Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd
dat deze GX20 in overeenstemming is met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn
1999/5/EC.
Bij dezen verklaart Sharp Telecommunications of Europe
Ltd dat deze GX20 voldoet aan de essentiële eisen en aan
de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC.
Een kopie van de originele verklaring van
overeenstemming is te vinden op het volgende Internetadres:
http://www.sharp-mobile.com
Inleiding
Gefeliciteerd met uw aankoop van de GX20.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht
besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken
met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke
gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde
omstandigheden kan het voorkomen dat in
elektronische geheugenproducten gegevens verloren
gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij
geen aansprakelijkheid voor gegevens die verloren
gaan of op andere wijze niet meer bruikbaar zijn, of
dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie,
defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de
telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de
batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen, directe of indirecte,
verantwoordelijkheid voor financiële verliezen of
claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik
van dit product of de functies daarvan, zoals in het
geval van gestolen creditcardnummers, het verlies of
wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn
handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken
van de betreffende ondernemingen.
• De schermindelingen in deze gebruikershandleiding
kunnen anders zijn dan van uw telefoon.
De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven functies worden
mogelijk niet in alle gevallen door een netwerk ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor inhoud,
informatie, enz. die van het netwerk wordt gedownload.
• De CGS-LCD is een product met hoogwaardige
technologie waarmee u een mooie beeldkwaliteit krijgt.
Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of
heldere pixels verschijnen. Dit heeft echter geen invloed
op de functies of prestaties van de telefoon.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door
auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen
worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privédoeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere
doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen
rechten kan uitoefenen die uitgebreider zijn of van de eigenaar
van de auteursrechten geen expliciete toestemming heeft
verkregen om voor andere doeleinden auteursrechtelijk
beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan
wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en
heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding
in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van
auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden voorkomen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
is a Java execution environment
that Aplix developed for implementing
advanced performance and fast operation
on small-memory systems. JBlend and
JBlend logo are trademarks or registered
trademarks of Aplix Corporation in Japan
and other countries.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one
or more of the following United States Patents and/or their
domestic or foreign counterparts and other patents
pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262:
4,785,450 & 4,811,420.
®
is incorporated.
®
®
is a registered trademark of HI
/Micro3D Edition™
2Inleiding
Licensed under U.S. Patent 4,558,302 and foreign
counterparts.
T9 Text Input is licensed under one or more of the following:
U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928,
and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat.
No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong
Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore
Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/
DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat.
Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional
patents are pending worldwide.
Functies en kenmerken van de
telefoon
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Een ingebouwde digitale camera waarmee u foto's
kunt maken en videoclips kunt opnemen.
• SMS-berichten maken en lezen.
• Met Multimedia Messaging Service (MMS) kunt u
uw telefoon op verschillende manieren aan uw
persoonlijke wensen aanpassen: u kunt
multimediaberichten verzenden en ontvangen met
toevoeging van grafische afbeeldingen, foto's, geluid
of videoclips.
• Met de WAP-browser kunt u op het mobiele Internet
allerlei informatiebronnen raadplegen.
• U kunt ook verschillende soorten toepassingen
downloaden vanaf Vodafone via het Internet voor
mobiele toepassingen.
• Continuous Grain Silicon (CGS) kleuren LCDhoofddisplay waarmee beelden duidelijker en
gemakkelijker te bekijken zijn.
• Extern kleurendisplay waarmee u snel kunt zien wie
belt en of er berichten zijn.
• Telefoonlamp voor een groot aantal functies: voor
gebruik als cameraflitser, oplaadaanduiding voor de
batterij, aanduiding voor inkomende gesprekken en
een geimproviseerde zaklantaarn.
• Functie voor het bewerken van ringtones waarmee u
originele ringtones tot 16 stemmen kunt maken.
• Met de Memorecorder kunt u tekst inspreken en afspelen.
IN EEN AUTO .........................................174
Index .........................................................176
Uw telefoon
Controleer zorgvuldig het volgende. In het pakket
moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• GSM 900/1800/1900 GPRS telefoon
• Oplaadbare Li-ion accu
• Batterijlader
• Hands Free-kit
•CD-ROM
• Gebruikershandleiding
Optionele accessoires
• Li-ion reserve-accu (XN-1BT11)
• Li-ion accu met hoge capaciteit (XN-1BT13)
• Sigarettenaansteker-oplader (XN-1CL10)
• Gegevenskabel (RS232C-kabel: XN-1DC10)
• Batterijlader (XN-1QC11)
Het is mogelijk dat bovengenoemde accessoires in
bepaalde landen niet leverbaar zijn.
Neem voor bijzonderheden contact op met uw dealer.
Uw telefoon7
Beginnen
1
2
3
4
5
6
7
8Beginnen
16
10
11
12
13
14
15
17
18
19
20
8
21
22
9
23
24
25
26
1. Luistergedeelte
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
Om de cursor te verplaatsen
voor het selecteren van
menu-items, etc.
, , en geven
in deze handleiding deze
toetsen aan.
Pijltoetsen omhoog/omlaag:
Om in de standby-modus
naar items in het Lijst
contacten te zoeken.
Pijltoets links:Toont in de standby-modus
een lijst van toepassingen
in Opgeslagen downloads.
Pijltoets rechts:
Om in de standby-modus de
lijst van Opgeslagen
afbeeldingen weer te geven.
3. Middelste toets:Toont het hoofdmenu in de
standby-modus en voert
functies uit.
duidt in deze handleiding
op deze toets.
4. Linkerdisplaytoets: Om de functie aan de
linkeronderzijde van het
scherm uit te voeren.
geeft in deze
A
handleiding deze toets aan.
5. Verzend-toets:Om te bellen of inkomende
oproepen te accepteren, of
in de standby-modus het
gesprek weer te geven.
6. Voicemail-toets:Houd deze toets ingedrukt
om automatisch uw
voicemail op te halen.
(Hangt af van de SIM-kaart).
7. * /Shift-toets,
Wisseltoets zoeker:
Voert * in.
Houd deze toets ingedrukt
om te wisselen tussen vier
invoermethoden: Abc,
ABC, abc en 123.
Hiermee wordt in de modus
van de digitale camera/
videocamera afwisselend
het hoofddisplay of het
extern display als zoeker
gebruikt.
8. Hoofddisplay
9. Hands Free-connector
Rechterdisplaytoets:Om de functie aan de
10.
rechteronderzijde van het
scherm uit te voeren.
geeft in deze
C
handleiding deze toets aan.
Beginnen9
11. “Vodafone live!”- toets:
Wordt gebruikt om toegang
te krijgen tot “Vodafone
live!” door de browser te
openen.
Einde/AAN/UIT-toets:Om een gesprek te
12.
beëindigen of de telefoon
aan of uit te zetten.
13. Toetsenblok
14. #/Flitslamptoets:Wisselt symboolschermen.
Houd deze toets ingedrukt
om de tekstinvoermodus te
wijzigen van meervoudige
toetsaanslagen in T9modus en vice versa.
Schakelt in de modus voor
de digitale camera/
videocamera de flits/
hulplamp in of uit .
15. Microfoon
16. Externe connector:
Wordt gebruikt om de
oplader of gegevenskabel
aan te sluiten.
17. Antenne
10Beginnen
18. Telefoonlamp:
Wordt gebruikt als een flitser of
hulplamp in de modus voor de
digitale camera/videocamera,
als oplaadaanduiding voor de
batterij, of aanduiding van
inkomende gesprekken, data/
fax-gesprekken of berichten.
19. Macro-schijf:
(close-up)
Draait de schijf naar de normale
() of de macro-() stand.
20. Camera
21. Extern display
22. Infraroodpoort:Om via infrarood gegevens
te verzenden en ontvangen.
23. Luidspreker
24. RF-connector
25. Toetsen omhoog/omlaag zijkant:
Om de cursor te verplaatsen
voor het selecteren van menuitems, het headsetvolume bij te
stellen, etc.
Houd in de standby-modus
deze toets ingedrukt om de
telefoonlamp aan en uit te
zetten. Wanneer de
telefoonlamp ingeschakeld
is, druk dan op deze toets om
de lampkleur te wijzigen.
26. Batterijdeksel
De SIM-kaart en batterij plaatsen
1. Schuif het batterijdeksel weg.
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
SIM-kaart
Beginnen11
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif de
geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de
batterijsleuven , en plaats vervolgens de batterij
in de telefoon .
12Beginnen
4. Plaats het batterijdeksel terug en schuif dit dicht,
zoals afgebeeld.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden
gebruikt.
• Zorg ervoor dat de standaardaccu (XN-1BT11) of de
optionele Li-ion accu met hoge capaciteit (XN1BT13) wordt gebruikt.
De SIM-kaart en de batterij verwijderen
1. Zorg ervoor dat u uw telefoon uitschakelt en de
oplader en andere accessoires verwijdert. Schuif het
batterijdeksel weg.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
3. Schuif de SIM-kaart naar voren door op de
achterzijde van de kaart te drukken en verwijder de
kaart vervolgens uit de SIM-houder.
Beginnen13
Batterij afdanken
Het apparaat wordt gevoed door een batterij. Houd u
aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een
inzamelingspunt voor chemisch afval, uw dealer of
de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur of
water, en geef de batterij niet met het gewone
huishoudelijk afval mee.
De batterij opladen
Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u de
batterij eerst 2 uur lang opladen.
14Beginnen
Gebruik van de oplader
1. Sluit aan de onderzijde van de telefoon de oplader
(met de markering “PUSH TOP” naar boven
gericht) aan op het contactpunt van de telefoon en
steek de stekker in het stopcontact.
Telefoonlamp
De telefoonlamp brandt tijdens het opladen in een
rode kleur.
Normale oplaadtijd: Ongeveer 2 uur.
Opmerking
• De oplaadtijd kan variëren al naargelang de staat
van de batterij en andere omstandigheden. (Zie
“Batterij” op pagina 172.)
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Werp lege batterijen
niet weg, maar lever ze in als
KCA.
De oplader verwijderen
Druk de knoppen aan de zijkant van de oplader in en
verwijder vervolgens de oplader uit het externe
contactpunt van de telefoon.
2.
Als de batterij volledig opgeladen is, dooft de
telefoonlamp. Haal de stekker uit het stopcontact en
haal de opladerconnector vervolgens uit de telefoon.
Opmerking
• Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd,
omdat deze uw telefoon kunnen beschadigen en de
garantie ongeldig kunnen maken; zie “Batterij” op
pagina 172 voor bijzonderheden.
• Tijdens het opladen van de telefoon wordt
rechtsboven in het scherm het animatiepictogram
() weergegeven dat de batterijstatus aangeeft.
De batterij opladen met de sigarettenaansteker-oplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan via de
sigarettenaanstekerbus in uw auto de batterij worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
De status van de batterij wordt weergegeven in de
rechterbovenhoek van het hoofddisplay en extern display.
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Wanneer de batterij zwak wordt, klinkt een alarm en
verschijnt “” op het hoofddisplay en extern display.
Als u uw telefoon gebruikt en u dit alarm hoort, laad de
telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u dit niet doet en
de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking
niet meer gegarandeerd. De batterij werkt mogelijk nog
maar vijf minuten voordat de telefoon zichzelf tijdens
een gesprek uitschakelt.
Batterij-indicatorsOplaadstatus
Voldoende opgeladen
Gedeeltelijk opgeladen
Opladen aanbevolen
Opladen vereist
Leeg
Beginnen15
Uw telefoon aan- en uitzetten
Om uw telefoon aan te zetten, moet u F ongeveer 2
seconden lang ingedrukt houden.
Vervolgens verschijnt het standby-scherm.
Om uw telefoon uit te zetten, moet u F ongeveer 2
seconden lang ingedrukt houden.
Uw PIN-code invoeren
Indien geactiveerd wordt u gevraagd uw PIN-code in te
voeren nadat u de telefoon heeft aangezet.
1. Voer uw PIN-code in.
2. Druk op .
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De
PIN-code inschakelen/uitschakelen” op pagina 160.
Lijst contacten kopiëren vanaf de SIM-kaart
Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon
plaatst en de Lijst contacten start, dan wordt u gevraagd
of u items van de Lijst contacten op de SIM-kaart wilt
kopiëren. Voer de instructies op het scherm uit, of
kopieer personen op een later tijdstip met het menu
Lijst contacten. Dat werkt als volgt:
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
16Beginnen
2. Druk op , , of om “Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Lijst contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Geavanceerd” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Druk op of om “Alles kopiëren v SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
7. Druk op A [Ja] om met kopiëren te beginnen.
Om het kopiëren te annuleren, drukt u bij stap 7 op
C [Nee].
Display-indicators (Hoofddisplay)
Statusindicators
Linkerdisplaytoets
Middelste toets/navigatietoetsen
Rechterdisplaytoets
Statusindicators
1./ :Geeft aan hoe sterk het ontvangen
signaal is/dat het netwerk buiten
bereik is.
2.:Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor GPRS-communicatie
staat en binnen bereik is.
Knippert tijdens GPRS-transmissie.
3.//: Verschijnt wanneer een nieuwe SMS,
MMS of WAP melding is gearriveerd.
4. / :Verschijnt wanneer de toepassing
uitgevoerd (kleurrijk) of onderbroken
(sepia) wordt.
5. (Geen display)////:
Geeft de status van de telefoon aan
(Normaal/Vergadering/Actief/Auto/
Stil).
6.:Verschijnt wanneer de T9tekstinvoermodus geactiveerd is.
