het mogelijk dat er een bevestigingsbericht verschijnt. Als u op [Ja] drukt, kan het zijn dat een gedeelte van de ringtone wordt verwijderd.
Tip
• U kunt de ringtone verwijderen na o f vóór de cursor door op [Opties] te drukken en “Verwijderen na cursor” of “Verwijderen tot cursor” te selecteren.
Noten kopiëren en plakken
U kunt een gedeelte van de ringtone kopiëren en naar een andere locatie verplaatsen. Alleen originele ringtones of bewerkbare ringtones kunnen worden gekopieerd of verplaatst.
1. Druk in het toonladderscherm op [Opties] en selecteer
“Kopiëren” of “Knippen”.
2. Verplaats de cursor naar de eerste noot die moet
worden gekopieerd of geknipt en druk vervolgens op
e.
3. Verplaats de cursor naar de laatste noot om het gebied
te selecteren en druk vervolgens op e.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Plakken”.
5. Verplaats de cursor naar het punt waar u de noten wilt
plakken en druk vervolgens op e.

Help

(M 3-6)
U kunt de Help bekijken en deze gebruiken als richtlijn bij het gebruik van de telefoonfuncties.
“Toepassingen” → “Help”
1. Druk op a of b.
Toepassingen 83

Kalender

In de kalender kunt u gemakkelijk afspraken plannen, die aan de datum en tijd worden gerelateerd. Deze items kunnen ook via Bluetooth naar een PC worden verzonden om dezelfde schema’s te kunnen delen.
Een nieuw item invoeren
“Kalender”
(M 7)
1. Selecteer de dag waaraan u een gebeurtenis wilt
toevoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuw item”.
3. Voer het onderwerp in.
4. Voer de locatie in.
5. Selecteer de gewenste categorie.
6. Voer de startdatum in.
7. Voer de starttijd in.
8. Selecteer de gewenste duur.
9. Selecteer de gewenste herinneringsoptie.
84 Kalender
Opmerking
• De herinneringsfunctie werkt ook wanneer de telefoon uitgeschakeld is.
• Het herinneringsalarm gaat niet af als “Volume belsignaal” (p. 94) op “Stil” ingesteld is.
• Wanneer u bij stap 8 de optie “Overig” selecteert, kunt u de gewenste einddatum en tijd invoeren.
• Wanneer u bij stap 9 de optie “Overig” selecteert, kunt u de gewenste datum en tijd invoeren.
• Het kan gemakkelijker zijn om op de maandelijkse kalender de gewenste datum te zoeken. Druk hiertoe op [Opties] en selecteer “Raadpleeg kalender” als u in het gegevensinvoerscherm bij stap 6 de “Startdatum” wilt invoeren of wanneer u bij stap 8 en 9 enzovoort de optie “Overig” kiest.
De herinneringstoon bewerken
“Kalender”
1. Selecteer de dag inclusief schema-items waarvan u de
herinneringstoon wilt bewerken.
2. Selecteer het gewenste item.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
4. Selectee r het herinneringsveld en selecteer de gewenste
optie. Als u “Geen herinnering” selecteert, wordt de herinnering uitgeschakeld.
5. Selecteer “Toon” en selecteer “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste toon.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
7. Selecteer “Trilalarm” en kies “Inschakelen”,
“Uitschakelen” of “Trillen&Geluid”. Voor bijzonderheden over het selecteren van een trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 95.
8. Selecteer “Geluidsduur” en voer de gewenste tijd in.
9. Druk op [OK].
10.Druk op [Opslaan].
Een schema-item verzenden
“Kalender”
1. Selecteer de dag die schema-items bevat die u wilt
verzenden.
2. Selecteer het item dat u wilt verzenden.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
4. Selecteer “Via Bluetooth”.
Voor “Via Bluetooth”
De telefoon begint binnen een afstand van 10 meter naar andere Bluetooth-apparaten te zoeken. Als er apparaten worden gedetecteerd, dan verschijnt er een lijst met geactiveerde apparaten waarin u het gewenste apparaat kunt selecteren. De verbinding kan tot stand worden gebracht en het item wordt verzonden.
Opmerking
• Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd, behalve wanneer “Verificatie” (p. 92) is ingesteld op “Uit”.
Kalender 85
Een schema-item ontvangen
Wanneer de telefoon een schema-item ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht.
1. Druk op [Ja].
Het ontvangen item wordt geregistreerd in de Kalender. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
• Voor bijzonderheden over het instellen van Bluetooth, zie “Verbindingen” op pagina 90.
Een item weergeven
“Kalender”
1. Selecteer de dag die u wilt weergeven.
De lijst met items wordt weergegeven.
2. Selecteer het gewenste item.
Druk op d om, indien beschikbaar, in de geselecteerde dag heen en weer te gaan tussen items.
Zoeken op datum
1. Druk op [Opties] in het maandelijkse of dagelijkse
scherm.
2. Selecteer “Ga naar”.
3. Selecteer “Vandaag” om de dag van vandaag weer te
geven of “Voer datum in” om de gewenste datum in te voeren.
86 Kalender
Zoeken op onderwerp
1. Druk op [Opties] in het maandelijkse of dagelijkse
scherm.
2. Selecteer “Zoeken”.
3. Voer de gewenste tekst in.
De weekindeling wijzigen
1. Druk op [Opties] in het maandelijkse scherm.
2. Selecteer “Weekindeling”.
3. Selecteer “Maandag-Zondag” of “Zondag-Zaterdag”.
Items verwijderen
1. Druk op [Opties] in het maandelijkse of dagelijkse
scherm.
2. Selecteer “Verwijderen”.
3. Selecteer de gewenste optie.
• “Dit item” (alleen dagelijks scherm): Verwijdert het geselecteerde item.
• “Alles deze dag”: Verwijdert alle items van de geselecteerde dag.
• “Alles van deze maand”:Verwijdert alle items van de geselecteerde maand.
• “Alles tot laatst. maand”:Wist alle items vóór de huidige maand.
• “Alle items”: Verwijdert alle items uit deze toepassing.

