Sharp AR-M276, AR-M236 OPERATOR MANUAL [nl]

MODEL
AR-M236 AR-M276
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
(Voor kopieermachine)
Pagina
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
COMFORTABELE
KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE INSTELLINGEN
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
RANDAPPARATUUR EN VOORRADEN
BIJLAGE
8
21
35
51
57
76 80
Met de RSPF
Maak geen kopieën van zaken waarvan het wettelijk verboden is kopieën te maken. Het is normaal gesproken bij de nationale wet verboden van de volgende zaken kopieën te maken. Andere zaken kunnen verboden zijn door plaatselijke wetgeving.
Geld Postzegels Obligaties Aandelen Bankcheques
Cheques Paspoorten Rijbewijzen
In sommige gebieden zijn de "POWER" schakelstanden aangegeven met "I" en "O" op de kopieermachine in plaats van met "ON" en "OFF". Houd "I" aan voor "ON" en "O" voor "OFF" als uw kopieermachine aldus gekenmerkt is.
Attentie! Trek de stekker uit het stopcontact om de machine geheel van het net af te koppelen. Het stopcontact dient in de buurt van het apparaat geïnstalleerd te zijn en moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
Waarschuwing
Dit is een product uit de klasse A. Bij particulier gebruik kan het voor radiostoringen zorgen, in welk geval de gebruiker de aangewezen maatregelen dient te nemen.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG. Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC. Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i derektivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC. Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä
93/68/EEC.
Het CE-merk wordt aangebracht op apparatuur indien de richtlijnen genoemd in de zin hiervoor van toepassing zijn op het product. (Deze zin is niet van toepassing in landen waar de hiervoor genoemde richtlijnen niet vereist zijn.)
INHOUDSOPGAVE
WAARSCHUWINGEN ............................................................................................................................... 3
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 3
BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN OPSTELLINGSPLAATS................................................ 3
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 4
MILIEU INFORMATIE....................................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK ....................................................................................................5
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT............................ 6
BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN GEBRUIKT......................................................................... 6
BELANGRIJKE KENMERKEN.................................................................................................................. 7
1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES... 8
BEDIENINGSPANEEL....................................10
TIPTOETSENPANEEL ...................................11
HET AAN EN UITZETTEN VAN HET
APPARAAT...................................................... 13
STROOM INSCHAKELEN ..............................13
STROOM UIT .................................................13
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN..........14
STROOMSPAARFUNCTIES ..........................14
HET LADEN VAN PAPIER .............................. 15
PAPIER...........................................................15
HET LADEN VAN PAPIER .............................17
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN ............................................19
2 KOPIEERFUNTIES
HOOFDSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE.. 21
NORMAAL KOPIËREN ................................... 22
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
KOPIEREN VANAF DE RSPF........................23
PUNTEN WAAROP U BIJ HET KOPIEREN MOET LETTEN
HANDINVOER (speciaal papier) ....................26
...........................................................24
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN ........... 27
BIJ HET GEBRUIK VAN DE GLASPLAAT .....27
HET GEBRUIK VAN DE RSPF.......................28
AFSTELLING BELICHTING ............................ 29
HET SELECTEREN VAN HET SOORT ORIGINEEL EN HANDMATIG AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
..............................................29
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM............... 30
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE. 30
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE ....31
HET AFZONDERLIJKE SELECTEREN VAN
DE VERTICALE EN HORIZONTALE KOPIEERFACTOREN (XY ZOOM kopiëren) .32
HET ONDERBREKEN VAN EEN
KOPIEERPROCES .......................................... 34
...............22
3
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES ............. 35
KOPIEEN SORTEREN .................................. 35
KOPIEEN GROEPEREN ............................... 35
OFFSET FUNCTIE ........................................ 35
SOREREN-NIETEN (wanneer de afwerking-
eenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is) ............. 37
AFDRUKSTAND VAN HET ORIGINEEL EN
NIETPOSITIES .............................................. 37
SPECIALE FUNCTIES .................................... 39
ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPECIALE FUNCTIES ... 40
KANTLIJNVERSCHUIVING........................... 41
WISSEN......................................................... 42
BOEKKOPIE .................................................. 43
INBINDKOPIE ................................................ 44
OPDRACHT SAMENSTELLING.................... 45
MULTISHOT .................................................. 46
ORIGINEEL FORMAAT ................................. 47
DEKBLAD KOPIEREN................................... 48
Z/W OMKEREN FUNCTIE............................. 50
4 AANGEPASTE INSTELLINGEN
AANGEPASTE INSTELLINGEN ..................... 51
ALGEMENE PROCEDURE VOOR
AANGEPASTE INSTELLINGEN.................... 52
INSTELLINGEN ............................................. 53
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN ....... 54
OPSLAAN VAN EEN
OPDRACHTPROGRAMMA ........................... 54
HET UITVOEREN VAN EEN
OPDRACHTPROGRAMMA ........................... 55
HET WISSEN VAN EEN OPGESLAGEN
PROGRAMMA ............................................... 55
AUDIT FUNCTIE.............................................. 56
KOPIEREN WANNEER DE AUDITFUNCTIE
INGESCHAKELD IS ...................................... 56
1
5
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
7 BIJLAGE
DISPLAY MELDINGEN ................................... 58
HET OPSPOREN VAN FOUTEN..................... 60
PAPIERSTORING VERHELPEN..................... 64
BEGELEIDING BIJ HET VERHELPEN VAN
PAPIERSTORINGEN. ....................................64
PAPIERSTORING IN DE RSPF .....................65
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE. 66
PAPIERSTORING IN DE MACHINE ..............66
PAPIERSTORING IN DE MIDDELSTE LADE68
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE
PAPIERLADE .................................................68
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE
PAPIERLADE .................................................69
PAPIERSTORING IN HET BOVENSTE UITVOERGEDEELTE (wanneer er een sorteerlade of afwerkingeenheid
(AR-FN5N) geïnstalleerd is)............................70
PAPIERSTORING IN EEN UITVOERLADE (wanneer er een afwerkingeenheid (AR-FN5N)
geïnstalleerd is)...............................................70
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE . 72 HET VERVANGEN VAN DE
NIETJESPATROON......................................... 73
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE
NIETJES .........................................................74
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ......... 74
HET REINIGEN VAN DE MACHINE................ 75
GLASPLAAT EN DOCUMENTDEKSEL/
RSPF ..............................................................75
PAPIERINVOERROL VAN DE
HANDINVOER ................................................75
TECHNISCHE GEGEVENS............................. 80
INDEX .............................................................. 82
INDEX NAAR FUNCTIES .............................. 85
6
RANDAPPARATUUR ...................................... 76
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N) ...............77
500-BLAD PAPIER INVOEEREENHEID/
TOEVOER ENKELE BLADEN EN
HET BEWAREN VAN VOORRADEN.............. 79
CORRECT BEWAREN ...................................79
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
2 x 500-BLAD PAPIER INVOEREENHEID.....78
OMKEERFUNCTIE.........................................79
2
WAARSCHUWINGEN
Volg de waarschuwingen op bij de toepassing van dit apparaat.
