Sharp AR-M276, AR-M236 OPERATOR MANUAL [nl]

Page 1
MODEL
AR-M236 AR-M276
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
(Voor kopieermachine)
Pagina
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
COMFORTABELE
KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE INSTELLINGEN
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
RANDAPPARATUUR EN VOORRADEN
BIJLAGE
8
21
35
51
57
76 80
Met de RSPF
Page 2
Maak geen kopieën van zaken waarvan het wettelijk verboden is kopieën te maken. Het is normaal gesproken bij de nationale wet verboden van de volgende zaken kopieën te maken. Andere zaken kunnen verboden zijn door plaatselijke wetgeving.
Geld Postzegels Obligaties Aandelen Bankcheques
Cheques Paspoorten Rijbewijzen
In sommige gebieden zijn de "POWER" schakelstanden aangegeven met "I" en "O" op de kopieermachine in plaats van met "ON" en "OFF". Houd "I" aan voor "ON" en "O" voor "OFF" als uw kopieermachine aldus gekenmerkt is.
Attentie! Trek de stekker uit het stopcontact om de machine geheel van het net af te koppelen. Het stopcontact dient in de buurt van het apparaat geïnstalleerd te zijn en moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
Waarschuwing
Dit is een product uit de klasse A. Bij particulier gebruik kan het voor radiostoringen zorgen, in welk geval de gebruiker de aangewezen maatregelen dient te nemen.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG. Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC. Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i derektivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC. Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä
93/68/EEC.
Het CE-merk wordt aangebracht op apparatuur indien de richtlijnen genoemd in de zin hiervoor van toepassing zijn op het product. (Deze zin is niet van toepassing in landen waar de hiervoor genoemde richtlijnen niet vereist zijn.)
Page 3
INHOUDSOPGAVE
WAARSCHUWINGEN ............................................................................................................................... 3
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 3
BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN OPSTELLINGSPLAATS................................................ 3
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 4
MILIEU INFORMATIE....................................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK ....................................................................................................5
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT............................ 6
BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN GEBRUIKT......................................................................... 6
BELANGRIJKE KENMERKEN.................................................................................................................. 7
1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES... 8
BEDIENINGSPANEEL....................................10
TIPTOETSENPANEEL ...................................11
HET AAN EN UITZETTEN VAN HET
APPARAAT...................................................... 13
STROOM INSCHAKELEN ..............................13
STROOM UIT .................................................13
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN..........14
STROOMSPAARFUNCTIES ..........................14
HET LADEN VAN PAPIER .............................. 15
PAPIER...........................................................15
HET LADEN VAN PAPIER .............................17
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN ............................................19
2 KOPIEERFUNTIES
HOOFDSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE.. 21
NORMAAL KOPIËREN ................................... 22
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
KOPIEREN VANAF DE RSPF........................23
PUNTEN WAAROP U BIJ HET KOPIEREN MOET LETTEN
HANDINVOER (speciaal papier) ....................26
...........................................................24
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN ........... 27
BIJ HET GEBRUIK VAN DE GLASPLAAT .....27
HET GEBRUIK VAN DE RSPF.......................28
AFSTELLING BELICHTING ............................ 29
HET SELECTEREN VAN HET SOORT ORIGINEEL EN HANDMATIG AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
..............................................29
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM............... 30
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE. 30
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE ....31
HET AFZONDERLIJKE SELECTEREN VAN
DE VERTICALE EN HORIZONTALE KOPIEERFACTOREN (XY ZOOM kopiëren) .32
HET ONDERBREKEN VAN EEN
KOPIEERPROCES .......................................... 34
...............22
3
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES ............. 35
KOPIEEN SORTEREN .................................. 35
KOPIEEN GROEPEREN ............................... 35
OFFSET FUNCTIE ........................................ 35
SOREREN-NIETEN (wanneer de afwerking-
eenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is) ............. 37
AFDRUKSTAND VAN HET ORIGINEEL EN
NIETPOSITIES .............................................. 37
SPECIALE FUNCTIES .................................... 39
ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPECIALE FUNCTIES ... 40
KANTLIJNVERSCHUIVING........................... 41
WISSEN......................................................... 42
BOEKKOPIE .................................................. 43
INBINDKOPIE ................................................ 44
OPDRACHT SAMENSTELLING.................... 45
MULTISHOT .................................................. 46
ORIGINEEL FORMAAT ................................. 47
DEKBLAD KOPIEREN................................... 48
Z/W OMKEREN FUNCTIE............................. 50
4 AANGEPASTE INSTELLINGEN
AANGEPASTE INSTELLINGEN ..................... 51
ALGEMENE PROCEDURE VOOR
AANGEPASTE INSTELLINGEN.................... 52
INSTELLINGEN ............................................. 53
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN ....... 54
OPSLAAN VAN EEN
OPDRACHTPROGRAMMA ........................... 54
HET UITVOEREN VAN EEN
OPDRACHTPROGRAMMA ........................... 55
HET WISSEN VAN EEN OPGESLAGEN
PROGRAMMA ............................................... 55
AUDIT FUNCTIE.............................................. 56
KOPIEREN WANNEER DE AUDITFUNCTIE
INGESCHAKELD IS ...................................... 56
1
Page 4
5
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
7 BIJLAGE
DISPLAY MELDINGEN ................................... 58
HET OPSPOREN VAN FOUTEN..................... 60
PAPIERSTORING VERHELPEN..................... 64
BEGELEIDING BIJ HET VERHELPEN VAN
PAPIERSTORINGEN. ....................................64
PAPIERSTORING IN DE RSPF .....................65
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE. 66
PAPIERSTORING IN DE MACHINE ..............66
PAPIERSTORING IN DE MIDDELSTE LADE68
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE
PAPIERLADE .................................................68
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE
PAPIERLADE .................................................69
PAPIERSTORING IN HET BOVENSTE UITVOERGEDEELTE (wanneer er een sorteerlade of afwerkingeenheid
(AR-FN5N) geïnstalleerd is)............................70
PAPIERSTORING IN EEN UITVOERLADE (wanneer er een afwerkingeenheid (AR-FN5N)
geïnstalleerd is)...............................................70
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE . 72 HET VERVANGEN VAN DE
NIETJESPATROON......................................... 73
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE
NIETJES .........................................................74
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ......... 74
HET REINIGEN VAN DE MACHINE................ 75
GLASPLAAT EN DOCUMENTDEKSEL/
RSPF ..............................................................75
PAPIERINVOERROL VAN DE
HANDINVOER ................................................75
TECHNISCHE GEGEVENS............................. 80
INDEX .............................................................. 82
INDEX NAAR FUNCTIES .............................. 85
6
RANDAPPARATUUR ...................................... 76
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N) ...............77
500-BLAD PAPIER INVOEEREENHEID/
TOEVOER ENKELE BLADEN EN
HET BEWAREN VAN VOORRADEN.............. 79
CORRECT BEWAREN ...................................79
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
2 x 500-BLAD PAPIER INVOEREENHEID.....78
OMKEERFUNCTIE.........................................79
2
Page 5
WAARSCHUWINGEN
Volg de waarschuwingen op bij de toepassing van dit apparaat.
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
Waarschuwing:
• Het gebied van de heater is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
• Kijk niet direct in een lichtbron. Anders kunt u uw ogen beschadigen.
Attentie:
• Zet het apparaat niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitschakelen voor u het apparaat weer inschakelt.
• De stroom van het apparaat moet uitgeschakeld zijn voordat u vervangstukken installeert.
• Plaats het apparaat op een stevige vlakke ondergrond.
• Installeer het apparaat niet op een vochtige of stoffige plaats.
• Wanneer het kopieerapparaat langdurig niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantie, dient u de aan/-uitschakelaar uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Wanneer u het kopieerapparaat verplaatst, dient u de aan-/uitschakelaar uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Bedek het apparaat niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Anders wordt de warmte-uitstraling verhindert, waardoor het apparaat beschadigd kan worden.
• Het gebruik van besturingen of het uitvoeren van andere procedures dan hier beschreven kan een schadelijke blootstelling aan straling ten gevolg hebben.
• Het stopcontact moet zich naast het apparaat bevinden en goed toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN OPSTELLINGSPLAATS
Door een onjuiste opstelling kan het apparaat beschadigd raken. Let op het volgende tijdens de installatie en wanneer de machine wordt verplaatst.
Waarschuwing
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, nat of erg stoffig zijn
slecht geventileerd zijn
Wanneer het apparaat van een koude naar een warme plaats wordt verplaatst, kan er condensatie worden gevormd in het apparaat. De werking in deze toestand zal een slechte kwaliteit van de kopieën en storingen tot gevolg hebben. Laat de machine minstens 2 uur voor het gebruik op kamertemperatuur komen.
aan direct zonlicht worden
blootgesteld
onderhevig zijn aan extreme temperatuur­wisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid bijv. in de nabijheid van de airconditioning of ver­warming.
3
Page 6
Het apparaat dient in de nabijheid van een bereikbare contactdoos te worden geïnstalleerd voor een eenvoudige aansluiting en eventuele loskoppeling.
Sluit het netsnoer alleen aan op een contactdoos die aan de gespecificeerde spanning en stroomeisen voldoet. Controleer ook of de contactdoos correct geaard is.
Opmerking
Laat voldoende ruimte open rond de kopieermachine
Sluit het apparaat aan op een contactdoos die niet voor andere elektrische apparatuur wordt gebruikt. Indien er een verlichting op dezelfde contactdoos is aangesloten, kan het licht knipperen.
30cm (12")
voor onderhoud en behoorlijke ventilatie.
30cm
(12")
30cm
(12")
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
Let bij het gebruik van het apparaat op de volgende voorzorgmaatregelen voor een optimaal prestatievermogen.
Laat het apparaat niet vallen, stel het niet bloot aan schokken en stoot het niet tegen andere voorwerpen aan.
Bewaar reserve tonerpatronen op een koele droge plaats zonder deze uit de verpakking te nemen.
• Wanner deze aan direct zonlicht of extreme hitte worden blootgesteld, kan de kwaliteit van de kopieën gereduceerd worden.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
• Krassen of vlekken op de drum veroorzaken slechte kopieën.
WAARSCHUWINGEN M.B.T. LASER
Golflengte 785 nm + 10 nm/- 15 nm
Impulstijden (5,871 µs ± 0,1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen 0,4 mW ± 0,04 mW (600 dpi)
0,2 mW ± 0,02 mW (1200 dpi)
Informatie over handelsmerken
• Het Microsoft® Windows® besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de U.S.A. en andere landen. Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000 en Windows® XP zijn
• handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de U.S.A. en andere landen.
• IBM en PC/AT zijn handelsmerken van de International Business Machines Corporation. Acrobat® Reader Copyright© 1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het
• Adobe logo, Acrobat en het Acrobat logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
PostScript® is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh, Power Macintosh, Mac OS, LaserWriter en AppleTalk zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
4
Page 7
MILIEU INFORMATIE
Als
ENERGY STAR
de
ENERGY STAR
®
Partner, heeft SHARP bepaald dat zijn producten voldoen aan
®
richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik.
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK
Dit apparaat is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van bedrijfsruimte en maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing voor de kopieermachine (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als kopieermachine.
Online-handleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevindt zich op de CD-ROM en bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken als printer, netwerk printer en netwerk scanner.
Software installatiehandleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevat instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
Gebruiksaanwijzing (voor netwerk scanner) (wanneer er een netwerk scanner is geïnstalleerd.)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als netwerk scanner.
Handleiding key operator
In dit handboek worden hoofdzakelijk de key operator programma’s voor het beheer van het apparaat en de gerelateerde functies beschreven. De key operator programma's voor de faxfuncties worden toegelicht in de gebruiksaanwijzing voor de fax.
5
Page 8
DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat A4R (8-1/2" x 11"R) etc. betekent dat het origineel of het kopieerpapier in de liggende afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
<Horizontale (liggende) afdrukstand>
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3 11" x 17")
), bevatten geen "R" in de afdrukstand.
BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN GEBRUIKT
Attentie
Waarschuwing
Opmerking
Toelichting van woorden en afbeeldingen
• Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF".
• De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de AR-M236/AR-M276 met de optionele RSPF (AR-RP7) en de optionele sorteerlade (AR-TR3). Uw machine kan er anders uitzien naar gelang het model en de geïnstalleerde opties, de basisbediening is echter gelijk.
• Voor de te installeren randapparatuur, zie "RANDAPPARATUUR" (p.76).
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet correct wordt opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d. van de machine.
RSPF
(8-1/2" x 14",
6
Page 9
BELANGRIJKE KENMERKEN
Laser kopiëren op hoge snelheid
• Duur van de eerste kopie*1 bij 600 dpi*2 bedraagt slechts 4.8 seconden.
• De kopieersnelheid bedraagt 23 kopieën/min. (AR-M236) of 27 kopieën/min. (AR-M276) bij 600 dpi (niet in de super foto modus). Dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de productiviteit op het kantoor.
*1De duur van de eerste kopie kan variëren afhankelijk van het stroomvoltage, de omgevingstemperatuur en andere
werkomstandigheden.
2
"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de
*
beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
• Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi of 1200 dpi (super foto modus) worden uitgevoerd.
• Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie, kunnen er vier origineelfuncties worden geselecteerd: "TEKST" voor originelen met alleen tekst, "TEKST/FOTO" voor originelen met tekst en foto's, "FOTO" voor foto's en "SUPER FOTO" voor de reproductie van foto's met een hoge kwaliteit. De belichting kan binnen elke functie op 5 niveaus worden ingesteld.
Geavanceerde kopieerkenmerken
• Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%.
• U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken.
• 2-zijdig kopiëren kan automatisch worden uitgevoerd.
• Handige speciale functies zoals wissen, kantlijnverschuiving, 2 in 1 en 4 in 1, inbindkopie, boekkopie en dekbladkopie zijn beschikbaar.
A
Wisfunctie Kantlijn verschuiven
• Key operator programma's maken de instelling of aanpassing van functies aan uw speciale wensen mogelijk. De key operator programma's kunnen ook worden gebruikt om de auditfucntie in te schakelen waarmee de beheerder het gebruik van het apapraat kan regelen.
A
AA
BoekkopieInbindkopie
2 in 1 kopiëren 4 in 1 kopiëren
Dekblad kopiëren
SHARP
4
3
2
1
Een zwart-wit LCD tiptoetsenpaneel vergemakkelijkt de bediening van het apparaat
• Het LCD display met zwarte achtergrond en witte letters van het tiptoetsenpaneel levert een stap-voor-stap begeleiding bij elke functie van de machine. Het tiptoetsenpaneel biedt zelfs instructies voor het verhelpen van papierstoringen en andere problemen die kunnen optreden.
Optionele eigenschappen
• Een optionele afwerkingeenheid maakt automatisch nieten van max. 30 bladen mogelijk.
• Dit apparaat kan als netwerk printer worden gebruikt wanneer de optionele printer uitbreidingskit geïnstalleerd is.
• Dit apparaat kan als faxtoestel worden gebruikt wanneer de optionele fax uitbreidingskit geïnstalleerd is.
• Dit apparaat kan als netwerk scanner worden gebruikt wanneer de optionele scanner uitbreidingskit geïnstalleerd is.
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
• De machine is voorzien van voorverwarming en stroom-uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren wanneer de machine niet wordt gebruikt.
• De machine heeft een universele vormgeving, waarbij de hoogte van het bedieningspaneel en de vorm van de toetsen werd ontworpen om zo veel mogelijk gebruikers tevreden te stellen.
7
Page 10
1
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie, die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Buitenkant
Hoofdstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
2
3
6
4
10
5
1
Toevoer enkele bladen en omkeerfunctie (RSPF) (optioneel)
Plaats de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde omhoog
hier. (p.23)
2
Documentdeksel (optioneel)
Plaats een origineel op de glasplaat en sluit het documentdeksel voor het kopiëren begint.
3
Glasplaat
Plaats hier het origineel dat u wilt scannen met de kopiezijde naar beneden. (p.22)
4
Aan-/uitschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten. (p.13)
5
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de machine.
6
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en het tiptoetsenpaneel. (p.10)
7
Sorteerlade (bovenste lade) (optioneel)
Printafdrukken en ontvangen faxberichten komen in deze lade terecht.
1
11
7
12
14
8
9
13
10
8
Middelste lade:
Kopieën komen in deze lade terecht.
9
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren. (p.66)
10
Papierlades
Elke lade kan 500 vellen kopieerpapier bevatten. (p.15)
11
Zijklep rechtsboven
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen wanneer er een optionele sorteerlade of afwerkingeenheid geïnstalleerd is. (p.70)
12
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen (p.66)
13
Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen. (p.66)
14
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan. (p.18)
15
16
8
Page 11
Binnenkant
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
17
18
15
Handinvoerlade
Normaal papier en speciaal papier (zoals transparante film) kunnen in de handinvoerlade worden ingevoerd. (p.18)
16
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit voor u papier in de handinvoerlade plaatst. (p.18)
17
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Wordt gebruikt om de tonercartridge te ontgrendelen. (p.72)
18
Toner cartridge
Bevat de toner. (p.72)
19
Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te verwijderen (p.66)
20
Fotogeleidende drum
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de fotogeleidende drum.
19
20
22
21
21
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.67)
De fuseereenheid is heet. Raak de
Attentie
fuseereenheid niet aan bij het verwijderen van vastgelopen papier. Anders kunt u brandwonden of ander letsel oplopen.
22
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te verwijderen (p.67)
Opmerking
De modelbenaming kunt u vinden op de voorklep van de machine.
1
Waarschuwing
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte). Anders kan de drum beschadigd raken en kunnen er vlekken op de kopieën komen.
9
Page 12
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
De indicaties op het bedieningspaneel kunnen verschillen afhankelijk van het land en gebied.
1
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FAX
TAAKSTATUS
ON LINE DATA
DATA
LINE DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ACC.#-C
2 3 4 5 6 7 8
9
10 11
1
Tiptoetsenpaneel
De status van het apparaat, meldingen en tiptoetsen worden op het paneel weergegeven. Het display toont de printstatus, de kopieerstatus of de status van de netwerk scanner, overeenkomstig de geselecteerde functie. Voor details, zie de volgende pagina.
2
Functieselectietoetsen en indicaties
worden gebruikt om de displayfunctie van het tiptoetsenpaneel om te schakelen.
[KOPIE] toets
Indrukken om de kopieerfunctie te selecteren.
[AFDRUKKEN] toets/ONLINE indicatie/ DATA indicatie
Indrukken om de printfunctie te selecteren.
ONLINE indicatie
Er kunnen printgegevens worden ontvangen wanneer deze indicatie brandt.
DATA indicatie
Er is een printopdracht in het geheugen. De indicatie brandt continu zolang de opdracht in het geheugen is en knippert wanneer de opdracht wordt geprint.
[SCANNEN] toets/DATA indicatie (wanneer de netwerk scanner optie geïnstalleerd is.)
Indrukken om de netwerk scanfunctie te selecteren wanneer de netwerk scanner optie geïnstalleerd is.
DATA indicatie
Brandt continu of knippert wanneer er een scanafdruk wordt verzonden. (Zie "gebruiksaanwijzing (voor netwerk scanner)").
[FAX] toets/LINE indicatie/DATA indicatie (wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.)
Indrukken om de faxfunctie te selecteren wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.
LINE indicatie
deze brandt terwijl er faxberichten worden verzonden of ontvangen.
DATA indicatie
Knippert wanneer er een faxbericht in het geheugen wordt ontvangen en brandt continu wanneer er een faxbericht in het geheugen
wacht op het verzenden. (Zie gebruiksaanwijzing voor faxtoestel.)
3
[TAAKSTATUS] toets
Indrukken om de actuele job status weer te geven. (p.12)
4
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
gebruik deze toets om de diverse instellingen van de machine af te stellen, het contrast van het tiptoetsenpaneel en de key operator programma's inbegrepen. (p.52)
5
Numerieke toetsen
Hiermee worden numerieke waarden voor diverse instellingen ingevoerd.
6
[ACC.#-C] toets
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, drukt u op deze toets nadat u een opdracht heeft voltooid om terug te keren naar het stand-by-bedrijf voor het invoeren van een accountnummer.
7
[#/P] toets ( )
Met deze toets kunt u een opdrachtprogramma in de kopieerfunctie uitvoeren. De toets wordt ook gebruikt voor het kiezen in de faxmodus.
8
[WISSEN] toets ( )
Druk op deze toets om een aantal kopieën instelling te wissen of een opdrachtprogramma te annuleren.
9
[START] toets ( )
Druk deze toets in tijdens de kopieerfunctie, scannerfunctie of faxfunctie om te beginnen met het kopiëren, netwerk scannen of faxen.
Deze toets knippert wanneer de automatische stroom-uitschakelfunctie geactiveerd is. Druk deze toets in om terug te keren naar de normale werking.
10
[ONDERBREKEN] key ( )
hiermee kunt u een onderbreken kopieerbewerking uitvoeren. (p.34)
11
[ALLES WISSEN] toets ( )
Stel de instellingen terug op de oorspronkelijke instellingen.
10
Page 13
TIPTOETSENPANEEL
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
003 / 00
003 / 00
SETS / VOO
1/13
VOLTOOID
ANNULEREN
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
OK
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
SPEC.FUNCTIES
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
GEBRUIKSKLAAR.
ORIGIN
8½x11
8½x14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
Piep-
toon
[Voorbeeld 2]
De items op het tiptoet­senpaneel worden gese­lecteerd door de hieraan gerelateerde toets in te drukken. Er klinkt een pieptoon om te bevesti­gen dat het item werd geselecteerd en de toets wordt geaccentueerd. * Een dubbele pieptoon
klinkt wanneer er een ongeldige toets werd bediend.
Grijs gemaakte toetsen kunnen niet geselecteerd worden.
Het selecteren van een functie
[Voorbeeld 1]
Items die zijn geaccentu­eerd op het moment dat het scherm verschijnt, zijn al geselecteerd en worden effectief wan­neer de [OK] toets wordt aangetipt.
1
[Voorbeeld 2]
Wanneer u een selectie wilt annuleren, drukt u gewoon opnieuw op de toets, zodat deze niet meer geaccentueerd is.
De bevestigingspieptoon kan worden uitgeschakeld m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
De schermen van het tiptoetsenpaneel die in deze gebruiksaanwijzing worden getoond zijn afbeeldingen en kunnen er anders uit zien dan de actuele schermen.
De toets is niet meer geaccentueerd en de selectie is geannuleerd.
[Voorbeeld 3]
Wanneer de machine wordt gebruikt in de kopi­eer- of faxfunctie en er een speciale functie geselecteerd is, ver­schijnt er een icoon die deze functie aanduidt op het tiptoetsenpaneel. Wanneer dit icoon wordt aangetipt, zal het instel­scherm van de functie (of een menuscherm) ver­schijnen waarin u de instellingen kunt contro­leren, aanpassen of annuleren.
11
Page 14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Opdracht statusscherm (voor kopiëren, printen, netwerk scannen en faxen)
Dit scherm wordt weergegeven wanneer de [TAAKSTATUS] toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt. Een lijst met opdrachten toont de actuele opdracht en de opgeslagen opdrachten of er wordt een lijst met voltooide opdrachten weergegeven. De inhoud van de bewerkingen kan worden bekeken of opdrachten kunnen uit de rij worden gewist. Het volgende scherm toont de rij voor printopdrachten.
