Sharp GX10I User Manual [nl]

Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat het toestel GX10i in overeenstemming is met de essen­tiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Bij dezen verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze GX10i voldoet aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Een kopie van de originele verklaring van overeenstem­ming is te vinden op het volgende internetadres: http://www.sharp-mobile.com
1 Inleiding

Inleiding

Gefeliciteerd met uw nieuwe Sharp GX10i.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht be­steed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde om­standigheden kan het voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens verloren gaan of wor­den gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen aanspra­kelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op andere wijze niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen directe of indirecte, verant­woordelijkheid voor financiële verliezen of claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval van gestolen creditcardnummers, het verlies of wijziging van opgeslagen gegevens, enz.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmer­ken en/of gedeponeerde handelsmerken van de be­treffende ondernemingen.
• De schermindelingen in deze gebruikershandleiding kunnen anders zijn dan die van uw telefoon. De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewij­zigd.
• Het is mogelijk dat een netwerk niet alle in deze ge­bruikershandleiding beschreven functies onder­steunt.
• Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor in­houd, informatie, enz. die van het netwerk wordt ge­download.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat au­teursrechtelijk is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en ge­bruikt voor privédoeleinden. Indien de gebruiker mate­riaal voor andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen uitgebreidere rechten kan uit­oefenen, of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete toestemmi ng heeft verkregen om voor andere doeleinden auteursrechtelijk beschermd materiaal te re­produceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit be­schouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor schade­vergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden voorkomen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Micro­soft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Powered by JBlend®, ©1997-2003 Aplix Corporation. All rights reserved. Java and all Java-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc. in the U.S. and other countries. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
In this product, JBlend
®
JBlend
is a Java execution environment that Aplix developed for implementing advanced performance and fast operation on small-memory systems. JBlend and JBlend logo are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
Powered by Mascot Capsule Mascot Capsule
tion ©2002-2003 HI Corporation. All Rights Reserved.
®
is incorporated.
®
®
is a registered trademark of HI Corpora-
/Micro3D Edition™
Inleiding 2
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the following United States Patents and/or their domestic or foreign counterparts and other patents pen­ding, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262: 4,785,450 & 4,811,420.
Licensed under U.S. Patent 4,558,302 and foreign counter­parts.
T9 Text input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/ DK, Fl, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic or Korea Pat. Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending worldwide.
3 Inleiding
Functies en kenmerken van de tele­foon
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Met de ingebouwde digitale camera kunt u foto's ma­ken.
• U kunt SMS-berichten maken en lezen.
• Met Multimedia Messaging Service (MMS) kunt u multimediaberichten verzenden en ontvangen met toegevoegde tekst, grafische afbeeldingen, foto's en geluid.
• Met de WAP-browser kunt u gebruik maken van mo­biele internetdiensten en allerlei informatiebronnen raadplegen.
• U kunt spelletjes spelen met Java™-toepassingen. Ook kunt u diverse soorten Vodafone-specifieke Java™-toepassingen downloaden op internetsites voor mobiele toepassingen.
• Dankzij het TFT-LCD kleurenscherm zijn de dis­plays helderder, mooier en gemakkelijker te bekij­ken.
• Op het subscherm kunt u zien wie belt en verschijnen indicators voor nieuwe berichten.
• U kunt voor uw originele ringtones verschillende me­lodieën maken met niet minder dan 16 akkoorden.
• Met de memorecorder kunt u een boodschap inspre­ken en afspelen.