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
Waarschuwing:
• Het gebied van de heater is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
• Kijk niet direct in een lichtbron. Anders kunt u uw ogen beschadigen.
Attentie:
• Zet het apparaat niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitschakelen voor u het apparaat weer inschakelt.
• De stroom van het apparaat moet uitgeschakeld zijn voordat u vervangstukken installeert.
• Plaats het apparaat op een stevige vlakke ondergrond.
• Installeer het apparaat niet op een vochtige of stoffige plaats.
• Wanneer het kopieerapparaat langdurig niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantie, dient u de aan/-uitschakelaar uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Wanneer u het kopieerapparaat verplaatst, dient u de aan-/uitschakelaar uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Bedek het apparaat niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Anders wordt de warmte-uitstraling verhindert, waardoor het apparaat beschadigd kan worden.
• Het gebruik van besturingen of het uitvoeren van andere procedures dan hier beschreven kan een schadelijke blootstelling aan straling ten gevolg hebben.
• Het stopcontact moet zich naast het apparaat bevinden en goed toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN OPSTELLINGSPLAATS
Door een onjuiste opstelling kan het apparaat beschadigd raken. Let op het volgende tijdens de installatie en wanneer de machine wordt verplaatst.
Waarschuwing
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, nat of erg stoffig zijn
slecht geventileerd zijn
Wanneer het apparaat van een koude naar een warme plaats wordt verplaatst, kan er condensatie worden gevormd in het apparaat. De werking in deze toestand zal een slechte kwaliteit van de kopieën en storingen tot gevolg hebben. Laat de machine minstens 2 uur voor het gebruik op kamertemperatuur komen.
aan direct zonlicht worden
blootgesteld
onderhevig zijn aan extreme temperatuur­wisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid bijv. in de nabijheid van de airconditioning of ver­warming.
3
Het apparaat dient in de nabijheid van een bereikbare contactdoos te worden geïnstalleerd voor een eenvoudige aansluiting en eventuele loskoppeling.
Sluit het netsnoer alleen aan op een contactdoos die aan de gespecificeerde spanning en stroomeisen voldoet. Controleer ook of de contactdoos correct geaard is.
Opmerking
Laat voldoende ruimte open rond de kopieermachine
Sluit het apparaat aan op een contactdoos die niet voor andere elektrische apparatuur wordt gebruikt. Indien er een verlichting op dezelfde contactdoos is aangesloten, kan het licht knipperen.
30cm (12")
voor onderhoud en behoorlijke ventilatie.
30cm
(12")
30cm
(12")
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
Let bij het gebruik van het apparaat op de volgende voorzorgmaatregelen voor een optimaal prestatievermogen.
Laat het apparaat niet vallen, stel het niet bloot aan schokken en stoot het niet tegen andere voorwerpen aan.
Bewaar reserve tonerpatronen op een koele droge plaats zonder deze uit de verpakking te nemen.
• Wanner deze aan direct zonlicht of extreme hitte worden blootgesteld, kan de kwaliteit van de kopieën gereduceerd worden.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
• Krassen of vlekken op de drum veroorzaken slechte kopieën.
WAARSCHUWINGEN M.B.T. LASER
Golflengte 785 nm + 10 nm/- 15 nm
Impulstijden (5,871 µs ± 0,1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen 0,4 mW ± 0,04 mW (600 dpi)
0,2 mW ± 0,02 mW (1200 dpi)
Informatie over handelsmerken
• Het Microsoft® Windows® besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de U.S.A. en andere landen. Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000 en Windows® XP zijn
• handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de U.S.A. en andere landen.
• IBM en PC/AT zijn handelsmerken van de International Business Machines Corporation. Acrobat® Reader Copyright© 1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het
• Adobe logo, Acrobat en het Acrobat logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
PostScript® is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh, Power Macintosh, Mac OS, LaserWriter en AppleTalk zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
4
MILIEU INFORMATIE
Als
ENERGY STAR
de
ENERGY STAR
®
Partner, heeft SHARP bepaald dat zijn producten voldoen aan
®
richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik.
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK
Dit apparaat is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van bedrijfsruimte en maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing voor de kopieermachine (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als kopieermachine.
Online-handleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevindt zich op de CD-ROM en bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken als printer, netwerk printer en netwerk scanner.
Software installatiehandleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevat instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
Gebruiksaanwijzing (voor netwerk scanner) (wanneer er een netwerk scanner is geïnstalleerd.)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als netwerk scanner.
Handleiding key operator
In dit handboek worden hoofdzakelijk de key operator programma’s voor het beheer van het apparaat en de gerelateerde functies beschreven. De key operator programma's voor de faxfuncties worden toegelicht in de gebruiksaanwijzing voor de fax.
5
DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat A4R (8-1/2" x 11"R) etc. betekent dat het origineel of het kopieerpapier in de liggende afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
<Horizontale (liggende) afdrukstand>
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3 11" x 17")
), bevatten geen "R" in de afdrukstand.
BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN GEBRUIKT
Attentie
Waarschuwing
Opmerking
Toelichting van woorden en afbeeldingen
• Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF".
• De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de AR-M236/AR-M276 met de optionele RSPF (AR-RP7) en de optionele sorteerlade (AR-TR3). Uw machine kan er anders uitzien naar gelang het model en de geïnstalleerde opties, de basisbediening is echter gelijk.
• Voor de te installeren randapparatuur, zie "RANDAPPARATUUR" (p.76).
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet correct wordt opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d. van de machine.
RSPF
(8-1/2" x 14",
6
BELANGRIJKE KENMERKEN
Laser kopiëren op hoge snelheid
• Duur van de eerste kopie*1 bij 600 dpi*2 bedraagt slechts 4.8 seconden.
• De kopieersnelheid bedraagt 23 kopieën/min. (AR-M236) of 27 kopieën/min. (AR-M276) bij 600 dpi (niet in de super foto modus). Dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de productiviteit op het kantoor.
*1De duur van de eerste kopie kan variëren afhankelijk van het stroomvoltage, de omgevingstemperatuur en andere
werkomstandigheden.
2
"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de
*
beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
• Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi of 1200 dpi (super foto modus) worden uitgevoerd.
• Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie, kunnen er vier origineelfuncties worden geselecteerd: "TEKST" voor originelen met alleen tekst, "TEKST/FOTO" voor originelen met tekst en foto's, "FOTO" voor foto's en "SUPER FOTO" voor de reproductie van foto's met een hoge kwaliteit. De belichting kan binnen elke functie op 5 niveaus worden ingesteld.
Geavanceerde kopieerkenmerken
• Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%.
• U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken.
• 2-zijdig kopiëren kan automatisch worden uitgevoerd.
• Handige speciale functies zoals wissen, kantlijnverschuiving, 2 in 1 en 4 in 1, inbindkopie, boekkopie en dekbladkopie zijn beschikbaar.
A
Wisfunctie Kantlijn verschuiven
• Key operator programma's maken de instelling of aanpassing van functies aan uw speciale wensen mogelijk. De key operator programma's kunnen ook worden gebruikt om de auditfucntie in te schakelen waarmee de beheerder het gebruik van het apapraat kan regelen.