Contacten

Gespreksregister

De telefoon bewaart de laatste 10 gemiste oproepen, ontvangen oproepen en gekozen nummers.
Gespreksregister tonen
“Contacten” → “Gespreksregister”
(M 8)
(M 8-2)
1. Druk op c of d om heen en weer te gaan tussen “Alle
oproepen”, “Gekozen nrs”, “Gemis. opro ep.” en “Ontv. oproepen”. Het geselecteerde gespreksregister verschijnt.
2. Selecteer het telefoonnummer dat u wilt tonen.
Als u het nummer wilt bellen, druk dan op D.
Tip
• U kunt gespreksregisters ook controleren door in de standby-modus op D te drukken.
Berichten verzenden
1. Selecteer in de gespreksregisterlijst de gespreksrecord
waarnaar u een bericht wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
3. Selecteer “MMS”, “SMS” of “MMS per Post”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 47 of “Een nieuwe SMS maken en verzenden” op pagina 54.
Een gespreksregister verwijderen
1. Selecteer in de gespreksregisterlijst het
gespreksregister dat u wilt verwijderen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
Contacten 87

Snelkiezen

U kunt telefoonnummers bekijken die geregistreerd zijn onder Snelkiezen en hier andere handelingen uitvoeren.
“Contacten” → “Snelkiezen”
De namen en telefoonnummers die zijn opgeslagen onder Snelkiezen worden achtereenvolgens weergegeven.

Mijn nummers

U kunt uw eigen spraak-, data- en faxnummers bekijken.
“Contacten” → “Mijn nummers”
(M 8-3)
(M 8-4)
1. Selecteer het telefoonnummer dat u wilt bekijken. Kies
tussen “Spraak”, “Data” of “Fax”.
Opmerking
• Het is mogelijk dat “Data” of “Fax” niet wordt weergegeven. Dit hangt af van de SIM-kaart.
88 Contacten

Gesprekstimers

Met deze functie kunt u de duur van uw gesprekken controleren.
De duur van het laatste gesprek en alle gesprekken controleren
“Contacten” → “Gesprekstimers”
(M 8-5)
1. Selecteer “Ontv. oproepen” of “Gekozen nrs”.
De duur van het laatste gesprek en alle gesprekken verschijnt op het scherm.