Inhoudsopgave

Inleiding ........................................................ 1
Functies en kenmerken van de telefoon........3
Inhoudsopgave............................................. 4
Uw telefoon................................................... 7
Accessoires....................................................7
Beginnen....................................................... 8
De SIM-kaart en de batterij plaatsen...........10
De batterij opladen......................................13
Uw telefoon aan- en uitzetten......................15
Display-indicators .......................................15
Subscherm ...................................................17
Belfuncties..................................................19
Bellen ..........................................................19
Versneld kiezen...........................................19
Opnieuw kiezen...........................................20
Een gesprek beëindigen...............................20
Een oproep beantwoorden...........................20
Menu's tijdens een gesprek..........................21
Telefoonboek.............................................. 24
Tekens invoeren ..........................................24
Een nieuwe naam invoeren .........................25
Een naam en nummer zoeken..................... 28
Telefoonboekgegevens bewerken .............. 28
Namen uit het telefoonboek verwijderen ... 29
Uw eigen nummers controleren.................. 29
Groepen weergeven.................................... 29
Geheugenstatus........................................... 30
Snelkieslijst ................................................ 30
Berichten verzenden ................................... 31
Gebruik van het menu................................32
Overzicht van menufuncties....................... 33
Camera ........................................................34
Gebruik van de zelfontspanner................... 36
Foto's verzenden......................................... 37
Foto's verwijderen ...................................... 37
Mijn telefoon ...............................................38
Java™ ......................................................... 38
Mijn games ................................................. 39
Mijn afbeeldingen....................................... 40
Mijn ringtones ............................................ 43
Mijn bookmarks.......................................... 45
Mijn sjablonen ........................................... 46
Inhoudsopgave 4
Geheugenstatus ...........................................47
Fun & Games .............................................. 48
Mijn games .................................................48
Andere games .............................................51
Ringtone-editor ...........................................52
Toon-editor .................................................59
Profielen......................................................63
Een profiel activeren...................................63
Profielen aanpassen.....................................63
Profielinstellingen resetten .........................64
Volume belsignaal ......................................64
Ringtone......................................................64
Trillen..........................................................65
Toetstonen...................................................65
Waarschuwingstoon....................................66
Geluid bij inschakelen/uitschakelen ........... 66
Berichtsignaal .............................................67
Melding dat batterij bijna leeg is ................68
Antwoord met willekeurige toets................68
Organiser ....................................................69
Rekenmachine.............................................69
Kalender......................................................70
Klok & Alarm .............................................71
5 Inhoudsopgave
Memorecorder.............................................75
Help .............................................................76
Gespreksbeheer..........................................77
Gespreksregistratie......................................77
Gesprekstimers............................................78
Gesprekskosten ...........................................79
Datateller ....................................................81
Doorschakelen.............................................82
Instellingen..................................................84
Telefooninstellingen....................................84
Oproepinstellingen ......................................89
Netwerkinstellingen ...................................93
Internet-instellingen ....................................95
Infrarood......................................................99
Beveiliging ................................................100
Fabrieksinstellingen ..................................104
Vodafone live! ...........................................105
De WAP-browser weergeven....................105
Navigeren door een WAP-pagina .............105
Berichten ...................................................107
MMS (Multimedia Messaging Service) ....107
SMS (Short Message Service) ..................114
Cell Broadcast ...........................................118
Netwerkberichten ......................................119
Gegevensoverdracht ............................... 120
Systeemeisen.............................................120
De software installeren en instellen ..........120
De Modem Setup gebruiken......................120
Beeldbestanden overzetten........................121
Problemen oplossen................................ 122
Veiligheidsmaatregelen en gebruiksvoor-
waarden..................................................... 124
GEBRUIKSVOORWAARDEN ...............124
OMGEVING .............................................126
GEBRUIK VAN DE TELEFOON IN EEN
AUTO........................................................127
Index.......................................................... 128
Handleiding voor de snelle beginner ..... 134
Inhoudsopgave 6

Uw telefoon

Controleer zorgvuldig het volgende. In het pakket moe­ten zich de volgende onderdelen bevinden:
• GSM 900/1800/1900 GPRS-toestel
• Oplaadbare Li-ion batterij
• Batterijlader
• Hands Free-kit
•CD-ROM
• Gebruikershandleiding

Accessoires

• Li-ion reservebatterij (XN-1BT11)
• Sigarettenaansteker-oplader (XN-1CL10)
• Houder voor montage in auto (XN-1CH11)
• Datakabel (RS232C-kabel: XN-1DC10)
Het is mogelijk dat niet alle bovengenoemde accessoi­res in uw regio verkrijgbaar zijn.
Neem voor bijzonderheden contact op met uw dealer.
7 Uw telefoon
(optioneel)

Beginnen

Beginnen 8
1 Speaker 2 Navigatietoetsen (pijltoetsen):
Verplaats de cursor om menu­onderdelen te selecteren, het volume van het luistergedeelte in te stellen, enz.
Pijltoetsen omhoog/omlaag:
Om in de standby-functie naar na­men in het telefoonboek te zoeken.
Pijltoets naar links:
Pijltoets naar rechts:
3 Middelste toets: Om het hoofdmenu weer te ge-
Om in de standby-functie het vo­lume van het speaker in te stellen. Om in de standby-functie het te­lefoonboekmenu weer te geven.
ven en de functies uit te voeren. Deze toets wordt in deze ge-
bruikershandleiding met aangeduid.
Linkerdisplaytoets:Om de functie aan de linkeron-
4
5Verzend-toets: Om te bellen of inkomende op-
derzijde van het scherm uit te voeren.
roepen te accepteren, of in de standby-functie het gesprek te bekijken.
6 Voicemail-toets:
Om uw voicemail op te halen (afhankelijk van de SIM-kaart).
7 * /Shift-toets: Om * in te voeren of de tekst-
functie te wijzigen.
9Beginnen
8 Hoofdscherm 9 Handsfree-connector 10 Rechterdisplaytoets:
Om de functie aan de rechter­onderzijde van het scherm uit
11 Einde/AAN/UIT-toets:
te voeren.
Om een gesprek te beëindigen of de telefoon aan of uit te zetten.
12 Toetsenblok 13 Microfoon 14 Externe connector:
Om de batterijlader of data-
15 Antenne
kabel op aan te sluiten.
16 Subscherm 17 Camera 18 Spiegel: Voor zelfportretten. 19 LED-indicator 20 Infraroodpoort: Om via infrarood gegevens te
verzenden en te ontvangen.
21 Luidspreker 22 Toetsen aan de zijkant
Toetsen “omhoog/omlaag”:
Om met de cursor menu-onder­delen te selecteren, enz.
23 Batterijdeksel