Beginnen17
7.///:
Geeft de tekstinvoermodus aan (alleen
eerste letter een hoofdletter/alle letters
hoofdletters/alle letters kleine letters/
numerieke modus).
8.
:Verschijnt wanneer “Doorschakelen”
(p. 148) ingesteld is op “Alle oproepen”.
9.:Verschijnt wanneer Postvak UIT
MMS-berichten bevat waarvan de
verzending is mislukt.
10./:Verschijnt tijdens weergave van een
beveiligde WAP-browser.
11.:Verschijnt tijdens een gesprek.
12./:Verschijnt wanneer de WAP- of
MMS-communicatie in de CSD- of
GPRS-modus staat.
13.:Geeft de batterijstatus aan.
14.
:Verschijnt wanneer uw telefoon buiten
uw netwerk aan het “roamen” is.
15.
:Verschijnt wanneer “Volume belsignaal”
(p. 125) ingesteld is op “Stil”.
18Beginnen
16.:Verschijnt wanneer het trilalarm
(p. 126) is ingesteld.
17.:Verschijnt wanneer de gegevenskabel
op uw telefoon is aangesloten.
18./:Verschijnt wanneer “Infrarood” aan
is/tijdens verbinding.
19.:Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor datacommunicatie staat.
20.:Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor faxcommunicatie staat.
21.:Verschijnt wanneer er een
voicemailbericht opgeslagen is.
22.:Verschijnt wanneer het alarm is
ingesteld.
Displaytoets-indicators
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de
corresponderende toets worden ingedrukt.
23. Gebied aan de linkeronderzijde van het scherm:
Toont de bewerking die wordt
uitgevoerd door de linkerdisplaytoets.
24. Gebied aan de rechteronderzijde van het scherm:
s
Toont de bewerking die wordt
uitgevoerd door de
rechterdisplaytoets.
Indicators middelste toets/navigatietoetsen
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de
corresponderende toets worden ingedrukt.
25. Gebied onderaan in het midden van het scherm:
Toont de bewerking die wordt
uitgevoerd door de middelste toets.
(Voor opties van de middelste toets
gebruikt u het menu Opties dat wordt
weergegeven door de
linkerdisplaytoets.)
26. Indicator rondom de middelste toets:
Verschijnt wanneer de
navigatietoetsen “omhoog”,
“omlaag”, “rechts” of “links”
beschikbaar zijn.
Display-indicators (Extern display)
Statusindicator
Statusindicators
1.:Geeft aan hoe sterk het ontvangen
signaal is.
2.:Verschijnt wanneer GPRS binnen
bereik is en gebruikt kan worden.
Knippert tijdens de GPRScommunicatiemodus.
3.:Verschijnt wanneer een nieuwe SMS,
MMS of WAP melding is gearriveerd.
4.:Verschijnt wanneer “Volume
belsignaal” (p. 125) ingesteld is op
“Stil”.
Beginnen19
5.:Verschijnt tijdens een gesprek.
6./Verschijnt wanneer de WAP- of
MMS-communicatie in de CSD- of
GPRS-modus staat.
7.:Geeft de batterijstatus aan.
8.:Verschijnt wanneer uw telefoon
buiten uw netwerk aan het “roamen”
is.
9.:Verschijnt wanneer “Doorschakelen”
(p. 148) ingesteld is op “Alle
oproepen”.
10.:Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor datacommunicatie staat.
11.:Verschijnt wanneer de telefoon in de
modus voor faxcommunicatie staat.
12.:Verschijnt wanneer het alarm is
ingesteld.
13.:Verschijnt wanneer de gegevenskabel
op uw telefoon is aangesloten.
14./:Verschijnt wanneer “Infrarood” aan
is/tijdens verbinding.
20Beginnen
15.:Verschijnt wanneer Postvak UIT
MMS-berichten bevat waarvan de
verzending is mislukt.
Belfuncties
Bellen
1. Voer het net- en abonneenummer in dat u wilt
bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op C
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
2. Druk op D om de persoon te bellen.
Noodgevallen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal
noodnummer) in.
2. Druk op D om de persoon te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk
noodoproepen tot stand te brengen wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in
gebruik zijn. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt
om, met of zonder SIM-kaart, in een land een
alarmnummer te bellen wanneer een GSM-netwerk
binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd P ingedrukt totdat het teken “+”
(internationaal voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer het landnummer in, gevolgd door het
netnummer en abonneenummer.
3. Druk op D om de persoon te bellen.
Opmerking
• In de meeste gevallen moet u de 0 van het
abonneenummer niet invoeren als u internationaal
wilt bellen. (In sommige landen kan dit anders zijn.)
Snelkiezen
Uit het geheugen (telefoon of SIM) van de Lijst
contacten kunnen maximaal 9 telefoonnummers
worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de
cijfertoetsen (H t/m O en Q) kunt u de nummers
bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen Snelkiezen, zie
pagina “Snelkiezen” op pagina 45.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen,
houdt u een van de cijfertoetsen ingedrukt (H t/m
O en Q).
Het telefoonnummer dat opgeslagen is onder
Snelkiezen wordt gebeld.
Belfuncties21
Opnieuw kiezen
In de gespreksregister kunt u opnieuw de nummers
bellen van gemiste of binnengekomen oproepen, of de
nummers die u zelf heeft gebeld. Elke lijst kan
maximaal 10 nummers bevatten.
1. Druk tijdens standby op D.
2. Druk op of om een categorie te selecteren.
U kunt kiezen tussen “Gekozen nummers”,
“Gemiste oproepen” en “Ontvangen oproepen”.
3. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt bellen.
4. Druk op D om het nummer opnieuw te kiezen.
Automatisch opnieuw kiezen
Met deze instelling kunt u uw telefoon automatisch het
nummer laten bellen wanneer de eerste poging geen
succes had.
Als u wilt stoppen met opnieuw kiezen, druk dan op F
of C [Einde].
Automatisch opnieuw kiezen wordt als volgt
ingesteld
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Instellingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
22Belfuncties
3. Druk op of om “Oproepinstellingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op of om “Autom. nr. herhaling” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
5. Druk op of om “Aan” te selecteren om
automatisch opnieuw kiezen in te schakelen of
“Uit” om deze functie uit te schakelen, en druk
vervolgens op .
Opmerking
• Als u een inkomend gesprek ontvangt, wordt de
functie “opnieuw kiezen” onderbroken.
• Opnieuw kiezen is niet mogelijk met fax- en
datagesprekken.
Een gesprek beëindigen
1. Druk op F om het gesprek te beëindigen.
Tip
• Wanneer de Hands Free-kit op de telefoon
aangesloten is, kunt u een gesprek beëindigen door
op de Antwoord-toets te drukken
Een oproep beantwoorden
Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over en
knippert de telefoonlamp in een groene kleur.
1. Open uw telefoon.
2. Druk op D, of A [Antwoorden] om het
gesprek te beantwoorden.
Druk op een willekeurige toets behalve F, C [In
gesprek], en wanneer de functie “antwoord
met willekeurige toets” is ingeschakeld. Stel in het
profiel van elke modus de functie “antwoord met
willekeurige toets” in. (p. 129)
Tip
• Wanneer de Hands Free-kit op de telefoon is
aangesloten en de functie “antwoord met
willekeurige toets” ingeschakeld is, kunt u oproepen
beantwoorden door een van de toetsen aan de zijkant
(omhoog of omlaag) in te drukken.
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het
netwerk van de beller het nummer verzendt, dan
verschijnt dat nummer op het scherm. Als de naam en
het nummer van de beller in de Lijst contacten zijn
opgeslagen, dan verschijnt op het scherm de naam en
het telefoonnummer van de beller.
• Als het nummer een geheim nummer is, dan
verschijnt op het display “Afgeschermd”.
• Als een oproep wordt ontvangen van een persoon
wiens foto in de Lijst contacten is opgeslagen, dan
worden afwisselend het display en de foto getoond.
Een inkomend gesprek weigeren
Een gesprek dat u niet wilt beantwoorden, kunt u
weigeren.
1. Druk op F of houd een van de toetsen aan de
zijkant ingedrukt terwijl de telefoon overgaat.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
U kunt de beller van een inkomend gesprek een ingesprek-toon laten horen om te laten weten dat u het
gesprek niet kunt beantwoorden.
1. Druk op
overgaat.
[In gesprek] terwijl de telefoon
C
Belfuncties23
Menu's tijdens een gesprek
Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra
functies.
Headsetvolume instellen
Tijdens een gesprek kunt u het headsetvolume afstellen
(en het Hands Free-volume, indien de kit aangesloten is).
1. Druk tijdens een gesprek op een van de toetsen aan
de zijkant (omhoog of omlaag) om het scherm van
het headsetvolume op te roepen.
2. Druk aan de zijkant op de omhoog-toets of op
om het volume van het gesprek te verhogen of op de
omlaag-toets of om het volume te verlagen.
Er kan een keuze worden gemaakt uit vijf niveaus
(Niveau 1 t/m 5).
3. Druk op als het volume op het door u gewenste
niveau is ingesteld.
De telefoon keert automatisch terug naar het
gespreksscherm als u geen bedieningshandelingen
verricht.
Een gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken
afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander
nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de
wachtstand zetten.
24Belfuncties
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Wachtstand” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
Het huidige gesprek wordt dan in de wachtstand
gezet.
Om een gesprek op te halen, drukt u op A [Opties]
en druk vervolgens op of om “Ophalen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon
die u wilt bellen, en druk vervolgens op D.
Tip
• In plaats van stap 1 en 2 te gebruiken kunt u tijdens
een gesprek ook iemand anders bellen door gewoon
het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige
gesprek wordt dan automatisch in de wachtstand
gezet.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl
u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk op
of om “Wacht & beantw.” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om het
tweede gesprek te beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en
nu kunt u spreken met de tweede beller.
2. Druk op A [Opties] en druk op of om
“Gesprek wisselen” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om heen en
weer te gaan tussen de twee gesprekken.
3. Druk op A [Opties] en druk op of om
“Gesprek afbreken” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om het
huidige gesprek te beëindigen en terug te gaan naar
het gesprek dat in de wachtstand staat.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” instellen op “Aan” als
u gebruik wilt maken van deze dienst (p. 145).
• Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de
wacht. Neem contact op met uw netwerkoperator
voor meer informatie.
• Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden,
druk dan op C [In gesprek], of druk in stap 1 op A
[Opties], en druk vervolgens op of om “In
gesprek” of “Weigeren” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u
“Weigeren” selecteert, wordt de gespreksregister
van het tweede gesprek opgeslagen als een gemist
gesprek.
Tijdens een gesprek het SMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk op
of om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze
te bevestigen.
De volgende opties zijn mogelijk: “Opstellen” om
een SMS te maken, of “Postvak IN”, “Verzonden”
of “Drafts” om deze mappen te openen. Voor
bijzonderheden over SMS, zie “Tekst (SMS)” op
pagina 70.
Belfuncties25
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2
deelnemers. U kunt maximaal 5 deelnemers laten
deelnemen aan een conferentiegesprek.
Een conferentiegesprek beginnen
Om een conferentiegesprek te beginnen, moet er één
actief gesprek zijn en één gesprek in de wachtstand.
1. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
2. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Conferentie alle” te
selecteren, en druk vervolgens op om deel te
nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op F om het conferentiegesprek te
beëindigen.
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst
conferentiegesprek. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
• Bij stap 3 kunt u kiezen uit meerdere opties voor het
conferentiegesprek:
• Om alle deelnemers in de wachtstand te zetten,
selecteert u “Conf.alle wacht”.
26Belfuncties
• Om alle deelnemers behalve het huidige gesprek in
de wachtstand te zetten, selecteert u “Privé”.
• Om het gesprek met alle deelnemers te beëindigen,
selecteert u “Alles afbreken”.
• Om het conferentiegesprek te verlaten, maar de
andere sprekers de gelegenheid te geven met
elkaar te blijven praten, selecteert u
“Doorschakelen”.
• Om het huidige gesprek in de wachtstand te zetten
en het conferentiegesprek voort te zetten met de
overige deelnemers, selecteert u “Uitsluiten”.
• Om acceptatie van meer deelnemers aan het
huidige gesprek af te wijzen, selecteert u
“Weigeren”, of kunt u de in-gesprek-toon
verzenden door “In gesprek” te selecteren.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een
conferentiegesprek
1.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bellen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
3. Voer het nummer in van de persoon die u deel wilt
laten nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op D om de persoon te bellen.
5.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Conferentie alle” te
selecteren, en druk vervolgens op om deel te
nemen aan het conferentiegesprek.
Als u nog meer deelnemers wilt toevoegen aan de
conferentie, herhaal dan stap 1 t/m 7.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer
beëindigen
1. Druk tijdens een conferentiegesprek op of
om de persoon te selecteren wiens deelname aan het
conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Gesprek afbreken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Met een van de conferentiedeelnemers een
privégesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een
privégesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon
selecteren in de conferentielijst en de andere
deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Druk tijdens een conferentiegesprek op of
om de persoon te selecteren waarmee u wilt
spreken.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Privé” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Zodra u het privé-gesprek heeft beëindigd, drukt u
op A [Opties] en accentueer “Conferentie”,
en druk vervolgens op of A [Selecteren].
6. Druk op of om “Conferentie alle” te
selecteren, en druk vervolgens op om terug te
keren naar het conferentiegesprek.
Belfuncties27
De kiestoon (DTMF-toon) dempen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk
vervolgens op of om “DTMF tonen uit” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren].
Om de demping van de kiestoon op te heffen,
accentueert u bij stap 1 “DTMF tonen aan”.