1
1
Job lijst
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
0666211221
AFDRUKOPDR. E-MAIL/FTP
SETS / VOORTGANG
003 / 000
003 / 000
010 / 000
4 5 6 7 8
Toont opgeslagen jobs en de job die actueel wordt
3 5
uitgevoerd. Tip één van de toetsen
tot in de bovenstaande afbeelding aan om het soort job te selecteren. De icoon naast elke jobnaam geeft de functie van de job als volgt aan:
Kopieerfunctie Printfunctie
Netwerk scannerfunctie
Faxfunctie (verzenden van jobs)
Faxfunctie (ontvangen van jobs)
De jobs in de job lijst verschijnen in de vorm van toetsen. Om een job prioriteit te verlenen of een job te onderbreken of te wissen, tipt u de toets van de job aan en bedien vervolgens de toets volgens de beschrijving in of .
*1:"PAPIER OP" in het job status display
7 8
"PAPIER OP" in het job status display geeft aan dat het gespecificeerde papier niet meer in het apparaat aanwezig is. Vul het gespecificeerde papier bij. Indien het gespecificeerde papierfor­maat niet beschikbaar is en u in de printerfunctie bent, kan er een ander papierformaat in de han­dinvoerlade worden geplaatst om het printen te kunnen uitvoeren. (Zie het "Online-handleiding".)
2
Functiekeuzeschakelaars
Gebruik deze om de joblijst functie te selecteren: "JOB RIJ" (Opgeslagen/actueel uitgevoerde jobs) of "VOLTOOID" (afgewerkte jobs).
"JOB RIJ": Toont de jobs die opgeslagen zijn en de job die actueel wordt uitgevoerd.
"VOLTOOID": Toont de jobs die voltooid zijn. Let op dat kopieerjobs niet in de lijst verschijnen. Wanneer de
STATUS
PAPIER OP
WACHTEN
WACHTEN
FAXOPDRACHT
*
stroom uitgeschakeld is of wanneer de automatische stroom-uitschakelstand geactiveerd is wanneer er geen jobs zijn, worden de jobs in de "VOLTOOID" lijst gewist.
3
[AFDRUK OPDRACHT] toets
Hiermee kunt u de lijst voor uitgaande opdrachten voor alle functies bekijken (printen, kopiëren en faxen).
4
[E-MAIL/FTP] toets
Toont een netwerk scanner opdracht (wanneer de netwerk scanner functie geïnstalleerd is.).
5
[FAX OPDRACHT] toets
Hiermee geeft u opgeslagen faxopdrachten en de faxopdracht die actueel uitgevoerd wordt weer (wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.).
6
Displaykeuzetoetsen
Deze worden gebruikt om de pagina van de weergegeven joblijst te wisselen.
7
[STOP/WIS] toets
Hiermee kunt u een actueel uitgevoerde job onderbreken of wisse of een opgeslagen job wissen. Kopieeropdrachten en ontvangen faxberichten kunnen met deze toets niet worden onderbroken gewist. Kopieeropdrachten kunnen worden geannuleerd door de [WISSEN] toets ( ) of [ALLES WISSEN] toets ( ) in te drukken.
8
[PRIORITEIT] toets
Tip deze toets aan na het selecteren van een opgeslagen job in deze [JOB RIJ] lijst om deze job voor andere jobs te printen.
9
[DETAILS] toets
Toont informatie over de geselecteerde opdracht. Deze kan niet worden gebruikt voor een ontvangen faxbericht.
2
OPDR.WACHTR
1
1/1
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
93
12
Page 15
HET AAN EN UITZETTEN VAN HET
AAN
APPARAAT
De aan-/uitschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van het apparaat.
Opmerking
Wanneer de aan-/uitschakelaar aan is, start de machine in de functie die eerder werd gebruikt. De volgende uitleg gaat er van uit dat de eerder gebruikte functie de kopieerfunctie was.
STROOM INSCHAKELEN
Zet de aan-/uitschakelaar op de stand "ON" (aan).
Wanneer de aan-/uitschakelaar op de "ON" stand verschijnt de melding "OPWARMFASE. ER KAN NU EEN KOPIEERJOB WORDEN INGESTELD." verschijnt in het meldingendisplay en de machine begint op te warmen. Wanneer "GEREED VOOR HET KOPIEREN." verschijnt is de machine klaar om te kopiëren. Kopieerinstellingen kunnen tijdens de opwarmfase worden geselecteerd.
• Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt "VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.". Wanneer er een geldig nummer wordt ingevoerd verschijnt de accountstatus gedurende enkele seconden op het hoofdscherm. Nu kan de kopieerbewerking worden uitgevoerd. (Zie het "Handleiding key operator".)
STROOM UIT
Wanneer het apparaat langer niet gebruikt gaat worden, dient u het uit te schakelen.
Controleer of de machine geen bewerking uitvoert en zet dan de aan-/uitschakelaar op de stand "OFF" (uit).
UIT
Wanneer de aan-/uitschakelaar wordt uitgezet terwijl de machine in werking is, kan er een papierstoring optreden en de actueel uitgevoerde job wordt geannuleerd.
1
Opmerking
Wanneer de fax optie geïnstalleerd is moet u de stroom ingeschakeld laten. Faxberichten kunnen niet worden ontvangen wanneer de stroom uitgeschakeld is.
13
Page 16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN
De machine keert terug naar de oorspronkelijke instellingen wanneer deze voor het eerst wordt ingeschakeld, wanneer de [ALLES WISSEN] toets ( ) ingedrukt is, of de vooraf ingestelde "automatische wistijd" verstrijkt nadat de laatste kopie in een willekeurige functie werd gemaakt. Wanneer de machine terugkeert naar de oorspronkelijke instellingen, worden alle op dit moment gemaakte instellingen en geselecteerde functies geannuleerd. De automatische wistijd kan in de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het "Handleiding key operator".) De in het display weergegeven oorspronkelijke instellingen worden hierna getoond.
GEBRUIKSKLAAR.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
BELICHTING
AUTO A4
A4
A4
A3
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
Functies en instellingen worden toegelicht op basis van het bovenstaande scherm.
Kopieerpercentage: 100%, belichting: automatisch, kopieerhoeveelheid: 0, Automatisch 2-zijdig: 1-zijdig naar 1-zijdig,
Automatische papierselectie: aan, Papierlade: bovenste papierlade (bij stroom inschakelen zal de eerder geselecteerde papierlade opnieuw
geselecteerd worden.)
Opmerking
De oorspronkelijke instellingen kunnen worden gewijzigd in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".) Voor de oorspronkelijke instellingen (oorspronkelijk scherm) van printer, fax, en scannerfuncties, zei de gebruiksaanwijzingen van deze functies.
STROOMSPAARFUNCTIES
De machine is voorzien van twee stroomspaarfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt milieuvervuiling te verminderen. De twee stroomspaarfuncties zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische uitschakelfunctie". De tijdsinstellingen voor elke functie kunnen met de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het "Handleiding key operator".)
Voorverwarm functie
Wanneer de ingestelde tijd afgelopen is daalt de temperatuur van de fuseereenheid automatisch om het stroom­verbruik in het stand-by-bedrijf te reduceren. De fabrieksinstelling is 15 minuten. Om terug te keren naar de normale werking, tipt u een willekeurige toets op het bedieningspaneel aan. Om een kopie te maken terwijl de machine in deze functie is, selecteert u gewoon de gewenste kopieerinstellingen en drukt u vervolgens de [START] toets in ( ).
Automatische stroom-uitschakelstand
Wanneer de tijd verstrijkt wordt de stroom naar de fuseereenheid automatisch uitgeschakeld om het stroomverbruik te reduceren (gebaseerd op de richtlijnen van het Internationale Energy Star Programma.). De fabrieksinstelling is 60 minuten. Wanneer de machine in deze stand gaat, wordt het tiptoetsenpaneel uitgeschakeld en alleen de [START] toets ( ) knippert. Om terug te keren naar de normale werking, drukt u op de [START] toets ( ). Om te kopiëren nadat het opwarmen is begonnen maakt u de gewenste kopieerselecties en drukt u op de [START] toets ( ). Als de machine een fax- of afdrukopdracht ontvangt, wordt de functie ‘automatisch uitschakelen’ gedeactiveerd en werkt de machine normaal.
14
Page 17
HET LADEN VAN PAPIER
Wanneer er een papierlade leeg raakt verschijnt er een melding op het tiptoetsenpaneel. Laad papier in de lade.
OPEN LADE 1 EN VUL PAPIER BIJ.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
A4
A3
ORIGINEEL
A4
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
PAPIER
De specificaties voor de papiersoorten en -formaten die in de papiercassettes kunnen worden geladen zijn onderstaand vermeld. Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
Lade
nr.
1 Bovenste
2 Onderste
3 500-vel papier
Soort papierlade Papiersoort Formaat Gewicht
2
56 g/m 105 g/m
tot
2
(15 lbs. tot 28 lbs.)
papierlade
papierlade
*1
Papier met briefhoofd Gerecycleerd papier
Normaal papier
*2
Gekleurd papier
A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
invoereenheid/ Bovenste papierlade of 2 x 500-vel papier invoereenheid
Capaciteit
500 vel*
1
4
4 Onderste papierlade
of 2 x 500-vel papier invoereenheid
Handinvoerlade Normaal papier
Papier met briefhoofd Gerecycleerd papier
A6 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
56 g/m2 tot 128 g/m (15 lbs. tot 34,5 lbs.)
*3
2
100 vel*
Gekleurd papier
Dun papier 52 g/m2 tot 56 g/m
2
100 vel
(14 lbs. tot 15 lbs.)
Dik papier Max. 200 g/m
2
30 vel
(54 lbs.)
Etiketten 40 vel
Transparante film 40 vel
Envelop­pen
International DL (110 x 220 mm)
5 vel
International C5 (162 x 229 mm) Commercial 10 (4-1/8" x 9-1/2")
*1A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan alleen in lade 1 en de handinvoerlade worden geplaatst.
2
B5 papierformaat kan niet in lade 2 worden geplaatst ( B5R papier kan echter wel worden geplaatst.).
*
3
*
Wanneer u groter papier dan A4 (8-1/2" x 11") formaat plaatst, gebruik dan geen papier met een gewicht dat zwaarder is dan 105 g/m
4
Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
*
2
(28 lbs.).
4
15
Page 18
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Enveloppen
Gebruik de volgende enveloppen niet (Dit zal leiden tot papierstoringen.).
• Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
• Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
• Enveloppen met twee of meer flappen.
• Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
• Enveloppen met een vouw in de flap.
• Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
• Enveloppen met etiketten of postzegels.
• Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht.
• Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
• Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
Papier met briefhoofd
Papier met briefhoofd is papier waarop vooraf aan de bovenkant informatie is geprint zoals bedrijfsnaam en adres.
• Gebruik door SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Het gebruik van papier dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papier­storingen of vlekken op de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat niet door SHARP is goedge­keurd, plaats dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren of af te drukken met dit soort papier.).
• Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine worden gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
• Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is voordat u papier dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
SHARP
16
Page 19
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
HET LADEN VAN PAPIER
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het papier bij te vullen
Papierlade bijvullen
Trek de lade eruit tot aan het eindpunt.
1
Wanneer u het zelfde papierformaat bijvult als er geladen was, ga dan verder naar stap 4. Wanneer u een ander papierformaat in de lade vult, ga dan door met de volgende stap.
Knijp de vergrendelhendel van de
2
voorste geleider samen en pas de voorste geleider aan de breedte van het papier aan.
Voorste geleider
Linker geleider
Laad papier in de lade.
5
Maximum hoogtemarkering
Maximum height line
Opmerking
Druk de papierlade stevig terug in de
6
Plaats het papier met de printzijde omhoog in de lade.
• Voer het papier langs de papiergeleiders.
• De lade kan max. 500 vel 80 g/m (21 lbs.) papier bevatten.
• Laad het papier niet boven de maximumhoogte markering.
• Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het resterende papier uit de lade, combineer het met het nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel.
machine.
1
2
Schuif de linker geleider naar de
3
overeenkomstige sleuf volgens de markering in de lade.
Wanneer u 11" x 17" kopieerpapier gebruikt, plaats dan de linkergelei­der in de sleuf aan de linker voorzijde van de papierlade.
Waaier het kopieerpapier.
4
Wanneer u een ander papierformaat heeft geladen dan het vorige formaat, plaats dan de passende papierformaatkaart in de voorzijde van de papierlade om het nieuwe papierformaat aan te geven.
Papierformaatkaart
Papierformaatkaart
Voorzijde
Achterzijde
B5B4
R
B5
A4
R
A4 A3
EXTRA
A5
81/2X13
81/2X11
Opmerking
Indien u een ander papierformaat heeft geladen dan het vorige, gaat u naar "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.19).
17
Page 20
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het laden van papier in de handinvoer
Vouw de handinvoerlade open.
1
Om het papierformaat correct te kunnen herkennen, moet u de verlenging van de handinvoer uittrekken.
Stel de papiergeleiders in op de
2
breedte van het papier.
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
3
omlaag) helemaal in de handinvoer­lade.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
• Zorg ervoor dat u A6 papier of enveloppen in de liggende afdrukstand plaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram.
• Plaats het papier met de printzijde omlaag in de lade.
Liggende afdrukstand
• Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse lijmdelen bevatten.
• Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het resterende papier uit de lade, combineer het met het nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel. Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
• Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Staande afdrukstand
• Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
18
Page 21
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 1
LADE 2
LADE 3
NORMAAL PAPIER / B5
NORMAAL PAPIER / A3
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om de papierformaatinstelling van een lade te wijzigen. De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren. Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
Opmerking
Vul papier in de lade zoals toegelicht
1
• Het papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan alleen voor lade 1 geselecteerd worden.
• Het papierformaat B5 kan niet voor lade2 geselecteerd worden (B5R papier kan echter wel worden ingesteld.).
• De ladeinstellingen behalve voor de handinvoerlade kunnen worden verboden in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
in "Papierlade bijvullen" (p.17).
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
2
toets aan.
Het menuscherm voor de aangepaste instellingen verschijnt.
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
3
toets.
Het lade-instelscherm verschijnt.
Selecteer het formaat en soort papier
5
dat in de lade is geplaatst.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 1
TYPE
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
De actueel geselecteerde papiersoort wordt geaccentueerd.
• Om de selectie van de papiersoort te wijzigen, tipt u de desbetreffende toets aan.
• Om de selectie van het papierformaat te wijzigen, tipt u de desbetreffende toets aan.
Om de weergegeven formaatselecties te veranderen in INCH-formaat, tipt u [AB INCH] aan.
Tip op de [OK] toets.
6
Er verschijnt een melding waarin u
7
BRIEFPAPIER A3 B4
KLEUR
A4R
A5
FORMAAT AB INCH
B5
OK
A4
B5R
wordt gevraagd het papier in de lade te controleren. Controleer het papier en tip vervolgens op de [OK] toets.
1
Selecteer de lade waarin u het papier
4
heeft gevuld.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
Voor de ladenummers, zie "PAPIER" (p.15). Wanneer de gewenste lade niet op het display verschijnt, gebruik dan de toets of toets om te balderen tot de lade verschijnt.
19
Page 22
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 4
HAND­INVOER
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER / 11x17
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
Het instellen van de papiersoort in de handinvoerlade
Gebruik één van de twee volgende methodes om het soort papier in te stellen voor de handinvoerlade.
Met de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
Vul papier in de handinvoerlade zoals
1
toegelicht in "Het laden van papier in de handinvoer" (p.18).
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
2
toets aan.
Het menuscherm voor de aangepaste instellingen verschijnt.
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
3
toets.
Het lade-instelscherm verschijnt.
Met de [PAPIERFORMAAT] toets
Vul papier in de handinvoerlade zoals
1
toegelicht in "Het laden van papier in de handinvoer" (p.18).
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
2
Tip de papierselectietoets aan.
3
GEBRUIKSKLAAR.
A4
B4
NORMAAL PAPIER
RECYCLED NORMAAL PAPIER
A3
EXTRA BEELD
INSTELLEN
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
0
4
5
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE-INSTELLING HANDINVOER
SELECTEER PAPIERSOORT.
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
6
20
Toets op de [LADE INSTELLINGEN] toets.
Selecteer het formaat en soort papier dat in de lade is geplaatst.
OK
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
ZWAAR PAPIER DUN PAPIER
Tip op de [OK] toets.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
BRIEFPAPIER
KLEUR
ENVELOP JAPANESE P/C
ETIKETTEN
TRANSPARANT
Selecteer de papiersoort.
4
GEBRUIKSKLAAR.
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
ZWAAR PAPIER DUN PAPIER
BRIEFPAPIER
KLEUR
ENVELOP
ETIKETTEN
TRANSPARANT
JAPANESE P/C
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
5
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Page 23
2
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en aanpassing van de belichting.
HOOFDSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE
Het hoofdscherm van de kopieerfunctie geeft meldingen, toetsen, en instellingen weer, die voor het kopiëren worden gebruikt. Tip een toets aan om een selectie te maken. Het hoofdscherm van de kopieerfunctie verschijnt wanneer de [KOPIEREN] toets wordt ingedrukt (Behalve wanneer het scherm voor aangepaste instellingen verschijnt).
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNTIES
1
GEBRUIKSKLAAR.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
3
4 7
1
Meldingen display
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
A4
A3
6
5 8
FAX
TAAKSTATUS
ORIGINEEL
ON LINE
DATA
DATA
LINE DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
A4
A4
Hier worden de statusmeldingen weergegeven.
2
Kopieerhoeveelheid display
Geeft het aantal geselecteerde kopieën weer voor de [START] toets ( ) wordt ingedrukt of het aantal resterende kopieën nadat de [START] toets ( ) werd ingedrukt. Er kan een enkele kopie worden gemaakt wanneer "0" wordt weergegeven.
3
[2-ZIJDIGE KOPIE] toets (p.27)
Tip deze toets aan om het instelscherm van de dubbelzijdige kopieerfunctie weer te geven.
4
[UITVOER] toets (p.35)
Tip deze toets aan om sorteren, groeperen, sorteren nieten en andere uitvoerinstellingen te selecteren.
5
[SPECIALE FUNCTIES] toets (p.39)
Tip deze toets aan om het selectiescherm voor de speciale functies te openen.
6
Origineel toevoer display
Verschijnt wanneer er een origineel in de RSPF wordt geplaatst.
7
Papierformaat display
Hier wordt de locatie van de papierlade en het papierformaat in de papierladen weergegeven. " " Geeft aan of er wel of geen papier is geladen. Er kan een papierlade worden aangetipt om de selectie van de papierlade te wijzigen.
ACC.#-C
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO A4
100%
2
0
9
10
11 12
13 14
8
Origineel formaat display
Geeft het origineel formaat aan wanneer er een origineel werd geplaatst voor het kopiëren.
9
Belichtingsdisplay
Geeft de icoon van het geselecteerde belichtingstype en de belichtingsscala weer.
10
[BELICHTING] toets (p.29)
Gebruik deze toets om de belichting van de kopieën af te stellen.
11
Papierselectie display
Geeft het geselecteerde papierformaat aan. Wanneer de automatische papierselectiefunctie geselecteerd is verschijnt er "AUTO" wanneer u de automatische papierselectiefunctie selecteert.
12
[PAPIERFORMAAT] toets (p.22, p.26)
Druk op deze toets om het papierformaat te selecteren.
13
Kopieerfactor display
Geeft de geselecteerde kopieerfactor aan.
3
14
[KOPIEERFACTOR] toets (p.31)
Gebruik deze toets om de kopieerfactor weer te geven.
• De melding varieert afhankelijk van het land en de regio.
• Het scherm varieert afhankelijk van de geïnstalleerde uitrusting.
21
Page 24
NORMAAL KOPIËREN
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
ACC.#-C
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
Opmerking
Open de origineelklep/RSPF en plaats
1
Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
het origineel met de kopiezijde naar beneden.
[Hoe wordt het origineel geplaatst]
Leg de hoek van het origineel overeenkomstig de punt van de pijl ( ) in de linker achterhoek van de glasplaat zoals in de afbeelding wordt getoond.
Origineel schaal Origineel schaal
R
B5
B4
A4
A3
B5
R
A4
Opmerking
Voor het laden van papier, zie "HET LADEN VAN PAPIER" (p.15). Wanneer u het papierformaat in de lade wijzigt, moet u ook de instellingen van het papierformaat en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
De papiersoorten voor de automatische papierselectie functie kunnen geselecteerd worden, of u kunt de functie uitschakelen m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Handmatige selectie van het papierformaat (papierlade)
Wanneer automatische papierselectie in de key operator programma's werd uitgeschakeld en u een ander papierfor­maat wilt gebruiken dan het origineel, tipt u de [PAPIER­FORMAAT] toets aan en selecteert u de papierlade met het gewenste papierformaat. (Het geselecteerde papier wordt geaccentueerd en het papierselectiescherm gaat dicht). Om het scherm te sluiten zonder een papierformaat te
selecteren, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets opnieuw aan.
GEBRUIKSKLAAR.
1.A4
2.A3
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
A3
NORMAAL PAPIER
EXTRA BEELD
INSTELLEN
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
Sluit de origineelklep/RSPF.
2
Het origineelformaat verschijnt op het tiptoetsenpaneel.
Opmerking
Controleer of het zelfde papierformaat
3
Als het origineelformaat niet automatisch wordt herkend, dient u dit handmatig in te stellen. (p.47)
als het origineel automatisch wordt geselecteerd.
De geselecteerde lade wordt geaccentueerd. Wanneer de lade een ander papierformaat bevat dan het origineel, verschijnt "LAAD xxxx PAPIER."
Zelfs wanneer de boven­staande melding wordt weergegeven, kan er met behulp van de geselecteerde lade worden gekopieerd.
22
Selecteer het aantal kopieën en de
4
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt telkens met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd gemaakt.
Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft.
Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN] toets ( ).
Opmerking
Druk op de [WISSEN] toets ( ) om het kopiëren midden in een kopieerproces te stoppen.
Om dezelfde kopieervolgorde te herhalen voor een ander origineel, dient u gewoon het origineel te vervangen en de [START] toets in te drukken ( ).
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade leeg is, kunt u het kopiëren hervatten door de [PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de handinvoer te selecteren of een papierlade met hetzelfde papierformaat en -soort papier dat in dezelfde stand is geladen.
Page 25
KOPIEREN VANAF DE RSPF
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
ACC.#-C
KOPIEERFUNTIES
Opmerking
Controleer of er geen origineel op de
1
• Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
• Wanneer de RSPF uitgeschakeld werd in de key operator programma's kan de RSPF niet gebruikt worden. (Zie het "Handleiding key operator".)
glasplaat is achtergebleven en sluit vervolgens de RSPF.
Wanneer er een origineel op de glasplaat achterblijft, verschijnt er, "VERWIJ­DER HET ORIGINEEL VAN DE GLASPLAAT."in het tiptoetsenpaneel.
Stel de origineelgeleiders af op de
2
breedte van het origineel.
Opmerking
Selecteer het aantal kopieën en de
5
Voor het laden van papier, zie "HET LADEN VAN PAPIER" (p.15). Wanneer u het papierformaat in de lade wijzigt, moet u ook de instellingen van het papierformaat en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
Desgewenst kunt u handmatig de papierlade met het gewenste papiersoort selecteren zoals beschreven op pagina 22.
De papiersoorten voor de automatische papierselectie functie kunnen geselecteerd worden, of u kunt de functie uitschakelen m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Wanneer het origineel groter is dan het papier­formaat, kan het resultaat van het kopiëren vanaf de glasplaat verschillen van het resul­taat van het kopiëren vanuit de RSPF. (p.22)
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
2
Plaats de originelen met de geprinte
3
zijde boven in de documentinvoer.