De SIM-kaart en de batterij plaatsen

1. Schuif het batterijdeksel weg.
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
SIM-kaart
Beginnen 10
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif de ge­leiders aan de bovenzijde van de batterij in de bat­terijsleuven . Plaats vervolgens de batterij in de telefoon .
11 Beginnen
4. Plaats het batterijdeksel terug en houd hierbij de
markeringen op één lijn; schuif vervolgens het dek­sel dicht zoals afgebeeld.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden ge­bruikt.
• Gebruik alleen de goedgekeurde batterij (XN­1BT11).
De SIM-kaart en de batterij verwijderen
1. Schakel uw telefoon uit en verwijder de oplader en
andere accessoires. Schuif vervolgens het batterij­deksel weg.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
3. Schuif de SIM-kaart naar voren door op de achter-
zijde van de kaart te drukken en verwijder de kaart vervolgens uit de SIM-houder.
Beginnen 12
Wat te doen met een lege batterij
Het apparaat wordt gevoed door een batterij. Houd u aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor chemisch afval, uw dealer of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur of water, en geef de batterij niet met het gewone huis­houdelijk afval mee.

De batterij opladen

Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u eerst de batterij opladen. Dit duurt 2 uur.
13 Beginnen
De batterij opladen met de oplader
1. Sluit aan de onderzijde van de telefoon de adapter
(met de markering “PUSH TOP” naar boven ge­richt) aan op het contactpunt van de telefoon en steek de stekker in het stopcontact.
LED-indicator
De LED-indicator brandt rood. Normale oplaadtijd: ongeveer 2 uur.
Opmerking
• De oplaadtijd kan langer zijn dan boven aangegeven. Dit hangt af van de staat van de batterij en de omge­ving. (Zie “Batterij” op pagina 125.)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Werp lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
De oplader verwijderen
Druk de knoppen aan de zijkant van de oplader in en verwijder vervolgens de oplader uit het externe contact­punt van de telefoon.
2. Als de batterij volledig opgeladen is, gaat de LED-
indicator uit. Haal de stekker uit het stopcontact en neem de opladerconnector uit de telefoon.
Opmerking
• Gebruik alleen goedgekeurde opladers; bij gebruik van andere opladers kan uw telefoon beschadigd ra­ken en de garantie vervallen; zie “Batterij” op pagina 125 voor bijzonderheden.
• Als de telefoon opgeladen wordt, knippert rechtsbo­ven in het scherm het pictogram ( ) dat de bat­terijstatus aangeeft.
De batterij opladen met de sigarettenaansteker­oplader
De sigarettenaansteker-oplader (optioneel) levert stroom voor het opladen van de batterij via de bus van de sigarettenaansteker in een auto.
Indicator batterijstatus
De huidige batterijstatus wordt weergegeven in de rech­terbovenhoek van het scherm en het subscherm.
Als de batterij tijdens het gebruik leegraakt
Wanneer de batterij zwak wordt, klinkt een alarm en verschijnt “ ” op het scherm en subscherm.
Als u uw telefoon gebruikt en u hoort het alarm “batterij zwak”, laad de telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking niet langer gegarandeerd. De batterij werkt mogelijk nog maar vijf minuten voordat de telefoon zichzelf tij­dens een gesprek uitschakelt.
Oplaadstatus Indicators
Volledig opgeladen (meer dan 60%)
Gedeeltelijk opgeladen (min­der dan 60%)
Gedeeltelijk opgeladen (min­der dan 30%)
Bijna leeg (minder dan 10%)
Leeg
Aanbevolen wordt de bat­terij op te laden.
Laad de batterij op.
Beginnen 14

Uw telefoon aan- en uitzetten

Om uw telefoon aan te zetten, moet u ongeveer 2 seconden ingedrukt houden.
Vervolgens verschijnt het standby-scherm. Om uw telefoon uit te zetten, moet u ongeveer 2 se-
conden lang ingedrukt houden.
Uw PIN-code invoeren
Nadat u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt u ge­vraagd uw PIN-code in te voeren.
1. Voer uw PIN-code in.
2. Druk op .
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN-code in-/uitschakelen” op pagina 100.
15 Beginnen