Het microfoongeluid dempen
1. Druk tijdens een gesprek op C [Mic.uit] om het
microfoongeluid te onderdrukken.
Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt
u op C [Mic. aan].
28Belfuncties
Tekens invoeren
Als u tekens wilt invoeren om items in de Lijst
contacten op te nemen, SMS- of MMS-berichten te
maken, etc., druk dan op de corresponderende toetsen.
Als u met meervoudige toetsaanslagen werkt, druk dan
elke toets zo vaak in totdat het gewenste teken wordt
getoond. Voorbeeld: druk eenmaal op H om de letter
“A” te krijgen of tweemaal om de letter “B” te krijgen.
Tabel met tekens
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het
volgende teken in de reeks. De volgorde varieert al
naargelang de geselecteerde taal.
Nederlands
ToetsHoofdletters Kleine letters
.
(punt)
,
(komma)
-
G
’ (apostrof) @ :1
ABCЗДБАВ2abcздбав22
H
DEFËÉÈÊ3defëéèê33
I
GHIÏÍÌÎ4ghiïíìî44
J
JKL5jkl55
K
MNOÖÓÒÔ6mnoöóòô66
L
(verbindingsstreepje)
? !
Numeriek
1
ToetsHoofdletters Kleine letters
PQRS7pqrsß77
M
TUVÜÚÛÙ8tuvüúûù88
N
WXYZ9wxyz99
O
(spatie)+ = < > £ $ ¥ % &0
Q
*+P?
P
.,?!:;-+#*
@' '' ( )_&€£$
%/ ˜ <>§=\ | ¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
R
Же д жа ЗЙ и й м
СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓ ΛΩΠΨΣΘ
Ξ (spatie) ↵
Numeriek
0
G - O:Indrukken en ingedrukt houden om
Qcijfers tussen 0 en 9 in te voeren.
P:Indrukken en ingedrukt houden om te
wisselen tussen zinnenmodus,
hoofdletters, kleine letters of numeriek
(Abc, ABC, abc of 123).
R:
Indrukken en ingedrukt houden om te
wisselen tussen de modus met meervoudige
toetsaanslagen en de T9-modus.
Tekens invoeren29
De invoertaal wijzigen
Op het tekstinvoerscherm kunt u de invoertaal wijzigen.
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om
het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Invoertaal” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de taal te selecteren die u
wilt wijzigen, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
De invoermethode wijzigen
T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te
voeren.
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om
het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Invoermethode” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de T9-modus (T9 Abc, T9
ABC, T9 abc) te selecteren die u wilt wijzigen, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
“ ” wordt weergegeven op het hoofddisplay.
30Tekens invoeren
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de
betreffende toets éénmaal in.
Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren ,
drukt u op J L O
5. Als het getoonde woord niet het woord is dat u wilt,
druk dan op of totdat u het juiste woord
accentueert.
6. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
• Als bij stap 5 het juiste woord niet verschijnt, ga dan
over op de normale invoermodus met meervoudige
toetsaanslagen om het juiste woord in te voeren.
Tip
• Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren,
wordt naast het geselecteerde woord een spatie
ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
Om symbolen en interpunctie in te voeren, drukt u op R.
Tekstsjablonen gebruiken
Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen
in Tekstsjablonen.
Voor bijzonderheden over het maken van
tekstsjablonen, zie “Tekstsjablonen maken” op
pagina 98.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op , , of
om de cursor naar het punt te verplaatsen waar
u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om de tekstsjabloon te selecteren
die u wilt gebruiken, en druk vervolgens op om
uw keuze te bevestigen.
Tekst kopiëren, knippen en plakken
Met deze opties kunt u tekst gemakkelijk bewerken.
Tekst kopiëren en knippen
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om
het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Kopiëren” of “Knippen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op , , of om de cursor naar de
eerste te kopiëren of te knippen letter te verplaatsen,
en druk vervolgens op .
4. Druk op , , of om de cursor naar de
laatste letter te verplaatsen om het blok te
selecteren, en druk vervolgens op .
Tekst plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op , , of
om de cursor naar het punt te verplaatsen waar
u de letters wilt plakken.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Plakken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
Opgeslagen tekst wordt geplakt.
Tekens invoeren31
Gebruik van het menu
Gebruik van het hoofdmenu
1. Druk tijdens de standby-modus op .
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op , , of om naar de gewenste
locatie te navigeren.
3. Druk op om de functie te openen.
De functie kunt u ook openen door met de cijfertoetsen
het corresponderende nummer van het menu in te
voeren. In deze handleiding wordt door middel van
32Gebruik van het menu
bediening van de navigatietoetsen beschreven hoe
functies worden geopend.
Om naar het vorige scherm terug te gaan, drukt u op C
[Vorige] wanneer de rechterdisplaytoets deze optie
weergeeft.
Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op C [Afsluiten].
Werkmethode
Uw telefoon is uitgerust met displaytoetsen waarmee u
uw keuzes kunt maken (A en C). De functie van deze
toetsen verandert al naargelang de situatie. De functie
van elke displaytoets wordt in de linker- en
rechteronderzijde van het scherm weergegeven.
De functie van de middelste toets wordt in het midden
aan de onderzijde van het scherm met een pictogram
weergegeven.
Sneltoetsen
U kunt versneld naar de menu's gaan door op te
drukken en de cijfertoetsen in te drukken die
overeenkomen met de menunummers van het
hoofdmenu. In de volgende tabel ziet u de
nummervolgorde.
Sneltoetsen worden getoond in de koppen van deze
handleiding. Bijvoorbeeld: “M 9-1-1”.
Voorbeeld: Om het submenu “Taal” te openen met
behulp van de sneltoetsen
Druk op O G G.
Opmerking
• De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie
menuniveaus.
Gebruik van het menu33
Overzicht van menufuncties
Menunummer/
hoofdmenu
1 Fun & Games
2 Vodafone live!
3 Toepassingen
4 Berichten
34Gebruik van het menu
Menunummer/
1 Games & meer
2 Ringtone-editor
1 Vodafone live!
2 Games
3 Meer Ringtones
4 Meer Pictures
5 Nieuws
6 Sport
7 Zoek & vind
8 Chat
9 Help & zoeken
Groep:Keuze uit 7 groepen
Adres:Maximaal 100 tekens
Memo:Maximaal 60 tekens
Items opgeslagen in het SIM-geheugen
Naam:Het aantal tekens dat kan worden
Telefoonnummer: Maximaal 40 cijfers
(M 8-1)
telefoonnummers per item
item
opgeslagen verschilt al naargelang
de SIM-kaart die u gebruikt.
Het geheugen van de Lijst contacten selecteren
Nieuwe items kunt u opslaan in de Lijst contacten (in
het telefoongeheugen of in het SIM-geheugen) of u
kunt de items bekijken die momenteel zijn opgeslagen.
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Druk op , , of om “Contacten” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Lijst contacten” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Geavanceerd” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
De stappen die moeten worden uitgevoerd na stap 5
verschillen al naargelang of u nieuwe items wilt
opslaan of items van de Lijst contacten wilt bekijken.
Als u nieuwe items opslaat
6. Nadat stap 1 t/m 5 zijn uitgevoerd, drukt u op
of om “Opslaan in” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7.
Druk op of om “Telefoon”, “Keuze” of “SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als u “Keuze” selecteert, kunt u, telkens wanneer u
een nieuw item voor de Lijst contacten opslaat, de
SIM-kaart of het telefoongeheugen kiezen.
Lijst contacten35
Als u voor de Lijst contacten een ander geheugen wilt kiezen
6. Nadat stap 1 t/m 5 zijn uitgevoerd, drukt u op
of om “Bron” te selecteren, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Telefoon” of “SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
36Lijst contacten
Een nieuw item invoeren
Om het nieuwe item op te slaan kunt u kiezen voor een
geheugenlocatie in de telefoon (tot 500) of op de SIMkaart. Om te wisselen tussen locaties, zie “Het geheugen
van de Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt
opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Als u een nieuw item invoert in het telefoongeheugen,
moet u een van de volgende onderdelen invoeren:
“Naam”, “Telefoonnummer” of “E-mailadres”. Als u
een nieuw item maakt op de SIM-kaart, moet u het
“Telefoonnummer” invoeren.
1. Voer stap 1 t/m 7 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35 om te
wisselen van geheugen.
Stap 11 t/m 21 in dit hoofdstuk kunnen niet worden gebruikt
als u voor invoer van een nieuw item de SIM-kaart gebruikt.
2. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
3. Druk op , , of om “Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4.
Druk op of om “Lijst contacten” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op of om “Nwe. naam toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Als u voor het te gebruiken geheugen de optie
“Keuze” selecteert, kunt u kiezen tussen “Invoer in
Telefoon-item” of “Invoer in SIM-item”.
Het scherm “Nieuw item” verschijnt.
7. Druk op of om de cursor naar het naamveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op .
Het scherm voor invoer van de naam verschijnt.
8. Voer een naam in, en druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens,
zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
9.
Druk op of om de cursor naar het telefoonveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op .
Het scherm voor invoer van het telefoonnummer
verschijnt.
10.
Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op .
Er kunnen maximaal 40 cijfers worden ingevoerd.
11. Druk op of om een gewenst nummertype te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
12. Druk op of om de cursor naar het e-mailveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op .
Het scherm voor invoer van het e-mailadres verschijnt.
13.Voer een e-mailadres in en druk vervolgens op .
14.
Druk op of om het gewenste e-mailadrestype
te selecteren, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
15.Druk op of om de cursor naar het
groepsveld te verplaatsen, en druk vervolgens op
.
Het scherm voor selectie van de groep verschijnt.
16.Druk op of om de gewenste groep te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
17.Druk op of om de cursor naar het adresveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op .
Het scherm voor invoer van het adres verschijnt.
18.Voer een adres in, en druk vervolgens op .
19.Druk op of om het gewenste adrestype te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
20.Druk op of om de cursor naar het memoveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op .
21.Voer een memo in, en druk vervolgens op .
22.Druk op C [Opslaan].
Lijst contacten37
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
Aan items in het telefoongeheugen kunt u een
miniatuurbeeld toevoegen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om het item te selecteren
waaraan u een miniatuurbeeld wilt toevoegen, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Miniatuurbeeld” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om de gewenste afbeelding te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots (B) × 320
dots (H), druk dan op , , of om het
gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk
vervolgens op .
6. Druk op C [Opslaan] om de ingevoerde gegevens
op te slaan.
38Lijst contacten
Om de toegevoegde afbeelding te wijzigen, selecteert u
“Wijzigen” na stap 4.
Om de toegevoegde afbeelding te verwijderen,
selecteert u “Verwijderen” na stap 4.
Opmerking
• Als u uit de Opgeslagen afbeeldingen een beeld
verwijdert dat is toegevoegd als een miniatuurbeeld,
wordt ook het overeenkomende miniatuurbeeld
verwijderd.
Telefoonnummer toevoegen vanuit items van
de gespreksregister
1. Toon het item uit de gespreksregister dat u wilt
opslaan (p. 130).
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Opsl. in Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een
nieuw item invoeren” op pagina 36.
Een ingevoerd telefoonnummer opslaan
1. Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op
A [Opslaan].
2. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een
nieuw item invoeren” op pagina 36.
Eén item kopiëren vanaf de telefoon naar de
SIM-kaart
Een item kunt u kopiëren vanuit het telefoongeheugen
naar de SIM-kaart.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om door de lijst te schuiven en
de naam te selecteren die u wilt kopiëren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het telefoonnummer te
selecteren dat u naar de SIM-kaart wilt kopiëren.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Kopiëren naar SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Ja].
Het telefoonnummer en de naam die zijn geselecteerd
bij stap 2 en 3, worden gekopieerd naar de SIM-kaart.
Als u het item niet wilt kopiëren, drukt u bij stap 6
op C [Nee].
Alle items van een SIM-kaart kopiëren naar de
telefoon
U kunt in één keer alle items van de SIM-kaart kopiëren
naar het telefoongeheugen.
Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw
telefoon plaatst en de Lijst contacten start, verschijnt
automatisch het bevestigingsscherm, waarin u wordt
gevraagd of u wel of niet wilt kopiëren.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Geavanceerd” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Alles kopiëren v SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Als u de items niet wilt kopiëren, drukt u bij stap 5
op C [Nee].
Lijst contacten39
Een naam en nummer zoeken
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3.
Druk op of om “Lijst contacten” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Zoeken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Voer een naam in of het eerste teken (of de eerste
tekens) van de naam.
Overeenkomende resultaten worden alfabetisch
weergegeven.
Als er in de Lijst contacten geen item is dat aan de
exacte zoekcriteria voldoet, dan wordt de naam
weergegeven die alfabetisch het dichtst in de buurt ligt.
7.
Druk op of om door de lijst te schuiven en de
gewenste naam te kiezen, en druk vervolgens op .
Het details-scherm van de Lijst contacten wordt weergegeven.
Tip
• U kunt de naam en het nummer ook vinden door bij
stap 4 met de toetsen tekens in te voeren (het scherm
bij stap 6 wordt weergegeven).
40Lijst contacten
• Om de details van een item te bekijken, bijvoorbeeld
het adres, accentueert u het gewenste item, druk op
A [Opties], en selecteer vervolgens “Tonen”.
Druk op C [Vorige] om terug te gaan naar het details-scherm.
Bellen vanuit de Lijst contacten
Bellen vanuit het scherm van Lijst contacten
1. Zoek het gewenste item op in de Lijst contacten.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de
Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”.
2.
Druk in de telefoonlijst op of om de gewenste naam
te selecteren, en druk vervolgens op
3.
