Sharp GX20 User Manual [nl]

Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze GX20 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Bij dezen verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze GX20 voldoet aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende Internet­adres: http://www.sharp-mobile.com

Inleiding

Gefeliciteerd met uw aankoop van de GX20.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens verloren gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op andere wijze niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen, directe of indirecte, verantwoordelijkheid voor financiële verliezen of claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval van gestolen creditcardnummers, het verlies of wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
• De schermindelingen in deze gebruikershandleiding kunnen anders zijn dan van uw telefoon. De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven functies worden mogelijk niet in alle gevallen door een netwerk ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor inhoud, informatie, enz. die van het netwerk wordt gedownload.
• De CGS-LCD is een product met hoogwaardige technologie waarmee u een mooie beeldkwaliteit krijgt. Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of heldere pixels verschijnen. Dit heeft echter geen invloed op de functies of prestaties van de telefoon.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privé­doeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen rechten kan uitoefenen die uitgebreider zijn of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden voorkomen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inleiding 1
Powered by JBlend®, ©1997-2003 Aplix Corporation. All rights reserved. Java and all Java-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc. in the U.S. and other countries. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
In this product, JBlend
®
JBlend
is a Java execution environment that Aplix developed for implementing advanced performance and fast operation on small-memory systems. JBlend and JBlend logo are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
Powered by Mascot Capsule Mascot Capsule
Corporation ©2002-2003 HI Corporation. All Rights Reserved.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the following United States Patents and/or their domestic or foreign counterparts and other patents pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262: 4,785,450 & 4,811,420.
®
is incorporated.
®
®
is a registered trademark of HI
/Micro3D Edition™
2 Inleiding
Licensed under U.S. Patent 4,558,302 and foreign counterparts.
T9 Text Input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/ DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat. Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending worldwide.

Functies en kenmerken van de telefoon

Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Een ingebouwde digitale camera waarmee u foto's kunt maken en videoclips kunt opnemen.
• SMS-berichten maken en lezen.
• Met Multimedia Messaging Service (MMS) kunt u uw telefoon op verschillende manieren aan uw persoonlijke wensen aanpassen: u kunt multimediaberichten verzenden en ontvangen met toevoeging van grafische afbeeldingen, foto's, geluid of videoclips.
• Met de WAP-browser kunt u op het mobiele Internet allerlei informatiebronnen raadplegen.
• U kunt ook verschillende soorten toepassingen downloaden vanaf Vodafone via het Internet voor mobiele toepassingen.
• Continuous Grain Silicon (CGS) kleuren LCD­hoofddisplay waarmee beelden duidelijker en gemakkelijker te bekijken zijn.
• Extern kleurendisplay waarmee u snel kunt zien wie belt en of er berichten zijn.
• Telefoonlamp voor een groot aantal functies: voor gebruik als cameraflitser, oplaadaanduiding voor de batterij, aanduiding voor inkomende gesprekken en een geimproviseerde zaklantaarn.
• Functie voor het bewerken van ringtones waarmee u originele ringtones tot 16 stemmen kunt maken.
• Met de Memorecorder kunt u tekst inspreken en afspelen.
Inleiding 3

Inhoudsopgave

Inleiding ........................................................ 1
Functies en kenmerken van de telefoon ....... 3
Inhoudsopgave ............................................ 4
Uw telefoon .................................................. 7
Optionele accessoires ...................................7
Beginnen ...................................................... 8
De SIM-kaart en batterij plaatsen .............11
De batterij opladen .....................................14
Uw telefoon aan- en uitzetten ....................16
Display-indicators (Hoofddisplay) ............17
Display-indicators (Extern display) ...........19
Belfuncties ................................................. 21
Bellen .........................................................21
Snelkiezen ..................................................21
Opnieuw kiezen .........................................22
Een gesprek beëindigen .............................22
Een oproep beantwoorden .........................23
Menu's tijdens een gesprek ........................24
Tekens invoeren ........................................ 29
De invoertaal wijzigen ...............................30
De invoermethode wijzigen .......................30
4 Inhoudsopgave
Tekstsjablonen gebruiken ...........................31
Gebruik van het menu ...............................32
Overzicht van menufuncties .......................34
Lijst contacten ..........................................35
Het geheugen van de Lijst contacten
selecteren ....................................................35
Een nieuw item invoeren ............................36
Een naam en nummer zoeken ....................40
Bellen vanuit de Lijst contacten .................40
Items van de Lijst contacten bewerken ......41
Eén item uit de Lijst contacten
verwijderen .................................................42
Alle items uit de Lijst contacten
verwijderen .................................................42
Groepen weergeven ....................................42
Geheugenstatus ..........................................44
Snelkiezen .................................................45
Berichten verzenden ...................................45
Locatienummer van telefoonnummer
verwisselen .................................................46
Camera ....................................................... 47
Digitale camera ..........................................47
Videocamera ..............................................54
Berichten .................................................... 59
Multimedia (MMS) ...................................59
Tekst (SMS) ...............................................70
Cell Broadcasts ...........................................76
Regio info ..................................................78
Vodafone live! ............................................ 79
De WAP-browser weergeven .....................79
Navigeren door een WAP-pagina ..............80
Mijn Telefoon ............................................. 83
Mijn Games & meer ...................................83
Afbeeldingen ..............................................86
Ringtones ....................................................92
Videoclips ..................................................95
Mijn Bookmarks .........................................97
Tekstsjablonen ............................................98
Geheugenstatus ..........................................99
Fun & Games ........................................... 100
Games & meer ..........................................100
Ringtone-editor ........................................105
Toepassingen ..........................................114
Vodafone menu ...................................... 114
Kalender ................................................. 114
Alarmsignaal ........................................... 116
Rekenmachine ........................................ 119
Memorecorder ........................................ 121
PC-Link ................................................... 122
Help ......................................................... 122
Profielen ...................................................123
Een profiel activeren ................................ 123
Profielen aanpassen ................................. 124
Profielinstellingen resetten ...................... 124
Volume belsignaal ................................... 125
Ringtone kiezen ....................................... 125
Trilalarm .................................................. 126
Toetstonen ............................................... 126
Waarschuwingstoon ................................ 127
Geluid bij inschakelen/uitschakelen ........ 128
Berichtsignaal .......................................... 128
Batterij bijna leeg .................................... 129
Antwoord met willekeurige toets ............ 129
Inhoudsopgave 5
Contacten ................................................. 130
Gespreksregister .......................................130
Gesprekstimers .........................................131
Gesprekskosten ........................................132
Datateller ..................................................134
Snelkiezen ................................................135
Mijn nummers .........................................135
Instellingen .............................................136
Telefooninstellingen ...............................136
Oproepinstellingen ..................................145
Doorschakelen .........................................148
Datum & tijd ...........................................150
Netwerkinstellingen ................................152
Internet-instellingen .................................154
Infrarood .................................................160
Beveiliging ..............................................160
Fabrieksinstellingen .................................166
De GX20 aansluiten op uw PC ...............167
Systeemvereisten .....................................167
GSM/GPRS modem ................................. 167
Telefoonmanager .....................................167
Installatie van de software .......................167
Opmerking ...............................................168
6 Inhoudsopgave
Problemen oplossen ...............................169
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksvoorwaarden .............................171
GEBRUIKSVOORWAARDEN ..............171
OMGEVING ............................................174
GEBRUIK VAN DE TELEFOON
IN EEN AUTO .........................................174
Index .........................................................176

Uw telefoon

Controleer zorgvuldig het volgende. In het pakket moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• GSM 900/1800/1900 GPRS telefoon
• Oplaadbare Li-ion accu
• Batterijlader
• Hands Free-kit
•CD-ROM
• Gebruikershandleiding

Optionele accessoires

• Li-ion reserve-accu (XN-1BT11)
• Li-ion accu met hoge capaciteit (XN-1BT13)
• Sigarettenaansteker-oplader (XN-1CL10)
• Gegevenskabel (RS232C-kabel: XN-1DC10)
• Batterijlader (XN-1QC11)
Het is mogelijk dat bovengenoemde accessoires in bepaalde landen niet leverbaar zijn.
Neem voor bijzonderheden contact op met uw dealer.
Uw telefoon 7

Beginnen

1
2 3
4
5 6
7
8Beginnen
16
10 11 12
13
14 15
17
18 19
20
8
21
22
9
23 24
25
26
1. Luistergedeelte
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
Om de cursor te verplaatsen voor het selecteren van menu-items, etc.
, , en geven in deze handleiding deze toetsen aan.
Pijltoetsen omhoog/omlaag:
Om in de standby-modus naar items in het Lijst contacten te zoeken.
Pijltoets links: Toont in de standby-modus
een lijst van toepassingen in Opgeslagen downloads.
Pijltoets rechts:
Om in de standby-modus de lijst van Opgeslagen afbeeldingen weer te geven.
3. Middelste toets: Toont het hoofdmenu in de standby-modus en voert functies uit.
duidt in deze handleiding
op deze toets.
4. Linkerdisplaytoets: Om de functie aan de linkeronderzijde van het scherm uit te voeren.
geeft in deze
A
handleiding deze toets aan.
5. Verzend-toets: Om te bellen of inkomende oproepen te accepteren, of in de standby-modus het gesprek weer te geven.
6. Voicemail-toets: Houd deze toets ingedrukt om automatisch uw voicemail op te halen. (Hangt af van de SIM-kaart).
7. * /Shift-toets,
Wisseltoets zoeker:
Voert * in. Houd deze toets ingedrukt om te wisselen tussen vier invoermethoden: Abc, ABC, abc en 123. Hiermee wordt in de modus van de digitale camera/ videocamera afwisselend het hoofddisplay of het extern display als zoeker gebruikt.
8. Hoofddisplay
9. Hands Free-connector
Rechterdisplaytoets:Om de functie aan de
10.
rechteronderzijde van het scherm uit te voeren.
geeft in deze
C
handleiding deze toets aan.
Beginnen 9
11. “Vodafone live!”- toets:
Wordt gebruikt om toegang te krijgen tot “Vodafone live!” door de browser te openen.
Einde/AAN/UIT-toets:Om een gesprek te
12.
beëindigen of de telefoon aan of uit te zetten.
13. Toetsenblok
14. #/Flitslamptoets: Wisselt symboolschermen.
Houd deze toets ingedrukt om de tekstinvoermodus te wijzigen van meervoudige toetsaanslagen in T9­modus en vice versa. Schakelt in de modus voor de digitale camera/ videocamera de flits/ hulplamp in of uit .
15. Microfoon
16. Externe connector:
Wordt gebruikt om de oplader of gegevenskabel aan te sluiten.
17. Antenne
10 Beginnen
18. Telefoonlamp:
Wordt gebruikt als een flitser of hulplamp in de modus voor de digitale camera/videocamera, als oplaadaanduiding voor de batterij, of aanduiding van inkomende gesprekken, data/ fax-gesprekken of berichten.
19. Macro-schijf:
(close-up)
Draait de schijf naar de normale ( ) of de macro-( ) stand.
20. Camera
21. Extern display
22. Infraroodpoort: Om via infrarood gegevens
te verzenden en ontvangen.
23. Luidspreker
24. RF-connector
25. Toetsen omhoog/omlaag zijkant:
Om de cursor te verplaatsen voor het selecteren van menu­items, het headsetvolume bij te stellen, etc. Houd in de standby-modus deze toets ingedrukt om de telefoonlamp aan en uit te zetten. Wanneer de telefoonlamp ingeschakeld is, druk dan op deze toets om de lampkleur te wijzigen.
26. Batterijdeksel

De SIM-kaart en batterij plaatsen

1. Schuif het batterijdeksel weg.
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
SIM-kaart
Beginnen 11
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuven , en plaats vervolgens de batterij in de telefoon .
12 Beginnen
4. Plaats het batterijdeksel terug en schuif dit dicht,
zoals afgebeeld.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat de standaardaccu (XN-1BT11) of de optionele Li-ion accu met hoge capaciteit (XN­1BT13) wordt gebruikt.
De SIM-kaart en de batterij verwijderen
1. Zorg ervoor dat u uw telefoon uitschakelt en de
oplader en andere accessoires verwijdert. Schuif het batterijdeksel weg.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
3. Schuif de SIM-kaart naar voren door op de
achterzijde van de kaart te drukken en verwijder de kaart vervolgens uit de SIM-houder.
Beginnen 13
Batterij afdanken
Het apparaat wordt gevoed door een batterij. Houd u aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor chemisch afval, uw dealer of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur of water, en geef de batterij niet met het gewone huishoudelijk afval mee.