A
AA
BoekkopieInbindkopie
2 in 1 kopiëren 4 in 1 kopiëren
Dekblad kopiëren
SHARP
4
3
2
1
Een zwart-wit LCD tiptoetsenpaneel vergemakkelijkt de bediening van het apparaat
• Het LCD display met zwarte achtergrond en witte letters van het tiptoetsenpaneel levert een stap-voor-stap begeleiding bij elke functie van de machine. Het tiptoetsenpaneel biedt zelfs instructies voor het verhelpen van papierstoringen en andere problemen die kunnen optreden.
Optionele eigenschappen
• Een optionele afwerkingeenheid maakt automatisch nieten van max. 30 bladen mogelijk.
• Dit apparaat kan als netwerk printer worden gebruikt wanneer de optionele printer uitbreidingskit geïnstalleerd is.
• Dit apparaat kan als faxtoestel worden gebruikt wanneer de optionele fax uitbreidingskit geïnstalleerd is.
• Dit apparaat kan als netwerk scanner worden gebruikt wanneer de optionele scanner uitbreidingskit geïnstalleerd is.
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
• De machine is voorzien van voorverwarming en stroom-uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren wanneer de machine niet wordt gebruikt.
• De machine heeft een universele vormgeving, waarbij de hoogte van het bedieningspaneel en de vorm van de toetsen werd ontworpen om zo veel mogelijk gebruikers tevreden te stellen.
7
1
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie, die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Buitenkant
Hoofdstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
2
3
6
4
10
5
1
Toevoer enkele bladen en omkeerfunctie (RSPF) (optioneel)
Plaats de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde omhoog
hier. (p.23)
2
Documentdeksel (optioneel)
Plaats een origineel op de glasplaat en sluit het documentdeksel voor het kopiëren begint.
3
Glasplaat
Plaats hier het origineel dat u wilt scannen met de kopiezijde naar beneden. (p.22)
4
Aan-/uitschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten. (p.13)
5
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de machine.
6
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en het tiptoetsenpaneel. (p.10)
7
Sorteerlade (bovenste lade) (optioneel)
Printafdrukken en ontvangen faxberichten komen in deze lade terecht.
1
11
7
12
14
8
9
13
10
8
Middelste lade:
Kopieën komen in deze lade terecht.
9
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren. (p.66)
10
Papierlades
Elke lade kan 500 vellen kopieerpapier bevatten. (p.15)
11
Zijklep rechtsboven
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen wanneer er een optionele sorteerlade of afwerkingeenheid geïnstalleerd is. (p.70)
12
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen (p.66)
13
Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen. (p.66)
14
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan. (p.18)
15
16
8
Binnenkant
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
17
18
15
Handinvoerlade
Normaal papier en speciaal papier (zoals transparante film) kunnen in de handinvoerlade worden ingevoerd. (p.18)
16
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit voor u papier in de handinvoerlade plaatst. (p.18)
17
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Wordt gebruikt om de tonercartridge te ontgrendelen. (p.72)
18
Toner cartridge
Bevat de toner. (p.72)
19
Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te verwijderen (p.66)
20
Fotogeleidende drum
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de fotogeleidende drum.
19
20
22
21
21
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.67)
De fuseereenheid is heet. Raak de
Attentie
fuseereenheid niet aan bij het verwijderen van vastgelopen papier. Anders kunt u brandwonden of ander letsel oplopen.
22
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te verwijderen (p.67)
Opmerking
De modelbenaming kunt u vinden op de voorklep van de machine.
1
Waarschuwing
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte). Anders kan de drum beschadigd raken en kunnen er vlekken op de kopieën komen.
9
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
De indicaties op het bedieningspaneel kunnen verschillen afhankelijk van het land en gebied.
1
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FAX
TAAKSTATUS
ON LINE DATA
DATA
LINE DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ACC.#-C
2 3 4 5 6 7 8
9
10 11
1
Tiptoetsenpaneel
De status van het apparaat, meldingen en tiptoetsen worden op het paneel weergegeven. Het display toont de printstatus, de kopieerstatus of de status van de netwerk scanner, overeenkomstig de geselecteerde functie. Voor details, zie de volgende pagina.
2
Functieselectietoetsen en indicaties
worden gebruikt om de displayfunctie van het tiptoetsenpaneel om te schakelen.
[KOPIE] toets
Indrukken om de kopieerfunctie te selecteren.
[AFDRUKKEN] toets/ONLINE indicatie/ DATA indicatie
Indrukken om de printfunctie te selecteren.
ONLINE indicatie
Er kunnen printgegevens worden ontvangen wanneer deze indicatie brandt.
DATA indicatie
Er is een printopdracht in het geheugen. De indicatie brandt continu zolang de opdracht in het geheugen is en knippert wanneer de opdracht wordt geprint.
[SCANNEN] toets/DATA indicatie (wanneer de netwerk scanner optie geïnstalleerd is.)
Indrukken om de netwerk scanfunctie te selecteren wanneer de netwerk scanner optie geïnstalleerd is.
DATA indicatie
Brandt continu of knippert wanneer er een scanafdruk wordt verzonden. (Zie "gebruiksaanwijzing (voor netwerk scanner)").
[FAX] toets/LINE indicatie/DATA indicatie (wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.)
Indrukken om de faxfunctie te selecteren wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.
LINE indicatie
deze brandt terwijl er faxberichten worden verzonden of ontvangen.
DATA indicatie
Knippert wanneer er een faxbericht in het geheugen wordt ontvangen en brandt continu wanneer er een faxbericht in het geheugen
wacht op het verzenden. (Zie gebruiksaanwijzing voor faxtoestel.)
3
[TAAKSTATUS] toets
Indrukken om de actuele job status weer te geven. (p.12)
4
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
gebruik deze toets om de diverse instellingen van de machine af te stellen, het contrast van het tiptoetsenpaneel en de key operator programma's inbegrepen. (p.52)
5
Numerieke toetsen
Hiermee worden numerieke waarden voor diverse instellingen ingevoerd.
6
[ACC.#-C] toets
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, drukt u op deze toets nadat u een opdracht heeft voltooid om terug te keren naar het stand-by-bedrijf voor het invoeren van een accountnummer.
7
[#/P] toets ( )
Met deze toets kunt u een opdrachtprogramma in de kopieerfunctie uitvoeren. De toets wordt ook gebruikt voor het kiezen in de faxmodus.
8
[WISSEN] toets ( )
Druk op deze toets om een aantal kopieën instelling te wissen of een opdrachtprogramma te annuleren.
9
[START] toets ( )
Druk deze toets in tijdens de kopieerfunctie, scannerfunctie of faxfunctie om te beginnen met het kopiëren, netwerk scannen of faxen.
Deze toets knippert wanneer de automatische stroom-uitschakelfunctie geactiveerd is. Druk deze toets in om terug te keren naar de normale werking.
10
[ONDERBREKEN] key ( )
hiermee kunt u een onderbreken kopieerbewerking uitvoeren. (p.34)
11
[ALLES WISSEN] toets ( )
Stel de instellingen terug op de oorspronkelijke instellingen.
