Met de optionele netwerkuitbreidingskit (AR-NB3) kunt u het apparaat gebruiken als netwerkscanner.
• Om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken, moet de tweevoudige functieboard (AR-EB9) in het apparaat
zijn geïnstalleerd.
• Sluit het apparaat via de [USB-2] poort aan op de netwerkuitbreidingskit.
De netwerkscannerfunctie kan niet worden gebruikt als de netwerkuitbreidingskit is aangesloten op de [USB –1]
poort van het apparaat.
Opmerking
• In deze gebruiksaanwijzing worden de netwerkscannerfuncties uitgelegd die u kunt gebruiken wanneer de
optionele netwerkuitbreidingskit is geïnstalleerd. Informatie over kopieerfuncties, het bijvullen van papier en toner,
het oplossen van papierstoringen, het gebruik van randapparatuur en andere algemene zaken vindt u in de
"Gebruiksaanwijzing (voor algemene informatie en kopieermachine)" die bij het apparaat wordt geleverd.
Informatie over de netwerkprinterfunctie vindt u in de "Gebruiksaanwijzing (voor netwerkprinter)" in de
netwerkuitbreidingskit (AR-NB3).
• Voor informatie over het installeren van de stuurprogramma's (drivers) en software die in deze handleiding wordt
genoemd, verwijzen we u naar de afzonderlijke "Software-installatiegids".
• Zie voor informatie betreffende het besturingssysteem, de handleiding van uw besturingssysteem of de on-line
Helpfunctie.
• De uitleg van schermen en procedures in deze gebruiksaanwijzing is hoofdzakelijk bedoeld voor Windows
andere besturingssystemen kunnen de schermen afwijken.
• Het digitaal multifunctioneel systeem uitgerust met de netwerkfunctie wordt in deze gebruiksaanwijzing verder "het
apparaat" genoemd.
• In deze handleiding verwijst "RSPF" naar de Zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer en "SPF"
naar de Eenmalig doorvoerende origineelinvoer.
Tenzij uitdrukkelijk vermeld, verwijst "SPF" zowel naar de RSPF als de SPF.
• Waar u "AR-XXXX" ziet staan in deze handleiding, leest u in plaats van "XXXX" de naam van uw model.
®
XP. In
• In sommige regio's is het "Handboek voor de hoofoperator" dat wordt genoemd in deze gids een losse
handleiding, terwijl het handboek in andere regio's deel uitmaakt van de "Gebruiksaanwijzing (voor algemene
informatie en kopieermachine)".
•
Het in de handleiding genoemde "Tweevoudige functieboard" is op sommige modellen als optie geïnstalleerd en
op andere modellen standaard voorgeïnstalleerd. Zie voor meer informatie "3. RANDAPPARATUUR EN
SUPPLIES" in de "Gebruiksaanwijzing (
•
In sommige landen en regio's is de faxfunctie niet beschikbaar.
voor
algemene informatie en kopieer
machine
)".
Handelsmerkinformatie
• Sharpdesk is een handelsmerk van Sharp Corporation.
•Microsoft
Windows
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• Netscape Navigator is een handelsmerk van Netscape Communications Corporation.
• Macintosh, Power Macintosh, Mac OS, LaserWriter en AppleTalk zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
• IBM, PC/AT en PowerPC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
•PostScript
• Acrobat
Adobe, het logo van Adobe, Acrobat en het logo van Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
• NetWare is een gedeponeerd handelsmerk van Novell, Inc.
• Agfa and the Agfa Rhombus, are registered trademarks of Agfa-Gevaert A.G.
• Alle andere handelsmerken en auteursrechten behoren toe aan hun desbetreffende eigenaren.
De schermafbeeldingen, berichten en toetsbenamingen uit deze handleiding kunnen afwijken van die van het
apparaat vanwege productverbeteringen- en aanpassingen.
Nadat de netwerkuitbreidingskit is geïnstalleerd in het apparaat, kunt u een document of foto scannen tot een
afbeeldingsbestand en dit bestand via een netwerk of Internet naar een bestandsserver, e-mailbestemming of uw
eigen computer zenden.