Display-indicators

Statusindi­cators
RechterdisplaytoetsLinkerdisplaytoets
1. / : Geeft aan hoe sterk het ontvangen sig­naal is/het netwerk is buiten bereik.
2. : Verschijnt tijdens een gesprek.
3. ///: Geeft de invoermodus aan (Alleen de eerste letter van het woord met een hoofdletter/hoofdletters/kleine letters/ numerieke modus).
4. : Verschijnt wanneer de T9-tekstin­voermodus geactiveerd is.
5. / / : Verschijnt bij een nieuwe SMS-, MMS- of WAP-melding.
6. / : Verschijnt tijdens weergave van een beveiligde WAP-browser.
7. / : Verschijnt wanneer met het MMS-be­richt een foto of afbeelding/geluid is meegestuurd.
8. : Duidt op een naam uit het telefoon­boek die in het telefoongeheugen is opgeslagen.
9. : Duidt op een naam uit het telefoon­boek die op de SIM-kaart is opgesla­gen.
10. : Geeft de batterijstatus aan.
11. : Verschijnt wanneer uw telefoon bui­ten uw netwerk aan het “roamen” is.
12. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor datacommunicatie staat.
13. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor faxcommunicatie staat.
14. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor GPRS-communicatie staat en binnen bereik is. Knippert tij­dens GPRS-transmissie.
15. : Verschijnt wanneer het alarm is inge­steld.
16. : Verschijnt wanneer “Doorschakelen” (p. 82) is ingesteld op “Alle oproe­pen”.
17. : Verschijnt wanneer de datakabel op uw telefoon is aangesloten.
18. : Verschijnt wanneer het “Volume bel­signaal” (p. 64) op “Stil” is ingesteld.
19. : Verschijnt wanneer het trilalarm is in­gesteld.
Beginnen 16
20. (Geen display)/ / / / : Geeft het geluidsprofiel aan (Nor­maal/Vergadering/Actief/Auto/Stil).
21. : Verschijnt wanneer een voicemail-be­richt is opgeslagen.
22. : Verschijnt wanneer de navigatietoet­sen “omhoog”, “omlaag”, “rechts” of “links” beschikbaar zijn.
23. / : Verschijnt wanneer tijdens verbinding “Infrarood” actief is.
24. / : Verschijnt wanneer de Java™-toepas­sing wordt uitgevoerd/onderbroken.
Indicators voor de displaytoetsen
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de corresponderende toets worden ingedrukt.
25. Gebied aan de linkeronderzijde van een scherm: Toont de bewerking die wordt uitge­voerd door de linkerdisplaytoets.
26. Gebied aan de rechteronderzijde van een scherm: Toont de bewerking die wordt uitge­voerd door de rechterdisplaytoets.
17 Beginnen

Subscherm

Statusindicators
Statusindicators
1. : Geeft aan hoe sterk het ontvangen sig­naal is.
2. : Verschijnt wanneer GPRS binnen bereik is en kan worden gebruikt. Knippert in de GPRS-communicatiemodus.
3. : Verschijnt bij een nieuwe SMS-, MMS- of WAP-melding.
4. : Verschijnt wanneer het alarm is inge­steld.
5. : Geeft de batterijstatus aan.
6. / : Verschijnt wanneer tijdens verbinding “Infrarood” aan is.
7. : Verschijnt wanneer “Doorschakelen” (p. 82) is ingesteld op “Alle oproe­pen”.
8. : Verschijnt wanneer de datakabel op uw telefoon is aangesloten.
9. : Verschijnt wanneer het “Volume bel­signaal” (p. 64) op “Stil” is ingesteld.
Beginnen 18

Belfuncties

Bellen

1. Voer het net- en abonneenummer in dat u wilt bel-
len. Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
2. Druk op om de persoon te bellen.
Noodgevallen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnum-
mer) in.
2. Druk op om de persoon te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk nood­oproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde net­werkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of zonder SIM-kaart, in een land een alarm­nummer te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen bereik is.
19 Belfuncties
Internationale gesprekken
1. Houd ingedrukt totdat het teken “+” (interna-
tionaal voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer het landnummer in, gevolgd door het netnum-
mer en abonneenummer.
3. Druk op om de persoon te bellen.
Opmerking
• In de meeste gevallen moet u de 0 van het abonnee­nummer niet invoeren als u internationaal wilt bel­len. (In sommige landen wel)

Versneld kiezen

In de snelkiesnummerlijst kun nen tot 9 nummers uit het telefoonboek worden ingesteld. Met de cijfertoetsen ( t/m en ) kunt u de nummers bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen van de snelkies­nummerlijst, zie “Snelkieslijst” op pagina 30.
1. Houd een van de cijfertoetsen ( t/m en
) ingedrukt. Het in de snelkiesnummerlijst opgeslagen nummer wordt weergegeven, en vervolgens gebeld.