10
TIPTOETSENPANEEL
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
003 / 00
003 / 00
SETS / VOO
1/13
VOLTOOID
ANNULEREN
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
OK
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
SPEC.FUNCTIES
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
GEBRUIKSKLAAR.
ORIGIN
8½x11
8½x14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
Piep-
toon
[Voorbeeld 2]
De items op het tiptoet­senpaneel worden gese­lecteerd door de hieraan gerelateerde toets in te drukken. Er klinkt een pieptoon om te bevesti­gen dat het item werd geselecteerd en de toets wordt geaccentueerd. * Een dubbele pieptoon
klinkt wanneer er een ongeldige toets werd bediend.
Grijs gemaakte toetsen kunnen niet geselecteerd worden.
Het selecteren van een functie
[Voorbeeld 1]
Items die zijn geaccentu­eerd op het moment dat het scherm verschijnt, zijn al geselecteerd en worden effectief wan­neer de [OK] toets wordt aangetipt.
1
[Voorbeeld 2]
Wanneer u een selectie wilt annuleren, drukt u gewoon opnieuw op de toets, zodat deze niet meer geaccentueerd is.
De bevestigingspieptoon kan worden uitgeschakeld m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
De schermen van het tiptoetsenpaneel die in deze gebruiksaanwijzing worden getoond zijn afbeeldingen en kunnen er anders uit zien dan de actuele schermen.
De toets is niet meer geaccentueerd en de selectie is geannuleerd.
[Voorbeeld 3]
Wanneer de machine wordt gebruikt in de kopi­eer- of faxfunctie en er een speciale functie geselecteerd is, ver­schijnt er een icoon die deze functie aanduidt op het tiptoetsenpaneel. Wanneer dit icoon wordt aangetipt, zal het instel­scherm van de functie (of een menuscherm) ver­schijnen waarin u de instellingen kunt contro­leren, aanpassen of annuleren.
11
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Opdracht statusscherm (voor kopiëren, printen, netwerk scannen en faxen)
Dit scherm wordt weergegeven wanneer de [TAAKSTATUS] toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt. Een lijst met opdrachten toont de actuele opdracht en de opgeslagen opdrachten of er wordt een lijst met voltooide opdrachten weergegeven. De inhoud van de bewerkingen kan worden bekeken of opdrachten kunnen uit de rij worden gewist. Het volgende scherm toont de rij voor printopdrachten.
1
1
Job lijst
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
0666211221
AFDRUKOPDR. E-MAIL/FTP
SETS / VOORTGANG
003 / 000
003 / 000
010 / 000
4 5 6 7 8
Toont opgeslagen jobs en de job die actueel wordt
3 5
uitgevoerd. Tip één van de toetsen
tot in de bovenstaande afbeelding aan om het soort job te selecteren. De icoon naast elke jobnaam geeft de functie van de job als volgt aan:
Kopieerfunctie Printfunctie
Netwerk scannerfunctie
Faxfunctie (verzenden van jobs)
Faxfunctie (ontvangen van jobs)
De jobs in de job lijst verschijnen in de vorm van toetsen. Om een job prioriteit te verlenen of een job te onderbreken of te wissen, tipt u de toets van de job aan en bedien vervolgens de toets volgens de beschrijving in of .
*1:"PAPIER OP" in het job status display
7 8
"PAPIER OP" in het job status display geeft aan dat het gespecificeerde papier niet meer in het apparaat aanwezig is. Vul het gespecificeerde papier bij. Indien het gespecificeerde papierfor­maat niet beschikbaar is en u in de printerfunctie bent, kan er een ander papierformaat in de han­dinvoerlade worden geplaatst om het printen te kunnen uitvoeren. (Zie het "Online-handleiding".)
2
Functiekeuzeschakelaars
Gebruik deze om de joblijst functie te selecteren: "JOB RIJ" (Opgeslagen/actueel uitgevoerde jobs) of "VOLTOOID" (afgewerkte jobs).
"JOB RIJ": Toont de jobs die opgeslagen zijn en de job die actueel wordt uitgevoerd.
"VOLTOOID": Toont de jobs die voltooid zijn. Let op dat kopieerjobs niet in de lijst verschijnen. Wanneer de
STATUS
PAPIER OP
WACHTEN
WACHTEN
FAXOPDRACHT
*
stroom uitgeschakeld is of wanneer de automatische stroom-uitschakelstand geactiveerd is wanneer er geen jobs zijn, worden de jobs in de "VOLTOOID" lijst gewist.
3
[AFDRUK OPDRACHT] toets
Hiermee kunt u de lijst voor uitgaande opdrachten voor alle functies bekijken (printen, kopiëren en faxen).
4
[E-MAIL/FTP] toets
Toont een netwerk scanner opdracht (wanneer de netwerk scanner functie geïnstalleerd is.).
5
[FAX OPDRACHT] toets
Hiermee geeft u opgeslagen faxopdrachten en de faxopdracht die actueel uitgevoerd wordt weer (wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.).
6
Displaykeuzetoetsen
Deze worden gebruikt om de pagina van de weergegeven joblijst te wisselen.
7
[STOP/WIS] toets
Hiermee kunt u een actueel uitgevoerde job onderbreken of wisse of een opgeslagen job wissen. Kopieeropdrachten en ontvangen faxberichten kunnen met deze toets niet worden onderbroken gewist. Kopieeropdrachten kunnen worden geannuleerd door de [WISSEN] toets ( ) of [ALLES WISSEN] toets ( ) in te drukken.
8
[PRIORITEIT] toets
Tip deze toets aan na het selecteren van een opgeslagen job in deze [JOB RIJ] lijst om deze job voor andere jobs te printen.
9
[DETAILS] toets
Toont informatie over de geselecteerde opdracht. Deze kan niet worden gebruikt voor een ontvangen faxbericht.
2
OPDR.WACHTR
1
1/1
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
93
12
HET AAN EN UITZETTEN VAN HET
AAN
APPARAAT
De aan-/uitschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van het apparaat.
Opmerking
Wanneer de aan-/uitschakelaar aan is, start de machine in de functie die eerder werd gebruikt. De volgende uitleg gaat er van uit dat de eerder gebruikte functie de kopieerfunctie was.
STROOM INSCHAKELEN
Zet de aan-/uitschakelaar op de stand "ON" (aan).
Wanneer de aan-/uitschakelaar op de "ON" stand verschijnt de melding "OPWARMFASE. ER KAN NU EEN KOPIEERJOB WORDEN INGESTELD." verschijnt in het meldingendisplay en de machine begint op te warmen. Wanneer "GEREED VOOR HET KOPIEREN." verschijnt is de machine klaar om te kopiëren. Kopieerinstellingen kunnen tijdens de opwarmfase worden geselecteerd.
• Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt "VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.". Wanneer er een geldig nummer wordt ingevoerd verschijnt de accountstatus gedurende enkele seconden op het hoofdscherm. Nu kan de kopieerbewerking worden uitgevoerd. (Zie het "Handleiding key operator".)
STROOM UIT
Wanneer het apparaat langer niet gebruikt gaat worden, dient u het uit te schakelen.
Controleer of de machine geen bewerking uitvoert en zet dan de aan-/uitschakelaar op de stand "OFF" (uit).
