Maak geen kopieën van zaken waarvan het wettelijk verboden is kopieën te maken. Het is
normaal gesproken bij de nationale wet verboden van de volgende zaken kopieën te
maken. Andere zaken kunnen verboden zijn door plaatselijke wetgeving.
In sommige gebieden zijn de "POWER" schakelstanden aangegeven met "I" en "O"
op de kopieermachine in plaats van met "ON" en "OFF".
Houd "I" aan voor "ON" en "O" voor "OFF" als uw kopieermachine aldus gekenmerkt is.
Attentie!
Trek de stekker uit het stopcontact om de machine geheel van het net af te koppelen.
Het stopcontact dient in de buurt van het apparaat geïnstalleerd te zijn en moet
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Waarschuwing
Dit is een product uit de klasse A. Bij particulier gebruik kan het voor radiostoringen
zorgen, in welk geval de gebruiker de aangewezen maatregelen dient te nemen.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by
93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung
93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la
directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida
pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de
la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av
93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i derektivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä
93/68/EEC.
Het CE-merk wordt aangebracht op apparatuur indien de richtlijnen genoemd in de zin
hiervoor van toepassing zijn op het product. (Deze zin is niet van toepassing in landen
waar de hiervoor genoemde richtlijnen niet vereist zijn.)
● WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 3
● BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN OPSTELLINGSPLAATS................................................ 3
● WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 4
● MILIEU INFORMATIE....................................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK ....................................................................................................5
● INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
● DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT............................ 6
● BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN GEBRUIKT......................................................................... 6
Volg de waarschuwingen op bij de toepassing van dit apparaat.
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT
APPARAAT
Waarschuwing:
• Het gebied van de heater is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
• Kijk niet direct in een lichtbron. Anders kunt u uw ogen beschadigen.
Attentie:
• Zet het apparaat niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitschakelen voor u het apparaat
weer inschakelt.
• De stroom van het apparaat moet uitgeschakeld zijn voordat u vervangstukken installeert.
• Plaats het apparaat op een stevige vlakke ondergrond.
• Installeer het apparaat niet op een vochtige of stoffige plaats.
• Wanneer het kopieerapparaat langdurig niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantie, dient u de aan/-uitschakelaar
uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Wanneer u het kopieerapparaat verplaatst, dient u de aan-/uitschakelaar uit te zetten en de stekker uit het
stopcontact te trekken.
• Bedek het apparaat niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Anders wordt de
warmte-uitstraling verhindert, waardoor het apparaat beschadigd kan worden.
• Het gebruik van besturingen of het uitvoeren van andere procedures dan hier beschreven kan een schadelijke
blootstelling aan straling ten gevolg hebben.
• Het stopcontact moet zich naast het apparaat bevinden en goed toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN
OPSTELLINGSPLAATS
Door een onjuiste opstelling kan het apparaat beschadigd raken. Let op het volgende tijdens de installatie en
wanneer de machine wordt verplaatst.
Waarschuwing
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
• vochtig, nat of erg
stoffig zijn
• slecht
geventileerd
zijn
Wanneer het apparaat van een koude naar een warme plaats wordt verplaatst, kan er condensatie worden
gevormd in het apparaat. De werking in deze toestand zal een slechte kwaliteit van de kopieën en storingen tot
gevolg hebben. Laat de machine minstens 2 uur voor het gebruik op kamertemperatuur komen.
• aan direct zonlicht worden
blootgesteld
• onderhevig zijn aan
extreme temperatuurwisselingen of
veranderingen in de
luchtvochtigheid bijv.
in de nabijheid van de
airconditioning of verwarming.
3
Page 6
Het apparaat dient in de nabijheid van een bereikbare contactdoos te worden geïnstalleerd voor
een eenvoudige aansluiting en eventuele loskoppeling.
Sluit het netsnoer alleen aan op een contactdoos die aan de gespecificeerde spanning en
stroomeisen voldoet. Controleer ook of de contactdoos correct geaard is.
Opmerking
Laat voldoende ruimte open rond de kopieermachine
Sluit het apparaat aan op een contactdoos die niet voor andere elektrische apparatuur wordt gebruikt. Indien er
een verlichting op dezelfde contactdoos is aangesloten, kan het licht knipperen.
30cm (12")
voor onderhoud en behoorlijke ventilatie.
30cm
(12")
30cm
(12")
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT
APPARAAT
Let bij het gebruik van het apparaat op de volgende voorzorgmaatregelen voor een optimaal prestatievermogen.
Laat het apparaat niet vallen, stel het niet bloot aan schokken en stoot het niet tegen andere
voorwerpen aan.
Bewaar reserve tonerpatronen op een koele droge plaats zonder deze uit de verpakking te nemen.
• Wanner deze aan direct zonlicht of extreme hitte worden blootgesteld, kan de kwaliteit van de kopieën
gereduceerd worden.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
• Krassen of vlekken op de drum veroorzaken slechte kopieën.
WAARSCHUWINGEN M.B.T. LASER
Golflengte785 nm + 10 nm/- 15 nm
Impulstijden(5,871 µs ± 0,1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen0,4 mW ± 0,04 mW (600 dpi)
0,2 mW ± 0,02 mW (1200 dpi)
Informatie over handelsmerken
• Het Microsoft® Windows® besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de
U.S.A. en andere landen.
Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000 en Windows® XP zijn
•
handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de U.S.A. en andere landen.
•
Adobe logo, Acrobat en het Acrobat logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
•
PostScript® is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
•
Macintosh, Power Macintosh, Mac OS, LaserWriter en AppleTalk zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
• Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
4
Page 7
MILIEU INFORMATIE
Als
ENERGY STAR
de
ENERGY STAR
®
Partner, heeft SHARP bepaald dat zijn producten voldoen aan
®
richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik.
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK
Dit apparaat is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van
bedrijfsruimte en maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan
deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze
vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing voor de kopieermachine (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als
kopieermachine.
Online-handleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevindt zich op de CD-ROM en bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken
als printer, netwerk printer en netwerk scanner.
Software installatiehandleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevat instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden
gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
Gebruiksaanwijzing (voor netwerk scanner)
(wanneer er een netwerk scanner is geïnstalleerd.)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als netwerk
scanner.
Handleiding key operator
In dit handboek worden hoofdzakelijk de key operator programma’s voor het beheer van het apparaat en de
gerelateerde functies beschreven.
De key operator programma's voor de faxfuncties worden toegelicht in de gebruiksaanwijzing voor de fax.
5
Page 8
DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN
ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat A4R (8-1/2" x 11"R) etc. betekent dat het origineel of het kopieerpapier
in de liggende afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
<Horizontale (liggende) afdrukstand>
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3
11" x 17")
), bevatten geen "R" in de afdrukstand.
BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN
GEBRUIKT
Attentie
Waarschuwing
Opmerking
Toelichting van woorden en afbeeldingen
• Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de
zelfomkerende eenmalig doorvoerende
origineelinvoer als "RSPF".
• De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen
de AR-M236/AR-M276 met de optionele RSPF
(AR-RP7) en de optionele sorteerlade (AR-TR3).
Uw machine kan er anders uitzien naar gelang het
model en de geïnstalleerde opties, de
basisbediening is echter gelijk.
• Voor de te installeren randapparatuur, zie
"RANDAPPARATUUR" (p.76).
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet
correct wordt opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het
verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d.
van de machine.
RSPF
(8-1/2" x 14",
6
Page 9
BELANGRIJKE KENMERKEN
Laser kopiëren op hoge snelheid
• Duur van de eerste kopie*1 bij 600 dpi*2 bedraagt slechts 4.8 seconden.
• De kopieersnelheid bedraagt 23 kopieën/min. (AR-M236) of 27 kopieën/min. (AR-M276) bij 600 dpi (niet in de
super foto modus). Dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de productiviteit op het
kantoor.
*1De duur van de eerste kopie kan variëren afhankelijk van het stroomvoltage, de omgevingstemperatuur en andere
werkomstandigheden.
2
"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de
*
beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
• Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi of 1200 dpi (super foto modus) worden uitgevoerd.
• Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie, kunnen er vier origineelfuncties worden geselecteerd:
"TEKST" voor originelen met alleen tekst, "TEKST/FOTO" voor originelen met tekst en foto's, "FOTO" voor foto's
en "SUPER FOTO" voor de reproductie van foto's met een hoge kwaliteit. De belichting kan binnen elke functie op
5 niveaus worden ingesteld.
Geavanceerde kopieerkenmerken
• Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%.
• U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken.
• 2-zijdig kopiëren kan automatisch worden uitgevoerd.
• Handige speciale functies zoals wissen, kantlijnverschuiving, 2 in 1 en 4 in 1, inbindkopie, boekkopie en
dekbladkopie zijn beschikbaar.
A
WisfunctieKantlijn verschuiven
• Key operator programma's maken de instelling of aanpassing van functies aan uw speciale wensen mogelijk. De
key operator programma's kunnen ook worden gebruikt om de auditfucntie in te schakelen waarmee de beheerder
het gebruik van het apapraat kan regelen.
A
AA
BoekkopieInbindkopie
2 in 1 kopiëren 4 in 1 kopiëren
Dekblad kopiëren
SHARP
4
3
2
1
Een zwart-wit LCD tiptoetsenpaneel vergemakkelijkt de bediening van het
apparaat
• Het LCD display met zwarte achtergrond en witte letters van het tiptoetsenpaneel levert een stap-voor-stap
begeleiding bij elke functie van de machine. Het tiptoetsenpaneel biedt zelfs instructies voor het verhelpen van
papierstoringen en andere problemen die kunnen optreden.
Optionele eigenschappen
• Een optionele afwerkingeenheid maakt automatisch nieten van max. 30 bladen mogelijk.
• Dit apparaat kan als netwerk printer worden gebruikt wanneer de optionele printer uitbreidingskit geïnstalleerd is.
• Dit apparaat kan als faxtoestel worden gebruikt wanneer de optionele fax uitbreidingskit geïnstalleerd is.
• Dit apparaat kan als netwerk scanner worden gebruikt wanneer de optionele scanner uitbreidingskit geïnstalleerd is.
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
• De machine is voorzien van voorverwarming en stroom-uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren
wanneer de machine niet wordt gebruikt.
• De machine heeft een universele vormgeving, waarbij de hoogte van het bedieningspaneel en de vorm van de
toetsen werd ontworpen om zo veel mogelijk gebruikers tevreden te stellen.
7
Page 10
1
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie, die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Buitenkant
Hoofdstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
2
3
6
4
10
5
1
Toevoer enkele bladen en omkeerfunctie
(RSPF) (optioneel)
Plaats de originelen die u wilt scannen met de
kopiezijde omhoog
hier. (p.23)
2
Documentdeksel (optioneel)
Plaats een origineel op de glasplaat en sluit het
documentdeksel voor het kopiëren begint.
3
Glasplaat
Plaats hier het origineel dat u wilt scannen met de
kopiezijde naar beneden. (p.22)
4
Aan-/uitschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten.
(p.13)
5
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de
machine.
6
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en het tiptoetsenpaneel.
(p.10)
7
Sorteerlade (bovenste lade) (optioneel)
Printafdrukken en ontvangen faxberichten komen
in deze lade terecht.
1
11
7
12
14
8
9
13
10
8
Middelste lade:
Kopieën komen in deze lade terecht.
9
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren.
(p.66)
10
Papierlades
Elke lade kan 500 vellen kopieerpapier bevatten.
(p.15)
11
Zijklep rechtsboven
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen wanneer er een optionele sorteerlade
of afwerkingeenheid geïnstalleerd is. (p.70)
12
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen (p.66)
13
Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen. (p.66)
14
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan.
(p.18)
15
16
8
Page 11
Binnenkant
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
17
18
15
Handinvoerlade
Normaal papier en speciaal papier (zoals
transparante film) kunnen in de handinvoerlade
worden ingevoerd. (p.18)
16
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit voor u papier in de
handinvoerlade plaatst. (p.18)
17
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Wordt gebruikt om de tonercartridge te
ontgrendelen. (p.72)
18
Toner cartridge
Bevat de toner. (p.72)
19
Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te
verwijderen (p.66)
20
Fotogeleidende drum
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de
fotogeleidende drum.
19
20
22
21
21
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen
papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.67)
De fuseereenheid is heet. Raak de
Attentie
fuseereenheid niet aan bij het
verwijderen van vastgelopen papier.
Anders kunt u brandwonden of
ander letsel oplopen.
22
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te
verwijderen (p.67)
Opmerking
De modelbenaming kunt u vinden op de
voorklep van de machine.
1
Waarschuwing
Raak de fotogeleidende drum niet aan
(groene gedeelte). Anders kan de drum
beschadigd raken en kunnen er vlekken op
de kopieën komen.
9
Page 12
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
De indicaties op het
bedieningspaneel kunnen
verschillen afhankelijk
van het land en gebied.
1
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FAX
TAAKSTATUS
ON LINE
DATA
DATA
LINE
DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ACC.#-C
2345678
9
1011
1
Tiptoetsenpaneel
De status van het apparaat, meldingen en
tiptoetsen worden op het paneel weergegeven.
Het display toont de printstatus, de kopieerstatus
of de status van de netwerk scanner,
overeenkomstig de geselecteerde functie. Voor
details, zie de volgende pagina.
2
Functieselectietoetsen en indicaties
worden gebruikt om de displayfunctie van het
tiptoetsenpaneel om te schakelen.
[KOPIE] toets
Indrukken om de kopieerfunctie te selecteren.
[AFDRUKKEN] toets/ONLINE indicatie/
DATA indicatie
Indrukken om de printfunctie te selecteren.
• ONLINE indicatie
Er kunnen printgegevens worden ontvangen
wanneer deze indicatie brandt.
• DATA indicatie
Er is een printopdracht in het geheugen. De
indicatie brandt continu zolang de opdracht in
het geheugen is en knippert wanneer de
opdracht wordt geprint.
[SCANNEN] toets/DATA indicatie (wanneer de
netwerk scanner optie geïnstalleerd is.)
Indrukken om de netwerk scanfunctie te
selecteren wanneer de netwerk scanner optie
geïnstalleerd is.
• DATA indicatie
Brandt continu of knippert wanneer er een
scanafdruk wordt verzonden.
(Zie "gebruiksaanwijzing (voor netwerk
scanner)").
[FAX] toets/LINE indicatie/DATA indicatie
(wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.)
Indrukken om de faxfunctie te selecteren
wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.
• LINE indicatie
deze brandt terwijl er faxberichten worden
verzonden of ontvangen.
• DATA indicatie
Knippert wanneer er een faxbericht in het
geheugen wordt ontvangen en brandt continu
wanneer er een faxbericht in het geheugen
wacht op het verzenden.
(Zie gebruiksaanwijzing voor faxtoestel.)
3
[TAAKSTATUS] toets
Indrukken om de actuele job status weer te geven.
(p.12)
4
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
gebruik deze toets om de diverse instellingen van
de machine af te stellen, het contrast van het
tiptoetsenpaneel en de key operator programma's
inbegrepen. (p.52)
5
Numerieke toetsen
Hiermee worden numerieke waarden voor diverse
instellingen ingevoerd.
6
[ACC.#-C] toets
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, drukt u
op deze toets nadat u een opdracht heeft voltooid
om terug te keren naar het stand-by-bedrijf voor
het invoeren van een accountnummer.
7
[#/P] toets ()
Met deze toets kunt u een opdrachtprogramma in
de kopieerfunctie uitvoeren. De toets wordt ook
gebruikt voor het kiezen in de faxmodus.
8
[WISSEN] toets ()
Druk op deze toets om een aantal kopieën
instelling te wissen of een opdrachtprogramma te
annuleren.
9
[START] toets ()
Druk deze toets in tijdens de kopieerfunctie,
scannerfunctie of faxfunctie om te beginnen met
het kopiëren, netwerk scannen of faxen.
Deze toets knippert wanneer de automatische
stroom-uitschakelfunctie geactiveerd is. Druk deze
toets in om terug te keren naar de normale
werking.
10
[ONDERBREKEN] key ()
hiermee kunt u een onderbreken
kopieerbewerking uitvoeren. (p.34)
11
[ALLES WISSEN] toets ()
Stel de instellingen terug op de oorspronkelijke
instellingen.
10
Page 13
TIPTOETSENPANEEL
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
003 / 00
003 / 00
SETS / VOO
1/13
VOLTOOID
ANNULEREN
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
OK
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
SPEC.FUNCTIES
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
GEBRUIKSKLAAR.
ORIGIN
8½x11
8½x14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het gebruik van het
tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
Piep-
toon
[Voorbeeld 2]
De items op het tiptoetsenpaneel worden geselecteerd door de hieraan
gerelateerde toets in te
drukken. Er klinkt een
pieptoon om te bevestigen dat het item werd
geselecteerd en de toets
wordt geaccentueerd.
* Een dubbele pieptoon
klinkt wanneer er een
ongeldige toets werd
bediend.
Grijs gemaakte toetsen
kunnen niet geselecteerd
worden.
Het selecteren van een functie
[Voorbeeld 1]
Items die zijn geaccentueerd op het moment dat
het scherm verschijnt,
zijn al geselecteerd en
worden effectief wanneer de [OK] toets wordt
aangetipt.
1
[Voorbeeld 2]
Wanneer u een selectie wilt annuleren, drukt u
gewoon opnieuw op de toets, zodat deze niet meer
geaccentueerd is.
De bevestigingspieptoon kan worden uitgeschakeld
m.b.v. de key operator programma's. (Zie het
"Handleiding key operator".)
De schermen van het tiptoetsenpaneel die in deze
gebruiksaanwijzing worden getoond zijn afbeeldingen
en kunnen er anders uit zien dan de actuele
schermen.
De toets is niet meer
geaccentueerd en de
selectie is geannuleerd.
[Voorbeeld 3]
Wanneer de machine
wordt gebruikt in de kopieer- of faxfunctie en er
een speciale functie
geselecteerd is, verschijnt er een icoon die
deze functie aanduidt op
het tiptoetsenpaneel.
Wanneer dit icoon wordt
aangetipt, zal het instelscherm van de functie (of
een menuscherm) verschijnen waarin u de
instellingen kunt controleren, aanpassen of
annuleren.
11
Page 14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Opdracht statusscherm (voor kopiëren, printen, netwerk scannen en faxen)
Dit scherm wordt weergegeven wanneer de [TAAKSTATUS] toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt.
Een lijst met opdrachten toont de actuele opdracht en de opgeslagen opdrachten of er wordt een lijst met voltooide
opdrachten weergegeven.
De inhoud van de bewerkingen kan worden bekeken of opdrachten kunnen uit de rij worden gewist. Het volgende
scherm toont de rij voor printopdrachten.
1
1
Job lijst
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
0666211221
AFDRUKOPDR.E-MAIL/FTP
SETS / VOORTGANG
003 / 000
003 / 000
010 / 000
45678
Toont opgeslagen jobs en de job die actueel wordt
35
uitgevoerd. Tip één van de toetsen
tot in de
bovenstaande afbeelding aan om het soort job te
selecteren. De icoon naast elke jobnaam geeft de
functie van de job als volgt aan:
KopieerfunctiePrintfunctie
Netwerk scannerfunctie
Faxfunctie
(verzenden van jobs)
Faxfunctie
(ontvangen van jobs)
De jobs in de job lijst verschijnen in de vorm van
toetsen. Om een job prioriteit te verlenen of een
job te onderbreken of te wissen, tipt u de toets van
de job aan en bedien vervolgens de toets volgens
de beschrijving in of .
*1:"PAPIER OP" in het job status display
78
"PAPIER OP" in het job status display geeft aan
dat het gespecificeerde papier niet meer in het
apparaat aanwezig is. Vul het gespecificeerde
papier bij. Indien het gespecificeerde papierformaat niet beschikbaar is en u in de printerfunctie
bent, kan er een ander papierformaat in de handinvoerlade worden geplaatst om het printen te
kunnen uitvoeren. (Zie het "Online-handleiding".)
2
Functiekeuzeschakelaars
Gebruik deze om de joblijst functie te selecteren:
"JOB RIJ"
(Opgeslagen/actueel uitgevoerde jobs) of
"VOLTOOID" (afgewerkte jobs).
"JOB RIJ":
Toont de jobs die opgeslagen zijn en de job die
actueel wordt uitgevoerd.
"VOLTOOID":
Toont de jobs die voltooid zijn. Let op dat
kopieerjobs niet in de lijst verschijnen. Wanneer de
STATUS
PAPIER OP
WACHTEN
WACHTEN
FAXOPDRACHT
*
stroom uitgeschakeld is of wanneer de
automatische stroom-uitschakelstand geactiveerd
is wanneer er geen jobs zijn, worden de jobs in de
"VOLTOOID" lijst gewist.