Als er voor het geselecteerde item twee of meer
telefoonnummers staan geregistreerd, druk dan op
of om het gewenste telefoonnummer te selecteren,
en druk vervolgens op
Tip
• U kunt, in plaats van stap 3 uit te voeren, het gewenste
telefoonnummer ook bellen door de cijfertoets in te
drukken die overeenkomt met het lijstnummer.
Bellen vanuit het scherm Details contacten
D
1. Zoek het gewenste item op in de Lijst contacten.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de
Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”.
D
om te bellen.
om te bellen.
2. Druk in het details-scherm op of om het
gewenste telefoonnummer te selecteren, en druk
vervolgens op D om te bellen.
Tip
• Als u “SIM” selecteert bij de optie “Bron” in het
menu Lijst contacten (p. 35), wordt slechts één
telefoonnummer weergegeven.
• Als er in de lijst geen items worden gevonden, kunt u
in de lijst een item maken. Druk op A [Opties]. Voer
vervolgens de procedures zoals beschreven op
pagina 36 uit.
Items van de Lijst contacten bewerken
De items van de Lijst contacten kunt u bewerken.
1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in
het telefoonboek, zie, “Een naam en nummer
zoeken” op pagina 40.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op of om de cursor naar het item te
verplaatsen dat u wilt bewerken, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
5. Als u klaar bent met het invoeren van gegevens,
drukt u op .
Als u nog een item wilt bewerken, herhaal dan stap
4 en 5.
6. Druk op C [Opslaan] om de wijziging(en) op te
slaan.
Lijst contacten41
Eén item uit de Lijst contacten verwijderen
1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in het
telefoonboek, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
Het geselecteerde item wordt verwijderd.
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].
Alle items uit de Lijst contacten verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om “Alle items wissen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Voer uw toestelcode in, en druk vervolgens op .
4. Druk op of om “Toestel items” of “SIM-
items” te selecteren, en druk vervolgens op om
uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 5 op C [Nee].
42Lijst contacten
Groepen weergeven
U kunt groepspictogrammen instellen wanneer u
contacten opslaat, zodat u deze gemakkelijk kunt
opzoeken en bewerken.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om “Groep” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Groepen weergeven” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op of om de groepsnaam te selecteren
die u wilt bekijken, en druk vervolgens op om
uw keuze te bevestigen.
“” geeft aan dat de groep is geselecteerd.
Om de geselecteerde groep te annuleren, drukt u
opnieuw op .
Het selectievakje wordt weer leeg.
Tip
• Druk bij stap 4 op A [Opties] om het menu Opties op
te roepen, en selecteer vervolgens “Alleen huidige
sel.” om alleen de geselecteerde groep weer te geven
of “Alle selecteren” om alle groepen weer te geven.
Groepsprofiel
Voor elke groep kunt u een andere ringtone instellen.
Bij aanschaf van deze telefoon zijn groepen
uitgeschakeld. Als u geen groepsringtone instelt, wordt
de ringtone gebruikt die toegewezen is in de Profielen.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2.
Druk op of om “Groep” te selecteren, en druk vervolgens
op of
3.
Druk op of om “Groepsprofiel” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
4. Druk op of om de groep te selecteren die u
wilt instellen, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
5. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op of om “Ringtone kiezen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
7. Druk op of om “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
8.
Druk op of om een ringtone te selecteren.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een
belsignaal, zie “Ringtone kiezen” op pagina 125.
9.
Druk op of om “Trilalarm” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
10.
Druk op of om “Inschakelen”, “Uitschakelen”
of “Trillen & geluid” te selecteren, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
Voor bijzonderheden over het instellen van het
trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 126.
11.
Wanneer de instelling voltooid is, druk dan op A [OK].
Tip
• Om de ringtone-instelling te annuleren, selecteert u
bij stap 5 “Uit”.
Ringtone
Aan een vooraf geregistreerd item kan een speciaal
ringtone of trilalarm worden toegewezen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2.
Druk op of om het item te selecteren dat u wilt instellen,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4.
Druk op of om “Ringtone” te selecteren, en
druk vervolgens op of
keuze te bevestigen.
A
[Selecteren] om uw
5. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Lijst contacten43
6. Druk op of om “Ringtone kiezen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
7. Druk op of om “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
8. Druk op of om een ringtone te selecteren.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een
ringtone, zie “Ringtone kiezen” op pagina 125.
9. Druk op of om “Trilalarm” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
10.Druk op of om “Inschakelen”,
“Uitschakelen” of “Trillen & geluid” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
Voor bijzonderheden over het instellen van het
trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 126.
11.Druk op A [OK].
12.Wanneer de instelling voltooid is, druk dan op C
[Opslaan].
Tip
• Om de ringtone-instelling te annuleren, selecteert u
“Uit” bij stap 5.
44Lijst contacten
Geheugenstatus
Met deze functie kunt u het aantal items controleren dat
in de Lijst contacten is opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om “Geheugenstatus” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
U kunt de geheugenstatus controleren van de SIMkaart en telefoon.
Snelkiezen
In Snelkiezen kunt u maximaal 9 telefoonnummers opslaan.
Items uit de Lijst contacten invoeren onder Snelkiezen
Berichten verzenden
1. Zoek naar het gewenste item in de Lijst contacten en
1. Zoek naar het gewenste item in de Lijst contacten en
roep het details-scherm op.
Voor bijzonderheden over hoe u naar items in de
Lijst contacten moet zoeken, zie “Een naam en
nummer zoeken” op pagina 40.
2. Druk op of om het telefoonnummer te
selecteren dat u onder Snelkiezen wilt instellen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Toev. aan snelkiezen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
2.
3.
4. Druk op of om “Bericht verzenden” te
5. Druk op of om “MMS” of “SMS” te
5. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt instellen, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
Tip
• De negen cijfertoetsen corresponderen met lijstnummers.
Snelkiezen weergeven
Voor bijzonderheden over het bekijken van snelkiezen,
zie pagina “Snelkiezen” op pagina 135.
Voor bijzonderheden over hoe u snelkiezen gebruikt,
zie “Snelkiezen” op pagina 21.
6. Voer uw bericht in.
roep het details-scherm op.
Voor bijzonderheden over hoe u naar items in de
Lijst contacten moet zoeken, zie “Een naam en
nummer zoeken” op pagina 40.
Druk op of om het gewenste telefoonnummer
of emailadres van de ontvanger te selecteren.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Als u na stap 1 de cursor naar het veld “E-mail”
heeft verplaatst, wordt automatisch “MMS”
geselecteerd.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht,
zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 59 of “Een
nieuw SMS-bericht maken” op pagina 70.
Lijst contacten45
Locatienummer van telefoonnummer
verwisselen
Deze functie is alleen bestemd voor items die op de
SIM-kaart zijn opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om door de lijst te schuiven en
de gewenste naam te kiezen, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het gewenste
telefoonnummer te selecteren.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Wisselen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Voer het locatienummer in dat u wilt verwisselen,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
46Lijst contacten
Camera
Uw telefoon is uitgerust met een geïntegreerde digitale
camera.
Hiermee kunt u overal foto's en videoclips maken en
verzenden.
Digitale camera
Zet de telefoon in de modus digitale camera om een
foto te nemen.
Met uw bericht kunt u de foto's verzenden die in de
Opgeslagen afbeeldingen zijn geregistreerd.
Foto's worden in JPEG-formaat opgeslagen in de
volgende drie beeldgroottes:
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Digitale camera” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven
op het hoofddisplay.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de foto te nemen.
U hoort het sluitergeluid en getoond wordt het
stilbeeld van de genomen foto.
5. Druk op A [Opslaan].
“Opslaan in 'Mijn telefoon'” wordt weergegeven, en
vervolgens wordt de foto geregistreerd.
Als u na het nemen van de foto deze met MMS wilt
verzenden, druk dan vóór stap 5 op .
6. Druk op F om terug te keren naar standby.
Tip
• De modus van de digitale camera kan ook worden
geactiveerd door tijdens standby op C te drukken.
• Als u de modus van de digitale camera wilt verlaten
zonder na stap 4 onder “Foto's nemen” de genomen
foto te registreren, ga dan als volgt te werk:
Druk op F en op A [Ja].
• Wanneer de afstand tot het onderwerp ongeveer 5 cm
is, zet de macro-schijf dan in de macro-stand ( ).
Wanneer de afstand tot het onderwerp ongeveer 40
cm of meer is, zet de macroschijf dan in de normale
stand ().
Camera47
Van zoeker wisselen
Als u een zelfportret wilt nemen, dan kunt u als zoeker
afwisselend het hoofddisplay of het externe display gebruiken.
Druk op P wanneer het voorbeeld van de opname
wordt weergegeven via het hoofddisplay.
Telkens wanneer u op P drukt, wordt van zoeker
gewisseld tussen het externe display en hoofddisplay.
Wanneer u het externe display als zoeker gebruikt,
worden de genomen foto's automatisch opgeslagen.
Close-up opnamen maken
1. Zet in de modus van de digitale camera de macro-
schijf in de macro-stand ( ).
2. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de foto te nemen.
Om de macro-modus te verlaten, zet u de macroschijf in de normale stand () .
De zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding kan worden gewijzigd tussen
“×1”, “×2”, en “×4”. Druk op of om de
zoomverhouding te wijzigen.
Opmerking
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Klein”,
kunt u met de zoomfunctie drie vergrotingen
gebruiken (×1, ×2 en ×4).
48Camera
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op
“Medium”, kunt u met de zoomfunctie twee
vergrotingen gebruiken (×1 en ×2).
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Groot”,
kunt u de zoomfunctie niet gebruiken.
Het afbeeldingsformaat selecteren
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Afbeeldingsformaat” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het afbeeldingsformaat te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
De beeldkwaliteit selecteren
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Beeldkwaliteit” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Normaal” of “Fijn” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Opnieuw een foto nemen
Druk na stap 1 t/m 4 onder “Foto's nemen” op pagina 47
op C [Annuleren].
Nu kunt u weer foto's nemen.
Opmerking
• De digitale camera maakt gebruik van een CCDsensor. Hoewel deze camera van hoge kwaliteit is,
kunnen sommige foto's te helder of te donker zijn.
• Als de telefoon lange tijd op een warme plaats heeft
gelegen voordat u foto's ging nemen of registreren,
kan de fotokwaliteit matig zijn.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 foto's of minder kunt nemen,
gaat de aanduiding voor resterende opnamen
linksboven in het scherm in een rode kleur branden.
(Het aantal foto's dat kan worden genomen wordt bij
benadering gegeven).
Als het aantal foto's dat u nog kunt nemen, 0 is
geworden, en u dan een foto probeert te nemen,
verschijnt de melding “Kan geen foto nemen.
Maximumcapaciteit.”.
Betekenis van indicators in de modus van de
digitale camera
Indicator voor aantal resterende opnamen
123: Geeft het aantal resterende foto's aan dat nog
kan worden genomen.
Flitslampindicators (p. 53)
Geeft aan wanneer de flitslamp ingeschakeld is.
: Normale modus
: Macro-modus
Indicator zelfontspanner (p. 51)
: Verschijnt wanneer de zelfontspanner is
ingesteld.
Indicators voor Fotoserie (p. 51)
:
Deze indicators verschijnen op het scherm
wanneer foto's worden genomen in de modus
voor doorlopende opnamen.
Geeft de kwaliteit (normaal of fijn) aan van de foto
die wordt genomen.
: Fijn
:Normaal
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van
het beeld (p. 50)
: Helder
:
:Normaal
:
: Donker
Indicators voor de zoomverhouding (p. 48)
Geeft de vergroting aan (×1, ×2, ×4).
: Originele grootte
: Tweemaal zo groot
: Viermaal zo groot
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van het beeld instellen
Druk op of om de helderheid van het beeld te
wijzigen.
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standbyscherm worden de instellingen voor helderheid
teruggezet naar de standaardinstelling.
50Camera
Gemaakte foto's weergeven
Gemaakte foto's kunnen worden weergegeven in de
Opgeslagen afbeeldingen.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Mijn afbeeldingen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
De lijst met opgeslagen afbeeldingen wordt
weergegeven.
3. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt weergeven, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde foto wordt weergegeven.
4. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug
te keren naar de lijst.
Tip
• Aan uw afbeeldingen worden bestandsnamen
gegeven in de vorm “pic_nnn.jpg” (nnn is een
driecijferig volgnummer).
De bestandsnaam, datum en grootte van uw
afbeeldingen worden weergegeven in de lijst
Opgeslagen afbeeldingen.
Gebruik van de zelfontspanner
Een foto nemen met de zelfontspanner
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
“ ” verschijnt op het scherm en de telefoon keert
terug naar de modus van de digitale camera.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de zelfontspanner te starten.
10 seconden na inschakeling van de zelfontspanner
klinkt de sluiter en neemt de camera een foto.
Opmerking
• Als de zelfontspanner aftelt, knipperen de flitslamp en de indicator.
• Indien tijdens het aftellen van de zelfontspanner
of de omlaag-toets aan de zijkant wordt ingedrukt,
wordt de foto onmiddellijk genomen.
• De zoomfunctie met of , of de instelling van de
helderheid van het beeld met of , is tijdens het
aftellen van de zelfontspanner niet mogelijk.
• Als u met de zelfontspanner niet langer opnamen wilt maken, druk
dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op
C
[Annuleren].
De werking van de zelfontspanner annuleren
1. Druk op A [Opties] terwijl de zelfontspanner aftelt.
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Uit” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
“ ” gaat uit.
