DE BIJ DE MACHINE
MEEGELEVERDE SOFTWARE
INSTALLEREN
•
SOFTWARE INSTALLEREN
(VOOR OPTIES)
•
PROBLEEM OPLOSSING EN
NUTTIGE INFORMATIE
1
5
7
20
39
Garantie
Hoewel er alles aan werd gedaan om deze gebruiksaanwijzing zo nauwkeurig en nuttig mogelijk te maken, kan de
firma Sharp niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan. Alle informatie in de gebruiksaanwijzing kan
zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. SHARP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of
beschadigingen, direct of indirect die voortvloeien uit of verband houden met deze gebruiksaanwijzing.
Deze handleiding gaat ervan uit dat zowel de persoon die dit product installeert als de gebruikers een basiskennis
hebben van Windows en Macintosh.
•
Raadpleeg de handleiding van uw besturingssysteem of de online helpfunctie voor informatie over het gebruik van uw
besturingssysteem.
•
Sommige vensters die in deze handleiding staan, kunnen verschillen afhankelijk van computertype en –instellingen.
•
Het "Handboek voor de hoofdoperator" waaraan in deze handleiding gerefereerd wordt, maakt deel uit van de
"Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en kopieerder)" maar in bepaalde regio's echter, vormt het een aparte
handleiding.
•
Het tweevoudige functieboard dat in deze handleiding genoemd wordt kan bij sommige modellen optioneel worden
geïnstalleerd en is bij andere modellen standaard geïnstalleerd. Zie voor meer informatie, "3. RANDAPPARATUUR
EN ONDERDELEN" van de "Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en kopieerder)".
Informatie over de genoemde handelsmerken
•
Sharpdesk is een handelsmerk van Sharp Corporation.
•
Microsoft®, Windows®, Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000, Windows® XP, Windows
Server 2003 en Internet Explorer® zijn geregistreeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en andere landen.
•
IBM, PC/AT, en PowerPC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
•
Macintosh, Power Macintosh, Mac OS, LaserWriter, en AppleTalk zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
•
PostScript® is een geregistreerd handelsmerk van of Adobe Systems Incorporated.
NetWare is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc.
•
Agfa en het Agfa Rhombus, zijn geregistreerde handelsmerken van Agfa-Gevaert, A.G.
•
Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van de werkelijke weergave
van de schermen op de machine als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
®
INLEIDING
Dank u voor de aankoop van dit product. In deze handleiding worden de installatie van printerbesturing en
hulpprogramma’s, die noodzakelijk zijn voor de printer- en scannerfuncties, toegelicht.
Met de optionele netwerkuitbreidingskit (AR-NB3) kan de machine worden gebruikt als netwerkprinter en
netwerkscanner. Met de optionele PS3-uitbreidingskit (AR-PK1/N) kunt u de machine gebruiken als een
PostScript-compatibele printer. Wanneer de machine gebruikt wordt als een PostScript-printer, kan er zowel
in Windows- als in Macintosh-omgeving afgedrukt worden. Let op dat afdrukken alleen mogelijk is vanuit een
Macintosh-omgeving via een netwerkverbinding. (Parallelle en USB-poorten kunnen niet gebruikt worden in een
Macintosh omgeving.)
Opmerking
Wanneer "AR-XXXX" verschijnt in deze handleiding kunt u "XXXX" vervangen door de naam van uw model. Zie
voor de naam van het model dat u gebruikt in "PRODUKTCONFIGURATIES" in de "Gebruiksaanwijzing
(algemene informatie en kopieerder)".
Software-installatiegids (deze handleiding)
Beschrijft de procedures voor het installeren van de software in de "Software" CD-ROM’s die bij de machine en de
optionele netwerkuitbreidingskit (AR-NB3) meegeleverd worden.
Als u de machine als printer of scanner wilt gebruiken, zie deze handleiding en de On line handleidingen.
De standaard printerfunctie en scannerfunctie gebruiken
• Gebruiksaanwijzing (voor printer en scanner))
Dit is een On line handleiding die u aantreft op de "Software CD-ROM (1)" die bij de machine wordt meegeleverd.
Deze handleiding bevat informatie die u nodig hebt voor het gebruik van de machine als printer en scanner, met
inbegrip van afdrukken via het standaard printerstuurprogramma, afdrukken via het SPLC printerstuurprogramma
dat gebruikt kan worden wanneer het tweevoudige functieboard geïnstalleerd is, scannen via Button Manager,
probleem oplossen en de hoofoperatorprogramma’s voor printer- en scannerfuncties.
De netwerkprinterfunctie gebruiken
• Gebruiksaanwijzing (voor netwerkprinter)
Dit is een On line handleiding die u aantreft op de "Software CD-ROM (1)" die bij de netwerkuitbreidingskit wordt meegeleverd.