3
[AFDRUK OPDRACHT] toets
Hiermee kunt u de lijst voor uitgaande opdrachten
voor alle functies bekijken (printen, kopiëren en
faxen).
4
[E-MAIL/FTP] toets
Toont een netwerk scanner opdracht (wanneer de
netwerk scanner functie geïnstalleerd is.).
5
[FAX OPDRACHT] toets
Hiermee geeft u opgeslagen faxopdrachten en de
faxopdracht die actueel uitgevoerd wordt weer
(wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.).
6
Displaykeuzetoetsen
Deze worden gebruikt om de pagina van de
weergegeven joblijst te wisselen.
7
[STOP/WIS] toets
Hiermee kunt u een actueel uitgevoerde job
onderbreken of wisse of een opgeslagen job
wissen. Kopieeropdrachten en ontvangen
faxberichten kunnen met deze toets niet worden
onderbroken gewist. Kopieeropdrachten kunnen
worden geannuleerd door de [WISSEN] toets ()
of [ALLES WISSEN] toets () in te drukken.
8
[PRIORITEIT] toets
Tip deze toets aan na het selecteren van een
opgeslagen job in deze [JOB RIJ] lijst om deze job
voor andere jobs te printen.
9
[DETAILS] toets
Toont informatie over de geselecteerde opdracht.
Deze kan niet worden gebruikt voor een
ontvangen faxbericht.
2
OPDR.WACHTR
1
1/1
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
93
12
Page 15
HET AAN EN UITZETTEN VAN HET
AAN
APPARAAT
De aan-/uitschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van het apparaat.
Opmerking
Wanneer de aan-/uitschakelaar aan is, start de machine in de functie die eerder werd gebruikt. De volgende
uitleg gaat er van uit dat de eerder gebruikte functie de kopieerfunctie was.
STROOM INSCHAKELEN
Zet de aan-/uitschakelaar op de stand "ON"
(aan).
•
Wanneer de aan-/uitschakelaar op de "ON" stand
verschijnt de melding "OPWARMFASE. ER KAN NU
EEN KOPIEERJOB WORDEN INGESTELD."
verschijnt in het meldingendisplay en de machine
begint op te warmen. Wanneer "GEREED VOOR HET
KOPIEREN." verschijnt is de machine klaar om te
kopiëren. Kopieerinstellingen kunnen tijdens de
opwarmfase worden geselecteerd.
• Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt
"VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.". Wanneer er
een geldig nummer wordt ingevoerd verschijnt de
accountstatus gedurende enkele seconden op het
hoofdscherm. Nu kan de kopieerbewerking worden
uitgevoerd. (Zie het "Handleiding key operator".)
STROOM UIT
Wanneer het apparaat langer niet gebruikt gaat
worden, dient u het uit te schakelen.
Controleer of de machine geen bewerking
uitvoert en zet dan de aan-/uitschakelaar op
de stand "OFF" (uit).
UIT
Wanneer de aan-/uitschakelaar wordt uitgezet terwijl
de machine in werking is, kan er een papierstoring
optreden en de actueel uitgevoerde job wordt
geannuleerd.
1
Opmerking
Wanneer de fax optie geïnstalleerd is moet u de stroom ingeschakeld laten. Faxberichten kunnen niet worden
ontvangen wanneer de stroom uitgeschakeld is.
13
Page 16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN
De machine keert terug naar de oorspronkelijke instellingen wanneer deze voor het eerst wordt ingeschakeld,
wanneer de [ALLES WISSEN] toets () ingedrukt is, of de vooraf ingestelde "automatische wistijd" verstrijkt nadat
de laatste kopie in een willekeurige functie werd gemaakt. Wanneer de machine terugkeert naar de oorspronkelijke
instellingen, worden alle op dit moment gemaakte instellingen en geselecteerde functies geannuleerd. De
automatische wistijd kan in de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het "Handleiding key operator".)
De in het display weergegeven oorspronkelijke instellingen worden hierna getoond.
GEBRUIKSKLAAR.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
BELICHTING
AUTO A4
A4
A4
A3
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
Functies en instellingen worden toegelicht op basis van het bovenstaande scherm.
Automatische papierselectie: aan,
Papierlade: bovenste papierlade (bij stroom inschakelen zal de eerder geselecteerde papierlade opnieuw
geselecteerd worden.)
Opmerking
De oorspronkelijke instellingen kunnen worden gewijzigd in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding
key operator".)
Voor de oorspronkelijke instellingen (oorspronkelijk scherm) van printer, fax, en scannerfuncties, zei de
gebruiksaanwijzingen van deze functies.
STROOMSPAARFUNCTIES
De machine is voorzien van twee stroomspaarfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die
manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt
milieuvervuiling te verminderen. De twee stroomspaarfuncties zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische
uitschakelfunctie".
De tijdsinstellingen voor elke functie kunnen met de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het
"Handleiding key operator".)
Voorverwarm functie
Wanneer de ingestelde tijd afgelopen is daalt de temperatuur van de fuseereenheid automatisch om het stroomverbruik in het stand-by-bedrijf te reduceren. De fabrieksinstelling is 15 minuten. Om terug te keren naar de normale
werking, tipt u een willekeurige toets op het bedieningspaneel aan. Om een kopie te maken terwijl de machine in
deze functie is, selecteert u gewoon de gewenste kopieerinstellingen en drukt u vervolgens de [START] toets
in ().
Automatische stroom-uitschakelstand
Wanneer de tijd verstrijkt wordt de stroom naar de fuseereenheid automatisch uitgeschakeld om het stroomverbruik
te reduceren (gebaseerd op de richtlijnen van het Internationale Energy Star Programma.). De fabrieksinstelling is
60 minuten. Wanneer de machine in deze stand gaat, wordt het tiptoetsenpaneel uitgeschakeld en alleen de
[START] toets () knippert. Om terug te keren naar de normale werking, drukt u op de [START] toets ().
Om te kopiëren nadat het opwarmen is begonnen maakt u de gewenste kopieerselecties en drukt u op de [START]
toets (). Als de machine een fax- of afdrukopdracht ontvangt, wordt de functie ‘automatisch uitschakelen’
gedeactiveerd en werkt de machine normaal.
14
Page 17
HET LADEN VAN PAPIER
Wanneer er een papierlade leeg raakt verschijnt er een melding op het tiptoetsenpaneel. Laad papier in de lade.
OPEN LADE 1 EN VUL PAPIER BIJ.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
A4
A3
ORIGINEEL
A4
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
PAPIER
De specificaties voor de papiersoorten en -formaten die in de papiercassettes kunnen worden geladen zijn
onderstaand vermeld.
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
Lade
nr.
1Bovenste
2Onderste
3500-vel papier
Soort papierladePapiersoortFormaatGewicht
2
56 g/m
105 g/m
tot
2
(15 lbs. tot 28 lbs.)
papierlade
papierlade
*1
Papier met briefhoofd
Gerecycleerd papier
Normaal papier
*2
Gekleurd papier
A5 tot A3
(5-1/2" x 8-1/2" tot
11" x 17")
invoereenheid/
Bovenste papierlade
of 2 x 500-vel papier
invoereenheid
Capaciteit
500 vel*
1
4
4Onderste papierlade
of 2 x 500-vel papier
invoereenheid
HandinvoerladeNormaal papier
Papier met briefhoofd
Gerecycleerd papier
A6 tot A3
(5-1/2" x 8-1/2" tot
11" x 17")
56 g/m2 tot 128 g/m
(15 lbs. tot
34,5 lbs.)
*3
2
100 vel*
Gekleurd papier
Dun papier52 g/m2 tot 56 g/m
2
100 vel
(14 lbs. tot 15 lbs.)
Dik papierMax. 200 g/m
2
30 vel
(54 lbs.)
Etiketten40 vel
Transparante film40 vel
Enveloppen
International DL
(110 x 220 mm)
5 vel
International C5
(162 x 229 mm)
Commercial 10
(4-1/8" x 9-1/2")
*1A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan alleen in lade 1 en de handinvoerlade worden geplaatst.
2
B5 papierformaat kan niet in lade 2 worden geplaatst ( B5R papier kan echter wel worden geplaatst.).
*
3
*
Wanneer u groter papier dan A4 (8-1/2" x 11") formaat plaatst, gebruik dan geen papier met een gewicht dat zwaarder is dan
105 g/m
4
Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
*
2
(28 lbs.).
4
15
Page 18
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Enveloppen
Gebruik de volgende enveloppen niet (Dit zal leiden tot
papierstoringen.).
• Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten,
gaten of schermen.
• Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of
gladde oppervlakken.
• Enveloppen met twee of meer flappen.
• Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier
aan de flap is bevestigd.
• Enveloppen met een vouw in de flap.
• Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden
natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
• Enveloppen met etiketten of postzegels.
• Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht.
• Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte
uitsteekt.
• Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte
loslaat.
Papier met briefhoofd
Papier met briefhoofd is papier waarop vooraf aan de
bovenkant informatie is geprint zoals bedrijfsnaam en
adres.
• Gebruik door SHARP goedgekeurde transparante
film en etiketvellen. Het gebruik van papier dat niet
door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën. Wanneer u
papier gebruikt dat niet door SHARP is goedgekeurd, plaats dan één vel per keer met behulp van
de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren
of af te drukken met dit soort papier.).
• Er zijn veel verschillende soorten papier op de
markt en niet elke papiersoort kan in deze machine
worden gebruikt. Neem contact op met uw service
leverancier voordat u speciaal papier gaat
gebruiken.
• Maak eerst een testkopie met het speciale papier
om te controleren of dit geschikt is voordat u papier
dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat
gebruiken.
SHARP
16
Page 19
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
HET LADEN VAN PAPIER
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het
papier bij te vullen
Papierlade bijvullen
Trek de lade eruit tot aan het eindpunt.
1
Wanneer u het zelfde
papierformaat bijvult als
er geladen was, ga dan
verder naar stap 4.
Wanneer u een ander
papierformaat in de lade
vult, ga dan door met de
volgende stap.
Knijp de vergrendelhendel van de
2
voorste geleider samen en pas de
voorste geleider aan de breedte van
het papier aan.
Voorste geleider
Linker geleider
Laad papier in de lade.
5
Maximum hoogtemarkering
Maximum height line
•
Opmerking
Druk de papierlade stevig terug in de
6
Plaats het papier met de printzijde omhoog
in de lade.
• Voer het papier langs de papiergeleiders.
• De lade kan max. 500 vel 80 g/m
(21 lbs.) papier bevatten.
• Laad het papier niet boven de
maximumhoogte markering.
• Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan
het resterende papier uit de lade,
combineer het met het nieuwe papier en
laad dit opnieuw als een stapel.
machine.
1
2
Schuif de linker geleider naar de
3
overeenkomstige sleuf volgens de
markering in de lade.
Wanneer u 11" x 17"
kopieerpapier gebruikt,
plaats dan de linkergeleider in de sleuf aan de
linker voorzijde van de
papierlade.
Waaier het kopieerpapier.
4
Wanneer u een ander papierformaat heeft geladen
dan het vorige formaat, plaats dan de passende
papierformaatkaart in de voorzijde van de papierlade
om het nieuwe papierformaat aan te geven.
Papierformaatkaart
Papierformaatkaart
Voorzijde
Achterzijde
B5B4
R
B5
A4
R
A4A3
EXTRA
A5
81/2X13
81/2X11
Opmerking
Indien u een ander papierformaat heeft
geladen dan het vorige, gaat u naar
"PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN" (p.19).
17
Page 20
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het laden van papier in de handinvoer
Vouw de handinvoerlade open.
1
Om het papierformaat
correct te kunnen
herkennen, moet u de
verlenging van de
handinvoer uittrekken.
Stel de papiergeleiders in op de
2
breedte van het papier.
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
3
omlaag) helemaal in de handinvoerlade.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
• Zorg ervoor dat u A6 papier of enveloppen in de
liggende afdrukstand plaatst zoals afgebeeld in het
onderstaande diagram.
• Plaats het papier met de printzijde omlaag in de
lade.
Liggende
afdrukstand
• Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat
deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep,
geen losse lijmdelen bevatten.
• Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het
resterende papier uit de lade, combineer het met het
nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel.
Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde
formaat zijn.
• Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het
origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke
afbeeldingen.
Staande
afdrukstand
• Gebruik geen papier dat is bedrukt door een
laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken
of onduidelijke afbeeldingen.
18
Page 21
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES
BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 1
LADE 2
LADE 3
NORMAAL PAPIER / B5
NORMAAL PAPIER / A3
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE
WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om de papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van
papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren.
Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
Opmerking
Vul papier in de lade zoals toegelicht
1
• Het papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan alleen voor lade 1 geselecteerd worden.
• Het papierformaat B5 kan niet voor lade2 geselecteerd worden (B5R papier kan echter wel worden ingesteld.).
• De ladeinstellingen behalve voor de handinvoerlade kunnen worden verboden in de key operator
programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
in "Papierlade bijvullen" (p.17).
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
2
toets aan.
Het menuscherm voor de
aangepaste instellingen
verschijnt.
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
3
toets.
Het lade-instelscherm
verschijnt.
Selecteer het formaat en soort papier
5
dat in de lade is geplaatst.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 1
TYPE
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
De actueel geselecteerde papiersoort wordt
geaccentueerd.
• Om de selectie van de papiersoort te wijzigen, tipt u
de desbetreffende toets aan.
• Om de selectie van het papierformaat te wijzigen,
tipt u de desbetreffende toets aan.
•
Om de weergegeven formaatselecties te veranderen in
INCH-formaat, tipt u [ABINCH] aan.
Tip op de [OK] toets.
6
Er verschijnt een melding waarin u
7
BRIEFPAPIERA3B4
KLEUR
A4R
A5
FORMAATABINCH
B5
OK
A4
B5R
wordt gevraagd het papier in de lade
te controleren. Controleer het papier
en tip vervolgens op de [OK] toets.
1
Selecteer de lade waarin u het papier
4
heeft gevuld.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
Voor de ladenummers,
zie "PAPIER" (p.15).
Wanneer de gewenste
lade niet op het display
verschijnt, gebruik dan
de toets of toets
om te balderen tot de
lade verschijnt.
19
Page 22
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES
BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 4
HANDINVOER
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER / 11x17
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
Het instellen van de papiersoort in de handinvoerlade
Gebruik één van de twee volgende methodes om het soort papier in te stellen voor de handinvoerlade.
Met de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
toets
Vul papier in de handinvoerlade zoals
1
toegelicht in "Het laden van papier in
de handinvoer" (p.18).
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
2
toets aan.
Het menuscherm voor de
aangepaste instellingen
verschijnt.
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
3
toets.
Het lade-instelscherm
verschijnt.
Met de [PAPIERFORMAAT] toets
Vul papier in de handinvoerlade zoals
1
toegelicht in "Het laden van papier in
de handinvoer" (p.18).
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
2
Tip de papierselectietoets aan.
3
GEBRUIKSKLAAR.
A4
B4
NORMAAL PAPIER
RECYCLEDNORMAAL PAPIER
A3
EXTRA BEELD
INSTELLEN
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
0
4
5
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE-INSTELLING HANDINVOER
SELECTEER PAPIERSOORT.
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële
briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
6
20
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
toets.
Selecteer het formaat en soort papier
dat in de lade is geplaatst.
OK
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
ZWAAR PAPIERDUN PAPIER
Tip op de [OK] toets.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
BRIEFPAPIER
KLEUR
ENVELOPJAPANESE P/C
ETIKETTEN
TRANSPARANT
Selecteer de papiersoort.
4
GEBRUIKSKLAAR.
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
ZWAAR PAPIERDUN PAPIER
BRIEFPAPIER
KLEUR
ENVELOP
ETIKETTEN
TRANSPARANT
JAPANESE P/C
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële
briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
5
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Page 23
2
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en
aanpassing van de belichting.
HOOFDSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE
Het hoofdscherm van de kopieerfunctie geeft meldingen, toetsen, en instellingen weer, die voor het kopiëren worden
gebruikt. Tip een toets aan om een selectie te maken. Het hoofdscherm van de kopieerfunctie verschijnt wanneer de
[KOPIEREN] toets wordt ingedrukt (Behalve wanneer het scherm voor aangepaste instellingen verschijnt).
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNTIES
1
GEBRUIKSKLAAR.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
3
47
1
Meldingen display
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
A4
A3
6
58
FAX
TAAKSTATUS
ORIGINEEL
ON LINE
DATA
DATA
LINE
DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
A4
A4
Hier worden de statusmeldingen weergegeven.
2
Kopieerhoeveelheid display
Geeft het aantal geselecteerde kopieën weer voor
de [START] toets () wordt ingedrukt of het
aantal resterende kopieën nadat de [START] toets
() werd ingedrukt. Er kan een enkele kopie
worden gemaakt wanneer "0" wordt weergegeven.
3
[2-ZIJDIGE KOPIE] toets (p.27)
Tip deze toets aan om het instelscherm van de
dubbelzijdige kopieerfunctie weer te geven.
4
[UITVOER] toets (p.35)
Tip deze toets aan om sorteren, groeperen,
sorteren nieten en andere uitvoerinstellingen te
selecteren.
5
[SPECIALE FUNCTIES] toets (p.39)
Tip deze toets aan om het selectiescherm voor de
speciale functies te openen.
6
Origineel toevoer display
Verschijnt wanneer er een origineel in de RSPF
wordt geplaatst.
7
Papierformaat display
Hier wordt de locatie van de papierlade en het
papierformaat in de papierladen weergegeven.
"" Geeft aan of er wel of geen papier is
geladen. Er kan een papierlade worden aangetipt
om de selectie van de papierlade te wijzigen.
ACC.#-C
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO A4
100%
2
0
9
10
11
12
13
14
8
Origineel formaat display
Geeft het origineel formaat aan wanneer er een
origineel werd geplaatst voor het kopiëren.
9
Belichtingsdisplay
Geeft de icoon van het geselecteerde
belichtingstype en de belichtingsscala weer.
10
[BELICHTING] toets (p.29)
Gebruik deze toets om de belichting van de
kopieën af te stellen.
11
Papierselectie display
Geeft het geselecteerde papierformaat aan.
Wanneer de automatische papierselectiefunctie
geselecteerd is verschijnt er "AUTO" wanneer u de
automatische papierselectiefunctie selecteert.
12
[PAPIERFORMAAT] toets (p.22, p.26)
Druk op deze toets om het papierformaat te
selecteren.
13
Kopieerfactor display
Geeft de geselecteerde kopieerfactor aan.
3
14
[KOPIEERFACTOR] toets (p.31)
Gebruik deze toets om de kopieerfactor weer te
geven.
• De melding varieert afhankelijk van
het land en de regio.
• Het scherm varieert afhankelijk van
de geïnstalleerde uitrusting.
21
Page 24
NORMAAL KOPIËREN
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
ACC.#-C
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
Opmerking
Open de origineelklep/RSPF en plaats
1
Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
het origineel met de kopiezijde naar
beneden.
[Hoe wordt het origineel geplaatst]
Leg de hoek van het origineel overeenkomstig de punt
van de pijl () in de linker achterhoek van de
glasplaat zoals in de afbeelding wordt getoond.
Origineel schaal Origineel schaal
R
B5
B4
A4
A3
B5
R
A4
•
Opmerking
Voor het laden van papier, zie "HET
LADEN VAN PAPIER" (p.15). Wanneer u
het papierformaat in de lade wijzigt, moet u
ook de instellingen van het papierformaat
en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
•
De papiersoorten voor de automatische
papierselectie functie kunnen geselecteerd
worden, of u kunt de functie uitschakelen
m.b.v. de key operator programma's. (Zie
het "Handleiding key operator".)
Handmatige selectie van het papierformaat
(papierlade)
Wanneer automatische papierselectie in de key operator
programma's werd uitgeschakeld en u een ander papierformaat wilt gebruiken dan het origineel, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets aan en selecteert u de papierlade met het
gewenste papierformaat. (Het geselecteerde papier wordt
geaccentueerd en het papierselectiescherm gaat dicht).
Om het scherm te sluiten zonder een papierformaat te
selecteren, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets opnieuw aan.
GEBRUIKSKLAAR.
1.A4
2.A3
NORMAAL PAPIER
RECYCLED
A3
NORMAAL PAPIER
EXTRA BEELD
INSTELLEN
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
0
AUTO
100%
Sluit de origineelklep/RSPF.
2
Het origineelformaat
verschijnt op het
tiptoetsenpaneel.