De batterij opladen

Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u de batterij eerst 2 uur lang opladen.
14 Beginnen
Gebruik van de oplader
1. Sluit aan de onderzijde van de telefoon de oplader
(met de markering “PUSH TOP” naar boven gericht) aan op het contactpunt van de telefoon en steek de stekker in het stopcontact.
Telefoonlamp
De telefoonlamp brandt tijdens het opladen in een rode kleur. Normale oplaadtijd: Ongeveer 2 uur.
Opmerking
• De oplaadtijd kan variëren al naargelang de staat van de batterij en andere omstandigheden. (Zie “Batterij” op pagina 172.)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Werp lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
De oplader verwijderen
Druk de knoppen aan de zijkant van de oplader in en verwijder vervolgens de oplader uit het externe contactpunt van de telefoon.
2.
Als de batterij volledig opgeladen is, dooft de telefoonlamp. Haal de stekker uit het stopcontact en haal de opladerconnector vervolgens uit de telefoon.
Opmerking
• Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd, omdat deze uw telefoon kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen maken; zie “Batterij” op pagina 172 voor bijzonderheden.
• Tijdens het opladen van de telefoon wordt rechtsboven in het scherm het animatiepictogram ( ) weergegeven dat de batterijstatus aangeeft.
De batterij opladen met de sigarettenaansteker-oplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan via de sigarettenaanstekerbus in uw auto de batterij worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
De status van de batterij wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het hoofddisplay en extern display.
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Wanneer de batterij zwak wordt, klinkt een alarm en verschijnt “ ” op het hoofddisplay en extern display.
Als u uw telefoon gebruikt en u dit alarm hoort, laad de telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking niet meer gegarandeerd. De batterij werkt mogelijk nog maar vijf minuten voordat de telefoon zichzelf tijdens een gesprek uitschakelt.
Batterij-indicators Oplaadstatus
Voldoende opgeladen
Gedeeltelijk opgeladen
Opladen aanbevolen
Opladen vereist
Leeg
Beginnen 15

Uw telefoon aan- en uitzetten

Om uw telefoon aan te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden.
Vervolgens verschijnt het standby-scherm. Om uw telefoon uit te zetten, moet u F ongeveer 2
seconden lang ingedrukt houden.
Uw PIN-code invoeren
Indien geactiveerd wordt u gevraagd uw PIN-code in te voeren nadat u de telefoon heeft aangezet.
1. Voer uw PIN-code in.
2. Druk op .
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN-code inschakelen/uitschakelen” op pagina 160.
Lijst contacten kopiëren vanaf de SIM-kaart
Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon plaatst en de Lijst contacten start, dan wordt u gevraagd of u items van de Lijst contacten op de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de instructies op het scherm uit, of kopieer personen op een later tijdstip met het menu Lijst contacten. Dat werkt als volgt:
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
16 Beginnen
2. Druk op , , of om “Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Lijst contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Geavanceerd” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op of om “Alles kopiëren v SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op A [Ja] om met kopiëren te beginnen.
Om het kopiëren te annuleren, drukt u bij stap 7 op C [Nee].

Display-indicators (Hoofddisplay)

Statusindi­cators
Linkerdisplaytoets
Middelste toets/navigatietoetsen
Rechterdisplaytoets
Statusindicators
1. / : Geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is/dat het netwerk buiten bereik is.
2. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor GPRS-communicatie staat en binnen bereik is. Knippert tijdens GPRS-transmissie.
3. / / : Verschijnt wanneer een nieuwe SMS, MMS of WAP melding is gearriveerd.
4. / : Verschijnt wanneer de toepassing uitgevoerd (kleurrijk) of onderbroken (sepia) wordt.
5. (Geen display)/ / / / : Geeft de status van de telefoon aan (Normaal/Vergadering/Actief/Auto/ Stil).
6. : Verschijnt wanneer de T9­tekstinvoermodus geactiveerd is.
Beginnen 17
7. / / / : Geeft de tekstinvoermodus aan (alleen eerste letter een hoofdletter/alle letters hoofdletters/alle letters kleine letters/ numerieke modus).
8.
: Verschijnt wanneer “Doorschakelen”
(p. 148) ingesteld is op “Alle oproepen”.
9. : Verschijnt wanneer Postvak UIT MMS-berichten bevat waarvan de verzending is mislukt.
10. / : Verschijnt tijdens weergave van een beveiligde WAP-browser.
11. : Verschijnt tijdens een gesprek.
12. / : Verschijnt wanneer de WAP- of MMS-communicatie in de CSD- of GPRS-modus staat.
13. : Geeft de batterijstatus aan.
14.
: Verschijnt wanneer uw telefoon buiten
uw netwerk aan het “roamen” is.
15.
: Verschijnt wanneer “Volume belsignaal”
(p. 125) ingesteld is op “Stil”.
18 Beginnen
16. : Verschijnt wanneer het trilalarm (p. 126) is ingesteld.
17. : Verschijnt wanneer de gegevenskabel op uw telefoon is aangesloten.
18. / : Verschijnt wanneer “Infrarood” aan is/tijdens verbinding.
19. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor datacommunicatie staat.
20. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor faxcommunicatie staat.
21. : Verschijnt wanneer er een voicemailbericht opgeslagen is.
22. : Verschijnt wanneer het alarm is ingesteld.
Displaytoets-indicators
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de corresponderende toets worden ingedrukt.
23. Gebied aan de linkeronderzijde van het scherm: Toont de bewerking die wordt uitgevoerd door de linkerdisplaytoets.
24. Gebied aan de rechteronderzijde van het scherm:
s
Toont de bewerking die wordt uitgevoerd door de rechterdisplaytoets.
Indicators middelste toets/navigatietoetsen
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de corresponderende toets worden ingedrukt.
25. Gebied onderaan in het midden van het scherm: Toont de bewerking die wordt uitgevoerd door de middelste toets. (Voor opties van de middelste toets gebruikt u het menu Opties dat wordt weergegeven door de linkerdisplaytoets.)
26. Indicator rondom de middelste toets: Verschijnt wanneer de navigatietoetsen “omhoog”, “omlaag”, “rechts” of “links” beschikbaar zijn.

Display-indicators (Extern display)

Statusindicator
Statusindicators
1. : Geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is.
2. : Verschijnt wanneer GPRS binnen bereik is en gebruikt kan worden. Knippert tijdens de GPRS­communicatiemodus.
3. : Verschijnt wanneer een nieuwe SMS, MMS of WAP melding is gearriveerd.
4. : Verschijnt wanneer “Volume belsignaal” (p. 125) ingesteld is op “Stil”.
Beginnen 19
5. : Verschijnt tijdens een gesprek.
6. / Verschijnt wanneer de WAP- of MMS-communicatie in de CSD- of GPRS-modus staat.
7. : Geeft de batterijstatus aan.
8. : Verschijnt wanneer uw telefoon buiten uw netwerk aan het “roamen” is.
9. : Verschijnt wanneer “Doorschakelen” (p. 148) ingesteld is op “Alle oproepen”.
10. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor datacommunicatie staat.
11. : Verschijnt wanneer de telefoon in de modus voor faxcommunicatie staat.
12. : Verschijnt wanneer het alarm is ingesteld.
13. : Verschijnt wanneer de gegevenskabel op uw telefoon is aangesloten.
14. / : Verschijnt wanneer “Infrarood” aan is/tijdens verbinding.
20 Beginnen
15. : Verschijnt wanneer Postvak UIT MMS-berichten bevat waarvan de verzending is mislukt.

Belfuncties

Bellen

1. Voer het net- en abonneenummer in dat u wilt
bellen. Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op C [Wissen] om het nummer links van de cursor te verwijderen.
2. Druk op D om de persoon te bellen.
Noodgevallen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal
noodnummer) in.
2. Druk op D om de persoon te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd P ingedrukt totdat het teken “+”
(internationaal voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer het landnummer in, gevolgd door het
netnummer en abonneenummer.
3. Druk op D om de persoon te bellen.
Opmerking
• In de meeste gevallen moet u de 0 van het abonneenummer niet invoeren als u internationaal wilt bellen. (In sommige landen kan dit anders zijn.)

Snelkiezen

Uit het geheugen (telefoon of SIM) van de Lijst contacten kunnen maximaal 9 telefoonnummers worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (H t/m O en Q) kunt u de nummers bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen Snelkiezen, zie pagina “Snelkiezen” op pagina 45.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen,
houdt u een van de cijfertoetsen ingedrukt (H t/m O en Q).
Het telefoonnummer dat opgeslagen is onder Snelkiezen wordt gebeld.
Belfuncties 21

Opnieuw kiezen

In de gespreksregister kunt u opnieuw de nummers bellen van gemiste of binnengekomen oproepen, of de nummers die u zelf heeft gebeld. Elke lijst kan maximaal 10 nummers bevatten.
1. Druk tijdens standby op D.
2. Druk op of om een categorie te selecteren.
U kunt kiezen tussen “Gekozen nummers”, “Gemiste oproepen” en “Ontvangen oproepen”.
3. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt bellen.
4. Druk op D om het nummer opnieuw te kiezen.
Automatisch opnieuw kiezen
Met deze instelling kunt u uw telefoon automatisch het nummer laten bellen wanneer de eerste poging geen succes had.
Als u wilt stoppen met opnieuw kiezen, druk dan op F of C [Einde].
Automatisch opnieuw kiezen wordt als volgt ingesteld
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Instellingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
22 Belfuncties
3. Druk op of om “Oproepinstellingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Autom. nr. herhaling” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om “Aan” te selecteren om
automatisch opnieuw kiezen in te schakelen of “Uit” om deze functie uit te schakelen, en druk vervolgens op .
Opmerking
• Als u een inkomend gesprek ontvangt, wordt de functie “opnieuw kiezen” onderbroken.
• Opnieuw kiezen is niet mogelijk met fax- en datagesprekken.

Een gesprek beëindigen

1. Druk op F om het gesprek te beëindigen.
Tip
• Wanneer de Hands Free-kit op de telefoon aangesloten is, kunt u een gesprek beëindigen door op de Antwoord-toets te drukken

Een oproep beantwoorden

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over en knippert de telefoonlamp in een groene kleur.
1. Open uw telefoon.
2. Druk op D, of A [Antwoorden] om het
gesprek te beantwoorden. Druk op een willekeurige toets behalve F, C [In
gesprek], en wanneer de functie “antwoord met willekeurige toets” is ingeschakeld. Stel in het profiel van elke modus de functie “antwoord met willekeurige toets” in. (p. 129)
Tip
• Wanneer de Hands Free-kit op de telefoon is aangesloten en de functie “antwoord met willekeurige toets” ingeschakeld is, kunt u oproepen beantwoorden door een van de toetsen aan de zijkant (omhoog of omlaag) in te drukken.
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van de beller het nummer verzendt, dan verschijnt dat nummer op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in de Lijst contacten zijn opgeslagen, dan verschijnt op het scherm de naam en het telefoonnummer van de beller.
• Als het nummer een geheim nummer is, dan verschijnt op het display “Afgeschermd”.
• Als een oproep wordt ontvangen van een persoon wiens foto in de Lijst contacten is opgeslagen, dan worden afwisselend het display en de foto getoond.
Een inkomend gesprek weigeren
Een gesprek dat u niet wilt beantwoorden, kunt u weigeren.
1. Druk op F of houd een van de toetsen aan de
zijkant ingedrukt terwijl de telefoon overgaat.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
U kunt de beller van een inkomend gesprek een in­gesprek-toon laten horen om te laten weten dat u het gesprek niet kunt beantwoorden.
1. Druk op
overgaat.
[In gesprek] terwijl de telefoon
C
Belfuncties 23

Menu's tijdens een gesprek

Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra functies.
Headsetvolume instellen
Tijdens een gesprek kunt u het headsetvolume afstellen (en het Hands Free-volume, indien de kit aangesloten is).
1. Druk tijdens een gesprek op een van de toetsen aan
de zijkant (omhoog of omlaag) om het scherm van het headsetvolume op te roepen.
2. Druk aan de zijkant op de omhoog-toets of op
om het volume van het gesprek te verhogen of op de omlaag-toets of om het volume te verlagen. Er kan een keuze worden gemaakt uit vijf niveaus (Niveau 1 t/m 5).
3. Druk op als het volume op het door u gewenste
niveau is ingesteld. De telefoon keert automatisch terug naar het gespreksscherm als u geen bedieningshandelingen verricht.
Een gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de wachtstand zetten.
24 Belfuncties
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Wachtstand” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Het huidige gesprek wordt dan in de wachtstand gezet. Om een gesprek op te halen, drukt u op A [Opties] en druk vervolgens op of om “Ophalen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon
die u wilt bellen, en druk vervolgens op D.
Tip
• In plaats van stap 1 en 2 te gebruiken kunt u tijdens een gesprek ook iemand anders bellen door gewoon het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek wordt dan automatisch in de wachtstand gezet.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk op
of om “Wacht & beantw.” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om het tweede gesprek te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en nu kunt u spreken met de tweede beller.
2. Druk op A [Opties] en druk op of om
“Gesprek wisselen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om heen en weer te gaan tussen de twee gesprekken.
3. Druk op A [Opties] en druk op of om
“Gesprek afbreken” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om het huidige gesprek te beëindigen en terug te gaan naar het gesprek dat in de wachtstand staat.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” instellen op “Aan” als u gebruik wilt maken van deze dienst (p. 145).
• Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de wacht. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden,
druk dan op C [In gesprek], of druk in stap 1 op A [Opties], en druk vervolgens op of om “In gesprek” of “Weigeren” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u “Weigeren” selecteert, wordt de gespreksregister van het tweede gesprek opgeslagen als een gemist gesprek.
Tijdens een gesprek het SMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk op
of om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. De volgende opties zijn mogelijk: “Opstellen” om een SMS te maken, of “Postvak IN”, “Verzonden” of “Drafts” om deze mappen te openen. Voor bijzonderheden over SMS, zie “Tekst (SMS)” op pagina 70.
Belfuncties 25
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 deelnemers laten deelnemen aan een conferentiegesprek.
Een conferentiegesprek beginnen
Om een conferentiegesprek te beginnen, moet er één actief gesprek zijn en één gesprek in de wachtstand.
1. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
2. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Conferentie alle” te
selecteren, en druk vervolgens op om deel te nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op F om het conferentiegesprek te
beëindigen.
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiegesprek. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Bij stap 3 kunt u kiezen uit meerdere opties voor het conferentiegesprek:
• Om alle deelnemers in de wachtstand te zetten,
selecteert u “Conf.alle wacht”.
26 Belfuncties
• Om alle deelnemers behalve het huidige gesprek in de wachtstand te zetten, selecteert u “Privé”.
• Om het gesprek met alle deelnemers te beëindigen, selecteert u “Alles afbreken”.
• Om het conferentiegesprek te verlaten, maar de andere sprekers de gelegenheid te geven met elkaar te blijven praten, selecteert u “Doorschakelen”.
• Om het huidige gesprek in de wachtstand te zetten en het conferentiegesprek voort te zetten met de overige deelnemers, selecteert u “Uitsluiten”.
• Om acceptatie van meer deelnemers aan het huidige gesprek af te wijzen, selecteert u “Weigeren”, of kunt u de in-gesprek-toon verzenden door “In gesprek” te selecteren.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bellen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Voer het nummer in van de persoon die u deel wilt
laten nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op D om de persoon te bellen.
5.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Conferentie alle” te
selecteren, en druk vervolgens op om deel te nemen aan het conferentiegesprek.
Als u nog meer deelnemers wilt toevoegen aan de conferentie, herhaal dan stap 1 t/m 7.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Druk tijdens een conferentiegesprek op of
om de persoon te selecteren wiens deelname aan het conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Gesprek afbreken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Met een van de conferentiedeelnemers een privégesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privégesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon selecteren in de conferentielijst en de andere deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Druk tijdens een conferentiegesprek op of
om de persoon te selecteren waarmee u wilt spreken.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Privé” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Zodra u het privé-gesprek heeft beëindigd, drukt u
op A [Opties] en accentueer “Conferentie”, en druk vervolgens op of A [Selecteren].
6. Druk op of om “Conferentie alle” te
selecteren, en druk vervolgens op om terug te keren naar het conferentiegesprek.
Belfuncties 27
De kiestoon (DTMF-toon) dempen
1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk
vervolgens op of om “DTMF tonen uit” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren]. Om de demping van de kiestoon op te heffen, accentueert u bij stap 1 “DTMF tonen aan”.
Het microfoongeluid dempen
1. Druk tijdens een gesprek op C [Mic.uit] om het
microfoongeluid te onderdrukken. Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op C [Mic. aan].
28 Belfuncties