Doorlopende opnamen
Achtereenvolgens worden vier foto's gemaakt.
Automatische opnamen en handmatige opnamen zijn
beschikbaar.
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Fotoserie” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Automatisch” of
“Handmatig” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Om Doorlopende opnamen te annuleren, selecteert
u “Uit”.
Camera51
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om doorlopende opnamen te starten.
Automatisch:Door op of de omlaag-
toets aan de zijkant te drukken
worden achtereenvolgens vier
foto's genomen.
Handmatige opnamen:Door op of de omlaag-
toets aan de zijkant te drukken
worden een voor een foto's
genomen.
Wanneer doorlopende opnamen voltooid is, worden
de genomen foto's automatisch opgeslagen.
Om met Doorlopende opnamen te stoppen, drukt u
op C [Annuleren].
Opmerking
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Groot”,
kunt u de functie Doorlopende opnamen niet
gebruiken.
• Wanneer u voor het maken van foto's een kader
selecteert, kunt u de functie Doorlopende opnamen
niet gebruiken.
52Camera
Het kader selecteren
U kunt een kader ook selecteren in de Opgeslagen
afbeeldingen.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Kader toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Standaardbeelden” of
“Mijn afbeeldingen” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om het kader te selecteren dat u
wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
Opmerking
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Groot”,
kunt u de kaderfunctie niet gebruiken.
• Als u de functie Doorlopende opnamen activeert,
kunt u de kaderfunctie niet gebruiken.
• Alleen beelden in het PNG-formaat kunnen als kader
worden geselecteerd wanneer u bij stap 3 “Mijn
afbeeldingen” selecteert.
De lichtkleur selecteren
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Fotolicht” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de gewenste kleur te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Om de flitslamp uit te zetten, selecteert u “Uit”.
Tip
• Telkens wanneer u R of aan de zijkant de omhoog-
toets indrukt, verandert de status van de flitslamp als
volgt.
Uit
→
Aan (helderheid voor de normale modus: )
→
Aan (helderheid voor de macro-modus: ) → Uit
• Als u uw telefoon ongeveer een minuut lang niet
gebruikt, gaat de flitslamp automatisch uit om stroom
te besparen.
Het sluitergeluid selecteren
U kunt het sluitergeluid kiezen uit 3
voorkeuzepatronen.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Sluitergeluid” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het gewenste geluid te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Om het sluitergeluid af te spelen, drukt u op A
[Afspelen] bij stap 3.
Foto's verzenden
Om uw foto naar een andere telefoon of een ander
emailadres te verzenden, zie “Berichten verzenden” op
pagina 91 voor instructies.
Foto's verwijderen
Zie “Afbeeldingen verwijderen” op pagina 91 voor
instructies.
Camera53
Videocamera
Zet de telefoon in de videocameramodus om een
videoclip op te nemen.
Met uw bericht kunt u videoclips verzenden die in de
Opgeslagen videoclips zijn geregistreerd.
Videoclips worden opgeslagen in het formaat “.3gp”.
Videoclips opnemen
Met de videoclip kan ook geluid worden opgenomen.
(M 5-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Camera” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Videocamera” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven
op het hoofddisplay.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om te beginnen met het opnemen van de videoclip.
U hoort het geluid voor het opnemen van de
videoclip.
Als u opnieuw op of de omlaag-toets aan de zijkant
drukt, of wanneer de opname voltooid is, hoort u het
geluid voor beëindiging van de videoclip-opname en
gaat het display over naar stap 5.
54Camera
5. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
“Opslaan in 'Mijn telefoon'” wordt weergegeven, en
vervolgens wordt de videoclip geregistreerd.
Als u een videoclip eerst wilt bekijken voordat u
deze opslaat, selecteer dan “Voorbeeld” bij stap 5.
Als u na een opname van een videoclip de clip met
MMS wilt versturen, selecteert u “Bericht
verzenden” bij stap 5.
Van zoeker wisselen
Druk op P wanneer het voorbeeld wordt
weergegeven via het hoofddisplay.
Telkens wanneer u op P drukt, wordt van zoeker
gewisseld tussen het externe display en hoofddisplay.
Close-up videoclips opnemen
1. Zet in de modus van de videocamera de macro-
schijf in de macro-stand ( ).
2. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om te beginnen met het opnemen van de videoclip.
Om de macro-modus te verlaten, zet u de macro-
schijf in de normale stand () .
De zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding kan worden gewijzigd. Druk op
of om de zoomverhouding te wijzigen.
Filmkwaliteit selecteren
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Filmkwaliteit” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Normaal” of “Hoog” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 videoclips of minder kunt
opnemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen
linksboven in het scherm in een rode kleur branden.
(Het aantal clips dat kan worden opgenomen wordt bij
benadering gegeven).
Als het aantal videoclips dat u nog kunt opnemen, 0 is
geworden, en u dan weer een clip probeert op te nemen,
verschijnt de melding “Kan geen film opnemen. Max.
capaciteit”.
Betekenis van indicators in de
videocameramodus
Indicator voor resterende opnamen
123: Geeft aan hoeveel videoclips nog kunnen
worden opgenomen.
Flitslampindicators (p. 58)
Geeft aan wanneer de flitslamp ingeschakeld is.
: Normale modus
: Macro-modus
Indicator zelfontspanner (p. 57)
: Verschijnt wanneer de zelfontspanner is
ingesteld.
Indicator videocamera
: Wordt weergegeven wanneer de telefoon in de
videocameramodus staat.
Indicators voor de filmkwaliteit (p. 55)
Geeft de kwaliteit (normaal of fijn) aan van de
videoclip die u wilt opnemen.
: Hoog
:Normaal
Camera55
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van
de video (p. 56)
: Helder
:
:Normaal
:
: Donker
Indicators voor de zoomverhouding (p. 55)
Geeft de vergroting aan (×1, ×2, ×4).
: Originele grootte
: Tweemaal zo groot
: Viermaal zo groot
56Camera
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van de videoclips instellen
Druk op of om de helderheid van de videoclip
wijzigen.
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standbyscherm worden de instellingen voor helderheid
teruggezet naar de standaardinstelling.
Opgenomen videoclips afspelen
Opgenomen videoclips kunnen worden afgespeeld in
de Opgeslagen videoclips.
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
2. Druk op of om “Mijn videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
De lijst met Opgeslagen videoclips wordt weergegeven.
3. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt weergeven, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op .
De geselecteerde videoclip wordt afgespeeld.
Om een pauze in te lassen, drukt u op .
Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op .
Om met afspelen te stoppen, drukt u op C [Vorige].
Om de videoclip in de feitelijke grootte weer te
geven, druk dan op A [×1].
5. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug
te keren naar de lijst.
Tip
• Aan uw videoclipbestanden worden bestandsnamen
gegeven in de vorm van “mov_nnn.3gp” (nnn is een
driecijferig volgnummer).
De bestandsnaam, datum en grootte van uw
videoclips worden weergegeven in de lijst
Opgeslagen videoclips.
• Als de videoclip is opgenomen met geluid, kan het
volume worden gewijzigd door op of te drukken.
• Het volume hangt af van de instellingen van het “Volume
belsignaal” (p. 125). Het volume wordt 0 wanneer “Volume
belsignaal” wordt ingesteld op “Stil” of “Staptoon”.
Gebruik van de zelfontspanner
Een videoclip opnemen met de zelfontspanner
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
“ ” verschijnt op het scherm en de telefoon keert
terug naar de videocameramodus.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de zelfontspanner te starten.
10 seconden nadat de zelfontspanner klinkt, begint
de camera met het opnemen van de videoclip.
Opmerking
• Als de zelfontspanner aftelt, knipperen de flitslamp
en de indicator.
• Indien tijdens het aftellen van de zelfontspanner
of de omlaag-toets aan de zijkant wordt ingedrukt,
wordt de videoclip onmiddellijk opgenomen.
• De zoomfunctie met of , of de instelling van de
helderheid van de videoclip met of , is tijdens
het aftellen van de zelfontspanner niet mogelijk.
• Als u met de zelfontspanner niet langer videoclips
wilt opnemen, druk dan tijdens het aftellen van de
zelfontspanner op C [Annuleren].
Het aftellen van de zelfontspanner annuleren
1. Druk op A [Opties] terwijl de zelfontspanner aftelt.
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Uit” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
“ ” gaat uit.
Camera57
Videoclips opnemen met geluid
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Opname stemgeluid” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Om het opnemen van videoclips met geluid te
annuleren, selecteert u “Uit” bij stap 3.
De lichtkleur selecteren
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Opnamelicht” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de gewenste kleur te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Om de flitslamp uit te zetten, selecteert u “Uit”.
58Camera
Tip
• Telkens wanneer u R of aan de zijkant de omhoog-
toets indrukt, verandert de status van de flitslamp als
volgt.
Uit
→
Aan (helderheid voor de normale modus: )
→
Aan (helderheid voor de macro-modus: ) → Uit
• Als u uw telefoon ongeveer een minuut lang niet
gebruikt, gaat de flitslamp automatisch uit om stroom
te besparen.
Videoclips verzenden
Om uw videoclips naar een andere telefoon of een
ander emailadres te verzenden, zie “Berichten
verzenden” op pagina 96 voor instructies.
Videoclips verwijderen
Zie “Videoclipbestanden verwijderen” op pagina 97
voor instructies.
Berichten
Met uw telefoon kunt u SMS- en MMS-berichten
verzenden en ontvangen, en Service-berichten ontvangen.
Multimedia (MMS)
Over MMS
Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u berichten
verzenden en ontvangen met toevoeging van grafische
afbeeldingen, foto's, geluid, animaties of videoclips.
Opmerking
• Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet beschikbaar.
Dit hangt af van uw netwerk. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Een nieuwe MMS maken
(M 4)
(M 4-1)
(M 4-1-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Bericht maken” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Voer het bericht in, en druk vervolgens op .
5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in, en druk vervolgens op .
Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt
selecteren uit de Lijst contacten, zoek dan in de Lijst
contacten het gewenste item op.
Druk op A [Opties] en druk op of om
“Contact zoeken” te selecteren om op naam het
telefoonnummer of emailadres te zoeken, of druk op
of om op alfabetische volgorde te zoeken,
en druk vervolgens op of A [Selecteren]. Voor
bijzonderheden over het zoeken naar items in de
Lijst contacten, zie, “Een naam en nummer zoeken”
op pagina 40.
6. Druk op of om “Verzenden” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
Het bericht wordt in Postvak UIT geplaatst en verzonden.
Nadat het bericht is verzonden wordt het
toegevoegd aan de map Verzonden.
Opmerking
• De huidige berichtgrootte die wordt getoond terwijl
u het bericht maakt, is bij benadering gegeven.
• Als een bericht om een of andere reden niet kan
worden verzonden, blijft het bericht in Postvak UIT
en wordt op het standby-scherm “” weergegeven.
Berichten59
Het onderwerp van het bericht invoeren
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Onderwerp” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
3. Voer het onderwerp van het bericht in, en druk
vervolgens op .
Opmerking
• Met deze telefoon kunt u als onderwerp maximaal 40
tekens invoeren en maximaal 20 adressen (voor Naar
en Cc).
Er kunnen hiervoor, afhankelijk van uw netwerk,
echter beperkingen gelden. In dat geval is het
misschien niet mogelijk om een MMS te verzenden.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
60Berichten
Een MMS-begroetingskaart verzenden
Uw telefoon is uitgerust met begroetingskaarten
waaraan u gemakkelijk beeld en spraak kunt toevoegen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Begroetingskaart.” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven waarin u
wordt gevraagd of u de huidige tekst wilt verwijderen.
4. Druk op A [Ja] om de tekst te verwijderen.
Om te annuleren drukt op bij stap 4 op C [Nee].
5. Druk op of om een kaart te selecteren die u
wilt verzenden, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
6. Voer stap 4 t/m 6 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
Opmerking
• Door “Begroetingskaart” te selecteren worden
berichten of beelden verwijderd die u heeft ingevoerd
of aangehecht. Om de verwijdering te voorkomen,
selecteert u eerst “Begroetingskaart”, en voer
vervolgens de berichten in.
Ontvangers toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Contact zoeken” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Naar” te selecteren om
ontvangers toe te voegen of “Cc” om een kopie van
dit MMS-bericht naar andere ontvangers te
verzenden, en druk vervolgens op .
4. Druk op of om een nummer uit de lijst te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
andere ontvangers in, en druk vervolgens op .
6. Druk tweemaal op C [Vorige].
De tekstsjablonen gebruiken
Voor bijzonderheden over het maken van
tekstsjablonen, zie pagina 98.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2.
Druk op , , of om de cursor naar het
punt te verplaatsen waar u de sjabloon wilt invoegen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om in de lijst de gewenste
sjabloon te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Een bericht opslaan in de map Drafts
U kunt een bericht tijdelijk opslaan in de map Drafts en
het later verzenden, zonder dat het bericht onmiddellijk
wordt verstuurd.
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om het bericht op te slaan in
de map Drafts.
Opmerking
• U kunt het bericht later verzenden volgens de
instructies onder “Een bericht verzenden vanuit de
map Drafts” op pagina 63.
Berichten61
De diashowinstelling in- of uitschakelen
1. Druk tijdens standby op
.
A
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
4.
Druk op of om “Diashow” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5.
Druk op of om “Aan” of “Uit” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als u “Aan” selecteert
• U kunt berichten maken met maximaal 10 dia's. Elke dia
kan één foto, één geluidsbestand en maximaal 1000
teksttekens bevatten (met een limiet van 100 Kbytes).