Opmerking
Controleer of het zelfde papierformaat
3
Als het origineelformaat niet automatisch
wordt herkend, dient u dit handmatig in te
stellen. (p.47)
als het origineel automatisch wordt
geselecteerd.
De geselecteerde lade
wordt geaccentueerd.
Wanneer de lade een
ander papierformaat
bevat dan het origineel,
verschijnt "LAAD xxxx
PAPIER."
Zelfs wanneer de bovenstaande melding wordt weergegeven, kan er met
behulp van de geselecteerde lade worden gekopieerd.
22
Selecteer het aantal kopieën en de
4
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
•
Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt telkens
met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd gemaakt.
•
Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie
maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft.
•
Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN] toets ().
•
Opmerking
Druk op de [WISSEN] toets () om het
kopiëren midden in een kopieerproces te
stoppen.
•
Om dezelfde kopieervolgorde te herhalen
voor een ander origineel, dient u gewoon het
origineel te vervangen en de [START] toets in
te drukken ().
•
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade
leeg is, kunt u het kopiëren hervatten door de
[PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de
handinvoer te selecteren of een papierlade
met hetzelfde papierformaat en -soort papier
dat in dezelfde stand is geladen.
Page 25
KOPIEREN VANAF DE RSPF
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
ACC.#-C
KOPIEERFUNTIES
Opmerking
Controleer of er geen origineel op de
1
• Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
• Wanneer de RSPF uitgeschakeld werd in de key operator programma's kan de RSPF niet gebruikt worden.
(Zie het "Handleiding key operator".)
glasplaat is achtergebleven en sluit
vervolgens de RSPF.
Wanneer er een origineel
op de glasplaat achterblijft,
verschijnt er, "VERWIJDER HET ORIGINEEL
VAN DE GLASPLAAT."in
het tiptoetsenpaneel.
Stel de origineelgeleiders af op de
2
breedte van het origineel.
•
Opmerking
Selecteer het aantal kopieën en de
5
Voor het laden van papier, zie "HET LADEN VAN
PAPIER" (p.15). Wanneer u het papierformaat in
de lade wijzigt, moet u ook de instellingen van het
papierformaat en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
•
Desgewenst kunt u handmatig de papierlade
met het gewenste papiersoort selecteren
zoals beschreven op pagina 22.
•
De papiersoorten voor de automatische
papierselectie functie kunnen geselecteerd
worden, of u kunt de functie uitschakelen
m.b.v. de key operator programma's. (Zie het
"Handleiding key operator".)
•
Wanneer het origineel groter is dan het papierformaat, kan het resultaat van het kopiëren
vanaf de glasplaat verschillen van het resultaat van het kopiëren vanuit de RSPF. (p.22)
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
2
Plaats de originelen met de geprinte
3
zijde boven in de documentinvoer.
Plaats de originelen helemaal in de invoersleuf.
Het origineelformaat verschijnt op het tiptoetsenpaneel.
Opmerking
Controleer of het zelfde papierformaat
4
• Er kunnen maximaal 100 vellen (90 g/m2
(24 lbs.)) tegelijkertijd worden ingevoerd.
• Als het origineelformaat niet automatisch
wordt herkend, dient u dit handmatig in te
stellen. (p.47)
als het origineel wordt geselecteerd.
De geselecteerde lade
wordt geaccentueerd.
Indien geen van de lades
hetzelfde papierformaat
bevat als het origineel,
verschijnt "LAADxxxx
PAPIER".
Zelfs wanneer de bovenstaande melding wordt
weergegeven, kan er met behulp van de
geselecteerde lade worden gekopieerd.
• Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt
telkens met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd
gemaakt.
• Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de
kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display
"0" weergeeft.
• Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN]
toets ().
•
Opmerking
Druk op de [WISSEN] toets () om het kopiëren midden in een kopieerproces te stoppen.
•
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade leeg
is, kunt u het kopiëren hervatten door de
[PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de
handinvoer te selecteren of een papierlade met
hetzelfde papierformaat en -soort papier dat in
dezelfde stand is geladen.
Stroom-invoer-functie
Wanneer de stroom-invoer-functie is ingeschakeld in
de key operator programma's verschijnt ca: % seconden na het invoeren van de originelen "PLAATS ORIG.
VOOR CONTINU TOEVOER." op het tiptoetsenpaneel. Nieuwe originelen die in de RSPF worden
geplaatst terwijl deze melding verschijnt, worden automatisch ingevoerd en gekopieerd.
Het kopiëren van een groot aantal originelen
De opdrachtfunctie is handig wanneer u meer originelen wilt kopiëren dan er tegelijkertijd in de RSPF kunnen worden geplaatst. Voor informatie over de
Opdrachtfunctie, zie "OPDRACHT SAMENSTELLING"
(p.45).
23
Page 26
KOPIEERFUNTIES
PUNTEN WAAROP U BIJ HET KOPIEREN MOET LETTEN
Glasplaat en RSPF
• Papier dat in een andere afdrukstand is geplaatst dan het origineel kan geselecteerd worden wanneer de
automatische papierselectie of automatische beeldfunctie ingesteld is. In dit geval wordt het beeld van het
origineel gedraaid.
• Wanneer u een boek of een gevouwen of gekreukeld origineel kopieert, dient u voorzichtig op de glasplaat/RSPF
te drukken. Hierdoor worden schaduwlijnen die worden veroorzaakt door een ongelijkmatig contact tussen het
origineel en de glasplaat, gereduceerd.
• Wanneer de telfunctie van de middelste lade ingeschakeld is, wordt het aantal vellen dat in de uitvoerlade kan
worden geleverd, gereduceerd tot 500 (alleen A4 en 8-1/2" x 11" formaat, de limiet voor alle andere formaten is
300 vellen). Wanneer er een afwerkingeenheid geïnstalleerd is, bedraagt de limiet 400 bladzijden. Wanneer de
offsetfunctie wordt gebruikt, is de limiet ongeveer 300 vellen papier. Wanneer het limiet wordt bereikt, stopt het
kopiëren en gat het licht in de [START] toets () uit. Verwijder de kopieën uit de middelste lade en druk
vervolgens op de [START] toets () om het kopieerproces te hervatten. De telfunctie van de middelste lade kan
worden uitgeschakeld m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Originelen die in de RSPF kunnen worden gebruikt
Er kunnen maximaal 100 originelen met hetzelfde formaat (A4, 90 g/m2 (8-1/2" x 11", 24 lbs.)) in de RSPF worden
geplaatst. Originelen met een andere lengte kunnen samen in de RSPF worden geplaatst, zolang de breedtes gelijk
zijn, maar sommige kopieerfuncties werken dan eventueel niet correct.
Geschikte originelen
Originelen met een formaat van A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") en een gewicht van 35 g/m2 tot 128 g/m2
(9 lbs. tot 34 lbs.) of 52 g/m
2
tot 105 g/m2 (14 lbs. tot 28 lbs.) voor 2-zijdige originelen kunnen worden gebruikt.
Andere overwegingen
• Gebruik originelen binnen het aangegeven formaat- en gewichtbereik. Originelen buiten het gespecificeerde
bereik kunnen papierstoringen veroorzaken.
• Verzeker u ervan dat er geen paperclips of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
• Wanneer een origineel vochtige plekken heeft van correctievloeistof, inkt of lijm dient u deze eerst volledig te laten
drogen voor u er een kopie van maakt. Anders kan de binnenkant van de RSPF of de glasplaat verontreinigd
worden.
• De volgende originelen kunnen niet gebruikt worden. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke
afbeeldingen.
• Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto's
• Carbonpapier
• Thermisch kopieerpapier
• Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd
• Gelijmde originelen, uitgesneden originelen
• Originelen met ringbandgaten
• Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermaal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier
Het verwijderen van de origineelklep
• Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten.
• Open de origineelklep en til deze op met een lichte achterwaartse hoek. Om de origineelklep weer te plaatsen
doet u het tegenovergestelde.
• De RSPF kan niet worden verwijderd.
24
Page 27
KOPIEERFUNTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
C
HANDMATIG
FORMAAT ORIGINEEL
AUTO
INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN
OK
OK
Het kopiëren van originelen met verschillende lengtes (Gemengde toevoer)
Wanneer u de RSPF gebruikt kunnen er originelen met verschillende lengtes samen worden ingevoerd zolang de
breedte van de originelen hetzelfde is.
Om gemengde originelen in te voeren, dient u de volgende stappen op te volgen:
Tip de [SPECIALE FUNCTIES] toets
1
aan.
Tip de toets aan en vervolgens de
2
[FORMAAT ORIGINEEL] toets.
FORMAAT
ORIGINEEL
Selecteer de "INVOERFUNCTIE VOOR
3
GEMENGDE ORIGINELEN" checkbox.
Tip op de [OK] toets.
4
Opmerking
Wanneer het kopiëren wordt gestart in de
gemengde toevoerfunctie worden alle
originelen gescand voor het kopiëren begint.
De instelling wordt
ingevoerd en u keert terug
naar het hoofdscherm.
de icoon van het
origineelformaat wijzigt in
A4
()
om aan te geven dat
gemengde toevoer werd
geselecteerd.
Wanneer de originelen in een andere afdrukstand worden geplaatst dan het kopieerpapier, wordt de afbeelding van
het origineel automatisch 90
ven.) Indien er een functie geselecteerd is die niet geschikt is voor het roteren, zoals het vergroten van de kopie tot
groter dan A4 (8-1/2" x 11") formaat of kantlijnverschuiving, is roteren niet mogelijk.
[Voorbeeld]
• Deze functie werkt zowel in de automatische papierselectie zoals in de automatische beeldmodus. Rotatie
kopiëren kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
°.geroteerd. Wanneer een afbeelding geroteerd wordt, wordt er een melding weergege-
Afdrukstand van het
geplaatste origineel
Printzijde omlaagPrintzijde omlaag
Afdrukstand van het
geladen papier
Kopie na rotatie
25
Page 28
KOPIEERFUNTIES
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
GEBRUIKSKLAAR.
EXTRA BEELD INSTELLEN
NAAR VOOR NAAR ACHTER
OK
0
HANDINVOER (speciaal papier)
De handinvoer moet worden gebruikt om speciaal papier in te voeren zoals transparante film en etiketten. In de
handinvoer kunt u ook standaard kopieerpapier invoeren.
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
2
omlaag) helemaal in de
handinvoerlade.
Voor papier dat geschikt
is voor de
handinvoerlade, zie
"PAPIER" (p.15).
Voor het laden van
papier, zie "Het laden
van papier in de
handinvoer" (p.18).
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan
3
of de lade in de afbeelding van de
machine op het tiptoetsenpaneel en
selecteer de handinvoerlade.
Stel het soort papier in
dat in de handinvoer is
geplaatst. (p.20)
Selecteer het aantal kopieën en de
4
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
Het omschakelen van de startpositie van het kopiëren
Wanneer u op een speciaal papierformaat in de handinvoerlade kopieert, kan de startpositie voor het printen
verticaal worden omgeschakeld voor een fijne afstelling van de afdrukpositie. Voor het aanpassen van de
startpositie voor het printen, volgt u de onderstaande stappen op. Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer
u speciale papierformaten vanuit de handinvoerlade toevoert.
1 Tip de [PAPIERFORMAAT] aan en vervolgens de [EXTRA
BEELDAFSTELLING] op de handinvoerlade.
2 Gebruik de toets of toets om de printpositie af te
stellen en tip vervolgens de [OK] toets aan.
• De positie kan worden afgesteld van -10 mm tot +10 mm in
0.5 mm intervallen (-0.5 inch tot +0.5 inch in 0,02 inch intervallen).
• Wanneer er een instelling van -10 mm tot -0.5 mm (-0.5 inch tot
-0,02 inch) geselecteerd is, zal de startpositie van het printen
vanuit de standaardpositie naar voren worden bewogen. Wanneer
een instelling van +0.5 mm tot +10 mm (+0,02 inch tot +0.5 inch)
geselecteerd wordt, zal de startpositie van het printen naar
achteren worden bewogen.
0.00
(-10 10)
mm
26
Page 29
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
INBINDEN
VERANDEREN
OK
Twee originelen kunnen automatisch op beide zijden van een enkel blad papier worden gekopieerd. Wanneer de
RSPF wordt gebruikt kunnen er eenvoudig tweezijdige kopieën van tweezijdige originelen worden gemaakt.
Origineel → papier
Glasplaat
RSPF
Opmerking
Enkelzijdig origineel
Enkelzijdig origineel
→ Twee zijden
()
• Papierformaten die kunnen worden gebruikt zijn A5, B5, B5R, A4, A4R, B4 en A3 (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,
8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14" en 11" x 17").
• Wanneer u tweezijdige kopieën maakt op papier met briefhoofd, dient u de kant met het briefhoofd omlaag te
plaatsen wanneer u een papierlade gebruikt of met het briefhoofd omhoog bij het gebruik van de
handinvoerlade (Dit is het tegenovergestelde van normaal.).
Automatisch tweezijdig kopiëren is niet mogelijk op dik papier, dn papier, etiketten, transparante film, enveloppen en
•
andere speciale papiersoorten.
• Indien automatisch tweezijdig kopiëren wordt uitgevoerd in de super foto functie, kan het geheugen vol raken
("GEHEUGEN IS VOL, KIES EEN ANDERE BELICHTING." verschijnt.). Tip de [OK] toets aan om
automatisch tweezijdig kopiëren te annuleren, stel de belichtingsfunctie op een andere dan super foto en
selecteer opnieuw automatisch tweezijdig kopiëren.
• Automatisch tweezijdig kopiëren kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het
"Handleiding key operator".)
Wanneer Boekkopie (p.43) geselecteerd is, kan er geen 2-zijdig naar 2-zijdig of 2-zijdig naar 1-zijdig worden gebruikt.
•
Tweezijdig origineel
→ Twee zijden ()
→ Twee zijden
()
Tweezijdig origineel
→ Enkelzijdig
()
2
BIJ HET GEBRUIK VAN DE GLASPLAAT
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
(p.22)
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
2
Tip de [1-zijdige naar 2-zijdige kopie]
3
toets aan.
Tip de [BINDING WIJZIGEN] toets aan wanneer u tablet
binding uitvoert of wanneer u automatische tweezijdige
kopieën maakt van een eenzijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2"
x 14") staand origineel, tipt u de [BINDING WIJZIGEN] toets
Origineel in staande afdrukstand
(A3 of B4 (11" x 17" of 8-1/2" x 14") formaat)
Voor [BINDING WIJZIGEN]Na [BINDING WIJZIGEN]
Tip op de [OK] toets.
4
27
Page 30
KOPIEERFUNTIES
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
INB
VERAN
INBINDEN
VERANDEREN
OK
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
Verzeker u ervan dat er automatisch een
5
geschikt papierformaat wordt geselecteerd of selecteer een ander formaat met
behulp van de [PAPIERFORMAAT] toets.
Selecteer het aantal kopieën en de
6
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
Het origineel voor de
voorzijde wordt gescand.
Verwijder het eerste origineel en
7
plaats het origineel voor de
achterzijde op de glasplaat. Sluit de
origineelklep/RSPF en druk
vervolgens op de [START] toets ().
Om automatisch 2-zijdig
kopiëren te annuleren,
drukt u op de [WISSEN]
toets ().
Opmerking
Wanneer u 2-zijdige kopieën van een
oneven aantal originelen maakt, drukt u na
het scannen van het laatste origineel op de
[LEZEN KLAAR] toets.
HET GEBRUIK VAN DE RSPF
Plaats de originelen in de
1
documentinvoer. (p.23)
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
2
Tip de gewenste kopieerfunctie aan.
3
Tip op de [OK] toets.
4
Verzeker u ervan dat er automatisch
5
een geschikt papierformaat wordt
geselecteerd of selecteer een ander
formaat met behulp van de [PAPIERFORMAAT] toets.
Tip de [BINDING WIJZIGEN] toets aan wanneer u tablet
binding uitvoert of wanneer u automatische tweezijdige
kopieën maakt van een eenzijdig A3 (11" x 17") of B4
(8-1/2" x 14") staand origineel, tipt u de [BINDING
Voor [BINDING WIJZIGEN]Na [BINDING WIJZIGEN]
28
Origineel in staande afdrukstand
(A3 of B4 (11" x 17" of 8-1/2" x 14") formaat)
Selecteer het aantal kopieën en de
6
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
Page 31
AFSTELLING BELICHTING
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
AUTO
TYPE ORIGINEEL BEELD
SUPERFOTO
FOTO
TEKST/FOTO
TEKST
13
AUTO
MANUAL
135
ACC.#-C
HET SELECTEREN VAN HET SOORT ORIGINEEL EN
HANDMATIG AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
[AUTO] is standaard geselecteerd voor de automatische afstelling van het beeld overeenkomstig het origineel.
Wanneer u het soort origineel wilt bepalen of de belichting handmatig wilt afstellen, plaatst u het origineel in de
RSPF of op de glasplaat, controleert u het papierformaat en voert u de volgende stappen uit.
Tip op de [BELICHTING] toets.
1
Selecteer [TEKST], [TEKST/FOTO],
2
[FOTO], of [SUPER FOTO]
overeenkomstig het origineel.
Het selecteren van het soort origineel
• Er zijn vier origineelsoorten beschikbaar.
TEKST
TEKST/FOTO
FOTO
SUPER
FOTO
• De automatische belichtingsafstelling kan alleen
worden geselecteerd wanneer [TEKST]
geselecteerd is voor het soort origineel.
Wordt gebruikt voor normale tekst,
blauwprint en licht potloodschrift.
Wordt gebruikt voor gemengde
tekst/foto originelen en geprinte
foto's.
Wordt gebruikt voor foto's en
wanneer u helderde halftonen
wenst.
Wordt gebruikt om foto's te kopiëren
met een hoge resolutie van 1200
dpi.
Handmatig afstellen van de
3
kopiebelichting.
Indien [TEKST] geselecteerd was voor het soort
origineel, tipt u de [AUTO
HANDMATIG] toets
aan om [HANDMATIG] te
selecteren en stelt u vervolgens de kopiebelichting af.
Tip de toets aan om donkerdere kopieën te maken.
Tip de toets aan om lichtere kopieën te maken.
Opmerking
Om terug te keren naar de automatische belichting,
voert u de volgende stappen uit:
1 Tip de [BELICHTING] toets aan.
2 Tip de [TEKST] toets aan.
De [AUTO HANDMATIG] toets verschijnt
wanneer [TEKST] geselecteerd is.
3 Tip de [AUTO HANDMATIG] toets aan, zodat
[AUTO] geaccentueerd wordt.
4 Tip de [OK] toets aan.
Tip op de [OK] toets.
4
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Controleer het papierformaat, selec-
5
Richtlijnen voor de belichtingswaarden
1 - 2 Donkere originelen zoals kranten
3Normale originelen
4 - 5 Licht gekleurde tekst of met potlood
geschreven tekst
teer het aantal kopieën en andere
gewenste kopieerinstellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ().
6
2
29
Page 32
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
A3
A4
NORMAAL
RECYCLED
AUTO
IMAGE
AUT
PAPIE
1
KOPIE
ACC.#-C
Er zijn drie manieren om kopieën te vergroten en te verkleinen:
●
Automatische kopieerfactorkeuze overeenkomstig het papierformaat .AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE (onderstaand)
●
Het vastleggen van een factor met de reductietoet, vergrotingstoets of zoomtoets.. HANDMATIGE FACTORSELECTIE (p.31)
●
Afzonderlijke selecties voor de verticale en horizontale factor............................................................XY ZOOM kopiëren (p.32)
De factoren kunnen worden geselecteerd naar gelang de volgende condities:
Instelling soort origineelOrigineelpositieSelecteerbare factoren
Anders dan super foto functie
Super foto functie
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE
De factor wordt automatische geselecteerd afhankelijk van het origineelformaat en papierformaat.
Glasplaat25 tot 400%
RSPF50 tot 200%
Glasplaat50 tot 200%
RSPF50 tot 141%
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Het origineelformaat verschijnt op het
tiptoetsenpaneel.
Opmerking
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan
2
• Wanneer het origineelformaat niet in het
tiptoetsenpaneel verschijnt, dient u het
origineelformaat handmatig te selecteren.
(p.47)
• De automatische kopieerfactorkeuze is
niet mogelijk wanneer het origineel of het
papier een ander formaat heeft dan
standaardformaat.
en selecteer vervolgens het gewenste
papierformaat.
De geselecteerde toets
wordt geaccentueerd en
het papierselectiescherm
gaat dicht.
