Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd
dat het toestel GX10i in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG.
Bij dezen verklaart Sharp Telecommunications of Europe
Ltd dat deze GX10i voldoet aan de essentiële eisen en aan
de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC.
Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende internetadres:
http://www.sharp-mobile.com
1Inleiding
Inleiding
Gefeliciteerd met uw nieuwe Sharp GX10i.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met
de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke
gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in elektronische
geheugenproducten gegevens verloren gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op
andere wijze niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het
gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten,
vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon
nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij
verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen directe of indirecte, verantwoordelijkheid voor financiële verliezen of claims
van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit
product of de functies daarvan, zoals in het geval van
gestolen creditcardnummers, het verlies of wijziging
van opgeslagen gegevens, enz.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
• De schermindelingen in deze gebruikershandleiding
kunnen anders zijn dan die van uw telefoon.
De informatie in deze gebruikershandleiding kan
zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
• Het is mogelijk dat een netwerk niet alle in deze gebruikershandleiding beschreven functies ondersteunt.
• Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor inhoud, informatie, enz. die van het netwerk wordt gedownload.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat auteursrechtelijk is beschermd (muziek, afbeeldingen,
enz.) alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privédoeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien
van auteursrechten geen uitgebreidere rechten kan uitoefenen, of van de eigenaar van de auteursrechten geen
expliciete toestemmi ng heeft verkregen om voor andere
doeleinden auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en
heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal
gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te
worden voorkomen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
is a Java execution environment
that Aplix developed for implementing
advanced performance and fast operation
on small-memory systems. JBlend and
JBlend logo are trademarks or registered
trademarks of Aplix Corporation in Japan
and other countries.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one
or more of the following United States Patents and/or their
domestic or foreign counterparts and other patents pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262:
4,785,450 & 4,811,420.
Licensed under U.S. Patent 4,558,302 and foreign counterparts.
T9 Text input is licensed under one or more of the following:
U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928,
and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat.
No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong
Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore
Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/
DK, Fl, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic or Korea Pat.
Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional
patents are pending worldwide.
3Inleiding
Functies en kenmerken van de telefoon
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Met de ingebouwde digitale camera kunt u foto's maken.
• U kunt SMS-berichten maken en lezen.
• Met Multimedia Messaging Service (MMS) kunt u
multimediaberichten verzenden en ontvangen met
toegevoegde tekst, grafische afbeeldingen, foto's en
geluid.
• Met de WAP-browser kunt u gebruik maken van mobiele internetdiensten en allerlei informatiebronnen
raadplegen.
• U kunt spelletjes spelen met Java™-toepassingen.
Ook kunt u diverse soorten Vodafone-specifieke
Java™-toepassingen downloaden op internetsites
voor mobiele toepassingen.
• Dankzij het TFT-LCD kleurenscherm zijn de displays helderder, mooier en gemakkelijker te bekijken.
• Op het subscherm kunt u zien wie belt en verschijnen
indicators voor nieuwe berichten.
• U kunt voor uw originele ringtones verschillende melodieën maken met niet minder dan 16 akkoorden.
• Met de memorecorder kunt u een boodschap inspreken en afspelen.
Om de functie aan de rechteronderzijde van het scherm uit
11 Einde/AAN/UIT-toets:
te voeren.
Om een gesprek te beëindigen of
de telefoon aan of uit te zetten.
12 Toetsenblok
13 Microfoon
14 Externe connector:
Om de batterijlader of data-
15 Antenne
kabel op aan te sluiten.
16 Subscherm
17 Camera
18 Spiegel:Voor zelfportretten.
19 LED-indicator
20 Infraroodpoort: Om via infrarood gegevens te
verzenden en te ontvangen.
21 Luidspreker
22 Toetsen aan de zijkant
Toetsen “omhoog/omlaag”:
Om met de cursor menu-onderdelen te selecteren, enz.
23 Batterijdeksel
De SIM-kaart en de batterij plaatsen
1. Schuif het batterijdeksel weg.
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
SIM-kaart
Beginnen10
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuven . Plaats vervolgens de batterij in de
telefoon .