U kunt selecteren uit de volgende drie transmissiemethoden als bestemming voor uw gescande afbeelding,
afhankelijk van waar u de gescande afbeeldinggegevens naar toe wilt sturen
1. U kunt de gescande afbeelding naar een
opslagapparaat op een netwerk zenden (een
ingestelde directory op een FTP-server). (Dit
wordt
"Scannen naar FTP"
gebruiksaanwijzing.)
Wanneer u een gescande afbeelding naar een
FTP-server zendt, kunt u ook een e-mail
zenden naar een vooraf ingesteld e-mailadres
om de ontvanger te laten weten waar de
gescande afbeeldinggegevens zich bevinden.
(Dit wordt
genoemd in deze gebruiksaanwijzing.)
"Scannen naar FTP (Hyperlink)"
genoemd in deze
2. U kunt de gescande afbeelding zenden naar
een computer die is aangesloten op hetzelfde
netwerk als het apparaat. (Dit wordt
naar desktop"
gebruiksaanwijzing.)
*Voordat u kunt Scannen naar desktop, moet de
software van de cd-rom die is meegeleverd met
de netwerkuitbreidingskit (AR-NB3) zijn
geïnstalleerd. Zie de "Sharpdesk
installatiehandboek" voor de procedure voor
het installeren van de software.
3. U kunt de gescande afbeelding naar een
e-mailadres zenden. (Dit wordt
E-mail"
genoemd in deze gebruiksaanwijzing.)
genoemd in deze
"Scannen
"Scannen naar
3
VEREISTE INSTELLINGEN EN
PROGRAMMERING VOOR DE
NETWERKSCANNERFUNCTIE
Wilt u de netwerkscannerfunctie kunnen gebruiken, dan moeten de instellingen voor de SMTP-server, DNS-server
en bestemmingsadressen zijn geconfigureerd.
Configueer deze instellingen met een computer die is aangesloten op hetzelfde netwerk als het apparaat om de
webserver van het apparaat te openen. De webpagina kan worden weergegeven met uw webbrowser (Internet
Explorer 5.5 of later (Windows)/5.1 of later (Macintosh), of Netscape Navigator 6.0 of later).
WEBPAGINA OPENEN EN HELP BEKIJKEN
U opent de webpagina’s als volgt. Door te klikken op [Help] onderin het menuframe kunt u informatie bekijken over
de verschillende functie-instellingen die via het netwerk op afstand bediend kunnen worden vanaf de webpagina's
van het apparaat. In de Help vindt u uitleg over het instellen van elke functie.
Open de webbrowser op uw
1
computer.
Ondersteunde browsers:
Internet Explorer 5.5 of later (Windows)/
5.1 of later (Macintosh)
Netscape Navigator 6.0 of later
In het veld "Adres" van uw
2
webbrowser typt u het IP-adres van
het apparaat in.
Zie voor controle van het
IP-adres: "
CONTROLEREN"
(pagina 37).
Wanneer de verbinding tot stand is gekomen,
verschijnt de webpagina in uw webbrowser.
OVER DE WEBPAGINA (VOOR GEBRUIKERS) (pagina 5)
☞
IP-ADRES
Klik op [Help] in het menuframe.
3
Klik voor uitleg over een
functie of instelling op de
webpagina op het
betreffende item in het
Help scherm.
De webpagina sluiten.
4
Wanneer u klaar bent
met de webpagina, klikt u
op de knop (sluiten) in
de rechterbovenhoek van
de pagina.
4
OVER DE WEBPAGINA (VOOR GEBRUIKERS)
Wanneer u verbonden bent met de webserver van het apparaat, verschijnt de volgende pagina in uw browser.
Links op de pagina verschijnt een menuframe. Wanneer u op een optie in het menu klikt, verschijnt een scherm in
het rechter frame. Hier kunt u de instellingen voor die optie opgeven.
Klik op [Help] in het menuframe als u gedetailleerde uitleg wilt hebben over de procedures voor het configureren van
instellingen.