Tekens invoeren

Als u tekens wilt invoeren om items in de Lijst contacten op te nemen, SMS- of MMS-berichten te maken, etc., druk dan op de corresponderende toetsen.
Als u met meervoudige toetsaanslagen werkt, druk dan elke toets zo vaak in totdat het gewenste teken wordt getoond. Voorbeeld: druk eenmaal op H om de letter “A” te krijgen of tweemaal om de letter “B” te krijgen.
Tabel met tekens
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende teken in de reeks. De volgorde varieert al naargelang de geselecteerde taal.
Nederlands
Toets Hoofdletters Kleine letters
.
(punt)
,
(komma)
-
G
(apostrof) @ :1
ABCЗДБАВ2 abcздбав2 2
H
DEFËÉÈÊ3 defëéèê3 3
I
GHIÏÍÌÎ4 ghiïíìî4 4
J
JKL5 jkl5 5
K
MNOÖÓÒÔ6 mnoöóòô6 6
L
(verbindingsstreepje)
? !
Numeriek
1
Toets Hoofdletters Kleine letters
PQRS7 pqrsß7 7
M
TUVÜÚÛÙ8 tuvüúûù8 8
N
WXYZ9 wxyz9 9
O
(spatie)+ = < > £ $ ¥ % &0
Q
*+P?
P
.,?!:;-+#* @' '' ( )_&€£$ %/ ˜ <>§=\ | ¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
R
Же д жа ЗЙ и й м СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓ ΛΩΠΨΣΘ
Ξ (spatie)
Numeriek
0
G - O:Indrukken en ingedrukt houden om Q cijfers tussen 0 en 9 in te voeren.
P: Indrukken en ingedrukt houden om te
wisselen tussen zinnenmodus, hoofdletters, kleine letters of numeriek (Abc, ABC, abc of 123).
R:
Indrukken en ingedrukt houden om te wisselen tussen de modus met meervoudige toetsaanslagen en de T9-modus.
Tekens invoeren 29

De invoertaal wijzigen

Op het tekstinvoerscherm kunt u de invoertaal wijzigen.
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om
het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Invoertaal” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de taal te selecteren die u
wilt wijzigen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.

De invoermethode wijzigen

T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om
het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Invoermethode” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de T9-modus (T9 Abc, T9
ABC, T9 abc) te selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
“ ” wordt weergegeven op het hoofddisplay.
30 Tekens invoeren
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de
betreffende toets éénmaal in. Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren ,
drukt u op J L O
5. Als het getoonde woord niet het woord is dat u wilt,
druk dan op of totdat u het juiste woord accentueert.
6. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
• Als bij stap 5 het juiste woord niet verschijnt, ga dan over op de normale invoermodus met meervoudige toetsaanslagen om het juiste woord in te voeren.
Tip
• Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren, wordt naast het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
Om symbolen en interpunctie in te voeren, drukt u op R.

Tekstsjablonen gebruiken

Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen in Tekstsjablonen.
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Tekstsjablonen maken” op pagina 98.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op , , of
om de cursor naar het punt te verplaatsen waar
u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om de tekstsjabloon te selecteren
die u wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tekst kopiëren, knippen en plakken
Met deze opties kunt u tekst gemakkelijk bewerken.
Tekst kopiëren en knippen
1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om
het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Kopiëren” of “Knippen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op , , of om de cursor naar de
eerste te kopiëren of te knippen letter te verplaatsen, en druk vervolgens op .
4. Druk op , , of om de cursor naar de
laatste letter te verplaatsen om het blok te selecteren, en druk vervolgens op .
Tekst plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op , , of
om de cursor naar het punt te verplaatsen waar
u de letters wilt plakken.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Plakken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Opgeslagen tekst wordt geplakt.
Tekens invoeren 31

Gebruik van het menu

Gebruik van het hoofdmenu
1. Druk tijdens de standby-modus op .
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op , , of om naar de gewenste
locatie te navigeren.
3. Druk op om de functie te openen.
De functie kunt u ook openen door met de cijfertoetsen het corresponderende nummer van het menu in te voeren. In deze handleiding wordt door middel van
32 Gebruik van het menu
bediening van de navigatietoetsen beschreven hoe functies worden geopend.
Om naar het vorige scherm terug te gaan, drukt u op C [Vorige] wanneer de rechterdisplaytoets deze optie weergeeft.
Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op C [Afsluiten].
Werkmethode
Uw telefoon is uitgerust met displaytoetsen waarmee u uw keuzes kunt maken (A en C). De functie van deze toetsen verandert al naargelang de situatie. De functie van elke displaytoets wordt in de linker- en rechteronderzijde van het scherm weergegeven.
De functie van de middelste toets wordt in het midden aan de onderzijde van het scherm met een pictogram weergegeven.
Sneltoetsen
U kunt versneld naar de menu's gaan door op te drukken en de cijfertoetsen in te drukken die overeenkomen met de menunummers van het hoofdmenu. In de volgende tabel ziet u de nummervolgorde.
Sneltoetsen worden getoond in de koppen van deze handleiding. Bijvoorbeeld: “M 9-1-1”.
Voorbeeld: Om het submenu “Taal” te openen met behulp van de sneltoetsen
Druk op O G G.
Opmerking
• De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie menuniveaus.
Gebruik van het menu 33

Overzicht van menufuncties

Menunummer/
hoofdmenu
1 Fun & Games
2 Vodafone live!
3 Toepassingen
4 Berichten
34 Gebruik van het menu
Menunummer/
1 Games & meer 2 Ringtone-editor
1 Vodafone live! 2 Games 3 Meer Ringtones 4 Meer Pictures 5 Nieuws 6 Sport 7 Zoek & vind 8 Chat 9 Help & zoeken
1 SIM Application 2 Kalender 3 Alarmsignaal 4 Rekenmachine 5 Memorecorder 6 PC-Link 7 Help
1 MMS 2 SMS 3 MMS Album 4 Vodafone Mail 5 Vodafone Messenger 6 Cell Broadcasts 7 Regio info
submenu 1
Menunummer/
hoofdmenu
5 Camera
6 Mijn telefoon
7 Profielen
*
8 Contacten
9 Instellingen
Menunummer/
1 Digitale camera 2 Videocamera
1 Mijn Games & meer 2 Mijn afbeeldingen 3 Mijn ringtones 4 Mijn videoclips 5 Mijn bookmarks 6 Mijn sjablonen 7 Geheugenstatus
1 Normaal 2 Vergadering 3 Actief 4 Auto 5 Stil
1 Lijst contacten 2 Gespreksregister 3 Snelkiezen 4 Mijn nummers
1 Telefooninstellingen 2 Oproepinstellingen 3 Doorschakelen 4 Datum & tijd 5 Netwerkinstellingen 6 Internet-instellingen 7 Infrarood 8 Beveiliging 9 Fabrieksinstellingen
submenu 1
* Hangt van de inhoud op de SIM-kaart af.

Lijst contacten

In de Lijst contacten kunt u de telefoonnummers en e­mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega's.
U kunt maximaal 500 items opslaan. In een Telefoonnummer kunt u de volgende items opslaan.
Items opgeslagen in het telefoongeheugen
Naam: Maximaal 30 tekens Lijst contacten: Maximaal 40 cijfers, 3
E-mailadres: Maximaal 60 tekens, 2 adressen per
Groep: Keuze uit 7 groepen Adres: Maximaal 100 tekens Memo: Maximaal 60 tekens
Items opgeslagen in het SIM-geheugen
Naam: Het aantal tekens dat kan worden
Telefoonnummer: Maximaal 40 cijfers
(M 8-1)
telefoonnummers per item
item
opgeslagen verschilt al naargelang de SIM-kaart die u gebruikt.

Het geheugen van de Lijst contacten selecteren

Nieuwe items kunt u opslaan in de Lijst contacten (in het telefoongeheugen of in het SIM-geheugen) of u kunt de items bekijken die momenteel zijn opgeslagen.
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Druk op , , of om “Contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Lijst contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Geavanceerd” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
De stappen die moeten worden uitgevoerd na stap 5 verschillen al naargelang of u nieuwe items wilt opslaan of items van de Lijst contacten wilt bekijken.
Als u nieuwe items opslaat
6. Nadat stap 1 t/m 5 zijn uitgevoerd, drukt u op
of om “Opslaan in” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7.
Druk op of om “Telefoon”, “Keuze” of “SIM” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als u “Keuze” selecteert, kunt u, telkens wanneer u een nieuw item voor de Lijst contacten opslaat, de SIM-kaart of het telefoongeheugen kiezen.
Lijst contacten 35
Als u voor de Lijst contacten een ander geheugen wilt kiezen
6. Nadat stap 1 t/m 5 zijn uitgevoerd, drukt u op
of om “Bron” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Telefoon” of “SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
36 Lijst contacten

Een nieuw item invoeren

Om het nieuwe item op te slaan kunt u kiezen voor een geheugenlocatie in de telefoon (tot 500) of op de SIM­kaart. Om te wisselen tussen locaties, zie “Het geheugen van de Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Als u een nieuw item invoert in het telefoongeheugen, moet u een van de volgende onderdelen invoeren: “Naam”, “Telefoonnummer” of “E-mailadres”. Als u een nieuw item maakt op de SIM-kaart, moet u het “Telefoonnummer” invoeren.
1. Voer stap 1 t/m 7 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35 om te wisselen van geheugen. Stap 11 t/m 21 in dit hoofdstuk kunnen niet worden gebruikt als u voor invoer van een nieuw item de SIM-kaart gebruikt.
2. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
3. Druk op , , of om “Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Lijst contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op of om “Nwe. naam toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Als u voor het te gebruiken geheugen de optie “Keuze” selecteert, kunt u kiezen tussen “Invoer in Telefoon-item” of “Invoer in SIM-item”. Het scherm “Nieuw item” verschijnt.
7. Druk op of om de cursor naar het naamveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van de naam verschijnt.
8. Voer een naam in, en druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
9.
Druk op of om de cursor naar het telefoonveld te verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van het telefoonnummer verschijnt.
10.
Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op . Er kunnen maximaal 40 cijfers worden ingevoerd.
11. Druk op of om een gewenst nummertype te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
12. Druk op of om de cursor naar het e-mailveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van het e-mailadres verschijnt.
13.Voer een e-mailadres in en druk vervolgens op .
14.
Druk op of om het gewenste e-mailadrestype te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
15.Druk op of om de cursor naar het
groepsveld te verplaatsen, en druk vervolgens op
.
Het scherm voor selectie van de groep verschijnt.
16.Druk op of om de gewenste groep te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
17.Druk op of om de cursor naar het adresveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van het adres verschijnt.
18.Voer een adres in, en druk vervolgens op .
19.Druk op of om het gewenste adrestype te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
20.Druk op of om de cursor naar het memoveld
te verplaatsen, en druk vervolgens op .
21.Voer een memo in, en druk vervolgens op .
22.Druk op C [Opslaan].
Lijst contacten 37
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
Aan items in het telefoongeheugen kunt u een miniatuurbeeld toevoegen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om het item te selecteren
waaraan u een miniatuurbeeld wilt toevoegen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Miniatuurbeeld” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om de gewenste afbeelding te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots (B) × 320 dots (H), druk dan op , , of om het gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
6. Druk op C [Opslaan] om de ingevoerde gegevens
op te slaan.
38 Lijst contacten
Om de toegevoegde afbeelding te wijzigen, selecteert u “Wijzigen” na stap 4.
Om de toegevoegde afbeelding te verwijderen, selecteert u “Verwijderen” na stap 4.
Opmerking
• Als u uit de Opgeslagen afbeeldingen een beeld verwijdert dat is toegevoegd als een miniatuurbeeld, wordt ook het overeenkomende miniatuurbeeld verwijderd.
Telefoonnummer toevoegen vanuit items van de gespreksregister
1. Toon het item uit de gespreksregister dat u wilt
opslaan (p. 130).
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Opsl. in Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een
nieuw item invoeren” op pagina 36.
Een ingevoerd telefoonnummer opslaan
1. Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op
A [Opslaan].
2. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een
nieuw item invoeren” op pagina 36.
Eén item kopiëren vanaf de telefoon naar de SIM-kaart
Een item kunt u kopiëren vanuit het telefoongeheugen naar de SIM-kaart.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om door de lijst te schuiven en
de naam te selecteren die u wilt kopiëren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het telefoonnummer te
selecteren dat u naar de SIM-kaart wilt kopiëren.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Kopiëren naar SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Ja].
Het telefoonnummer en de naam die zijn geselecteerd bij stap 2 en 3, worden gekopieerd naar de SIM-kaart. Als u het item niet wilt kopiëren, drukt u bij stap 6 op C [Nee].
Alle items van een SIM-kaart kopiëren naar de telefoon
U kunt in één keer alle items van de SIM-kaart kopiëren naar het telefoongeheugen.
Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw telefoon plaatst en de Lijst contacten start, verschijnt automatisch het bevestigingsscherm, waarin u wordt gevraagd of u wel of niet wilt kopiëren.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Geavanceerd” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Alles kopiëren v SIM” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Als u de items niet wilt kopiëren, drukt u bij stap 5 op C [Nee].
Lijst contacten 39