Deze handleiding bevat informatie die u nodig hebt voor het gebruik van de machine als printer, met inbegrip van
afdrukvoorwaardeninstellingen, afdrukken via de PLC5e en PCL6 printerstuurprogramma’s en het PS-Printerstuurprogramma,
probleem oplossen en de hoofoperatorprogramma’s voor printer- en scannerfuncties.
De netwerkscannerfunctie gebruiken
• Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)
Dit is een On line handleiding die u aantreft op de "Software CD-ROM (1)" die bij de netwerkuitbreidingskit wordt meegeleverd.
Lees deze handleiding voor informatie over het gebruik van Scannen naar FTP, Scannen naar E-mail en andere scannerfuncties.
De volgende helpbestanden zijn geïnstalleerd bij de installatie van de software van de "Software
CD-ROM (1)" die meegeleverd is bij de netwerkuitbreidingskit:
• Helpbestand Printer Status Monitor
• Helpbestand Printer Administration Utility
On line handleiding uit de "Network utilities CD-ROM"
• On line handleiding Print server card
LICENTIEOVEREENKOMST
De LICENTIEOVEREENKOMST verschijnt wanneer u de software vanaf de CD-ROM installeert. Door het gebruik
van alle of een gedeelte van de software op de CD-ROM of in de machine, gaat u akkoord met de voorwaarden van
de LICENTIEOVEREENKOMST.
1
OVER DE CD-ROM’S
Dit product bevat CD-ROM’s die standaard meegeleverd worden bij de machine en CD-ROM’s die meegeleverd
worden bij de optionele netwerkuitbreidingskit (AR-NB3).
Deze CD-ROM bevat een wizard-installatiefunctie voor het installeren van de software hieronder en de On line handleiding
"Gebruiksaanwijzing (voor printer en scanner)".
Zie voor de installatieprocedure van de software, pagina 7 van deze handleiding.
MFP stuurprogramma
• Printerstuurprogramma
Met het printerstuurprogramma kunt u de printerfunctie van de machine gebruiken.
Er zijn twee soorten printerstuurprogramma’s voor de machine: Een standaard printerstuurprogramma en een printerstuurprogramma*
dat wordt gebruikt wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd.
*
Als het tweevoudige functieboard geïnstalleerd", verschijnt er "(EB)" in de naam van het geïnstalleerde printerstuurprogramma. Verder
is met het printerstuurprogramma voor het tweevoudige functieboard een snellere printsnelheid mogelijk.
• Scannerstuurprogramma
Met de Scannerstuurprogramma kunt u de scanfunctie van de machine gebruiken met de TWAIN-compliant en WIA-compliant toepassingen.
"Software CD-ROM (2)"
•
Internet Explorer 6.0 SP1
Button manager
Button Manager is een software-hulpprogramma waarmee u de [SCANNEN] toets op de machine kunt gebruiken
om een document te scannen.
Acrobat Reader 5.0
Dit programma kunt gebruiken om de On line handleidingen te openen. Zie pagina 42 van deze gebruiksaanwijzing
voor het installeren van Acrobat Reader.
Sharpdesk
Sharpdesk is een geïntegreerde softwareomgeving waarmee u eenvoudig document- en beeldbestanden beheert
en toepassingen kunt starten.
PC-FAX stuurprogramma*
Hiermee kunt u via het apparaat een fax versturen van uw computer naar een faxapparaat (als de faxoptie geïnstalleerd is).
1
On line handleiding
Deze handleiding in PDF-formaat kunt u bekijken met behulp van de Adobe Acrobat Reader. Als u de On line handleiding
"Gebruiksaanwijzing (voor printer en scanner)" op de CD_ROM wilt bekijken, definieert u het volgende pad. (Let op dat "R"
staat voor de letter van uw CD-ROM drive.)
R:\Manual\Dutch\AR_161_162_163.pdf
*1 Voor het gebruik van de PC-FAX stuurprogramma, moet Internet Explorer 4.0 of later op uw computer zijn geïnstalleerd.
Opmerking
De scanfunctie kan alleen worden gebruikt met Windows 98/Me/2000/XP computers die zijn verbonden met de
machine d.m.v. een USB kabel. Voor Windows 95/NT 4.0-gebruikers, of gebruikers van een parallelle verbinding,
is alleen de printerfunctie beschikbaar.
Software CD-ROM (2)
Deze CD-ROM bevat een afgeslankte versie van Internet Explorer 6.0 SP1. Voor de installatieprocedure, dubbelklikt
u op "Readme.txt" in de root-map van de "Software CD-ROM (2)" en bekijkt het README-bestand.