• De volgende dia-opties zijn mogelijk:
Toevoegen: Om een nieuwe dia toe te voegen.
Verwijderen: Om de actieve dia te verwijderen.
Vorige:Om naar de vorige dia te gaan.
Volgende:Om naar de volgende dia te gaan.
• EVA (e-Animatie-bestand)- en videoclipgegevens kunnen
aan het bericht niet als diagegevens worden aangehecht.
Als u “Uit” selecteert
• U kunt maximaal 20 foto's, ringtones of videoclips en
maximaal 100 Kbytes meesturen.
62Berichten
Bijlagen invoegen
Met een MMS-bericht kunt u foto's, ringtones en videoclips
meesturen die zijn opgeslagen in Opgeslagen afbeeldingen,
Opgeslagen ringtones of Opgeslagen videoclips. Als u videoclips
meestuurt, moet “Pagina toevoegen” op “Uit” staan.
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Bericht maken” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5.
Druk op of om “Afbeeldingen”, “Geluid” of
“Videoclips” te selecteren, en druk vervolgens op
of
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
6. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt meesturen, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde foto/ringtone/videoclip wordt
meegestuurd.
Als de onderdelen zijn bijgevoegd, druk dan op C
[Vorige] om terug te keren naar het scherm waarin
het bericht wordt gemaakt.
7. Druk op
bewerken van uw bericht.
[Vorige] om door te gaan met het
A
Bijlagen toevoegen
Met de diashowinstelling uitgeschakeld kunt u het
volgende doen.
1.
Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Bijlagen invoegen” op pagina 62.
De lijst met bijlagen wordt weergegeven.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Afb. toevoegen”, “Geluid
Toevoegen” of “Videoclip toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren
die u wilt toevoegen, en druk vervolgens op .
5. Druk op C [Vorige].
Bijlagen verwijderen
1.
Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Bijlagen invoegen” op pagina 62.
De lijst met bijlagen wordt weergegeven.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt verwijderen, en druk vervolgens op
3.
Druk op of om “Verwijderen” te selecteren, en
druk vervolgens op of
keuze te bevestigen.
[Selecteren] om uw
A
A
[Opties].
4. Druk op A [Ja].
Om het verwijderen te annuleren, drukt u bij stap 4
op C [Nee].
Een bericht verzenden vanuit de map Drafts
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Drafts” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt verzenden vanuit de map Drafts, en druk
vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
5. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Wijzig het bericht, en druk vervolgens op .
7. Wijzig het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvangers, en druk vervolgens op .
8.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Een diashow-bericht dat op een andere telefoon is
gemaakt, kunt u niet wijzigen zoals getoond bij stap
6. Ga naar stap 7.
Berichten63
MMS lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in Postvak
IN.
Inkomende berichten
De MMS-indicator () verschijnt wanneer u een
inkomend bericht ontvangt.
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Postvak IN” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
Met een paperclip gemarkeerde berichten bevatten
een of meer bijlagen.
4. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt tonen, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
Het bericht verschijnt op het scherm.
5. Druk op of om door het scherm te schuiven
zodat u het bericht kunt lezen.
6. Als u klaar bent, druk dan op .
64Berichten
Telefoonnummer of e-mailadres van verzender en
ontvanger controleren
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Inkomende berichten”.
2. Druk op of om het gewenste bericht te
selecteren, en druk vervolgens op A [Opties] om
het menu Opties weer te geven.
3. Druk op of om “Details” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
Op het scherm verschijnt het telefoonnummer of emailadres van de verzender, de tijd en datum, het
onderwerp en de grootte.
Een bericht beantwoorden vanuit Postvak IN
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Postvak IN” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Beantwoorden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens,
zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
7. Druk op .
Het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger wordt automatisch ingevuld in het
telefoonnummer of e-mailadres van de verzender.
8. Druk op .
In het onderwerpveld wordt automatisch het
oorspronkelijke onderwerp ingevoerd,
voorafgegaan door “Re:”
9.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip
• U kunt een bericht beantwoorden aan alle adressen
van geselecteerde berichten door bij stap 5 “Allen
beantwoorden” te selecteren.
Een bericht doorsturen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN”.
2. Druk op of om “Doorsturen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
3. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in, en druk vervolgens op .
Als u het telefoonnummer of e-mailadres wilt
selecteren uit de Lijst contacten, zoek dan in de Lijst
contacten het gewenste item op.
Druk op A [Opties] en druk op of om
“
Contact zoeken” te selecteren om op naam het
telefoonnummer of emailadres te zoeken, of druk op
of om op alfabetische volgorde te zoeken,
en druk vervolgens op of A [Selecteren]. Voor
bijzonderheden over het zoeken naar items in de
Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”
op pagina 40.
4.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Berichten65
Opmerking
• Wanneer u een bericht doorstuurt dat bijlagen bevat,
worden ook de bijlagen doorgestuurd. Als er echter
gegevens aanwezig zijn die door de telefoon herkend
worden als auteursrechtelijk beschermd materiaal,
dan worden deze niet meegestuurd.
• In het veld “Onderwerp” wordt automatisch het
oorspronkelijke onderwerp ingevoerd, voorafgegaan
door “Fw:”
Het oorspronkelijke bericht kan niet worden
gewijzigd.
Een bericht wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 65.
2.
Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Wijzig het bericht.
4. Druk op .
5.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Berichten kunnen niet worden bewerkt als deze
bepaalde gegevens bevatten zoals Diashow, XHTML,
auteursrechten of een onbekend formaat.
66Berichten
Het telefoonnummer of e-mailadres van een
verzender opslaan in de Lijst contacten
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 65.
2. Druk op of om “Opsl. in Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Voor bijzonderheden over het invoeren van een
naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
MMS ophalen
Wanneer “” in Postvak IN staat, kunt u het volgende doen.
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2.
Druk op of om “Postvak IN” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de melding te selecteren die
u wilt downloaden.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Downloaden” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
Tip
• Om te beginnen met downloaden, kunt u ook op
drukken in plaats van stap 4 en 5 uit te voeren.
Een bericht in Postvak UIT opnieuw
verzenden
Als om enige reden een bericht niet kan worden verzonden,
blijft het bericht in Postvak UIT staan. Berichten in Postvak
UIT kunnen opnieuw worden verzonden.
(M 4-1-5)
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2.
Druk op of om “Postvak UIT” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om in Postvak UIT het bericht te
selecteren dat u opnieuw wilt verzenden, en druk
vervolgens op A [Opties].
4. Druk op of om “Opnieuw verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Aankomst van afleverrapport bevestigen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Verzonden” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
3. Druk op of om het bericht te selecteren
waarvan u de aankomst van het afleverrapport wilt
bevestigen, en druk vervolgens op A [Opties] om
het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Afleverrapport” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Dit menu is alleen beschikbaar voor verzonden
berichten waarvan “Afleverrapport” op “Aan” is
ingesteld. Voor bijzonderheden over het selecteren
van “Afleverrapport”, zie “MMS instellen” op
pagina 69.
Berichten67
Berichten verwijderen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Postvak IN”, “Verzonden”,
“Drafts” of “Postvak UIT” te selecteren, en druk
vervolgens op .
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
4. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
5. Druk op of om “Eén bericht” of “Alle
berichten” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 6
op C [Nee].
Opmerking
• Vergrendelde berichten kunt u niet verwijderen.
68Berichten
Bericht vergrendelen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Postvak IN” of
“Verzonden” te selecteren, en druk vervolgens op
.
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt vergrendelen, en druk vervolgens op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
4. Druk op of om “Ver/Ontgrendelen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Bellen met de verzender van een bericht
U kunt bellen met de verzender van een bericht in
Postvak IN wiens adres (Van) het telefoonnummer is.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 65.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Oproep” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
MMS instellen
(M 4-1-6)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Instellingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om de gewenste optie te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Downl. tijdens roamen:
Stelt de MMS-downloadmethode uit als u buiten
uw netwerk aan het
• Afl.rapp. terugsturen:
Activeert Afleverrapport wanneer een bericht
ontvangen wordt dat betrekking heeft op de functie
Afleverrapport.
• Anoniem MMS afwijzen:
Wijst berichten af van een onbekende of lege
adresnaam.
• Automatisch verwijd.:
Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer
de map Verzonden vol is.
“
roamen” bent.
• Pagina toevoegen:
Schakelt Diashow in wanneer een bericht wordt
verstuurd.
•Extra
• Prioriteit:
Geeft prioriteit aan opgestelde berichten.
• Afleverrapport:
Schakelt Afleverrapport in.
• Opslagduur:
Stelt de opslagduur in voor een bericht dat op de
server moet worden opgeslagen.
• Afzender zichtbaar:
Toont informatie over de verzender.
• MMS pagina-interval:
Stelt de weergavetijd van de MMS-pagina in
wanneer een bericht wordt verstuurd.
5. Wijzig elk onderdeel.
6. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
Berichten69
Tekst (SMS)
Over SMS
Met SMS kunt u naar andere GSM-gebruikers
tekstberichten verzenden van maximaal 1024 tekens.
SMS gebruiken met uw telefoon
Berichten mogen niet langer zijn dan 160 tekens.
Tijdens verzending worden de berichten opgesplitst.
Als de ontvanger een geschikte telefoon heeft, worden
de berichten tijdens ontvangst weer “in elkaar gezet”.
Lukt dit niet, dan verschijnt uw bericht als een aantal
afzonderlijke berichten, met 152 tekens.
U kunt ook SMS-berichten verzenden en ontvangen als
u aan het bellen bent.
U kunt ook gebruik maken van tekstsjablonen om
SMS-berichten te maken.
Een nieuw SMS-bericht maken
(M 4-2)
(M 4-2-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2.
Druk op of om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Opstellen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
70Berichten
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens,
zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
5. Druk op .
De tekstsjablonen gebruiken
Voor bijzonderheden over het maken van
tekstsjablonen, zie “Tekstsjablonen” op pagina 98.
1.
Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuw SMS-bericht maken”.
2. Druk in het tekstinvoerscherm op , , of
om de cursor naar het punt te verplaatsen waar u de
sjabloon wilt invoegen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om in de lijst de gewenste
sjabloon te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Een bericht opslaan in de map Drafts
1.
Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuw SMS-bericht maken”.
2. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en
druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een bericht verzenden
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Opstellen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens,
zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
5. Druk op .
6. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en
druk vervolgens op .
Als u in de Lijst contacten het telefoonnummer wilt
selecteren, zoek dan in deze lijst het gewenste item
op.
Druk op A [Opties] en druk op of om
“Contact zoeken” te selecteren om op naam het
telefoonnummer te zoeken, of druk op of
om op alfabetische volgorde te zoeken, en druk
vervolgens op of A [Selecteren]. Voor
bijzonderheden over het zoeken naar items in de
Lijst contacten, zie, “Een naam en nummer zoeken”
op pagina 40.
7. Druk op of om “Verzenden” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
De telefoon begint met het verzendingsproces en
het SMS-bericht wordt verstuurd. Nadat het bericht
is verzonden wordt het toegevoegd aan de map
Verzonden.
Opmerking
• Als u een bericht van meer dan 160 tekens verzendt,
wordt het bevestigingsbericht weergegeven. Druk op
A [Ja] om te verzenden of C [Nee] om te annuleren.
Berichten71
Ontvangers toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 6 uit onder “Een bericht verzenden”
op pagina 71.
2.
Druk op of om “Contact zoeken” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om een itemnummer te selecteren voor
het toevoegen van het telefoonnummer van de ontvanger, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer het telefoonnummer in dat u wilt toevoegen,
en druk vervolgens op .
5. Wanneer u klaar bent met het toevoegen van
ontvangers, druk dan op C [Vorige].
Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een
bericht verzenden” op pagina 71.
SMS-berichten lezen
Inkomende berichten
De SMS-berichtindicator ( ) verschijnt wanneer er
een bericht is binnengekomen.
1. Als u een SMS-bericht heeft ontvangen, druk dan
tijdens de standby-modus op .
2. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt tonen.
Op het scherm verschijnt het telefoonnummer van
de verzender en een deel van het bericht. Als het
72Berichten
telefoonnummer van de verzender in de Lijst
contacten is opgeslagen, verschijnt de naam van de
verzender in plaats van het telefoonnummer.
Berichten die zijn gemarkeerd met “ ” zijn
ongelezen berichten. Als Postvak IN, Verzonden of
Drafts vol is, wordt “” weergegeven. Verwijder
overbodige berichten.
3. Druk op .
4. Druk op of om door het scherm te schuiven
zodat u het bericht kunt lezen.
5. Als u klaar bent, druk dan op F.
Het bericht beantwoorden
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen”.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Beantwoorden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens,
zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
5. Druk op .
Voer de procedure uit vanaf stap 6 onder “Een
bericht verzenden” op pagina 71.
De afzender van het bericht bellen
1.
Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen” op pagina 72.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Afzender bellen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Een bericht doorsturen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen”
op pagina 72.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Doorsturen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en
druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in
de Lijst contacten, zie, “Een naam en nummer
zoeken” op pagina 40.
5.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een
bericht verzenden” op pagina 71.
De telefoon begint met het verzendingsproces en
het SMS-bericht wordt verstuurd.
Een bericht wijzigen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuw SMS-bericht
maken” op pagina 70.
2. Druk op of om “Postvak IN”, “Verzonden”
of “Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt wijzigen, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Wijzig het bericht, en druk vervolgens op .
Voer de procedure uit vanaf stap 6 onder “Een
bericht verzenden” op pagina 71.