Een naam en nummer zoeken

1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Lijst contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Zoeken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Voer een naam in of het eerste teken (of de eerste
tekens) van de naam. Overeenkomende resultaten worden alfabetisch weergegeven. Als er in de Lijst contacten geen item is dat aan de exacte zoekcriteria voldoet, dan wordt de naam weergegeven die alfabetisch het dichtst in de buurt ligt.
7.
Druk op of om door de lijst te schuiven en de gewenste naam te kiezen, en druk vervolgens op . Het details-scherm van de Lijst contacten wordt weergegeven.
Tip
• U kunt de naam en het nummer ook vinden door bij stap 4 met de toetsen tekens in te voeren (het scherm bij stap 6 wordt weergegeven).
40 Lijst contacten
• Om de details van een item te bekijken, bijvoorbeeld het adres, accentueert u het gewenste item, druk op A [Opties], en selecteer vervolgens “Tonen”. Druk op C [Vorige] om terug te gaan naar het details-scherm.

Bellen vanuit de Lijst contacten

Bellen vanuit het scherm van Lijst contacten
1. Zoek het gewenste item op in de Lijst contacten.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”.
2.
Druk in de telefoonlijst op of om de gewenste naam te selecteren, en druk vervolgens op
3.
Als er voor het geselecteerde item twee of meer telefoonnummers staan geregistreerd, druk dan op of om het gewenste telefoonnummer te selecteren, en druk vervolgens op
Tip
• U kunt, in plaats van stap 3 uit te voeren, het gewenste telefoonnummer ook bellen door de cijfertoets in te drukken die overeenkomt met het lijstnummer.
Bellen vanuit het scherm Details contacten
D
1. Zoek het gewenste item op in de Lijst contacten.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”.
D
om te bellen.
om te bellen.
2. Druk in het details-scherm op of om het
gewenste telefoonnummer te selecteren, en druk vervolgens op D om te bellen.
Tip
• Als u “SIM” selecteert bij de optie “Bron” in het menu Lijst contacten (p. 35), wordt slechts één telefoonnummer weergegeven.
• Als er in de lijst geen items worden gevonden, kunt u in de lijst een item maken. Druk op A [Opties]. Voer vervolgens de procedures zoals beschreven op pagina 36 uit.

Items van de Lijst contacten bewerken

De items van de Lijst contacten kunt u bewerken.
1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in het telefoonboek, zie, “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om de cursor naar het item te
verplaatsen dat u wilt bewerken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Als u klaar bent met het invoeren van gegevens,
drukt u op . Als u nog een item wilt bewerken, herhaal dan stap 4 en 5.
6. Druk op C [Opslaan] om de wijziging(en) op te
slaan.
Lijst contacten 41

Eén item uit de Lijst contacten verwijderen

1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op.
Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in het telefoonboek, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
Het geselecteerde item wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].

Alle items uit de Lijst contacten verwijderen

1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om “Alle items wissen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Voer uw toestelcode in, en druk vervolgens op .
4. Druk op of om “Toestel items” of “SIM-
items” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 5 op C [Nee].
42 Lijst contacten

Groepen weergeven

U kunt groepspictogrammen instellen wanneer u contacten opslaat, zodat u deze gemakkelijk kunt opzoeken en bewerken.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om “Groep” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Groepen weergeven” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om de groepsnaam te selecteren
die u wilt bekijken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
” geeft aan dat de groep is geselecteerd. Om de geselecteerde groep te annuleren, drukt u opnieuw op . Het selectievakje wordt weer leeg.
Tip
• Druk bij stap 4 op A [Opties] om het menu Opties op
te roepen, en selecteer vervolgens “Alleen huidige sel.” om alleen de geselecteerde groep weer te geven of “Alle selecteren” om alle groepen weer te geven.
Groepsprofiel
Voor elke groep kunt u een andere ringtone instellen. Bij aanschaf van deze telefoon zijn groepen
uitgeschakeld. Als u geen groepsringtone instelt, wordt de ringtone gebruikt die toegewezen is in de Profielen.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2.
Druk op of om “Groep” te selecteren, en druk vervolgens op of
3.
Druk op of om “Groepsprofiel” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
4. Druk op of om de groep te selecteren die u
wilt instellen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op of om “Ringtone kiezen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
8.
Druk op of om een ringtone te selecteren. Voor bijzonderheden over het selecteren van een belsignaal, zie “Ringtone kiezen” op pagina 125.
9.
Druk op of om “Trilalarm” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
10.
Druk op of om “Inschakelen”, “Uitschakelen” of “Trillen & geluid” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het instellen van het trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 126.
11.
Wanneer de instelling voltooid is, druk dan op A [OK].
Tip
• Om de ringtone-instelling te annuleren, selecteert u bij stap 5 “Uit”.
Ringtone
Aan een vooraf geregistreerd item kan een speciaal ringtone of trilalarm worden toegewezen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2.
Druk op of om het item te selecteren dat u wilt instellen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4.
Druk op of om “Ringtone” te selecteren, en druk vervolgens op of keuze te bevestigen.
A
[Selecteren] om uw
5. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Lijst contacten 43
6. Druk op of om “Ringtone kiezen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
8. Druk op of om een ringtone te selecteren.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone, zie “Ringtone kiezen” op pagina 125.
9. Druk op of om “Trilalarm” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
10.Druk op of om “Inschakelen”,
“Uitschakelen” of “Trillen & geluid” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het instellen van het trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 126.
11.Druk op A [OK].
12.Wanneer de instelling voltooid is, druk dan op C
[Opslaan].
Tip
• Om de ringtone-instelling te annuleren, selecteert u “Uit” bij stap 5.
44 Lijst contacten

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u het aantal items controleren dat in de Lijst contacten is opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om “Geheugenstatus” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
U kunt de geheugenstatus controleren van de SIM­kaart en telefoon.

Snelkiezen

In Snelkiezen kunt u maximaal 9 telefoonnummers opslaan.
Items uit de Lijst contacten invoeren onder Snelkiezen

Berichten verzenden

1. Zoek naar het gewenste item in de Lijst contacten en
1. Zoek naar het gewenste item in de Lijst contacten en
roep het details-scherm op. Voor bijzonderheden over hoe u naar items in de
Lijst contacten moet zoeken, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
2. Druk op of om het telefoonnummer te
selecteren dat u onder Snelkiezen wilt instellen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Toev. aan snelkiezen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
2.
3.
4. Druk op of om “Bericht verzenden” te
5. Druk op of om “MMS” of “SMS” te
5. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt instellen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip
• De negen cijfertoetsen corresponderen met lijstnummers.
Snelkiezen weergeven
Voor bijzonderheden over het bekijken van snelkiezen, zie pagina “Snelkiezen” op pagina 135.
Voor bijzonderheden over hoe u snelkiezen gebruikt, zie “Snelkiezen” op pagina 21.
6. Voer uw bericht in.
roep het details-scherm op. Voor bijzonderheden over hoe u naar items in de
Lijst contacten moet zoeken, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
Druk op of om het gewenste telefoonnummer of emailadres van de ontvanger te selecteren.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als u na stap 1 de cursor naar het veld “E-mail” heeft verplaatst, wordt automatisch “MMS” geselecteerd.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 59 of “Een nieuw SMS-bericht maken” op pagina 70.
Lijst contacten 45

Locatienummer van telefoonnummer verwisselen

Deze functie is alleen bestemd voor items die op de SIM-kaart zijn opgeslagen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het geheugen van de
Lijst contacten selecteren” op pagina 35.
2. Druk op of om door de lijst te schuiven en
de gewenste naam te kiezen, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het gewenste
telefoonnummer te selecteren.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Wisselen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Voer het locatienummer in dat u wilt verwisselen,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
46 Lijst contacten

Camera

Uw telefoon is uitgerust met een geïntegreerde digitale camera.
Hiermee kunt u overal foto's en videoclips maken en verzenden.