Plaats de originelen hele­maal in de invoersleuf. Het origineelformaat ver­schijnt op het tiptoetsen­paneel.
Opmerking
Controleer of het zelfde papierformaat
4
• Er kunnen maximaal 100 vellen (90 g/m2 (24 lbs.)) tegelijkertijd worden ingevoerd.
• Als het origineelformaat niet automatisch wordt herkend, dient u dit handmatig in te stellen. (p.47)
als het origineel wordt geselecteerd.
De geselecteerde lade wordt geaccentueerd. Indien geen van de lades hetzelfde papierformaat bevat als het origineel, verschijnt "LAADxxxx PAPIER".
Zelfs wanneer de bovenstaande melding wordt weergegeven, kan er met behulp van de geselecteerde lade worden gekopieerd.
• Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt telkens met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd gemaakt.
• Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft.
• Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN] toets ( ).
Opmerking
Druk op de [WISSEN] toets ( ) om het kopië­ren midden in een kopieerproces te stoppen.
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade leeg is, kunt u het kopiëren hervatten door de [PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de handinvoer te selecteren of een papierlade met hetzelfde papierformaat en -soort papier dat in dezelfde stand is geladen.
Stroom-invoer-functie
Wanneer de stroom-invoer-functie is ingeschakeld in de key operator programma's verschijnt ca: % secon­den na het invoeren van de originelen "PLAATS ORIG. VOOR CONTINU TOEVOER." op het tiptoetsenpa­neel. Nieuwe originelen die in de RSPF worden geplaatst terwijl deze melding verschijnt, worden auto­matisch ingevoerd en gekopieerd.
Het kopiëren van een groot aantal originelen
De opdrachtfunctie is handig wanneer u meer origine­len wilt kopiëren dan er tegelijkertijd in de RSPF kun­nen worden geplaatst. Voor informatie over de Opdrachtfunctie, zie "OPDRACHT SAMENSTELLING" (p.45).
23
Page 26
KOPIEERFUNTIES
PUNTEN WAAROP U BIJ HET KOPIEREN MOET LETTEN
Glasplaat en RSPF
• Papier dat in een andere afdrukstand is geplaatst dan het origineel kan geselecteerd worden wanneer de automatische papierselectie of automatische beeldfunctie ingesteld is. In dit geval wordt het beeld van het origineel gedraaid.
• Wanneer u een boek of een gevouwen of gekreukeld origineel kopieert, dient u voorzichtig op de glasplaat/RSPF te drukken. Hierdoor worden schaduwlijnen die worden veroorzaakt door een ongelijkmatig contact tussen het origineel en de glasplaat, gereduceerd.
• Wanneer de telfunctie van de middelste lade ingeschakeld is, wordt het aantal vellen dat in de uitvoerlade kan worden geleverd, gereduceerd tot 500 (alleen A4 en 8-1/2" x 11" formaat, de limiet voor alle andere formaten is 300 vellen). Wanneer er een afwerkingeenheid geïnstalleerd is, bedraagt de limiet 400 bladzijden. Wanneer de offsetfunctie wordt gebruikt, is de limiet ongeveer 300 vellen papier. Wanneer het limiet wordt bereikt, stopt het kopiëren en gat het licht in de [START] toets ( ) uit. Verwijder de kopieën uit de middelste lade en druk vervolgens op de [START] toets ( ) om het kopieerproces te hervatten. De telfunctie van de middelste lade kan worden uitgeschakeld m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Originelen die in de RSPF kunnen worden gebruikt
Er kunnen maximaal 100 originelen met hetzelfde formaat (A4, 90 g/m2 (8-1/2" x 11", 24 lbs.)) in de RSPF worden geplaatst. Originelen met een andere lengte kunnen samen in de RSPF worden geplaatst, zolang de breedtes gelijk zijn, maar sommige kopieerfuncties werken dan eventueel niet correct.
Geschikte originelen
Originelen met een formaat van A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") en een gewicht van 35 g/m2 tot 128 g/m2 (9 lbs. tot 34 lbs.) of 52 g/m
2
tot 105 g/m2 (14 lbs. tot 28 lbs.) voor 2-zijdige originelen kunnen worden gebruikt.
Andere overwegingen
• Gebruik originelen binnen het aangegeven formaat- en gewichtbereik. Originelen buiten het gespecificeerde bereik kunnen papierstoringen veroorzaken.
• Verzeker u ervan dat er geen paperclips of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
• Wanneer een origineel vochtige plekken heeft van correctievloeistof, inkt of lijm dient u deze eerst volledig te laten drogen voor u er een kopie van maakt. Anders kan de binnenkant van de RSPF of de glasplaat verontreinigd worden.
• De volgende originelen kunnen niet gebruikt worden. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto's
• Carbonpapier
• Thermisch kopieerpapier
• Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd
• Gelijmde originelen, uitgesneden originelen
• Originelen met ringbandgaten
• Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermaal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier
Het verwijderen van de origineelklep
• Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten.
• Open de origineelklep en til deze op met een lichte achterwaartse hoek. Om de origineelklep weer te plaatsen doet u het tegenovergestelde.
• De RSPF kan niet worden verwijderd.
24
Page 27
KOPIEERFUNTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
C
HANDMATIG
FORMAAT ORIGINEEL
AUTO
INVOERFUNCTIE VOOR GEMENGDE ORIGINELEN
OK
OK
Het kopiëren van originelen met verschillende lengtes (Gemengde toevoer)
Wanneer u de RSPF gebruikt kunnen er originelen met verschillende lengtes samen worden ingevoerd zolang de breedte van de originelen hetzelfde is. Om gemengde originelen in te voeren, dient u de volgende stappen op te volgen:
Tip de [SPECIALE FUNCTIES] toets
1
aan.
Tip de toets aan en vervolgens de
2
[FORMAAT ORIGINEEL] toets.
FORMAAT
ORIGINEEL
Selecteer de "INVOERFUNCTIE VOOR
3
GEMENGDE ORIGINELEN" checkbox.
Tip op de [OK] toets.
4
Opmerking
Wanneer het kopiëren wordt gestart in de gemengde toevoerfunctie worden alle originelen gescand voor het kopiëren begint.
De instelling wordt ingevoerd en u keert terug naar het hoofdscherm. de icoon van het origineelformaat wijzigt in
A4
()
om aan te geven dat gemengde toevoer werd geselecteerd.
2
Automatische rotatie kopieerafdruk (rotatie kopiëren)
Wanneer de originelen in een andere afdrukstand worden geplaatst dan het kopieerpapier, wordt de afbeelding van het origineel automatisch 90 ven.) Indien er een functie geselecteerd is die niet geschikt is voor het roteren, zoals het vergroten van de kopie tot groter dan A4 (8-1/2" x 11") formaat of kantlijnverschuiving, is roteren niet mogelijk.
[Voorbeeld]
• Deze functie werkt zowel in de automatische papierselectie zoals in de automatische beeldmodus. Rotatie kopiëren kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
°.geroteerd. Wanneer een afbeelding geroteerd wordt, wordt er een melding weergege-
Afdrukstand van het
geplaatste origineel
Printzijde omlaag Printzijde omlaag
Afdrukstand van het
geladen papier
Kopie na rotatie
25
Page 28
KOPIEERFUNTIES
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
GEBRUIKSKLAAR.
EXTRA BEELD INSTELLEN
NAAR VOOR NAAR ACHTER
OK
0
HANDINVOER (speciaal papier)
De handinvoer moet worden gebruikt om speciaal papier in te voeren zoals transparante film en etiketten. In de handinvoer kunt u ook standaard kopieerpapier invoeren.
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
2
omlaag) helemaal in de handinvoerlade.
Voor papier dat geschikt is voor de handinvoerlade, zie "PAPIER" (p.15). Voor het laden van papier, zie "Het laden van papier in de handinvoer" (p.18).
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan
3
of de lade in de afbeelding van de machine op het tiptoetsenpaneel en selecteer de handinvoerlade.
Stel het soort papier in dat in de handinvoer is geplaatst. (p.20)
Selecteer het aantal kopieën en de
4
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Het omschakelen van de startpositie van het kopiëren
Wanneer u op een speciaal papierformaat in de handinvoerlade kopieert, kan de startpositie voor het printen verticaal worden omgeschakeld voor een fijne afstelling van de afdrukpositie. Voor het aanpassen van de startpositie voor het printen, volgt u de onderstaande stappen op. Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u speciale papierformaten vanuit de handinvoerlade toevoert.
1 Tip de [PAPIERFORMAAT] aan en vervolgens de [EXTRA
BEELDAFSTELLING] op de handinvoerlade.
2 Gebruik de toets of toets om de printpositie af te
stellen en tip vervolgens de [OK] toets aan.
• De positie kan worden afgesteld van -10 mm tot +10 mm in
0.5 mm intervallen (-0.5 inch tot +0.5 inch in 0,02 inch intervallen).
• Wanneer er een instelling van -10 mm tot -0.5 mm (-0.5 inch tot
-0,02 inch) geselecteerd is, zal de startpositie van het printen vanuit de standaardpositie naar voren worden bewogen. Wanneer een instelling van +0.5 mm tot +10 mm (+0,02 inch tot +0.5 inch) geselecteerd wordt, zal de startpositie van het printen naar achteren worden bewogen.
0.00
(-10 10) mm
26
Page 29
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
INBINDEN
VERANDEREN
OK
Twee originelen kunnen automatisch op beide zijden van een enkel blad papier worden gekopieerd. Wanneer de RSPF wordt gebruikt kunnen er eenvoudig tweezijdige kopieën van tweezijdige originelen worden gemaakt.
Origineel papier
Glasplaat
RSPF
Opmerking
Enkelzijdig origineel
Enkelzijdig origineel
Twee zijden
()
• Papierformaten die kunnen worden gebruikt zijn A5, B5, B5R, A4, A4R, B4 en A3 (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14" en 11" x 17").
• Wanneer u tweezijdige kopieën maakt op papier met briefhoofd, dient u de kant met het briefhoofd omlaag te plaatsen wanneer u een papierlade gebruikt of met het briefhoofd omhoog bij het gebruik van de handinvoerlade (Dit is het tegenovergestelde van normaal.). Automatisch tweezijdig kopiëren is niet mogelijk op dik papier, dn papier, etiketten, transparante film, enveloppen en
• andere speciale papiersoorten.
• Indien automatisch tweezijdig kopiëren wordt uitgevoerd in de super foto functie, kan het geheugen vol raken ("GEHEUGEN IS VOL, KIES EEN ANDERE BELICHTING." verschijnt.). Tip de [OK] toets aan om automatisch tweezijdig kopiëren te annuleren, stel de belichtingsfunctie op een andere dan super foto en selecteer opnieuw automatisch tweezijdig kopiëren.
• Automatisch tweezijdig kopiëren kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".) Wanneer Boekkopie (p.43) geselecteerd is, kan er geen 2-zijdig naar 2-zijdig of 2-zijdig naar 1-zijdig worden gebruikt.
Tweezijdig origineel
Twee zijden ( )
Twee zijden
()
Tweezijdig origineel
Enkelzijdig
()
2
BIJ HET GEBRUIK VAN DE GLASPLAAT
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
(p.22)
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
2
Tip de [1-zijdige naar 2-zijdige kopie]
3
toets aan.
Tip de [BINDING WIJZIGEN] toets aan wanneer u tablet binding uitvoert of wanneer u automatische tweezijdige kopieën maakt van een eenzijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2" x 14") staand origineel, tipt u de [BINDING WIJZIGEN] toets
Origineel in staande afdrukstand
(A3 of B4 (11" x 17" of 8-1/2" x 14") formaat)
Voor [BINDING WIJZIGEN] Na [BINDING WIJZIGEN]
Tip op de [OK] toets.
4
27
Page 30
KOPIEERFUNTIES
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
INB
VERAN
INBINDEN
VERANDEREN
OK
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
Verzeker u ervan dat er automatisch een
5
geschikt papierformaat wordt geselec­teerd of selecteer een ander formaat met behulp van de [PAPIERFORMAAT] toets.
Selecteer het aantal kopieën en de
6
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Het origineel voor de voorzijde wordt gescand.
Verwijder het eerste origineel en
7
plaats het origineel voor de achterzijde op de glasplaat. Sluit de origineelklep/RSPF en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Om automatisch 2-zijdig kopiëren te annuleren, drukt u op de [WISSEN] toets ( ).
Opmerking
Wanneer u 2-zijdige kopieën van een oneven aantal originelen maakt, drukt u na het scannen van het laatste origineel op de [LEZEN KLAAR] toets.
HET GEBRUIK VAN DE RSPF
Plaats de originelen in de
1
documentinvoer. (p.23)
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
2
Tip de gewenste kopieerfunctie aan.
3
Tip op de [OK] toets.
4
Verzeker u ervan dat er automatisch
5
een geschikt papierformaat wordt geselecteerd of selecteer een ander formaat met behulp van de [PAPIER­FORMAAT] toets.
Tip de [BINDING WIJZIGEN] toets aan wanneer u tablet binding uitvoert of wanneer u automatische tweezijdige kopieën maakt van een eenzijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2" x 14") staand origineel, tipt u de [BINDING
Voor [BINDING WIJZIGEN] Na [BINDING WIJZIGEN]
28
Origineel in staande afdrukstand
(A3 of B4 (11" x 17" of 8-1/2" x 14") formaat)
Selecteer het aantal kopieën en de
6
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Page 31
AFSTELLING BELICHTING
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
AUTO
TYPE ORIGINEEL BEELD
SUPERFOTO
FOTO
TEKST/FOTO
TEKST
1 3
AUTO
MANUAL
1 3 5
ACC.#-C
HET SELECTEREN VAN HET SOORT ORIGINEEL EN HANDMATIG AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
[AUTO] is standaard geselecteerd voor de automatische afstelling van het beeld overeenkomstig het origineel. Wanneer u het soort origineel wilt bepalen of de belichting handmatig wilt afstellen, plaatst u het origineel in de RSPF of op de glasplaat, controleert u het papierformaat en voert u de volgende stappen uit.
Tip op de [BELICHTING] toets.
1
Selecteer [TEKST], [TEKST/FOTO],
2
[FOTO], of [SUPER FOTO] overeenkomstig het origineel.
Het selecteren van het soort origineel
• Er zijn vier origineelsoorten beschikbaar.
TEKST
TEKST/FOTO
FOTO
SUPER
FOTO
• De automatische belichtingsafstelling kan alleen worden geselecteerd wanneer [TEKST] geselecteerd is voor het soort origineel.
Wordt gebruikt voor normale tekst, blauwprint en licht potloodschrift.
Wordt gebruikt voor gemengde tekst/foto originelen en geprinte foto's.
Wordt gebruikt voor foto's en wanneer u helderde halftonen wenst.
Wordt gebruikt om foto's te kopiëren met een hoge resolutie van 1200 dpi.
Handmatig afstellen van de
3
kopiebelichting.
Indien [TEKST] geselec­teerd was voor het soort origineel, tipt u de [AUTO
HANDMATIG] toets aan om [HANDMATIG] te selecteren en stelt u ver­volgens de kopiebelich­ting af.
Tip de toets aan om donkerdere kopieën te maken. Tip de toets aan om lichtere kopieën te maken.
Opmerking
Om terug te keren naar de automatische belichting, voert u de volgende stappen uit:
1 Tip de [BELICHTING] toets aan. 2 Tip de [TEKST] toets aan.
De [AUTO HANDMATIG] toets verschijnt wanneer [TEKST] geselecteerd is.
3 Tip de [AUTO HANDMATIG] toets aan, zodat
[AUTO] geaccentueerd wordt.
4 Tip de [OK] toets aan.
Tip op de [OK] toets.
4
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Controleer het papierformaat, selec-
5
Richtlijnen voor de belichtingswaarden
1 - 2 Donkere originelen zoals kranten 3 Normale originelen 4 - 5 Licht gekleurde tekst of met potlood
geschreven tekst
teer het aantal kopieën en andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
6
2
29
Page 32
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
A3
A4
NORMAAL
RECYCLED
AUTO
IMAGE
AUT
PAPIE
1
KOPIE
ACC.#-C
Er zijn drie manieren om kopieën te vergroten en te verkleinen:
Automatische kopieerfactorkeuze overeenkomstig het papierformaat .AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE (onderstaand)
Het vastleggen van een factor met de reductietoet, vergrotingstoets of zoomtoets.. HANDMATIGE FACTORSELECTIE (p.31)
Afzonderlijke selecties voor de verticale en horizontale factor............................................................XY ZOOM kopiëren (p.32)
De factoren kunnen worden geselecteerd naar gelang de volgende condities:
Instelling soort origineel Origineelpositie Selecteerbare factoren
Anders dan super foto functie
Super foto functie
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE
De factor wordt automatische geselecteerd afhankelijk van het origineelformaat en papierformaat.
Glasplaat 25 tot 400% RSPF 50 tot 200% Glasplaat 50 tot 200% RSPF 50 tot 141%
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Het origineelformaat verschijnt op het tiptoetsenpaneel.
Opmerking
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan
2
• Wanneer het origineelformaat niet in het tiptoetsenpaneel verschijnt, dient u het origineelformaat handmatig te selecteren. (p.47)
• De automatische kopieerfactorkeuze is niet mogelijk wanneer het origineel of het papier een ander formaat heeft dan standaardformaat.
en selecteer vervolgens het gewenste papierformaat.
De geselecteerde toets wordt geaccentueerd en het papierselectiescherm gaat dicht.
Opmerking
Selecteer het aantal kopieën en de
4
• Wanneer de automatische kopieerfactorkeuze geselecteerd is, wordt de [AUTO IMAGE] toets geaccentueerd in het hoofdscherm. Indien het origineel en het papier in
• verschillende afdrukstanden zijn, wordt het beeld automatisch gedraaid om aan de afdrukstand te voldoen (voor papierformaten A4 (8-1/2" x 11") of minder).
• De rotatie van het beeld kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
• Wanneer "BEELD IS GROTER DAN KOPIEERPAPIER." in het tiptoetsenpaneel verschijnt, zal een deel van het beeld in de kopie ontbreken.
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Opmerking
Tip op de [AUTO BEELD] toets.
3
Indien het gewenste papier niet in één van de lades is gevuld, dient u het gewenst papier in een papierlade of in de handinvoerlade te vullen. (p.19)
Er wordt een geschikte factor geselecteerd afhankelijk van het origi­neelformaat en het gese­lecteerde papierformaat. (De factor verschijnt op het tiptoetsenpaneel.)
30
Opmerking
Om de automatische kopieerfactorkeuze te annuleren, tipt u de [AUTO IMAGE] toets aan.
Page 33
KOPIEERFUNTIES
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
B4 B5 A3 A4
B5 A5 B4 A4
A5 B5 A4 B4
A4 B5 A3 B4
B5 B4 A4 A3
70%
81%
86%
115%
122%
141%
B5 A4 B4 A3
ZOOM
XY ZOOM
MENU
AUTO
IMAGE
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
AUTO A4
0
1
2
100
OK
%
100%
READY TO COPY.
0
100
ZOOM
%
50%
200%
25%
400%
100%
XY ZOOM
MENU
AUTO
IMAGE
2
1
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO A4
OK
ZOOM
XY ZOOM
MENU
1
2
100
B5 A4
B5 A5 B4 A4
A5 B5 A4 B4
A4 B5 A3 B4
B5 B4 A4 A3
70% 81% 86%
115% 122% 141%
A4 A3
B5 A5 B4 A4
A5 B5 A4 B4
A4 B5 A3 B4
B5 B4 A4 A3
70% 81% 86%
115% 122% 141%
ZOOM
XY ZOOM
MENU
1
2
70
%
ZOOM
ENU
AUTO
IMAGE
BELIC
PAPIERF
KOPIEER
A
AUTO
1
2
70
OK
%
100%
A4 B5 A3 B4
B5 B4 A4 A3
22% 141%
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE
Er zijn vijf (vier) vooringesteld reductiefactoren en vijf (vier) vooringesteld vergrotingsfactoren. Bovendien kunnen de [ZOOM] toetsen ( , ) worden ingedrukt om de factor in stappen van 1% te selecteren.
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
2
Gebruik de [MENU] toets om menu
3
[ ] of menu [ ] te kiezen voor de selectie van de kopieerfactor.
Menu
Gebruik de vergroting- of reductietoet-
4
sen of de [ZOOM] toets ( / ) om de gewenste kopieerfactor in te stellen.
%
De [ZOOM] toetsen ( / )kunnen wor­den gebruikt om de factor in stappen van 1% te wijzi­gen Tip de toets aan om het percentage te vergro­ten, of de toets om het percentage te verklei­nen. Door het ingedrukt houden van een [ZOOM] toets ( / ) wijzigt de factor sneller.
2
Vooringesteld reductietoetsen: 70%, 81%, 86% (64%, 77%)
Vooringesteld vergrotingstoetsen:
115%, 122% (121%, 129%), 141%
• [100%] toets 100%
Menu
Vooringesteld reductietoetsen:
Vooringesteld vergrotingstoetsen:
• [100%] toets 100%
25%, 50% 200%, 400%
Opmerking
om het ca. percentage in te voeren,en tip vervolgens de [ ] toets aan om het percentage te verkleinen of de [ ] toets om het percentage te vergroten.
• Indien "BEELD IS GROTER DAN KOPIEERPAPIER." verschijnt is de geselecteerde kopieerfactor te groot voor het papierformaat. Indien u echter op de [START] toets ( ) drukt, wordt er een kopie gemaakt.
Tip op de [OK] toets.
5
• Tip een reductie of vergrotingstoets aan
31
Page 34
KOPIEERFUNTIES
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
77%
ACC.#-C
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
XY ZOOM
MENU
B4 B5 A3 A4
B5 A5 B4 A4
A5 B5 A4 B4
A A
B A
70% 81%
115% 122%
B5 A4 B4 A3
Verzeker u ervan dat er automatisch
6
een geschikt papierformaat wordt geselecteerd of selecteer een ander formaat met behulp van de [PAPIER-
Selecteer het aantal kopieën en de
7
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
FORMAAT] toets.
Indien AUTOMATISCHE PAPIERFORMAAT inge­schakeld is wordt het geschikt kopieerpapier automatisch geselec­teerd op basis van het origineelformaat en de geselecteerde kopieer­factor.
Opmerking
Om de factor terug te zetten op 100%, tipt u de [KOPIEERFACTOR] toets aan om het factormenu weer te geven en vervolgens de [100%] toets. (p.31, stap 3)
HET AFZONDERLIJKE SELECTEREN VAN DE VERTICALE EN HORIZONTALE KOPIEERFACTOREN (XY ZOOM kopiëren)
De XY ZOOM functie maakt het mogelijk de horizontale en verticale kopieerfactor onafhankelijk van elkaar te wijzigen.
Voorbeeld: Verticale kopieerfactor op 100% en horizontale kopieerfactor op 50% ingesteld.
Origineel
Opmerking
Plaats het origineel (de originelen).
1
• De AUTO IMAGE/MULTI SHOT/INBINDKOPIE functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de XY ZOOM functie.
• Om de XY ZOOM functie met de BOEKKOPIE functie te gebruiken (p.43), dient u eerst de BOEKKOPIE functie in te stellen en daarna de XY ZOOM functie.
(p.22, p.23)
Kopie
Tip op de [XY ZOOM] toets.
3
2
32
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
Page 35
KOPIEERFUNTIES
1
2
4
ZOOM
100
100
64%
50%
XY ZOOM
Y
XY ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
100
Y
ZOOM
100
50
X
Y
64%
50%
70%
X
Y
ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
50
70
X
Y
L
E
T
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
X-50% Y-70%
Tip op de [X] toets.