Berichten73
Berichten verwijderen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuw SMS-bericht
maken” op pagina 70.
2. Druk op of om “Postvak IN”, “Verzonden”
of “Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt verwijderen, en druk vervolgens op om
uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Druk op of om “Verwijderen” of “Alles
verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op A [Ja].
Het geselecteerde bericht of alle berichten worden
verwijderd.
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 6
op C [Nee].
74Berichten
Telefoonnummers uit ontvangen berichten
ophalen en bellen
U kunt een telefoonnummer bellen dat in het ontvangen
SMS-bericht ingebed is.
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “SMS-berichten lezen”
op pagina 72.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Nummer selecteren” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Telefoonnummers die in het bericht zijn ingebed,
worden weergegeven.
4. Druk op of om het nummer te selecteren, en
druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties
weer te geven.
5. Druk op of om “Bellen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Om dit telefoonnummer op te slaan in de Lijst
contacten, drukt u op of om “Opsl. in
Contacten” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Voor bijzonderheden over het invoeren van een
naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
Tip
• Door bij stap 3 “Opsl. in Contacten” te selecteren
kunt u naar het scherm voor invoer van het
telefoonnummer gaan met het ingevoerde nummer
van de afzender.
Voor bijzonderheden over het invoeren van een
naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
SMS instellen
Telefoonnummer berichtencentrale instellen
(M 4-2-5)
1. Druk tijdens standby op A om het berichtenmenu
op te roepen.
2. Druk op of om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
4. Druk op of om “SMS-C” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer het nummer van de centrale in.
Als u voor een bericht naar een internationaal
nummer een landcode wilt invoeren, houd dan P
ingedrukt totdat het teken “+” verschijnt.
6. Druk op .
Geldigheidsduur bericht
Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren een door u
verzonden bericht onafgeleverd mag blijven.
In deze periode zal de berichtencentrale steeds proberen
het bericht bij de ontvanger af te leveren.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen”.
2. Druk op of om “Geldigheidsdduur” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om de geldigheidsduur te
selecteren, en druk vervolgens op .
Type bericht
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen”.
2. Druk op of om “Type bericht” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
3. Druk op of om het type bericht te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
Berichten75
Verbindingstype
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen” op
pagina 75.
2.
Druk op of om “Verbindingstype” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om het verbindingstype te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Optimalisatie
Wanneer “Aan” (standaard) ingesteld is, worden
double-byte tekens (zoals Europese tekens met een
accent) omgezet in single-byte tekens en verzonden.
Wanneer “Uit” ingesteld is, worden double-byte tekens
verzonden zoals ze worden weergegeven.
Vermeld dient te worden dat u mogelijk dubbel moet betalen
voor double-byte tekens die worden verzonden in een SMSbericht wanneer Optimalisatie op “Uit” ingesteld is.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen” op
pagina 75.
2. Druk op of om “Optimalisatie” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” of “Uit”, te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
76Berichten
Cell Broadcasts
Ontvangst is mogelijk van Cell Broadcast-berichten of
algemene berichten zoals weerberichten en
verkeersinformatie. Deze informatie wordt verspreid
onder abonnees in bepaalde netwerkgebieden.
Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
Cell Broadcasts in/uitschakelen
(M 4-6)
(M 4-6-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “Cell Broadcasts” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan/Uit” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Aan” te selecteren voor
inschakeling van Cell Broadcast of “Uit” voor
uitschakeling van deze functie, en druk vervolgens
op .
Cell Broadcast-berichten lezen
(M 4-6-2)
1. Als u een Cell Broadcast-bericht heeft ontvangen,
druk dan op .
2. Druk op of om door het scherm te schuiven
zodat u het bericht kunt lezen.
3. Als u klaar bent, druk dan op F.
Abonneren op Cell Broadcast
Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell
Broadcast-bericht.
(M 4-6-3)
1. Druk tijdens standby op A.
2.
Druk op of om “Cell Broadcasts” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Instellingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Info-onderwerpen inst.” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
5. Druk op of om “Toevoeg./Verwijderen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
6. Druk op of om de gewenste pagina te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
7. Druk op C [Vorige].
Tip
• Als de gewenste pagina niet in de lijst staat die bij
stap 6 verschijnt, selecteer dan “Onderwerp
instellen” bij stap 5, en voer vervolgens de
onderwerpcode in om een pagina toe te voegen.
Neem voor bijzonderheden over de onderwerpcode
contact op met uw netwerkoperator.
Talen instellen
Hiermee kunt u voor het display van de Cell Broadcastberichten een taal instellen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Abonneren op Cell
Broadcast”.
2. Druk op of om “Taal” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op .
De taallijst verschijnt op het scherm.
4. Druk op of om de taal te selecteren die u
wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
5. Druk op C [Vorige] om af te sluiten.
Berichten77
Regio info
Met Regio info verzendt de netwerkoperator informatie
naar abonnees in bepaalde gebieden.
Als u een bericht van Regio info ontvangt, verschijnt
het bericht (netnummer) op het standby-scherm.
Opmerking
• Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
Regio info in/uitschakelen
(M 4-7)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “Regio info” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” of “Uit” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
Opmerking
• Als Regio info op “Aan” is ingesteld, neemt de
standby-tijd af.
78Berichten
Vodafone live!
Uw telefoon is al ingesteld voor toegang tot Vodafone
live! en het Internet voor mobiele toepassingen*.
(M 2)
Afgestemd op
Vodafone live! is een nieuwe portal voor mobiele
toepassingen op het Internet die uw poort is naar een
nieuwe wereld van informatie, games, muziek en diensten.
Uw telefoon maakt gebruik van GPRS, een systeem dat
veel sneller is dan de eerdere methoden waarmee
mobiele informatie werd verkregen. Ook is de
verbinding ‘altijd aan’, wat betekent dat u niet hoeft te
wachten totdat verbinding is gemaakt. U betaalt alleen
voor de gegevens die u verzendt of ontvangt, niet voor
de duur van uw verbinding.
* Als u problemen ondervindt met het maken van de
verbinding, neem dan contact op met Vodafone
Customer Support.
Uw telefoon is uitgerust met een WAP-browser
waarmee u kunt surfen op het Internet voor mobiele
toepassingen om bruikbare informatie te bekijken. De
pagina's zijn gewoonlijk ontworpen voor een mobiele telefoon.
Uw telefoon is al afgestemd op de Vodafone-site voor
WAP/ MMS-instellingen.
De WAP-browser weergeven
1. Druk tijdens standby op E.
De WAP-browser afsluiten
1. Druk op F om de browser af te sluiten.
Vodafone live!79
Navigeren door een WAP-pagina
• :
Om de verschillende onderdelen in het
scherm te selecteren.
•:Wordt gebruikt om de optie uit te voeren
die midden in het scherm aan de
onderzijde weergegeven wordt.
• A:Om het optiemenu van de browser te
starten.
• C:Om een actie te selecteren die wordt
weergegeven in de rechterbenedenhoek
van het scherm.
• Q (indrukken en ingedrukt houden):
Om naar een URL te gaan.
• G t/m O (indrukken en ingedrukt houden):
Om de bookmark te starten (WAP).
• F:Afsluiten (kort indrukken)
Om de telefoon uit te zetten. (indrukken
en ingedrukt houden)
80Vodafone live!
Browser-menu
Als u met bladeren bent begonnen, kunt u de browseropties bereiken door op A [Opties] te drukken.
Het browser-menu bevat het volgende:
• Selecteren:
Om de link te selecteren die u wilt zien.
(“Selecteren” wordt alleen weergegeven wanneer
de link geaccentueerd is.)
• Homepage:
Om naar de homepages te gaan die u in de WAPinstellingen heeft ingesteld.
• Bookmark toevoegen:
Om in uw lijst met bookmarks de site toe te voegen
die u momenteel bezoekt.
• Bookmarks tonen:
Om uw lijst met bookmarks te bekijken.
• Items opslaan:
Om beelden, ringtones of videoclips op te slaan in
Opgeslagen afbeeldingen, Opgeslagen ringtones of
Opgeslagen videoclips.
• Ga naar URL:
Om de URL op te geven van de site waar u naar toe
wilt gaan.
• Geschiedenis:
Om uw geschiedenislijst te zien.
• Doorsturen:
Om naar de volgende URL in de geschiedenislijst
te gaan.
• Pagina verversen:
Om de inhoud van de WAP-pagina te verversen.
• Geavanceerd
• URL tonen:
Om de URL te tonen van de site die u momenteel
bezoekt.
• Pagina opslaan:
Om in de lijst met snapshots de pagina op te
slaan die u momenteel bezoekt.
• Snapshots:
Om uw lijst met snapshots te bekijken.
• Postvak IN:
Om uw lijst met WAP-pushberichten te bekijken
U kunt via WAP-diensten Push-berichten
ontvangen. Dit betekent dat een Internet Service
Provider WAP-inhoud naar uw telefoon
verzendt zonder dat u iets hoeft in te stellen.
• Instellingen
Omvat “Downloads”, etc.
• Beveiliging:
Om de beveiliging in te stellen.
• Wissen...:
Om geschiedenis, cache, etc., te wissen
• Nieuwe browsersessie:
Om de browser opnieuw te starten.
Bookmarks
Om een bookmark toe te voegen
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op om op te slaan.
Openen van pagina's waarvan u een bookmark
heeft gemaakt
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark tonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om een bookmarkpagina te
selecteren die u wilt openen, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Vodafone live!81
Bookmarks bewerken
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark tonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Meer...” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om een bookmarkpagina te
selecteren die u wilt bewerken, en druk vervolgens
op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Details” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Bewerk de titel en druk vervolgens op .
7. Bewerk de URL, en druk vervolgens op .
8. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om op te slaan.
82Vodafone live!
Bookmarks verwijderen
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark tonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Meer...” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om een bookmarkpagina te
selecteren die u wilt verwijderen, en druk
vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen, en druk vervolgens op of om “OK”
te selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om de gegevens te verwijderen.
Mijn Telefoon
De optie Mijn Telefoon bevat verschillende soorten
afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegevens en
toepassingen die u kunt beheren. Mijn Telefoon bevat
tevens vaak gebruikte tekstberichtzinnen en vaak bezochte
WAP-pagina's (adressen) die u kunt gebruiken.
Mijn Games & meer
Samen met de meegeleverde toepassing worden
gedownloade toepassingen opgeslagen in Opgeslagen
downloads.
Opmerking
• In de telefoon is ruimte voor ongeveer 2Mbytes
informatie voor Opgeslagen downloads, Opgeslagen
afb., Opgeslagen ringtones en Opgeslagen
videoclips. In Opgeslagen downloads is ruimte voor
maximaal 50 toepassingen.
Toepassingen gebruiken
Met deze telefoon kunnen verschillende soorten Vodafonespecifieke toepassingen worden gebruikt.
Om toepassingen te gebruiken, downloadt u eerst de
toepassingen vanaf Internet-sites voor mobiele
toepassingen.
(M 6)
(M 6-1)
Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid om,
binnen een spel of netwerktoepassing, verbinding te
maken met een netwerk.
Opmerking
• Toepassingen kunnen lokaal worden uitgevoerd.
(geen verbinding) of gebaseerd zijn op een netwerk
(waarbij gebruik wordt gemaakt van Internet-sites
voor mobiele toepassingen om informatie te updaten/
spelletjes te spelen). Het netwerk brengt u mogelijk
meer in rekening als u netwerktoepassingen gebruikt.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
Toepassingen downloaden
Bevestigingsscherm
Voordat u de toepassing downloadt, wordt u gevraagd
om te bevestigen wat u gaat ontvangen.
Nadat u de informatie op het bevestigingsscherm heeft
gecontroleerd, kunt u de toepassing downloaden.
Opmerking
• Op sommige informatieschermen is
gebruikersverificatie vereist voordat de toepassing
kan worden gedownload.
Mijn Telefoon83
Meer downloads
(M 6-1-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn Games & meer” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op of om “Meer downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Op het scherm verschijnt de download-site van de
toepassing.
5. Druk op of om de toepassing te selecteren
die u wilt downloaden.
Nadat op verschillende manieren een WAP-browser
is getoond, verschijnt na een tijdje het
bevestigingsscherm.
6. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
7. Druk op of om “Ophalen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Het downloaden begint.
8. Druk op A [OK] als u klaar bent.
84Mijn Telefoon
Toepassingen uitvoeren
(M 6-1-1)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn Games & meer” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op of om “Opgeslagen downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
De lijst met toepassingen in Opgeslagen downloads
wordt vervolgens weergegeven.
Achtereenvolgens worden vanaf de laatste
toepassing de gedownloade toepassingen getoond.
5. Druk op of om de titel van de toepassing te
selecteren die u wilt uitvoeren, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde toepassing wordt uitgevoerd.
Bij gebruik van toepassingen voor
netwerkverbindingen kan verbinding met het
netwerk worden geselecteerd.
De toepassing beëindigen
1. Druk op F.
2. Druk op of om “Einde” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De toepassing onderbreken
1. Druk op F.
2. Druk op of om “Onderbreken” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
Om de toepassing te hervatten, voert u stap 1 t/m 4
uit onder “Toepassingen uitvoeren” op pagina 84 en
accentueer “Hervatten”, en druk vervolgens op .
De toepassingsinformatie controleren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Toepassingen
uitvoeren” op pagina 84.
2. Druk op of om de toepassing te selecteren
die u wilt controleren, en druk vervolgens op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Download details” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Getoond wordt het gedetailleerde
informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u tweemaal op C [Vorige].
Het scherm keert terug naar de lijst.