Digitale camera

Zet de telefoon in de modus digitale camera om een foto te nemen.
Met uw bericht kunt u de foto's verzenden die in de Opgeslagen afbeeldingen zijn geregistreerd.
Foto's worden in JPEG-formaat opgeslagen in de volgende drie beeldgroottes:
Groot: 480 × 640 dots Medium: 240 × 320 dots Klein: 120 × 160 dots
Foto's nemen
(M 5)
(M 5-1)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Camera” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Digitale camera” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het hoofddisplay.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de foto te nemen. U hoort het sluitergeluid en getoond wordt het stilbeeld van de genomen foto.
5. Druk op A [Opslaan].
“Opslaan in 'Mijn telefoon'” wordt weergegeven, en vervolgens wordt de foto geregistreerd. Als u na het nemen van de foto deze met MMS wilt verzenden, druk dan vóór stap 5 op .
6. Druk op F om terug te keren naar standby.
Tip
• De modus van de digitale camera kan ook worden
geactiveerd door tijdens standby op C te drukken.
• Als u de modus van de digitale camera wilt verlaten zonder na stap 4 onder “Foto's nemen” de genomen foto te registreren, ga dan als volgt te werk: Druk op F en op A [Ja].
• Wanneer de afstand tot het onderwerp ongeveer 5 cm is, zet de macro-schijf dan in de macro-stand ( ). Wanneer de afstand tot het onderwerp ongeveer 40 cm of meer is, zet de macroschijf dan in de normale stand ( ).
Camera 47
Van zoeker wisselen
Als u een zelfportret wilt nemen, dan kunt u als zoeker afwisselend het hoofddisplay of het externe display gebruiken.
Druk op P wanneer het voorbeeld van de opname wordt weergegeven via het hoofddisplay.
Telkens wanneer u op P drukt, wordt van zoeker gewisseld tussen het externe display en hoofddisplay. Wanneer u het externe display als zoeker gebruikt, worden de genomen foto's automatisch opgeslagen.
Close-up opnamen maken
1. Zet in de modus van de digitale camera de macro-
schijf in de macro-stand ( ).
2. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de foto te nemen. Om de macro-modus te verlaten, zet u de macro­schijf in de normale stand ( ) .
De zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding kan worden gewijzigd tussen “×1”, “×2”, en “×4”. Druk op of om de zoomverhouding te wijzigen.
Opmerking
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Klein”, kunt u met de zoomfunctie drie vergrotingen gebruiken (×1, ×2 en ×4).
48 Camera
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Medium”, kunt u met de zoomfunctie twee vergrotingen gebruiken (×1 en ×2).
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Groot”, kunt u de zoomfunctie niet gebruiken.
Het afbeeldingsformaat selecteren
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Afbeeldingsformaat” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het afbeeldingsformaat te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De beeldkwaliteit selecteren
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Beeldkwaliteit” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Normaal” of “Fijn” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opnieuw een foto nemen
Druk na stap 1 t/m 4 onder “Foto's nemen” op pagina 47 op C [Annuleren].
Nu kunt u weer foto's nemen.
Opmerking
• De digitale camera maakt gebruik van een CCD­sensor. Hoewel deze camera van hoge kwaliteit is, kunnen sommige foto's te helder of te donker zijn.
• Als de telefoon lange tijd op een warme plaats heeft gelegen voordat u foto's ging nemen of registreren, kan de fotokwaliteit matig zijn.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 foto's of minder kunt nemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur branden. (Het aantal foto's dat kan worden genomen wordt bij benadering gegeven).
Als het aantal foto's dat u nog kunt nemen, 0 is geworden, en u dan een foto probeert te nemen, verschijnt de melding “Kan geen foto nemen. Maximumcapaciteit.”.
Betekenis van indicators in de modus van de digitale camera
Indicator voor aantal resterende opnamen
123: Geeft het aantal resterende foto's aan dat nog
kan worden genomen.
Flitslampindicators (p. 53)
Geeft aan wanneer de flitslamp ingeschakeld is.
: Normale modus : Macro-modus
Indicator zelfontspanner (p. 51)
: Verschijnt wanneer de zelfontspanner is
ingesteld.
Indicators voor Fotoserie (p. 51)
: Deze indicators verschijnen op het scherm wanneer foto's worden genomen in de modus voor doorlopende opnamen.
Indicators voor het afbeeldingsformaat (p. 48)
Groot: 480 × 640 dots Medium (standaard): 240 × 320 dots Klein: 120 × 160 dots
Camera 49
Indicators voor de beeldkwaliteit (p. 48)
Geeft de kwaliteit (normaal of fijn) aan van de foto die wordt genomen.
: Fijn :Normaal
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van het beeld (p. 50)
: Helder : :Normaal : : Donker
Indicators voor de zoomverhouding (p. 48)
Geeft de vergroting aan (×1, ×2, ×4).
: Originele grootte : Tweemaal zo groot : Viermaal zo groot
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van het beeld instellen
Druk op of om de helderheid van het beeld te wijzigen.
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby­scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling.
50 Camera
Gemaakte foto's weergeven
Gemaakte foto's kunnen worden weergegeven in de Opgeslagen afbeeldingen.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Mijn afbeeldingen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
De lijst met opgeslagen afbeeldingen wordt weergegeven.
3. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt weergeven, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde foto wordt weergegeven.
4. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug
te keren naar de lijst.
Tip
• Aan uw afbeeldingen worden bestandsnamen gegeven in de vorm “pic_nnn.jpg” (nnn is een driecijferig volgnummer). De bestandsnaam, datum en grootte van uw afbeeldingen worden weergegeven in de lijst Opgeslagen afbeeldingen.
Gebruik van de zelfontspanner
Een foto nemen met de zelfontspanner
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” verschijnt op het scherm en de telefoon keert terug naar de modus van de digitale camera.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de zelfontspanner te starten. 10 seconden na inschakeling van de zelfontspanner klinkt de sluiter en neemt de camera een foto.
Opmerking
• Als de zelfontspanner aftelt, knipperen de flitslamp en de indicator.
• Indien tijdens het aftellen van de zelfontspanner of de omlaag-toets aan de zijkant wordt ingedrukt, wordt de foto onmiddellijk genomen.
• De zoomfunctie met of , of de instelling van de helderheid van het beeld met of , is tijdens het aftellen van de zelfontspanner niet mogelijk.
• Als u met de zelfontspanner niet langer opnamen wilt maken, druk dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op
C
[Annuleren].
De werking van de zelfontspanner annuleren
1. Druk op A [Opties] terwijl de zelfontspanner aftelt.
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Uit” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” gaat uit.
Doorlopende opnamen
Achtereenvolgens worden vier foto's gemaakt. Automatische opnamen en handmatige opnamen zijn beschikbaar.
1.
Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Fotoserie” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Automatisch” of
“Handmatig” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Om Doorlopende opnamen te annuleren, selecteert u “Uit”.
Camera 51
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om doorlopende opnamen te starten. Automatisch: Door op of de omlaag-
toets aan de zijkant te drukken worden achtereenvolgens vier foto's genomen.
Handmatige opnamen:Door op of de omlaag-
toets aan de zijkant te drukken worden een voor een foto's
genomen. Wanneer doorlopende opnamen voltooid is, worden de genomen foto's automatisch opgeslagen. Om met Doorlopende opnamen te stoppen, drukt u op C [Annuleren].
Opmerking
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Groot”, kunt u de functie Doorlopende opnamen niet gebruiken.
• Wanneer u voor het maken van foto's een kader selecteert, kunt u de functie Doorlopende opnamen niet gebruiken.
52 Camera
Het kader selecteren
U kunt een kader ook selecteren in de Opgeslagen afbeeldingen.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Kader toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Standaardbeelden” of
“Mijn afbeeldingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om het kader te selecteren dat u
wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Als “Afbeeldingsformaat” ingesteld is op “Groot”, kunt u de kaderfunctie niet gebruiken.
• Als u de functie Doorlopende opnamen activeert, kunt u de kaderfunctie niet gebruiken.
• Alleen beelden in het PNG-formaat kunnen als kader worden geselecteerd wanneer u bij stap 3 “Mijn afbeeldingen” selecteert.
De lichtkleur selecteren
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Fotolicht” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de gewenste kleur te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Om de flitslamp uit te zetten, selecteert u “Uit”.
Tip
• Telkens wanneer u R of aan de zijkant de omhoog-
toets indrukt, verandert de status van de flitslamp als volgt. Uit
Aan (helderheid voor de normale modus: )
Aan (helderheid voor de macro-modus: ) → Uit
• Als u uw telefoon ongeveer een minuut lang niet gebruikt, gaat de flitslamp automatisch uit om stroom te besparen.
Het sluitergeluid selecteren
U kunt het sluitergeluid kiezen uit 3 voorkeuzepatronen.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Sluitergeluid” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het gewenste geluid te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Om het sluitergeluid af te spelen, drukt u op A [Afspelen] bij stap 3.
Foto's verzenden
Om uw foto naar een andere telefoon of een ander emailadres te verzenden, zie “Berichten verzenden” op pagina 91 voor instructies.
Foto's verwijderen
Zie “Afbeeldingen verwijderen” op pagina 91 voor instructies.
Camera 53

Videocamera

Zet de telefoon in de videocameramodus om een videoclip op te nemen.
Met uw bericht kunt u videoclips verzenden die in de Opgeslagen videoclips zijn geregistreerd.
Videoclips worden opgeslagen in het formaat “.3gp”.
Videoclips opnemen
Met de videoclip kan ook geluid worden opgenomen.
(M 5-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Camera” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Videocamera” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het hoofddisplay.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om te beginnen met het opnemen van de videoclip. U hoort het geluid voor het opnemen van de videoclip. Als u opnieuw op of de omlaag-toets aan de zijkant drukt, of wanneer de opname voltooid is, hoort u het geluid voor beëindiging van de videoclip-opname en gaat het display over naar stap 5.
54 Camera
5. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “Opslaan in 'Mijn telefoon'” wordt weergegeven, en
vervolgens wordt de videoclip geregistreerd. Als u een videoclip eerst wilt bekijken voordat u deze opslaat, selecteer dan “Voorbeeld” bij stap 5. Als u na een opname van een videoclip de clip met MMS wilt versturen, selecteert u “Bericht verzenden” bij stap 5.
Van zoeker wisselen
Druk op P wanneer het voorbeeld wordt weergegeven via het hoofddisplay.
Telkens wanneer u op P drukt, wordt van zoeker gewisseld tussen het externe display en hoofddisplay.
Close-up videoclips opnemen
1. Zet in de modus van de videocamera de macro-
schijf in de macro-stand ( ).
2. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om te beginnen met het opnemen van de videoclip. Om de macro-modus te verlaten, zet u de macro-
schijf in de normale stand ( ) .
De zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding kan worden gewijzigd. Druk op
of om de zoomverhouding te wijzigen.
Filmkwaliteit selecteren
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Filmkwaliteit” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Normaal” of “Hoog” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Wanneer u nog maar 3 videoclips of minder kunt opnemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur branden. (Het aantal clips dat kan worden opgenomen wordt bij benadering gegeven).
Als het aantal videoclips dat u nog kunt opnemen, 0 is geworden, en u dan weer een clip probeert op te nemen, verschijnt de melding “Kan geen film opnemen. Max. capaciteit”.
Betekenis van indicators in de videocameramodus
Indicator voor resterende opnamen
123: Geeft aan hoeveel videoclips nog kunnen
worden opgenomen.
Flitslampindicators (p. 58)
Geeft aan wanneer de flitslamp ingeschakeld is.
: Normale modus : Macro-modus
Indicator zelfontspanner (p. 57)
: Verschijnt wanneer de zelfontspanner is
ingesteld.
Indicator videocamera
: Wordt weergegeven wanneer de telefoon in de
videocameramodus staat.
Indicators voor de filmkwaliteit (p. 55)
Geeft de kwaliteit (normaal of fijn) aan van de videoclip die u wilt opnemen.
: Hoog :Normaal
Camera 55
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van de video (p. 56)
: Helder : :Normaal : : Donker
Indicators voor de zoomverhouding (p. 55)
Geeft de vergroting aan (×1, ×2, ×4).
: Originele grootte : Tweemaal zo groot : Viermaal zo groot
56 Camera
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van de videoclips instellen
Druk op of om de helderheid van de videoclip wijzigen.
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby­scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling.
Opgenomen videoclips afspelen
Opgenomen videoclips kunnen worden afgespeeld in de Opgeslagen videoclips.
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
2. Druk op of om “Mijn videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. De lijst met Opgeslagen videoclips wordt weergegeven.
3. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt weergeven, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op .
De geselecteerde videoclip wordt afgespeeld. Om een pauze in te lassen, drukt u op . Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op . Om met afspelen te stoppen, drukt u op C [Vorige]. Om de videoclip in de feitelijke grootte weer te geven, druk dan op A [×1].
5. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug
te keren naar de lijst.
Tip
• Aan uw videoclipbestanden worden bestandsnamen gegeven in de vorm van “mov_nnn.3gp” (nnn is een driecijferig volgnummer). De bestandsnaam, datum en grootte van uw videoclips worden weergegeven in de lijst Opgeslagen videoclips.
• Als de videoclip is opgenomen met geluid, kan het volume worden gewijzigd door op of te drukken.
• Het volume hangt af van de instellingen van het “Volume belsignaal” (p. 125). Het volume wordt 0 wanneer “Volume belsignaal” wordt ingesteld op “Stil” of “Staptoon”.
Gebruik van de zelfontspanner
Een videoclip opnemen met de zelfontspanner
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” verschijnt op het scherm en de telefoon keert terug naar de videocameramodus.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant
om de zelfontspanner te starten. 10 seconden nadat de zelfontspanner klinkt, begint
de camera met het opnemen van de videoclip.
Opmerking
• Als de zelfontspanner aftelt, knipperen de flitslamp en de indicator.
• Indien tijdens het aftellen van de zelfontspanner of de omlaag-toets aan de zijkant wordt ingedrukt, wordt de videoclip onmiddellijk opgenomen.
• De zoomfunctie met of , of de instelling van de helderheid van de videoclip met of , is tijdens het aftellen van de zelfontspanner niet mogelijk.
• Als u met de zelfontspanner niet langer videoclips wilt opnemen, druk dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op C [Annuleren].
Het aftellen van de zelfontspanner annuleren
1. Druk op A [Opties] terwijl de zelfontspanner aftelt.
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Zelfontspanner” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Uit” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” gaat uit.
Camera 57
Videoclips opnemen met geluid
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Opname stemgeluid” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om het opnemen van videoclips met geluid te
annuleren, selecteert u “Uit” bij stap 3.
De lichtkleur selecteren
1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op of om “Opnamelicht” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de gewenste kleur te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Om de flitslamp uit te zetten, selecteert u “Uit”.
58 Camera
Tip
• Telkens wanneer u R of aan de zijkant de omhoog-
toets indrukt, verandert de status van de flitslamp als volgt. Uit
Aan (helderheid voor de normale modus: )
Aan (helderheid voor de macro-modus: ) → Uit
• Als u uw telefoon ongeveer een minuut lang niet gebruikt, gaat de flitslamp automatisch uit om stroom te besparen.
Videoclips verzenden
Om uw videoclips naar een andere telefoon of een ander emailadres te verzenden, zie “Berichten verzenden” op pagina 96 voor instructies.
Videoclips verwijderen
Zie “Videoclipbestanden verwijderen” op pagina 97 voor instructies.

Berichten

Met uw telefoon kunt u SMS- en MMS-berichten verzenden en ontvangen, en Service-berichten ontvangen.

Multimedia (MMS)