Opmerking
Selecteer het aantal kopieën en de
4
• Wanneer de automatische
kopieerfactorkeuze geselecteerd is, wordt
de [AUTO IMAGE] toets geaccentueerd in
het hoofdscherm.
Indien het origineel en het papier in
•
verschillende afdrukstanden zijn, wordt het
beeld automatisch gedraaid om aan de
afdrukstand te voldoen (voor papierformaten
A4 (8-1/2" x 11") of minder).
• De rotatie van het beeld kan worden
uitgeschakeld in de key operator
programma's. (Zie het "Handleiding key
operator".)
• Wanneer "BEELD IS GROTER DAN
KOPIEERPAPIER." in het
tiptoetsenpaneel verschijnt, zal een deel
van het beeld in de kopie ontbreken.
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
Opmerking
Tip op de [AUTO BEELD] toets.
3
Indien het gewenste papier niet in één van
de lades is gevuld, dient u het gewenst
papier in een papierlade of in de
handinvoerlade te vullen. (p.19)
Er wordt een geschikte
factor geselecteerd
afhankelijk van het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat.
(De factor verschijnt op
het tiptoetsenpaneel.)
30
Opmerking
Om de automatische kopieerfactorkeuze te
annuleren, tipt u de [AUTO IMAGE] toets
aan.
Page 33
KOPIEERFUNTIES
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
B4 B5
A3 A4
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
70%
81%
86%
115%
122%
141%
B5 A4
B4 A3
ZOOM
XY ZOOM
MENU
AUTO
IMAGE
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
AUTO A4
0
1
2
100
OK
%
100%
READY TO COPY.
0
100
ZOOM
%
50%
200%
25%
400%
100%
XY ZOOM
MENU
AUTO
IMAGE
2
1
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO A4
OK
ZOOM
XY ZOOM
MENU
1
2
100
B5
A4
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
70%81%86%
115%122%141%
A4
A3
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
70%81%86%
115%122%141%
ZOOM
XY ZOOM
MENU
1
2
70
%
ZOOM
ENU
AUTO
IMAGE
BELIC
PAPIERF
KOPIEER
A
AUTO
1
2
70
OK
%
100%
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
22%141%
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE
Er zijn vijf (vier) vooringesteld reductiefactoren en vijf (vier) vooringesteld vergrotingsfactoren.
Bovendien kunnen de [ZOOM] toetsen (, ) worden ingedrukt om de factor in stappen van 1% te selecteren.
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
2
Gebruik de [MENU] toets om menu
3
[] of menu [] te kiezen voor de
selectie van de kopieerfactor.
Menu
Gebruik de vergroting- of reductietoet-
4
sen of de [ZOOM] toets (/) om de
gewenste kopieerfactor in te stellen.
%
De [ZOOM] toetsen
(/)kunnen worden gebruikt om de factor
in stappen van 1% te wijzigen
Tip de toets aan om
het percentage te vergroten, of de toets om
het percentage te verkleinen. Door het ingedrukt
houden van een [ZOOM]
toets (/) wijzigt de
factor sneller.
om het ca. percentage in te voeren,en tip
vervolgens de [] toets aan om het
percentage te verkleinen of de []
toets om het percentage te vergroten.
• Indien "BEELD IS GROTER DAN
KOPIEERPAPIER." verschijnt is de
geselecteerde kopieerfactor te groot voor
het papierformaat. Indien u echter op de
[START] toets () drukt, wordt er een
kopie gemaakt.
Tip op de [OK] toets.
5
• Tip een reductie of vergrotingstoets aan
31
Page 34
KOPIEERFUNTIES
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
77%
ACC.#-C
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
XY ZOOM
MENU
B4 B5
A3 A4
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A
A
B
A
70%81%
115%122%
B5 A4
B4 A3
Verzeker u ervan dat er automatisch
6
een geschikt papierformaat wordt
geselecteerd of selecteer een ander
formaat met behulp van de [PAPIER-
Selecteer het aantal kopieën en de
7
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
FORMAAT] toets.
Indien AUTOMATISCHE
PAPIERFORMAAT ingeschakeld is wordt het
geschikt kopieerpapier
automatisch geselecteerd op basis van het
origineelformaat en de
geselecteerde kopieerfactor.
Opmerking
Om de factor terug te zetten op 100%, tipt u
de [KOPIEERFACTOR] toets aan om het
factormenu weer te geven en vervolgens de
[100%] toets. (p.31, stap 3)
HET AFZONDERLIJKE SELECTEREN VAN DE
VERTICALE EN HORIZONTALE KOPIEERFACTOREN
(XY ZOOM kopiëren)
De XY ZOOM functie maakt het mogelijk de horizontale en verticale kopieerfactor onafhankelijk van elkaar te
wijzigen.
Voorbeeld: Verticale kopieerfactor op 100% en horizontale kopieerfactor op 50% ingesteld.
Origineel
Opmerking
Plaats het origineel (de originelen).
1
• De AUTO IMAGE/MULTI SHOT/INBINDKOPIE functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de XY
ZOOM functie.
• Om de XY ZOOM functie met de BOEKKOPIE functie te gebruiken (p.43), dient u eerst de BOEKKOPIE
functie in te stellen en daarna de XY ZOOM functie.
(p.22, p.23)
Kopie
Tip op de [XY ZOOM] toets.
3
2
32
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
Page 35
KOPIEERFUNTIES
1
2
4
ZOOM
100
100
64%
50%
XY ZOOM
Y
XY ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
100
Y
ZOOM
100
50
X
Y
64%
50%
70%
X
Y
ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
50
70
X
Y
L
E
T
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
X-50% Y-70%
Tip op de [X] toets.
4
De [X] toets is standaard
X
Y
Gebruik de reductie-, vergroting en
5
geselecteerd (geaccentueerd) zodat u deze stap
normaal gesproken niet
moet uitvoeren (ga naar
stap 5.).
Indien de [X] toets niet
geaccentueerd is, voert u
deze stap uit.
ZOOM (/) toetsen om de
kopieerfactor in de horizontale (X)
richting te veranderen.
Een vaste kopieerfactor
wordt niet geaccentueerd
wanneer deze wordt
aangetipt.
Gebruik de reductie-, vergroting en
7
ZOOM (/) toetsen om de
kopieerfactor in de verticale (X)
richting te veranderen.
Een vaste kopieerfactor
wordt niet geaccentueerd
wanneer deze wordt
aangetipt.
Indien u de horizontale
factor opnieuw moet
afstellen. tipt u opnieuw
de [X] toets aan.
Tip op de [OK] toets.
8
2
Opmerking
Tip op de [Y] toets.
6
Tip een reductie of vergrotingstoets aan om
het ca. percentage in te voeren,en tip vervolgens de [] toets aan om het percentage te verkleinen of de [] toets om het
percentage te vergroten.
De [ZOOM] toetsen
(/)kunnen worden gebruikt om de factor
in stappen van 1% te wijzigen
Tip de toets aan om
het percentage te vergroten, of de toets om
het percentage te verkleinen. Door het ingedrukt
houden van een [ZOOM]
toets (/) wijzigt de
factor sneller.
141%
%
%
200%
400%
Verzeker u ervan dat er automatisch
9
OK
100%
BE
AU
PAPI
een geschikt papierformaat wordt
geselecteerd of selecteer een ander
formaat met behulp van de [PAPIERFORMAAT] toets.
Indien AUTOMATISCHE
PAPIERFORMAAT ingeschakeld is wordt het
geschikt kopieerpapier
automatisch geselecteerd op basis van het
origineelformaat en de
geselecteerde kopieerfactor.
Selecteer het aantal kopieën en de
10
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
Opmerking
Om deze functie te annuleren tipt u de
[ANNULEREN] toets in het XY ZOOM
scherm aan.
33
Page 36
HET ONDERBREKEN VAN EEN
ACC.#-C
KOPIEERPROCES
Een kopieerproces kan tijdelijk worden onderbroken om een andere kopieerbewerking te kunnen uitvoeren.
Wanneer de andere bewerking klaar is zal het kopieerproces worden hervat met de originele kopieerinstellingen.
Opmerking
Druk op de [ONDERBREKEN] toets
1
Automatisch tweezijdig kopiëren, sorteren/groeperen kopiëren, nieten/sorteren,dekblad kopiëren, inbindkopie
gemengde toevoer, opdrachten, job-programma's of multi shot kopiëren kan niet worden gebruikt voor het
onderbreken van een kopieerproces.
() om het kopieerproces te
onderbreken.
De [ONDERBREKEN]
toets () knippert tot de
machine klaar is voor de
onderbreken bewerking,
waarna de toets continu
brandt.
Indien u de onderbreken
bewerking wilt annuleren
terwijl u de instellingen
selecteert, drukt u op de
[ONDERBREKEN] toets
().
Opmerking
• Indien de auditfunctie ingeschakeld is,
verschijnt er een mededeling waarin u
wordt gevraagd uw accountnummer in te
voeren. Voer uw accountnummer in met
de numerieke toetsen. De kopieën die
maakt worden bij uw account opgeteld.
• Indien er een origineel wordt gescand
terwijl de [ONDERBREKEN] toets ( )
wordt ingedrukt, begint de onderbreken
bewerking nadat het origineel is gescand.
Indien er een kopie wordt geprint, begint
de onderbreken bewerking nadat de kopie
werd geprint.
Wanneer de kopieerbewerking
4
voltooid is, drukt u op de
[ONDERBREKEN] toets () en
verwijdert u de originelen.
Vervang de vorige originelen en druk
5
op de [START] toets () om het
kopiëren voort te zetten.
Vervang alleen de originelen die nog niet werden
gescand.
Verwijder de vorige originelen en
2
plaats het origineel/de originelen voor
de onderbreken kopieerbewerking.
(p.22, p.23)
Selecteer het aantal kopieën en de
3
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
De onderbreken kopieën
worden verplaatst
uitgevoerd van de vorige
kopieën. (Offset functie,
p.35)
34
Page 37
3
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de aangepaste kopieerfuncties en andere handige functies.
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
In dit gedeelte worden de sorteren, groeperen en offsetfuncties toegelicht evenals de sorteren-nieten functie, die
wordt gebruikt om de uitvoer te nieten in combinatie met de sorteerfunctie als er een afwerkingeenheid is
geïnstalleerd.
Hoofdstuk 3
COMFORTABELE
KOPIEERFUNCTIES
KOPIEEN SORTEREN
Deze functie wordt gebruikt om sets met kopieën
samen te voegen. De kopieën worden in de middelste
lade uitgevoerd en in de andere lades wanneer er een
sorteerlade of een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
1
2
3
3
2
1
1
2
3
1
2
3
OFFSET FUNCTIE
Elke set kopieën wordt verplaatst van de vorige set in
de uitvoerlade gedeponeerd, zodat met de sets
eenvoudig kan onderscheiden. (De offset functie kan
in de middelste lade of in de offsetlade van de
afwerkingeenheid worden gebruikt.)
KOPIEEN GROEPEREN
Deze functie wordt gebruikt om kopieën op
paginanummer te groeperen. De kopieën worden in de
middelste lade uitgevoerd en in de andere lades
wanneer er een sorteerlade of een afwerkingeenheid
is geïnstalleerd.
1
1
1
3
2
1
2
2
2
3
3
3
Offset functie "AAN"Offset functie "UIT"
Inschakelen van de offsetfunctie
De offsetfunctie werkt wanneer er een checkmarkering
verschijnt in de [STAFFEL] checkbox, die wordt
weergegeven door de [UITVOER] toets aan te tippen.
(Wanneer er geen checkmarkering verschijnt, tip dan
de checkbox aan.)
35
Page 38
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
UITVOER
BOVENSTE
LADE
MIDDELSTE
LADE
SORTEREN
GROEP
BOVENSTE
LADE
MIDDELSTE
LADE
STAFFEL
OK
ACC.#-C
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP
[START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR]
INDIEN GEREED.
Plaats de originelen in de RSPF of op
1
de glasplaat. (p.22, p.23)
Wanneer de originelen in
de RSPF geplaatst zijn,
is de sorteerfunctie automatisch geselecteerd.
(Om deze functie uit te
schakelen, zie het
"Handleiding key operator".)
Voorbeeld: 5 sets kopieën of 5 kopieën per pagina van
3 originelen
Originelen
Tip op de [UITVOER] toets.
2
Tip op de [SORTEREN] of [GROEP]
3
toets.
Tip op de [OK] toets.
5
Selecteer het aantal kopieën en
6
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
[Bij het gebruik van de RSPF:]
7
Het kopiëren start nadat de originelen gescand
werden.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets (). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
Tip op de uitvoerlade die u wilt
4
gebruiken.
Opmerking
36
De uitvoerlade kan alleen
geselecteerd worden
wanneer er een
sorteerlade of
afwerkingeenheid
geïnstalleerd is.
Om de offset functie in te schakelen (p.35),
tipt u p de [OFFSET] checkbox, zodat er een
checkmarkering verschijnt. Om de offset
functie uit te schakelen, tipt u de [OFFSET]
checkbox opnieuw aan om de checkmarkering te wissen.
De kopieën worden als volgt gegroepeerd:
SorterenGroeperen
Kopie
5 sets kopieën5 kopieën per pagina
Kopie
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen
van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL.
DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN OF OP [CA]
OM TE ANNULEREN. Om alleen de gescande
originelen te kopiëren, drukt u op de [START] toets
(). Om de bewerking te annuleren, drukt u op de
[ALLES WISSEN] toets ().
Opmerking
Het aantal originelen dat in het geheugen kan
worden gescand, kan worden vergroot door
de geheugentoewijzing in de key operator
programma's te vergroten of door het
installeren van meer geheugen.
"Handleiding key operator".)
(Zie het
Page 39
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
Nietpositie
SORTEREN-NIETEN (wanneer de afwerkingeenheid
(AR-FN5N) geïnstalleerd is)
In deze functie worden de kopieën samengevoegd, geniet en uitgevoerd in de offset lade. De sorteren-nieten functie
kan alleen worden gebruikt wanneer er een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
Nietpositie
Linker
bovenhoek
Staande afdrukstand
Beschikbare papierformaten:
A4 en B5 (8-1/2" x 11")
Nietcapaciteit: Voor elk formaat
kunnen er maximaal 30 vellen
worden geniet.
Liggende afdrukstand
Beschikbare papierformaten:
A3, B4 en A4R, (11" x 17",
8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2"
x 11" R)
Nietcapaciteit: Voor elk formaat
kunnen er maximaal 30 vellen
worden geniet.
AFDRUKSTAND VAN HET ORIGINEEL EN
NIETPOSITIES
Wanneer de afdrukstand van de originelen niet overeenkomt met die van het kopieerpapier, worden de beelden
gedraaid. De nietpositie varieert met de afdrukstand van het origineel.
Het gebruik van de RSPF
Voer de originelen met de printzijde omhoog in.
Bij het gebruik van de glasplaat
Plaats elk origineel met d e printzijde omlaag.
Nietpositie
3
Wanneer u B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17") originelen kopieert met een staande afdrukstand, worden de kopieën
op de onderstaand getoonde positie geniet.
Nietpositie
SHARP
Opmerking
Nietpositie
RSPF
• Wanneer u briefhoofd papier gebruikt in de sorteren-nieten functie, dient u het
papier met het briefhoofd vooraan of rechts te laden zoals gtoond in het
diagram.
• Originelen met verschillende formaten kunnen niet op de overeenkomstige papierformaten worden
gekopieerd.
• De sorteren-nieten functie kan niet worden gebruikt wanneer deze in de key operator programma's werd
uitgeschakeld. (Zie het "Handleiding key operator".)
• De offset functie (p.35) kan niet worden gebruikt.
Glasplaat
SHARP
37
Page 40
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
UITVOER
BOVENSTE LADE
STAFFELLADE
SORTEREN
NIETEN
SORTEREN
GROEP
OK
MIDDELSTE LADE
STAFFEL
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP
[START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR]
INDIEN GEREED.
Plaats het origineel (de originelen).
1
(p.22, p.23)
Tip op de [UITVOER] toets.
2
Tip op de [SORTEREN-NIETEN] toets.
3
Wanneer de
[SORTEREN-NIETEN]
toets geselecteerd is,
wordt de offsetlade
automatisch als
uitvoerlade geselecteerd.
De bovenste lade en de
middelste lade kunnen
niet worden gebruikt.
Tip op de [OK] toets.
4
[Bij het gebruik van de RSPF:]
6
Het kopiëren start nadat alle originelen werden
gescand.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets (). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen
van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL.
DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN MET
KOPIEREN OF [CA] OM TE ANNULEREN." Om
alleen de gescande originelen te kopiëren, drukt u op
de [START] toets (). Om de bewerking te
annuleren, drukt u op de [ALLES WISSEN] toets ().
Opmerking
Het aantal originelen dat in het geheugen kan
worden gescand, kan worden vergroot door
de geheugentoewijzing in de key operator
programma's te vergroten of door het
installeren van meer geheugen. (Zie het
"Handleiding key operator".)
Selecteer het aantal kopieën en
5
andere kopieerinstellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ().
38
Page 41
SPECIALE FUNCTIES
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
A4
ORIGINEEL
0
A4
A3
Wanneer de [SPECIALE FUNCTIES] toets in het hoofdscherm van de kopieerfunctie wordt aangetipt, verschijnt het
speciale functies scherm. Het scherm bevat de volgende speciale functietoetsen.
Tip de [SPEC. FUNCTIES]
toets aan in het hoofdscherm:
Het afgebeelde menu kan
verschillen afhankelijk van de
geïnstalleerde apparatuur.
1
SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
23
WISSEN
OPDRACHT
SAMENSTEL.
BOEKKOPIE
MULTISHOT
4567
1
[KANTLIJN-VERSCHUICING] toets (p.41)
Gebruik deze toets om het beeld op het
kopieerpapier automatisch te verschuiven om
randen voor het inbinden te creëren.
2
[WISSEN] toets (p.42)
Gebruik deze toets om schaduwlijnen te wissen
die op kopieën ontstaan wanneer er dikke
originelen of boeken worden gekopieerd.
3
[BOEKKOPIE] toets (p.43)
Deze functie wordt gebruikt om aparte kopieën van
e linker en rechter pagina van gebonden
documenten.
4
[INBINDKOPIE] toets (p.44)
De inbindkopie functie wordt gebruikt om kopieën
in de juiste volgorde te rangschikken om deze
eventueel in het midden te kunnen nieten en in
een boekvorm te vouwen. Er worden twee
originele pagina's op elke kant van het papier
gekopieerd, zodat er vier pagina's op een blad
worden gekopieerd.
5
[OPDRACHT SAMENSTELLEN] toets (p.45)
Wordt gebruikt als er meer originelen gekopieerd
moeten worden dan in één keer in de RSPF
kunnen worden geplaatst. Zodoende kunt u de
originelen in sets verdelen en deze
achtereenvolgens in de RSPF scannen.
8
OK
1/2
SPECIALE FUNCTIES
FORMAAT
ORIGINEEL
9
VOORBLAD
10
Z/W
OMKEREN
OK
2/2
3
11
6
[MULTI SHOT] toets (p.46)
De multi shot kopieerfunctie wordt gebruikt om
twee of vier originelen op een blad kopieerpapier
te kopiëren in één van vier mogelijke lay-out
patronen.
7
() toets, () toets
Gebruik deze toetsen om de pagina's in het
speciale functiescherm te veranderen.
8
[FORMAAT ORIGINEEL] toets (p.47)
Wordt gebruikt om het origineel formaat handmatig
te selecteren. Wanneer het origineel formaat
geselecteerd is zal de automatische kopieerfactor
selectietoets automatisch een geschikte factor
kiezen gebaseerd op het papierformaat.
9
[VOORBLAD] toets (p.48)
Druk op deze toets om een verschillend soort
papier te gebruiken voor het voorste en achterste
dekblad (Wanneer de RSPF geïnstalleerd is.).
10
[Z/W OMKEREN] toets (p.50)
Wordt gebruikt om zwarte en witte gedeeltes om te
keren.
11
[OK] toets
Tip op deze toets om terug te keren naar het
hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Opmerking
Sommige functies kunnen niet met elkaar
worden gecombineerd. Wanneer er een
verboden combinatie van deze functies werd
geselecteerd, verschijnt er een melding op
het tiptoetsenpaneel.
39
Page 42
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN
DE SPECIALE FUNCTIES
Tip de [SPECIALE FUNCTIES] toets
1
aan.
Tip op de toets voor de gewenste
2
speciale functie.
Voorbeeld:
Om de kantlijnverschuiving in te stellen
De instelprocedure voor functies waarvoor verdere
instellingen nodig zijn, begint op de volgende
pagina.