Opnieuw kiezen

In de gespreksregister kunt u opnieuw de nummers bel­len van gemiste of binnengekomen oproepen, of de nummers die u zelf hebt gebeld. Elke lijst kan maxi­maal 10 nummers bevatten.
1. Druk tijdens standby op .
2. Druk op of om een categorie te kiezen uit
“Gekozen nummers”, “Gemiste oproepen” en “Ont­vangen oproepen”.
3. Selecteer het door u gewenste nummer door op
of te drukken.
4. Druk op om het nummer opnieuw te bellen.
Automatische nummerherhaling
Met deze instelling kunt u uw telefoon automatisch het nummer laten bellen als de eerste poging mislukt is.
Als u nummerherhaling wilt beëindigen, drukt u op of [Einde].
Automatische nummerherhaling wordt als volgt in­gesteld
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Oproepinstellingen” te se-
lecteren, en druk vervolgens op .
4. Druk op of om “Autom. nr. herhaling” te se-
lecteren, en druk vervolgens op .
5. Selecteer “Aan” om de functie automatische num-
merherhaling in te schakelen of “Uit” om deze uit te schakelen, en druk vervolgens op .
Opmerking
• Als u een inkomend gesprek ontvangt, wordt de “au­tomatische nummerherhaling” onderbroken.
• Automatische nummerherhaling is niet mogelijk met fax- en datagesprekken.

Een gesprek beëindigen

1. Druk op om het gesprek te beëindigen.

Een oproep beantwoorden

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over en knippert de LED-indicator groen.
1. Open uw telefoon.
2. Druk op om de oproep te beantwoorden.
of Druk op een willekeurige toets behalve , [Weigeren], en wanneer de functie “Antw. willek. toets” is ingeschakeld. Stel in elke modus in het profiel de functie “ant­woord met willekeurige toets” in. (p. 68)
Belfuncties 20
Tip
• Wanneer de headset op de telefoon is aangesloten, kunt u oproepen beantwoorden door de toetsen aan de zijkant in te drukken (omhoog of omlaag).
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van de beller het nummer verzendt, dan ver­schijnt dat nummer op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het telefoonboek zijn opge­slagen, dan verschijnt op het scherm de naam van de beller.
• Als het nummer een geheim nummer is, dan ver­schijnt op het display “Afgeschermd”.
• Als een oproep wordt ontvangen van een persoon wiens foto in het telefoonboek is opgeslagen, dan worden afwisselend het display en de foto getoond.
Een inkomend gesprek weigeren
Een oproep die u niet wilt beantwoorden, kunt u weige­ren.
1. Druk op of [Weigeren] en houd de toetsen
aan de zijkant ( omhoog of omlaag) ingedrukt terwijl de telefoon overgaat.

Menu's tijdens een gesprek

Tijdens een gesprek kunt u een aantal extra functies ge­bruiken.
21 Belfuncties
Het volume van het speaker instellen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van het speaker bijstellen.
1. Druk tijdens een gesprek op .
2. Druk op om het volume van het speaker te ver-
hogen of druk op om het volume te verlagen. Telkens wanneer u op of drukt, wordt het vo­lume met één niveau bijgesteld. Er zijn 5 niveaus.
3. Druk op [OK].
Tip
• Het volume van het speaker kunt u tijdens een ge­sprek ook met de toetsen aan de zijkant (toets “volu­me omhoog” of toets “volume omlaag”) bijstellen.
Een gesprek in de wacht zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken af­handelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de wacht zetten.
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] om het
menu Opties op te roepen.
2. Selecteer “In de wacht”, en druk vervolgens op .
Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet.
Om een gesprek op te halen, drukt u op [Opties], selecteert u “Ophalen” en drukt u vervolgens op .
3. Voer het andere telefoonnummer in dat u wilt bel-
len, en druk vervolgens op .
Tip
• In plaats van stap 1 en 2 te volgen, kunt u tijdens een gesprek ook iemand anders bellen door gewoon het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een andere inkomende oproep ter­wijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Antwoord] om de
tweede oproep te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wacht gezet en nu
kunt u spreken met de tweede beller.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Wisselen” om
tussen de twee gesprekken te wisselen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Einde oproep”.
Druk vervolgens op om het huidige gesprek te beëindigen en terug te gaan naar het gesprek dat in de wacht staat.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” instellen op “Aan” als u gebruik wilt maken van deze dienst (p. 89).
• Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de wacht. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Als u de tweede oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op [Weigeren] bij stap 1. De oproep wordt dan opgeslagen als een gemist gesprek.
Conferentiegesprek
Conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deel­nemers. U kunt maximaal 5 deelnemers laten deelne­men aan een conferentiegesprek.
Een conferentiegesprek beginnen
Om een conferentiegesprek te beginnen, moet er één actief gesprek zijn en één gesprek in de wacht.
1. Druk op [Opties] om het menu Opties op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Alle samenvoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op om deel te nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op om het conferentiegesprek te beëindi-
gen.
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiege­sprek. Neem conta ct op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Belfuncties 22
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferen­tiegesprek
1.
Druk op [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Bellen” te selecteren, en
druk vervolgens op .
3. Voer het nummer in van de persoon die u deel wilt
laten nemen aan het conferentiegesprek.
4. Druk op om de persoon te bellen.
5.
Druk op [Opties] om het menu Opties op te roepen.
6. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op .
7. Druk op of om “Alle samenvoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op om deel te nemen aan het conferentiegesprek. Als u nog meer deelnemers wilt toevoegen aan de conferentie, herhaal dan stap 1 t/m 7.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëin­digen
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon
die u uit de conferentie wilt verwijderen door op of te drukken.
2. Druk op [Opties] om het menu Opties op te roe-
pen.
3. Druk op of om “Einde oproep” te selecteren,
en druk vervolgens op .
23 Belfuncties
Met een van de conferentiedeelnemers een privé­gesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privé­gesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon se­lecteren in de conferentielijst en de andere deelnemers in de wacht zetten.
1.
Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon met wie u wilt spreken door op of te drukken.
2. Druk op [Opties] om het menu Opties op te roe-
pen.
3. Druk op of om “Conferentie” te selecteren,
en druk vervolgens op .
4. Druk op of om “Privé” te selecteren, en druk
vervolgens op .
5. Nadat u het privégesprek hebt beëindigd, drukt u op
[Opties], selecteert u “Conferentie” en drukt u
vervolgens op .
6. Druk op of om “Alle samenvoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op om terug te keren naar het conferentiegesprek.
De microfoon uitschakelen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic.uit] om de mi-
crofoon uit te schakelen. Om de microfoon weer in te schakelen, drukt u op
[Mic.aan].