Datateller

U kunt het aantal bytes controleren dat u in de GPRS­pakkettransmissie heeft gebruikt.
“Contacten” → “Datateller”
(M 8-6)
1. Selecteer “Laatste data” of “Alle data”.
Datateller resetten
“Contacten” → “Datateller” → “Teller wissen”

Gesprekskosten

Met deze functie kunt u de kosten van uw gesprekken controleren.
Sommige netwerken ondersteunen kosteninformatie niet. Controleer bij uw netwerkoperator of dit mogelijk is.
(M 8-7)
De kosten van het laatste gesprek controleren
“Contacten” → “Gesprekskosten” → “Laatste gesprek”
De kosten van het laatste gesprek verschijnen op het scherm.
De totale gesprekskosten controleren
“Contacten” → “Gesprekskosten” → “Alle oproepen”
De kosten van alle gesprekken verschijnen op het scherm.
Het tarief instellen
Stel het tarief in om de gesprekskosten te berekenen en stel de maximale limiet voor gesprekskosten in.
“Contacten” → “Gesprekskosten” → “Kosteneenheden”
“Eenheden instellen”
1. Voer uw PIN2-code in.
2. Voer een kosteneenheid in.
Om een decimaalpunt in te voeren, drukt u op R.
3. Voer een valuta in (max. 3 tekens).
De kostenlimiet instellen
Deze functie is handig als u ervoor wilt zorgen dat u een bepaald kostenbedrag niet overschrijdt.
“Contacten” → “Gesprekskosten” → “Max. kosten” → “Limiet instellen”
1. Voer uw PIN2-code in.
2. Voer een waarde in.
Om een decimaalpunt in te voeren, drukt u op R.
Alle gesprekskosten resetten
“Contacten” → “Gesprekskosten” → “Kosten wissen”
1. Voer uw PIN2-code in.
Resterend beltegoed controleren
“Contacten” → “Gesprekskosten” → “Resterend beltegoed”
Contacten 89