40
Page 43
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
RECHTSLINKSOMLAAG
ZIJDE 1
(0 20)
mm
(0 20)
mm
ZIJDE 2
OKANNULEREN
OK
1010
KANTLIJNVERSCHUIVING
De kantlijnverschuiving zal de tekst of het beeld op het kopieerpapier automatisch 10 mm (1/2") verschuiven in de
standaardinstelling.
1-zijdig kopiëren
2-zijdig kopiëren
of
Beeld naar rechts
verschoven
Kantlijn
Beeld naar rechts
verschoven
Kantlijn
Beeld naar links
verschoven
Kantlijn
Beeld naar links
verschoven
Kantlijn
Beeld omlaag
verschoven
Beeld omlaag
verschoven
Kantlijn
Kantlijn
• Rechts, links of omlaag kan
geselecteerd worden voor de
verschuivingrichting zoals in
de afbeelding wordt getoond.
• De verschuivingfactor kan
worden ingesteld van 0 mm
tot 20 mm in stappen van 1
mm (0" tot 1" in stappen van
1/8").
• Wanneer de [OMLAAG] toets
geselecteerd is, plaatst u de
originelen zodanig dat de
kantlijn die moet worden
vergroot naar de achterzijde
van de RSPF of de glasplaat
ingesteld.
3
Tip de [KANTLIJN-VERSCHUIVING]
1
toets op het speciale functies scherm.
Selecteer de richting van de
2
verschuiving.
Het instelscherm voor de
kantlijnverschuiving
verschijnt.
Het icoon voor de kantlijnverschuiving () verschijnt eveneens op het
scherm om aan te geven
dat de functie ingeschakeld is.
Tip op de [RECHTS],
[LINKS] of [OMLAAG]
toets.
De geselecteerde toets
wordt geaccentueerd.
Stel de verschuivingfactor naar wens
3
in en tip de [OK] toets aan.
Gebruik de toets en
de toetsen om de
verschuivingfactor in te
stellen. De verschuivingfactor kan worden ingesteld van 0 mm tot
20 mm in stappen van
1 mm (0" tot 1" in stappen van 1/8").
Tip de [OK] toets aan op het speciale
4
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Over de volgende stappen
Wanneer u de glasplaat gebruikt, zie pagina 22.
Wanneer u de RSPF gebruikt, zie pagina 23.
Opmerking
• Wanneer de kantlijnverschuiving geselecteerd is, functioneert rotatie kopiëren niet.
• Deze eigenschap kan niet worden gebruikt
bij papier dat geen standaard formaat heeft.
• Om de kantlijnverschuiving te annuleren,
tipt u de [ANNULEREN] toets aan op het
instelscherm voor de kantlijnverschuiving.
(Zie het scherm van stap 3.)
41
Page 44
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
MUL
SH
WISSEN
NG
OPDRACHT
SAMENSTEL.
WISSEN
MIDDEN
WISSEN
RAND+MIDDEN
WISSEN
RAND
WISSEN
RAND
ANNULERENOK
10
(0 20)
mm
WISSEN
De wisfunctie wordt gebruikt om schaduwlijnen te wissen die op kopieën ontstaan wanneer er dikke originelen of
boeken worden gekopieerd. De te selecteren wisfuncties worden hierna getoond. De wisbreedte is oorspronkelijk
ingesteld op 10 mm (1/2").
RAND WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen aan de randen van kopieën
die worden veroorzaakt wanneer zwaar papier of een
boek wordt gekopieerd.
MIDDEN WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen die worden veroorzaakt door
de ruggen van gebonden documenten.
RAND + MIDDEN WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen rond de randen van kopieën
en verwijdert de schaduw in het midden van kopieën.
Tip de [WISSEN] toets aan op het
1
speciale functies scherm.
Selecteer de gewenste wisfunctie.
2
Stel de wisbreedte naar wens in en tip
3
de [OK] toets aan.
42
Het instelscherm voor
het wissen verschijnt.
Het icoon voor de kantlijnverschuiving (,
enz.) verschijnt eveneens op het scherm om
aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
Selecteer één van de
drie wisfuncties. De
geselecteerde toets
wordt geaccentueerd.
Gebruik de toets en
de toetsen om de
wisbreedte in te stellen.
De wisbreedte kan
worden ingesteld van
0 mm tot 20 mm in
stappen van 1 mm (0" tot
1" in stappen van 1/8").
Tip de [OK] toets aan op het speciale
4
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Over de volgende stappen
Indien de glasplaat wordt gebruikt, zie pagina 22.
Indien de RSPF wordt gebruikt, zie pagina 23.
Opmerking
• Deze functie kan niet worden gebruikt met
originelen die geen standaardformaat
hebben.
• Deze functie kan niet geselecteerd worden
wanneer gemengde invoer (p.25) wordt
gebruikt.
• Om de wisfunctie te annuleren, tipt u de
[ANNULEREN] toets aan op het instelscherm voor het wissen. (Zie het scherm
van stap 3.)
Page 45
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
MULTISHOT
1/2
BOEKKOPIE
0
1/2
OK
BOEKKOPIE
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100%
ACC.#-C
BOEKKOPIE
De boekkopie functie maakt aparte kopieën van documenten die naast elkaar op de glasplaat worden geplaatst. Dit
is handig bij het kopiëren van boeken en andere ingebonden documenten.
[Voorbeeld] Kopiëren van de rechter en linker pagina’s van een boek
Boek origineelBoekkopie
Tip de [BOEKKOPIE] toets aan op het
1
speciale functies scherm.
De [BOEKKOPIE] toets
is geaccentueerd om aan
te geven dat de functie
ingeschakeld is en de
boekkopie icoon ()
verschijnt op het scherm.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
2
functies scherm.
U gaat terug naar het
hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
• Er kan een reductie-instelling worden geselecteerd
wanneer u de boekkopie functie gebruikt, er kan
echter geen vergrotingsinstelling geselecteerd
worden.
• De boekkopie functie kan alleen worden gebruikt
wanneer u vanaf de glasplaat kopieert. De RSPF
kan niet worden gebruikt.
• B5 en A4 (8-1/2" x 11") papier kan worden gebruikt.
Bij het kopiëren van boeken:
Wanneer u een dik boek kopieert, drukt u licht op het
boek om het tegen de glasplaat te drukken.
Controleer of er B5 of A4 (8-1/2" x 11")
4
papierformaat werd geselecteerd.
Indien er geen B5 of A4
(8-1/2" x 11") papier werd
geselecteerd, tipt u de
[PAPIERFORMAAT]
toets aan om B5 of A4
(8-1/2" x 11") papier te
selecteren.
3
Plaats de originelen op de glasplaat.
3
(p.22)
Index
B5, A4(8
1
/2x11 )
Middenlijn van
het origineel
Deze pagina
wordt eerst
gekopieerd
Selecteer het aantal kopieën en
5
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
Opmerking
• Om de boekkopie functie te annuleren, tipt
u de [BOEKKOPIE] toets aan in het speciale functies scherm. (De toets wordt niet
meer geaccentueerd.) (Zie het scherm van
stap 1.)
• Om schaduwen te wissen die worden veroorzaakt door het inbinden van documenten, gebruikt u de randen wisfunctie (pagina
p.42). (Midden wissen en Rand + midden
wissen kan niet worden gebruikt bij de
boekkopie functie.)
43
Page 46
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBIND-
KOPIE
ANNULEREN
OK
INBINDKOPIE
ORIGINEEL
2-ZIJDIG1-ZIJDIG
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
ANNULERENOK
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100%
INBINDKOPIE
De inbindkopie functie wordt gebruikt om kopieën in de juiste volgorde te rangschikken om deze eventueel in het
midden te kunnen nieten en in een boekvorm te vouwen. Er worden twee originele pagina's op elke kant van het
papier gekopieerd, zodat er in totaal vier pagina's op elk blad worden gekopieerd.
Deze functie is handig om kopieën in een attractieve boekvorm te rangschikken.
[Voorbeeld]: Het kopiëren van 8 originelen in de inbindkopie functie
Originelen (1-zijdig)
1
2
3
4
5
6
7
8
Originelen (2-zijdig)
2
4
6
1
3
5
7
De afgewerkte
kopieën kunnen
gevouwen worden.
Eerste pagina
8
Eerste pagina
• Scan de originelen in de volgorde van de eerste
pagina tot de laatste pagina. De kopieervolgorde
wordt automatisch door het apparaat ingesteld.
• Er kan of linker rug (rechts naar links draaiing) of
rechter rug (links naar rechts draaiing) geselecteerd
worden.
• Er worden vier originelen op een blad gekopieerd.
Blanco pagina’s worden automatisch aan het einde
gemaakt afhankelijk van het aantal originelen.
Tip de [INBINDKOPIE] toets aan op
1
het speciale functies scherm.
Het instelscherm voor
inbindkopie verschijnt.
Het icoon voor de
inbindkopie (, etc)
verschijnt eveneens in de
linker bovenhoek van het
scherm om aan te geven
dat de functie
ingeschakeld is.
Bepaal of er 1-zijdige of 2-zijdige
2
originelen gekopieerd moet worden.
Selecteer de rugpositie ([LINKER
3
RUG] of [RECHTER RUG]) en toets
vervolgens op de [OK] toets in het
instelscherm voor inbindkopie.
U keert terug naar het
menuscherm van de
speciale functies.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
4
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Plaats het origineel (de originelen).
5
(p.22, p.23)
Controleer of er automatisch een geschikt
6
papierformaat werd geselecteerd.
Indien het gewenste
papierformaat niet werd
geselecteerd, gebruik dan
de [PAPIERFORMAAT]
toets om het papierformaat te selecteren. Nadat
het papier werd geselecteerd tipt u de [AUTO
IMAGE] toets aan. De
passende kopieerfactor wordt automatisch geselecteerd.
Selecteer het aantal kopieën en
7
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
[Bij het gebruik van de RSPF:]
8
Het kopiëren start nadat alle originelen werden
gescand.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
9
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets (). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
44
Wanneer de inbindkopie functie geselecteerd is,
wordt automatisch 2-zijdig kopiëren geselecteerd.
Opmerking
Om de inbindkopie functie te annuleren, tipt u de
[ANNULEREN] toets aan op het instelscherm
voor inbindkopie. (Zie het scherm van stap 2.)
Page 47
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
ERASET
MULT
WISSEN
JOB
BUILD
D
OPDRACHT
SAMENSTEL.
MULTISHOT
WISSEN
1/2
OK
OPDRACHT
SAMENSTEL.
BOEKKOPIE
ACC.#-C
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP
[START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR]
INDIEN GEREED.
OPDRACHT SAMENSTELLING
Wordt gebruikt als er meer originelen gekopieerd moeten worden dan in één keer in de RSPF kunnen worden
geplaatst. Het maximum aantal originelen dat tegelijkertijd in de RSPF kan worden geplaatst, is 100,)
Opmerking
Voorbeeld: Kopiëren van 130 pagina's (A4 (8-1/2" x 11") originelen)
* Verdeel de originelen in sets van maximaal 100 pagina's.
Scan de sets beginnende bij de eerste pagina van set A.
Tip de [OPDRACHT SAMENSTELLEN]
1
• Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL.
DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN OF OP [CA] OM TE ANNULEREN. Om alleen de gescande originelen
te kopiëren, drukt u op de [START] toets (). Om de bewerking te annuleren, drukt u op de [ALLES
WISSEN] toets ().
Afhankelijk van de inhoud van de originelen kan het geheugen vol raken voordat er 100 originelen werden gescand.
•
In dit geval drukt u op de [START] toets () om de originelen die werden gescand te kopiëren en vervolgens
plaatst u de originelen die nog niet werden gescand in de RSPF en herhaalt u de kopieerprocedure.
• Om het aantal originelen dat kan worden gescand, te vergroten, kunt u extra geheugen installeren of de
geheugentoewijzing in de key operator programma's vergroten. (Zie het "Handleiding key operator".)
Originelen
pagina 1pagina 101
100 vel30 vel
4
toets aan op het speciale functies
scherm.
De [OPDRACHT
SAMENSTELLEN] toets
wordt geaccentueerd.
De opdracht
samenstellen icoon ()
verschijnt ook op het
scherm om aan te geven
dat de functie
ingeschakeld is.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
2
functies scherm.
U gaat terug naar het
hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Herhaal deze stap tot alle overgebleven originelen
(B in het bovenstaande voorbeeld) werden gescand.
Verwijder elke set originelen voor u de volgende set
plaatst.
5
3
Controleer of er een geschikt papierformaat werd geselecteerd, selecteer
het aantal kopieën en andere
gewenste kopieerinstellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ().
Het scannen begint.
Nadat het eerste
gedeelte van originelen
is gescand (A in het
bovenstaande voorbeeld) plaatst u het volgende gedeelte
originelen en drukt u op
de [START] toets ().
Tip op de [LEZEN KLAAR] toets.
Plaats de originelen in de RSPF p.23.
3
Het kopiëren begint.
Opmerking
Om de opdracht samenstelling te annuleren
tipt u op de [OPDRACHT SAMENSTELLEN]
toets in het speciale functies scherm zodat
deze niet langer geaccentueerd is. (Zie het
scherm van stap 1.)
45
Page 48
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
MULTISHOT
1/2
BOEKKOPIE
OK
ANNULEREN
LAY-OUT
RAND
OK
ANNULEREN
RAND
MULTISHOT
De multi shot kopieerfunctie wordt gebruikt om twee of vier originelen op een blad kopieerpapier te kopiëren in één
bepaalde volgorde.
Voorbeeld: Kopiëren van vier originelen op een blad papier
(Paginanummer: 4 in 1 (), lay-out: ())
1-zijdige kopie van
1-zijdig origineel
Kopie
1-zijdige kopie van
2-zijdig origineel
• Bij het gebruik van de multishot functie plaatst u de
originelen, selecteert u het gewenste papierformaat
en selecteert u de kopieerfunctie voordat u de multishot functie selecteert op het speciale functies
scherm.
•
Wanneer u de
juiste kopieerfactor automatisch ingesteld gebaseerd
op het origineelformaat, het papierformaat en het aantal
originelen dat op een blad moet worden gekopieerd.
De minimum reductiefactor is 25%. (De minimum
reductiefactor is 50% wanneer SUPER FOTO werd
geselecteerd voor het soort origineel in de belichtingsinstellingen of wanneer de RSPF wordt gebruikt.)
Afhankelijk van het origineelformaat, papierformaat en
het aantal originelen dat op een blad moet worden
gekopieerd kunnen er gedeeltes van de originele
afbeeldingen worden afgesneden.
multi shot
functie gebruikt, wordt de
Tip de [MULTISHOT] toets aan op het
1
speciale functies scherm.
Het instelscherm voor
MULTI SHOT verschijnt.
De MULTISHOT icoon
() verschijnt ook op het
scherm om aan te geven
dat de functie
ingeschakeld is.
Selecteer het aantal originelen dat op
2
een blad moet worden gekopieerd uit
het multi shot selectiescherm.
SPECIALE FUNCTIES
MULTISHOT
2-in-14-in-1
Selecteer het lay-out.
3
ANNULEREN
LAY-OUT
OK
OK
RAND
Selecteer een grensinstelling.
4
Selecteer [], [], of
[].
Tip op de[OK] toets in het multishot
5
instelscherm.
U keert terug naar het menuscherm van de speciale
functies.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
6
functies menuscherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Selecteer het aantal kopieën en
7
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ().
46
Selecteer de volgorde
waarin de originelen op
de kopie gerangschikt
moeten worden.
[Bij het gebruik van de RSPF:]
8
Het kopiëren start nadat alle originelen werden
gescand.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
9
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets (). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
Opmerking
• De afbeeldingen kunnen gedraaid worden
afhankelijk van het aantal originelen en de
afdrukstand van de originelen en het
kopieerpapier.
•Om de
multi shot
de [ANNULEREN] toets aan in het
instelscherm (het scherm van stap 2).
functie te annuleren, tipt u
multishot
Page 49
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
FORMAAT
ORIGINEEL
VOOR
HANDMATIG
AUTO
INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN
OK
INCH
AB
OK
AUTO
HANDMATIG
FORMAAT ORIGINEEL
A5A4A4RB4
A3
ORIGINEEL FORMAAT
Indien u een andere papiersoort wilt gebruiken dan het automatisch geselecteerde origineelformaat, wordt de
instelling van eht origineelformaat bepaald door de speciale fucnties. De gemende toevoer instelling (p.25) wordt
hier ook geselecteerd.
Tip de toets aan en vervolgens de
1
[ORIGINEELFORMAAT] toets in het
speciale functies menuscherm.
Het instelscherm voor
origineelformaat
verschijnt.
Tip op de [HANDMATIG] toets.
2
Selecteer het origineel formaat.
3
Tip de [OK] toets aan op het speciale
5
functies menuscherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Opmerking
Om gemengde toevoer te selecteren,
selecteert u de "INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN" checkbox.
De gemengde toevoer wordt uitgelegd op
pagina 25.
3
De [HANDMATIG] toets is geaccentueerd en het
geselecteerde papierformaat wordt weergegeven.
Opmerking
Tip op de binnenste [OK] toets.
4
U keert terug naar het menuscherm van de
speciale functies.
Om een origineel met INCH formaat weer te
geven, tipt u de [ABINCH] toets aan. De
INCH formaten verschijnen.
47
Page 50
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
DEKBLAD KOPIEREN
de dekblad functie wordt gebruikt om een dekblad aan de voorkant of achterkant toe te voegen of aan beide kanten
van een document met meerdere pagina's.
Om de dekblad functie ge gebruiken moet de RSPF worden toegepast.
Het kopiëren op een dekbladNiet kopiëren op een dekblad
1-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen
4
3
2
1
SHARP
Dekblad
origineel
2-zijdige originelen
4
2
5
3
1
SHARP
Dekblad origineel
1-zijdige kopieën
(kopiëren op een dekblad)
4
3
2
1
SHARP
Voorste dekblad (kopiëren
op voorzijde mogelijk)
5
4
3
2
1
SHARP
Voorste dekblad (kopiëren
op voorzijde mogelijk)
Achterste dekblad
(geen kopiëren)
Achterste dekblad
(geen kopiëren)
2-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen2-zijdige kopieën
4
3
2
1
SHARP
Dekblad origineel
2-zijdige originelen
3
1
4
2
Dekblad
SHARP
origineel
(kopiëren op een dekblad)
Achterste dekblad
(geen kopiëren)
3
1
4
2
SHARP
Voorste dekblad (kopiëren
op voorzijde mogelijk)
(achterkant van dekblad
is blanco)
1-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen
4
3
2
1
2-zijdige originelen
3
1
4
2
1-zijdige kopieën
(niet kopiëren op dekblad)
4
3
2
1
Achterste
dekblad
Voorste dekblad
(niet kopiëren op
voorzijde)
2-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige originelen
4
3
2
1
2-zijdige originelen
3
1
4
2
1-zijdige kopieën
(niet kopiëren op dekblad)
3
1
2
4
Achterste
dekblad
Voorste dekblad
• Er kan een voorste dekblad, een achterste
dekblad of zowel een voorste als een achterste
dekblad geselecteerd worden.
• Er kan een voorste dekblad, een achterste
dekblad of zowel een voorste als een achterste
dekblad geselecteerd worden.
• U kunt vastleggen of er wel of niet op het
voorste dekblad gekopieerd wordt.
• Het kopiëren is niet mogelijk op het dekblad van
de achterzijde.
48
Page 51
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
VOORBLAD
COVER
SPECIALE FUNCTIES
VOORKANT
ACHTERKANT
VOORKANT+
ACHTERKANT
AFDRUKKEN OP VOORBLAD?
JA
NEE
OK
ANNULEREN
OK
AFDRUKKEN OP VOORBLAD?
JA
NEE
OK
ANNULEREN
Tip de toets aan en vervolgens de
1
[VOORBLAD] toets in het speciale
functies menuscherm.
Het instelscherm voor
het dekblad verschijnt.
Het icoon voor het
dekblad (, enz.)
verschijnt eveneens op
het scherm om aan te
geven dat de functie
ingeschakeld is.
Selecteer de dekbladen die u wilt
2
toevoegen.
Om alleen een dekblad aan de voorkant toe te voegen,
tipt u op de [VOORSTE DEKBLAD] toets. Om alleen
een dekblad aan de achterkant toe te voegen, tipt u op
de [ACHTERSTE DEKBLAD] toets. Om zowel een
dekblad aan de voorkant als aan de achterkant toe te
voegen, tipt u op de [VOORSTE+ACHTERSTE
DEKBLAD] toets.