Telefoonboek

In het telefoonboek kunt u de telefoonnummers en e-mail­adressen opslaan van uw vrienden, familie en collega's.
Groepsnaam (p. 26)
U kunt de telefoonnummers en namen die in het tele­foonboek zijn opgeslagen aan een groep toewijzen, bij­voorbeeld “Familie” of “Zakelijk”.

Tekens invoeren

Als u tekens wilt invoeren om namen in het telefoonboek, SMS- of MMS-berichten in te voeren, drukt u op de corresponderende toetsen.
Tabel met tekens
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende teken.
Opmerking
• Het soort tekens dat kan worden ingevoerd hangt af van het type gegevensscherm.
Normale modus
Toets
Hoofdletters
.
(punt)
,
(komma)
(apostrof)
@ _ ( ) / ” :1
ABC2ГБАВДЕЖЗ abc2гбавдежз 2
DEF3ÉÊÈË def3éêèë 3
Î Ì Ï ghi4í î ì ï4
GHI4Í
JKL5 jkl5 5
Kleine letters
-
(verbindingsstreepje)
? !
Numeriek
1
Toets
Hoofdletters
PQRS7 pqrs7ß 7
WXYZ9ÝÞ wxyz9ýþ 9
(spatie)+ = < > £ $ ¥ % &0
*+P?
Kleine letters
Numeriek
6
8
0
(spatie)
-
,:Indrukken en ingedrukt houden om de
nummers 0-9 in te voeren. Ingedrukt houden om te wisselen tussen zinnen-
:
modus, hoofdletter, kleine letter, numeriek.
: Houd deze toets ingedrukt om te wisselen
tussen normale en T9-modus.
Opmerking
• Wanneer u een SMS verstuurt met Optimalisatie in­gesteld op “Aan” in de SMS-instellingen, worden te­kens met accent verstuurd als tekens zonder accent. Zie voor bijzonderheden “Optimalisatie” op pagina 115.
Telefoonboek 24
De tekstinvoer wijzigen
Om de tekstinvoer te wijzigen, houdt u ongeveer 2 seconden ingedrukt.
T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1.
Houd ingedrukt totdat “ ” wordt weergegeven.
2. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de betref-
fende toets éénmaal in. Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren drukt u op .
3. Als het door u gewenste woord nog niet wordt weer-
gegeven, druk dan op of totdat het juiste woord verschijnt.
4. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
• Als bij stap 3 het juiste woord niet verschijnt, voert u via de normale tekstinvoer het juiste woord in.
Tip
• Als u op drukt in plaats van stap 4 uit te voeren, wordt naast het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
Om symbolen en interpunctie in te voeren, drukt u op
.
25 Telefoonboek
Tekstsjablonen gebruiken
Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen in Mijn sjablonen.
Voor bijzonderheden over het maken van het tekstsjabloon, zie “Zinnen toewijzen Mijn sjablonen” op pagina 46.
1.
Druk op [Opties] om het menu Opties op te roepen.
2. Druk op of om “Sjabloon invoegen” te selec-
teren, en druk vervolgens op .
3. Selecteer een gewenst tekstsjabloon door op of
te drukken, en druk vervolgens op .
De geselecteerde tekstsjabloon wordt dan ingevoegd.