4
De [X] toets is standaard
X
Y
Gebruik de reductie-, vergroting en
5
geselecteerd (geaccen­tueerd) zodat u deze stap normaal gesproken niet moet uitvoeren (ga naar stap 5.). Indien de [X] toets niet geaccentueerd is, voert u deze stap uit.
ZOOM ( / ) toetsen om de kopieerfactor in de horizontale (X) richting te veranderen.
Een vaste kopieerfactor wordt niet geaccentueerd wanneer deze wordt aangetipt.
Gebruik de reductie-, vergroting en
7
ZOOM ( / ) toetsen om de kopieerfactor in de verticale (X) richting te veranderen.
Een vaste kopieerfactor wordt niet geaccentueerd wanneer deze wordt aangetipt.
Indien u de horizontale factor opnieuw moet afstellen. tipt u opnieuw de [X] toets aan.
Tip op de [OK] toets.
8
2
Opmerking
Tip op de [Y] toets.
6
Tip een reductie of vergrotingstoets aan om het ca. percentage in te voeren,en tip ver­volgens de [ ] toets aan om het percen­tage te verkleinen of de [ ] toets om het percentage te vergroten.
De [ZOOM] toetsen ( / )kunnen wor­den gebruikt om de factor in stappen van 1% te wijzi­gen Tip de toets aan om het percentage te vergro­ten, of de toets om het percentage te verklei­nen. Door het ingedrukt houden van een [ZOOM] toets ( / ) wijzigt de factor sneller.
141%
%
%
200%
400%
Verzeker u ervan dat er automatisch
9
OK
100%
BE
AU
PAPI
een geschikt papierformaat wordt geselecteerd of selecteer een ander formaat met behulp van de [PAPIER­FORMAAT] toets.
Indien AUTOMATISCHE PAPIERFORMAAT inge­schakeld is wordt het geschikt kopieerpapier automatisch geselec­teerd op basis van het origineelformaat en de geselecteerde kopieer­factor.
Selecteer het aantal kopieën en de
10
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Opmerking
Om deze functie te annuleren tipt u de [ANNULEREN] toets in het XY ZOOM scherm aan.
33
Page 36
HET ONDERBREKEN VAN EEN
ACC.#-C
KOPIEERPROCES
Een kopieerproces kan tijdelijk worden onderbroken om een andere kopieerbewerking te kunnen uitvoeren. Wanneer de andere bewerking klaar is zal het kopieerproces worden hervat met de originele kopieerinstellingen.
Opmerking
Druk op de [ONDERBREKEN] toets
1
Automatisch tweezijdig kopiëren, sorteren/groeperen kopiëren, nieten/sorteren,dekblad kopiëren, inbindkopie gemengde toevoer, opdrachten, job-programma's of multi shot kopiëren kan niet worden gebruikt voor het onderbreken van een kopieerproces.
( ) om het kopieerproces te onderbreken.
De [ONDERBREKEN] toets ( ) knippert tot de machine klaar is voor de onderbreken bewerking, waarna de toets continu brandt. Indien u de onderbreken bewerking wilt annuleren terwijl u de instellingen selecteert, drukt u op de [ONDERBREKEN] toets ().
Opmerking
• Indien de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt er een mededeling waarin u wordt gevraagd uw accountnummer in te voeren. Voer uw accountnummer in met de numerieke toetsen. De kopieën die maakt worden bij uw account opgeteld.
• Indien er een origineel wordt gescand terwijl de [ONDERBREKEN] toets ( ) wordt ingedrukt, begint de onderbreken bewerking nadat het origineel is gescand. Indien er een kopie wordt geprint, begint de onderbreken bewerking nadat de kopie werd geprint.
Wanneer de kopieerbewerking
4
voltooid is, drukt u op de [ONDERBREKEN] toets ( ) en verwijdert u de originelen.
Vervang de vorige originelen en druk
5
op de [START] toets ( ) om het kopiëren voort te zetten.
Vervang alleen de originelen die nog niet werden gescand.
Verwijder de vorige originelen en
2
plaats het origineel/de originelen voor de onderbreken kopieerbewerking. (p.22, p.23)
Selecteer het aantal kopieën en de
3
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
De onderbreken kopieën worden verplaatst uitgevoerd van de vorige kopieën. (Offset functie, p.35)
34
Page 37
3
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de aangepaste kopieerfuncties en andere handige functies.
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
In dit gedeelte worden de sorteren, groeperen en offsetfuncties toegelicht evenals de sorteren-nieten functie, die wordt gebruikt om de uitvoer te nieten in combinatie met de sorteerfunctie als er een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
Hoofdstuk 3
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
KOPIEEN SORTEREN
Deze functie wordt gebruikt om sets met kopieën samen te voegen. De kopieën worden in de middelste lade uitgevoerd en in de andere lades wanneer er een sorteerlade of een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
1 2 3
3
2
1
1 2 3
1 2 3
OFFSET FUNCTIE
Elke set kopieën wordt verplaatst van de vorige set in de uitvoerlade gedeponeerd, zodat met de sets eenvoudig kan onderscheiden. (De offset functie kan in de middelste lade of in de offsetlade van de afwerkingeenheid worden gebruikt.)
KOPIEEN GROEPEREN
Deze functie wordt gebruikt om kopieën op paginanummer te groeperen. De kopieën worden in de middelste lade uitgevoerd en in de andere lades wanneer er een sorteerlade of een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
1
1 1
3
2
1
2 2 2
3 3 3
Offset functie "AAN" Offset functie "UIT"
Inschakelen van de offsetfunctie
De offsetfunctie werkt wanneer er een checkmarkering verschijnt in de [STAFFEL] checkbox, die wordt weergegeven door de [UITVOER] toets aan te tippen. (Wanneer er geen checkmarkering verschijnt, tip dan de checkbox aan.)
35
Page 38
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
UITVOER
BOVENSTE LADE
MIDDELSTE LADE
SORTEREN
GROEP
BOVENSTE LADE
MIDDELSTE LADE
STAFFEL
OK
ACC.#-C
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP [START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR] INDIEN GEREED.
Plaats de originelen in de RSPF of op
1
de glasplaat. (p.22, p.23)
Wanneer de originelen in de RSPF geplaatst zijn, is de sorteerfunctie auto­matisch geselecteerd. (Om deze functie uit te schakelen, zie het "Handleiding key opera­tor".)
Voorbeeld: 5 sets kopieën of 5 kopieën per pagina van
3 originelen
Originelen
Tip op de [UITVOER] toets.
2
Tip op de [SORTEREN] of [GROEP]
3
toets.
Tip op de [OK] toets.
5
Selecteer het aantal kopieën en
6
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
[Bij het gebruik van de RSPF:]
7
Het kopiëren start nadat de originelen gescand werden.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze stap tot alle originelen werden gescand en tip vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
Tip op de uitvoerlade die u wilt
4
gebruiken.
Opmerking
36
De uitvoerlade kan alleen geselecteerd worden wanneer er een sorteerlade of afwerkingeenheid geïnstalleerd is.
Om de offset functie in te schakelen (p.35), tipt u p de [OFFSET] checkbox, zodat er een checkmarkering verschijnt. Om de offset functie uit te schakelen, tipt u de [OFFSET] checkbox opnieuw aan om de checkmarke­ring te wissen.
De kopieën worden als volgt gegroepeerd:
Sorteren Groeperen
Kopie
5 sets kopieën 5 kopieën per pagina
Kopie
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL. DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN OF OP [CA] OM TE ANNULEREN. Om alleen de gescande originelen te kopiëren, drukt u op de [START] toets ( ). Om de bewerking te annuleren, drukt u op de [ALLES WISSEN] toets ( ).
Opmerking
Het aantal originelen dat in het geheugen kan worden gescand, kan worden vergroot door de geheugentoewijzing in de key operator programma's te vergroten of door het installeren van meer geheugen. "Handleiding key operator".)
(Zie het
Page 39
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
Nietpositie
SORTEREN-NIETEN (wanneer de afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is)
In deze functie worden de kopieën samengevoegd, geniet en uitgevoerd in de offset lade. De sorteren-nieten functie kan alleen worden gebruikt wanneer er een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
Nietpositie
Linker bovenhoek
Staande afdrukstand
Beschikbare papierformaten: A4 en B5 (8-1/2" x 11") Nietcapaciteit: Voor elk formaat kunnen er maximaal 30 vellen worden geniet.
Liggende afdrukstand
Beschikbare papierformaten: A3, B4 en A4R, (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11" R) Nietcapaciteit: Voor elk formaat kunnen er maximaal 30 vellen worden geniet.
AFDRUKSTAND VAN HET ORIGINEEL EN NIETPOSITIES
Wanneer de afdrukstand van de originelen niet overeenkomt met die van het kopieerpapier, worden de beelden gedraaid. De nietpositie varieert met de afdrukstand van het origineel.
Het gebruik van de RSPF
Voer de originelen met de printzijde omhoog in.
Bij het gebruik van de glasplaat
Plaats elk origineel met d e printzijde omlaag.
Nietpositie
3
Wanneer u B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17") originelen kopieert met een staande afdrukstand, worden de kopieën op de onderstaand getoonde positie geniet.
Nietpositie
SHARP
Opmerking
Nietpositie
RSPF
• Wanneer u briefhoofd papier gebruikt in de sorteren-nieten functie, dient u het papier met het briefhoofd vooraan of rechts te laden zoals gtoond in het diagram.
• Originelen met verschillende formaten kunnen niet op de overeenkomstige papierformaten worden gekopieerd.
• De sorteren-nieten functie kan niet worden gebruikt wanneer deze in de key operator programma's werd uitgeschakeld. (Zie het "Handleiding key operator".)
• De offset functie (p.35) kan niet worden gebruikt.
Glasplaat
SHARP
37
Page 40
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
UITVOER
BOVENSTE LADE
STAFFEL­LADE
SORTEREN
NIETEN
SORTEREN
GROEP
OK
MIDDELSTE LADE
STAFFEL
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP [START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR] INDIEN GEREED.
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Tip op de [UITVOER] toets.
2
Tip op de [SORTEREN-NIETEN] toets.
3
Wanneer de [SORTEREN-NIETEN] toets geselecteerd is, wordt de offsetlade automatisch als uitvoerlade geselecteerd. De bovenste lade en de middelste lade kunnen niet worden gebruikt.
Tip op de [OK] toets.
4
[Bij het gebruik van de RSPF:]
6
Het kopiëren start nadat alle originelen werden gescand.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze stap tot alle originelen werden gescand en tip vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL. DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN MET KOPIEREN OF [CA] OM TE ANNULEREN." Om alleen de gescande originelen te kopiëren, drukt u op de [START] toets ( ). Om de bewerking te annuleren, drukt u op de [ALLES WISSEN] toets ( ).
Opmerking
Het aantal originelen dat in het geheugen kan worden gescand, kan worden vergroot door de geheugentoewijzing in de key operator programma's te vergroten of door het installeren van meer geheugen. (Zie het "Handleiding key operator".)
Selecteer het aantal kopieën en
5
andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
38
Page 41
SPECIALE FUNCTIES
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
A4
ORIGINEEL
0
A4
A3
Wanneer de [SPECIALE FUNCTIES] toets in het hoofdscherm van de kopieerfunctie wordt aangetipt, verschijnt het speciale functies scherm. Het scherm bevat de volgende speciale functietoetsen.
Tip de [SPEC. FUNCTIES] toets aan in het hoofdscherm:
Het afgebeelde menu kan verschillen afhankelijk van de geïnstalleerde apparatuur.
1
SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
2 3
WISSEN
OPDRACHT
SAMENSTEL.
BOEKKOPIE
MULTISHOT
4 5 6 7
1
[KANTLIJN-VERSCHUICING] toets (p.41)
Gebruik deze toets om het beeld op het kopieerpapier automatisch te verschuiven om randen voor het inbinden te creëren.
2
[WISSEN] toets (p.42)
Gebruik deze toets om schaduwlijnen te wissen die op kopieën ontstaan wanneer er dikke originelen of boeken worden gekopieerd.
3
[BOEKKOPIE] toets (p.43)
Deze functie wordt gebruikt om aparte kopieën van e linker en rechter pagina van gebonden documenten.
4
[INBINDKOPIE] toets (p.44)
De inbindkopie functie wordt gebruikt om kopieën in de juiste volgorde te rangschikken om deze eventueel in het midden te kunnen nieten en in een boekvorm te vouwen. Er worden twee originele pagina's op elke kant van het papier gekopieerd, zodat er vier pagina's op een blad worden gekopieerd.
5
[OPDRACHT SAMENSTELLEN] toets (p.45)
Wordt gebruikt als er meer originelen gekopieerd moeten worden dan in één keer in de RSPF kunnen worden geplaatst. Zodoende kunt u de originelen in sets verdelen en deze achtereenvolgens in de RSPF scannen.
8
OK
1/2
SPECIALE FUNCTIES
FORMAAT
ORIGINEEL
9
VOORBLAD
10
Z/W
OMKEREN
OK
2/2
3
11
6
[MULTI SHOT] toets (p.46)
De multi shot kopieerfunctie wordt gebruikt om twee of vier originelen op een blad kopieerpapier te kopiëren in één van vier mogelijke lay-out patronen.
7
( ) toets, ( ) toets
Gebruik deze toetsen om de pagina's in het speciale functiescherm te veranderen.
8
[FORMAAT ORIGINEEL] toets (p.47)
Wordt gebruikt om het origineel formaat handmatig te selecteren. Wanneer het origineel formaat geselecteerd is zal de automatische kopieerfactor selectietoets automatisch een geschikte factor kiezen gebaseerd op het papierformaat.
9
[VOORBLAD] toets (p.48)
Druk op deze toets om een verschillend soort papier te gebruiken voor het voorste en achterste dekblad (Wanneer de RSPF geïnstalleerd is.).
10
[Z/W OMKEREN] toets (p.50)
Wordt gebruikt om zwarte en witte gedeeltes om te keren.
11
[OK] toets
Tip op deze toets om terug te keren naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Opmerking
Sommige functies kunnen niet met elkaar worden gecombineerd. Wanneer er een verboden combinatie van deze functies werd geselecteerd, verschijnt er een melding op het tiptoetsenpaneel.
39
Page 42
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPECIALE FUNCTIES
Tip de [SPECIALE FUNCTIES] toets
1
aan.
Tip op de toets voor de gewenste
2
speciale functie.
Voorbeeld: Om de kantlijnverschui­ving in te stellen
De instelprocedure voor functies waarvoor verdere instellingen nodig zijn, begint op de volgende pagina.
40
Page 43
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
RECHTS LINKS OMLAAG
ZIJDE 1
(0 20) mm
(0 20) mm
ZIJDE 2
OKANNULEREN
OK
10 10
KANTLIJNVERSCHUIVING
De kantlijnverschuiving zal de tekst of het beeld op het kopieerpapier automatisch 10 mm (1/2") verschuiven in de standaardinstelling.
1-zijdig kopiëren
2-zijdig kopiëren
of
Beeld naar rechts verschoven
Kantlijn
Beeld naar rechts verschoven
Kantlijn
Beeld naar links verschoven
Kantlijn
Beeld naar links verschoven
Kantlijn
Beeld omlaag verschoven
Beeld omlaag verschoven
Kantlijn
Kantlijn
• Rechts, links of omlaag kan geselecteerd worden voor de verschuivingrichting zoals in de afbeelding wordt getoond.
• De verschuivingfactor kan worden ingesteld van 0 mm tot 20 mm in stappen van 1 mm (0" tot 1" in stappen van 1/8").
• Wanneer de [OMLAAG] toets geselecteerd is, plaatst u de originelen zodanig dat de kantlijn die moet worden vergroot naar de achterzijde van de RSPF of de glasplaat ingesteld.
3
Tip de [KANTLIJN-VERSCHUIVING]
1
toets op het speciale functies scherm.
Selecteer de richting van de
2
verschuiving.
Het instelscherm voor de kantlijnverschuiving verschijnt. Het icoon voor de kant­lijnverschuiving ( ) ver­schijnt eveneens op het scherm om aan te geven dat de functie ingescha­keld is.
Tip op de [RECHTS], [LINKS] of [OMLAAG] toets. De geselecteerde toets wordt geaccentueerd.
Stel de verschuivingfactor naar wens
3
in en tip de [OK] toets aan.
Gebruik de toets en de toetsen om de verschuivingfactor in te stellen. De verschuiving­factor kan worden inge­steld van 0 mm tot 20 mm in stappen van 1 mm (0" tot 1" in stap­pen van 1/8").
Tip de [OK] toets aan op het speciale
4
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Over de volgende stappen
Wanneer u de glasplaat gebruikt, zie pagina 22. Wanneer u de RSPF gebruikt, zie pagina 23.
Opmerking
• Wanneer de kantlijnverschuiving geselec­teerd is, functioneert rotatie kopiëren niet.
• Deze eigenschap kan niet worden gebruikt bij papier dat geen standaard formaat heeft.
• Om de kantlijnverschuiving te annuleren, tipt u de [ANNULEREN] toets aan op het instelscherm voor de kantlijnverschuiving. (Zie het scherm van stap 3.)
41
Page 44
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
MUL
SH
WISSEN
NG
OPDRACHT
SAMENSTEL.
WISSEN
MIDDEN WISSEN
RAND+MIDDEN
WISSEN
RAND
WISSEN
RAND
ANNULEREN OK
10
(0 20) mm
WISSEN
De wisfunctie wordt gebruikt om schaduwlijnen te wissen die op kopieën ontstaan wanneer er dikke originelen of boeken worden gekopieerd. De te selecteren wisfuncties worden hierna getoond. De wisbreedte is oorspronkelijk ingesteld op 10 mm (1/2").
RAND WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen aan de randen van kopieën die worden veroorzaakt wanneer zwaar papier of een boek wordt gekopieerd.
MIDDEN WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen die worden veroorzaakt door de ruggen van gebonden documenten.
RAND + MIDDEN WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen rond de randen van kopieën en verwijdert de schaduw in het midden van kopieën.
Tip de [WISSEN] toets aan op het
1
speciale functies scherm.
Selecteer de gewenste wisfunctie.
2
Stel de wisbreedte naar wens in en tip
3
de [OK] toets aan.
42
Het instelscherm voor het wissen verschijnt. Het icoon voor de kant­lijnverschuiving ( , enz.) verschijnt even­eens op het scherm om aan te geven dat de func­tie ingeschakeld is.
Selecteer één van de drie wisfuncties. De geselecteerde toets wordt geaccentueerd.
Gebruik de toets en de toetsen om de wisbreedte in te stellen. De wisbreedte kan worden ingesteld van 0 mm tot 20 mm in stappen van 1 mm (0" tot 1" in stappen van 1/8").
Tip de [OK] toets aan op het speciale
4
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Over de volgende stappen
Indien de glasplaat wordt gebruikt, zie pagina 22. Indien de RSPF wordt gebruikt, zie pagina 23.
Opmerking
• Deze functie kan niet worden gebruikt met originelen die geen standaardformaat hebben.
• Deze functie kan niet geselecteerd worden wanneer gemengde invoer (p.25) wordt gebruikt.
• Om de wisfunctie te annuleren, tipt u de [ANNULEREN] toets aan op het instel­scherm voor het wissen. (Zie het scherm van stap 3.)
Page 45
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
MULTISHOT
1/2
BOEKKOPIE
0
1/2
OK
BOEKKOPIE
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100%
ACC.#-C
BOEKKOPIE
De boekkopie functie maakt aparte kopieën van documenten die naast elkaar op de glasplaat worden geplaatst. Dit is handig bij het kopiëren van boeken en andere ingebonden documenten.
[Voorbeeld] Kopiëren van de rechter en linker pagina’s van een boek
Boek origineel Boekkopie
Tip de [BOEKKOPIE] toets aan op het
1
speciale functies scherm.
De [BOEKKOPIE] toets is geaccentueerd om aan te geven dat de functie ingeschakeld is en de boekkopie icoon ( ) verschijnt op het scherm.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
2
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
• Er kan een reductie-instelling worden geselecteerd wanneer u de boekkopie functie gebruikt, er kan echter geen vergrotingsinstelling geselecteerd worden.
• De boekkopie functie kan alleen worden gebruikt wanneer u vanaf de glasplaat kopieert. De RSPF kan niet worden gebruikt.
• B5 en A4 (8-1/2" x 11") papier kan worden gebruikt.
Bij het kopiëren van boeken:
Wanneer u een dik boek kopieert, drukt u licht op het boek om het tegen de glasplaat te drukken.
Controleer of er B5 of A4 (8-1/2" x 11")
4
papierformaat werd geselecteerd.
Indien er geen B5 of A4 (8-1/2" x 11") papier werd geselecteerd, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets aan om B5 of A4 (8-1/2" x 11") papier te selecteren.
3
Plaats de originelen op de glasplaat.
3
(p.22)
Index
B5, A4 (8
1
/2x11 )
Middenlijn van het origineel
Deze pagina wordt eerst gekopieerd
Selecteer het aantal kopieën en
5
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Opmerking
• Om de boekkopie functie te annuleren, tipt u de [BOEKKOPIE] toets aan in het spe­ciale functies scherm. (De toets wordt niet meer geaccentueerd.) (Zie het scherm van stap 1.)
• Om schaduwen te wissen die worden ver­oorzaakt door het inbinden van documen­ten, gebruikt u de randen wisfunctie (pagina p.42). (Midden wissen en Rand + midden wissen kan niet worden gebruikt bij de boekkopie functie.)
43
Page 46
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBIND-
KOPIE
ANNULEREN
OK
INBINDKOPIE
ORIGINEEL
2-ZIJDIG1-ZIJDIG
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
ANNULEREN OK
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100%
INBINDKOPIE
De inbindkopie functie wordt gebruikt om kopieën in de juiste volgorde te rangschikken om deze eventueel in het midden te kunnen nieten en in een boekvorm te vouwen. Er worden twee originele pagina's op elke kant van het papier gekopieerd, zodat er in totaal vier pagina's op elk blad worden gekopieerd. Deze functie is handig om kopieën in een attractieve boekvorm te rangschikken.
[Voorbeeld]: Het kopiëren van 8 originelen in de inbindkopie functie
Originelen (1-zijdig)
1
2
3
4
5
6
7
8
Originelen (2-zijdig)
2
4
6
1
3
5
7
De afgewerkte kopieën kunnen gevouwen worden.
Eerste pagina
8
Eerste pagina
• Scan de originelen in de volgorde van de eerste pagina tot de laatste pagina. De kopieervolgorde wordt automatisch door het apparaat ingesteld.
• Er kan of linker rug (rechts naar links draaiing) of rechter rug (links naar rechts draaiing) geselecteerd worden.
• Er worden vier originelen op een blad gekopieerd. Blanco pagina’s worden automatisch aan het einde gemaakt afhankelijk van het aantal originelen.
Tip de [INBINDKOPIE] toets aan op
1
het speciale functies scherm.
Het instelscherm voor inbindkopie verschijnt. Het icoon voor de inbindkopie ( , etc) verschijnt eveneens in de linker bovenhoek van het scherm om aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
Bepaal of er 1-zijdige of 2-zijdige
2
originelen gekopieerd moet worden.
Selecteer de rugpositie ([LINKER
3
RUG] of [RECHTER RUG]) en toets vervolgens op de [OK] toets in het instelscherm voor inbindkopie.
U keert terug naar het menuscherm van de speciale functies.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
4
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Plaats het origineel (de originelen).
5
(p.22, p.23)
Controleer of er automatisch een geschikt
6
papierformaat werd geselecteerd.