UIT
Wanneer de aan-/uitschakelaar wordt uitgezet terwijl de machine in werking is, kan er een papierstoring optreden en de actueel uitgevoerde job wordt geannuleerd.
1
Opmerking
Wanneer de fax optie geïnstalleerd is moet u de stroom ingeschakeld laten. Faxberichten kunnen niet worden ontvangen wanneer de stroom uitgeschakeld is.
13
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN
De machine keert terug naar de oorspronkelijke instellingen wanneer deze voor het eerst wordt ingeschakeld, wanneer de [ALLES WISSEN] toets ( ) ingedrukt is, of de vooraf ingestelde "automatische wistijd" verstrijkt nadat de laatste kopie in een willekeurige functie werd gemaakt. Wanneer de machine terugkeert naar de oorspronkelijke instellingen, worden alle op dit moment gemaakte instellingen en geselecteerde functies geannuleerd. De automatische wistijd kan in de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het "Handleiding key operator".) De in het display weergegeven oorspronkelijke instellingen worden hierna getoond.
GEBRUIKSKLAAR.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
BELICHTING
AUTO A4
A4
A4
A3
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
Functies en instellingen worden toegelicht op basis van het bovenstaande scherm.
Kopieerpercentage: 100%, belichting: automatisch, kopieerhoeveelheid: 0, Automatisch 2-zijdig: 1-zijdig naar 1-zijdig,
Automatische papierselectie: aan, Papierlade: bovenste papierlade (bij stroom inschakelen zal de eerder geselecteerde papierlade opnieuw
geselecteerd worden.)
Opmerking
De oorspronkelijke instellingen kunnen worden gewijzigd in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".) Voor de oorspronkelijke instellingen (oorspronkelijk scherm) van printer, fax, en scannerfuncties, zei de gebruiksaanwijzingen van deze functies.
STROOMSPAARFUNCTIES
De machine is voorzien van twee stroomspaarfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt milieuvervuiling te verminderen. De twee stroomspaarfuncties zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische uitschakelfunctie". De tijdsinstellingen voor elke functie kunnen met de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het "Handleiding key operator".)
Voorverwarm functie
Wanneer de ingestelde tijd afgelopen is daalt de temperatuur van de fuseereenheid automatisch om het stroom­verbruik in het stand-by-bedrijf te reduceren. De fabrieksinstelling is 15 minuten. Om terug te keren naar de normale werking, tipt u een willekeurige toets op het bedieningspaneel aan. Om een kopie te maken terwijl de machine in deze functie is, selecteert u gewoon de gewenste kopieerinstellingen en drukt u vervolgens de [START] toets in ( ).
Automatische stroom-uitschakelstand
Wanneer de tijd verstrijkt wordt de stroom naar de fuseereenheid automatisch uitgeschakeld om het stroomverbruik te reduceren (gebaseerd op de richtlijnen van het Internationale Energy Star Programma.). De fabrieksinstelling is 60 minuten. Wanneer de machine in deze stand gaat, wordt het tiptoetsenpaneel uitgeschakeld en alleen de [START] toets ( ) knippert. Om terug te keren naar de normale werking, drukt u op de [START] toets ( ). Om te kopiëren nadat het opwarmen is begonnen maakt u de gewenste kopieerselecties en drukt u op de [START] toets ( ). Als de machine een fax- of afdrukopdracht ontvangt, wordt de functie ‘automatisch uitschakelen’ gedeactiveerd en werkt de machine normaal.
14
HET LADEN VAN PAPIER
Wanneer er een papierlade leeg raakt verschijnt er een melding op het tiptoetsenpaneel. Laad papier in de lade.
OPEN LADE 1 EN VUL PAPIER BIJ.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
A4
A3
ORIGINEEL
A4
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
PAPIER
De specificaties voor de papiersoorten en -formaten die in de papiercassettes kunnen worden geladen zijn onderstaand vermeld. Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
Lade
nr.
1 Bovenste
2 Onderste
3 500-vel papier
Soort papierlade Papiersoort Formaat Gewicht
2
56 g/m 105 g/m
tot
2
(15 lbs. tot 28 lbs.)
papierlade
papierlade
*1
Papier met briefhoofd Gerecycleerd papier
Normaal papier
*2
Gekleurd papier
A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
invoereenheid/ Bovenste papierlade of 2 x 500-vel papier invoereenheid
Capaciteit
500 vel*
1
4
4 Onderste papierlade
of 2 x 500-vel papier invoereenheid
Handinvoerlade Normaal papier
Papier met briefhoofd Gerecycleerd papier
A6 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
56 g/m2 tot 128 g/m (15 lbs. tot 34,5 lbs.)
*3
2
100 vel*
Gekleurd papier
Dun papier 52 g/m2 tot 56 g/m
2
100 vel
(14 lbs. tot 15 lbs.)
Dik papier Max. 200 g/m
2
30 vel
(54 lbs.)
Etiketten 40 vel
Transparante film 40 vel
Envelop­pen
International DL (110 x 220 mm)
5 vel
International C5 (162 x 229 mm) Commercial 10 (4-1/8" x 9-1/2")
*1A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan alleen in lade 1 en de handinvoerlade worden geplaatst.
2
B5 papierformaat kan niet in lade 2 worden geplaatst ( B5R papier kan echter wel worden geplaatst.).
*
3
*
Wanneer u groter papier dan A4 (8-1/2" x 11") formaat plaatst, gebruik dan geen papier met een gewicht dat zwaarder is dan 105 g/m
4
Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
*
2
(28 lbs.).
4
15
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Enveloppen
Gebruik de volgende enveloppen niet (Dit zal leiden tot papierstoringen.).
• Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
• Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
• Enveloppen met twee of meer flappen.
• Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
• Enveloppen met een vouw in de flap.
• Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
• Enveloppen met etiketten of postzegels.
• Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht.
• Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
• Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
Papier met briefhoofd
Papier met briefhoofd is papier waarop vooraf aan de bovenkant informatie is geprint zoals bedrijfsnaam en adres.
• Gebruik door SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Het gebruik van papier dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papier­storingen of vlekken op de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat niet door SHARP is goedge­keurd, plaats dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren of af te drukken met dit soort papier.).
• Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine worden gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
• Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is voordat u papier dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
SHARP
16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
HET LADEN VAN PAPIER
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het papier bij te vullen
Papierlade bijvullen
Trek de lade eruit tot aan het eindpunt.
1
Wanneer u het zelfde papierformaat bijvult als er geladen was, ga dan verder naar stap 4. Wanneer u een ander papierformaat in de lade vult, ga dan door met de volgende stap.
Knijp de vergrendelhendel van de
2
voorste geleider samen en pas de voorste geleider aan de breedte van het papier aan.
Voorste geleider
Linker geleider
Laad papier in de lade.
5
Maximum hoogtemarkering
Maximum height line
Opmerking
Druk de papierlade stevig terug in de
6
Plaats het papier met de printzijde omhoog in de lade.
• Voer het papier langs de papiergeleiders.
• De lade kan max. 500 vel 80 g/m (21 lbs.) papier bevatten.
• Laad het papier niet boven de maximumhoogte markering.
• Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het resterende papier uit de lade, combineer het met het nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel.
machine.
1
2
Schuif de linker geleider naar de
3
overeenkomstige sleuf volgens de markering in de lade.
Wanneer u 11" x 17" kopieerpapier gebruikt, plaats dan de linkergelei­der in de sleuf aan de linker voorzijde van de papierlade.
Waaier het kopieerpapier.
4
Wanneer u een ander papierformaat heeft geladen dan het vorige formaat, plaats dan de passende papierformaatkaart in de voorzijde van de papierlade om het nieuwe papierformaat aan te geven.
Papierformaatkaart
Papierformaatkaart
Voorzijde
Achterzijde
B5B4
R
B5
A4
R
A4 A3
EXTRA
A5
81/2X13
81/2X11
Opmerking
Indien u een ander papierformaat heeft geladen dan het vorige, gaat u naar "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.19).
17
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het laden van papier in de handinvoer
Vouw de handinvoerlade open.
1
Om het papierformaat correct te kunnen herkennen, moet u de verlenging van de handinvoer uittrekken.
Stel de papiergeleiders in op de
2
breedte van het papier.
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
3
omlaag) helemaal in de handinvoer­lade.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
• Zorg ervoor dat u A6 papier of enveloppen in de liggende afdrukstand plaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram.
• Plaats het papier met de printzijde omlaag in de lade.
Liggende afdrukstand
• Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse lijmdelen bevatten.
• Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het resterende papier uit de lade, combineer het met het nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel. Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
• Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Staande afdrukstand
• Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
18
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 1
LADE 2
LADE 3
NORMAAL PAPIER / B5
NORMAAL PAPIER / A3
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om de papierformaatinstelling van een lade te wijzigen. De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren. Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
Opmerking
Vul papier in de lade zoals toegelicht
1
• Het papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan alleen voor lade 1 geselecteerd worden.
• Het papierformaat B5 kan niet voor lade2 geselecteerd worden (B5R papier kan echter wel worden ingesteld.).
• De ladeinstellingen behalve voor de handinvoerlade kunnen worden verboden in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
in "Papierlade bijvullen" (p.17).
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
2
toets aan.
Het menuscherm voor de aangepaste instellingen verschijnt.
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
3
toets.
Het lade-instelscherm verschijnt.
Selecteer het formaat en soort papier
5
dat in de lade is geplaatst.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 1
TYPE
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
De actueel geselecteerde papiersoort wordt geaccentueerd.
• Om de selectie van de papiersoort te wijzigen, tipt u de desbetreffende toets aan.
• Om de selectie van het papierformaat te wijzigen, tipt u de desbetreffende toets aan.
Om de weergegeven formaatselecties te veranderen in INCH-formaat, tipt u [AB INCH] aan.
Tip op de [OK] toets.
6
Er verschijnt een melding waarin u
7
BRIEFPAPIER A3 B4
KLEUR
A4R
A5
FORMAAT AB INCH
B5
OK
A4
B5R
wordt gevraagd het papier in de lade te controleren. Controleer het papier en tip vervolgens op de [OK] toets.
1
Selecteer de lade waarin u het papier
4
heeft gevuld.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
Voor de ladenummers, zie "PAPIER" (p.15). Wanneer de gewenste lade niet op het display verschijnt, gebruik dan de toets of toets om te balderen tot de lade verschijnt.
19
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 4
HAND­INVOER
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER / 11x17
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
Het instellen van de papiersoort in de handinvoerlade
Gebruik één van de twee volgende methodes om het soort papier in te stellen voor de handinvoerlade.
Met de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
Vul papier in de handinvoerlade zoals
1
toegelicht in "Het laden van papier in de handinvoer" (p.18).
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
2
toets aan.
Het menuscherm voor de aangepaste instellingen verschijnt.
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
3
toets.
Het lade-instelscherm verschijnt.
Met de [PAPIERFORMAAT] toets
Vul papier in de handinvoerlade zoals
1
toegelicht in "Het laden van papier in de handinvoer" (p.18).
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
2
Tip de papierselectietoets aan.
3
GEBRUIKSKLAAR.
A4
B4
NORMAAL PAPIER
RECYCLED NORMAAL PAPIER
A3
EXTRA BEELD
INSTELLEN
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
0
4
5
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE-INSTELLING HANDINVOER
SELECTEER PAPIERSOORT.
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
6
20
Toets op de [LADE INSTELLINGEN] toets.
Selecteer het formaat en soort papier dat in de lade is geplaatst.
OK
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
ZWAAR PAPIER DUN PAPIER
Tip op de [OK] toets.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
BRIEFPAPIER
KLEUR
ENVELOP JAPANESE P/C
ETIKETTEN
TRANSPARANT
Selecteer de papiersoort.
4
GEBRUIKSKLAAR.
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
ZWAAR PAPIER DUN PAPIER
BRIEFPAPIER
KLEUR
ENVELOP
ETIKETTEN
TRANSPARANT
JAPANESE P/C
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
5
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
2
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en aanpassing van de belichting.
HOOFDSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE
Het hoofdscherm van de kopieerfunctie geeft meldingen, toetsen, en instellingen weer, die voor het kopiëren worden gebruikt. Tip een toets aan om een selectie te maken. Het hoofdscherm van de kopieerfunctie verschijnt wanneer de [KOPIEREN] toets wordt ingedrukt (Behalve wanneer het scherm voor aangepaste instellingen verschijnt).
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNTIES
1
GEBRUIKSKLAAR.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
3
4 7
1
Meldingen display
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
A4
A3
6
5 8
FAX
TAAKSTATUS
ORIGINEEL
ON LINE
DATA
DATA
LINE DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
A4
A4
Hier worden de statusmeldingen weergegeven.
2
Kopieerhoeveelheid display
Geeft het aantal geselecteerde kopieën weer voor de [START] toets ( ) wordt ingedrukt of het aantal resterende kopieën nadat de [START] toets ( ) werd ingedrukt. Er kan een enkele kopie worden gemaakt wanneer "0" wordt weergegeven.
3
[2-ZIJDIGE KOPIE] toets (p.27)
Tip deze toets aan om het instelscherm van de dubbelzijdige kopieerfunctie weer te geven.
4
[UITVOER] toets (p.35)
Tip deze toets aan om sorteren, groeperen, sorteren nieten en andere uitvoerinstellingen te selecteren.
5
[SPECIALE FUNCTIES] toets (p.39)
Tip deze toets aan om het selectiescherm voor de speciale functies te openen.
6
Origineel toevoer display
Verschijnt wanneer er een origineel in de RSPF wordt geplaatst.
7
Papierformaat display
Hier wordt de locatie van de papierlade en het papierformaat in de papierladen weergegeven. " " Geeft aan of er wel of geen papier is geladen. Er kan een papierlade worden aangetipt om de selectie van de papierlade te wijzigen.
ACC.#-C
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO A4
100%
2
0
9
10
11 12
13 14
8
Origineel formaat display
Geeft het origineel formaat aan wanneer er een origineel werd geplaatst voor het kopiëren.
9
Belichtingsdisplay
Geeft de icoon van het geselecteerde belichtingstype en de belichtingsscala weer.