Laad de dekbladen die u wilt
6
gebruiken in de handinvoer.
Laad hetzelfde
papierformaat als het
papierformaat voor de
kopieerbewerking.
Over de volgende stappen
zie pagina 23.
Opmerking
• Het is niet mogelijk om aan de binnenkant
van een voorste dekblad te kopiëren en op
geen enkele kant van het achterste
dekblad.
• Controleer of de originelen in de RSPF
werden geplaatst. De glasplaat kan voor
deze functie niet worden gebruikt.
• Tijdens het kopiëren van een dekblad
functioneert de stroom-invoer-functie niet,
ook niet wanneer deze in de key operator
programma's werd ingeschakeld. (Zie het
"Handleiding key operator".)
• Om de dekblad functie te annuleren,
selecteert u de dekblad functie opnieuw en
tipt u op de [ANNULEREN] toets. (Zie het
scherm van stap 2.)
3
Bepaal of er wel of niet op het voorste
3
dekblad gekopieerd wordt.
Selecteer [JA] of [NEE]
op het tiptoetsenpaneel.
Indien [JA] geselecteerd
is, zal het eerste blad van
het document op het
voorste dekblad gekopieerd worden.
Tip de [OK] toets aan op het
4
dekbladen instelscherm.
Ga terug naar het SPECIALE FUNCTIES
scherm.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
5
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
49
Page 52
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
Z/W
OMKEREN
Z/W OMKEREN FUNCTIE
De Z/W OMKEREN functie wordt gebruikt om zwart en wit in een kopie om te draaien om een negatief beeld te
creeren.
OrigineelZ/W OMKEREN functie
Tip de toets aan en vervolgens de
1
[Z/W OMKEREN] toets in het speciale
functies menuscherm.
De [Z/W OMKEREN]
toets wordt geaccentueerd.
De Z/W omkeren icoon
() verschijnt ook op
het scherm om aan te
geven dat de functie
ingeschakeld is.
Tip de [OK] toets aan op het speciale
2
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Wanneer de Z/W omkeren functie geselecteers is,
wordt de belichtingsfunctie automatisch op TEKST
ingesteld. Andere belichtingsfuncties kunnen niet
worden ingesteld. Indien Z/W OMKEREN geannuleerd
wordt, wordt de TEKST functie niet automatisch
geannuleerd.
Over de volgende stappen
Indien de glasplaat wordt gebruikt, zie pagina 22.
Indien de RSPF wordt gebruikt, zie pagina 23.
Opmerking
Om de Z/W omkeren functie te annuleren, tipt
u opnieuw op de [Z/W OMKEREN] toets in
het speciale functies scherm. (De toets wordt
niet meer geaccentueerd.) (Zie het scherm
van stap 1.)
50
Page 53
4
AANGEPASTE INSTELLINGEN
De aangepaste instellingen kunt u gebruiken om bepaalde instellingen van de machine aan uw eigen behoeftes aan
te passen. De aangepaste instellingen bestaan uit de volgende instellingen:
●TOTAAL TELLER ....................... Het aantal door het apparaat bewerkte pagina's wordt weergegeven. (p.53)
●DISPLAY CONTRAST ................Wordt gebruikt om het contrast van het tiptoetsenpaneel af te stellen. (p.53)
●LIJSTAFDRUK*
●KLOK ..........................................Hiermee kunt u de datum en de tijd van de interne klok instellen. (p.53)
●LADE-INSTELLINGEN ...............Wordt gebruikt om de instellingen voor de papiersoort en het papierformaat
Hoofdstuk 4
AANGEPASTE
INSTELLINGEN
1
......................... Wordt gebruikt om een lijst met instellingen of lettertypes te printen. (p.53)
voor elke lade te configureren en om te selecteren of u wel of niet
automatisch naar een andere lade over wilt schakelen met hetzelfde
papierformaat als de lade leeg raakt tijdens continu printen. (p.53)
De volgende instellingen worden gedetailleerd beschreven in de gebruiksaanwijzing voor het faxtoestel.
●ADRESREGELING*
●ONTVANGSTFUNCTIE*
●FAX DATA DOORSTUREN*
●TOETSENBORD SELECTIE*
●KEY OPERATOR
PROGRAMMA'S ......................... Instellingen voor de hoofdoperator (beheerders van de machine). Er ver-
1
*
De faxoptie of netwerkprinter functie meot geinstalleerd zijn.
2
*
De faxfunctie moet geïnstalleerd zijn.
3
*
De faxoptie of netwerkscanner functie moet geïnstalleerd zijn.
2
.................. Indien uw machine over deze functie beschikt, wordt deze instelling gebruikt
om faxnummers op te slaan voor automatisch kiezen. Er kunnen ook
2
........... Wordt gebruikt om de faxontvangstfunctie te selecteren (automatisch of
groepstoetsen en gebruikersindexen worden geprogrammeerd.
handmatig).
2
..... Dit wordt gebruikt om faxberichten die in het geheugen werden ontvangen
naar een andere bestemming te zenden.
3
...Wanneer u de fax- of netwerkscanner functie gebruikt, kunt u deze instelling
gebruiken om het lay-out van het toetsenbord in het letter invoerscherm te
wijzigen. (p.53)
schijnt een toets voor deze instellingen in het menu met aangepaste instellingen. Voor een uitleg van deze instellingen, zie het handleiding key
operator. (Voor een toelichting van de key operator programma's voor de
faxoptie, zie de gebruiksaanwijzing voor het faxtoestel.)
51
Page 54
AANGEPASTE INSTELLINGEN
D ATA
LINE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ALGEMENE PROCEDURE VOOR AANGEPASTE
INSTELLINGEN
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
1
toets aan.
Tip de toets van de gewenste
2
instelling aan. Het instelscherm
verschijnt.
Alle aangepaste instellingen worden op de
volgende pagina's toegelicht.
De [LADE-INSTELINGEN] toets is in het
volgende voorbeeld geselecteerd.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADEINSTEL.
KEUZE
TOETSENBORD
DISPLAYCONTRAST
ADRESBEHEER
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
ONTVANGSTMODUS
VERLATEN
KLOK
DOORSTUREN
FAXDATA
Tip de [OK] toets aan in het
3
instelscherm om dit te sluiten.
Wanneer u de aangepaste instellingen
4
wilt verlaten tipt u de [VERLATEN]
toets aan.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADEINSTEL.
KEUZE
TOETSENBORD
DISPLAYCONTRAST
ADRESBEHEER
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
ONTVANGSTMODUS
VERLATEN
KLOK
DOORSTUREN
FAXDATA
Wanneer de [LADE-INSTELLINGEN] toets
geselecteerd is, verschijnt het volgende scherm.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
LADE 1
LADE 2NORMAAL PAPIER / B4
LADE 3
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
NORMAAL PAPIER / A3
• Wanneer er een checkbox naast een item
Opmerking
in het scherm verschijnt, tipt u de checkbox () aan om het item te selecteren.
Er verschijnt een checkmarkering ()
om aan te geven dat het item geselecteerd is.
In de bovenstaande instellingen kan lade
1 gebruikt worden voor de print-, kopieeren faxfunctie. Lade 2 en 3 kunnen alleen
voor de kopieerfunctie worden gebruikt.
• Voor een gedetailleerde toelichting van de
lades, zie
"PAPIERFORMAATINSTELLING VAN
EEN LADE WIJZIGEN" (p.19).
KOPIEREN
AFDRUKKEN
OK
FAX
1/3
52
Page 55
INSTELLINGEN
AANGEPASTE INSTELLINGEN
Totaal teller
De totaal teller toont de volgende tellingen:
• Totaal aantal kopieën en geprinte pagina's
• Aantal pagina's dat via de RSPF werd toegevoerd
• Aantal tweezijdige kopieën
• Aantal malen dat de nieteenheid werd gebruikt
• Aantal pagina's dat werd verzonden via de netwerk
scanner functie
• Aantal verzonden en ontvangen faxpagina's
De tellingen die verschijnen zijn afhankelijk van de
geïnstalleerde randapparatuur.
• Elk blad papier met A3 (11" x 17") formaat of groter
wordt als twee bladen geteld.
• Elk blad papier dat wordt gebruikt voor automatisch
tweezijdig kopiëren wordt geteld als twee bladen (A3
(11" x 17") papier wordt geteld als vier bladen.).
Displaycontrast
Afstelling van het schermcontrast wordt gebruikt om
het LCD tiptoetsenpaneel gemakkelijker te kunnen
bekijken onder diverse lichtomstandigheden. Tip op de
[LIGHTER] toets om het scherm lichter te maken of op
de [DARKER] toets om het scherm donkerder te
maken.
Toetsenbord selectie
Wanneer u de fax- of netwerkscanner functie gebruikt
kunt u het lay-out van het toetsenbord dat in het letter
invoerscherm verschijnt, veranderen. Selecteer het
lay-out dat u het eenvoudigst lijkt.
De volgende drie toetsenbord configuraties zijn
beschikbaar:
Gebruik deze functie om de PRINTER TEST PAGINA,
het FAXRAPPORT of de ZENDADRESSENLIJST te
printen.
Klok
Hiermee kunt u de datum en de tijd van de interne klok
instellen. De datum en de tijd worden gebruikt voor
functies die datum- en tijdgegevens vereisen.
Lade-instellingen
De papiersoort, het papierformaat en de ingeschakelde functies kunnen voor elke lade worden ingesteld.
Automatische ladeomschakeling en uitschakelen van
tweezijdig printen op briefhoofdpapier kan eveneens
worden ingesteld. Zie pagina 19 en 20 voor details
over het instellen van papiersoort en -formaat.
• Om te selecteren welke lades in de kopieer-, printeren faxfuncties kunnen wordne gebruikt, seleceert u
de checkboxen () van de gewenste laden in elke
functie.
• Wanneer er een lade leeg raakt tijdens een kopieerproces, zal de automatische ladeomschakelingsfunctie automatisch de papierbron naar een andere
lade omschakelen met hetzelfde papierformaat en
dezelfde instellingen m.b.t. papiersoort.
(De automatische ladeomschakelfunctie kan niet
worden ingesteld voor de handinvoerlade.)
53
Page 56
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN
ACC.#- C
S
K OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPENOPSLAA
A4
A3
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
MAAK SELECTIES. DRUK OP [OK] OM OP TE
SLAAN EN OP [ANNULEREN] OM TE WISSEN.
A4
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
OM OP TE
E WISSEN.
ANNULEREN
A4
A3
OK
Indien u vaak dezelfde instellingen gebruikt voor kopieerbewerkingen kunt u deze instellingen in een opdrachtprogramma opslaan. Er kunnen max. 10 opdrachtprogramma's worden opgeslagen, die ook behouden blijven wanneer
de stroom uitvalt. Door vaak gebruikte kopieerinstellingen te programmeren kunt u zich de moeite sparen elke keer
de wanneer u kopieert de instellingen te selecteren.
● Nadat een opdrachtprogramma is opgeslagen, zullen, indien er instellingen van de key operator programma's die
gerelateerd zijn aan het opgeslagen programma verboden zijn, de gerelateerde instellingen in het
opdrachtprogramma niet opgeroepen worden.
● Wanneer het overschrijven van programma's verboden is in de key operator programma's, zal het niet mogelijk
zijn om een opdrachtprogramma te overschrijven.
● Om de geheugenfunctie opdrachtprogramma te verlaten, dient u de opdrachtgeheugenmodus te verlaten, op de
[ALLES WISSEN] toets () op het bedieningspaneel te drukken of de [VERLATEN] toets op het
tiptoetsenpaneel aan te tippen.
OPSLAAN VAN EEN OPDRACHTPROGRAMMA
Druk op de [] toets.
1
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
2
Tip op een numerieke toets van 1 tot
3
10 op het geheugenvak dataopslag
scherm.
Opmerking
Selecteer de kopieerinstellingen die u
4
Indien er een numerieke toets werd
geselecteerd die al werd geprogrammeerd,
verschijnt er een bevestigingsscherm. Om
het bestaande programma te vervangen
door het nieuwe programma, tipt u de
[OPSLAG] toets aan en gaat u verder vanaf
stap 4. Indien u het bestaande programma
niet wilt vervangen, tipt u de [ANNULEREN]
toets aan om terug te keren naar het
bovenstaande scherm en selecteert u een
andere numerieke toets.
in het programma op wilt slaan.
Het aantal kopieën kan
niet worden opgeslagen.
Tip op de [OK] toets.
5
De geselecteerde
instellingen worden
opgeslagen onder het
geheugenvaknummer
dat werd geselecteerd in
stap 3.
54
Page 57
AANGEPASTE INSTELLINGEN
ACC.#- C
S
WERKPROGRAMMA’S
DRUK OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN
ACC.#-C
ACC.#- C
S
VERLATEN
OPSLAAN/WISSEN
OPROEPENOPSLAAN/WISSE
EEN WERKPROGRAMMA IS AL OPGESLAGEN.
EEN ANDER PROGRAMMA OPSLAAN?
ANNULERENWISSENOPSLAAN
HET UITVOEREN VAN EEN OPDRACHTPROGRAMMA
Druk op de [] toets.
1
Tip de programmanummertoets aan
2
van het gewenste programma.
Het opdrachtprogramma
wordt uitgevoerd. Een
nummer waarvoor geen
opdrachtprogramma
werd opgeslagen kan
niet geselecteerd worden.
Plaats het origineel, controleer het
3
origineelformaat en stel vervolgens
het aantal kopieën en andere
gewenste kopieerinstellingen in die
niet in het programma zijn opgeslagen. Wanneer u klaar bent, drukt u op
de [START] toets ().
4
HET WISSEN VAN EEN OPGESLAGEN PROGRAMMA
Druk op de [] toets.
1
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
2
Selecteer het programmanummer dat
3
u wilt wissen.
Indien er een numerieke
toets geselecteerd wordt,
waarvoor geen opdrachtprogramma werd opgeslagen, ga dan verder
naar stap 4 op de vorige
pagina (voor het opslaan
van een opdrachtprogramma).
Tip op de [WISSEN] toets.
4
Het geselecteerde programma wordt gewist en u
keert terug naar het
scherm van stap 3. Indien
de [ANNULEREN] toets
wordt aangetipt keert u
terug naar het scherm van
stap 3 zonder het programma te wissen.
Als u klaar bent met het wissen van programma's tip dan
de [VERLATEN] toets aan in het scherm van stap 3 om
het te verlaten.
55
Page 58
AUDIT FUNCTIE
ACC.#-C
S
ACC.#-C
ON LINE
DATA
DATA
DATA
LINE
S
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is wordt er een telling bijgehouden van het aantal door elke account geprinte
of gekopieerde pagina's (maximaal 100 accounts). De tellingen kunnen desgewenst worden bekeken.
Opmerking
functie en printerfunctie) in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
• Om in de printerfunctie te printen wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, voert u uw accountnummer in het
installatiescherm van de printerbesturing op uw computer in.
KOPIEREN WANNEER DE AUDITFUNCTIE
INGESCHAKELD IS
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt het volgende accountnummer invoerscherm.
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
-----
• De audit-functie kan ingeschakeld worden voor alle functies (kopieerfunctie, faxfunctie, netwerkscanner
Voer uw rekeningnummer (5 cijfers) in
1
met de numerieke toetsen.
Elk cijfer wordt
aangegeven door een
asterisk " ".
Wanneer de kopieerbewerking
2
voltooid is, druk dan op de [ACC.#-C]
toets ().
Het scherm keert terug
naar het accountnummer
invoerscherm.
• Wanneer er een geldig accountnummer wordt
ingevoerd, worden de kopieën die al voor deze
rekening werden gemaakt enkele seconden lang op
het oorspronkelijke scherm weergegeven.
• Als er een limiet werd ingevoerd in de key operator
programma's voor het aantal kopieën dat door de
account kan worden gemaakt, wordt het resterende
aantal te maken kopieën weergegeven in het
mededelingendisplay samen met het reeds
gemaakte aantal kopieën. (Zie het "Handleiding key
operator".)
56
Opmerking
• Om een onderbreken bewerking uit te
voeren wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, drukt u op de [ONDERBREKEN]
toets (). Het accountnummer invoerscherm verschijnt. Voer uw accountnummer in. Wanneer de onderbreken
bewerking voltooid is dient u op de
[ONDERBREKEN] toets () of de
[ALLES WISSEN] toets () te drukken
om de onderbreken functie te beëindigen.
• Indien er een verkeerd nummer werd
ingevoerd in stap 1 verschijnt het accountnummer invoerscherm opnieuw.
Wanneer ACCOUNT NUMMER VEILIG-
•
HEID in het key operator programma ingeschakeld is (zie het "handboek voor de
hoofdoperator."), verschijnt de volgende
melding n de werking is gedurende
1 minuut geblokkeerd wanneer er drie
maal achter elkaar een verkeerd accountnummer werd ingevoerd.
NEEM CONTACT OP MET KEY-OPERATOR
VOOR HULP.
Page 59
5
Dit hoofdstuk beschrijft procedures voor het oplossen van problemen zoals het verhelpen van papierstoringen en
onderhoudsprocedures zoals het vervangen van de tonercartridge en het reinigen van de machine.
HET OPSPOREN VAN FOUTEN.................................................................................................... 60
Problemen met betrekking tot de werking van de machine
De machine werkt niet.
De stroom is ingeschakeld maar kopiëren is niet mogelijk.
2-zijdig kopiëren is niet mogelijk.
Het verkeerde papierformaat wordt weergegeven voor papier in de handinvoerlade.
Een kopieeropdracht stopt voortijdig.
Het contrast van het tiptoetsenpaneel is te hoog of te laag.
Het beeld kan niet gedraaid worden.
Het origineelformaat wordt niet automatisch geselecteerd, of het kopiëren vindt niet plaats op papier dat
overeenkomt met het origineelformaat.
Het papierformaat voor een lade kan niet worden ingesteld.
De volgorde van de kopieën is niet correct..
De bewerking wordt geannuleerd nadat de originelen werden gescand.
Niet alle pagina’s werden gekopieerd.
De RSPF kan niet worden gebruikt.
Verlichting knippert.
Problemen met de papiertoevoer
Wanneer u papier gebruikt dat via de handinvoerlade wordt ingevoerd, is de kopieerafdruk scheef.
Het papier uit de handinvoer loopt vast.
Het papier loopt vast.
Problemen met de beeldkwaliteit
De kopieën zijn te licht of te donker.
De tekst is niet duidelijk op de kopie.
Een gedeelte van de kopieerafdruk is afgesneden.
Blanco kopieën
Het papier is gekreukeld of de kopieerafdruk laat los wanneer u over het oppervlak wrijft.
De kopie zijn vlekkerig of vuil.
Er verschijnen witte of zwarte strepen op de kopieën.
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE ................................................................................ 72
HET VERVANGEN VAN DE NIETJESPATROON.........................................................................73
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE NIETJES.................................................................................................. 74
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ..................... 74
HET REINIGEN VAN DE MACHINE............................................................................................... 75
GLASPLAAT EN ORIGINEELKLEP/RSPF .................................................................................................................. 75
PAPIERINVOERROL VAN DE HANDINVOER............................................................................................................ 75
57
Page 60
DISPLAY MELDINGEN
Wanneer er een van de volgende meldingen in het display verschijnt, dient u onmiddellijk de activiteiten uit te voeren
die in de melding beschreven staan.
MeldingOorzaak en oplossingPagina
VOER UW ACCOUNTNUMMER
IN.
ER IS EEN PAPIERSTORING
OPGETREDEN.
TWEEZIJDIGE KOPIEEN
KUNNEN NIET WORDEN
GEMAAKT OP DIT SOORT
PAPIER.
VERWIJDER PAPIER UIT DE
<*>LADE.
SLUIT HET <**> DEKSEL.Het aangegeven deksel is open. Sluit het deksel. (<**> geeft aan
TREK HANDINVOERLADE UIT.
HET FORMAAT VAN DE OMSLAGEN EN HET KOPIEERPAPIER
MOET HETZELFDE ZIJN.
TONERNIVEAU IS LAAG.De tonercartridge moet binnenkort worden vervangen72
VERVANG DE TONERCARTRIDGE.
CONTROLEER DE TONER-
CARTRIDGE.
ORIGINEELINVOER IS
UITGESCHAKELD.
GESELECTEERDE LADE IS NIET
TOEGESTAAN.
SELECTEER EEN ANDERE
LADE.
CONTROLEER DE INSTELLING
VAN HET PAPIERFORMAAT VAN
LADE <***>.
VUL NIETJES AAN.De afwerkingeenheid heeft geen nietjes meer. Vervang de
VERWIJDER PAPIER UIT NIETEENHEID-COMPILER.