2
■ CD-ROM’s in de netwerkuitbreidingskit (AR-NB3)
De optionele netwerkuitbreidingskit bevat de volgende vier CD-ROM’s:
1. "Software CD-ROM (1)" meegeleverd
bij de netwerkuitbreidingskit
•
PCL5e en PCL6 stuurprogramma’s, en PS-stuurprogramma
•
Printer Status Monitor
•
Printer Administration Utility
•
NICManager
•
PC-FAX stuurprogramma
•
Macintosh PPD Bestand
3. "Sharpdesk" CD-ROM
•
Sharpdesk (Desktop Document
Management Software)
•
Network Scanner Tool
•
SHARP TWAIN AR/DM (TWAIN-stuurprogramma)
•
OmniPage Pro Trial (ScanSoft, inc.)
4. "Software CD-ROM (2)"
2. "Network Utilities" CD-ROM
Deze CD-ROM bevat hulpprogramma's
voor het gebruik van de machine als
netwerkprinter en On line handleiding.
• Internet Explorer 6.0 SP1
1. "Software CD-ROM (1)" meegeleverd bij de netwerkuitbreidingskit
Deze CD-ROM bevat een installatie-wizard voor het installeren van de volgende functies en On line handleidingen.
Zie voor de installatieprocedure van de software, pagina 20 van deze handleiding.
Printerstuurprogramma
Bevat de PCL5e en PCL6 printerstuurprogramma’s, en het PS-Printerstuurprogramma dat u nodig hebt voor het
gebruik van dit product.
Printer Status Monitor*
Wanneer u de printer in een netwerkomgeving gebruikt, biedt deze functie meldingen en displays waarmee u de
printerstatus kunt regelen.
Printer Administration Utility*
Wanneer u de printer in een netwerk omgeving gebruikt, kunt u met deze beheerfunctie printerinstellingen configureren en
de printer vanaf een computer regelen. (Deze functie is bestemd voor het gebruik door systeembeheerders.)
NICManager
Gebruik dit programma om het IP-adres te configureren en te controleren wanneer de machine is aangesloten
op een netwerk.
PC-FAX stuurprogramma*
Hiermee kunt u via het apparaat een fax versturen van uw computer naar een faxapparaat (als de faxoptie geïnstalleerd is).
Acrobat Reader 5.0
Dit programma kunt gebruiken om de On line handleidingen te openen.
Voor de installatie van Acrobat Reader, zie pagina 42 van deze handleiding.
On line handleidingen
Handleidingen in PDF-formaat kunt u bekijken met behulp van de Adobe Acrobat Reader. Als u de On line
handleidingen op de CD_ROM wilt bekijken, definieert u de volgende paden. (Let op dat "R" staat voor de letter
van uw CD-ROM drive.)
• Voor netwerkprinter: R:\Manual\Dutch\OnlineManual\AR_NB3_Prn.pdf
• Voor netwerkscanner. R:\Manual\Dutch\OnlineManual\AR_NB3_Scn.pdf
1
*
De machine moet zijn aangesloten op een netwerk om gebruik te kunnen maken van de Printer Status
Monitor en Printer Administration Utility.
*2Voor het gebruik van de PC-FAX stuurprogramma, moet Internet Explorer 4.0 of later op uw computer zijn geïnstalleerd.
1
1
2
2. "Network Utilities" CD-ROM
Deze CD-ROM bevat een On line handleiding en hulpprogramma's voor het gebruik van de machine als netwerkprinter.
Lees dit voor gebruik het Readme bestand:
Dit bestand bevat informatie over de inhoud van de "Network Utilities" CD-ROM, het gebruik van de
hulpprogramma's, hoe u de On line handleiding kunt bekijken en beperkingen.
Printer Server Card Snelle installatie:
Dit is een wizard-hulpprogramma voor Windows 95, Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0, Windows
2000, Windows XP en Windows Server 2003 waarmee u eenvoudig de printserver kunt configureren.
Printer Server Card Standaard installatie:
Hiermee installeert en opent u de "NICManager", waarmee u de geavanceerde serverinstellingen kunt beheren en configureren.
On line handleiding:
Deze handleiding in PDF formaat licht toe hoe u de "Network Utilities" CD-ROM moet gebruiken
3
3. "Sharpdesk" CD-ROM
Sharpdesk is een geïntegreerde softwareomgeving waarmee u eenvoudig document- en beeldbestanden
beheert en toepassingen kunt starten.
Zie, voor informatie over de "Sharpdesk" CD-ROM en de installatie van Sharpdesk, de "Sharpdesk
installatiehandleiding" die bij de netwerkuitbreidingskit meegeleverd wordt.