10
[BELICHTING] toets (p.29)
Gebruik deze toets om de belichting van de kopieën af te stellen.
11
Papierselectie display
Geeft het geselecteerde papierformaat aan. Wanneer de automatische papierselectiefunctie geselecteerd is verschijnt er "AUTO" wanneer u de automatische papierselectiefunctie selecteert.
12
[PAPIERFORMAAT] toets (p.22, p.26)
Druk op deze toets om het papierformaat te selecteren.
13
Kopieerfactor display
Geeft de geselecteerde kopieerfactor aan.
3
14
[KOPIEERFACTOR] toets (p.31)
Gebruik deze toets om de kopieerfactor weer te geven.
• De melding varieert afhankelijk van het land en de regio.
• Het scherm varieert afhankelijk van de geïnstalleerde uitrusting.
21
NORMAAL KOPIËREN
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
ACC.#-C
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
Opmerking
Open de origineelklep/RSPF en plaats
1
Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
het origineel met de kopiezijde naar beneden.
[Hoe wordt het origineel geplaatst]
Leg de hoek van het origineel overeenkomstig de punt van de pijl ( ) in de linker achterhoek van de glasplaat zoals in de afbeelding wordt getoond.
Origineel schaal Origineel schaal
R
B5
B4
A4
A3
B5
R
A4
Opmerking
Voor het laden van papier, zie "HET LADEN VAN PAPIER" (p.15). Wanneer u het papierformaat in de lade wijzigt, moet u ook de instellingen van het papierformaat en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
De papiersoorten voor de automatische papierselectie functie kunnen geselecteerd worden, of u kunt de functie uitschakelen m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Handmatige selectie van het papierformaat (papierlade)
Wanneer automatische papierselectie in de key operator programma's werd uitgeschakeld en u een ander papierfor­maat wilt gebruiken dan het origineel, tipt u de [PAPIER­FORMAAT] toets aan en selecteert u de papierlade met het gewenste papierformaat. (Het geselecteerde papier wordt geaccentueerd en het papierselectiescherm gaat dicht). Om het scherm te sluiten zonder een papierformaat te
selecteren, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets opnieuw aan.
GEBRUIKSKLAAR.
1.A4
2.A3
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
A3
NORMAAL PAPIER
EXTRA BEELD
INSTELLEN
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
Sluit de origineelklep/RSPF.
2
Het origineelformaat verschijnt op het tiptoetsenpaneel.
Opmerking
Controleer of het zelfde papierformaat
3
Als het origineelformaat niet automatisch wordt herkend, dient u dit handmatig in te stellen. (p.47)
als het origineel automatisch wordt geselecteerd.
De geselecteerde lade wordt geaccentueerd. Wanneer de lade een ander papierformaat bevat dan het origineel, verschijnt "LAAD xxxx PAPIER."
Zelfs wanneer de boven­staande melding wordt weergegeven, kan er met behulp van de geselecteerde lade worden gekopieerd.
22
Selecteer het aantal kopieën en de
4
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt telkens met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd gemaakt.
Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft.
Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN] toets ( ).
Opmerking
Druk op de [WISSEN] toets ( ) om het kopiëren midden in een kopieerproces te stoppen.
Om dezelfde kopieervolgorde te herhalen voor een ander origineel, dient u gewoon het origineel te vervangen en de [START] toets in te drukken ( ).
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade leeg is, kunt u het kopiëren hervatten door de [PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de handinvoer te selecteren of een papierlade met hetzelfde papierformaat en -soort papier dat in dezelfde stand is geladen.
KOPIEREN VANAF DE RSPF
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
ACC.#-C
KOPIEERFUNTIES
Opmerking
Controleer of er geen origineel op de
1
• Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
• Wanneer de RSPF uitgeschakeld werd in de key operator programma's kan de RSPF niet gebruikt worden. (Zie het "Handleiding key operator".)
glasplaat is achtergebleven en sluit vervolgens de RSPF.
Wanneer er een origineel op de glasplaat achterblijft, verschijnt er, "VERWIJ­DER HET ORIGINEEL VAN DE GLASPLAAT."in het tiptoetsenpaneel.
Stel de origineelgeleiders af op de
2
breedte van het origineel.
Opmerking
Selecteer het aantal kopieën en de
5
Voor het laden van papier, zie "HET LADEN VAN PAPIER" (p.15). Wanneer u het papierformaat in de lade wijzigt, moet u ook de instellingen van het papierformaat en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
Desgewenst kunt u handmatig de papierlade met het gewenste papiersoort selecteren zoals beschreven op pagina 22.
De papiersoorten voor de automatische papierselectie functie kunnen geselecteerd worden, of u kunt de functie uitschakelen m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Wanneer het origineel groter is dan het papier­formaat, kan het resultaat van het kopiëren vanaf de glasplaat verschillen van het resul­taat van het kopiëren vanuit de RSPF. (p.22)
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
2
Plaats de originelen met de geprinte
3
zijde boven in de documentinvoer.
Plaats de originelen hele­maal in de invoersleuf. Het origineelformaat ver­schijnt op het tiptoetsen­paneel.
Opmerking
Controleer of het zelfde papierformaat
4
• Er kunnen maximaal 100 vellen (90 g/m2 (24 lbs.)) tegelijkertijd worden ingevoerd.
• Als het origineelformaat niet automatisch wordt herkend, dient u dit handmatig in te stellen. (p.47)
als het origineel wordt geselecteerd.
De geselecteerde lade wordt geaccentueerd. Indien geen van de lades hetzelfde papierformaat bevat als het origineel, verschijnt "LAADxxxx PAPIER".
Zelfs wanneer de bovenstaande melding wordt weergegeven, kan er met behulp van de geselecteerde lade worden gekopieerd.
• Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt telkens met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd gemaakt.
• Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft.
• Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN] toets ( ).
Opmerking
Druk op de [WISSEN] toets ( ) om het kopië­ren midden in een kopieerproces te stoppen.
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade leeg is, kunt u het kopiëren hervatten door de [PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de handinvoer te selecteren of een papierlade met hetzelfde papierformaat en -soort papier dat in dezelfde stand is geladen.
Stroom-invoer-functie
Wanneer de stroom-invoer-functie is ingeschakeld in de key operator programma's verschijnt ca: % secon­den na het invoeren van de originelen "PLAATS ORIG. VOOR CONTINU TOEVOER." op het tiptoetsenpa­neel. Nieuwe originelen die in de RSPF worden geplaatst terwijl deze melding verschijnt, worden auto­matisch ingevoerd en gekopieerd.
Het kopiëren van een groot aantal originelen
De opdrachtfunctie is handig wanneer u meer origine­len wilt kopiëren dan er tegelijkertijd in de RSPF kun­nen worden geplaatst. Voor informatie over de Opdrachtfunctie, zie "OPDRACHT SAMENSTELLING" (p.45).
23
KOPIEERFUNTIES
PUNTEN WAAROP U BIJ HET KOPIEREN MOET LETTEN
Glasplaat en RSPF
• Papier dat in een andere afdrukstand is geplaatst dan het origineel kan geselecteerd worden wanneer de automatische papierselectie of automatische beeldfunctie ingesteld is. In dit geval wordt het beeld van het origineel gedraaid.