Indien het gewenste papierformaat niet werd geselecteerd, gebruik dan de [PAPIERFORMAAT] toets om het papierfor­maat te selecteren. Nadat het papier werd geselec­teerd tipt u de [AUTO IMAGE] toets aan. De
passende kopieerfactor wordt automatisch geselecteerd.
Selecteer het aantal kopieën en
7
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
[Bij het gebruik van de RSPF:]
8
Het kopiëren start nadat alle originelen werden gescand.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
9
Vervang het origineel door het volgende origineel en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze stap tot alle originelen werden gescand en tip vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
44
Wanneer de inbindkopie functie geselecteerd is, wordt automatisch 2-zijdig kopiëren geselecteerd.
Opmerking
Om de inbindkopie functie te annuleren, tipt u de [ANNULEREN] toets aan op het instelscherm voor inbindkopie. (Zie het scherm van stap 2.)
Page 47
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
ERASET
MULT
WISSEN
JOB
BUILD
D
OPDRACHT
SAMENSTEL.
MULTISHOT
WISSEN
1/2
OK
OPDRACHT
SAMENSTEL.
BOEKKOPIE
ACC.#-C
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP [START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR] INDIEN GEREED.
OPDRACHT SAMENSTELLING
Wordt gebruikt als er meer originelen gekopieerd moeten worden dan in één keer in de RSPF kunnen worden geplaatst. Het maximum aantal originelen dat tegelijkertijd in de RSPF kan worden geplaatst, is 100,)
Opmerking
Voorbeeld: Kopiëren van 130 pagina's (A4 (8-1/2" x 11") originelen)
* Verdeel de originelen in sets van maximaal 100 pagina's.
Scan de sets beginnende bij de eerste pagina van set A.
Tip de [OPDRACHT SAMENSTELLEN]
1
• Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL. DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN OF OP [CA] OM TE ANNULEREN. Om alleen de gescande originelen te kopiëren, drukt u op de [START] toets ( ). Om de bewerking te annuleren, drukt u op de [ALLES WISSEN] toets ( ). Afhankelijk van de inhoud van de originelen kan het geheugen vol raken voordat er 100 originelen werden gescand.
• In dit geval drukt u op de [START] toets ( ) om de originelen die werden gescand te kopiëren en vervolgens plaatst u de originelen die nog niet werden gescand in de RSPF en herhaalt u de kopieerprocedure.
• Om het aantal originelen dat kan worden gescand, te vergroten, kunt u extra geheugen installeren of de geheugentoewijzing in de key operator programma's vergroten. (Zie het "Handleiding key operator".)
Originelen
pagina 1 pagina 101
100 vel 30 vel
4
toets aan op het speciale functies scherm.
De [OPDRACHT SAMENSTELLEN] toets wordt geaccentueerd. De opdracht samenstellen icoon ( ) verschijnt ook op het scherm om aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
2
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Herhaal deze stap tot alle overgebleven originelen (B in het bovenstaande voorbeeld) werden gescand. Verwijder elke set originelen voor u de volgende set plaatst.
5
3
Controleer of er een geschikt papier­formaat werd geselecteerd, selecteer het aantal kopieën en andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Het scannen begint. Nadat het eerste gedeelte van originelen is gescand (A in het bovenstaande voor­beeld) plaatst u het vol­gende gedeelte originelen en drukt u op de [START] toets ( ).
Tip op de [LEZEN KLAAR] toets.
Plaats de originelen in de RSPF p.23.
3
Het kopiëren begint.
Opmerking
Om de opdracht samenstelling te annuleren tipt u op de [OPDRACHT SAMENSTELLEN] toets in het speciale functies scherm zodat deze niet langer geaccentueerd is. (Zie het scherm van stap 1.)
45
Page 48
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
MULTISHOT
1/2
BOEKKOPIE
OK
ANNULEREN
LAY-OUT
RAND
OK
ANNULEREN
RAND
MULTISHOT
De multi shot kopieerfunctie wordt gebruikt om twee of vier originelen op een blad kopieerpapier te kopiëren in één bepaalde volgorde.
Voorbeeld: Kopiëren van vier originelen op een blad papier (Paginanummer: 4 in 1 ( ), lay-out: ( ))
1-zijdige kopie van 1-zijdig origineel
Kopie
1-zijdige kopie van 2-zijdig origineel
• Bij het gebruik van de multishot functie plaatst u de originelen, selecteert u het gewenste papierformaat en selecteert u de kopieerfunctie voordat u de mul­tishot functie selecteert op het speciale functies scherm.
Wanneer u de juiste kopieerfactor automatisch ingesteld gebaseerd op het origineelformaat, het papierformaat en het aantal originelen dat op een blad moet worden gekopieerd. De minimum reductiefactor is 25%. (De minimum reductiefactor is 50% wanneer SUPER FOTO werd geselecteerd voor het soort origineel in de belich­tingsinstellingen of wanneer de RSPF wordt gebruikt.) Afhankelijk van het origineelformaat, papierformaat en het aantal originelen dat op een blad moet worden gekopieerd kunnen er gedeeltes van de originele afbeeldingen worden afgesneden.
multi shot
functie gebruikt, wordt de
Tip de [MULTISHOT] toets aan op het
1
speciale functies scherm.
Het instelscherm voor MULTI SHOT verschijnt. De MULTISHOT icoon ( ) verschijnt ook op het scherm om aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
Selecteer het aantal originelen dat op
2
een blad moet worden gekopieerd uit het multi shot selectiescherm.
SPECIALE FUNCTIES
MULTISHOT
2-in-1 4-in-1
Selecteer het lay-out.
3
ANNULEREN
LAY-OUT
OK
OK
RAND
Selecteer een grensinstelling.
4
Selecteer [ ], [ ], of [].
Tip op de[OK] toets in het multishot
5
instelscherm.
U keert terug naar het menuscherm van de speciale functies.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
6
functies menuscherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Selecteer het aantal kopieën en
7
andere gewenste kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ).
46
Selecteer de volgorde waarin de originelen op de kopie gerangschikt moeten worden.
[Bij het gebruik van de RSPF:]
8
Het kopiëren start nadat alle originelen werden gescand.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
9
Vervang het origineel door het volgende origineel en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze stap tot alle originelen werden gescand en tip vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
Opmerking
• De afbeeldingen kunnen gedraaid worden afhankelijk van het aantal originelen en de afdrukstand van de originelen en het kopieerpapier.
•Om de
multi shot de [ANNULEREN] toets aan in het instelscherm (het scherm van stap 2).
functie te annuleren, tipt u
multishot
Page 49
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
FORMAAT
ORIGINEEL
VOOR
HANDMATIG
AUTO
INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN
OK
INCH
AB
OK
AUTO
HANDMATIG
FORMAAT ORIGINEEL
A5 A4 A4R B4
A3
ORIGINEEL FORMAAT
Indien u een andere papiersoort wilt gebruiken dan het automatisch geselecteerde origineelformaat, wordt de instelling van eht origineelformaat bepaald door de speciale fucnties. De gemende toevoer instelling (p.25) wordt hier ook geselecteerd.
Tip de toets aan en vervolgens de
1
[ORIGINEELFORMAAT] toets in het speciale functies menuscherm.
Het instelscherm voor origineelformaat verschijnt.
Tip op de [HANDMATIG] toets.
2
Selecteer het origineel formaat.
3
Tip de [OK] toets aan op het speciale
5
functies menuscherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Opmerking
Om gemengde toevoer te selecteren, selecteert u de "INVOERFUNCTIE VOOR GEMENGDE ORIGINELEN" checkbox. De gemengde toevoer wordt uitgelegd op pagina 25.
3
De [HANDMATIG] toets is geaccentueerd en het geselecteerde papierformaat wordt weergegeven.
Opmerking
Tip op de binnenste [OK] toets.
4
U keert terug naar het menuscherm van de speciale functies.
Om een origineel met INCH formaat weer te geven, tipt u de [AB INCH] toets aan. De INCH formaten verschijnen.
47
Page 50
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
DEKBLAD KOPIEREN
de dekblad functie wordt gebruikt om een dekblad aan de voorkant of achterkant toe te voegen of aan beide kanten van een document met meerdere pagina's. Om de dekblad functie ge gebruiken moet de RSPF worden toegepast.
Het kopiëren op een dekblad Niet kopiëren op een dekblad
1-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen
4
3
2
1
SHARP
Dekblad origineel
2-zijdige originelen
4
2
5
3
1
SHARP
Dekblad origineel
1-zijdige kopieën (kopiëren op een dekblad)
4
3
2
1
SHARP
Voorste dekblad (kopiëren op voorzijde mogelijk)
5
4
3
2
1
SHARP
Voorste dekblad (kopiëren op voorzijde mogelijk)
Achterste dekblad (geen kopiëren)
Achterste dekblad (geen kopiëren)
2-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen 2-zijdige kopieën
4
3
2
1
SHARP
Dekblad origineel
2-zijdige originelen
3
1
4
2
Dekblad
SHARP
origineel
(kopiëren op een dekblad)
Achterste dekblad (geen kopiëren)
3
1
4
2
SHARP
Voorste dekblad (kopiëren op voorzijde mogelijk) (achterkant van dekblad is blanco)
1-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen
4
3
2
1
2-zijdige originelen
3
1
4
2
1-zijdige kopieën (niet kopiëren op dekblad)
4
3
2
1
Achterste dekblad
Voorste dekblad (niet kopiëren op voorzijde)
2-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen
4
3
2
1
2-zijdige originelen
3
1
4
2
1-zijdige kopieën (niet kopiëren op dekblad)
3
1
2
4
Achterste dekblad
Voorste dekblad
• Er kan een voorste dekblad, een achterste dekblad of zowel een voorste als een achterste dekblad geselecteerd worden.
• Er kan een voorste dekblad, een achterste dekblad of zowel een voorste als een achterste dekblad geselecteerd worden.
• U kunt vastleggen of er wel of niet op het voorste dekblad gekopieerd wordt.
• Het kopiëren is niet mogelijk op het dekblad van de achterzijde.
48
Page 51
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
VOORBLAD
COVER
SPECIALE FUNCTIES
VOORKANT
ACHTERKANT
VOORKANT+
ACHTERKANT
AFDRUKKEN OP VOORBLAD?
JA
NEE
OK
ANNULEREN
OK
AFDRUKKEN OP VOORBLAD?
JA
NEE
OK
ANNULEREN
Tip de toets aan en vervolgens de
1
[VOORBLAD] toets in het speciale functies menuscherm.
Het instelscherm voor het dekblad verschijnt. Het icoon voor het dekblad ( , enz.) verschijnt eveneens op het scherm om aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
Selecteer de dekbladen die u wilt
2
toevoegen.
Om alleen een dekblad aan de voorkant toe te voegen, tipt u op de [VOORSTE DEKBLAD] toets. Om alleen een dekblad aan de achterkant toe te voegen, tipt u op de [ACHTERSTE DEKBLAD] toets. Om zowel een dekblad aan de voorkant als aan de achterkant toe te voegen, tipt u op de [VOORSTE+ACHTERSTE DEKBLAD] toets.
Laad de dekbladen die u wilt
6
gebruiken in de handinvoer.
Laad hetzelfde papierformaat als het papierformaat voor de kopieerbewerking.
Over de volgende stappen
zie pagina 23.
Opmerking
• Het is niet mogelijk om aan de binnenkant van een voorste dekblad te kopiëren en op geen enkele kant van het achterste dekblad.
• Controleer of de originelen in de RSPF werden geplaatst. De glasplaat kan voor deze functie niet worden gebruikt.
• Tijdens het kopiëren van een dekblad functioneert de stroom-invoer-functie niet, ook niet wanneer deze in de key operator programma's werd ingeschakeld. (Zie het "Handleiding key operator".)
• Om de dekblad functie te annuleren, selecteert u de dekblad functie opnieuw en tipt u op de [ANNULEREN] toets. (Zie het scherm van stap 2.)
3
Bepaal of er wel of niet op het voorste
3
dekblad gekopieerd wordt.
Selecteer [JA] of [NEE] op het tiptoetsenpaneel. Indien [JA] geselecteerd is, zal het eerste blad van het document op het voorste dekblad gekopi­eerd worden.
Tip de [OK] toets aan op het
4
dekbladen instelscherm.
Ga terug naar het SPECIALE FUNCTIES scherm.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
5
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
49
Page 52
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
Z/W
OMKEREN
Z/W OMKEREN FUNCTIE
De Z/W OMKEREN functie wordt gebruikt om zwart en wit in een kopie om te draaien om een negatief beeld te creeren.
Origineel Z/W OMKEREN functie
Tip de toets aan en vervolgens de
1
[Z/W OMKEREN] toets in het speciale functies menuscherm.
De [Z/W OMKEREN] toets wordt geaccentu­eerd. De Z/W omkeren icoon ( ) verschijnt ook op het scherm om aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
2
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Wanneer de Z/W omkeren functie geselecteers is, wordt de belichtingsfunctie automatisch op TEKST ingesteld. Andere belichtingsfuncties kunnen niet worden ingesteld. Indien Z/W OMKEREN geannuleerd wordt, wordt de TEKST functie niet automatisch geannuleerd.
Over de volgende stappen
Indien de glasplaat wordt gebruikt, zie pagina 22. Indien de RSPF wordt gebruikt, zie pagina 23.
Opmerking
Om de Z/W omkeren functie te annuleren, tipt u opnieuw op de [Z/W OMKEREN] toets in het speciale functies scherm. (De toets wordt niet meer geaccentueerd.) (Zie het scherm van stap 1.)
50
Page 53
4
AANGEPASTE INSTELLINGEN
De aangepaste instellingen kunt u gebruiken om bepaalde instellingen van de machine aan uw eigen behoeftes aan te passen. De aangepaste instellingen bestaan uit de volgende instellingen:
TOTAAL TELLER ....................... Het aantal door het apparaat bewerkte pagina's wordt weergegeven. (p.53)
DISPLAY CONTRAST ................Wordt gebruikt om het contrast van het tiptoetsenpaneel af te stellen. (p.53)
LIJSTAFDRUK*
KLOK ..........................................Hiermee kunt u de datum en de tijd van de interne klok instellen. (p.53)
LADE-INSTELLINGEN ...............Wordt gebruikt om de instellingen voor de papiersoort en het papierformaat
Hoofdstuk 4
AANGEPASTE INSTELLINGEN
1
......................... Wordt gebruikt om een lijst met instellingen of lettertypes te printen. (p.53)
voor elke lade te configureren en om te selecteren of u wel of niet automatisch naar een andere lade over wilt schakelen met hetzelfde papierformaat als de lade leeg raakt tijdens continu printen. (p.53)
De volgende instellingen worden gedetailleerd beschreven in de gebruiksaanwijzing voor het faxtoestel.
ADRESREGELING*
ONTVANGSTFUNCTIE*
FAX DATA DOORSTUREN*
TOETSENBORD SELECTIE*
KEY OPERATOR
PROGRAMMA'S ......................... Instellingen voor de hoofdoperator (beheerders van de machine). Er ver-
1
*
De faxoptie of netwerkprinter functie meot geinstalleerd zijn.
2
*
De faxfunctie moet geïnstalleerd zijn.
3
*
De faxoptie of netwerkscanner functie moet geïnstalleerd zijn.
2
.................. Indien uw machine over deze functie beschikt, wordt deze instelling gebruikt
om faxnummers op te slaan voor automatisch kiezen. Er kunnen ook
2
........... Wordt gebruikt om de faxontvangstfunctie te selecteren (automatisch of
groepstoetsen en gebruikersindexen worden geprogrammeerd.
handmatig).
2
..... Dit wordt gebruikt om faxberichten die in het geheugen werden ontvangen
naar een andere bestemming te zenden.
3
...Wanneer u de fax- of netwerkscanner functie gebruikt, kunt u deze instelling
gebruiken om het lay-out van het toetsenbord in het letter invoerscherm te wijzigen. (p.53)
schijnt een toets voor deze instellingen in het menu met aangepaste instel­lingen. Voor een uitleg van deze instellingen, zie het handleiding key operator. (Voor een toelichting van de key operator programma's voor de faxoptie, zie de gebruiksaanwijzing voor het faxtoestel.)
51
Page 54
AANGEPASTE INSTELLINGEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ALGEMENE PROCEDURE VOOR AANGEPASTE INSTELLINGEN
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
1
toets aan.
Tip de toets van de gewenste
2
instelling aan. Het instelscherm verschijnt.
Alle aangepaste instellingen worden op de volgende pagina's toegelicht. De [LADE-INSTELINGEN] toets is in het volgende voorbeeld geselecteerd.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADEINSTEL.
KEUZE
TOETSENBORD
DISPLAY­CONTRAST
ADRESBEHEER
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
ONTVANGSTMODUS
VERLATEN
KLOK
DOORSTUREN
FAXDATA
Tip de [OK] toets aan in het
3
instelscherm om dit te sluiten.
Wanneer u de aangepaste instellingen
4
wilt verlaten tipt u de [VERLATEN] toets aan.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADEINSTEL.
KEUZE
TOETSENBORD
DISPLAY­CONTRAST
ADRESBEHEER
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
ONTVANGSTMODUS
VERLATEN
KLOK
DOORSTUREN
FAXDATA
Wanneer de [LADE-INSTELLINGEN] toets geselecteerd is, verschijnt het volgende scherm.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
LADE 1
LADE 2 NORMAAL PAPIER / B4
LADE 3
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
NORMAAL PAPIER / A3
• Wanneer er een checkbox naast een item
Opmerking
in het scherm verschijnt, tipt u de check­box ( ) aan om het item te selecteren. Er verschijnt een checkmarkering ( ) om aan te geven dat het item geselec­teerd is. In de bovenstaande instellingen kan lade 1 gebruikt worden voor de print-, kopieer­en faxfunctie. Lade 2 en 3 kunnen alleen voor de kopieerfunctie worden gebruikt.
• Voor een gedetailleerde toelichting van de lades, zie "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.19).
KOPIEREN
AFDRUKKEN
OK
FAX
1/3
52
Page 55
INSTELLINGEN
AANGEPASTE INSTELLINGEN
Totaal teller
De totaal teller toont de volgende tellingen:
• Totaal aantal kopieën en geprinte pagina's
• Aantal pagina's dat via de RSPF werd toegevoerd
• Aantal tweezijdige kopieën
• Aantal malen dat de nieteenheid werd gebruikt
• Aantal pagina's dat werd verzonden via de netwerk scanner functie
• Aantal verzonden en ontvangen faxpagina's
De tellingen die verschijnen zijn afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur.
• Elk blad papier met A3 (11" x 17") formaat of groter wordt als twee bladen geteld.
• Elk blad papier dat wordt gebruikt voor automatisch tweezijdig kopiëren wordt geteld als twee bladen (A3 (11" x 17") papier wordt geteld als vier bladen.).
Displaycontrast
Afstelling van het schermcontrast wordt gebruikt om het LCD tiptoetsenpaneel gemakkelijker te kunnen bekijken onder diverse lichtomstandigheden. Tip op de [LIGHTER] toets om het scherm lichter te maken of op de [DARKER] toets om het scherm donkerder te maken.
Toetsenbord selectie
Wanneer u de fax- of netwerkscanner functie gebruikt kunt u het lay-out van het toetsenbord dat in het letter invoerscherm verschijnt, veranderen. Selecteer het lay-out dat u het eenvoudigst lijkt.
De volgende drie toetsenbord configuraties zijn beschikbaar:
• Toetsenbord 1 (QWERTY configuratie)*
• Toetsenbord 2 (AZERTY...configuratie)
• Toetsenbord 3 (ABCDEF...configuratie) *
De standaardinstelling is "Toetsenbord 1".
(Voorbeeld: Letterinvoerscherm wanneer toetsenbord 3 geselecteerd is.)
NAAM
aa c d g h i j
k l m n o p q
t u v w x y z
feb
SPATIE
ANNULEREN
r s @
AB/ab 12#$
ABC
ÀÄÂ/àäâ
OK
abc
4
Lijst printen
Gebruik deze functie om de PRINTER TEST PAGINA, het FAXRAPPORT of de ZENDADRESSENLIJST te printen.
Klok
Hiermee kunt u de datum en de tijd van de interne klok instellen. De datum en de tijd worden gebruikt voor functies die datum- en tijdgegevens vereisen.
Lade-instellingen
De papiersoort, het papierformaat en de ingescha­kelde functies kunnen voor elke lade worden ingesteld. Automatische ladeomschakeling en uitschakelen van tweezijdig printen op briefhoofdpapier kan eveneens worden ingesteld. Zie pagina 19 en 20 voor details over het instellen van papiersoort en -formaat.
• Om te selecteren welke lades in de kopieer-, printer­en faxfuncties kunnen wordne gebruikt, seleceert u de checkboxen ( ) van de gewenste laden in elke functie.
• Wanneer er een lade leeg raakt tijdens een kopieer­proces, zal de automatische ladeomschakelings­functie automatisch de papierbron naar een andere lade omschakelen met hetzelfde papierformaat en dezelfde instellingen m.b.t. papiersoort. (De automatische ladeomschakelfunctie kan niet worden ingesteld voor de handinvoerlade.)
53
Page 56
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN
ACC.#- C
S
K OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN OPSLAA
A4
A3
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
MAAK SELECTIES. DRUK OP [OK] OM OP TE SLAAN EN OP [ANNULEREN] OM TE WISSEN.
A4
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
OM OP TE
E WISSEN.
ANNULEREN
A4
A3
OK
Indien u vaak dezelfde instellingen gebruikt voor kopieerbewerkingen kunt u deze instellingen in een opdrachtpro­gramma opslaan. Er kunnen max. 10 opdrachtprogramma's worden opgeslagen, die ook behouden blijven wanneer de stroom uitvalt. Door vaak gebruikte kopieerinstellingen te programmeren kunt u zich de moeite sparen elke keer de wanneer u kopieert de instellingen te selecteren.
Nadat een opdrachtprogramma is opgeslagen, zullen, indien er instellingen van de key operator programma's die gerelateerd zijn aan het opgeslagen programma verboden zijn, de gerelateerde instellingen in het opdrachtprogramma niet opgeroepen worden.
Wanneer het overschrijven van programma's verboden is in de key operator programma's, zal het niet mogelijk zijn om een opdrachtprogramma te overschrijven.
Om de geheugenfunctie opdrachtprogramma te verlaten, dient u de opdrachtgeheugenmodus te verlaten, op de [ALLES WISSEN] toets ( ) op het bedieningspaneel te drukken of de [VERLATEN] toets op het tiptoetsenpaneel aan te tippen.
OPSLAAN VAN EEN OPDRACHTPROGRAMMA
Druk op de [ ] toets.
1
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
2
Tip op een numerieke toets van 1 tot
3
10 op het geheugenvak dataopslag scherm.
Opmerking
Selecteer de kopieerinstellingen die u
4
Indien er een numerieke toets werd geselecteerd die al werd geprogrammeerd, verschijnt er een bevestigingsscherm. Om het bestaande programma te vervangen door het nieuwe programma, tipt u de [OPSLAG] toets aan en gaat u verder vanaf stap 4. Indien u het bestaande programma niet wilt vervangen, tipt u de [ANNULEREN] toets aan om terug te keren naar het bovenstaande scherm en selecteert u een andere numerieke toets.
in het programma op wilt slaan.
Het aantal kopieën kan niet worden opgeslagen.
Tip op de [OK] toets.
5
De geselecteerde instellingen worden opgeslagen onder het geheugenvaknummer dat werd geselecteerd in stap 3.