Toepassingen verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Toepassingen
uitvoeren” op pagina 84.
2. Druk op of om de toepassing te selecteren
die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
De geselecteerde toepassing wordt verwijderd.
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4
op C [Nee].
Opmerking
• Meegeleverde toepassingen kunt u niet verwijderen.
Mijn Telefoon85
Afbeeldingen
Beheer is mogelijk van foto's die met een digitale camera
zijn genomen of van afbeeldingen die zijn gedownload
vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
: Beelden in PNG-formaat
: Beelden in JPEG-formaat
: e-Animatie bestand (NEVA)
: Beelden in GIF-formaat
: Beelden in BMP-formaat
: Beelden in WBMP-formaat
: Beelden in WPNG-formaat
Beelden gebruiken als achtergrond
(M 6-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn afbeeldingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Opgeslagen afb.” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De lijst met opgeslagen afbeeldingen wordt weergegeven.
5. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u als achtergrond wilt gebruiken, en
druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
86Mijn Telefoon
6.
Druk op of om “Achtergrond” te selecteren, en druk
vervolgens op of
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
7. Druk op of om “Hoofddisplay” of “Intern
display” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
8.
Druk op , , of om het gebied te specificeren
dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
Opslaan in de Lijst contacten
1.
Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als achtergrond”.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u aan de Lijst contacten wilt
toevoegen, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Opsl. in Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Wanneer u bestaande gegevens van de Lijst contacten overschrijft
4.
Druk op of om “Best. contactpers.” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots [B] × 320 dots
[H]
, druk dan op , , of om het gebied op
te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
5. Druk op of om de gegevens te selecteren
waarnaar u wilt opslaan, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Wanneer u nieuwe gegevens van de Lijst
contacten opslaat
4. Druk op of om “Nieuw toev.” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots [B] × 320
dots [H], druk dan op , , of om het
gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk
vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van een
naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
Beelden bewerken
Afbeeldingen retoucheren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt retoucheren, en druk
vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Beeld bewerken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Retoucheren” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
5. Druk op of om de retoucheringsoptie te
selecteren die u wilt gebruiken, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde optie wordt bevestigd op het display.
6. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen die kan worden
geretoucheerd is minimaal 52 × 52 pixels en
maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots
[B] × 240 dots [H].
Mijn Telefoon87
Een kader toevoegen aan afbeeldingen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren waaraan u het kader wilt toevoegen, en
druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Beeld bewerken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Kader toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
5. Druk op of om het kaderpatroon te
selecteren dat u wilt gebruiken, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
Het geselecteerde frame wordt bevestigd op het
display.
6. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen waaraan u een kader
kunt toevoegen is maximaal 240 dots [B] × 320 dots
[H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
88Mijn Telefoon
Stempels toevoegen aan afbeeldingen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren waaraan u de stempel wilt toevoegen, en
druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3.
Druk op of om “Beeld bewerken” te selecteren, en druk
vervolgens op of
4.
Druk op of om “Effect toevoegen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5.
Druk op A [Effect], en druk vervolgens op of om
het stempelpatroon te selecteren dat u wilt gebruiken, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6.
Druk op , , of om de cursor naar het punt
te verplaatsen waar u een stempel wilt invoegen.
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
7. Druk op om de stempel toe te voegen.
Om meer stempels toe te voegen, herhaalt u stap 5 t/m 7.
8. Druk op C [Einde], en druk vervolgens op
Om te annuleren drukt u bij stap 8 op C [Nee].
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen waaraan u stempels kunt
toevoegen is minimaal 24 × 24 pixels en maximaal 240
dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
A
[Ja].
Afbeeldingen draaien
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt draaien, en druk vervolgens op
A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Beeld bewerken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Draaien” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De afbeelding wordt linksom 90º gedraaid.
Druk op A [Draaien] om linksom 90º te draaien.
5. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen die u kunt roteren is
maximaal 240 dots [B]
[B]
×
240 dots [H].
×
320 dots [H] of 320 dots
Afbeeldingsbestand downloaden
(M 6-2-2)
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om “Meer downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Op het scherm verschijnt de download-site van het
afbeeldingsbestand.
Afbeeldingen weergeven
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt weergeven, en druk vervolgens
op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
3. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug
te keren naar de lijst.
De bestandsnaam wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt wijzigen, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
Mijn Telefoon89
3. Druk op of om “Hernoemen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Om het laatste teken te corrigeren, drukt u
kortstondig op C [Wissen].
Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
5. Druk op .
Opmerking
• De volgende tekens kunnen niet worden gebruikt
voor een bestandsnaam:
/, \, :, *, ?, ", <, >, | en . (punt).
Het formaat van de afbeelding instellen
De afbeeldingen die zijn geregistreerd in de
Opgeslagen afbeeldingen kunnen worden gewijzigd
voor gebruik op het hoofddisplay of extern display, of
voor weergave bij een inkomend gesprek, alarm of in/
uitschakeling van de telefoon.
Als het afbeeldingsformaat wordt gewijzigd, wordt de
gegevensgrootte bijgewerkt.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt wijzigen, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
90Mijn Telefoon
A
[Opties].
3. Druk op of om “Formaat aanpassen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Hoofddisplay”, “Extern
display”, “In-/Uitschakelen”, “Inkomend gesprek”
of “Alarm” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
5. Druk op , , of om het gebied te
specificeren dat u wilt weergeven, en druk
vervolgens op .
6. Druk op om op te slaan.
Om de registratie te annuleren, drukt u bij stap 6 op
C [Vorige].
Opmerking
• “Formaat aanpassen” is mogelijk niet beschikbaar.
Dit is afhankelijk van de originele afbeelding of
eventuele auteursrechten.
Berichten verzenden
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn afbeeldingen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Opgeslagen afb.” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De lijst met opgeslagen afbeeldingen wordt weergegeven.
5. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt verzenden, en druk vervolgens
op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
6. Druk op of om “Bericht verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
7. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een
bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op
pagina 59.
Opmerking
• Afbeeldingen met een rood pictogram kunnen niet
met een bericht worden meegestuurd.
Afbeeldingen verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt verwijderen, en druk
vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Eén afbeelding” of “Alle
afbeeldingen.” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 5
op C [Nee].
Mijn Telefoon91
De beeldinformatie controleren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt controleren, en druk vervolgens
op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Afbeeldingsdetails” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Getoond wordt het gedetailleerde
informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
92Mijn Telefoon
Ringtones
De ringtones die zijn gemaakt door de Ringtone-editor en de
AMR-gegevens die zijn opgenomen door Memorecorder,
worden beheerd in de Opgeslagen ringtones. De standaard
ringtones bevinden zich niet in de Opgeslagen ringtones.
: Geluidsbestand in SMAF-formaat
: Originele ringtone (samengesteld in de Ringtone-editor)
: Geluidsbestand in standaard MIDI-formaat
: Geluidsbestand in i Melody-formaat
: Geluidsbestand in WAVE-formaat
: Geluidsbestand in AMR-formaat
Opmerking
• SMAF (Synthetic Music Mobile Application Format) is
een muziekgegevensformaat voor mobiele telefoons.
Geluidsbestanden downloaden
(M 6-3)
(M 6-3-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn ringtones” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Meer downloads” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Op het scherm verschijnt de download-site van het geluidsbestand.
Ringtones Afspelen
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn ringtones” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Opgeslagen ringtones” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De opgeslagen ringtones worden weergegeven.
5.
Druk op of om de ringtone te selecteren die u wilt
afspelen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde ringtone wordt afgespeeld.
Om met afspelen te stoppen, drukt u op .
De informatie van de geluidsbestanden controleren
1.
Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen”.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt controleren, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Details ringtone” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Getoond wordt het gedetailleerde informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
Het scherm keert terug naar de lijst.
De bestandsnaam wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen”.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt wijzigen, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
3.
Druk op of om “Hernoemen” te selecteren, en druk
vervolgens op of
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
A
[Opties].
4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Om het laatste teken te verwijderen, drukt u
kortstondig op C [Wissen].
Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
5. Druk op .
Opmerking
• De volgende tekens kunnen niet worden gebruikt
voor een bestandsnaam:
/, \, :, *, ?, ", <, >, | en . (punt).
Tip
• Wanneer in het menu bij stap 2 “Data bewerken” wordt
getoond, kunt u de ringtone bewerken (p. 112). Zodra u
met bewerken gereed bent, wordt het oude bestand door
het laatst opgeslagen bestand overschreven. Dit nieuwe
bestand wordt dan de originele ringtone.
Mijn Telefoon93
De toon en sterkte instellen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen” op
pagina 93.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt bewerken, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Toon instellen” of “Volume
instellen” te selecteren, en druk vervolgens op
of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Voor volledige bijzonderheden, zie pagina 109 t/m 111.
Opmerking
• Indien “Toon instellen” en “Sterkte instellen” bij
stap 2 van het menu niet worden weergegeven, kunt u
deze instellingen niet wijzigen.
Berichten verzenden
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen” op
pagina 93.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt verzenden, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Bericht verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
94Mijn Telefoon
Indien u bij stap 2 uw originele ringtone selecteert, ga
dan als volgt te werk. Maakt u deze keuze niet, ga dan
verder met stap 5.
4. Druk op of om het bestandsformaat
“SMAF”, “MIDI” of “i Melody” te selecteren, en
druk vervolgens op .
5. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een
bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op
pagina 59.
Opmerking
• Ringtones met een rood pictogram kunnen niet met
een bericht worden meegestuurd.
• Alleen het eerste gedeelte van de gegevens wordt
omgezet als u bij stap 4 “i Melody” selecteert.
Ringtones verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen” op
pagina 93.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt verwijderen, en druk
vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Eén ringtone” of “Alle
geluiden” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 5
op C [Nee].
Videoclips
Beheer is mogelijk van videoclips die zijn opgenomen
door een videocamera of videoclips die zijn
gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele
toepassingen.
Videoclipbestanden downloaden
(M 6-4)
(M 6-4-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn Videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op of om “Meer downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Op het scherm verschijnt de download-site van het
videoclipbestand.
Videoclipbestanden afspelen
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op of om “Opgesl. videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
De lijst met Opgeslagen videoclips wordt
weergegeven.
5. Druk op of om de videoclip te selecteren die
u wilt afspelen, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
6. Druk op .
De geselecteerde videoclip wordt afgespeeld.
Om een pauze in te lassen, drukt u op .
Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op
.
Om met afspelen te stoppen, drukt u op C [Vorige].
Om terug te keren naar het originele formaat, drukt
u op A [×1]
Mijn Telefoon95
De informatie van de videoclipbestanden
raadplegen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden
afspelen” op pagina 95.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt controleren, en druk vervolgens
op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Details videoclip” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Getoond wordt het gedetailleerde
informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
De bestandsnaam wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden
afspelen” op pagina 95.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens
op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
96Mijn Telefoon
3. Druk op of om “Hernoemen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Om het laatste teken te verwijderen, drukt u
kortstondig op C [Wissen].
Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
5. Druk op .
Opmerking
• De volgende tekens kunnen niet worden gebruikt
voor een bestandsnaam:
/, \, :, *, ?, ", <, >, | en . (punt).
Berichten verzenden
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden
afspelen” op pagina 95.
2.
Druk op of om het bestand te selecteren dat u
wilt verzenden, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Bericht verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht,
zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 59.
Videoclipbestanden verwijderen
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
4. Druk op of om “Opgesl. videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
De lijst met opgeslagen videoclips wordt
weergegeven.
5.
Druk op of om het bestand te selecteren dat u
wilt verwijderen, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
6. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Eén videoclip” of “Alle
videoclips” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
8. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 8
op C [Nee].
Mijn Bookmarks
U kunt gewenste (of veel bezochte) pagina's (adressen)
opslaan in Mijn Bookmarks. Op een later tijdstip kunt u
dan sneller naar WAP-pagina's (sites) gaan. Voor
bijzonderheden, zie “Vodafone live!” op pagina 79.
(M 6-5)
Mijn Telefoon97
Tekstsjablonen
U kunt maximaal 20 tekstsjablonen registreren voor
gebruik in SMS- en MMS-berichten.
Berichten kunt u sneller opstellen door teksten te
registreren die u vaak gebruikt en die dan later in
berichten te gebruiken.
In elk tekstsjabloon kunnen 120 tekens worden
geregistreerd.
Tekstsjablonen maken
(M 6-6)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
De lijst met tekstsjablonen wordt dan weergegeven.
4. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt registreren, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
5. Voer de tekst in, en druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens,
zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
98Mijn Telefoon
Tekstsjablonen bewerken
1.
Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Tekstsjablonen maken”.
2. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt bewerken, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
3. Voer de nieuwe tekst in.
Om het laatste teken te corrigeren, drukt u
kortstondig op C [Wissen].
Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
4. Druk op .
Tekstsjablonen tonen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Tekstsjablonen
maken”.
2. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt tonen, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Tonen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
De geselecteerde tekstsjabloon wordt vervolgens
getoond.
4. Druk na bevestiging op C [Vorige] om terug te
keren naar de sjablonenlijst.
Tekstsjablonen verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Tekstsjablonen maken”
op pagina 98.
2. Druk op of om de tekstsjabloon selecteren
die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A
[Opties].
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw
keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
De geselecteerde tekstsjabloon wordt verwijderd.
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4
op C [Nee].
Geheugenstatus
Met deze functie kunt u de geheugenstatus van Mijn
telefoon controleren.
(M 6-7)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op of om “Geheugenstatus” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Mijn Telefoon99
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.