11Beginnen
4. Plaats het batterijdeksel terug en houd hierbij de
markeringen op één lijn; schuif vervolgens het deksel dicht zoals afgebeeld.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt.
• Gebruik alleen de goedgekeurde batterij (XN1BT11).
De SIM-kaart en de batterij verwijderen
1. Schakel uw telefoon uit en verwijder de oplader en
andere accessoires. Schuif vervolgens het batterijdeksel weg.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
3. Schuif de SIM-kaart naar voren door op de achter-
zijde van de kaart te drukken en verwijder de kaart
vervolgens uit de SIM-houder.
Beginnen12
Wat te doen met een lege batterij
Het apparaat wordt gevoed door een batterij. Houd u
aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een
inzamelingspunt voor chemisch afval, uw dealer of
de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur of
water, en geef de batterij niet met het gewone huishoudelijk afval mee.
De batterij opladen
Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u eerst de
batterij opladen. Dit duurt 2 uur.
13Beginnen
De batterij opladen met de oplader
1. Sluit aan de onderzijde van de telefoon de adapter
(met de markering “PUSH TOP” naar boven gericht) aan op het contactpunt van de telefoon en
steek de stekker in het stopcontact.
LED-indicator
De LED-indicator brandt rood.
Normale oplaadtijd: ongeveer 2 uur.
Opmerking
• De oplaadtijd kan langer zijn dan boven aangegeven.
Dit hangt af van de staat van de batterij en de omgeving. (Zie “Batterij” op pagina 125.)
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Werp lege batterijen
niet weg, maar lever ze in als
KCA.
De oplader verwijderen
Druk de knoppen aan de zijkant van de oplader in en
verwijder vervolgens de oplader uit het externe contactpunt van de telefoon.
2. Als de batterij volledig opgeladen is, gaat de LED-
indicator uit. Haal de stekker uit het stopcontact en
neem de opladerconnector uit de telefoon.
Opmerking
• Gebruik alleen goedgekeurde opladers; bij gebruik
van andere opladers kan uw telefoon beschadigd raken en de garantie vervallen; zie “Batterij” op
pagina 125 voor bijzonderheden.
• Als de telefoon opgeladen wordt, knippert rechtsboven in het scherm het pictogram () dat de batterijstatus aangeeft.
De batterij opladen met de sigarettenaanstekeroplader
De sigarettenaansteker-oplader (optioneel) levert
stroom voor het opladen van de batterij via de bus van
de sigarettenaansteker in een auto.
Indicator batterijstatus
De huidige batterijstatus wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het scherm en het subscherm.
Als de batterij tijdens het gebruik leegraakt
Wanneer de batterij zwak wordt, klinkt een alarm en
verschijnt “” op het scherm en subscherm.
Als u uw telefoon gebruikt en u hoort het alarm “batterij
zwak”, laad de telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u
de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking
niet langer gegarandeerd. De batterij werkt mogelijk
nog maar vijf minuten voordat de telefoon zichzelf tijdens een gesprek uitschakelt.
OplaadstatusIndicators
Volledig opgeladen (meer dan
60%)
Gedeeltelijk opgeladen (minder dan 60%)
Gedeeltelijk opgeladen (minder dan 30%)
Bijna leeg (minder dan 10%)
Leeg
Aanbevolen wordt de batterij op te laden.
Laad de batterij op.
Beginnen14
Uw telefoon aan- en uitzetten
Om uw telefoon aan te zetten, moet u ongeveer 2
seconden ingedrukt houden.
Vervolgens verschijnt het standby-scherm.
Om uw telefoon uit te zetten, moet u ongeveer 2 se-
conden lang ingedrukt houden.
Uw PIN-code invoeren
Nadat u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt u gevraagd uw PIN-code in te voeren.
1. Voer uw PIN-code in.
2. Druk op .
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De
PIN-code in-/uitschakelen” op pagina 100.
15Beginnen
Display-indicators
Statusindicators
RechterdisplaytoetsLinkerdisplaytoets
1./ :Geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is/het netwerk is buiten bereik.
2.:Verschijnt tijdens een gesprek.