Over MMS
Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u berichten verzenden en ontvangen met toevoeging van grafische afbeeldingen, foto's, geluid, animaties of videoclips.
Opmerking
• Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit hangt af van uw netwerk. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Een nieuwe MMS maken
(M 4)
(M 4-1)
(M 4-1-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Bericht maken” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer het bericht in, en druk vervolgens op .
5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in, en druk vervolgens op . Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt
selecteren uit de Lijst contacten, zoek dan in de Lijst contacten het gewenste item op. Druk op A [Opties] en druk op of om “Contact zoeken” te selecteren om op naam het telefoonnummer of emailadres te zoeken, of druk op
of om op alfabetische volgorde te zoeken, en druk vervolgens op of A [Selecteren]. Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, zie, “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
6. Druk op of om “Verzenden” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Het bericht wordt in Postvak UIT geplaatst en verzonden. Nadat het bericht is verzonden wordt het toegevoegd aan de map Verzonden.
Opmerking
• De huidige berichtgrootte die wordt getoond terwijl u het bericht maakt, is bij benadering gegeven.
• Als een bericht om een of andere reden niet kan worden verzonden, blijft het bericht in Postvak UIT en wordt op het standby-scherm “ ” weergegeven.
Berichten 59
Het onderwerp van het bericht invoeren
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Onderwerp” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Voer het onderwerp van het bericht in, en druk
vervolgens op .
Opmerking
• Met deze telefoon kunt u als onderwerp maximaal 40 tekens invoeren en maximaal 20 adressen (voor Naar en Cc). Er kunnen hiervoor, afhankelijk van uw netwerk, echter beperkingen gelden. In dat geval is het misschien niet mogelijk om een MMS te verzenden. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
60 Berichten
Een MMS-begroetingskaart verzenden
Uw telefoon is uitgerust met begroetingskaarten waaraan u gemakkelijk beeld en spraak kunt toevoegen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Begroetingskaart.” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de huidige tekst wilt verwijderen.
4. Druk op A [Ja] om de tekst te verwijderen.
Om te annuleren drukt op bij stap 4 op C [Nee].
5. Druk op of om een kaart te selecteren die u
wilt verzenden, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Voer stap 4 t/m 6 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
Opmerking
• Door “Begroetingskaart” te selecteren worden berichten of beelden verwijderd die u heeft ingevoerd of aangehecht. Om de verwijdering te voorkomen, selecteert u eerst “Begroetingskaart”, en voer vervolgens de berichten in.
Ontvangers toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Contact zoeken” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Naar” te selecteren om
ontvangers toe te voegen of “Cc” om een kopie van dit MMS-bericht naar andere ontvangers te verzenden, en druk vervolgens op .
4. Druk op of om een nummer uit de lijst te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
andere ontvangers in, en druk vervolgens op .
6. Druk tweemaal op C [Vorige].
De tekstsjablonen gebruiken
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie pagina 98.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2.
Druk op , , of om de cursor naar het punt te verplaatsen waar u de sjabloon wilt invoegen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om in de lijst de gewenste
sjabloon te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een bericht opslaan in de map Drafts
U kunt een bericht tijdelijk opslaan in de map Drafts en het later verzenden, zonder dat het bericht onmiddellijk wordt verstuurd.
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om het bericht op te slaan in de map Drafts.
Opmerking
• U kunt het bericht later verzenden volgens de instructies onder “Een bericht verzenden vanuit de map Drafts” op pagina 63.
Berichten 61
De diashowinstelling in- of uitschakelen
1. Druk tijdens standby op
.
A
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Diashow” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5.
Druk op of om “Aan” of “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Als u “Aan” selecteert
• U kunt berichten maken met maximaal 10 dia's. Elke dia kan één foto, één geluidsbestand en maximaal 1000 teksttekens bevatten (met een limiet van 100 Kbytes).
• De volgende dia-opties zijn mogelijk: Toevoegen: Om een nieuwe dia toe te voegen. Verwijderen: Om de actieve dia te verwijderen. Vorige: Om naar de vorige dia te gaan. Volgende: Om naar de volgende dia te gaan.
• EVA (e-Animatie-bestand)- en videoclipgegevens kunnen aan het bericht niet als diagegevens worden aangehecht.
Als u “Uit” selecteert
• U kunt maximaal 20 foto's, ringtones of videoclips en maximaal 100 Kbytes meesturen.
62 Berichten
Bijlagen invoegen
Met een MMS-bericht kunt u foto's, ringtones en videoclips meesturen die zijn opgeslagen in Opgeslagen afbeeldingen, Opgeslagen ringtones of Opgeslagen videoclips. Als u videoclips meestuurt, moet “Pagina toevoegen” op “Uit” staan.
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Bericht maken” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5.
Druk op of om “Afbeeldingen”, “Geluid” of “Videoclips” te selecteren, en druk vervolgens op of
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
6. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt meesturen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde foto/ringtone/videoclip wordt meegestuurd. Als de onderdelen zijn bijgevoegd, druk dan op C [Vorige] om terug te keren naar het scherm waarin het bericht wordt gemaakt.
7. Druk op
bewerken van uw bericht.
[Vorige] om door te gaan met het
A
Bijlagen toevoegen
Met de diashowinstelling uitgeschakeld kunt u het volgende doen.
1.
Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Bijlagen invoegen” op pagina 62. De lijst met bijlagen wordt weergegeven.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Afb. toevoegen”, “Geluid
Toevoegen” of “Videoclip toevoegen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt toevoegen, en druk vervolgens op .
5. Druk op C [Vorige].
Bijlagen verwijderen
1.
Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Bijlagen invoegen” op pagina 62. De lijst met bijlagen wordt weergegeven.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op
3.
Druk op of om “Verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op of keuze te bevestigen.
[Selecteren] om uw
A
A
[Opties].
4. Druk op A [Ja].
Om het verwijderen te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].
Een bericht verzenden vanuit de map Drafts
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Drafts” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt verzenden vanuit de map Drafts, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
5. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Wijzig het bericht, en druk vervolgens op .
7. Wijzig het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvangers, en druk vervolgens op .
8.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Een diashow-bericht dat op een andere telefoon is gemaakt, kunt u niet wijzigen zoals getoond bij stap
6. Ga naar stap 7.
Berichten 63
MMS lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in Postvak IN.
Inkomende berichten
De MMS-indicator ( ) verschijnt wanneer u een inkomend bericht ontvangt.
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Postvak IN” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Met een paperclip gemarkeerde berichten bevatten een of meer bijlagen.
4. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt tonen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het bericht verschijnt op het scherm.
5. Druk op of om door het scherm te schuiven
zodat u het bericht kunt lezen.
6. Als u klaar bent, druk dan op .
64 Berichten
Telefoonnummer of e-mailadres van verzender en ontvanger controleren
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Inkomende berichten”.
2. Druk op of om het gewenste bericht te
selecteren, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties weer te geven.
3. Druk op of om “Details” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Op het scherm verschijnt het telefoonnummer of e­mailadres van de verzender, de tijd en datum, het onderwerp en de grootte.
Een bericht beantwoorden vanuit Postvak IN
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Postvak IN” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Beantwoorden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
7. Druk op .
Het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger wordt automatisch ingevuld in het telefoonnummer of e-mailadres van de verzender.
8. Druk op .
In het onderwerpveld wordt automatisch het oorspronkelijke onderwerp ingevoerd, voorafgegaan door “Re:”
9.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip
• U kunt een bericht beantwoorden aan alle adressen van geselecteerde berichten door bij stap 5 “Allen beantwoorden” te selecteren.
Een bericht doorsturen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN”.
2. Druk op of om “Doorsturen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in, en druk vervolgens op . Als u het telefoonnummer of e-mailadres wilt selecteren uit de Lijst contacten, zoek dan in de Lijst contacten het gewenste item op. Druk op A [Opties] en druk op of om “
Contact zoeken” te selecteren om op naam het
telefoonnummer of emailadres te zoeken, of druk op
of om op alfabetische volgorde te zoeken, en druk vervolgens op of A [Selecteren]. Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
4.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Berichten 65
Opmerking
• Wanneer u een bericht doorstuurt dat bijlagen bevat, worden ook de bijlagen doorgestuurd. Als er echter gegevens aanwezig zijn die door de telefoon herkend worden als auteursrechtelijk beschermd materiaal, dan worden deze niet meegestuurd.
• In het veld “Onderwerp” wordt automatisch het oorspronkelijke onderwerp ingevoerd, voorafgegaan door “Fw:” Het oorspronkelijke bericht kan niet worden gewijzigd.
Een bericht wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 65.
2.
Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Wijzig het bericht.
4. Druk op .
5.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Berichten kunnen niet worden bewerkt als deze bepaalde gegevens bevatten zoals Diashow, XHTML, auteursrechten of een onbekend formaat.
66 Berichten
Het telefoonnummer of e-mailadres van een verzender opslaan in de Lijst contacten
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 65.
2. Druk op of om “Opsl. in Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
MMS ophalen
Wanneer “ ” in Postvak IN staat, kunt u het volgende doen.
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2.
Druk op of om “Postvak IN” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de melding te selecteren die
u wilt downloaden.
4.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Downloaden” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Tip
• Om te beginnen met downloaden, kunt u ook op drukken in plaats van stap 4 en 5 uit te voeren.
Een bericht in Postvak UIT opnieuw verzenden
Als om enige reden een bericht niet kan worden verzonden, blijft het bericht in Postvak UIT staan. Berichten in Postvak UIT kunnen opnieuw worden verzonden.
(M 4-1-5)
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2.
Druk op of om “Postvak UIT” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om in Postvak UIT het bericht te
selecteren dat u opnieuw wilt verzenden, en druk vervolgens op A [Opties].
4. Druk op of om “Opnieuw verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Aankomst van afleverrapport bevestigen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Verzonden” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het bericht te selecteren
waarvan u de aankomst van het afleverrapport wilt bevestigen, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Afleverrapport” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Dit menu is alleen beschikbaar voor verzonden berichten waarvan “Afleverrapport” op “Aan” is ingesteld. Voor bijzonderheden over het selecteren van “Afleverrapport”, zie “MMS instellen” op pagina 69.
Berichten 67
Berichten verwijderen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Postvak IN”, “Verzonden”,
“Drafts” of “Postvak UIT” te selecteren, en druk vervolgens op .
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
4. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
5. Druk op of om “Eén bericht” of “Alle
berichten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 6 op C [Nee].
Opmerking
• Vergrendelde berichten kunt u niet verwijderen.
68 Berichten
Bericht vergrendelen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS
maken” op pagina 59.
2. Druk op of om “Postvak IN” of
“Verzonden” te selecteren, en druk vervolgens op
.
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt vergrendelen, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
4. Druk op of om “Ver/Ontgrendelen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Bellen met de verzender van een bericht
U kunt bellen met de verzender van een bericht in Postvak IN wiens adres (Van) het telefoonnummer is.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een bericht
beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 65.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Oproep” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
MMS instellen
(M 4-1-6)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “MMS” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om de gewenste optie te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De volgende opties zijn mogelijk:
• Downl. tijdens roamen: Stelt de MMS-downloadmethode uit als u buiten
uw netwerk aan het
• Afl.rapp. terugsturen: Activeert Afleverrapport wanneer een bericht ontvangen wordt dat betrekking heeft op de functie Afleverrapport.
• Anoniem MMS afwijzen: Wijst berichten af van een onbekende of lege adresnaam.
• Automatisch verwijd.: Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer
de map Verzonden vol is.
roamen” bent.
• Pagina toevoegen: Schakelt Diashow in wanneer een bericht wordt
verstuurd.
•Extra
• Prioriteit:
Geeft prioriteit aan opgestelde berichten.
• Afleverrapport:
Schakelt Afleverrapport in.
• Opslagduur:
Stelt de opslagduur in voor een bericht dat op de server moet worden opgeslagen.
• Afzender zichtbaar:
Toont informatie over de verzender.
• MMS pagina-interval:
Stelt de weergavetijd van de MMS-pagina in wanneer een bericht wordt verstuurd.
5. Wijzig elk onderdeel.
6. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
Berichten 69

Tekst (SMS)

Over SMS
Met SMS kunt u naar andere GSM-gebruikers tekstberichten verzenden van maximaal 1024 tekens.
SMS gebruiken met uw telefoon
Berichten mogen niet langer zijn dan 160 tekens. Tijdens verzending worden de berichten opgesplitst. Als de ontvanger een geschikte telefoon heeft, worden de berichten tijdens ontvangst weer “in elkaar gezet”. Lukt dit niet, dan verschijnt uw bericht als een aantal afzonderlijke berichten, met 152 tekens.
U kunt ook SMS-berichten verzenden en ontvangen als u aan het bellen bent.
U kunt ook gebruik maken van tekstsjablonen om SMS-berichten te maken.
Een nieuw SMS-bericht maken
(M 4-2)
(M 4-2-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2.
Druk op of om “SMS” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Opstellen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
70 Berichten
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
5. Druk op .
De tekstsjablonen gebruiken
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Tekstsjablonen” op pagina 98.
1.
Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een nieuw SMS-bericht maken”.
2. Druk in het tekstinvoerscherm op , , of
om de cursor naar het punt te verplaatsen waar u de sjabloon wilt invoegen.
3.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
4. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om in de lijst de gewenste
sjabloon te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een bericht opslaan in de map Drafts
1.
Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuw SMS-bericht maken”.
2. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en
druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een bericht verzenden
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Opstellen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
5. Druk op .
6. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en
druk vervolgens op . Als u in de Lijst contacten het telefoonnummer wilt selecteren, zoek dan in deze lijst het gewenste item op. Druk op A [Opties] en druk op of om “Contact zoeken” te selecteren om op naam het telefoonnummer te zoeken, of druk op of om op alfabetische volgorde te zoeken, en druk vervolgens op of A [Selecteren]. Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, zie, “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
7. Druk op of om “Verzenden” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De telefoon begint met het verzendingsproces en het SMS-bericht wordt verstuurd. Nadat het bericht is verzonden wordt het toegevoegd aan de map Verzonden.
Opmerking
• Als u een bericht van meer dan 160 tekens verzendt, wordt het bevestigingsbericht weergegeven. Druk op A [Ja] om te verzenden of C [Nee] om te annuleren.
Berichten 71
Ontvangers toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 6 uit onder “Een bericht verzenden”
op pagina 71.
2.
Druk op of om “Contact zoeken” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om een itemnummer te selecteren voor het toevoegen van het telefoonnummer van de ontvanger, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Voer het telefoonnummer in dat u wilt toevoegen,
en druk vervolgens op .
5. Wanneer u klaar bent met het toevoegen van
ontvangers, druk dan op C [Vorige]. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een bericht verzenden” op pagina 71.
SMS-berichten lezen
Inkomende berichten
De SMS-berichtindicator ( ) verschijnt wanneer er een bericht is binnengekomen.
1. Als u een SMS-bericht heeft ontvangen, druk dan
tijdens de standby-modus op .
2. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt tonen. Op het scherm verschijnt het telefoonnummer van
de verzender en een deel van het bericht. Als het
72 Berichten
telefoonnummer van de verzender in de Lijst contacten is opgeslagen, verschijnt de naam van de verzender in plaats van het telefoonnummer. Berichten die zijn gemarkeerd met “ ” zijn ongelezen berichten. Als Postvak IN, Verzonden of Drafts vol is, wordt “ ” weergegeven. Verwijder overbodige berichten.
3. Druk op .
4. Druk op of om door het scherm te schuiven
zodat u het bericht kunt lezen.
5. Als u klaar bent, druk dan op F.
Het bericht beantwoorden
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen”.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Beantwoorden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
5. Druk op .
Voer de procedure uit vanaf stap 6 onder “Een bericht verzenden” op pagina 71.
De afzender van het bericht bellen
1.
Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen” op pagina 72.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Afzender bellen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Een bericht doorsturen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen”
op pagina 72.
2.
Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
3. Druk op of om “Doorsturen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en
druk vervolgens op . Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, zie, “Een naam en nummer zoeken” op pagina 40.
5.
Druk op of om “Verzenden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Voer de procedure uit vanaf stap 7 onder “Een
bericht verzenden” op pagina 71. De telefoon begint met het verzendingsproces en
het SMS-bericht wordt verstuurd.
Een bericht wijzigen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuw SMS-bericht
maken” op pagina 70.
2. Druk op of om “Postvak IN”, “Verzonden”
of “Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt wijzigen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Wijzig het bericht, en druk vervolgens op .
Voer de procedure uit vanaf stap 6 onder “Een bericht verzenden” op pagina 71.
Berichten 73
Berichten verwijderen
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuw SMS-bericht
maken” op pagina 70.
2. Druk op of om “Postvak IN”, “Verzonden”
of “Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het bericht te selecteren dat
u wilt verwijderen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
5. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op of om “Verwijderen” of “Alles
verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op A [Ja].
Het geselecteerde bericht of alle berichten worden verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 6 op C [Nee].
74 Berichten
Telefoonnummers uit ontvangen berichten ophalen en bellen
U kunt een telefoonnummer bellen dat in het ontvangen SMS-bericht ingebed is.
1. Voer stap 1 en 2 uit onder “SMS-berichten lezen”
op pagina 72.
2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
3. Druk op of om “Nummer selecteren” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Telefoonnummers die in het bericht zijn ingebed, worden weergegeven.
4. Druk op of om het nummer te selecteren, en
druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties weer te geven.
5. Druk op of om “Bellen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om dit telefoonnummer op te slaan in de Lijst contacten, drukt u op of om “Opsl. in Contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
Tip
• Door bij stap 3 “Opsl. in Contacten” te selecteren kunt u naar het scherm voor invoer van het telefoonnummer gaan met het ingevoerde nummer van de afzender. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
SMS instellen
Telefoonnummer berichtencentrale instellen
(M 4-2-5)
1. Druk tijdens standby op A om het berichtenmenu
op te roepen.
2. Druk op of om “SMS” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “SMS-C” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer het nummer van de centrale in.
Als u voor een bericht naar een internationaal nummer een landcode wilt invoeren, houd dan P ingedrukt totdat het teken “+” verschijnt.
6. Druk op .
Geldigheidsduur bericht
Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren een door u verzonden bericht onafgeleverd mag blijven.
In deze periode zal de berichtencentrale steeds proberen het bericht bij de ontvanger af te leveren.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen”.
2. Druk op of om “Geldigheidsdduur” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om de geldigheidsduur te
selecteren, en druk vervolgens op .
Type bericht
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen”.
2. Druk op of om “Type bericht” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om het type bericht te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Berichten 75
Verbindingstype
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen” op
pagina 75.
2.
Druk op of om “Verbindingstype” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om het verbindingstype te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Optimalisatie
Wanneer “Aan” (standaard) ingesteld is, worden double-byte tekens (zoals Europese tekens met een accent) omgezet in single-byte tekens en verzonden.
Wanneer “Uit” ingesteld is, worden double-byte tekens verzonden zoals ze worden weergegeven.
Vermeld dient te worden dat u mogelijk dubbel moet betalen voor double-byte tekens die worden verzonden in een SMS­bericht wanneer Optimalisatie op “Uit” ingesteld is.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen” op
pagina 75.
2. Druk op of om “Optimalisatie” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” of “Uit”, te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
76 Berichten