Een nieuwe naam invoeren

Om een nieuwe naam op te slaan kunt u kiezen voor een ge­heugenlocatie in de telefoon (tot 500) of op de SIM-kaart.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informa­tie over de SIM.
Telefoonboekgeheugens
Selecteer, voordat u de nieuwe naam invoert, eerst de lokatie waar u het telefoonboekgeheugen wilt opslaan.
1.
Druk op om het menu Telefoonboek op te roepen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Nummers opslaan in” te se-
lecteren, en druk vervolgens op .
4. Selecteer “SIM-Kaart” om de naam in het SIM-ge-
heugen of “Telefoongeheugen” op te slaan door op
of te drukken, en druk vervolgens op . Als u “Keuze” selecteert, kunt u, telkens wanneer u een nieuwe naam in het telefoonboek opslaat, SIM­kaart of telefoongeheugen kiezen.
Namen en nummers opslaan
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Nwe. naam toevoegen” te
selecteren, en druk vervolgens op .
3.
Als u op pagina 26 bij stap 4 onder “Telefoonboek­geheugens” de optie “Keuze” selecteert. Selecteer “SIM-Kaart” of “Telefoongeheugen” door op of
te drukken, en druk vervolgens op . De prompt voor invoer van de naam verschijnt.
4. Voer een naam in, en druk vervolgens op .
Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 24. De prompt voor invoer van het telefoonnummer verschijnt.
5.
Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op . Er kunnen maximaal 40 tekens worden ingevoerd.
6. Selecteer een gewenst nummertype door op of
te drukken, en druk vervolgens op .
7. Druk op [Opslaan].
U kunt de telefoonnummers van het telefoonboek in groepen verdelen. U kunt ook het E-mailadres, per­soonlijke gegevens en Foto-/afbeeldingsgegevens invoeren. (Zie “Optionele gegevens opslaan”voor bijzonderheden.)
Optionele gegevens opslaan
Nadat u het telefo onnummer hebt ingevoerd, kunt u no g optionele gegevens opslaan. (Zie “Namen en nummers opslaan”voor bijzonderheden.)
Opmerking
• Het e-mailadres, persoonlijke gegevens, en foto-/af­beeldingsgegevens kunnen op de SIM-kaart niet wor­den opgeslagen.
Een groepsnaam selecteren
1. Druk op of om de rechterzijde van “
te accentueren, en druk vervolgens op .
2. Selecteer een gewenste groepsnaam door op of
te drukken, en druk vervolgens op . U kunt de telefoon zodanig instellen dat een bepaal­de groepsnaam wordt weergegeven wanneer u het
telefoonboek opslaat of bewerkt, zie “Groepen weergeven” op pagina 29.
Telefoonboek 26
Het E-mailadres invoeren
3. Druk op of om de rechterzijde van “
te accentueren, en druk vervolgens op .
4. Voer het E-mailadres in en druk vervolgens op .
Er kunnen maximaal 60 tekens worden ingevoerd.
Persoonlijke gegevens invoeren
5. Druk op of om de rechterzijde van “
te accentueren, en druk vervolgens op .
6. Voer de persoonlijke gegevens in, en druk vervol-
gens op . Er kunnen maximaal 60 tekens worden ingevoerd.
Foto-/afbeeldingsgegevens opslaan
Voor gebruik met het telefoonboek kunt u een foto/af­beelding opslaan.
Als u een oproep ontvangt van een persoon die in het te­lefoonboek is opgenomen met daaraan gekoppeld een foto/afbeelding, dan wordt deze foto/afbeelding weer­gegeven.
7. Druk op of om de rechterzijde van “
te accentueren, en druk vervolgens op .
8. Selecteer de gewenste foto/afbeelding, en druk ver-
volgens op . De geselecteerde foto/afbeelding verschijnt dan op het scherm.
27 Telefoonboek
9. Geef op hoe groot het bereik moet zijn voor weerga-
ve van de foto/afbeelding door op , , of te drukken, en druk vervolgens op .
10. Druk op [Opslaan].
Opmerking
• De opgeslagen foto/afbeelding wordt automatisch
opgeslagen in de sectie “In telefoonboek” van de Op­geslagen afb.
• Uit de Opgeslagen fot o's kan de Foto-/afbeelding niet
worden verwijderd. Verwijder de foto/afbeelding uit het telefoonboek.
Telefoonnummer toevoegen uit het oproep­overzicht
1. Roep uit de Gespreksregister het nummer op dat u
wilt opslaan (p. 77).
2. Druk op .
3. Druk op of om “Opslaan” te selecteren, en
druk vervolgens op .
4. Voer de procedure uit vanaf stap 3 onder “Namen
en nummers opslaan” op pagina 26.
Telefoonnummer opslaan nadat het is ingevoerd
1. Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op
[Opslaan].
2. Voer de procedure uit vanaf stap 3 t/m 7 onder “Na-
men en nummers opslaan” op pagina 26.