3. ///:
Geeft de invoermodus aan (Alleen de
eerste letter van het woord met een
hoofdletter/hoofdletters/kleine letters/
numerieke modus).
4.:Verschijnt wanneer de T9-tekstinvoermodus geactiveerd is.
5.//: Verschijnt bij een nieuwe SMS-,
MMS- of WAP-melding.
6./:Verschijnt tijdens weergave van een
beveiligde WAP-browser.
7./:Verschijnt wanneer met het MMS-bericht een foto of afbeelding/geluid is
meegestuurd.
8.:Duidt op een naam uit het telefoonboek die in het telefoongeheugen is
opgeslagen.
9.:Duidt op een naam uit het telefoonboek die op de SIM-kaart is opgeslagen.
10.:Geeft de batterijstatus aan.
11.:Verschijnt wanneer uw telefoon buiten uw netwerk aan het “roamen” is.
12.:Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor datacommunicatie staat.
13.:Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor faxcommunicatie staat.
14.:Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor GPRS-communicatie
staat en binnen bereik is. Knippert tijdens GPRS-transmissie.
15.:Verschijnt wanneer het alarm is ingesteld.
16.:Verschijnt wanneer “Doorschakelen”
(p. 82) is ingesteld op “Alle oproepen”.
17.:Verschijnt wanneer de datakabel op
uw telefoon is aangesloten.
18.:Verschijnt wanneer het “Volume belsignaal” (p. 64) op “Stil” is ingesteld.
19.:Verschijnt wanneer het trilalarm is ingesteld.
Beginnen16
20. (Geen display)////:
Geeft het geluidsprofiel aan (Normaal/Vergadering/Actief/Auto/Stil).
21.:Verschijnt wanneer een voicemail-bericht is opgeslagen.
22.:Verschijnt wanneer de navigatietoetsen “omhoog”, “omlaag”, “rechts” of
“links” beschikbaar zijn.
23./:Verschijnt wanneer tijdens verbinding
“Infrarood” actief is.
24. / :Verschijnt wanneer de Java™-toepassing wordt uitgevoerd/onderbroken.
Indicators voor de displaytoetsen
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de
corresponderende toets worden ingedrukt.
25. Gebied aan de linkeronderzijde van een scherm:
Toont de bewerking die wordt uitgevoerd door de linkerdisplaytoets.
26. Gebied aan de rechteronderzijde van een scherm:
Toont de bewerking die wordt uitgevoerd door de rechterdisplaytoets.
17Beginnen
Subscherm
Statusindicators
Statusindicators
1.:Geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is.
2.:Verschijnt wanneer GPRS binnen bereik
is en kan worden gebruikt. Knippert in
de GPRS-communicatiemodus.
3.:Verschijnt bij een nieuwe SMS-,
MMS- of WAP-melding.
4.:Verschijnt wanneer het alarm is ingesteld.
5.:Geeft de batterijstatus aan.
6./:Verschijnt wanneer tijdens verbinding
“Infrarood” aan is.
7.:Verschijnt wanneer “Doorschakelen”
(p. 82) is ingesteld op “Alle oproepen”.
8.:Verschijnt wanneer de datakabel op
uw telefoon is aangesloten.
9.:Verschijnt wanneer het “Volume belsignaal” (p. 64) op “Stil” is ingesteld.
Beginnen18
Belfuncties
Bellen
1. Voer het net- en abonneenummer in dat u wilt bel-
len.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
2. Druk op om de persoon te bellen.
Noodgevallen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnum-
mer) in.
2. Druk op om de persoon te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt
om, met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen
bereik is.
19Belfuncties
Internationale gesprekken
1. Houd ingedrukt totdat het teken “+” (interna-
tionaal voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer het landnummer in, gevolgd door het netnum-
mer en abonneenummer.
3. Druk op om de persoon te bellen.
Opmerking
• In de meeste gevallen moet u de 0 van het abonneenummer niet invoeren als u internationaal wilt bellen. (In sommige landen wel)
Versneld kiezen
In de snelkiesnummerlijst kun nen tot 9 nummers uit het
telefoonboek worden ingesteld. Met de cijfertoetsen
( t/m en ) kunt u de nummers bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen van de snelkiesnummerlijst, zie “Snelkieslijst” op pagina 30.