54
Page 57
AANGEPASTE INSTELLINGEN
ACC.#- C
S
WERKPROGRAMMA’S
DRUK OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN
ACC.#-C
ACC.#- C
S
VERLATEN
OPSLAAN/WISSEN
OPROEPEN OPSLAAN/WISSE
EEN WERKPROGRAMMA IS AL OPGESLAGEN. EEN ANDER PROGRAMMA OPSLAAN?
ANNULEREN WISSEN OPSLAAN
HET UITVOEREN VAN EEN OPDRACHTPROGRAMMA
Druk op de [ ] toets.
1
Tip de programmanummertoets aan
2
van het gewenste programma.
Het opdrachtprogramma wordt uitgevoerd. Een nummer waarvoor geen opdrachtprogramma werd opgeslagen kan niet geselecteerd wor­den.
Plaats het origineel, controleer het
3
origineelformaat en stel vervolgens het aantal kopieën en andere gewenste kopieerinstellingen in die niet in het programma zijn opgesla­gen. Wanneer u klaar bent, drukt u op de [START] toets ( ).
4
HET WISSEN VAN EEN OPGESLAGEN PROGRAMMA
Druk op de [ ] toets.
1
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
2
Selecteer het programmanummer dat
3
u wilt wissen.
Indien er een numerieke toets geselecteerd wordt, waarvoor geen opdracht­programma werd opge­slagen, ga dan verder naar stap 4 op de vorige pagina (voor het opslaan van een opdrachtpro­gramma).
Tip op de [WISSEN] toets.
4
Het geselecteerde pro­gramma wordt gewist en u keert terug naar het scherm van stap 3. Indien de [ANNULEREN] toets wordt aangetipt keert u terug naar het scherm van stap 3 zonder het pro­gramma te wissen.
Als u klaar bent met het wissen van programma's tip dan de [VERLATEN] toets aan in het scherm van stap 3 om het te verlaten.
55
Page 58
AUDIT FUNCTIE
ACC.#-C
S
ACC.#-C
ON LINE DATA
DATA
DATA
LINE
S
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is wordt er een telling bijgehouden van het aantal door elke account geprinte of gekopieerde pagina's (maximaal 100 accounts). De tellingen kunnen desgewenst worden bekeken.
Opmerking
functie en printerfunctie) in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
• Om in de printerfunctie te printen wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, voert u uw accountnummer in het installatiescherm van de printerbesturing op uw computer in.
KOPIEREN WANNEER DE AUDITFUNCTIE INGESCHAKELD IS
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt het volgende accountnummer invoerscherm.
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
-----
• De audit-functie kan ingeschakeld worden voor alle functies (kopieerfunctie, faxfunctie, netwerkscanner
Voer uw rekeningnummer (5 cijfers) in
1
met de numerieke toetsen.
Elk cijfer wordt aangegeven door een asterisk " ".
Wanneer de kopieerbewerking
2
voltooid is, druk dan op de [ACC.#-C] toets ( ).
Het scherm keert terug naar het accountnummer invoerscherm.
READY TO COPY.
SPEC.
FUNCTIES
ACCOUNTGEG. :GEMAAKT AANTAL: 000,000 RESTEREND AANTAL: 999,999
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
ORIGINEEL
A4
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
AUTO A4
100%
• Wanneer er een geldig accountnummer wordt ingevoerd, worden de kopieën die al voor deze rekening werden gemaakt enkele seconden lang op het oorspronkelijke scherm weergegeven.
• Als er een limiet werd ingevoerd in de key operator programma's voor het aantal kopieën dat door de account kan worden gemaakt, wordt het resterende aantal te maken kopieën weergegeven in het mededelingendisplay samen met het reeds gemaakte aantal kopieën. (Zie het "Handleiding key operator".)
56
Opmerking
• Om een onderbreken bewerking uit te voeren wanneer de auditfunctie ingescha­keld is, drukt u op de [ONDERBREKEN] toets ( ). Het accountnummer invoer­scherm verschijnt. Voer uw accountnum­mer in. Wanneer de onderbreken bewerking voltooid is dient u op de [ONDERBREKEN] toets ( ) of de [ALLES WISSEN] toets ( ) te drukken om de onderbreken functie te beëindigen.
• Indien er een verkeerd nummer werd ingevoerd in stap 1 verschijnt het account­nummer invoerscherm opnieuw. Wanneer ACCOUNT NUMMER VEILIG-
• HEID in het key operator programma inge­schakeld is (zie het "handboek voor de hoofdoperator."), verschijnt de volgende melding n de werking is gedurende 1 minuut geblokkeerd wanneer er drie maal achter elkaar een verkeerd account­nummer werd ingevoerd.
NEEM CONTACT OP MET KEY-OPERATOR VOOR HULP.
Page 59
5
Dit hoofdstuk beschrijft procedures voor het oplossen van problemen zoals het verhelpen van papierstoringen en onderhoudsprocedures zoals het vervangen van de tonercartridge en het reinigen van de machine.
DISPLAY MELDINGEN .................................................................................................................. 58
HET OPSPOREN VAN FOUTEN.................................................................................................... 60
Problemen met betrekking tot de werking van de machine
De machine werkt niet. De stroom is ingeschakeld maar kopiëren is niet mogelijk. 2-zijdig kopiëren is niet mogelijk. Het verkeerde papierformaat wordt weergegeven voor papier in de handinvoerlade. Een kopieeropdracht stopt voortijdig. Het contrast van het tiptoetsenpaneel is te hoog of te laag. Het beeld kan niet gedraaid worden. Het origineelformaat wordt niet automatisch geselecteerd, of het kopiëren vindt niet plaats op papier dat
overeenkomt met het origineelformaat. Het papierformaat voor een lade kan niet worden ingesteld. De volgorde van de kopieën is niet correct.. De bewerking wordt geannuleerd nadat de originelen werden gescand. Niet alle pagina’s werden gekopieerd. De RSPF kan niet worden gebruikt. Verlichting knippert.
Problemen met de papiertoevoer
Wanneer u papier gebruikt dat via de handinvoerlade wordt ingevoerd, is de kopieerafdruk scheef. Het papier uit de handinvoer loopt vast. Het papier loopt vast.
Problemen met de beeldkwaliteit
De kopieën zijn te licht of te donker. De tekst is niet duidelijk op de kopie. Een gedeelte van de kopieerafdruk is afgesneden. Blanco kopieën Het papier is gekreukeld of de kopieerafdruk laat los wanneer u over het oppervlak wrijft. De kopie zijn vlekkerig of vuil. Er verschijnen witte of zwarte strepen op de kopieën.
Hoofdstuk 5
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Problemen Pagina
60
61
62
63
PAPIERSTORING VERHELPEN.................................................................................................... 64
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE ................................................................................ 72
HET VERVANGEN VAN DE NIETJESPATROON.........................................................................73
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE NIETJES.................................................................................................. 74
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ..................... 74
HET REINIGEN VAN DE MACHINE............................................................................................... 75
GLASPLAAT EN ORIGINEELKLEP/RSPF .................................................................................................................. 75
PAPIERINVOERROL VAN DE HANDINVOER............................................................................................................ 75
57
Page 60
DISPLAY MELDINGEN
Wanneer er een van de volgende meldingen in het display verschijnt, dient u onmiddellijk de activiteiten uit te voeren die in de melding beschreven staan.
Melding Oorzaak en oplossing Pagina
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
ER IS EEN PAPIERSTORING OPGETREDEN.
TWEEZIJDIGE KOPIEEN KUNNEN NIET WORDEN GEMAAKT OP DIT SOORT PAPIER.
VERWIJDER PAPIER UIT DE <*>LADE.
SLUIT HET <**> DEKSEL. Het aangegeven deksel is open. Sluit het deksel. (<**> geeft aan
TREK HANDINVOERLADE UIT.
HET FORMAAT VAN DE OMSLA­GEN EN HET KOPIEERPAPIER MOET HETZELFDE ZIJN.
TONERNIVEAU IS LAAG. De tonercartridge moet binnenkort worden vervangen 72 VERVANG DE TONERCARTRIDGE. CONTROLEER DE TONER-
CARTRIDGE. ORIGINEELINVOER IS
UITGESCHAKELD. GESELECTEERDE LADE IS NIET
TOEGESTAAN. SELECTEER EEN ANDERE LADE.
CONTROLEER DE INSTELLING VAN HET PAPIERFORMAAT VAN LADE <***>.
VUL NIETJES AAN. De afwerkingeenheid heeft geen nietjes meer. Vervang de
VERWIJDER PAPIER UIT NIET­EENHEID-COMPILER.
HET GEHEUGEN IS VOL. DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN MET KOPIEREN OF [CA] OM TE ANNULEREN.
De auditfunctie is ingeschakeld. Voer uw accountnummer in.
Verhelp de papierstoring volgens de instructies in "PAPIERSTORING VERHELPEN".
Deze melding verschijnt wanneer u probeert 2-zijdige kopieën te maken op speciaal papier dat niet voor 2-zijdig kopiëren kan worden gebruikt. Annuleer 2-zijdig kopiëren of verander het papier.
De aangegeven uitvoerlade is vol. Verwijder de uitvoer uit de lade. (<*> geeft aan dat de lade vol is.)
dat het deksel open is.) Wanneer u vanuit de handinvoerlade kopieert, dient u ervoor te
zorgen dat de ladeverlenging is uitgetrokken.. Wanneer u een dekblad toevoegt, dient u papier in de handinvoer
te laden met hetzelfde formaat als het papier in de lade die voor het kopiëren werd gesorteerd.
De tonercartridge is bijna leeg. Vervang de tonercartridge. 72 Verzeker u ervan of de tonercartridge correct geïnstalleerd is.
De RSPF werd uitgeschakeld in de key operator programma's. Gebruik de glasplaat.
Dit verschijnt wanneer er een lade is geselecteerd die niet werd toegestaan in de "LADE-INSTELLINGEN" in de aangepaste instellingen.
De papierformaat instelling van de lade verschilt van het actuele papierformaat. Laad het correcte papierformaat. De lade wordt aangeduid in <***>.
nietjescartridge volgens de instructies in "HET VERVANGEN VAN DE NIETJESPATROON".
Het papier blijft achter in de compiler van de nieteenheid. Verwijder het papier.
Het geheugen raakt vol tijdens het scannen van de originelen. Druk op de [START] toets ( ) om de gescande originelen te kopiëren of druk op de [ALLES WISSEN] toets ( ) om de bewerking te annuleren.
56
64
27
18
48
72
22
53
17
73
70
-
-
-
58
Page 61
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Melding Oorzaak en oplossing Pagina
GESELECTEERDE LADE KAN NIET WORDEN GEBRUIKT.
CONTROLER DE NIETPOSITIE OF DE NIETSTORING.
(BEL WELDRA VOOR SERVICE.) Het is binnenkort tijd voor het periodieke onderhoud. Neem
(ONDERHOUD VEREIST) Het is tijd voor periodiek onderhoud. Neem contact op met uw
BEL SERVICEDIENST. CODE:
CONTROLEER ORIGINEEL FOR­MAAT.TAAK GESTOPT.
Neem contact op met uw erkende service vertegenwoordiger.
De nietjes zitten vast in de afwerkingeenheid of de nieteenheid is niet correct bevestigd. Controleer de nieteenheid. Wanneer de melding na het verwijderen van de nietstoring nog steeds wordt weergegeven, dient u de nieteenheid uit te schakelen met behulp van "UITSCHAKELEN VAN HET NIETAPPARAAT" in de key operator programma's (Zie het "Handleiding key operator.) of vraag uw erkende servicevertegenwoordiger.
contact op met uw erkende service vertegenwoordiger.
erkende service vertegenwoordiger. Schakel de stroom uit en vervolgens weer aan. Wanneer de
melding hierdoor niet uit gaat, dient u de 2-cijferige hoofdcode en de 2-cijferige subcode te noteren en direct contact op te nemen met uw erkende servicevertegenwoordiger.
Het origineel in de RSPF is langer dan het herkende formaat. Voer het origineel opnieuw in en controleer of het formaat dat op het tiptoetsenpaneel wordt weergegeven overeenkomt met het actuele formaat en begin vervolgens met kopiëren. U kunt ook de gemengde toevoer selecteren om p, op papier te kopiëren dat met elk formaat overeenkomt nadat alle originelen werden gescand.
-
74
-
-
-
-
5
59
Page 62
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Raadpleeg deze probleemoplossing voordat u de service belt, wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van de kopieermachine. Veel problemen kunnen namelijk eenvoudig door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de hoofdschakelaar uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de serviceleverancier wanneer u het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen. De volgende problemen zijn gerelateerd aan de algemene werking van de machine en het kopiëren. Voor problemen die verband houden met de printer-, fax- en netwerkscanner functies, zie de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen.
Problemen met betrekking tot de werking van de machine
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De machine werkt niet.
De stroom is ingeschakeld maar kopiëren is niet mogelijk.
2-zijdig kopiëren is niet mogelijk.
Het verkeerde papierformaat wordt weergegeven voor papier in de handinvoerlade.
Een kopieeropdracht stopt voortijdig.
Het contrast van het tiptoetsenpaneel is te hoog of te laag.
Het beeld kan niet gedraaid worden.
Hoofdschakelaar staat op OFF.
Zet de hoofdschakelaar op ON.
De machine is in de opwarmfase.
De machine heeft ongeveer 23 seconden nodig om op te warmen nadat de
aan-/uitschakelaar werd ingeschakeld. Tijdens het opwarmen kunnen de kopieerinstellingen worden geselecteerd, kopieën is echter niet mogelijk. Wacht tot "GEREED OM TE KOPIEREN." verschijnt.
Het papier is op.
Laad papier.
Toner is op.
Vervang de tonercartridge.
Er is een papierstoring opgetreden.
Verwijder het vastgelopen papier.
Het apparaat staat in de automatische stroom-uitschakel-stand.
Indien alleen de [START] toets ( ) knippert, is de automatische
stroom-uitschakel-stand geactiveerd. Druk op de [START] toets ( ) om de machine in de normale werking terug te zetten.
De kopieerfunctie is niet geselecteerd.
Druk op de [KOPIEREN] toets om de kopieerfunctie te selecteren.
Automatisch 2-zijdig kopiëren werd geprobeerd op papier dat niet geschikt is voor 2-zijdig kopiëren.
Tweezijdig kopiëren is niet mogelijk op speciaal papier. Gebruik papier dat
geschikt is voor automatisch tweezijdig kopiëren.
Tweezijdig kopiëren is geblokkeerd in de key operator programma's.
Wijzig de instelling in de key operator programma's om tweezijdig kopiëren
toe te staan.
De verlenging van de handinvoerlade is niet uitgetrokken.
Om het papierformaat correct te kunnen herkennen moet de verlenging van
de handinvoerlade uitgetrokken zijn wanneer er papier wordt geladen.
De kopie-uitvoerlade is vol, zodat de lade vol sensor geactiveerd wordt. verder kopiëren is pas mogelijk nadat de pagina's verwijderd werden.
Verwijder de pagina's uit de uitvoerlade.
Het displaycontrast werd niet afgesteld.
Stel het contrast af met behulp van "DISPLAYCONTRAST" in de
aangepaste instellingen.
Er werd geen automatische papierselectie noch auto beeldfunctie geselecteerd.
De rotatie kopieerfunctie functioneert alleen wanneer de automatische
papierselectiefunctie of de automatische beeldfunctie geselecteerd is.
Rotatie kopiëren is geblokkeerd in de key operator programma's.
Wijzig de instelling in de key operator programma's om rotatie kopiëren toe
te staan.
13
13
17
72
64
14
10
27
Handlei­ding key operator
18
-
53
25, 30
Handlei­ding key operator
60
Page 63
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Het origineelformaat wordt niet automatisch geselecteerd, of het kopiëren vindt niet plaats op papier dat overeenkomt met het origineelformaat.
Het papierformaat voor een lade kan niet worden ingesteld.
De volgorde van de kopieën is niet correct.
De bewerking wordt geannuleerd nadat de originelen werden gescand.
Niet alle pagina’s werden gekopieerd.
De RSPF kan niet worden gebruikt.
Verlichting knippert.
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
De origineelklep/RSPF werd niet geheel geopend toen het origineel op de glasplaat werd geplaatst.
Open de origineelklep/RSPF volledig, plaats het origineel op de glasplaat
en sluit de RSPF.
Het origineel bevat grote zwarte gedeeltes.
Indien het origineel grote zwarte gedeeltes bevat, zal het origineelformaat
niet automatisch herkend worden. Gebruik de [SPECIALE FUNCTIES] toets om het origineelformaat te selecteren.
Het origineel is kleiner dan A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat.
Wanneer het origineel kleiner is dan A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan het
formaat niet worden herkend. Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan om het gewenste papierformaat te selecteren.
Het origineel heeft geen standaardformaat.
Wanneer het origineel geen standaardformaat heeft, kan het formaat niet
herkend worden. Selecteer het dichtstbijzijnde standaard origineelformaat of gebruik de [PAPIERFORMAAT] toets om het gewenste papierformaat te selecteren.
Er wordt een kopieerbewerking, printbewerking uitgevoerd of een ontvangen faxbericht wordt geprint.
Stel het correcte papierformaat in nadat het printen is voltooid.
De werking is tijdelijk gestopt omdat de lade leeg is of omdat er een papierstoring is opgetreden.
Laad papier of verhelp de papierstoring, beëindig de kopieerbewerking en
stel vervolgens het papierformaat in.
Tijdens een onderbekende kopieeropdracht.
tel het papierformaat in nadat de onderbrekende kopieeropdracht is
beëindigd.
Er is een papierstoring opgetreden.
Verwijder het vastgelopen papier.
De papierlade instellingen zijn geblokkeerd in de key operator programma's.
Wijzig de instelling in de key operator programma's om papierlade
instellingen toe te staan.
De originelen werden in de verkeerde volgorde geplaatst.
Wanneer u de glasplaat gebruikt, dient u de originelen één voor één te
scannen beginnend bij de eerste pagina. Wanneer u de RSPF gebruikt, voert u de originelen in met de eerste pagina boven en met de printzijde omhoog.
Het geheugen raakte vol terwijl de originelen werden gescand.
Wanneer u een functie gebruikt zoals inbindkopie of multishot waar alle
originele pagina's in het geheugen worden gescand voor het kopiëren begint, zal het scannen stoppen en het kopiëren vindt niet plaats wanneer het geheugen vol is. U kunt het aantal in het geheugen gescande pagina's vergroten door meer geheugencapaciteit te installeren.
Het geheugen raakte vol terwijl de originelen werden gescand.
Wanneer het geheugen vol wordt tijdens het scannen van de originelen kunt
u de bewerking voortzetten en alleen de gescande originelen printen of u kunt de bewerking annuleren. Wanneer u de bewerking voortzet worden er alleen kopieën gemaakt van de gescande originelen en kunnen alle kopieën dus niet tegelijkertijd gekopieerd worden.
Het gebruik van de RSPF werd geblokkeerd in de key operator programma's.
Schakel het gebruik van de RSPF in, in de key operator programma's.
Indien er een verlichting op dezelfde contactdoos is aangesloten kan het licht gaan knipperen.
Sluit het apparaat aan op een contactdoos die niet voor andere elektrische
apparatuur wordt gebruikt.
-
47
22
22, 47
-
19, 64
34
64
Handlei­ding key operator
23
76
-
Handlei­ding key operator
4
5
61
Page 64
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Problemen met de papiertoevoer
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen
overschrijdt het maximum aantal. Wanneer u papier gebruikt dat via de handinvoerlade wordt inge­voerd, is de kopieerafdruk scheef.
Het papier uit de handinvoer loopt vast.
Het papier loopt vast.
Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat
van het geladen papier.
Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen
papier.
De instelling van de papiersoort is niet correct.
Wanneer u speciaal papier gebruikt, dient u erop te letten dat u
de correcte papiersoort instelt.
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen
overschrijdt het maximum aantal.
Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat
van het geladen papier.
Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen
papier.
Het papier is buiten het vastgelegde formaat en
gewichtbereik.
Gebruik papier binnen het gespecificeerde bereik.
Het papier is gekruld of vochtig.
Gebruik geen omgekruld of gekrompen papier. Vervang het door
droog papier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Het papier is niet behoorlijk geladen.
Zorg ervoor dat het papier behoorlijk wordt geladen.
Er blijven stukjes papier achter in de machine.
Verwijder alle stukjes vastgelopen papier.
De vellen papier plakken aan elkaar vast.
Waaier het papier goed voor u het in de lade plaatst.
15
18
20
15
18
15
79
17
64
17
62
Page 65
Problemen met de beeldkwaliteit
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Het beeld van het origineel is te licht of te donker.
Selecteer de correcte origineelsoort in de belichtingsinstelling en
stel de kopieerbelichting af.
De kopieerbelichting staat op "AUTO".
Het "BELICHTING AFSTELLEN" key operator programma kan
De kopieën zijn te licht of te donker.
De tekst is niet duidelijk op de kopie.
Een gedeelte van de kopieerafdruk is afgesneden.
Blanco kopieën
Het papier is gekreukeld of de kopieerafdruk laat los wanneer u over het oppervlak wrijft.
De kopie zijn vlekkerig of vuil.
Er verschijnen witte of zwarte strepen op de kopieën.
worden gebruikt om het belichtingsniveau af te stellen dat wordt gebruikt voor "AUTO" belichting. Raadpleeg de beheerder van de machine.
Het origineelsoort dat het meest geschikt is voor het
origineel wis niet geselecteerd in het instelscherm
voor de kopieerbelichting.
Wijzig het origineelsoort op "AUTO", of selecteer handmatig het
de meest geschikte instelling voor het origineelsoort.
De correcte origineelsoort werd niet ingesteld in het
instelscherm voor de kopieerbelichting.
Wijzig de instelling voor de origineelsoort op "TEKST".
Het origineel was in de verkeerde positie geplaatst.
Plaats het origineel in de juiste stand. Wanneer u de glasplaat
gebruikt, plaatst u het origineel aan de uiterste linker zijde.
Er werd geen geschikte factor voor het
origineelformaat en papierformaat geselecteerd.
Gebruik de automatische factorselectie om de correcte
kopieerfactor te krijgen.
De papierformaat instelling van de lade werd niet
veranderd toen er een ander papierformaat werd
geladen.
Let erop dat u de papierformaat instelling wijzigt wanneer u een
ander papierformaat in de lade plaatst.
Er wordt een inch papierformaat gebruikt.
Wanner u kopieerpapier met een inchformaat gebruikt, dient u
het origineelformaat handmatig in te stellen.
Het origineel is niet met de printzijde omhoog in de
RSPF of met de printzijde omlaag op de glasplaat
geplaatst.
Plaats het origineel met de printzijde omhoog in de RSPF of met
de printzijde omlaag op de glasplaat.
Het papier is buiten het vastgelegde formaat en
gewichtbereik.
Gebruik papier binnen het gespecificeerde bereik.
De instelling van de papiersoort is niet correct.
Stel de correcte papiersoort in. Om de papiersoort voor een lade
in te stellen, zie "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN".
Het papier is gekruld of vochtig.
Gebruik geen omgekruld of gekreukeld papier. Vervang het door
droog papier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
De glasplaat of de onderkant van de RSPF is vuil.
Regelmatig reinigen.
Het origineel is vlekkerig of vuil.
Gebruik een schoon origineel.
De scanplaat van de RSPF is vuil.
Reinig de lange smalle scanplaat.
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
29
Handlei­ding key operator
29
29
22, 23
31
19
5
47
22, 23
15
19, 20
79
75
-
75
63
Page 66
PAPIERSTORING VERHELPEN
Wanneer er een papierstoring optreedt tijdens het kopiëren zal de melding "PAPIERSTORING IS OPGETREDEN." verschijnen op het tiptoetsenpaneel en het printen zal stoppen.