Sharpdesk (Desktop Document Management Software)
Sharpdesk wordt gebruikt voor het beheer van afbeeldingen die van deze machine gescand worden en voor het
beheer van bestanden in verschillende software programma’s.
Network Scanner Tool
Dit hulpprogramma helpt u Scannen naar Desktop te gebruiken. Met het hulpprogramma kunt u instellingen
configureren waarmee u gescande afbeeldingen kunt verzenden van de machine naar uw computer. U kunt
Sharpdesk automatisch laten opstarten, wanneer uw computer een gescande afbeelding van de machine ontvangt.
SHARP TWAIN AR/DM
Dit wordt gebruikt om zwart-wit beelden te verkrijgen van een TWAIN-interface in TWAIN-compatibele
software-toepassingen.
OmniPage Pro Trial (ScanSoft, inc.)
Dit wordt gebruikt om op papier afgedrukte tekst te scannen en de beeldgegevens te converteren naar
tekstgegevens door middel van OCR (Optische Letterherkenning).
4. "Software CD-ROM (2)"
Deze CD-ROM bevat een afgeslankte versie van Internet Explorer 6.0 SP1 Voor de installatieprocedure,
dubbelklikt u op "Readme.txt" in de root-map van de "Software CD-ROM (2)" en bekijkt het README-bestand.
De machine gebruiken in een Macintosh-omgeving
U kunt de machine gebruiken als een printer voor Macintosh, mits de PS3-uitbreidingskit (AR-PK1/N) geïnstalleerd is.
Installeer het benodigde PPD bestand om de machine als printer te gebruiken van de "Software CD-ROM (1)" die bij de
machine en de optionele netwerkuitbreidingskit (AR-NB3) meegeleverd wordt.
1. "Software CD-ROM (1)" meegeleverd bij de netwerkuitbreidingskit
Deze CD-ROM bevat de benodigde software om de machine in een Macintosh-omgeving en de On line handleidingen
"Gebruiksaanwijzing (voor netwerkprinter)" en de "Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)".
deze gebruiksaanwijzing voor de installatieprocedure van de software.
Als u de online handleidingen op de CD-ROM wilt bekijken, dubbelklikt u op de CD-ROM-icoon en daarna
dubbelklikt u in onderstaande volgorde:
• Voor netwerkscanner: map [AR-NB3 Scanner Manual] – map [
PPD-bestand
Dit bestand bevat printerinformatie die nodig is voor het printen.
Acrobat Reader 4.05
Dit programma kunt gebruiken om de On line handleidingen te openen.
Voor de installatie van Acrobat Reader, zie pagina 42 van deze handleiding.
Opmerking
Het PPD-bestand op de "Software CD-ROM (1)" die meegeleverd wordt bij de netwerkuitbreidingskit kan niet
worden gebruikt, in het geval dat de machine met een USB of parallelkabel aangesloten is op uw computer.
Dutch
] – icoon [Scanner Manual]
Zie pagina 32 van
2. "Network Utilities" CD-ROM
Deze CD-ROM bevat hulpprogramma's voor het gebruik van de machine als printer in een Macintosh-omgeving.
PSC Setup Utility
Dit is een hulpprogramma waarmee u de netwerkinstellingen van de machine vanaf een Macintosh kunt configureren.
On line handleiding
Deze handleiding in PDF formaat licht toe hoe u de "Network Utilities" CD-ROM moet gebruiken.
● OVER DE CD-ROM’S ....................................................................................................................................... 2
1
VOOR DE INSTALLATIE........................................................................................................................... 7
● HARDWARE EN SOFTWARE EISEN .............................................................................................................. 7
● INSTALLATIEOMGEVING EN GESCHIKTE SOFTWARE .............................................................................. 7
● DE MACHINE GEBRUIKEN ALS GEDEELDE PRINTER VIA EEN SERVER ............................................... 16
INSTALLATIE VAN DE BUTTON MANAGER ........................................................................................ 18
● WINDOWS XP ................................................................................................................................................ 18
● WINDOWS 98/ME/2000 ................................................................................................................................. 19
2
INSTALLATIE VOOR EEN NETWERKVERBINDING ............................................................................ 20
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
SOFTWARE INSTALLEREN (VOOR OPTIES)
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
HARDWARE EN SOFTWARE EISEN..................................................................................................... 21
STEL HET IP-ADRES VAN DE MACHINE IN ......................................................................................... 21
HET PPD BESTAND INSTALLEREN .....................................................................................................32
● INSTALLATIE IN MAC OS X .......................................................................................................................... 32
● INSTALLATIE IN MAC OS 8.6 TO 9.2.2......................................................................................................... 34
● DE SCHERMLETTERTYPEN INSTALLEREN (MAC OS 8.6 - 9.2.2) ............................................................ 34
● MAC OS X V10.2 TOT 10.4 ............................................................................................................................ 35
● MAC OS X v10.1.5.......................................................................................................................................... 37
● MAC OS 8.6 TO 9.2.2 ..................................................................................................................................... 38
Zie, voor de installatie van de software "HARDWARE EN SOFTWARE EISEN" op pagina 43 zodat u zeker weet dat
uw computer aan de hardware- en software-eisen voldoet.