1. Houd een van de cijfertoetsen ( t/m en
) ingedrukt.
Het in de snelkiesnummerlijst opgeslagen nummer
wordt weergegeven, en vervolgens gebeld.
Opnieuw kiezen
In de gespreksregister kunt u opnieuw de nummers bellen van gemiste of binnengekomen oproepen, of de
nummers die u zelf hebt gebeld. Elke lijst kan maximaal 10 nummers bevatten.
1. Druk tijdens standby op .
2. Druk op of om een categorie te kiezen uit
“Gekozen nummers”, “Gemiste oproepen” en “Ontvangen oproepen”.
3. Selecteer het door u gewenste nummer door op
of te drukken.
4. Druk op om het nummer opnieuw te bellen.
Automatische nummerherhaling
Met deze instelling kunt u uw telefoon automatisch het
nummer laten bellen als de eerste poging mislukt is.
Als u nummerherhaling wilt beëindigen, drukt u op
of [Einde].
Automatische nummerherhaling wordt als volgt ingesteld
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Oproepinstellingen” te se-
lecteren, en druk vervolgens op .
4. Druk op of om “Autom. nr. herhaling” te se-
lecteren, en druk vervolgens op .
5. Selecteer “Aan” om de functie automatische num-
merherhaling in te schakelen of “Uit” om deze uit
te schakelen, en druk vervolgens op .
Opmerking
• Als u een inkomend gesprek ontvangt, wordt de “automatische nummerherhaling” onderbroken.
• Automatische nummerherhaling is niet mogelijk met
fax- en datagesprekken.
Een gesprek beëindigen
1. Druk op om het gesprek te beëindigen.
Een oproep beantwoorden
Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over en
knippert de LED-indicator groen.
1. Open uw telefoon.
2. Druk op om de oproep te beantwoorden.
of
Druk op een willekeurige toets behalve ,
[Weigeren], en wanneer de functie “Antw.
willek. toets” is ingeschakeld.
Stel in elke modus in het profiel de functie “antwoord met willekeurige toets” in. (p. 68)
Belfuncties20
Tip
• Wanneer de headset op de telefoon is aangesloten,
kunt u oproepen beantwoorden door de toetsen aan
de zijkant in te drukken (omhoog of omlaag).
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het
netwerk van de beller het nummer verzendt, dan verschijnt dat nummer op het scherm. Als de naam en het
nummer van de beller in het telefoonboek zijn opgeslagen, dan verschijnt op het scherm de naam van de
beller.
• Als het nummer een geheim nummer is, dan verschijnt op het display “Afgeschermd”.
• Als een oproep wordt ontvangen van een persoon
wiens foto in het telefoonboek is opgeslagen, dan
worden afwisselend het display en de foto getoond.
Een inkomend gesprek weigeren
Een oproep die u niet wilt beantwoorden, kunt u weigeren.
1. Druk op of [Weigeren] en houd de toetsen
aan de zijkant ( omhoog of omlaag) ingedrukt terwijl
de telefoon overgaat.
Menu's tijdens een gesprek
Tijdens een gesprek kunt u een aantal extra functies gebruiken.
21Belfuncties
Het volume van het speaker instellen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van het speaker
bijstellen.
1. Druk tijdens een gesprek op .
2. Druk op om het volume van het speaker te ver-
hogen of druk op om het volume te verlagen.
Telkens wanneer u op of drukt, wordt het volume met één niveau bijgesteld. Er zijn 5 niveaus.
3. Druk op [OK].
Tip
• Het volume van het speaker kunt u tijdens een gesprek ook met de toetsen aan de zijkant (toets “volume omhoog” of toets “volume omlaag”) bijstellen.
Een gesprek in de wacht zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt
bellen, kunt u het huidige gesprek in de wacht zetten.
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Selecteer “In de wacht”, en druk vervolgens op .
Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet.
Om een gesprek op te halen, drukt u op [Opties],
selecteert u “Ophalen” en drukt u vervolgens op .