(1)
(2)
(3)
(4)
(1)Menuframe
In dit frame worden de verschillende instellingen
weergegeven. Klik op een menuoptie om de
betreffende instelling te configureren.
(2)Systeeminformatie
Dit geeft de huidige status en de modelnaam van
het apparaat weer.
• Apparaatstatus
Hier vindt u informatie over de papier- en
uitvoerladen van het apparaat, toner en andere
benodigdheden, en de verbruiksteller.
Waarschuwingen zoals het opraken van papier
worden rood weergegeven.
• Apparaatconfiguratie
Toont welke opties zijn geïnstalleerd.
• Netwerkstatus
Toont algemene informatie evenals de status
van TCP/IP, NetWare, AppleTalk, en NetBEUI.
(3)Beeldverzendingsbeheer
Dit is het basisscherm voor het opslaan,
bewerken en verwijderen van
bestemmingsinformatie.
• Bestemming (pagina 6
Sla bestemmingen op voor Scannen naar FTP,
Scannen naar FTP (Hyperlink), Scannen naar
desktop en Scannen naar E-mail. U kunt ook
eerder opgeslagen bestemmingsinformatie
bewerken of verwijderen.
• Netwerkscanning (wijzigen van aangepaste
indexnamen)
Hiermee kunt u aangepaste index(lijst)namen
wijzigen. Klik op [Indienen] om de ingevoerde
informatie op te slaan als indexnamen.
De aangepaste index bestaat uit zes
indexlijsten. Voor elke index kan een naam
bestaande uit zes tekens worden ingevoerd,
waaronder bestemmingen kunnen worden
gegroepeerd.
)
1
(4)Beheermodus
Klik hier om de webpagina voor de beheerder te
openen en de gebruikersnaam en het
wachtwoord van de beheerder in te voeren.
☞GEPROGRAMMEERDE INFORMATIE OP DE
WEBPAGINA BEVEILIGEN ([Wachtwoorden])
(pagina 14)
☞OVER DE WEBPAGINA (VOOR DE BEHEERDER)
(pagina 11)
5
VOORDAT U DE NETWERKSCANNERFUNCTIE GEBRUIKT
BESTEMMINGSGEGEVENS INSTELLEN
Klik op [Bestemming] in het menuframe van de webpagina om bestemmingsgegevens op te slaan. Met dit scherm is
het ook mogelijk om opgeslagen bestemmingen te bewerken of te verwijderen. (Pagina 10
In totaal kunt u 200 bestemmingen* opslaan, zoals E-mail-, FTP-, Bureaublad en groepsbestemmingen.*
* U kunt meerdere e-mailadressen (maximaal 100) opslaan als groep. Hierdoor wordt mogelijk het maximum aantal
bestemmingen (normaliter 200) dat u kunt opslaan, kleiner.
)
Klik hier om
bestemmingen op
te slaan.
E-mail:Zie onder
FTP:Zie pagina 7
Bureaublad:Zie pagina 8
Groep (e-mail): Zie pagina 9
Bestemmingen opslaan voor Scannen naar E-mail
Klik op [Bestemming] in het
1
menuframe van de webpagina.
Klik op [E-Mail].
2
Voer de bestemmingsinformatie in.
3
Zie onderstaande tabel voor alle instellingen.
.
.
.
Wanneer u alle instellingen hebt
4
ingevoerd, klikt u op [Indienen].
De ingevoerde instellingen worden opgeslagen.
Opmerking
Als u Scannen naar E-mail wilt uitvoeren, moet u eerst de SMTP-serverinstellingen opgeven. (Pagina 13)
E-mailbestemmingsinformatie
ItemBeschrijving
Naam (verplicht)Voer de naam van de bestemming in (maximaal 36 tekens).
Voorletter (optioneel)
Aangepaste indexEr kunnen desgewenst namen worden toegewezen aan aangepaste indexlijsten
E-Mailadres (verplicht)
Voer voorletters in voor de bestemming (maximaal 10 tekens). Bij weergave van de
bestemmingslijst in het bestemmingsbeheerscherm worden de bestemmingen gegroepeerd
op basis van hun voorletters.