HET GEHEUGEN IS VOL. DRUK
OP [START] OM TE BEGINNEN
MET KOPIEREN OF [CA] OM TE
ANNULEREN.
De auditfunctie is ingeschakeld. Voer uw accountnummer in.
Verhelp de papierstoring volgens de instructies in
"PAPIERSTORING VERHELPEN".
Deze melding verschijnt wanneer u probeert 2-zijdige kopieën te
maken op speciaal papier dat niet voor 2-zijdig kopiëren kan
worden gebruikt. Annuleer 2-zijdig kopiëren of verander het
papier.
De aangegeven uitvoerlade is vol. Verwijder de uitvoer uit de lade.
(<*> geeft aan dat de lade vol is.)
dat het deksel open is.)
Wanneer u vanuit de handinvoerlade kopieert, dient u ervoor te
zorgen dat de ladeverlenging is uitgetrokken..
Wanneer u een dekblad toevoegt, dient u papier in de handinvoer
te laden met hetzelfde formaat als het papier in de lade die voor
het kopiëren werd gesorteerd.
De tonercartridge is bijna leeg. Vervang de tonercartridge.72
Verzeker u ervan of de tonercartridge correct geïnstalleerd is.
De RSPF werd uitgeschakeld in de key operator programma's.
Gebruik de glasplaat.
Dit verschijnt wanneer er een lade is geselecteerd die niet werd
toegestaan in de "LADE-INSTELLINGEN" in de aangepaste
instellingen.
De papierformaat instelling van de lade verschilt van het actuele
papierformaat. Laad het correcte papierformaat. De lade wordt
aangeduid in <***>.
nietjescartridge volgens de instructies in "HET VERVANGEN VAN
DE NIETJESPATROON".
Het papier blijft achter in de compiler van de nieteenheid.
Verwijder het papier.
Het geheugen raakt vol tijdens het scannen van de originelen.
Druk op de [START] toets () om de gescande originelen te
kopiëren of druk op de [ALLES WISSEN] toets () om de
bewerking te annuleren.
56
64
27
18
48
72
22
53
17
73
70
-
-
-
58
Page 61
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
MeldingOorzaak en oplossingPagina
GESELECTEERDE LADE KAN
NIET WORDEN GEBRUIKT.
CONTROLER DE NIETPOSITIE
OF DE NIETSTORING.
(BEL WELDRA VOOR SERVICE.)Het is binnenkort tijd voor het periodieke onderhoud. Neem
(ONDERHOUD VEREIST)Het is tijd voor periodiek onderhoud. Neem contact op met uw
BEL SERVICEDIENST.
CODE:
CONTROLEER ORIGINEEL FORMAAT.TAAK GESTOPT.
Neem contact op met uw erkende service vertegenwoordiger.
De nietjes zitten vast in de afwerkingeenheid of de nieteenheid is
niet correct bevestigd. Controleer de nieteenheid. Wanneer de
melding na het verwijderen van de nietstoring nog steeds wordt
weergegeven, dient u de nieteenheid uit te schakelen met behulp
van "UITSCHAKELEN VAN HET NIETAPPARAAT" in de key
operator programma's (Zie het "Handleiding key operator.) of
vraag uw erkende servicevertegenwoordiger.
contact op met uw erkende service vertegenwoordiger.
erkende service vertegenwoordiger.
Schakel de stroom uit en vervolgens weer aan. Wanneer de
melding hierdoor niet uit gaat, dient u de 2-cijferige hoofdcode en
de 2-cijferige subcode te noteren en direct contact op te nemen
met uw erkende servicevertegenwoordiger.
Het origineel in de RSPF is langer dan het herkende formaat. Voer
het origineel opnieuw in en controleer of het formaat dat op het
tiptoetsenpaneel wordt weergegeven overeenkomt met het
actuele formaat en begin vervolgens met kopiëren. U kunt ook de
gemengde toevoer selecteren om p, op papier te kopiëren dat met
elk formaat overeenkomt nadat alle originelen werden gescand.
-
74
-
-
-
-
5
59
Page 62
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Raadpleeg deze probleemoplossing voordat u de service belt, wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van
de kopieermachine. Veel problemen kunnen namelijk eenvoudig door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de
hoofdschakelaar uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de serviceleverancier wanneer u
het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen. De volgende problemen zijn gerelateerd
aan de algemene werking van de machine en het kopiëren.
Voor problemen die verband houden met de printer-, fax- en netwerkscanner functies, zie de overeenkomstige
gebruiksaanwijzingen.
Problemen met betrekking tot de werking van de machine
ProbleemOorzaak en oplossingPagina
De machine werkt niet.
De stroom is
ingeschakeld maar
kopiëren is niet mogelijk.
2-zijdig kopiëren is niet
mogelijk.
Het verkeerde
papierformaat wordt
weergegeven voor papier
in de handinvoerlade.
Een kopieeropdracht
stopt voortijdig.
Het contrast van het
tiptoetsenpaneel is te
hoog of te laag.
Het beeld kan niet
gedraaid worden.
Hoofdschakelaar staat op OFF.
→ Zet de hoofdschakelaar op ON.
De machine is in de opwarmfase.
→ De machine heeft ongeveer 23 seconden nodig om op te warmen nadat de
aan-/uitschakelaar werd ingeschakeld. Tijdens het opwarmen kunnen de
kopieerinstellingen worden geselecteerd, kopieën is echter niet mogelijk.
Wacht tot "GEREED OM TE KOPIEREN." verschijnt.
Het papier is op.
→ Laad papier.
Toner is op.
→ Vervang de tonercartridge.
Er is een papierstoring opgetreden.
→ Verwijder het vastgelopen papier.
Het apparaat staat in de automatische stroom-uitschakel-stand.
→ Indien alleen de [START] toets () knippert, is de automatische
stroom-uitschakel-stand geactiveerd. Druk op de [START] toets () om de
machine in de normale werking terug te zetten.
De kopieerfunctie is niet geselecteerd.
→ Druk op de [KOPIEREN] toets om de kopieerfunctie te selecteren.
Automatisch 2-zijdig kopiëren werd geprobeerd op papier dat
niet geschikt is voor 2-zijdig kopiëren.
→ Tweezijdig kopiëren is niet mogelijk op speciaal papier. Gebruik papier dat
geschikt is voor automatisch tweezijdig kopiëren.
Tweezijdig kopiëren is geblokkeerd in de key operator
programma's.
→ Wijzig de instelling in de key operator programma's om tweezijdig kopiëren
toe te staan.
De verlenging van de handinvoerlade is niet uitgetrokken.
→ Om het papierformaat correct te kunnen herkennen moet de verlenging van
de handinvoerlade uitgetrokken zijn wanneer er papier wordt geladen.
De kopie-uitvoerlade is vol, zodat de lade vol sensor
geactiveerd wordt. verder kopiëren is pas mogelijk nadat de
pagina's verwijderd werden.
→ Verwijder de pagina's uit de uitvoerlade.
Het displaycontrast werd niet afgesteld.
→ Stel het contrast af met behulp van "DISPLAYCONTRAST" in de
aangepaste instellingen.
Er werd geen automatische papierselectie noch auto
beeldfunctie geselecteerd.
→ De rotatie kopieerfunctie functioneert alleen wanneer de automatische
papierselectiefunctie of de automatische beeldfunctie geselecteerd is.
Rotatie kopiëren is geblokkeerd in de key operator
programma's.
→ Wijzig de instelling in de key operator programma's om rotatie kopiëren toe
te staan.
13
13
17
72
64
14
10
27
Handleiding key
operator
18
-
53
25, 30
Handleiding key
operator
60
Page 63
ProbleemOorzaak en oplossingPagina
Het origineelformaat
wordt niet automatisch
geselecteerd, of het
kopiëren vindt niet plaats
op papier dat
overeenkomt met het
origineelformaat.
Het papierformaat voor
een lade kan niet worden
ingesteld.
De volgorde van de
kopieën is niet correct.
De bewerking wordt
geannuleerd nadat de
originelen werden
gescand.
Niet alle pagina’s werden
gekopieerd.
De RSPF kan niet worden
gebruikt.
Verlichting knippert.
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
De origineelklep/RSPF werd niet geheel geopend toen het
origineel op de glasplaat werd geplaatst.
→ Open de origineelklep/RSPF volledig, plaats het origineel op de glasplaat
en sluit de RSPF.
Het origineel bevat grote zwarte gedeeltes.
→ Indien het origineel grote zwarte gedeeltes bevat, zal het origineelformaat
niet automatisch herkend worden. Gebruik de [SPECIALE FUNCTIES]
toets om het origineelformaat te selecteren.
Het origineel is kleiner dan A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat.
→ Wanneer het origineel kleiner is dan A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan het
formaat niet worden herkend. Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan om het
gewenste papierformaat te selecteren.
Het origineel heeft geen standaardformaat.
→ Wanneer het origineel geen standaardformaat heeft, kan het formaat niet
herkend worden. Selecteer het dichtstbijzijnde standaard origineelformaat
of gebruik de [PAPIERFORMAAT] toets om het gewenste papierformaat te
selecteren.
Er wordt een kopieerbewerking, printbewerking uitgevoerd of
een ontvangen faxbericht wordt geprint.
→ Stel het correcte papierformaat in nadat het printen is voltooid.
De werking is tijdelijk gestopt omdat de lade leeg is of omdat er
een papierstoring is opgetreden.
→ Laad papier of verhelp de papierstoring, beëindig de kopieerbewerking en
stel vervolgens het papierformaat in.
Tijdens een onderbekende kopieeropdracht.
→ tel het papierformaat in nadat de onderbrekende kopieeropdracht is
beëindigd.
Er is een papierstoring opgetreden.
→ Verwijder het vastgelopen papier.
De papierlade instellingen zijn geblokkeerd in de key operator
programma's.
→ Wijzig de instelling in de key operator programma's om papierlade
instellingen toe te staan.
De originelen werden in de verkeerde volgorde geplaatst.
→ Wanneer u de glasplaat gebruikt, dient u de originelen één voor één te
scannen beginnend bij de eerste pagina. Wanneer u de RSPF gebruikt,
voert u de originelen in met de eerste pagina boven en met de printzijde
omhoog.
Het geheugen raakte vol terwijl de originelen werden gescand.
→ Wanneer u een functie gebruikt zoals inbindkopie of multishot waar alle
originele pagina's in het geheugen worden gescand voor het kopiëren
begint, zal het scannen stoppen en het kopiëren vindt niet plaats wanneer
het geheugen vol is. U kunt het aantal in het geheugen gescande pagina's
vergroten door meer geheugencapaciteit te installeren.
Het geheugen raakte vol terwijl de originelen werden gescand.
→ Wanneer het geheugen vol wordt tijdens het scannen van de originelen kunt
u de bewerking voortzetten en alleen de gescande originelen printen of u
kunt de bewerking annuleren. Wanneer u de bewerking voortzet worden er
alleen kopieën gemaakt van de gescande originelen en kunnen alle kopieën
dus niet tegelijkertijd gekopieerd worden.
Het gebruik van de RSPF werd geblokkeerd in de key operator
programma's.
→ Schakel het gebruik van de RSPF in, in de key operator programma's.
Indien er een verlichting op dezelfde contactdoos is
aangesloten kan het licht gaan knipperen.
→ Sluit het apparaat aan op een contactdoos die niet voor andere elektrische
apparatuur wordt gebruikt.
-
47
22
22, 47
-
19, 64
34
64
Handleiding key
operator
23
76
-
Handleiding key
operator
4
5
61
Page 64
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Problemen met de papiertoevoer
ProbleemOorzaak en oplossingPagina
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen
overschrijdt het maximum aantal.
Wanneer u papier gebruikt dat via
de handinvoerlade wordt ingevoerd, is de kopieerafdruk scheef.
Het papier uit de handinvoer loopt
vast.
Het papier loopt vast.
→ Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat
van het geladen papier.
→ Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen
papier.
De instelling van de papiersoort is niet correct.
→ Wanneer u speciaal papier gebruikt, dient u erop te letten dat u
de correcte papiersoort instelt.
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen
overschrijdt het maximum aantal.
→ Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat
van het geladen papier.
→ Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen
papier.
Het papier is buiten het vastgelegde formaat en
gewichtbereik.
→ Gebruik papier binnen het gespecificeerde bereik.
Het papier is gekruld of vochtig.
→ Gebruik geen omgekruld of gekrompen papier. Vervang het door
droog papier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar
het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te
voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
Het papier is niet behoorlijk geladen.
→ Zorg ervoor dat het papier behoorlijk wordt geladen.
Er blijven stukjes papier achter in de machine.
→ Verwijder alle stukjes vastgelopen papier.
De vellen papier plakken aan elkaar vast.
→ Waaier het papier goed voor u het in de lade plaatst.
15
18
20
15
18
15
79
17
64
17
62
Page 65
Problemen met de beeldkwaliteit
ProbleemOorzaak en oplossingPagina
Het beeld van het origineel is te licht of te donker.
→ Selecteer de correcte origineelsoort in de belichtingsinstelling en
stel de kopieerbelichting af.
De kopieerbelichting staat op "AUTO".
→ Het "BELICHTING AFSTELLEN" key operator programma kan
De kopieën zijn te licht of te
donker.
De tekst is niet duidelijk op de
kopie.
Een gedeelte van de kopieerafdruk
is afgesneden.
Blanco kopieën
Het papier is gekreukeld of de
kopieerafdruk laat los wanneer u
over het oppervlak wrijft.
De kopie zijn vlekkerig of vuil.
Er verschijnen witte of zwarte
strepen op de kopieën.
worden gebruikt om het belichtingsniveau af te stellen dat wordt
gebruikt voor "AUTO" belichting. Raadpleeg de beheerder van de
machine.
Het origineelsoort dat het meest geschikt is voor het
origineel wis niet geselecteerd in het instelscherm
voor de kopieerbelichting.
→ Wijzig het origineelsoort op "AUTO", of selecteer handmatig het
de meest geschikte instelling voor het origineelsoort.
De correcte origineelsoort werd niet ingesteld in het
instelscherm voor de kopieerbelichting.
→ Wijzig de instelling voor de origineelsoort op "TEKST".
Het origineel was in de verkeerde positie geplaatst.
→ Plaats het origineel in de juiste stand. Wanneer u de glasplaat
gebruikt, plaatst u het origineel aan de uiterste linker zijde.
Er werd geen geschikte factor voor het
origineelformaat en papierformaat geselecteerd.
→ Gebruik de automatische factorselectie om de correcte
kopieerfactor te krijgen.
De papierformaat instelling van de lade werd niet
veranderd toen er een ander papierformaat werd
geladen.
→ Let erop dat u de papierformaat instelling wijzigt wanneer u een
ander papierformaat in de lade plaatst.
Er wordt een inch papierformaat gebruikt.
→ Wanner u kopieerpapier met een inchformaat gebruikt, dient u
het origineelformaat handmatig in te stellen.
Het origineel is niet met de printzijde omhoog in de
RSPF of met de printzijde omlaag op de glasplaat
geplaatst.
→ Plaats het origineel met de printzijde omhoog in de RSPF of met
de printzijde omlaag op de glasplaat.
Het papier is buiten het vastgelegde formaat en
gewichtbereik.
→ Gebruik papier binnen het gespecificeerde bereik.
De instelling van de papiersoort is niet correct.
→ Stel de correcte papiersoort in. Om de papiersoort voor een lade
in te stellen, zie "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN".
Het papier is gekruld of vochtig.
→ Gebruik geen omgekruld of gekreukeld papier. Vervang het door
droog papier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar
het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te
voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
De glasplaat of de onderkant van de RSPF is vuil.
→ Regelmatig reinigen.
Het origineel is vlekkerig of vuil.
→ Gebruik een schoon origineel.
De scanplaat van de RSPF is vuil.
→ Reinig de lange smalle scanplaat.
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
29
Handleiding key
operator
29
29
22, 23
31
19
5
47
22, 23
15
19, 20
79
75
-
75
63
Page 66
PAPIERSTORING VERHELPEN
Wanneer er een papierstoring optreedt tijdens het kopiëren zal de melding "PAPIERSTORING IS OPGETREDEN."
verschijnen op het tiptoetsenpaneel en het printen zal stoppen.
● Wanneer het papier scheurt tijdens het verwijderen dient u alle stukjes te verwijderen. Let erop dat u de
fotogeleidende drum niet aanraakt terwijl u de stukjes papier verwijdert. Krassen of vlekken op de drum kunnen
leiden tot vlekkerige kopieën.
Stel eerst vast waar de papierstoring is opgetreden
1
ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN.
1
2
3
4
5
6
INFORMATIE
Papierstoring in de RSPF (p.65)
2
Papierstoring in de afwerkingeenheid (p.70)
3
Papierstoring in de machine ((p.66), (p.67))
4
Papierstoring in de handinvoerlade (p.66)
5
Papierstoring in de bovenste papierlade (p.68)
6
Papierstoring in de onderste papierlade (p.69)
Opmerking
Indien d e faxoptie geïnstalleerd is worden alle ontvangen faxberichten in het geheugen opgeslagen. De
faxberichten worden automatisch geprint nadat de papierstoring verholpen is.
BEGELEIDING BIJ HET VERHELPEN VAN
PAPIERSTORINGEN.
De begeleiding bij het verhelpen van papierstoringen kan worden weergegeven door op de [INFORMATION] toets
op het bedieningspaneel te tippen nadat er een papierstoring is opgetreden:
INFORMATIE
64
Page 67
PAPIERSTORING IN DE RSPF
Deksel documentinvoer
Document
transportdeksel
Knop document
transportdeksel
Beweegbaar onderdeel
Omkeerlade
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Verwijder het vastgelopen origineel.
1
Controleer de onderde-
A
C
len A, B en C in de
afbeelding op de volgende pagina en verwij-
B
der het vastgelopen
origineel.
Onderdeel A
Open de klep van de
invoerrol en verwijder het
vastgelopen origineel uit
de origineel invoerlade.
Sluit de klep van de
invoerrol.
Onderdeel B
Open de RSPF en draai
de ontgrendelrol in de
richting van de pijl om het
origineel uit te voeren.
Sluit de RSPF en verwij-
Wals
Indien er een klein origineel (A5 (5-1/2" x 8-1/2"), etc.)
is vastgelopen of er papier vastloopt in de omkeerlade
van de RSPF, til dan de knop van het deksel van de
transportrol op en verwijder het origineel.
der het origineel voorzichtig.
Wanneer het vastgelopen origineel niet verwijdert kan worden, open
dan de klep van de transportrol(onderstaand) en
draai de ontgrendelrol
opnieuw.
Onderdeel C
Verwijder het vastgelopen origineel uit het uitvoergedeelte.
Wanneer het vastgelopen origineel niet eenvoudig uit
het uitvoergedeelte kan worden verwijderd, open dan
het beweegbare onderdeel van de origineelinvoer,
verwijder de omkeerlade en verwijder vervolgens het
origineel.
Opmerking
Open en sluit de RSPF om de
2
Na het verwijderen van een vastgelopen origineel uit het uitvoergedeelte, dient u de
omkeerlade weer stevig op het uitvoergedeelte te plaatsen (Wanneer de RSPF
geïnstalleerd is.).
papierstoring melding op het
tiptoetsenpaneel te verwijderen.
De melding kan ook
gewist worden door de
deksels van de invoerrol
en de transportrol te openen en weer te sluiten.
Nadat de papierstoring
verholpen is en de
melding werd gewist verschijnt er een melding wordt
meegedeeld hoeveel originelen u opnieuw in de RSPF
moet invoeren.
5
Voer de originelen die nog moeten
3
worden gescand opnieuw in( inclusief
het origineel dat werd gescand toen
de papierstoring optrad.), en druk op
de [START] toets().
Het kopiëren van de resterende originelen wordt
voortgezet.
65
Page 68
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
1
Open en sluit de zijklep.
2
papier.
Let erop dat de papier-
storingsmelding wordt
gewist.
De melding kan ook wor-
den gewist door het front-
deksel te openen en te
sluiten.
Indien de melding niet
wordt gewist, zie "A.
Papierstoring in het
papiertoevoergedeelte".
PAPIERSTORING IN DE MACHINE
Bepaal de plaats van de papierstoring en verwijder het vastgelopen papier zoals beschreven in de afbeelding
hieronder.
Indien hier een papierstoring
optreedt, ga dan naar "B".
Papierstoring in het
fuseergedeelte. (p. 67)
Indien hier een papierstoring
optreedt, ga dan naar "A".
Papierstoring in het papier
invoergedeelte. (hieronder)
A. Papierstoring in het papiertoevoergedeelte
Open de handinvoerlade en de zijklep.