Wanneer het papier scheurt tijdens het verwijderen dient u alle stukjes te verwijderen. Let erop dat u de fotogeleidende drum niet aanraakt terwijl u de stukjes papier verwijdert. Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
Stel eerst vast waar de papierstoring is opgetreden
1
ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN.
1
2
3 4 5
6
INFORMATIE
Papierstoring in de RSPF (p.65)
2
Papierstoring in de afwerkingeenheid (p.70)
3
Papierstoring in de machine ((p.66), (p.67))
4
Papierstoring in de handinvoerlade (p.66)
5
Papierstoring in de bovenste papierlade (p.68)
6
Papierstoring in de onderste papierlade (p.69)
Opmerking
Indien d e faxoptie geïnstalleerd is worden alle ontvangen faxberichten in het geheugen opgeslagen. De faxberichten worden automatisch geprint nadat de papierstoring verholpen is.
BEGELEIDING BIJ HET VERHELPEN VAN PAPIERSTORINGEN.
De begeleiding bij het verhelpen van papierstoringen kan worden weergegeven door op de [INFORMATION] toets op het bedieningspaneel te tippen nadat er een papierstoring is opgetreden:
INFORMATIE
64
Page 67
PAPIERSTORING IN DE RSPF
Deksel documentinvoer
Document transportdeksel
Knop document transportdeksel
Beweegbaar onderdeel
Omkeerlade
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Verwijder het vastgelopen origineel.
1
Controleer de onderde-
A
C
len A, B en C in de afbeelding op de vol­gende pagina en verwij-
B
der het vastgelopen origineel.
Onderdeel A
Open de klep van de invoerrol en verwijder het vastgelopen origineel uit de origineel invoerlade. Sluit de klep van de invoerrol.
Onderdeel B
Open de RSPF en draai de ontgrendelrol in de richting van de pijl om het origineel uit te voeren. Sluit de RSPF en verwij-
Wals
Indien er een klein origineel (A5 (5-1/2" x 8-1/2"), etc.) is vastgelopen of er papier vastloopt in de omkeerlade van de RSPF, til dan de knop van het deksel van de transportrol op en verwijder het origineel.
der het origineel voor­zichtig.
Wanneer het vastgelo­pen origineel niet verwij­dert kan worden, open dan de klep van de trans­portrol(onderstaand) en draai de ontgrendelrol opnieuw.
Onderdeel C
Verwijder het vastgelo­pen origineel uit het uit­voergedeelte.
Wanneer het vastgelopen origineel niet eenvoudig uit het uitvoergedeelte kan worden verwijderd, open dan het beweegbare onderdeel van de origineelinvoer, verwijder de omkeerlade en verwijder vervolgens het origineel.
Opmerking
Open en sluit de RSPF om de
2
Na het verwijderen van een vastgelopen ori­gineel uit het uitvoergedeelte, dient u de omkeerlade weer stevig op het uitvoerge­deelte te plaatsen (Wanneer de RSPF geïnstalleerd is.).
papierstoring melding op het tiptoetsenpaneel te verwijderen.
De melding kan ook gewist worden door de deksels van de invoerrol en de transportrol te ope­nen en weer te sluiten.
Nadat de papierstoring
verholpen is en de melding werd gewist verschijnt er een melding wordt meegedeeld hoeveel originelen u opnieuw in de RSPF moet invoeren.
5
Voer de originelen die nog moeten
3
worden gescand opnieuw in( inclusief het origineel dat werd gescand toen de papierstoring optrad.), en druk op de [START] toets( ).
Het kopiëren van de resterende originelen wordt voortgezet.
65
Page 68
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
1
Open en sluit de zijklep.
2
papier.
Let erop dat de papier-
storingsmelding wordt
gewist.
De melding kan ook wor-
den gewist door het front-
deksel te openen en te
sluiten.
Indien de melding niet
wordt gewist, zie "A.
Papierstoring in het
papiertoevoergedeelte".
PAPIERSTORING IN DE MACHINE
Bepaal de plaats van de papierstoring en verwijder het vastgelopen papier zoals beschreven in de afbeelding hieronder.
Indien hier een papierstoring optreedt, ga dan naar "B". Papierstoring in het fuseergedeelte. (p. 67)
Indien hier een papierstoring optreedt, ga dan naar "A". Papierstoring in het papier invoergedeelte. (hieronder)
A. Papierstoring in het papiertoevoergedeelte
Open de handinvoerlade en de zijklep.
1
Druk voorzichtig op beide zijden van
2
de voorklep en trek deze open.
Verwijder het vastgelopen papier
3
voorzichtig. Draai de draaiknop van de rol in de richting van de pijl om het verwijderen te vergemakkelijken.
Walsdraaiknop
Attentie
Let op dat u het
vastgelopen papier
tijdens het verwijderen
niet scheurt.
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet aan bij het verwijderen van vastgelopen papier. Anders kunt u brandwonden of ander letsel oplopen.
66
Waarschuwing
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte) bij het verwijderen van het vastgelopen papier. Anders kan de drum beschadigd raken en kunnen er vlekken op de kopieën komen.
Page 69
Sluit het frontdeksel en de zijklep.
Walsdraaiknop
4
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt gewist.
B: Papierstoring in het fuseergebied
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Open de handinvoerlade en de zijklep.
1
Druk voorzichtig op beide uiteinden
2
van de voorplaat.
Draai de draaiknop van de rollen in de
3
richting van de pijl
Indien u het vastgelopen papier in stap
5
4 niet kon verwijderen, haal dan de ontgrendelingen van de fuseereenheid naar beneden op de papiergeleider te openen en verwijder dan het vastgelopen papier.
• Raak de fotogeleidende drum niet aan
Waarschuwing
(groene gedeelte) bij het verwijderen van het vastgelopen papier. Anders kan de drum beschadigd raken en kunnen er vlekken op de kopieën komen.
• Zorg ervoor dat de losse toner op het vastgelopen papier uw handen of kleren niet bevuilt.
5
4
Ontgrendelhendels fuseereenheid
Haal de ontgrendeling van de fuseereenheid omhoog en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
Attentie
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet aan bij het verwijderen van vastgelopen papier. Anders kunt u brandwonden of ander letsel oplopen.
Sluit de fuseer
6
en druk de ontgrendelingen omlaag.
Sluit het frontdeksel en de zijklep.
7
eenheid
papiergeleider
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt gewist.
67
Page 70
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE MIDDELSTE LADE
Verwijder het papier door het in de middelste lade te trekken.
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE
Controleer of er geen vastgelopen papier in de machine zit voor u de lade eruit trekt. (p.66)
Til de bovenste lade omhoog, en trek
1
hem eruit. Verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelo­pen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
plaats de bovenste papierlade terug.
2
Duw de bovenste lade er helemaal in.
Open en sluit de zijklep.
3
Let erop dat de papier­storingsmelding wordt gewist. De melding kan ook worden gewist door het frontdeksel te openen en te sluiten.
68
Page 71
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE
Controleer of er geen vastgelopen papier in de machine zit voor u de lade eruit trekt. (p.66)
gebruik de volgende procedure om papierstoringen te verhelpen die optreden in de 500-vel papierinvoereenheid of de 2 x 500-vel papierinvoereenheid.
Open de onderste zijklep.
1
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Let op dat u het vastgelo­pen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Wanner u het papier niet kunt zien
3
nadat u stap 2 heeft uitgevoerd, til dan de onderste papierlade op en trek hem eruit en verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelo­pen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Plaats de onderste papierlade terug.
4
Duw de onderste lade er helemaal in.
Sluit de onderste zijklep.
5
Let erop dat de papier­storingsmelding wordt gewist.
5
69
Page 72
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN.
PAPIERSTORING IN HET BOVENSTE UITVOERGEDEELTE (wanneer er een sorteerlade of afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is)
Indien er een sorteerlade of afwerkingeenheid geïnstalleerd is kan er een papierstoring optreden in het bovenste uitvoergedeelte.
Open de bovenste rechter zijklep.
1
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
2
papier.
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het verwijderen niet scheurt.
Sluit de bovenste rechter zijklep.
3
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt gewist.
PAPIERSTORING IN EEN UITVOERLADE (wanneer er een afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is).
INFORMATIE
Pak de handgreep van het deksel van
1
de nietcompiler vast en trek hieraan om het deksel te openen.
Verwijder eventueel vastgelopen
2
papier uit het transportgedeelte.
70
Page 73
Indien er sorteren-nieten wordt uitge-
3
voerd, open dan de papiergeleider en verwijder eventueel vastgelopen papier uit de nietcompiler.
Sluit het deksel van de nietcompiler.
4
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Indien de offsetlade wordt gebruikt,
5
verwijder dan eventueel vastgelopen papier uit de offsetlade.
Wanneer de bovenste lade wordt
6
gebruikt, open dan het bovenste dek­sel, verwijder eventueel vastgelopen papier en sluit het deksel weer.
Let erop dat de papier­storingsmelding wordt gewist.
5
71
Page 74
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE
Handle
Toner cartridge lock release lever
Om te controleren hoeveel toner er nog is in de tonercartridge (p.74), houdt u de [KOPIEREN] toets ingedrukt De hoeveelheid resterende toner verschijnt op het display. Wanner er minder dan 25% toner over is, bezorg dan zo snel mogelijk een nieuwe tonercartridge. Wanneer "TONERNIVEAU IS LAAG" in het display verschijnt, dient u een nieuwe cartridge bij de hand te hebben om de tonercartridge op ieder moment te kunnen vervangen wanneer er te kort toner over is. Wanneer "VERVANG DE TONERCARTRIDGE." in het tiptoetsenpaneel verschijnt moet de tonercartridge worden vervangen. Volg deze stappen op om de cartridge te vervangen.
Opmerking
Druk voorzichtig op beide zijden van
1
Wanner u een lang kopieerproces uitvoert of originelen met veel zwarte gedeeltes kopieert, kan "TONER WORDT BIJGEVULD." in het tiptoetsenpaneel verschijnen en kan het kopiëren stoppen hoewel er nog toner in de tonercartridge is. Wanneer dit gebeurt, wordt de toner bijgevuld. Het bijvullen duurt ongeveer twee minuten. Wanneer de [START] toets ( ) gaat branden, druk dan op de [START] toets ( ) om het kopiëren te hervatten.
de voorklep en trek deze open.
Trek de tonerpatroon er voorzichtig
2
uit terwijl u op de ontgrendelings­hefboom drukt.
Ontgrendelhendel tonercartridge
Wanneer u de tonercar­tridge eruit trekt, plaats dan uw andere hand op het groene gedeelte van de cartridge.
Terwijl u tegen de
4
ontgrendelingshefboom duwt voert u de tonercartridge voorzichtig langs de geleiders tot deze vastklikt.
Handgreep
Opmerking
Neem de tonercartridge uit de zak.
3
• Na het verwijderen van de tonerpatroon mag u deze niet meer schudden of erop kloppen. Anders kan er toner uit de patroon lekken. Doe de oude cartridge onmiddellijk in de zak die waarin de nieuwe cartridge werd geleverd.
• Verwijder de oude tonercartridge volgens de plaatselijke voorschriften.
Pak beide uiteinden van de cartridge vast en schudt deze ongeveer 20 keer horizontaal heen en weer. Na het schudden van de cartridge, verwijdert u de tape.
Ongeveer 20 keer
Sluiter
Tape
Pak de cartridge aan de handgreep vast. Houd de cartridge niet aan de sluiter vast. Schud de cartridge alleen voordat het zegel wordt verwijderd.
Opmerking
Verwijder het plakband van de sluiter.
5
Wanneer er vuil of stof aan de tonercartridge plakken, dient u dit te verwijderen voor u de cartridge installeert.
Trek de sluiter uit de tonerpatroon zoals getoond in de afbeelding.
Gooi de sluiter weg.
Sluit het frontdeksel.
6
72
Page 75
HET VERVANGEN VAN DE NIETJESPATROON
(wanneer de afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is).
Wanneer de melding "VUL NIETJES AAN." verschijnt, dient u de nietjescartridge als volgt te vervangen:
Open het deksel van de nieteenheid.
1
Pak het groene gedeelte van de
2
nietjesbox vast en verwijder de nietjesbox uit de nieteenheid.
Verwijder de nietjescartridge uit de
3
nietjesbox.
Verwijder het plakband van de
5
cartridge.
Plaats de nietjesbox in de neteenheid
6
tot deze ineenklikt.
Sluit het deksel van de nieteenheid.
7
5
Plaats een nieuwe nietjescartridge in
4
de box tot deze op zijn plaats vastklikt.
Voer de nieuwe cartridge in door de pijlen op de cartridge op één lijn te brengen met die op de box. Controleer of de cartridge vastgeklikt is door er zachtjes aan te trekken.
73
Page 76
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
TOTALE UITVOER: 0,123,456 TONERHOEVEELHEID: 100-75%
A4
A3
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE NIETJES
Wanneer er nietjes in de nieteenheid vast zitten, verschijnt de melding "CONTROLEER NIETPOSITIE OF NIETSTORING." Volg deze stappen op om de vastzittende nietjes te verwijderen.
Open het deksel van de nieteenheid.
1
Pak het groene gedeelte van de
2
nietjesbox vast en verwijder de nietjesbox uit de nieteenheid.
Trek de hefboom aan het eind van de
3
nietjesbox omhoog en verwijder de vastzittende nietjes.
Zet de hefboom terug in de originele
4
positie.
Plaats de nietjesbox in de neteenheid
5
tot deze ineenklikt.
Sluit het deksel van de nieteenheid.
6
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU
Het resterende tonerniveau en de totale uitvoertelling kunnen op de onderstaande wijze worden weergegeven.
De uitvoertelling toont de gecombineerde hoeveelheden van uitgevoerde kopieer- fax- en printerfuncties.
Controle van de totale uitvoertelling en tonerniveau
Houd de [KOPIEREN] toets ingedrukt. De totale uitvoertelling verschijnt in het display terwijl u deze toets ingedrukt houdt.
Opmerking
74
Elke A3 (11" x 17") pagina wordt als twee pagina's geteld. Tweezijdige pagina's worden ook als twee pagina's geteld.
De hoeveelheid verbruikte toner is afhankelijk van de gebruiksvoorwaarden en de soorten originelen die gekopieerd werden. Het tonerniveau display kan slechts al geschatte richtlijn worden gebruikt.
Page 77
HET REINIGEN VAN DE MACHINE
Scanglasplaat voor RSPF
GLASPLAAT EN ORIGINEELKLEP/RSPF
Wanneer de glasplaat, de origineelklep/RSPF of de scanplaat voor originelen die via de RSPF worden toegevoerd (het lange smalle glazen oppervlak aan de rechterkant van de glasplaat) vuil worden, kan het vuil op de kopieën verschijnen. Houd deze onderdelen steeds schoon. Vlekken of vuil op de glasplaat/origineelklep/RSPF worden eveneens gekopieerd. Veeg de glasplaat, de origineelklep, de RSPF en het scanvenster af met een zachte schone doek. Maak de doek indien noodzakelijk vochtig met water. Gebruik geen verdunner, benzeen of soortelijke agressieve reinigingsmiddelen.
Attentie
Spuit er geen ontvlambaar reinigingsgas op. Het gas van de gasspray kan in aanraking komen met het interne elektrische circuit of met hete onderdelen van de fuseereenheid, waardoor er gevaar voor brand of elektrische schokken bestaat.
Oppervlak van de glasplaat Onderkant van de origineelklep/RSPF
Scanplaat
PAPIERINVOERROL VAN DE HANDINVOER
5
Indien er vaak papierstoringen ontstaan bij het toevoeren van enveloppen of ander dik papier via de handinvoerlade, deint u de papierinvoerrol bij de invoersleuf van de handinvoerlade met een schone, zachte doek af te vegen, die vochtig werd gemaakt met alcohol of water.
Papierinvoerrol handinvoerlade
75
Page 78
6
Hoofdstuk 6
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
In dit hoofdstuk wordt de randapparatuur en de voorraden beschreven. Voor het bestellen van randapparatuur en voorraden neemt u contact op met uw erkende servicevertegenwoordiger.
RANDAPPARATUUR
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N) zie pagina 77. 500-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-D21) zie pagina 78. 2 x 500-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-D22) zie pagina 78. DOCUMENTDEKSEL (AR-VR6) TOEVOER ENKELE BLADEN EN OMKEERFUNCTIE (AR-RP7) zie pagina 79. SORTEERLADE (AR-TR3)
Hiermee kunt u de uitvoer per functie van elkaar scheiden (kopieën, printer, etc.).
PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17)
Hierdoor kunt u de machine gebruiken als netwerkprinter. PRINT SERVERKAART (AR-NC5J)*
Deze optionele uitbreidingskit voegt de netwerkprinter functie toe (10/100 BASE-TX). PS3 UITBREIDINGSKIT (AR-PK1)*
Deze kit levert u compatibiliteit met PostScript 3. BARCODE FONTKIT (AR-PF1)*
Deze set lettertypes maakt het printen van barcodes mogelijk. NETWERKSCANNER UITBREIDINGSKIT (AR-NS2)*
Hierdoor kunt u de machine gebruiken als netwerkscanner.
FAX UITBREIDINGKIT (AR-FX7)
Hierdoor kunt u de machine als faxtoestel gebruiken.
8MB FAX GEHEUGEN (AR-MM9)
Het afdrukgeheugen kan worden vergroot door het installeren van het optionele fax uitbreidingsgeheugen.
256MB OPTIONEEL GEHEUGEN (AR-SM5) 512MB OPTIONEEL GEHEUGEN (AR-SM6)
Er kan extra geheugen in de machine wordne geinstalleerd. Er bevinden zich twee DIMM sleuven in de machine en het geheugen kan worden uitgebreid tot maximaal 1056 MB.
1
1
1
2
*1Hiervoor is de installatie van de PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17) nodig.
2
*
76
Hiervoor is de installatie van de PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17) en 128MB extra geheugencapaciteit noodzakelijk.
Opmerking
• Een in de handel gebruikelijke 64/128/256/512MB (de 168 pin SDRAM DIMM) geheugenmodule kan worden gebruikt om het geheugen in deze eenheid te vergroten. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met uw erkende service vertegenwoordiger.
• Sommige opties zijn eventueel niet verkrijgbaar in sommige laden en regio's.
Page 79
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N)
Wanneer er een optionele afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is, kan de machine de gesorteerde kopieën automatisch nieten. Elke samengevoegde set kopieën of groep kopieën kan verplaatst van de vorige set worden gedeponeerd. (Offsetfunctie (p.35))
Namen van de onderdelen
Offsetlade
Technische gegevens
Bovenste deksel
Bovenste lade
Deksel nieteenheid
Deksel van de compiler van de nieteenheid
AR-FN5N
Capaciteit van de lade
Papierformaat
Offset Ongeveer 27 mm (1") Geschikt papierformaat
voor het nieten Nietcapaciteit 30 vel (80 g/m2 (21 lbs.)) Stroomvoeding afgenomen van de machine Gewicht Ongeveer 19 kg (42 lbs.)
Afmetingen Uitgangszone
Opmerking
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in individuele machines ontstaan.
Bovenste lade 100 vel Offsetlade 1.000 vel (500 vel bij een formaat dat groter is dan A4 (8-1/2" x 11"))
Formaat
Gewicht 52 g/m
B5, A4, A4R, B4, A3 (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14", 11" x 17")
Compiler van de nieteenheid
Bovenste lade: A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") Offsetlade: B5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17")
2
470 mm (B) x 511 mm (D) x 540 mm (H) (18-33/64" (B) x 20-1/8" (D) x 21-17/64" (H))
562 mm (B) x 444 mm (D) x 109 mm (H) (22-9/64" (B) x 17-31/64" (D) x 4-19/64" (H))
6
tot 128 g/m2 (14 lbs. tot 34 lbs.)
77
Page 80
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
500-VEL PAPIERINVOEREENHEID/ 2 x 500-VEL PAPIERINVOEREENHEID
Deze papierinvoereenheden zijn geschikt voor het maken van grote aantallen afdrukken en beiden een ruimere keuze in bestaande kopieerformaten. De AR-D21 is voorzien van een 500-vel papierinvoereenheid en de AR-D22 bevat twee 500-vel papierinvoerladen.
Namen van de onderdelen
500 VEL PAPIERINVOEREENHEID
(AR-D21)
Lade
Technische gegevens
AR-D21 AR-D22
Papier
Papiercap aciteit
Formaat B5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17") Gewicht 56 g/m2 tot 105 g/m2 (15 lbs. tot 28 lbs.) Bovenste
lade Onderste
lade
500 vel 500 vel
Zijklep
2x500 VEL PAPIERINVOEREENHEID
(AR-D22)
Zijklep
Lade
—500 vel
Gewicht Ongeveer 6,1kg (13,5 lbs.) Ongeveer 11,8kg (26,1 lbs.)
Afmetingen
Stroomvoeding afgenomen van de machine
Opmerking
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in individuele machines ontstaan.
596 mm (B) x 498 mm (D) x 97 mm (H) (23-15/32" (B) x 19-39/64" (D) x 3-53/64" (H))
596 mm (B) x 498 mm (D) x 194 mm (H) (23-15/32" (B) x 19-39/64" (D) x 7-53/64" (H))
78
Page 81
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
TOEVOER ENKELE BLADEN EN OMKEERFUNCTIE
De toevoer enkele bladen en omkeereenheid (RSPF) kan automatisch documenten met meerdere pagina's invoeren. Wanneer de RSPF geïnstalleerd is, kunnen tweezijdige kopieën automatisch gekopieerd worden zonder dat u deze met de hand moet omdraaien.
Namen van de onderdelen
Originele geleidingen
Documentinvoerlade
Uitgang
Documentinvoerdeksel
Knop documentdoorvoerdeksel
Omkeerlade
Technische gegevens
AR-RP7
2
Gewicht
Geschikte originelen
Stroomvoeding afgenomen van de machine Te herkennen origineelformaten A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") Gewicht Ongeveer 7,9 kg (17,4 lbs.)
Afmetingen
Formaat A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") Capaciteit Tot 100 vel (dikte 13 mm (33/64) of minder)
35 g/m 52 g/m
586 mm (B) x 457 mm (D) x 145 mm (H) (22-61/64" (B) x 17-9/64" (D) x 5-1/4" (H))
tot 128 g/m2 (9 lbs. tot 34 lbs. )
2
tot 105 g/m2 (14 lbs. tot 28 lbs.) voor tweezijdige originelen)
Documentdoorvoerdeksel
Opmerking
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in individuele machines ontstaan.
HET BEWAREN VAN VOORRADEN
Standaard onderdelen voor dit product, die door de gebruiker moeten worden vervangen, zijn papier en de tonercartridge.
Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP producten te gebruiken. Alleen authentieke SHARP verbruiksartikelen zijn voorzien van het Authenthieke Onderdelen etiket.
GENUINE SUPPLIES
CORRECT BEWAREN
Bewaar de onderdelen op een plaats, die
• schoon en droog is,
• een stabiele temperatuur heeft
• en niet aan direct zonlicht is blootgesteld
Bewaar papier in de verpakking en vlak liggend.
Papier dat uit de verpakking wordt bewaard, of in een rechtop staande verpakking kan omkrullen of vochtig worden, waardoor er papierstoringen kunnen ontstaan.