(pagina 5
Vervolgkeuzelijst:Selecteer een aangepaste index voor de bestemming die u op wilt slaan.
Selectievakje Gebruiker:Als dit vakje is geselecteerd, wordt de bestemming opgeslagen
Voer het e-mailadres van de bestemming in (maximaal 64 tekens). Als er een LDAP-server wordt
gebruikt, kunt u klikken op [Zoeken in Globaal adresboek] om een adres op de LDAP-server te zoeken.
), waardoor de bestemmingen handig gegroepeerd kunnen worden.
onder het tabblad Gebruiker van het adresboek. (Pagina 22
)
6
VOORDAT U DE NETWERKSCANNERFUNCTIE GEBRUIKT
Bestemmingen opslaan voor Scannen naar FTP
Klik op [Bestemming] in het
1
menuframe van de webpagina.
Klik op [FTP].
2
Opmerking
Als u het selectievakje "Hyperlink naar FTP-server versturen inschakelen" selecteert en een reeds opgeslagen
ontvanger (pagina 6
bestandsindeling en locatie van de gescande afbeeldinggegevens (Scannen naar FTP (Hyperlink)). In de e-mail
verschijnt een hyperlink naar de bestandsserver waarheen de gescande afbeeldinggegevens zijn verzonden. De
ontvanger kan klikken op deze hyperlink om direct naar de locatie te gaan waar de afbeelding is opgeslagen.
) kiest bij "E-Mailbestemming", wordt er een e-mail naar dit adres gezonden met de
Voer de bestemmingsinformatie in.
3
Zie onderstaande tabel voor de instellingen.
Wanneer u alle instellingen hebt
4
ingevoerd, klikt u op [Indienen].
De ingevoerde instellingen worden opgeslagen.
1
FTP-bestemmingsinformatie
ItemBeschrijving
Naam (verplicht)Voer de naam van de bestemming in (maximaal 36 tekens).
Voorletter (optioneel)
Aangepaste indexEr kunnen desgewenst namen worden toegewezen aan aangepaste indexlijsten
Hostnaam of IP-adres
(verplicht)*
Gebruikersnaam (optioneel)
Wachtwoord (optioneel)Voer het aanmeldingswachtwoord in voor de FTP-server (maximaal 32 tekens).
Directory (optioneel)Als u een bestemmingsdirectory wilt opgeven op de FTP-server, voer dan de
Hyperlink naar
FTP-server versturen
inschakelen
(selectievakje)*
E-MailbestemmingSelecteer de ontvanger die u op de hoogte wilt brengen van de transmissie naar de
1
2
Voer voorletters in voor de bestemming (maximaal 10 tekens). Bij weergave van de bestemmingslijst in
het bestemmingsbeheerscherm worden de bestemmingen gegroepeerd op basis van hun voorletters.
(pagina 5
Vervolgkeuzelijst:Selecteer een aangepaste index voor de bestemming die u op wilt slaan.
Selectievakje Gebruiker:Als dit vakje is geselecteerd, wordt de bestemming opgeslagen
Voer het IP-adres of de hostnaam in van de FTP-server (maximaal 127 tekens).
Voer de gebruikersinlognaam in voor de FTP-server (maximaal 32 tekens).
directory in (maximaal 200 tekens).
Wanneer u een gescand bestand naar een FTP-server zendt, kunt u automatisch per
e-mail een kennisgeving van de transmissie laten sturen naar de ontvanger. Vink het
selectievakje aan om kennisgevingen te laten versturen. In de kennisgeving wordt de
naam van de FTP-server vermeld als hyperlink.