Instellingen

Verbindingen

Door de instellingen in dit menu te configureren, kunt u verbinding maken met telefoons waarop Bluetooth is geactiveerd of met een PC via Bluetooth of een USB-aansluiting.
De Bluetooth-functie gebruiken
(M 9)
(M 9-1)
(M 9-1-1)
Aan- of uitzetten
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Aan/uitzetten”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Als u “Aan” selecteert, wordt de Bluetooth-instelling geactiveerd en verschijnt “ ”.
Tip
• U kunt de draadloze Bluetooth-functie in- of uitschakelen door tijdens standby op e en vervolgens op R te drukken.
90 Instellingen
Zoeken naar apparaten die u wilt pairen
Om de Bluetooth-functie te gebruiken, moet u eerst zoeken naar andere apparaten waarop Bluetooth is geactiveerd om contact met uw telefoon tot stand te brengen. Houd uw telefoon binnen een afstand van 10 meter van die andere apparaten voordat u begint te zoeken.
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth”
1. Selecteer “Toestel zoeken”.
De telefoon begint binnen een afstand van 10 meter naar andere apparaten te zoeken.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt pairen.
3. Voer het wachtwoord van het apparaat in.
Opmerking
• Als de Bluetooth-functie uitgeschakeld is voordat u gaat zoeken, wordt door de telefoon Bluetooth automatisch ingeschakeld en wordt met zoeken gestart.
• Wanneer u nogmaals naar apparaten wilt zoeken, selecteer dan opnieuw “Toestel zoeken” bij stap 1. Vervolgens wordt de apparatenlijst getoond waarin alle apparaten staan die voor zoeken in aanmerking komen. Als u boven in de lijst de optie “Nieuwe apparaten” selecteert en op e drukt, wordt opnieuw gezocht en wordt de lijst vernieuwd.
• U kunt voor pairing slechts één apparaat selecteren. Om een ander gepaird apparaat te selecteren, zie “Hands Free apparaten” op pagina 91.
Hands Free apparaten
U kunt in de lijst het gepairde Hands Free apparaat activeren, hernoemen en verwijderen.
Een apparaat activeren
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Handsfree toest.”
1. Selecteer het apparaat dat u wilt activeren.
Tip
• U kunt besparen op batterijstroom door Bluetooth uit te zetten als deze functie niet wordt gebruikt. Zet de Bluetooth-functie uit onder “Aan- of uitzetten” op pagina 90 of onder “Automatisch uitzetten” op pagina 92.
• Tijdens een gesprek kunt u een spraakoproep doorschakelen naar het gepairde apparaat. Druk op [Opties] en selecteer “Bluet. inschak.”. Als u de verbinding met het gepairde apparaat wilt beëindigen, selecteer dan “Bluet. uitschak.”.
Een apparaat hernoemen
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Handsfree toest.”
1. Selecteer het apparaat dat u wilt hernoemen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Naam wijzigen”.
3. Geef het apparaat een nieuwe naam.
Een apparaatnaam verwijderen
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Handsfree toest.”
1. Selecteer het apparaat dat u wilt verwijderen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
Gepairde apparaten
U kunt in de lijst het gepairde apparaat hernoemen en verwijderen.
Instellingen 91
Bluetooth-instellingen
Met deze optie kunt u uw telefoon hernoemen, voorkomen dat andere telefoons uw telefoon herkennen, de draadloze Bluetooth-functie automatisch uitzetten om te besparen op batterijstroom, etc.
Uw telefoon hernoemen
U kunt uw telefoon hernoemen. De naam wordt getoond op andere apparaten wanneer uw telefoon wordt gedetecteerd.
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Bluetooth-instellingen” → “Toestelnaam”
1. Voer de nieuwe apparaatnaam in.
Uw telefoon tonen of verbergen
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Zichtbaarheid”
1. Selecteer de gewenste zichtbaarheidsinstelling.
“Toon mijn tel.”: Staat toe dat uw telefoon wordt herkend door andere apparaten. “Verberg mijn tel.”: Verbergt uw telefoon voor andere apparaten.
Automatisch uitzetten
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Bluetooth-instellingen” → “Afbreken bluetooth”
1. Selecteer de gewenste tijd.
Nadat de opgegeven tijdsduur is verstreken, schakelt uw telefoon automatisch de functie uit.
92 Instellingen
Het verificatieverzoek in- of uitschakelen
U kunt de afzender of geadresseerde van de OBEX­gegevens verzoeken het wachtwoord te verifiëren (het wachtwoord uit te wisselen) voordat apparaten worden gepaird.
“Instellingen” → “Verbindingen” → “Bluetooth” → “Bluetooth-instellingen” → “Verificatie”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
• Voor de gepairde apparaten is geen verificatie vereist.
• Ook als u “Uit” selecteert, kunt u het wachtwoord uitwisselen als de afzender dit verzoekt.
PC-software
Door uw telefoon aan te sluiten op een PC, kunt u afbeeldingen, ringtones, videoclips, items uit het Telefoonboek en schema-items overzenden. Voer de procedure uit waarmee de verbindingsmethode (Bluetooth of USB) wordt geselecteerd. Voor bijzonderheden over de installatie van de verbindingssoftware, zie pagina 114.
“Instellingen” → “Verbindingen” → “PC-software”
(M 9-1-2)
1. Selecteer het gewenste verbindingstype: “Datakabel”
of “Bluetooth”.