Cell Broadcasts

Ontvangst is mogelijk van Cell Broadcast-berichten of algemene berichten zoals weerberichten en verkeersinformatie. Deze informatie wordt verspreid onder abonnees in bepaalde netwerkgebieden.
Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Cell Broadcasts in/uitschakelen
(M 4-6)
(M 4-6-1)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “Cell Broadcasts” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan/Uit” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Aan” te selecteren voor
inschakeling van Cell Broadcast of “Uit” voor uitschakeling van deze functie, en druk vervolgens op .
Cell Broadcast-berichten lezen
(M 4-6-2)
1. Als u een Cell Broadcast-bericht heeft ontvangen,
druk dan op .
2. Druk op of om door het scherm te schuiven
zodat u het bericht kunt lezen.
3. Als u klaar bent, druk dan op F.
Abonneren op Cell Broadcast
Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell Broadcast-bericht.
(M 4-6-3)
1. Druk tijdens standby op A.
2.
Druk op of om “Cell Broadcasts” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Info-onderwerpen inst.” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om “Toevoeg./Verwijderen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op of om de gewenste pagina te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op C [Vorige].
Tip
• Als de gewenste pagina niet in de lijst staat die bij
stap 6 verschijnt, selecteer dan “Onderwerp instellen bij stap 5, en voer vervolgens de onderwerpcode in om een pagina toe te voegen. Neem voor bijzonderheden over de onderwerpcode contact op met uw netwerkoperator.
Talen instellen
Hiermee kunt u voor het display van de Cell Broadcast­berichten een taal instellen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Abonneren op Cell
Broadcast”.
2. Druk op of om “Taal” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op .
De taallijst verschijnt op het scherm.
4. Druk op of om de taal te selecteren die u
wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op C [Vorige] om af te sluiten.
Berichten 77

Regio info

Met Regio info verzendt de netwerkoperator informatie naar abonnees in bepaalde gebieden.
Als u een bericht van Regio info ontvangt, verschijnt het bericht (netnummer) op het standby-scherm.
Opmerking
• Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Regio info in/uitschakelen
(M 4-7)
1. Druk tijdens standby op A.
2. Druk op of om “Regio info” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Aan” of “Uit” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
• Als Regio info op “Aan” is ingesteld, neemt de standby-tijd af.
78 Berichten

Vodafone live!

Uw telefoon is al ingesteld voor toegang tot Vodafone live! en het Internet voor mobiele toepassingen*.
(M 2)
Afgestemd op
Vodafone live! is een nieuwe portal voor mobiele toepassingen op het Internet die uw poort is naar een nieuwe wereld van informatie, games, muziek en diensten.
Uw telefoon maakt gebruik van GPRS, een systeem dat veel sneller is dan de eerdere methoden waarmee mobiele informatie werd verkregen. Ook is de verbinding ‘altijd aan’, wat betekent dat u niet hoeft te wachten totdat verbinding is gemaakt. U betaalt alleen voor de gegevens die u verzendt of ontvangt, niet voor de duur van uw verbinding.
* Als u problemen ondervindt met het maken van de
verbinding, neem dan contact op met Vodafone Customer Support.
Uw telefoon is uitgerust met een WAP-browser waarmee u kunt surfen op het Internet voor mobiele toepassingen om bruikbare informatie te bekijken. De pagina's zijn gewoonlijk ontworpen voor een mobiele telefoon.
Uw telefoon is al afgestemd op de Vodafone-site voor WAP/ MMS-instellingen.

De WAP-browser weergeven

1. Druk tijdens standby op E.
De WAP-browser afsluiten
1. Druk op F om de browser af te sluiten.
Vodafone live! 79

Navigeren door een WAP-pagina

• :
Om de verschillende onderdelen in het scherm te selecteren.
: Wordt gebruikt om de optie uit te voeren
die midden in het scherm aan de onderzijde weergegeven wordt.
A: Om het optiemenu van de browser te
starten.
C: Om een actie te selecteren die wordt
weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm.
Q (indrukken en ingedrukt houden):
Om naar een URL te gaan.
G t/m O (indrukken en ingedrukt houden):
Om de bookmark te starten (WAP).
F: Afsluiten (kort indrukken)
Om de telefoon uit te zetten. (indrukken en ingedrukt houden)
80 Vodafone live!
Browser-menu
Als u met bladeren bent begonnen, kunt u de browser­opties bereiken door op A [Opties] te drukken.
Het browser-menu bevat het volgende:
• Selecteren: Om de link te selecteren die u wilt zien. (“Selecteren” wordt alleen weergegeven wanneer de link geaccentueerd is.)
• Homepage: Om naar de homepages te gaan die u in de WAP­instellingen heeft ingesteld.
• Bookmark toevoegen: Om in uw lijst met bookmarks de site toe te voegen
die u momenteel bezoekt.
• Bookmarks tonen: Om uw lijst met bookmarks te bekijken.
• Items opslaan: Om beelden, ringtones of videoclips op te slaan in Opgeslagen afbeeldingen, Opgeslagen ringtones of Opgeslagen videoclips.
• Ga naar URL: Om de URL op te geven van de site waar u naar toe
wilt gaan.
• Geschiedenis: Om uw geschiedenislijst te zien.
• Doorsturen: Om naar de volgende URL in de geschiedenislijst te gaan.
• Pagina verversen: Om de inhoud van de WAP-pagina te verversen.
• Geavanceerd
• URL tonen:
Om de URL te tonen van de site die u momenteel bezoekt.
• Pagina opslaan:
Om in de lijst met snapshots de pagina op te slaan die u momenteel bezoekt.
• Snapshots:
Om uw lijst met snapshots te bekijken.
• Postvak IN:
Om uw lijst met WAP-pushberichten te bekijken U kunt via WAP-diensten Push-berichten ontvangen. Dit betekent dat een Internet Service Provider WAP-inhoud naar uw telefoon verzendt zonder dat u iets hoeft in te stellen.
• Instellingen
Omvat “Downloads”, etc.
• Beveiliging: Om de beveiliging in te stellen.
• Wissen...: Om geschiedenis, cache, etc., te wissen
• Nieuwe browsersessie: Om de browser opnieuw te starten.
Bookmarks
Om een bookmark toe te voegen
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op om op te slaan.
Openen van pagina's waarvan u een bookmark heeft gemaakt
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark tonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om een bookmarkpagina te
selecteren die u wilt openen, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
Vodafone live! 81
Bookmarks bewerken
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark tonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Meer...” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om een bookmarkpagina te
selecteren die u wilt bewerken, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Details” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Bewerk de titel en druk vervolgens op .
7. Bewerk de URL, en druk vervolgens op .
8. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op om op te slaan.
82 Vodafone live!
Bookmarks verwijderen
1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bookmark tonen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Meer...” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om een bookmarkpagina te
selecteren die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
5. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen, en druk vervolgens op of om “OK” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om de gegevens te verwijderen.

Mijn Telefoon

De optie Mijn Telefoon bevat verschillende soorten afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegevens en toepassingen die u kunt beheren. Mijn Telefoon bevat tevens vaak gebruikte tekstberichtzinnen en vaak bezochte WAP-pagina's (adressen) die u kunt gebruiken.

Mijn Games & meer

Samen met de meegeleverde toepassing worden gedownloade toepassingen opgeslagen in Opgeslagen downloads.
Opmerking
• In de telefoon is ruimte voor ongeveer 2Mbytes informatie voor Opgeslagen downloads, Opgeslagen afb., Opgeslagen ringtones en Opgeslagen videoclips. In Opgeslagen downloads is ruimte voor maximaal 50 toepassingen.
Toepassingen gebruiken
Met deze telefoon kunnen verschillende soorten Vodafone­specifieke toepassingen worden gebruikt.
Om toepassingen te gebruiken, downloadt u eerst de toepassingen vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
(M 6)
(M 6-1)
Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid om, binnen een spel of netwerktoepassing, verbinding te maken met een netwerk.
Opmerking
• Toepassingen kunnen lokaal worden uitgevoerd. (geen verbinding) of gebaseerd zijn op een netwerk (waarbij gebruik wordt gemaakt van Internet-sites voor mobiele toepassingen om informatie te updaten/ spelletjes te spelen). Het netwerk brengt u mogelijk meer in rekening als u netwerktoepassingen gebruikt. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Toepassingen downloaden
Bevestigingsscherm
Voordat u de toepassing downloadt, wordt u gevraagd om te bevestigen wat u gaat ontvangen.
Nadat u de informatie op het bevestigingsscherm heeft gecontroleerd, kunt u de toepassing downloaden.
Opmerking
• Op sommige informatieschermen is gebruikersverificatie vereist voordat de toepassing kan worden gedownload.
Mijn Telefoon 83
Meer downloads
(M 6-1-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn Games & meer” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Meer downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Op het scherm verschijnt de download-site van de toepassing.
5. Druk op of om de toepassing te selecteren
die u wilt downloaden. Nadat op verschillende manieren een WAP-browser
is getoond, verschijnt na een tijdje het bevestigingsscherm.
6. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te
roepen.
7. Druk op of om “Ophalen” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het downloaden begint.
8. Druk op A [OK] als u klaar bent.
84 Mijn Telefoon
Toepassingen uitvoeren
(M 6-1-1)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn Games & meer” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Opgeslagen downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De lijst met toepassingen in Opgeslagen downloads wordt vervolgens weergegeven. Achtereenvolgens worden vanaf de laatste toepassing de gedownloade toepassingen getoond.
5. Druk op of om de titel van de toepassing te
selecteren die u wilt uitvoeren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde toepassing wordt uitgevoerd. Bij gebruik van toepassingen voor netwerkverbindingen kan verbinding met het netwerk worden geselecteerd.
De toepassing beëindigen
1. Druk op F.
2. Druk op of om “Einde” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De toepassing onderbreken
1. Druk op F.
2. Druk op of om “Onderbreken” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om de toepassing te hervatten, voert u stap 1 t/m 4 uit onder “Toepassingen uitvoeren” op pagina 84 en accentueer “Hervatten”, en druk vervolgens op .
De toepassingsinformatie controleren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Toepassingen
uitvoeren” op pagina 84.
2. Druk op of om de toepassing te selecteren
die u wilt controleren, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Download details” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Getoond wordt het gedetailleerde informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u tweemaal op C [Vorige].
Het scherm keert terug naar de lijst.
Toepassingen verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Toepassingen
uitvoeren” op pagina 84.
2. Druk op of om de toepassing te selecteren
die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
De geselecteerde toepassing wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].
Opmerking
• Meegeleverde toepassingen kunt u niet verwijderen.
Mijn Telefoon 85