FTP-server. Om hier een ontvanger te kunnen selecteren, moet het e-mailadres van
de ontvanger al zijn opgeslagen. (Pagina 6
), waardoor de bestemmingen handig gegroepeerd kunnen worden.
onder het tabblad Gebruiker van het adresboek. (Pagina 22
)
)
*1 Wanneer u een hostnaam hebt ingevoerd bij "Hostnaam of IP-adres", moet u de DNS-serverinstellingen invoeren. (Pagina 13)
*2 Als u Scannen naar FTP (Hyperlink) wilt uitvoeren, moet u ook de instellingen voor de e-mailserver invoeren.
7
VOORDAT U DE NETWERKSCANNERFUNCTIE GEBRUIKT
Bestemmingen opslaan voor Scannen naar desktop
De bestemming voor Scannen naar Desktop wordt opgeslagen door de Setup Wizard van de Sharp Network
Scanner Tool wanneer u "Network Scanner Tool" installeert op uw computer. Daarom hoeft u de bestemming voor
Scannen naar desktop niet op te slaan op de webpagina. (De Network Scanner Tool staat op de cd-rom
"Sharpdesk" die wordt geleverd bij de Netwerkuitbreidingskit.)
Informatie over de systeemeisen voor Scannen naar desktop, de installatieprocedure voor de Network
Scanner Tool, en het opslaan van de bestemming, vindt u in de "Sharpdesk installatiehandboek" die wordt
geleverd bij de Netwerkuitbreidingskit.
Normaliter wordt uw computer opgeslagen als de bestemming volgens de hierboven aangegeven methode.
De volgende pagina voor het opslaan van bestemmingsinformatie voor Scannen naar desktop verschijnt als u
[Bestemming] selecteert in het menuframe, en vervolgens [Bureaublad]. Deze pagina wordt hoofdzakelijk gebruikt door
de systeembeheerder in de volgende situaties.
• Wanneer een ander apparaat dat eveneens is uitgerust met de netwerkuitbreidingskit aan uw netwerk wordt
toegevoegd en u een afbeelding die op het nieuwe apparaat is gescand wilt verzenden naar een bestemming op
het bestaande apparaat.
Zie "Geprogrammeerde verzendbestemmingen bewerken en verwijderen" (pagina 10) om de bestemmingsinformatie
voor Scannen naar desktop te selecteren die u wilt gebruiken op het nieuwe apparaat en voer de weergegeven
informatie in op dit scherm in het nieuwe apparaat. (Wanneer u alle instellingen hebt ingevoerd, klikt u op [Indienen].)
Als u meerdere bestemmingen wilt gebruiken op het nieuwe apparaat, herhaal deze procedure dan indien nodig.
Als de hier ingevoerde gegevens afwijken van de gegevens op de hostcomputer, is verzending/ontvangst niet mogelijk.
Zie onderstaande tabel voor de instellingen.
Bestemmingsinformatie voor Scannen naar desktop
ItemBeschrijving
Naam (verplicht)Voer de naam van de bestemming in (maximaal 36 tekens).
Voorletter (optioneel)Voer voorletters in voor de bestemming (maximaal 10 tekens). Bij weergave van de
bestemmingslijst in het bestemmingsbeheerscherm worden de bestemmingen
gegroepeerd op basis van hun voorletters.
Aangepaste indexEr kunnen desgewenst namen worden toegewezen aan aangepaste indexlijsten
Hostnaam of IP-adres
(verplicht)*
Poortnummer (verplicht)
Procesdirectory
(optioneel)
Gebruikersnaam (optioneel)
(pagina 5
Vervolgkeuzelijst:Selecteer een aangepaste index voor de bestemming die u op wilt slaan.
Selectievakje Gebruiker:Als dit vakje is geselecteerd, wordt de bestemming opgeslagen
Voer het IP-adres of de hostnaam in van de FTP-server (maximaal 127 tekens).
Voer een poortnummer van 0 tot 65535 in voor de network scanner tool van het bureaublad.
Voer de naam in van de bestemmingsdirectory voor het bestand (maximaal 200
tekens). Het bestand wordt na ontvangst in deze directory verwerkt.
Voer de gebruikersinlognaam in voor de network scanner tool (maximaal 32 tekens).