Profielen

Het toongeluid en het trilalarm kunnen voor elk profiel afzonderlijk op de omstandigheden worden afgestemd. Er zijn 6 profielen inclusief één profiel dat door de gebruiker kan worden gedefinieerd: Normaal, Vergadering, Actief, Auto, Headset en Stil.
(M 9-2)
Een profiel activeren
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het gewenste profiel.
Opmerking
• Wanneer een profiel is geselecteerd, verschijnt op het standby-scherm het corresponderende symbool dat beschreven staat op pagina 16.
Tip
• Druk tijdens standby op R en houd deze toets ingedrukt om heen en weer te gaan tussen de profielinstelling Normaal en Stil.
Profielen aanpassen
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer de instelling die u wilt aanpassen en breng de
gewenste wijzigingen aan. Voor bijzonderheden over instellingen, zie pagina’s 94 t/m 98.
4. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Profielinstellingen resetten
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt resetten.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Standaardinstellingen”.
3. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “0000”. Voor bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De toestelcode wijzigen” op pagina 112.
Instellingen 93
Volume belsignaal
U kunt het volume van het belsignaal instellen op 6 niveaus of een staptoon.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Volume belsignaal”.
Getoond wordt het huidige volume.
4. Druk op a (of d) om het volume van het belsignaal te
verhogen of druk op b (of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op e. Om “Oplopend” te selecteren, drukt u bij niveau 5 op a (of d). Om “Stil” te selecteren, drukt u bij niveau 1 op b (of c).
94 Instellingen
Ringtone kiezen
U kunt de ringtone kiezen uit 23 tonen, inclusief 5 patronen, 3 meldingen, 10 geluidseffecten en 5 melodieën. U kunt als standaardringtone ook een geluid selecteren in de Opgeslagen ringtones, behalve het AMR- of WAVE-formaat.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen”.
4. Selecteer “Standaard ringtones” of “Mijn ringtones”.
5. Selecteer de ringtone die u wilt gebruiken.
Om de demo af te spelen, drukt u op e. Om met afspelen te stoppen, drukt u opnieuw op e.
6. Druk op [Opties] en selecteer “Selecteren”.
Opmerking
• Als u een ringtone verwijdert die een geluid gebruikt uit Opgeslagen ringtones, wordt de standaardringtone geselecteerd.
Trilalarm
Wanneer het trilalarm is ingeschakeld, gaat de telefoon bij inkomende gesprekken trillen, ongeacht de instellingen van het belsignaalvolume en de toon.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Trilalarm”.
4. Selecteer “Inschakelen”, “Uitschakelen” of
“Trillen&Geluid”.
Tip
• Wanneer bij stap 4 de optie “Trillen&Geluid” wordt geselecteerd, worden de tijdpulsen van het trilalarm gesynchroniseerd met de door u geselecteerde ringtone. Houd er rekening mee dat niet alle ringtones de optie “Trillen&Geluid” ondersteunen. Als u een dergelijke ringtone selecteert, is alleen met de optie “Inschakelen” bij stap 4 de trilalarmfunctie mogelijk.
• Als u bij stap 4 “Inschakelen” of “Trillen&Geluid” selecteert, wordt op het standby-scherm “ ” weergegeven.
Meldingen
U kunt de meldingen in elk profiel aan uw persoonlijke wensen aanpassen, onder meer de waarschuwingstonen, berichtsignalen en de melding dat de batterij bijna leeg is.
Waarschuwingstoon
Bij een fout laat de telefoon een waarschuwingstoon horen.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Meldingen”.
4. Selecteer “Waarsch.-toon”.
5. Selecteer “Aan/uitzetten”.
6. Selecteer “Aan” of “Uit”.
7. Selecteer “Volume” en selecteer “Hard”, “Gemiddeld”
of “Zacht”.
8. Selecteer “Toon” en selecteer “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones”.
9. Selecteer de gewenste toon.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
10.Selecteer “Geluidsduur” en selecteer de gewenste tijd.
Instellingen 95
Berichtsignaal
U kunt speciale ringtones instellen voor binnenkomende berichten.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Meldingen”.
4. Selecteer “Berichtsignaal”.
5. Selecteer “MMS”, “SMS” of “WAP”.
6. Selecteer “Volume” en selecteer het gewenste volume.
7. Selecteer “Ringtone” en selecteer “Standaard
ringtones” of “Mijn ringtones”.
8. Selecteer de gewenste ringtone.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
9. Selecteer “Trilalarm” en kies “Inschakelen”,
“Uitschakelen” of “Trillen&Geluid”. Voor bijzonderheden over het selecteren van een trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 95.
10.Selecteer “Geluidsduur” en voer de gewenste tijd in.
96 Instellingen
Batterij bijna leeg
U kunt het volume van de melding instellen die klinkt wanneer de batterij bijna leeg is.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Meldingen”.
4. Selecteer “Batterij bijna leeg”.
5. Selecteer “Hard”, “Zacht” of “Stil”.
Toetstonen
Wanneer toetstonen ingeschakeld is, hoort u een bevestigingstoon telkens wanneer u een toets indrukt.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Toetstonen”.
4. Selecteer “Aan/uitzetten”.
5. Selecteer “Aan” of “Uit”.
6. Selecteer “Volume” en selecteer “Hard”, “Gemiddeld”
of “Zacht”.
7. Selecteer “Toon” en selecteer “Standaard ringtones”,
“Mijn ringtones” of “Standaard toetstoon”. Wanneer u “Standaard toetstoon” selecteert, ga dan naar stap 9.
8. Selecteer de gewenste toon.
Voor bijzonderheden over het selecteren van de toon, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
9. Selecteer “Geluidsduur” en selecteer de gewenste tijd.
Multimedia-volume
U kunt het volume instellen voor Video opnemen, Geluidopname, Ringtone-editor, Mijn telefoon, de browser en MMS-berichten.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Multimedia-volume”.
Getoond wordt het huidige volume.
4. Druk op a (of d) om het volume te verhogen of druk
op b (of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op e. Om “Stil” te selecteren, drukt u bij niveau 1 op b (of c).
Opstartgeluid/Afsluitgeluid
De telefoon kan zodanig worden ingesteld dat een geluid klinkt wanneer de telefoon wordt in- of uitgeschakeld. U kunt het volume, de duur en de melodie voor deze taak definiëren.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Opstartgeluid” of “Afsluitgeluid”.
4. Selecteer “Aan/uitzetten”.
5. Selecteer “Aan” of “Uit”.
6. Selecteer “Volume” en selecteer het gewenste volume.
7. Selecteer “Ringtone” en selecteer “Standaard
ringtones” of “Mijn ringtones”.
8. Selecteer de gewenste ringtone.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone, zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
9. Selecteer “Geluidsduur” en selecteer de gewenste tijd.
Instellingen 97
Echo annuleren
Met deze functie elimineert u irritante echo’s, vooral wanneer u gebruikmaakt van de Hands Free Car kit.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Echo annuleren”.
4. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Antwoord met willekeurige toets
U kunt een gesprek ook beantwoorden door op een willekeurige toets, behalve F of [In gespr.], te drukken. Voor bijzonderheden, zie pagina 20.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Antw. willek. toets”.
4. Selecteer “Aan” of “Uit”.
98 Instellingen
Automatisch beantwoorden (alleen voor Hands Free Car kit)
Met de automatische beantwoordingsfunctie kunt u gesprekken automatisch beantwoorden door de Hands Free Car kit voor Bluetooth aan te sluiten op uw telefoon via de draadloze Bluetooth-technologie. U kunt instellen hoe lang het moet duren voordat uw telefoon de oproep beantwoordt.
“Instellingen” → “Profielen”
1. Selecteer “Auto”.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Autom. antw.”.
4. Selecteer de gewenste tijd.
Selecteer “Uit” om dit uit te schakelen.