INSTALLATIEOMGEVING EN GESCHIKTE SOFTWARE
De software die kan worden geïnstalleerd verschilt afhankelijk van de versie van uw besturingssysteem en het soort verbinding met de machine.
MFP stuurprogramma
PrinterstuurprogrammaScannerstuurprogramma
Windows 98/Me/2000/XP
USB 2.0 verbinding*
Windows 95/98/Me/NT
4.0/2000/XP Parallelle verbinding
*1
Windows 98/Me ondersteunt geen USB 2.0. Een USB 2.0 verbinding kan worden gebruikt onder Windows 98/Me, maar de snelheid is hetzelfde als USB 1.1. De
afdruksnelheid gebaseerd op de USB 2.0 specificaties kan alleen worden bereikt, als uw computer onder Windows 2000/XP draait, u een kabel gebruikt die USB 2.0
ondersteunt en deze kabel met een USB 2.0 poort op uw computer verbonden is. Als u verbinding maakt via een hub, moet de hub USB 2.0 ondersteunen.
USB 2.0 (Hoge snelheid) kan worden gebruikt, wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd.
*2
Wanneer het apparaat via de parallelle poort is aangesloten, kan het Printstatusvenster alleen worden gebruikt wanneer de parallelle poort op ECP modus is ingesteld.
*3
De installatie van het printerstuurprogramma hangt af van het type verbinding tussen de machine en uw computer.
*4
Sharpdesk kan geïnstalleerd worden, wanneer een parallelle kabel wordt gebruikt, de scanner van het apparaat kan echter niet worden gebruikt. Windows 95/98FE en
Windows NT 4.0 worden niet ondersteund.
*5
Deze kan alleen gebruikt worden wanneer de faxoptie is geïnstalleerd. Daarnaast moet Internet Explorer 4.0 of later op uw computer geïnstalleerd zijn.
1
Beschikbaar*
2,3
BeschikbaarBeschikbaarBeschikbaar
Niet beschikbaar
Button
Manager
Niet
beschikbaar
Sharpdesk
Beschikbaar*
PC-FAX
stuurprogramma
Beschikbaar*
4
Niet
beschikbaar
5
SOFTWARE INSTALLEREN
•
Opmerkingen
INSTALLATIE DOOR MIDDEL VAN DE INSTALLER
De geïnstalleerde software en de stappen voor de installatie hangen af van uw Windows-versie en het type verbinding naar
uw computer. Bekijk de volgende tabel voor de correcte procedure voor uw omgeving.
Soort verbinding
USB-kabelverbinding* (standaard installatie)
USB-kabelverbinding* (aangepaste installatie)
Parallelle kabelverbinding* (aangepaste installatie)INSTALLATIEMETHODE 4 (pagina's 14 tot 15)
*
Windows 95 en Windows NT 4.0 worden niet ondersteund.
De scannerfunctie werkt alleen wanneer u een USB kabel gebruikt.
•
Volg de instructies op het scherm om het probleem op te lossen als er een foutmelding verschijnt. Nadat u het probleem
hebt opgelost, kan de installatieprocedure worden voortgezet. Afhankelijk van het probleem, moet u misschien de
installatie te verlaten. Klik in zo'n geval op de [Annuleren] knop om de installer te verlaten en installeer de software opnieuw
vanaf het begin nadat u het probleem hebt opgelost.
•
Wanneer u Sharpdesk installeert, terwijl Internet Explorer 5.5 of later niet is geïnstalleerd op uw computer, zie de Internet
Explorer installatieprocedure in het README-bestand (Readme.txt) in de root-map van de "Software CD-ROM (2)".
Als u alleen Sharpdesk installeert na de installatie van Internet Explorer (bijvoorbeeld, wanneer de andere onderdelen al
geïnstalleerd zijn), voer dan een aangepaste installatie uit (volg stap 2 tot en met 7 in "INSTALLATIEMETHODE 2" en
installeer daarna alleen Sharpdesk in stap 11 en 12).