), waardoor de bestemmingen handig gegroepeerd kunnen worden.
onder het tabblad Gebruiker van het adresboek. (Pagina 22
)
Wachtwoord (optioneel)
* Wanneer u een hostnaam hebt ingevoerd bij "Hostnaam of IP-adres", moet u de DNS-serverinstellingen invoeren. (Pagina 13)
Voer het aanmeldingswachtwoord in voor de network scanner tool (maximaal 32 tekens).
8
VOORDAT U DE NETWERKSCANNERFUNCTIE GEBRUIKT
Groepen opslaan (Scannen naar E-mail)
Met Scannen naar E-mail kunt u in één handeling een gescande afbeelding naar meerdere e-mailbestemmingen
zenden. Als u regelmatig verzendt naar een vaste groep bestemmingen, kunt u deze bestemmingen als groep
opslaan.
Opmerking
Klik op [Bestemming] in het
1
menuframe van de webpagina.
Klik op [Groep (e-mail)].
2
U kunt maximaal 100 bestemmingen opslaan in één groep.
Voer de bestemmingsinformatie in.
3
Zie onderstaande tabel voor de instellingen.
Wanneer u alle instellingen hebt
4
ingevoerd, klikt u op [Indienen].
De ingevoerde instellingen worden opgeslagen.
1
Een groep bestemmingen opslaan
ItemBeschrijving
Naam (verplicht)Voer een naam voor de groep in (maximaal 36 tekens).
Voorletter (optioneel)Voer voorletters in voor de bestemmingen (maximaal 10 tekens). Bij weergave van
de bestemmingslijst in het bestemmingsbeheerscherm worden de bestemmingen
gegroepeerd op basis van hun voorletters.
Aangepaste indexEr kunnen desgewenst namen worden toegewezen aan aangepaste indexlijsten
(pagina 5
Vervolgkeuzelijst:Selecteer een aangepaste index voor de bestemming die u op wilt slaan.
Selectievakje Gebruiker:Als dit vakje is geselecteerd, wordt de bestemming opgeslagen
Adres(sen) (verplicht)Selecteer de adressen voor elke bestemming uit het "E-Mail" keuzevenster. Voor elk
van de bestemmingslijsten verschijnen geprogrammeerde e-mailbestemmingen.
Selecteer meerdere bestemmingen door elk adres aan te klikken terwijl u de [Ctrl]
toets op uw toetsenbord ingedrukt houdt. Mocht u een geselecteerd adres willen
annuleren, klik dan nogmaals op het adres terwijl u de [Ctrl] toets ingedrukt houdt.
Als er een LDAP-server wordt gebruikt, kunt u klikken op [Zoeken in Globaal
adresboek] om een adres op de LDAP-server te zoeken. Er kunnen meerdere
e-mailadressen worden ingevoerd. Scheid de e-mailadressen met een komma (,),
puntkomma (;), spatie ( ), of dubbelepunt (:).
), waardoor de bestemmingen handig gegroepeerd kunnen worden.
onder het tabblad Gebruiker van het adresboek. (Pagina 22
)
9
VOORDAT U DE NETWERKSCANNERFUNCTIE GEBRUIKT
Geprogrammeerde verzendbestemmingen bewerken en verwijderen
Als u geprogrammeerde bestemmingen wilt bewerken of verwijderen klikt u op [Bestemming] in het menuframe van
de webpagina.
Klik op [Bestemming] in het
1
menuframe van de webpagina.
In de Lijst Bestemmingen selecteert u
2
het selectievakje van de bestemming
die u wilt bewerken of verwijderen.
Opmerking
Als u in de volgende situaties probeert om een geprogrammeerde bestemming te verwijderen, verschijnt een waarschuwingsmelding.
• De bestemming is opgenomen in een groep.
Als de bestemming wordt gebruikt voor een huidige verzending, annuleert u deze verzending of wacht u totdat
deze is uitgevoerd. Daarna kunt u de bestemming verwijderen. Als de bestemming is opgenomen in een groep,
verwijdert u de bestemming uit de groep. Daarna kunt u de bestemming verwijderen.