Een naam en nummer zoeken

Er zijn twee methoden om het telefoonboek te doorzoe­ken:
Zoeken op naam
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Selecteer “Namen weergeven”, en druk vervolgens
op .
3. Voer een naam in of het eerste teken (of de eerste te-
kens) van de naam. Overeenkomende resultaten worden alfabetisch weergegeven. Als er in het telefoonboek geen naam is die aan de zoekcriteria voldoet, dan wordt de naam weergege­ven die alfabetisch het dichtst in de buurt ligt.
4. Doorloop de lijst door op of te drukken om
de gewenste naam te selecteren, en druk vervolgens op [Kiezen].
Het gedetailleerde scherm van het telefoonboek verschijnt.
5. Druk op .
6. Druk op of om het gewenste telefoonnum-
mer te selecteren, en druk vervolgens op .
Tip
• U kunt ook naar de naam en het nummer zoeken als u na stap 2 op drukt en “Zoeken” selecteert.
• U kunt, in plaats van stap 6 uit te voeren, het gewens­te telefoonnummer ook bellen door de cijfertoets in te drukken die overeenkomt met het lijstnummer.
Zoeken in alfabetische volgorde
1. Druk tijdens de standby-modus op of om het
telefoonboek te openen.
2. Doorloop de lijst door op of te drukken om
de gewenste naam te zoeken.
3. Als u op naam wilt zoeken, voert u stap 3 en 4 uit in
“Zoeken op naam”.

Telefoonboekgegevens bewerken

De in het telefoonboek ingevoerde gegevens kunt u be­werken.
1.
Zoek de gewenste naam in het telefoonboek op. Voor bijzonderheden over het zoeken van gegevens in
het telefoonboek, zie “Een naam en nummer zoeken” .
2. Druk op .
3. Druk op of om “Bewerken” te selecteren, en
druk vervolgens op .
4. Kies een naam die u wilt wijzigen door op of
te drukken, en druk vervolgens op [Bewerken].
Telefoonboek 28
5. Wijzig de gegevens.
6. Druk op .
Als u nog een naam wilt bewerken, herhaalt u stap 4 t/m 6.
7.
Druk op [Opslaan] om de wijziging(en) op te slaan.

Namen uit het telefoonboek verwijderen

1. Zoek de gewenste namen in het telefoonboek op.
Voor bijzonderheden over het zoeken van gegevens in het telefoonboek, zie “Een naam en nummer zoe­ken” op pagina 28.
2. Druk op .
3. Druk op of om “Verwijderen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
4. Selecteer “Ja”, en druk vervolgens op .
De geselecteerde naam wordt verwijderd. Om de verwijdering t e annuleren, selecteert u “Nee” bij stap 4 en drukt u vervolgens op .

Uw eigen nummers controleren

U kunt uw eigen telefoon-, fax- en datanummer(s) in het telefoonboek bekijken en bewerken.
1.
Druk op om het menu Telefoonboek op te roepen.
2.
Druk op of om “Mijn nummers” te selecteren, en druk vervolgens op .
29 Telefoonboek
3. Druk op of om het te controleren telefoon-
nummer te selecteren onder “Spraak”, “Data” of “Fax”, en druk vervolgens op .
Opmerking
• Het is mogelijk dat “Data” of “Fax” niet wordt weergegeven. Dit hangt af van de SIM-kaart.
Uw telefoonnummers bewerken
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Uw eigen nummers
controleren”.
2. Druk op .
3. Druk op [Wissen] om het telefoonnummer te
wissen en een nieuw telefoonnummer in te voeren.
4. Druk op om het telefoonnummer op te slaan.

Groepen weergeven

U kunt de beschikbare groepsnamen instellen wanneer u het telefoonboek opslaat of bewerkt.
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Selecteer “Groepen weergeven”, en druk vervol-
gens op .
4. Selecteer een gewenste groepsnaam door op te
drukken. “ ” geeft aan dat de groep is geselecteerd.
Om de geselecteerde groep te annuleren, drukt u op­nieuw op . Het vinkje in het selectievak verdwijnt.

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u het aantal namen controleren dat in het telefoonboek is opgeslagen.
1.
Druk op om het menu Telefoonboek op te roepen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Geheugenstatus” te selecte-
ren, en druk vervolgens op .
U kunt de volgende geheugenstatus controleren. “SIM-kaart : xxx/xxx” “Snelkiezen : xx/xx” “Telefoon : xxx/500”
Opmerking
• Het aantal lokaties op de SIM-kaart is afhankelijk van de capaciteit van de kaart.

Snelkieslijst

In de snelkieslijst kunt u maximaal 9 telefoonnummers opslaan.
Gebruik de nummers uit het telefoonboek op de SIM­kaart.
Namen uit het telefoonboek toevoegen aan de snelkieslijst
1. Zoek de gewenste namen in het telefoonboek op.
Voor bijzonderheden over het doorzoeken van het telefoonboek, zie stap 1 t/m 4 onder “Zoeken op naam” op pagina 28.
2. Druk op of om het telefoonnummer te selec-
teren.
3. Druk op .
4. Druk op of om “Toev. aan snelkieslijst” te
selecteren, en druk vervolgens op .
5. Kies het nummer dat u wilt toevoegen door op
of te drukken, en druk vervolgens op .
De snelkieslijst weergeven
1. Druk op om het menu Telefoonboek op te roe-
pen.
2. Druk op of om “Instellingen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
Telefoonboek 30
Loading...
+ 135 hidden pages