Windows-versie
Windows XP
INSTALLATIEMETHODE 1
INSTALLATIEMETHODE 2
(pagina's 10 tot 11)
Windows
2000/98/Me
(pagina's
INSTALLATIEMETHODE 3
(pagina's 12 tot 13)
8 tot 9)
Windows 95/NT 4.0
7
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
INSTALLATIEMETHODE 1
Gebruik deze procedure om de software te installeren in de onderstaande:
1. De printer is verbonden via een USB-kabel.
2. Windows versie: Windows 98/Windows Me/Windows 2000*/Windows XP*
De onderstaande procedure gebruikt Windows XP als voorbeeld. Volg dezelfde stappen om de software in andere
besturingssystemen te installeren.
Opmerking
* U hebt beheerderrechten nodig om deze software te kunnen installeren.
Standaard installatie (alleen wanneer u een USB kabel gebruikt)
Hieronder volgt een uitleg van de procedure voor de standaard installatie van de software.
De standaard installatie wordt gewoonlijk gebruikt, wanneer de machine is aangesloten via een USB kabel en u alle
software-onderdelen wilt installeren.
Opmerking
Zorg ervoor dat de USB-kabel niet met
1
de machine is verbonden.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and
Play scherm verschijnen. Wanneer dit wel zo is,
klikt u op de [Annuleren] toets om het scherm te
sluiten en verwijdert de kabel.
Opmerking
Plaats de "Software CD-ROM (1)" die
2
bij de machine is meegeleverd in de
CD-ROM-drive van uw computer.
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
3
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
Dubbelklik in Windows 98/Me/2000 op [Deze
computer] en dubbelklik vervolgens op het
[CD-ROM] icoon.
Wanneer de machine gebruikt wordt als gedeelde printer via een server of deze verbonden is via een parallelle
kabel en u alleen bepaalde onderdelen wilt installeren, selecteert u "Aangepaste installatie". (pagina's 10 tot 17)
Lees de melding in het scherm
6
"Welkom" en klik vervolgens op de
toets [Volgende].
Klik op de knop [Standaard].
7
De kabel kan worden aangesloten in stap 9.
Zodra de melding "Het geïntegreerde
installatieprogramma bereidt..." `verschijnt ,
worden de software-onderdelen hieronder
automatisch geïnstalleerd. Volg de instructies op
het scherm.
• MFP stuurprogramma
• Button manager
• Sharpdesk
Dubbelklik op het [Setup] () icoon.
4
Opmerking
Het scherm "LICENTIEOVEREENKOMST"
5
Selecteer de gewenste taal en klik op de
toets [Volgende] zodra het
taalselectiescherm verschijnt, nadat u op
het [Setup] icoon hebt geklikt. (Normaal
gesproken wordt de correcte taal
automatisch geselecteerd.)
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ja] knop.
8
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
Klik op de knop [Sluiten] wanneer het
8
scherm "Einde" verschijnt.
Wanneer "Sluit nu de MFP interfacekabel aan op
de PC" verschijnt, klikt u op de [OK] toets.
Let op
Opmerking
Sluit de machine aan op uw computer
9
Wanneer u Windows 2000/XP gebruikt
Klik op de knop [Toch doorgaan] of [Ja] als er
een melding verschijnt met betrekking tot de
Windows logo test of digitale handtekening.
Na de installatie kan er een melding
verschijnen waarin u wordt gevraagd uw
computer opnieuw op te starten. Klik op [Ja]
om de computer opnieuw op te starten,
wanneer deze melding verschijnt.
met de USB-kabel. (Pagina 44)
Zorg dat het apparaat aanstaat. De machine
wordt herkend en een plug and play scherm
verschijnt. Volg de instructies op het scherm.
Let op
• Sluit het onderstaande scherm wanneer
deze verschijnt.
1
Er verschijnt vervolgens een scherm m.b.t. de "HOGE
SNELHEID USB apparaat". Sluit het scherm.
Deze melding verschijnt wanneer de USB 2.0-modus
van de machine niet is ingesteld op "HOGE
SNELHEID". Zie, voor informatie over het
omschakelen van de USB 2.0-modus, het "Handboek
voor de hoofoperator".
• Wanneer u Windows 2000/XP gebruikt
Klik op de knop [Toch doorgaan] of [Ja] als er
een melding verschijnt met betrekking tot de
Windows logo test of digitale handtekening.
Opmerking
Hiermee is de installatie voltooid.
•
Zie, na de installatie van de MFP stuurprogramma
"PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN
(Windows-omgeving)" (pagina 42) om de
printerstuurprogramma-instellingen te configureren.
•
Zie, na de installatie van Button Manager, "INSTALLATIE
VAN DE BUTTON MANAGER" (pagina 18) om Button
Manager in te stellen.
Als het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd",
zal het "AR-XXXX (EB)" printerstuurprogramma en
scannerstuurprogramma worden geïnstalleerd.