Als u de geselecteerde bestemming
3
wilt bewerken klikt u op [Bewerken]
onder de Lijst Bestemmingen.
Het programmeerscherm van
de bestemming die u hebt
geselecteerd in stap 2
verschijnt. Bewerk de
informatie op dezelfde manier
als u deze aanvankelijk hebt
opgeslagen.
Wanneer u klaar bent, klikt u op [Indienen] om uw
wijzigingen op te slaan.
Als u de geselecteerde bestemming wilt
4
verwijderen, klikt u op [Verwijderen]
onder de Lijst Bestemmingen.
Er verschijnt een melding
waarin u wordt verzocht
om de verwijdering te
bevestigen. Klik op [Ja]
om de bestemming te
verwijderen.
Lijsten afdrukken van geprogrammeerde bestemmingen
Het is mogelijk om lijsten af te drukken van de geprogrammeerde bestemmingen.
U kunt de volgende lijsten uitprinten.
•
Individuele lijst afdrukken: Toont de informatie die is geprogrammeerd onder E-Mail-, FTP-, Bureaublad- en groepsbestemmingen.
• Groepslijst afdrukken: Toont de informatie die is geprogrammeerd onder groeps(e-mail)bestemmingen.
Klik op [Bestemming] in het
1
menuframe van de webpagina.
Als u de individuele lijst wilt afdrukken,
2
klikt u op [Individuele lijst afdrukken]
onder de bestemmingslijst.
Als u de groepslijst wilt afdrukken,
3
klikt u op [Groepslijst afdrukken]
onder de bestemmingslijst.
10
OVER DE WEBPAGINA (VOOR DE
BEHEERDER)
In aanvulling op de menu's die verschijnen op de webpagina voor gebruikers, bevat de webpagina voor de
beheerder ook menu's die uitsluitend ingevuld kunnen worden door de beheerder.
Links op de pagina verschijnt een menuframe. Wanneer u op een optie in het menu klikt, verschijnt een scherm in
het rechter frame. Hier kunt u de instellingen voor die optie configureren.
Instellingen die uitsluitend door de beheerder kunnen worden geconfigureerd worden hier uitgelegd.
(1)
1
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(1)Netwerkscanning (pagina 12
Hier kunt u verzendmethoden selecteren voor de
netwerkscannerfunctie en instellingen
configureren voor Scannen naar E-mail.
(2)Wachtwoorden (pagina 14
De beheerder kan wachtwoorden instellen om de
website te beveiligen. Voer het wachtwoord in dat
u wilt vastleggen en klik op [Indienen].
Er kan een wachtwoord worden ingesteld voor de
beheerder en voor gebruikers.
(3)Klokinstelling
Hiermee stelt u de klok van het apparaat in. Zorg
dat de tijd goed staat ingesteld bij het uitvoeren
van Scannen naar E-mail.
De instelling wordt niet weergegeven op
modellen met de faxfunctie. Als uw model
beschikt over de faxfunctie, zie dan de
"Gebruiksaanwijzing (voor fax)" om de tijd in te
stellen op het bedieningspaneel van het toestel.
)
)
(4)Snelle setup (pagina 13
Hiermee configureert u de basisinstellingen voor
de SMTP-, DNS- en LDAP-servers.
(5)Beveiliging
Poortnummers kunnen om veiligheidsredenen
worden gewijzigd of uitgeschakeld.
Opmerking
(6)Services (pagina 13
Dit wordt gebruikt om desgewenst geavanceerde
SMTS- en DNS-serverinstellingen te
configureren voor elke verzendmethode.
(7)LDAP (pagina 13
Hiermee configureert u geavanceerde instellingen
voor zoeken in het globaal adresboek.
Indien "HTTP" is uitgeschakeld, kan de
webpagina niet geopend worden. Om de
webpagina in dat geval te kunnen openen,
dient de netwerkuitbreidingskit teruggesteld
(reset) te worden.
☞
Netwerkuitbreidingskit terugstellen (pagina 37)
)
)
)
11
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.