6
79
Page 82
7
TECHNISCHE GEGEVENS
Model AR-M236 AR-M276 Soort Digitaal Multifunctioneel Systeem, Desktop Fotogeleidend type OPC drum Glasplaat type Vast ingesteld: Kopieersysteem Droge elektrostatische transfer Originelen Bladen, gebonden documenten Origineelformaten Max. A3 (11" x 17")
Kopieerformaat
Kopieersnelheid (eenzijdig kopiëren bij 100% kopieerfactor)
Continu kopiëren Max.999 kopieën; aftrekkende teller Tijd voor eerste kopie* Ongeveer 4,8 sec. Opwarmtijd* Ongeveer 23 sec.
Kopieerfactor
Belichtingssysteem
Papierinvoer Twee automatische papierinvoerladen (500 vel x 2) + handinvoerlade (100 vel) Fuseersysteem Verwarmingsrollen
Hoofdstuk 7
BIJLAGE
Max. A3 (11" x 17") Min. A6 (5-1/2" x 8-1/2") Beeldverlies: Max. 4 mm (5/32") (voorste en achterste randen)
Max. 6 mm (11/64") (langs de andere randen in totaal)
600dpi 12 kopieën/min. A3 (11" x 17") 13 kopieën/min. 8-1/2" x 14" 14 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13") 16 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R) 18 kopieën/min. B5R 23 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
1200dpi 7,5 kopieën/min. A3 (11" x 17") 8 kopieën/min. 8-1/2" x 14" 8,5 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13") 9 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R) 10,5 kopieën/min. B5R 13,5 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
600 dpi: Variabel: 25% tot 400%, in stappen van 1% (totaal 376 stappen) Vast ingesteld: 25%, 50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%, 200%, 400%
(25%, 50%, 64%, 77%, 100%, 121%, 129%, 200%, 400%)
1200 dpi: Variabel: 50% tot 200%, in stappen van 1% (totaal 151 stappen) Vast ingesteld: 50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%, 200%
Glasplaat: Bewegende optische bron, glijdende belichting (vaste kant) met
RSPF: Bewegend origineel
600dpi 14 kopieën/min. 11" x 17" 15 kopieën/min. A3 16 kopieën/min. 8-1/2" x 14" 17 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13") 18 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R) 21 kopieën/min. B5R 27 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
1200dpi 7,5 kopieën/min. A3 (11" x 17") 8 kopieën/min. 8-1/2" x 14" 8,5 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13") 9 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R) 10,5 kopieën/min. B5R 13,5 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
(50%, 64%, 77%, 100%, 121%, 129%, 200%)
automatische belichtingsfunctie
80
Page 83
Ontwikkelingssysteem Magnetische borstel ontwikkeling Lichtbron Xenon lamp
Resolutie
Verloop
Stroomtoevoer
Stroomverbruik Max. 1,4 kW Afmetingen van de
buitenkant (met handin­voerlade ingeklapt)
Gewicht Ongeveer 47 kg (103,7 lbs.) (tonercartridge niet inbegrepen)
Afmetingen
Bedrijfscondities Temperatuur: 15°C tot 30°C (59°F tot 86°F), luchtvochtigheid: 20% tot 85%
Geluidsniveau
Emissie concentratie (gemeten volgens de RAL-UZ62)
Scannen: 400 dpi uitvoer: 600 dpi (AUTO/TEKST/FOTO functie) Scannen: 400 dpi uitvoer: 1200 dpi (SUPER FOTO functie)
Scannen: 256 Printen: 2 waarde
Lokaal voltage ±10% (zie de naamplaat achterop de kopieermachine voor de stroomtoevoereisen.)
623 mm (B) x 609,5 mm (D) (24-17/32" (W) x 24" (D))
623mm (B) x 609,5mm (D) x 785,5mm (H) (24-17/32" (B) x 24" (D) x 30-15/16" (H))
Geluidsvermogensniveau L
Kopiëren: 6,3[B] Standby: 3,6[B]
Geluidsdrukniveau L
Kopiëren: 50[dB(A)] Standby: 25[dB(A)]
Geluidsdrukniveau L
Kopiëren: 51[dB(A)] Standby: 20[dB(A)]
Geluidsemissie overeenkomstig ISO 7779. Ozon: 0,02 mg/m
Stof: 0,075 mg/m Styreen: 0,07 mg/m
wA(1B=10dB)
pA (omstanderpositie)
pA (operatorpositie)
3
of minder
3
of minder
3
of minder
BIJLAGE
* De duur van de eerste kopie en opwarmtijd kunnen variëren afhankelijk van stroomtoevoervoltage, omgevingstemperatuur en
andere werkomstandigheden.
Opmerking
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De vermelde gegevens over het vermogen zijn nominale waarden van productieapparaten. Bij individuele apparaten kunnen er afwijkingen van deze waarden optreden.
7
81
Page 84
INDEX
Symbolen
[#/P] toets .................................................... 10, 54, 55
2 - 8
2 x 500-vel papierinvoereenheid ................. 69, 76, 78
256MB optioneel geheugen .................................... 76
[2-ZIJDIGE KOPIE] toets ............................ 21, 27, 28
500-vel papierinvoereenheid....................... 69, 76, 78
512 MB optioneel geheugen ................................... 76
8MB faxgeheugen ................................................... 76
A
Aan-/uitschakelaar .............................................. 8, 13
Aangepaste instellingen .......................................... 51
Aangepaste kopieerfuncties
- Groeperen functie ............................................ 35
- Offset functie.................................................... 35
- Sorteren functie................................................ 35
- Sorteren-nieten functie..................................... 37
Aantal malen dat de nieteenheid werd gebruikt ...... 53
Aantal pagina's dat via de RSPF werd toegevoerd 53
Aantal tweezijdige kopieën...................................... 53
Aantal verzonden en ontvangen faxpagina's .......... 53
Aantal verzonden pagina's met de netwerkscanner
functie................................................................... 53
[AFDRUKKEN] toets
- DATA indicatie ................................................. 10
- ONLINE indicatie ............................................. 10
ABCDEF configuratie .............................................. 53
[ACC.#-C] toets ................................................. 10, 56
Accountnummer ...................................................... 56
Afdrukstand van het origineel (Nieten-sorteren) ..... 37
Afstellen van de belichting ...................................... 29
Afwerkingeenheid............................ 37, 70, 73, 76, 77
[ALLES WISSEN] toets ..................................... 10, 14
Attenties m.b.t. de handhaving van de machine .......4
Auditfunctie ............................................................. 56
[AUTO IMAGE] toets............................................... 30
Automatisch 2-zijdig kopiëren
- Glasplaat .......................................................... 27
- RSPF ............................................................... 28
Automatische kopieerfactorselectie ........................ 30
Automatische ladeomschakeling............................. 53
AZERTY configuratie .............................................. 53
B
Barcode fontkit ........................................................ 76
Bedieningspaneel...................................................... 8
Begeleiding bij het verhelpen van papierstoringen . 64 Belangrijke punten bij de keuze van een
opstellingsplaats..................................................... 3
Belangrijke punten bij het invoeren van papier in de
handinvoerlade..................................................... 18
[BELICHTING] toets.......................................... 21, 29
Belichtingsafstelling................................................. 29
Belichtingsdisplay.................................................... 21
[BOEKKOPIE] toets .......................................... 39, 43
Boekkopie ............................................................... 43
Bovenste klep.......................................................... 77
Bovenste lade ................................................... 71, 77
Bovenste rechter zijklep ..................................... 9, 70
Bovenste uitvoergebeid.......................................... 70
Briefhoofd papier ........................................ 15, 16, 27
C
Compiler van de nieteenheid ................................. 71
Contactdoos ............................................................. 4
Controle van de tonerhoeveelheid ......................... 74
D
Dekblad kopiëren ................................................... 48
Deksel documentinvoer...................................... 8, 65
Deksel nieteenheid........................................... 74, 77
Deksel transportrol ............................................. 8, 65
Deksel van de compiler van de nieteenheid .......... 70
Deksel van de nieteenheid..................................... 73
[DETAIL] toets ........................................................ 12
Display origineel formaat........................................ 21
Display origineeltoevoer......................................... 21
Displaycontrast................................................. 51, 53
Displaymelding ....................................................... 58
Displayschakeltoets ............................................... 12
Documentinvoerlade .................................... 8, 23, 65
Dun papier.............................................................. 15
E
[E-MAIL/FTP] toets................................................. 12
Envelop ............................................................ 15, 16
Etiket ...................................................................... 15
Extra beeldafstelling............................................... 26
F
[FAX] toets
- DATA indicatie ................................................ 10
- LINE indicatie .................................................. 10
Fax uitbreidingskit .................................................. 76
[FAXOPDRACHT] toets ......................................... 12
Fotogeleidende drum ......................................... 9, 66
Foutmelding ........................................................... 58
Frontdeksel ............................................ 8, 66, 67, 72
Functiekeuzetoetsen .............................................. 10
Functie-omschakeltoets ......................................... 12
G
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets. 10, 19, 20, 52
Gemengde toevoer ................................................ 25
Geschikte originelen voor gebruik in de RSPF....... 24
Glasplaat .................................................................. 8
Grijs gemaakt ......................................................... 11
Groeperen functie .................................................. 35
[GROEP] toets ....................................................... 36
H
Handgreep zijklep .................................................... 9
Handinvoer ............................................................. 26
[HANDINVOERLADE] toets ................................... 20
Handinvoerlade ...................................... 9, 26, 66, 75
[HANDMATIG] toets ............................................... 47
Handmatige kopieerfactor selectie......................... 31
Hefbomen................................................................. 8
Het bijvullen van papier in de handinvoerlade ....... 18
82
Page 85
Het bijvullen van papier........................................... 15
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel...................... 11
Het instellen van de papiersoort in de handinvoerlade
- [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets............. 20
- [PAPIERFORMAAT] toets ............................... 20
- Verschuifrichting .............................................. 41
Hoe wordt het origineel geplaatst
- Glasplaat .......................................................... 22
- RSPF ............................................................... 23
Hoofdscherm van de kopieerfunctie........................ 21
I
icoon (opdrachtstatusscherm) ................................. 12
[INBINDEN VERANDEREN] toets .......................... 27
[INBINDKOPIE] toets ........................................ 39, 44
Inbindkopie.............................................................. 44
[INFORMATIE] toets ............................................... 64
Informatieblad over materiaalveiligheid................... 82
J
Kantlijn verschuiven functie..................................... 41
[KANTLIJN VERSCHUIVEN] toets ................... 39, 41
Kleurenpapier.......................................................... 15
Klok ......................................................................... 51
Knop deksel transportrol ..................................... 8, 65
Kopieerfactor display............................................... 21
[KOPIEERFACTOR] toets........................... 21, 31, 32
Kopieerhoeveelheid display .................................... 21
[KOPIEREN] toets....................................... 21, 72, 74
L
[LADE INSTELLINGEN] toets........................... 19, 20
Lade-instellingen ................................... 19, 20, 51, 53
Ladenummer ..................................................... 15, 19
Lay-out .................................................................... 46
[LEZEN KLAAR] toets ........................... 36, 38, 45, 46
Lijst printen........................................................ 51, 53
M
Meldingendisplay .................................................... 21
[MENU] toets........................................................... 31
Middelste lade ..................................................... 8, 68
Multi shot functie ..................................................... 46
[MULTI SHOT] toets.......................................... 39, 46
N
Namen van de onderdelen en functies
- Bedieningspaneel ............................................ 10
Netwerkscanner uitbreidingskit ............................... 76
Nietcartridge............................................................ 73
Nietjesbox ............................................................... 73
Nietposities.............................................................. 37
Normaal kopiëren
- Glasplaat .......................................................... 22
- RSPF ............................................................... 23
Normaal papier........................................................ 15
Numerieke toetsen .................................................. 10
O
Offsetfunctie ...................................................... 35, 36
Offsetlade.................................................... 35, 71, 77
Omkeerlade......................................................... 8, 65
[ONDERBREKEN] toets.................................... 10, 34
Onderbreken van een kopieerproces..................... 34
Ontgrendelrol ......................................................... 65
Ontgrendlingshefboom fuseereenheid ............... 9, 67
Oorspronkelijke instellingen ................................... 14
Opdrachtenlijst ....................................................... 12
Opdrachtprogramma
- Opslaan........................................................... 54
- Uitvoeren......................................................... 55
- Wissen ............................................................ 55
[OPDRACHTSAMENSTELLING] toets ............ 39, 45
Opdrachtsamenstellingsfunctie ........................ 23, 45
[OPDRACHTSTATUS] toets ............................ 10, 12
Opdrachtstatusscherm ........................................... 12
Opslaan van voorraden.......................................... 79
[OPSLAAN/WISSEN] toets .............................. 54, 55
Optionele apparatuur ............................................. 76
Opwarmen.............................................................. 13
[ORIGINEELFORMAAT] toets ......................... 39, 47
Origineelformaat................................... 22, 23, 24, 47
Origineelgeleiders .................................................... 8
Origineelklep .......................................... 8, 22, 24, 76
P
Papier..................................................................... 15
Papiercapaciteit...................................................... 15
Papierformaat display ............................................ 21
Papierformaat kaartje ............................................. 17
Papierformaat................................................... 15, 19
Papiergeleider fuseereenheid ............................ 9, 67
Papiergeleider ........................................................ 71
Papiergeleiders handinvoer ..................................... 9
Papiergewicht......................................................... 15
Papierinvoerrol van de handinvoer ........................ 75
Papierlade bijvullen ................................................ 17
Papierlade ........................................ 9, 15, 17, 19, 68
Papierselectie display ............................................ 21
[PAPIERFORMAAT] toets.............. 20, 21, 22, 23, 26
Papiersoort................................................. 15, 19, 20
Papierstoring in d e handinvoerlade....................... 66
Papierstoring in de bovenste papierlade ................ 68
Papierstoring in de machine................................... 66
Papierstoring in de middelste lade ......................... 68
Papierstoring in de onderste papierlade ................ 69
Papierstoring in een uitvoerlade............................. 70
Papierstoring in het bovenste uitvoergedeelte ....... 70
Papierstoring in het fuseergebied .......................... 67
Papierstoring in het papiertoevoergedeelte ........... 66
Papierstoringen ...................................................... 62
Print serverkaart ..................................................... 76
Printer uitbreidingstoets ......................................... 76
[PRINTOPDRACHT] toets...................................... 12
[PRIORITEIT] toets ................................................ 12
Problemen .............................................................. 60
PS3 uitbreidingskit ................................................. 76
Punten waarop u bij het kopiëren moet letten ........ 24
Q
QWERTY configuratie ............................................ 53
R
Randapparatuur ..................................................... 76
Recyclepapier ........................................................ 15
83
Page 86
Reinigen van de machine
- Glasplaat .......................................................... 75
- Papierinvoerrol van de handinvoer .................. 75
- RSPF ............................................................... 75
Richtlijnen belichtingswaarden................................ 29
Rotatie kopiëren ...................................................... 25
RSPF ...........................................8, 23, 24, 65, 76, 79
S
[SCANNEN] toets
- DATA indicatie ................................................. 10
Selecteren van de soort origineel............................ 29
Soort origineel
- Foto .................................................................. 29
- Super foto ........................................................ 29
- Tekst ................................................................ 29
- Tekst/foto ......................................................... 29
Sorteerlade.......................................................... 8, 76
Sorteren functie....................................................... 35
[SORTEREN] toets ................................................. 36
Sorteren-nieten functie ............................................ 37
[SORTEREN-NIETEN] toets ................................... 38
Speciaal papier ....................................................... 26
Speciaal papier
- Envelop ............................................................ 16
- Briefhoofd papier.............................................. 16
[SPECIALE FUNCTIES] toets ..................... 21, 39, 40
Speciale functies
- Boekkopie ........................................................ 43
- Dekblad kopiëren ............................................. 48
- Inbindkopie....................................................... 44
- Kantlijn verschuiven functie ............................. 41
- Multi shot functie .............................................. 46
- Opdrachtsamenstellingsfunctie .........................45
- Origineelformaat .............................................. 47
- Wisfunctie ........................................................ 42
- Z/W omkeren functie........................................ 50
[START] toets.............................................. 10, 22, 23
[STOP/WISSEN] toets ............................................ 12
Stroom aan.............................................................. 13
Stroom uit................................................................ 13
Stroominvoerfunctie ................................................ 23
Stroomspaarfuncties
- Automatische stroomuitschakelstand .............. 14
- Voorverwarmfunctie ......................................... 14
T
Technische gegevens ............................................. 80
Tellerfunctie middelste lade .................................... 24
Tiptoetsenpaneel............................................... 10, 11
Tonercartridge ontgrendelhendel........................ 9, 72
Tonercartridge..................................................... 9, 72
Totaal aantal gekopieerde en geprinte pagina's ..... 53
Totaaltelling....................................................... 51, 53
Totale uitvoertelling ................................................. 74
Transparante film ........................................ 15, 16, 27
Uitvoerzone ........................................................ 8, 65
V
Vastgelopen origineel............................................. 65
Vergrotingstoets ..................................................... 31
Verhelpen van papierstoring
- Bovenste papierlade ....................................... 68
- Bovenste uitvoerlade....................................... 70
- Handinvoerlade............................................... 66
- Machine........................................................... 66
- Middelste lade ................................................. 68
- Onderste papierlade........................................ 69
- RSPF............................................................... 65
- Uitvoerlade ...................................................... 70
Verkleining/vergroting/zoom................................... 30
Verkleiningstoets .................................................... 31
Verlenging handinvoerlade ................................ 9, 18
Vervangen nietcartridge ......................................... 73
Vervangen van de tonercartridge........................... 72
Verwijderen van nietstoringen................................ 74
[VOORBLAD] toets .......................................... 39, 49
Vooringestelde vergrotingsfactoren ....................... 31
W
Waarschuwingen bij het gebruik van dit apparaat.... 3
Walsdraaiknop ............................................. 9, 66, 67
Wijzigen van de instellingen van de papierlade en
instellingen papierformaat ................................... 19
Wisbreedte ............................................................. 42
Wisfunctie............................................................... 42
Wisfunctie
- Midden wissen ................................................ 42
- Rand wissen.................................................... 42
- Rand + midden wissen.................................... 42
[WISSEN] toets ........................ 10, 22, 23, 39, 42, 55
X
[X] toets .................................................................. 33
XY ZOOM functie ................................................... 32
[XY ZOOM] toets .................................................... 32
Y
[Y] toets .................................................................. 33
Z
Z/W omkeren functie .............................................. 50
[Z/W OMKEREN] toets..................................... 39, 50
Zijklep................................................................. 9, 67
Zwaar papier .......................................................... 15
U
Uitschakelen van tweezijdig printen op briefhoofd
papier ................................................................... 53
[UITVOER] toets ................................... 21, 35, 36, 38
Uitvoerlade .............................................................. 70
84
Page 87
INDEX NAAR FUNCTIES
Voorbereidingen
Handinvoerlade, het vullen van papier in .................18
Oorspronkelijke instellingen, terugkeren naar de.....14
Origineelklep, verwijderen........................................24
Papier, bijvullen........................................................17
Papierformaat, wisselen...........................................19
Papiersoort, wijzigen ................................................19
Stroom inschakelen..................................................13
Stroom uitschakelen.................................................13
Het maken van kopieën
Afdrukstand, wijzigen .........................................27, 28
Auditfunctie, kopieren wanneer deze
ingeschakeld is......................................................56
Automatisch 2-zijdig kopiëren
- Glasplaat .......................................................... 27
- RSPF ............................................................... 28
Belichting, afstellen ..................................................29
Belichting, selecteren ...............................................29
Gemengde toevoer ................................................. 25
Glasplaat kopiëren vanaf de ....................................22
Handinvoerlade, kopiëren vanuit..............................26
Kopieerproces onderbreken.....................................34
Kopieerproces stoppen ......................................22, 23
Kopiëren
- Glasplaat .......................................................... 22
- RSPF ............................................................... 23
Origineelsoort, selecteren ........................................29
Papierformaat (lade), handmatig selecteren ............22
RSPF, kopiëren vanuit .............................................23
Speciaal papier, kopiëren op....................................26
Stroominvoerfunctie ................................................ 23
Vergroten/verkleinen van kopieën
- Automatische kopieerfactorselectie ................. 30
- Handmatige kopieerfactor selectie................... 31
- XY ZOOM functie............................................. 32
Het gebruik van comfortabele kopieerfuncties
Boekkopie ................................................................43
Dekblad, aan kopieën toevoegen.............................48
Groeperen m.b.v. .....................................................35
Groot aantal originelen, kopiëren .............................45
Inbindkopieren..........................................................44
Kantlijn, maken.........................................................41
Multi shot functie ......................................................46
Offsetfunctie, het gebruik van ..................................35
Origineel formaat vastleggen ...................................47
Selecteren van de afwerkingfuncties
- Groeperen .........................................................35
- Offset functie.................................................... 35
- Sorteren ............................................................35
- Sorteren-nieten functie......................................37
Sorteren, het gebruik van .........................................35
Sorteren-nieten functie .............................................37
Speciale functies, het gebruik van
- Boekkopie ....................................................... 43
- Dekblad kopiëren ............................................ 48
- Inbindkopie...................................................... 44
- Kantlijn verschuiven functie............................. 41
- Multi shot functie ............................................. 46
- Opdrachtsamenstellingsfunctie ....................... 45
- Origineelformaat.............................................. 47
- Wisfunctie........................................................ 42
- Z/W omkeren functie....................................... 50
Wisfunctie................................................................ 42
Zwart/wit omkeerfunctie .......................................... 50
De machine eenvoudiger maken in het gebruik
Datum en tijd, instellen ............................................ 53
Displaycontrast, afstellen ........................................ 53
Een opdracht annuleren .......................................... 12
Een opdracht in uitvoering annuleren ..................... 12
Gebruikersinstellingen, configureren....................... 51
Laden, instellingen configureren ............................. 53
Lijsten, printen ......................................................... 53
Opdrachtdetails, weergegeven ............................... 12
Opdrachtprogramma, opslaan ................................ 54
Opdrachtprogramma, uitvoeren .............................. 55
Opdrachtprogramma, wissen .................................. 55
Prioriteit, verlenen aan een bepaalde opdracht ...... 12
Toetsenbord, wijzigen ............................................. 53
Totaaltelling, weergeven ......................................... 53
Wissen van een opdracht........................................ 12
Opsporen van fouten en onderhoud
Nietcartridge, vervangen ......................................... 73
Nietstoring, verhelpen ............................................. 74
Papierstoringen, verhelpen
- Bovenste papierlade ....................................... 68
- Bovenste uitvoergebeid................................... 70
- Handinvoerlade............................................... 66
- Machine........................................................... 66
- Middelste lade ................................................. 68
- Onderste papierlade........................................ 69
- RSPF............................................................... 65
- Uitvoerlade ...................................................... 70
Problemen .............................................................. 60
Reinigen van de machine........................................ 75
Toner, controleren ................................................... 74
Tonercartridge, vervangen ...................................... 72
Totale uitvoertelling ................................................ 74
85
Page 88
MEMO
Page 89
MEMO
Page 90
Attentie:
Deze aansluiting is alleen bestemd voor servicewerkzaamheden. Aansluitingen op deze uitgang kunnen storingen in de kopieermachine veroorzaken.
Instructie voor de servicemonteur:
De snoerlengte voor de service-uitgang mag maximaal 3 meter bedragen.
RSPF-uitgang Afwerkinguitgang
Parallel-uitgang
USB-uitgang
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
Page 91
Page 92
AR-M236/AR-M276 (Voor kopieermachine)
SHARP CORPORATION
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier
GEDRUKT IN JAPAN
2004A DSC4
CINSH1011QS51
Loading...