9
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
INSTALLATIEMETHODE 2
Gebruik deze procedure om de software te installeren in de onderstaande:
1. De printer is verbonden via een USB of parallelle kabel.
2. Windows versie: Windows XP
Opmerking
U heeft beheerdersrechten nodig om deze software te kunnen installeren.
Aangepaste installatie
Installatiemethoden 2 t/m 4 zijn voor aangepaste installatie van de software. Wanneer de machine gebruikt wordt als
een gedeelde printer via een server of verbonden is via een parallelle kabel en u alleen de noodzakelijke
softeware-onderdelen wilt installeren, selecteert u "Aangepaste installatie".
Zorg ervoor dat de USB- of parallelle
1
kabel niet met de machine en uw
computer is verbonden.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and
Play scherm verschijnen. Wanneer dit wel zo is,
klikt u op de [Annuleren] toets om het scherm te
sluiten en verwijdert de kabel.
Opmerking
Plaats de "Software CD-ROM (1)" die
2
bij de machine is meegeleverd in de
CD-ROM-drive van uw computer.
De kabel kan worden aangesloten in stap 14.
Klik op de knop [Aangepast].
7
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
3
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
Dubbelklik op het [Setup] () icoon.
4
Opmerking
Het scherm "LICENTIEOVEREENKOMST"
5
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ja] knop.
Lees de melding in het scherm
6
"Welkom" en klik vervolgens op de
toets [Volgende].
Selecteer de gewenste taal en klik op de toets
[Volgende] zodra het taalselectiescherm
verschijnt, nadat u op het [Setup] icoon hebt
geklikt. (Normaal gesproken wordt de correcte
taal automatisch geselecteerd.)
Als u de MFP stuurprogramma
8
wilt installeren, klikt u op de [MFP
stuurprogramma(Printer/Scanner)] knop.
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
10
Klik op de knop [Volgende].
9
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
De bestanden die zijn vereist voor de
10
installatie van het MFP stuurprogramma
worden gekopieerd (als u het "MFP
stuurprogramma" in stap 8 hebt geselecteerd).
Volg de instructies op het scherm.
Selecteer [Aangesloten op deze computer] en
klik op de knop [Volgende] wanneer u wordt
gevraagd hoe de printer is aangesloten.
SHARP
Let op
Klik op [OK], wanneer de melding "De installatie van
de SHARP Host Software is voltooid." verschijnt.
Klik op de [Hulpprogramma] knop in stap 8,
11
Klik op de knop [Toch doorgaan] als er een melding
verschijnt met betrekking tot de Windows-logotest,
terwijl de MFP stuurprogrammabestanden worden
gekopieerd (deze melding kan diverse keren
verschijnen).
als u Button Manager of Sharpdesk of de
PC-FAX stuurprogramma wilt installeren.
Sluit de machine aan op uw computer
14
met de interfacekabel. (Pagina 44)
•
Zorg ervoor dat de machine aanstaat en verbind
vervolgens de kabel als u een USB kabel gebruikt.
•
Schakel zowel de machine als de computer uit en
verbind vervolgens de kabel als u een parallelle
kabel gebruikt. Zet daarna eerst de machine en
vervolgens uw computer aan. De machine wordt
herkend en een plug and play scherm verschijnt. Ga
naar stap 16 als u een parallelle kabel gebruikt.
Let op
De installatie van het scannerstuurprogramma
15
Sluit het onderstaande scherm
wanneer deze verschijnt.
•
Er verschijnt vervolgens een scherm m.b.t. de "HOGE
SNELHEID USB apparaat". Sluit het scherm.
•
Deze melding verschijnt wanneer de USB 2.0-modus
van de machine niet is ingesteld op "HOGE
SNELHEID". Zie, voor informatie over het omschakelen
van de USB 2.0-modus, het "Handboek voor de
hoofoperator".
wordt gestart. (alleen wanneer u een USB kabel
gebruikt).
"SHARP AR-XXXX" verschijnt in het dialoogvenster
"Wizard Nieuwe Hardware Gevonden". Selecteer
[Software automatisch installeren (Aanbevolen)] en
klik op de knop [Volgende].
Let op
Klik op de knop [Toch doorgaan] als er een
melding verschijnt met betrekking tot de
Windows-logotest.
1
Klik op de knop [Button Manager] ,
12
[Sharpdesk] of [PC-FAX stuurprogramma] .
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
Volg de instructies op het scherm.
•
Opmerkingen
Klik op de knop [Sluiten].
13
Opmerking
Als u een parallelkabel gebruikt, selecteer dan
niet "Button Manager" of "PC-FAX
stuurprogramma". Deze functies worden niet
ondersteund, wanneer er een parallelkabel
gebruikt wordt.