1
Druk voorzichtig op beide zijden van
2
de voorklep en trek deze open.
Verwijder het vastgelopen papier
3
voorzichtig. Draai de draaiknop van
de rol in de richting van de pijl om het
verwijderen te vergemakkelijken.
Walsdraaiknop
Attentie
Let op dat u het
vastgelopen papier
tijdens het verwijderen
niet scheurt.
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet aan bij het
verwijderen van vastgelopen papier.
Anders kunt u brandwonden of
ander letsel oplopen.
66
Waarschuwing
Raak de fotogeleidende drum niet aan
(groene gedeelte) bij het verwijderen van
het vastgelopen papier. Anders kan de drum
beschadigd raken en kunnen er vlekken op
de kopieën komen.
Page 69
Sluit het frontdeksel en de zijklep.
Walsdraaiknop
4
Let erop dat de
papierstoringsmelding
wordt gewist.
B: Papierstoring in het fuseergebied
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Open de handinvoerlade en de zijklep.
1
Druk voorzichtig op beide uiteinden
2
van de voorplaat.
Draai de draaiknop van de rollen in de
3
richting van de pijl
Indien u het vastgelopen papier in stap
5
4 niet kon verwijderen, haal dan de
ontgrendelingen van de fuseereenheid
naar beneden op de papiergeleider te
openen en verwijder dan het
vastgelopen papier.
• Raak de fotogeleidende drum niet aan
Waarschuwing
(groene gedeelte) bij het verwijderen van
het vastgelopen papier. Anders kan de
drum beschadigd raken en kunnen er
vlekken op de kopieën komen.
• Zorg ervoor dat de losse toner op het
vastgelopen papier uw handen of kleren
niet bevuilt.
5
4
Ontgrendelhendels fuseereenheid
Haal de ontgrendeling van de
fuseereenheid omhoog en verwijder
voorzichtig het vastgelopen papier.
Attentie
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet aan bij het
verwijderen van vastgelopen papier.
Anders kunt u brandwonden of
ander letsel oplopen.
Sluit de fuseer
6
en druk de ontgrendelingen omlaag.
Sluit het frontdeksel en de zijklep.
7
eenheid
papiergeleider
Let erop dat de
papierstoringsmelding
wordt gewist.
67
Page 70
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE MIDDELSTE LADE
Verwijder het papier door het in de middelste lade te trekken.
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE
Controleer of er geen vastgelopen papier in de machine zit voor u de lade eruit trekt. (p.66)
Til de bovenste lade omhoog, en trek
1
hem eruit. Verwijder vervolgens het
vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het
verwijderen niet scheurt.
plaats de bovenste papierlade terug.
2
Duw de bovenste lade er
helemaal in.
Open en sluit de zijklep.
3
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt
gewist.
De melding kan ook
worden gewist door het
frontdeksel te openen en
te sluiten.
68
Page 71
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE
● Controleer of er geen vastgelopen papier in de machine zit voor u de lade eruit trekt. (p.66)
●
gebruik de volgende procedure om papierstoringen te verhelpen die optreden in de 500-vel papierinvoereenheid of
de 2 x 500-vel papierinvoereenheid.
Open de onderste zijklep.
1
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het
verwijderen niet scheurt.
Wanner u het papier niet kunt zien
3
nadat u stap 2 heeft uitgevoerd, til dan
de onderste papierlade op en trek hem
eruit en verwijder vervolgens het
vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelopen papier tijdens het
verwijderen niet scheurt.
Plaats de onderste papierlade terug.
4
Duw de onderste lade er helemaal in.
Sluit de onderste zijklep.
5
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt
gewist.
5
69
Page 72
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN.
PAPIERSTORING IN HET BOVENSTE UITVOERGEDEELTE
(wanneer er een sorteerlade of afwerkingeenheid
(AR-FN5N) geïnstalleerd is)
Indien er een sorteerlade of afwerkingeenheid geïnstalleerd is kan er een papierstoring optreden in het bovenste
uitvoergedeelte.
Open de bovenste rechter zijklep.
1
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
2
papier.
Let op dat u het
vastgelopen papier
tijdens het verwijderen
niet scheurt.
Sluit de bovenste rechter zijklep.
3
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt
gewist.
PAPIERSTORING IN EEN UITVOERLADE (wanneer er
een afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is).
INFORMATIE
Pak de handgreep van het deksel van
1
de nietcompiler vast en trek hieraan
om het deksel te openen.
Verwijder eventueel vastgelopen
2
papier uit het transportgedeelte.
70
Page 73
Indien er sorteren-nieten wordt uitge-
3
voerd, open dan de papiergeleider en
verwijder eventueel vastgelopen
papier uit de nietcompiler.
Sluit het deksel van de nietcompiler.
4
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Indien de offsetlade wordt gebruikt,
5
verwijder dan eventueel vastgelopen
papier uit de offsetlade.
Wanneer de bovenste lade wordt
6
gebruikt, open dan het bovenste deksel, verwijder eventueel vastgelopen
papier en sluit het deksel weer.
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt
gewist.
5
71
Page 74
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE
Handle
Toner cartridgelock release lever
Om te controleren hoeveel toner er nog is in de tonercartridge (p.74), houdt u de [KOPIEREN] toets ingedrukt De
hoeveelheid resterende toner verschijnt op het display. Wanner er minder dan 25% toner over is, bezorg dan zo snel
mogelijk een nieuwe tonercartridge. Wanneer "TONERNIVEAU IS LAAG" in het display verschijnt, dient u een
nieuwe cartridge bij de hand te hebben om de tonercartridge op ieder moment te kunnen vervangen wanneer er te
kort toner over is. Wanneer "VERVANG DE TONERCARTRIDGE." in het tiptoetsenpaneel verschijnt moet de
tonercartridge worden vervangen. Volg deze stappen op om de cartridge te vervangen.
Opmerking
Druk voorzichtig op beide zijden van
1
Wanner u een lang kopieerproces uitvoert of originelen met veel zwarte gedeeltes kopieert, kan "TONER
WORDT BIJGEVULD." in het tiptoetsenpaneel verschijnen en kan het kopiëren stoppen hoewel er nog toner in
de tonercartridge is. Wanneer dit gebeurt, wordt de toner bijgevuld. Het bijvullen duurt ongeveer twee minuten.
Wanneer de [START] toets () gaat branden, druk dan op de [START] toets () om het kopiëren te
hervatten.
de voorklep en trek deze open.
Trek de tonerpatroon er voorzichtig
2
uit terwijl u op de ontgrendelingshefboom drukt.
Ontgrendelhendel
tonercartridge
Wanneer u de tonercartridge eruit trekt, plaats
dan uw andere hand op
het groene gedeelte van
de cartridge.
Terwijl u tegen de
4
ontgrendelingshefboom duwt voert u
de tonercartridge voorzichtig langs de
geleiders tot deze vastklikt.
Handgreep
Opmerking
Neem de tonercartridge uit de zak.
3
• Na het verwijderen van de tonerpatroon
mag u deze niet meer schudden of erop
kloppen. Anders kan er toner uit de
patroon lekken. Doe de oude cartridge
onmiddellijk in de zak die waarin de
nieuwe cartridge werd geleverd.
• Verwijder de oude tonercartridge volgens
de plaatselijke voorschriften.
Pak beide uiteinden van de cartridge
vast en schudt deze ongeveer 20 keer
horizontaal heen en weer. Na het
schudden van de cartridge, verwijdert
u de tape.
Ongeveer 20 keer
Sluiter
Tape
Pak de cartridge aan de
handgreep vast. Houd de
cartridge niet aan de
sluiter vast. Schud de
cartridge alleen voordat
het zegel wordt
verwijderd.
Opmerking
Verwijder het plakband van de sluiter.
5
Wanneer er vuil of stof aan de
tonercartridge plakken, dient u dit te
verwijderen voor u de cartridge installeert.
Trek de sluiter uit de tonerpatroon
zoals getoond in de afbeelding.
Gooi de sluiter weg.
Sluit het frontdeksel.
6
72
Page 75
HET VERVANGEN VAN DE
NIETJESPATROON
(wanneer de afwerkingeenheid (AR-FN5N)
geïnstalleerd is).
Wanneer de melding "VUL NIETJES AAN." verschijnt, dient u de nietjescartridge als volgt te vervangen:
Open het deksel van de nieteenheid.
1
Pak het groene gedeelte van de
2
nietjesbox vast en verwijder de
nietjesbox uit de nieteenheid.
Verwijder de nietjescartridge uit de
3
nietjesbox.
Verwijder het plakband van de
5
cartridge.
Plaats de nietjesbox in de neteenheid
6
tot deze ineenklikt.
Sluit het deksel van de nieteenheid.
7
5
Plaats een nieuwe nietjescartridge in
4
de box tot deze op zijn plaats
vastklikt.
Voer de nieuwe cartridge
in door de pijlen op de
cartridge op één lijn te
brengen met die op de
box.
Controleer of de
cartridge vastgeklikt is
door er zachtjes aan te
trekken.
73
Page 76
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
TOTALE UITVOER: 0,123,456
TONERHOEVEELHEID: 100-75%
A4
A3
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE NIETJES
Wanneer er nietjes in de nieteenheid vast zitten, verschijnt de melding "CONTROLEER NIETPOSITIE OF
NIETSTORING." Volg deze stappen op om de vastzittende nietjes te verwijderen.
Open het deksel van de nieteenheid.
1
Pak het groene gedeelte van de
2
nietjesbox vast en verwijder de
nietjesbox uit de nieteenheid.
Trek de hefboom aan het eind van de
3
nietjesbox omhoog en verwijder de
vastzittende nietjes.
Zet de hefboom terug in de originele
4
positie.
Plaats de nietjesbox in de neteenheid
5
tot deze ineenklikt.
Sluit het deksel van de nieteenheid.
6
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU
Het resterende tonerniveau en de totale uitvoertelling kunnen op de onderstaande wijze worden weergegeven.
● De uitvoertelling toont de gecombineerde hoeveelheden van uitgevoerde kopieer- fax- en printerfuncties.
Controle van de totale uitvoertelling en tonerniveau
Houd de [KOPIEREN] toets ingedrukt. De totale uitvoertelling verschijnt in het display terwijl u deze toets ingedrukt houdt.
Opmerking
74
•
Elke A3 (11" x 17") pagina wordt als twee pagina's geteld. Tweezijdige pagina's worden ook als twee pagina's
geteld.
•
De hoeveelheid verbruikte toner is afhankelijk van de gebruiksvoorwaarden en de soorten originelen die gekopieerd
werden. Het tonerniveau display kan slechts al geschatte richtlijn worden gebruikt.
Page 77
HET REINIGEN VAN DE MACHINE
Scanglasplaat voor RSPF
GLASPLAAT EN ORIGINEELKLEP/RSPF
Wanneer de glasplaat, de origineelklep/RSPF of de scanplaat voor originelen die via de RSPF worden toegevoerd
(het lange smalle glazen oppervlak aan de rechterkant van de glasplaat) vuil worden, kan het vuil op de kopieën
verschijnen. Houd deze onderdelen steeds schoon.
Vlekken of vuil op de glasplaat/origineelklep/RSPF worden eveneens gekopieerd. Veeg de glasplaat, de
origineelklep, de RSPF en het scanvenster af met een zachte schone doek.
Maak de doek indien noodzakelijk vochtig met water. Gebruik geen verdunner, benzeen of soortelijke agressieve
reinigingsmiddelen.
Attentie
Spuit er geen ontvlambaar reinigingsgas op. Het gas van de gasspray kan in aanraking komen
met het interne elektrische circuit of met hete onderdelen van de fuseereenheid, waardoor er
gevaar voor brand of elektrische schokken bestaat.
Oppervlak van de glasplaatOnderkant van de origineelklep/RSPF
Scanplaat
PAPIERINVOERROL VAN DE HANDINVOER
5
Indien er vaak papierstoringen ontstaan bij het toevoeren van enveloppen of ander dik papier via de handinvoerlade,
deint u de papierinvoerrol bij de invoersleuf van de handinvoerlade met een schone, zachte doek af te vegen, die
vochtig werd gemaakt met alcohol of water.
Papierinvoerrol handinvoerlade
75
Page 78
6
Hoofdstuk 6
RANDAPPRATUUR EN
VOORRADEN
In dit hoofdstuk wordt de randapparatuur en de voorraden beschreven. Voor het bestellen van randapparatuur en
voorraden neemt u contact op met uw erkende servicevertegenwoordiger.
RANDAPPARATUUR
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N) zie pagina 77.
500-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-D21) zie pagina 78.
2 x 500-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-D22) zie pagina 78.
DOCUMENTDEKSEL (AR-VR6)
TOEVOER ENKELE BLADEN EN OMKEERFUNCTIE (AR-RP7) zie pagina 79.
SORTEERLADE (AR-TR3)
Hiermee kunt u de uitvoer per functie van elkaar scheiden (kopieën, printer, etc.).
PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17)
Hierdoor kunt u de machine gebruiken als netwerkprinter.
PRINT SERVERKAART (AR-NC5J)*
Deze optionele uitbreidingskit voegt de netwerkprinter functie toe (10/100 BASE-TX).
PS3 UITBREIDINGSKIT (AR-PK1)*
Deze kit levert u compatibiliteit met PostScript 3.
BARCODE FONTKIT (AR-PF1)*
Deze set lettertypes maakt het printen van barcodes mogelijk.
NETWERKSCANNER UITBREIDINGSKIT (AR-NS2)*
Hierdoor kunt u de machine gebruiken als netwerkscanner.
FAX UITBREIDINGKIT (AR-FX7)
Hierdoor kunt u de machine als faxtoestel gebruiken.
8MB FAX GEHEUGEN (AR-MM9)
Het afdrukgeheugen kan worden vergroot door het installeren van het optionele fax uitbreidingsgeheugen.
Er kan extra geheugen in de machine wordne geinstalleerd. Er bevinden zich twee DIMM sleuven in de machine
en het geheugen kan worden uitgebreid tot maximaal 1056 MB.
1
1
1
2
*1Hiervoor is de installatie van de PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17) nodig.
2
*
76
Hiervoor is de installatie van de PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17) en 128MB extra geheugencapaciteit
noodzakelijk.
Opmerking
• Een in de handel gebruikelijke 64/128/256/512MB (de 168 pin SDRAM DIMM) geheugenmodule kan worden
gebruikt om het geheugen in deze eenheid te vergroten. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met
uw erkende service vertegenwoordiger.
• Sommige opties zijn eventueel niet verkrijgbaar in sommige laden en regio's.
Page 79
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N)
Wanneer er een optionele afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is, kan de machine de gesorteerde kopieën
automatisch nieten. Elke samengevoegde set kopieën of groep kopieën kan verplaatst van de vorige set worden
gedeponeerd. (Offsetfunctie (p.35))
Namen van de onderdelen
Offsetlade
Technische gegevens
Bovenste deksel
Bovenste lade
Deksel nieteenheid
Deksel van de compiler
van de nieteenheid
AR-FN5N
Capaciteit van de lade
Papierformaat
OffsetOngeveer 27 mm (1")
Geschikt papierformaat
voor het nieten
Nietcapaciteit30 vel (80 g/m2 (21 lbs.))
Stroomvoedingafgenomen van de machine
GewichtOngeveer 19 kg (42 lbs.)
AfmetingenUitgangszone
Opmerking
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven
vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in
individuele machines ontstaan.
Bovenste lade100 vel
Offsetlade1.000 vel (500 vel bij een formaat dat groter is dan A4 (8-1/2" x 11"))
Formaat
Gewicht52 g/m
B5, A4, A4R, B4, A3 (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14", 11" x 17")
Compiler van de
nieteenheid
Bovenste lade: A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
Offsetlade: B5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17")
2
470 mm (B) x 511 mm (D) x 540 mm (H)
(18-33/64" (B) x 20-1/8" (D) x 21-17/64" (H))
562 mm (B) x 444 mm (D) x 109 mm (H)
(22-9/64" (B) x 17-31/64" (D) x 4-19/64" (H))
6
tot 128 g/m2 (14 lbs. tot 34 lbs.)
77
Page 80
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
500-VEL PAPIERINVOEREENHEID/
2 x 500-VEL PAPIERINVOEREENHEID
Deze papierinvoereenheden zijn geschikt voor het maken van grote aantallen afdrukken en beiden een ruimere
keuze in bestaande kopieerformaten.
De AR-D21 is voorzien van een 500-vel papierinvoereenheid en de AR-D22 bevat twee 500-vel papierinvoerladen.
Namen van de onderdelen
500 VEL PAPIERINVOEREENHEID
(AR-D21)
Lade
Technische gegevens
AR-D21AR-D22
Papier
Papiercap
aciteit
FormaatB5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17")
Gewicht56 g/m2 tot 105 g/m2 (15 lbs. tot 28 lbs.)
Bovenste
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven
vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in
individuele machines ontstaan.
596 mm (B) x 498 mm (D) x 97 mm (H)
(23-15/32" (B) x 19-39/64" (D) x 3-53/64" (H))
596 mm (B) x 498 mm (D) x 194 mm (H)
(23-15/32" (B) x 19-39/64" (D) x 7-53/64" (H))
78
Page 81
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
TOEVOER ENKELE BLADEN EN OMKEERFUNCTIE
De toevoer enkele bladen en omkeereenheid (RSPF) kan automatisch documenten met meerdere pagina's invoeren.
Wanneer de RSPF geïnstalleerd is, kunnen tweezijdige kopieën automatisch gekopieerd worden zonder dat u deze
met de hand moet omdraaien.
Namen van de onderdelen
Originele geleidingen
Documentinvoerlade
Uitgang
Documentinvoerdeksel
Knop documentdoorvoerdeksel
Omkeerlade
Technische gegevens
AR-RP7
2
Gewicht
Geschikte originelen
Stroomvoedingafgenomen van de machine
Te herkennen origineelformatenA5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
Gewicht Ongeveer 7,9 kg (17,4 lbs.)
Afmetingen
FormaatA5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
CapaciteitTot 100 vel (dikte 13 mm (33/64) of minder)
35 g/m
52 g/m
586 mm (B) x 457 mm (D) x 145 mm (H)
(22-61/64" (B) x 17-9/64" (D) x 5-1/4" (H))
tot 128 g/m2 (9 lbs. tot 34 lbs. )
2
tot 105 g/m2 (14 lbs. tot 28 lbs.) voor tweezijdige originelen)
Documentdoorvoerdeksel
Opmerking
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven
vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in
individuele machines ontstaan.
HET BEWAREN VAN VOORRADEN
Standaard onderdelen voor dit product, die door de gebruiker moeten worden vervangen, zijn papier en de tonercartridge.
Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP producten te gebruiken. Alleen
authentieke SHARP verbruiksartikelen zijn voorzien van het Authenthieke Onderdelen etiket.
GENUINE SUPPLIES
CORRECT BEWAREN
Bewaar de onderdelen op een plaats, die
• schoon en droog is,
• een stabiele temperatuur heeft
• en niet aan direct zonlicht is blootgesteld
Bewaar papier in de verpakking en vlak liggend.
Papier dat uit de verpakking wordt bewaard, of in een
rechtop staande verpakking kan omkrullen of vochtig
worden, waardoor er papierstoringen kunnen
ontstaan.
Lokaal voltage ±10% (zie de naamplaat achterop de kopieermachine voor de
stroomtoevoereisen.)
623 mm (B) x 609,5 mm (D) (24-17/32" (W) x 24" (D))
623mm (B) x 609,5mm (D) x 785,5mm (H)
(24-17/32" (B) x 24" (D) x 30-15/16" (H))
Geluidsvermogensniveau L
Kopiëren: 6,3[B]
Standby: 3,6[B]
Geluidsdrukniveau L
Kopiëren: 50[dB(A)]
Standby: 25[dB(A)]
Geluidsdrukniveau L
Kopiëren: 51[dB(A)]
Standby: 20[dB(A)]
Geluidsemissie overeenkomstig ISO 7779.
Ozon: 0,02 mg/m
Stof: 0,075 mg/m
Styreen: 0,07 mg/m
wA(1B=10dB)
pA (omstanderpositie)
pA (operatorpositie)
3
of minder
3
of minder
3
of minder
BIJLAGE
* De duur van de eerste kopie en opwarmtijd kunnen variëren afhankelijk van stroomtoevoervoltage, omgevingstemperatuur en
andere werkomstandigheden.
Opmerking
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De vermelde
gegevens over het vermogen zijn nominale waarden van productieapparaten. Bij individuele apparaten kunnen er
afwijkingen van deze waarden optreden.