Het display instellen

U kunt de instellingen van het scherm wijzigen.
Het intern display instellen
(M 9-3)
(M 9-3-1)
De achtergrond instellen
Voor het standby-scherm zijn 3 afbeeldingen meegeleverd. Als achtergrond kunt u gebruik maken van foto’s die met
de digitale camera zijn genomen of van afbeeldingen die vanaf een WAP-site zijn gedownload.
Mijn afbeeldingen instellen
“Instellingen” → “Display” → “Intern display” → “Achtergrond” → “Mijn afbeeldingen”
1. Selecteer de gewenste afbeelding.
2. Druk op e nadat u de afbeelding heeft weergegeven.
3. Geef met de navigatietoetsen het gebied op dat u wilt
weergeven.
Opmerking
• Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het afbeeldings- en gegevenstype.
• Wanneer u een bestand gebruikt in het formaat Animation GIF, schakel dan de optie “Standby­kalender” uit.
De maandelijkse kalender weergeven
U kunt tijdens standby de maandelijkse kalender weergeven.
“Instellingen” → “Display” → “Intern display” → “Standby-kalender”
1. Selecteer “Eén maand” of “Twee maanden”.
Selecteer “Uit” om de instelling uit te zetten.
Opmerking
• Als u “Eén maand” of “Twee maanden” selecteert wanneer u voor de achtergrond het bestand in het formaat Animation GIF gebruikt, wordt de achtergrondinstelling teruggezet naar de standaardinstelling. Wanneer u het bestand gebruikt in het formaat Animation GIF, selecteer dan “Uit”.
Tip
• Welke weekindeling de maandelijkse kalender heeft, hangt af van de instelling van “Weekindeling” (p. 86).
De afbeeldingen toewijzen
Afbeeldingen kunnen worden weergegeven bij het in- of uitschakelen van de stroom, tijdens ontvangst van een inkomend gesprek of bij werking van het alarm.
Gebruik kan worden gemaakt van foto’s die zijn genomen met een digitale camera of afbeeldingen die vanaf een WAP-site zijn gedownload.
Instellingen 99
Loading...