3. Voer het andere telefoonnummer in dat u wilt bel-
len, en druk vervolgens op .
Tip
• In plaats van stap 1 en 2 te volgen, kunt u tijdens een
gesprek ook iemand anders bellen door gewoon het
telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek
wordt dan automatisch in de wacht gezet.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een andere inkomende oproep terwijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Antwoord] om de
tweede oproep te beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt in de wacht gezet en nu
kunt u spreken met de tweede beller.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Wisselen” om
tussen de twee gesprekken te wisselen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Einde oproep”.
Druk vervolgens op om het huidige gesprek te
beëindigen en terug te gaan naar het gesprek dat in
de wacht staat.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” instellen op “Aan” als
u gebruik wilt maken van deze dienst (p. 89).
• Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de
wacht. Neem contact op met uw netwerkoperator
voor meer informatie.
• Als u de tweede oproep niet wilt beantwoorden, drukt
u op [Weigeren] bij stap 1. De oproep wordt dan
opgeslagen als een gemist gesprek.
Conferentiegesprek
Conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 deelnemers laten deelnemen aan een conferentiegesprek.
Een conferentiegesprek beginnen
Om een conferentiegesprek te beginnen, moet er één
actief gesprek zijn en één gesprek in de wacht.
1. Druk op [Opties] om het menu Opties op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Alle samenvoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op om deel te nemen
aan het conferentiegesprek.
4. Druk op om het conferentiegesprek te beëindi-
gen.
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiegesprek. Neem conta ct op met uw netwerkoperator voor
meer informatie.
Belfuncties22
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1.
Druk op [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bellen” te selecteren, en
druk vervolgens op .
3. Voer het nummer in van de persoon die u deel wilt
laten nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op om de persoon te bellen.
5.
Druk op [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op .
7. Druk op of om “Alle samenvoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op om deel te nemen
aan het conferentiegesprek.
Als u nog meer deelnemers wilt toevoegen aan de
conferentie, herhaal dan stap 1 t/m 7.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon
die u uit de conferentie wilt verwijderen door op
of te drukken.
2. Druk op [Opties] om het menu Opties op te roe-
pen.
3. Druk op of om “Einde oproep” te selecteren,
en druk vervolgens op .
23Belfuncties
Met een van de conferentiedeelnemers een privégesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privégesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon selecteren in de conferentielijst en de andere deelnemers
in de wacht zetten.
1.
Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon
met wie u wilt spreken door op of te drukken.
2. Druk op [Opties] om het menu Opties op te roe-
pen.
3. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op .
4. Druk op of om “Privé” te selecteren, en druk
vervolgens op .
5. Nadat u het privégesprek hebt beëindigd, drukt u op
[Opties], selecteert u “Conferentie” en drukt u
vervolgens op .
6. Druk op of om “Alle samenvoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op om terug te keren
naar het conferentiegesprek.
De microfoon uitschakelen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic.uit] om de mi-
crofoon uit te schakelen.
Om de microfoon weer in te schakelen, drukt u op
[Mic.aan].
Telefoonboek
In het telefoonboek kunt u de telefoonnummers en e-mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega's.
Groepsnaam (p. 26)
U kunt de telefoonnummers en namen die in het telefoonboek zijn opgeslagen aan een groep toewijzen, bijvoorbeeld “Familie” of “Zakelijk”.
Tekens invoeren
Als u tekens wilt invoeren om namen in het telefoonboek, SMS- of
MMS-berichten in te voeren, drukt u op de corresponderende toetsen.
Tabel met tekens
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende teken.
Opmerking
• Het soort tekens dat kan worden ingevoerd hangt af
van het type gegevensscherm.
Normale modus
Toets
Hoofdletters
.
(punt)
,
(komma)
’
(apostrof)
@ _ ( ) / ” :1
ABC2ГБАВДЕЖЗabc2гбавдежз2
DEF3ÉÊÈËdef3éêèë3
ÎÌÏghi4íîìï4
GHI4Í
JKL5jkl55
Kleine letters
-
(verbindingsstreepje)
? !