Afbeeldingen

Beheer is mogelijk van foto's die met een digitale camera zijn genomen of van afbeeldingen die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
: Beelden in PNG-formaat : Beelden in JPEG-formaat : e-Animatie bestand (NEVA) : Beelden in GIF-formaat : Beelden in BMP-formaat : Beelden in WBMP-formaat : Beelden in WPNG-formaat
Beelden gebruiken als achtergrond
(M 6-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn afbeeldingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Opgeslagen afb.” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De lijst met opgeslagen afbeeldingen wordt weergegeven.
5. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u als achtergrond wilt gebruiken, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
86 Mijn Telefoon
6.
Druk op of om “Achtergrond” te selecteren, en druk vervolgens op of
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
7. Druk op of om “Hoofddisplay” of “Intern
display” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
8.
Druk op , , of om het gebied te specificeren dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
Opslaan in de Lijst contacten
1.
Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als achtergrond”.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u aan de Lijst contacten wilt toevoegen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Opsl. in Contacten” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Wanneer u bestaande gegevens van de Lijst contacten overschrijft
4.
Druk op of om “Best. contactpers.” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots [B] × 320 dots [H]
, druk dan op , , of om het gebied op
te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
5. Druk op of om de gegevens te selecteren
waarnaar u wilt opslaan, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Wanneer u nieuwe gegevens van de Lijst contacten opslaat
4. Druk op of om “Nieuw toev.” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots [B] × 320 dots [H], druk dan op , , of om het gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op . Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Een nieuw item invoeren” op pagina 36.
Beelden bewerken
Afbeeldingen retoucheren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt retoucheren, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Beeld bewerken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Retoucheren” te selecteren,
en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om de retoucheringsoptie te
selecteren die u wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde optie wordt bevestigd op het display.
6. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen die kan worden geretoucheerd is minimaal 52 × 52 pixels en maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
Mijn Telefoon 87
Een kader toevoegen aan afbeeldingen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren waaraan u het kader wilt toevoegen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Beeld bewerken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Kader toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op of om het kaderpatroon te
selecteren dat u wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Het geselecteerde frame wordt bevestigd op het display.
6. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen waaraan u een kader kunt toevoegen is maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
88 Mijn Telefoon
Stempels toevoegen aan afbeeldingen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren waaraan u de stempel wilt toevoegen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3.
Druk op of om “Beeld bewerken” te selecteren, en druk vervolgens op of
4.
Druk op of om “Effect toevoegen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5.
Druk op A [Effect], en druk vervolgens op of om het stempelpatroon te selecteren dat u wilt gebruiken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6.
Druk op , , of om de cursor naar het punt te verplaatsen waar u een stempel wilt invoegen.
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
7. Druk op om de stempel toe te voegen.
Om meer stempels toe te voegen, herhaalt u stap 5 t/m 7.
8. Druk op C [Einde], en druk vervolgens op
Om te annuleren drukt u bij stap 8 op C [Nee].
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen waaraan u stempels kunt toevoegen is minimaal 24 × 24 pixels en maximaal 240 dots [B] × 320 dots [H] of 320 dots [B] × 240 dots [H].
A
[Ja].
Afbeeldingen draaien
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt draaien, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Beeld bewerken” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Draaien” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De afbeelding wordt linksom 90º gedraaid. Druk op A [Draaien] om linksom 90º te draaien.
5. Druk op .
Opmerking
• De grootte van afbeeldingen die u kunt roteren is maximaal 240 dots [B] [B]
×
240 dots [H].
×
320 dots [H] of 320 dots
Afbeeldingsbestand downloaden
(M 6-2-2)
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om “Meer downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Op het scherm verschijnt de download-site van het afbeeldingsbestand.
Afbeeldingen weergeven
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt weergeven, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
3. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug
te keren naar de lijst.
De bestandsnaam wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
Mijn Telefoon 89
3. Druk op of om “Hernoemen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Om het laatste teken te corrigeren, drukt u kortstondig op C [Wissen]. Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
5. Druk op .
Opmerking
• De volgende tekens kunnen niet worden gebruikt voor een bestandsnaam: /, \, :, *, ?, ", <, >, | en . (punt).
Het formaat van de afbeelding instellen
De afbeeldingen die zijn geregistreerd in de Opgeslagen afbeeldingen kunnen worden gewijzigd voor gebruik op het hoofddisplay of extern display, of voor weergave bij een inkomend gesprek, alarm of in/ uitschakeling van de telefoon. Als het afbeeldingsformaat wordt gewijzigd, wordt de gegevensgrootte bijgewerkt.
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op Het menu Opties wordt weergegeven.
90 Mijn Telefoon
A
[Opties].
3. Druk op of om “Formaat aanpassen” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Hoofddisplay”, “Extern
display”, “In-/Uitschakelen”, “Inkomend gesprek” of “Alarm” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
5. Druk op , , of om het gebied te
specificeren dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op .
6. Druk op om op te slaan.
Om de registratie te annuleren, drukt u bij stap 6 op C [Vorige].
Opmerking
• “Formaat aanpassen” is mogelijk niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van de originele afbeelding of eventuele auteursrechten.
Berichten verzenden
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn afbeeldingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Opgeslagen afb.” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De lijst met opgeslagen afbeeldingen wordt weergegeven.
5. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt verzenden, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
6. Druk op of om “Bericht verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
7. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 59.
Opmerking
• Afbeeldingen met een rood pictogram kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
Afbeeldingen verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Eén afbeelding” of “Alle
afbeeldingen.” te selecteren, en druk vervolgens op
om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 5 op C [Nee].
Mijn Telefoon 91
De beeldinformatie controleren
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Beelden gebruiken als
achtergrond” op pagina 86.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt controleren, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Afbeeldingsdetails” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Getoond wordt het gedetailleerde informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
92 Mijn Telefoon

Ringtones

De ringtones die zijn gemaakt door de Ringtone-editor en de AMR-gegevens die zijn opgenomen door Memorecorder, worden beheerd in de Opgeslagen ringtones. De standaard ringtones bevinden zich niet in de Opgeslagen ringtones.
: Geluidsbestand in SMAF-formaat : Originele ringtone (samengesteld in de Ringtone-editor) : Geluidsbestand in standaard MIDI-formaat : Geluidsbestand in i Melody-formaat : Geluidsbestand in WAVE-formaat : Geluidsbestand in AMR-formaat
Opmerking
• SMAF (Synthetic Music Mobile Application Format) is een muziekgegevensformaat voor mobiele telefoons.
Geluidsbestanden downloaden
(M 6-3)
(M 6-3-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Meer downloads” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Op het scherm verschijnt de download-site van het geluidsbestand.
Ringtones Afspelen
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3.
Druk op of om “Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4.
Druk op of om “Opgeslagen ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De opgeslagen ringtones worden weergegeven.
5.
Druk op of om de ringtone te selecteren die u wilt afspelen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde ringtone wordt afgespeeld. Om met afspelen te stoppen, drukt u op .
De informatie van de geluidsbestanden controleren
1.
Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen”.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt controleren, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Details ringtone” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Getoond wordt het gedetailleerde informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
Het scherm keert terug naar de lijst.
De bestandsnaam wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen”.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
3.
Druk op of om “Hernoemen” te selecteren, en druk vervolgens op of
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
A
A
[Opties].
4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Om het laatste teken te verwijderen, drukt u kortstondig op C [Wissen]. Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
5. Druk op .
Opmerking
• De volgende tekens kunnen niet worden gebruikt voor een bestandsnaam: /, \, :, *, ?, ", <, >, | en . (punt).
Tip
• Wanneer in het menu bij stap 2 “Data bewerken” wordt getoond, kunt u de ringtone bewerken (p. 112). Zodra u met bewerken gereed bent, wordt het oude bestand door het laatst opgeslagen bestand overschreven. Dit nieuwe bestand wordt dan de originele ringtone.
Mijn Telefoon 93
De toon en sterkte instellen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen” op
pagina 93.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt bewerken, en druk vervolgens op Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Toon instellen” of “Volume
instellen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Voor volledige bijzonderheden, zie pagina 109 t/m 111.
Opmerking
• Indien “Toon instellen” en “Sterkte instellen” bij stap 2 van het menu niet worden weergegeven, kunt u deze instellingen niet wijzigen.
Berichten verzenden
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen” op
pagina 93.
2.
Druk op of om de bestandsnaam te selecteren die u wilt verzenden, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Bericht verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
94 Mijn Telefoon
Indien u bij stap 2 uw originele ringtone selecteert, ga dan als volgt te werk. Maakt u deze keuze niet, ga dan verder met stap 5.
4. Druk op of om het bestandsformaat
“SMAF”, “MIDI” of “i Melody” te selecteren, en druk vervolgens op .
5. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 59.
Opmerking
• Ringtones met een rood pictogram kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
• Alleen het eerste gedeelte van de gegevens wordt omgezet als u bij stap 4 “i Melody” selecteert.
Ringtones verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones Afspelen” op
pagina 93.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Eén ringtone” of “Alle
geluiden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 5 op C [Nee].

Videoclips

Beheer is mogelijk van videoclips die zijn opgenomen door een videocamera of videoclips die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
Videoclipbestanden downloaden
(M 6-4)
(M 6-4-2)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn Videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Meer downloads” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Op het scherm verschijnt de download-site van het videoclipbestand.
Videoclipbestanden afspelen
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Opgesl. videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De lijst met Opgeslagen videoclips wordt weergegeven.
5. Druk op of om de videoclip te selecteren die
u wilt afspelen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
6. Druk op .
De geselecteerde videoclip wordt afgespeeld. Om een pauze in te lassen, drukt u op . Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op
.
Om met afspelen te stoppen, drukt u op C [Vorige]. Om terug te keren naar het originele formaat, drukt u op A [×1]
Mijn Telefoon 95
De informatie van de videoclipbestanden raadplegen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden
afspelen” op pagina 95.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt controleren, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Details videoclip” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Getoond wordt het gedetailleerde informatiescherm.
4. Druk op of om het scherm te doorlopen.
5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige].
De bestandsnaam wijzigen
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden
afspelen” op pagina 95.
2. Druk op of om de bestandsnaam te
selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op A [Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
96 Mijn Telefoon
3. Druk op of om “Hernoemen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Om het laatste teken te verwijderen, drukt u kortstondig op C [Wissen]. Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
5. Druk op .
Opmerking
• De volgende tekens kunnen niet worden gebruikt voor een bestandsnaam: /, \, :, *, ?, ", <, >, | en . (punt).
Berichten verzenden
1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden
afspelen” op pagina 95.
2.
Druk op of om het bestand te selecteren dat u wilt verzenden, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
3. Druk op of om “Bericht verzenden” te
selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Voer uw bericht in.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 59.
Videoclipbestanden verwijderen
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Opgesl. videoclips” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De lijst met opgeslagen videoclips wordt weergegeven.
5.
Druk op of om het bestand te selecteren dat u wilt verwijderen, en druk vervolgens op
Het menu Opties wordt weergegeven.
A
[Opties].
6. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
7. Druk op of om “Eén videoclip” of “Alle
videoclips” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
8. Druk op A [Ja].
Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 8 op C [Nee].

Mijn Bookmarks

U kunt gewenste (of veel bezochte) pagina's (adressen) opslaan in Mijn Bookmarks. Op een later tijdstip kunt u dan sneller naar WAP-pagina's (sites) gaan. Voor bijzonderheden, zie “Vodafone live!” op pagina 79.
(M 6-5)
Mijn Telefoon 97

Tekstsjablonen

U kunt maximaal 20 tekstsjablonen registreren voor gebruik in SMS- en MMS-berichten.
Berichten kunt u sneller opstellen door teksten te registreren die u vaak gebruikt en die dan later in berichten te gebruiken.
In elk tekstsjabloon kunnen 120 tekens worden geregistreerd.
Tekstsjablonen maken
(M 6-6)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Mijn sjablonen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De lijst met tekstsjablonen wordt dan weergegeven.
4. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt registreren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Voer de tekst in, en druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 29.
98 Mijn Telefoon
Tekstsjablonen bewerken
1.
Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Tekstsjablonen maken”.
2. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt bewerken, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Voer de nieuwe tekst in.
Om het laatste teken te corrigeren, drukt u kortstondig op C [Wissen]. Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen.
4. Druk op .
Tekstsjablonen tonen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Tekstsjablonen
maken”.
2. Druk op of om het nummer te selecteren dat
u wilt tonen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven.
3. Druk op of om “Tonen” te selecteren, en
druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde tekstsjabloon wordt vervolgens getoond.
4. Druk na bevestiging op C [Vorige] om terug te
keren naar de sjablonenlijst.
Tekstsjablonen verwijderen
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Tekstsjablonen maken”
op pagina 98.
2. Druk op of om de tekstsjabloon selecteren
die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties].
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Ja].
De geselecteerde tekstsjabloon wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u de geheugenstatus van Mijn telefoon controleren.
(M 6-7)
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Mijn Telefoon” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op of om “Geheugenstatus” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Mijn Telefoon 99
Loading...