• Wanneer u een boek of een gevouwen of gekreukeld origineel kopieert, dient u voorzichtig op de glasplaat/RSPF te drukken. Hierdoor worden schaduwlijnen die worden veroorzaakt door een ongelijkmatig contact tussen het origineel en de glasplaat, gereduceerd.
• Wanneer de telfunctie van de middelste lade ingeschakeld is, wordt het aantal vellen dat in de uitvoerlade kan worden geleverd, gereduceerd tot 500 (alleen A4 en 8-1/2" x 11" formaat, de limiet voor alle andere formaten is 300 vellen). Wanneer er een afwerkingeenheid geïnstalleerd is, bedraagt de limiet 400 bladzijden. Wanneer de offsetfunctie wordt gebruikt, is de limiet ongeveer 300 vellen papier. Wanneer het limiet wordt bereikt, stopt het kopiëren en gat het licht in de [START] toets ( ) uit. Verwijder de kopieën uit de middelste lade en druk vervolgens op de [START] toets ( ) om het kopieerproces te hervatten. De telfunctie van de middelste lade kan worden uitgeschakeld m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Originelen die in de RSPF kunnen worden gebruikt
Er kunnen maximaal 100 originelen met hetzelfde formaat (A4, 90 g/m2 (8-1/2" x 11", 24 lbs.)) in de RSPF worden geplaatst. Originelen met een andere lengte kunnen samen in de RSPF worden geplaatst, zolang de breedtes gelijk zijn, maar sommige kopieerfuncties werken dan eventueel niet correct.
Geschikte originelen
Originelen met een formaat van A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") en een gewicht van 35 g/m2 tot 128 g/m2 (9 lbs. tot 34 lbs.) of 52 g/m
2
tot 105 g/m2 (14 lbs. tot 28 lbs.) voor 2-zijdige originelen kunnen worden gebruikt.
Andere overwegingen
• Gebruik originelen binnen het aangegeven formaat- en gewichtbereik. Originelen buiten het gespecificeerde bereik kunnen papierstoringen veroorzaken.
• Verzeker u ervan dat er geen paperclips of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
• Wanneer een origineel vochtige plekken heeft van correctievloeistof, inkt of lijm dient u deze eerst volledig te laten drogen voor u er een kopie van maakt. Anders kan de binnenkant van de RSPF of de glasplaat verontreinigd worden.
• De volgende originelen kunnen niet gebruikt worden. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto's
• Carbonpapier
• Thermisch kopieerpapier
• Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd
• Gelijmde originelen, uitgesneden originelen
• Originelen met ringbandgaten
• Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermaal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier
Het verwijderen van de origineelklep
• Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten.
• Open de origineelklep en til deze op met een lichte achterwaartse hoek. Om de origineelklep weer te plaatsen doet u het tegenovergestelde.
• De RSPF kan niet worden verwijderd.
24
KOPIEERFUNTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
C
HANDMATIG
FORMAAT ORIGINEEL
AUTO
INVOERFUNCTIE VOOR GEMENGDE ORIGINELEN
OK
OK
Het kopiëren van originelen met verschillende lengtes (Gemengde toevoer)
Wanneer u de RSPF gebruikt kunnen er originelen met verschillende lengtes samen worden ingevoerd zolang de breedte van de originelen hetzelfde is. Om gemengde originelen in te voeren, dient u de volgende stappen op te volgen:
Tip de [SPECIALE FUNCTIES] toets
1
aan.
Tip de toets aan en vervolgens de
2
[FORMAAT ORIGINEEL] toets.
FORMAAT
ORIGINEEL
Selecteer de "INVOERFUNCTIE VOOR
3
GEMENGDE ORIGINELEN" checkbox.
Tip op de [OK] toets.
4
Opmerking
Wanneer het kopiëren wordt gestart in de gemengde toevoerfunctie worden alle originelen gescand voor het kopiëren begint.
De instelling wordt ingevoerd en u keert terug naar het hoofdscherm. de icoon van het origineelformaat wijzigt in
A4
()
om aan te geven dat gemengde toevoer werd geselecteerd.
2
Automatische rotatie kopieerafdruk (rotatie kopiëren)
Wanneer de originelen in een andere afdrukstand worden geplaatst dan het kopieerpapier, wordt de afbeelding van het origineel automatisch 90 ven.) Indien er een functie geselecteerd is die niet geschikt is voor het roteren, zoals het vergroten van de kopie tot groter dan A4 (8-1/2" x 11") formaat of kantlijnverschuiving, is roteren niet mogelijk.
[Voorbeeld]
• Deze functie werkt zowel in de automatische papierselectie zoals in de automatische beeldmodus. Rotatie kopiëren kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
°.geroteerd. Wanneer een afbeelding geroteerd wordt, wordt er een melding weergege-
Afdrukstand van het
geplaatste origineel
Printzijde omlaag Printzijde omlaag
Afdrukstand van het
geladen papier
Kopie na rotatie
25
KOPIEERFUNTIES
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
GEBRUIKSKLAAR.
EXTRA BEELD INSTELLEN
NAAR VOOR NAAR ACHTER
OK
0
HANDINVOER (speciaal papier)
De handinvoer moet worden gebruikt om speciaal papier in te voeren zoals transparante film en etiketten. In de handinvoer kunt u ook standaard kopieerpapier invoeren.
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
2
omlaag) helemaal in de handinvoerlade.
Voor papier dat geschikt is voor de handinvoerlade, zie "PAPIER" (p.15). Voor het laden van papier, zie "Het laden van papier in de handinvoer" (p.18).
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan
3
of de lade in de afbeelding van de machine op het tiptoetsenpaneel en selecteer de handinvoerlade.
Stel het soort papier in dat in de handinvoer is geplaatst. (p.20)
Selecteer het aantal kopieën en de
4
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Het omschakelen van de startpositie van het kopiëren
Wanneer u op een speciaal papierformaat in de handinvoerlade kopieert, kan de startpositie voor het printen verticaal worden omgeschakeld voor een fijne afstelling van de afdrukpositie. Voor het aanpassen van de startpositie voor het printen, volgt u de onderstaande stappen op. Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u speciale papierformaten vanuit de handinvoerlade toevoert.
1 Tip de [PAPIERFORMAAT] aan en vervolgens de [EXTRA
BEELDAFSTELLING] op de handinvoerlade.
2 Gebruik de toets of toets om de printpositie af te
stellen en tip vervolgens de [OK] toets aan.
• De positie kan worden afgesteld van -10 mm tot +10 mm in
0.5 mm intervallen (-0.5 inch tot +0.5 inch in 0,02 inch intervallen).
• Wanneer er een instelling van -10 mm tot -0.5 mm (-0.5 inch tot
-0,02 inch) geselecteerd is, zal de startpositie van het printen vanuit de standaardpositie naar voren worden bewogen. Wanneer een instelling van +0.5 mm tot +10 mm (+0,02 inch tot +0.5 inch) geselecteerd wordt, zal de startpositie van het printen naar achteren worden bewogen.
0.00
(-10 10) mm
26
Loading...
+ 64 hidden pages