Numeriek
1
Toets
Hoofdletters
PQRS7pqrs7ß7
WXYZ9ÝÞwxyz9ýþ9
(spatie)+ = < > £ $ ¥ % &0
*+P?
Kleine letters
Numeriek
6
8
0
(spatie)
-
,:Indrukken en ingedrukt houden om de
nummers 0-9 in te voeren.
Ingedrukt houden om te wisselen tussen zinnen-
:
modus, hoofdletter, kleine letter, numeriek.
:Houd deze toets ingedrukt om te wisselen
tussen normale en T9-modus.
Opmerking
• Wanneer u een SMS verstuurt met Optimalisatie ingesteld op “Aan” in de SMS-instellingen, worden tekens met accent verstuurd als tekens zonder accent.
Zie voor bijzonderheden “Optimalisatie” op
pagina 115.
Telefoonboek24
De tekstinvoer wijzigen
Om de tekstinvoer te wijzigen, houdt u ongeveer
2 seconden ingedrukt.
T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te
voeren.
1.
Houd ingedrukt totdat “” wordt weergegeven.
2. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de betref-
fende toets éénmaal in.
Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren
drukt u op .
3. Als het door u gewenste woord nog niet wordt weer-
gegeven, druk dan op of totdat het juiste
woord verschijnt.
4. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
• Als bij stap 3 het juiste woord niet verschijnt, voert u
via de normale tekstinvoer het juiste woord in.
Tip
• Als u op drukt in plaats van stap 4 uit te voeren,
wordt naast het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
Om symbolen en interpunctie in te voeren, drukt u op
.
25Telefoonboek
Tekstsjablonen gebruiken
Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen
in Mijn sjablonen.
Voor bijzonderheden over het maken van het tekstsjabloon,
zie “Zinnen toewijzen Mijn sjablonen” op pagina 46.
1.
Druk op [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Sjabloon invoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op .
3. Selecteer een gewenst tekstsjabloon door op of
te drukken, en druk vervolgens op .
De geselecteerde tekstsjabloon wordt dan ingevoegd.
Een nieuwe naam invoeren
Om een nieuwe naam op te slaan kunt u kiezen voor een geheugenlocatie in de telefoon (tot 500) of op de SIM-kaart.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt
opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie over de SIM.
Telefoonboekgeheugens
Selecteer, voordat u de nieuwe naam invoert, eerst de
lokatie waar u het telefoonboekgeheugen wilt opslaan.
1.
Druk op om het menu Telefoonboek op te roepen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Nummers opslaan in” te se-
lecteren, en druk vervolgens op .
4. Selecteer “SIM-Kaart” om de naam in het SIM-ge-
heugen of “Telefoongeheugen” op te slaan door op
of te drukken, en druk vervolgens op .
Als u “Keuze” selecteert, kunt u, telkens wanneer u
een nieuwe naam in het telefoonboek opslaat, SIMkaart of telefoongeheugen kiezen.
Namen en nummers opslaan
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Nwe. naam toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op .
3.
Als u op pagina 26 bij stap 4 onder “Telefoonboekgeheugens” de optie “Keuze” selecteert. Selecteer
“SIM-Kaart” of “Telefoongeheugen” door op of
te drukken, en druk vervolgens op .
De prompt voor invoer van de naam verschijnt.
4. Voer een naam in, en druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens,
zie “Tekens invoeren” op pagina 24.
De prompt voor invoer van het telefoonnummer
verschijnt.
5.
Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op .
Er kunnen maximaal 40 tekens worden ingevoerd.
6. Selecteer een gewenst nummertype door op of
te drukken, en druk vervolgens op .
7. Druk op [Opslaan].
U kunt de telefoonnummers van het telefoonboek in
groepen verdelen. U kunt ook het E-mailadres, persoonlijke gegevens en Foto-/afbeeldingsgegevens
invoeren. (Zie “Optionele gegevens opslaan”voor
bijzonderheden.)
Optionele gegevens opslaan
Nadat u het telefo onnummer hebt ingevoerd, kunt u no g
optionele gegevens opslaan. (Zie “Namen en nummers
opslaan”voor bijzonderheden.)
Opmerking
• Het e-mailadres, persoonlijke gegevens, en foto-/afbeeldingsgegevens kunnen op de SIM-kaart niet worden opgeslagen.
Een groepsnaam selecteren
1. Druk op of om de rechterzijde van “”
te accentueren, en druk vervolgens op .
2. Selecteer een gewenste groepsnaam door op of
te drukken, en druk vervolgens op .
U kunt de telefoon zodanig instellen dat een bepaalde groepsnaam wordt weergegeven wanneer u het
telefoonboek opslaat of bewerkt, zie “Groepen
weergeven” op pagina 29.
Telefoonboek26
Het E-mailadres invoeren
3. Druk op of om de rechterzijde van “”
te accentueren, en druk vervolgens op .
4. Voer het E-mailadres in en druk vervolgens op .
Er kunnen maximaal 60 tekens worden ingevoerd.
Persoonlijke gegevens invoeren
5. Druk op of om de rechterzijde van “”
te accentueren, en druk vervolgens op .
6. Voer de persoonlijke gegevens in, en druk vervol-
gens op .
Er kunnen maximaal 60 tekens worden ingevoerd.
Foto-/afbeeldingsgegevens opslaan
Voor gebruik met het telefoonboek kunt u een foto/afbeelding opslaan.
Als u een oproep ontvangt van een persoon die in het telefoonboek is opgenomen met daaraan gekoppeld een
foto/afbeelding, dan wordt deze foto/afbeelding weergegeven.
7. Druk op of om de rechterzijde van “”
te accentueren, en druk vervolgens op .
8. Selecteer de gewenste foto/afbeelding, en druk ver-
volgens op .
De geselecteerde foto/afbeelding verschijnt dan op
het scherm.
27Telefoonboek
9. Geef op hoe groot het bereik moet zijn voor weerga-
ve van de foto/afbeelding door op , , of
te drukken, en druk vervolgens op .
10. Druk op [Opslaan].
Opmerking
• De opgeslagen foto/afbeelding wordt automatisch
opgeslagen in de sectie “In telefoonboek” van de Opgeslagen afb.
• Uit de Opgeslagen fot o's kan de Foto-/afbeelding niet
worden verwijderd. Verwijder de foto/afbeelding uit
het telefoonboek.
Telefoonnummer toevoegen uit het oproepoverzicht
1. Roep uit de Gespreksregister het nummer op dat u
wilt opslaan (p. 77).
2. Druk op .
3. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op .
4. Voer de procedure uit vanaf stap 3 onder “Namen
en nummers opslaan” op pagina 26.
Telefoonnummer opslaan nadat het is ingevoerd
1. Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op
[Opslaan].
2. Voer de procedure uit vanaf stap 3 t/m 7 onder “Na-
men en nummers opslaan” op pagina 26.
Een naam en nummer zoeken
Er zijn twee methoden om het telefoonboek te doorzoeken:
Zoeken op naam
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Selecteer “Namen weergeven”, en druk vervolgens
op .
3. Voer een naam in of het eerste teken (of de eerste te-
kens) van de naam.
Overeenkomende resultaten worden alfabetisch
weergegeven.
Als er in het telefoonboek geen naam is die aan de
zoekcriteria voldoet, dan wordt de naam weergegeven die alfabetisch het dichtst in de buurt ligt.
4. Doorloop de lijst door op of te drukken om
de gewenste naam te selecteren, en druk vervolgens
op [Kiezen].
Het gedetailleerde scherm van het telefoonboek
verschijnt.
5. Druk op .
6. Druk op of om het gewenste telefoonnum-
mer te selecteren, en druk vervolgens op .
Tip
• U kunt ook naar de naam en het nummer zoeken als
u na stap 2 op drukt en “Zoeken” selecteert.
• U kunt, in plaats van stap 6 uit te voeren, het gewenste telefoonnummer ook bellen door de cijfertoets in te
drukken die overeenkomt met het lijstnummer.
Zoeken in alfabetische volgorde
1. Druk tijdens de standby-modus op of om het
telefoonboek te openen.
2. Doorloop de lijst door op of te drukken om
de gewenste naam te zoeken.
3. Als u op naam wilt zoeken, voert u stap 3 en 4 uit in
“Zoeken op naam”.
Telefoonboekgegevens bewerken
De in het telefoonboek ingevoerde gegevens kunt u bewerken.
1.
Zoek de gewenste naam in het telefoonboek op.
Voor bijzonderheden over het zoeken van gegevens in
het telefoonboek, zie “Een naam en nummer zoeken” .
2. Druk op .
3. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op .
4. Kies een naam die u wilt wijzigen door op of
te drukken, en druk vervolgens op [Bewerken].
Telefoonboek28
5. Wijzig de gegevens.
6. Druk op .
Als u nog een naam wilt bewerken, herhaalt u stap
4 t/m 6.
7.
Druk op [Opslaan] om de wijziging(en) op te slaan.
Namen uit het telefoonboek verwijderen
1. Zoek de gewenste namen in het telefoonboek op.
Voor bijzonderheden over het zoeken van gegevens
in het telefoonboek, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 28.
2. Druk op .
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
4. Selecteer “Ja”, en druk vervolgens op .
De geselecteerde naam wordt verwijderd.
Om de verwijdering t e annuleren, selecteert u “Nee”
bij stap 4 en drukt u vervolgens op .
Uw eigen nummers controleren
U kunt uw eigen telefoon-, fax- en datanummer(s) in
het telefoonboek bekijken en bewerken.
1.
Druk op om het menu Telefoonboek op te roepen.
2.
Druk op of om “Mijn nummers” te selecteren,
en druk vervolgens op .
29Telefoonboek
3. Druk op of om het te controleren telefoon-
nummer te selecteren onder “Spraak”, “Data” of
“Fax”, en druk vervolgens op .
Opmerking
• Het is mogelijk dat “Data” of “Fax” niet wordt
weergegeven. Dit hangt af van de SIM-kaart.
Uw telefoonnummers bewerken
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Uw eigen nummers
controleren”.
2. Druk op .
3. Druk op [Wissen] om het telefoonnummer te
wissen en een nieuw telefoonnummer in te voeren.
4. Druk op om het telefoonnummer op te slaan.
Groepen weergeven
U kunt de beschikbare groepsnamen instellen wanneer
u het telefoonboek opslaat of bewerkt.
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Selecteer “Groepen weergeven”, en druk vervol-
gens op .
4. Selecteer een gewenste groepsnaam door op te
drukken.
“” geeft aan dat de groep is geselecteerd.
Om de geselecteerde groep te annuleren, drukt u opnieuw op .
Het vinkje in het selectievak verdwijnt.
Geheugenstatus
Met deze functie kunt u het aantal namen controleren
dat in het telefoonboek is opgeslagen.
1.
Druk op om het menu Telefoonboek op te roepen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Geheugenstatus” te selecte-
ren, en druk vervolgens op .
U kunt de volgende geheugenstatus controleren.
“SIM-kaart : xxx/xxx”
“Snelkiezen : xx/xx”
“Telefoon: xxx/500”
Opmerking
• Het aantal lokaties op de SIM-kaart is afhankelijk
van de capaciteit van de kaart.
Snelkieslijst
In de snelkieslijst kunt u maximaal 9 telefoonnummers
opslaan.
Gebruik de nummers uit het telefoonboek op de SIMkaart.
Namen uit het telefoonboek toevoegen aan de
snelkieslijst
1. Zoek de gewenste namen in het telefoonboek op.
Voor bijzonderheden over het doorzoeken van het
telefoonboek, zie stap 1 t/m 4 onder “Zoeken op
naam” op pagina 28.
2. Druk op of om het telefoonnummer te selec-
teren.
3. Druk op .
4. Druk op of om “Toev. aan snelkieslijst” te
selecteren, en druk vervolgens op .
5. Kies het nummer dat u wilt toevoegen door op
of te drukken, en druk vervolgens op .
De snelkieslijst weergeven
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
Telefoonboek30
Loading...
+ 135 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.