•
Wanneer er een melding verschijnt die u
vraagt de USB-kabel aan te sluiten, klikt u
op de [OK] toets. Zie, voor de software die
geïnstalleerd kan worden
"INSTALLATIEOMGEVING EN GESCHIKTE
SOFTWARE" (pagina 7).
Na de installatie kan er een melding
verschijnen waarin u wordt gevraagd uw
computer opnieuw op te starten. Klik in dit
geval op de [Ja] toets om uw computer
opnieuw op te starten.
De installatie van de
16
printerstuurprogramma wordt gestart.
"SHARP AR-XXXX" verschijnt in het dialoogvenster
"Wizard Nieuwe Hardware Gevonden". Selecteer
[Software automatisch installeren (Aanbevolen)] en
klik op de knop [Volgende].
Let op
Opmerking
Hiermee is de installatie voltooid.
•
Zie, na de installatie van de MFP stuurprogramma
"PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN
(Windows-omgeving)" (pagina 42) om de stuurprogramma-instellingen
van de printer te configureren.
•
Zie, na de installatie van Button Manager, "INSTALLATIE VAN DE
BUTTON MANAGER" (pagina 18) om Button Manager in te stellen.
•
Als u de PC-FAX stuurprogramma geïnstalleerd hebt, zie "PC-FAX
VERZENDING GEBRUIKEN (wanneer de faxoptie in de
Windows-omgeving is geïnstalleerd)" (pagina 45).
Klik op de knop [Toch doorgaan] als er een melding
verschijnt met betrekking tot de Windows-logotest.
Als het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd",
zal het "AR-XXXX (EB)" printerstuurprogramma en
scannerstuurprogramma worden geïnstalleerd.
11
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
INSTALLATIEMETHODE 3
Gebruik deze procedure om de software te installeren in de onderstaande:
1. De printer is verbonden via een USB-kabel.
2. Windows versie: Windows 98/Windows Me/Windows 2000*
Opmerking
Zorg ervoor dat de USB-kabel niet met
1
* U hebt beheerderrechten nodig om deze software te kunnen installeren.
de machine is verbonden.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and
Play scherm verschijnen. Wanneer dit wel zo is,
klikt u op de [Annuleren] toets om het scherm te
sluiten en verwijdert de kabel.
Opmerking
Plaats de "Software CD-ROM (1)" die
2
De kabel kan worden aangesloten in stap 11.
bij de machine is meegeleverd in de
CD-ROM-drive van uw computer.
Dubbelklik op [Deze computer] en
3
dubbelklik vervolgens op het
[CD-ROM] icoon.
Volg de stappen 4 tot en met 7 van
4
"INSTALLATIEMETHODE 2"
Als u de MFP stuurprogramma
5
wilt installeren, klikt u op de [MFP
stuurprogramma(Printer/ Scanner)] knop.
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
De bestanden die zijn vereist voor de
7
installatie van het MFP stuurprogramma
worden gekopieerd (als u het "MFP
stuurprogramma" in stap 5 hebt
geselecteerd).
Volg de instructies op het scherm.
Selecteer [Aangesloten op deze computer] en
klik op de knop [Volgende] wanneer u wordt
gevraagd hoe de printer is aangesloten.
SHARP
Wanneer het selectiescherm voor de interface
verschijnt, selecteert u [USB].
SHARP
Klik op de knop [Volgende].
6
12
Let op
Klik op [OK] wanneer de melding "De installatie van
het MFP stuurprogramma is voltooid." verschijnt.
Wanneer u Windows 2000 gebruikt
Klik op de knop [Toch doorgaan], als u
Windows 2000 gebruikt en er een melding
verschijnt met betrekking tot de digitale
handtekening tijdens het kopiëren van de
bestanden van het printerstuurprogramma
(deze melding kan diverse keren verschijnen).
Klik op de [Hulpprogramma] knop in
8
stap 5, als u Button Manager of
Sharpdesk of de PC-FAX
stuurprogramma wilt installeren.
Als u geen van de softwareonderdelen hierboven
wilt installeren, ga dan naar stap 10.
Klik op de knop [Button Manager] ,
9
[Sharpdesk] of [PC-FAX stuurprogramma] .
• Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
• Volg de instructies op het scherm.
Klik op de knop [Sluiten].
10
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
1
Opmerking
Sluit de machine aan op uw computer
11
Na de installatie kan er een melding
verschijnen waarin u wordt gevraagd uw
computer opnieuw op te starten. Klik in dit
geval op de [Ja] toets om uw computer
opnieuw op te starten.
met de USB-kabel. (Pagina 44)
Zorg dat het apparaat aanstaat. De machine
wordt herkend en een plug and play scherm
verschijnt. Volg de instructies op het scherm.
Let op
Opmerking
Hiermee is de installatie voltooid.
•
Zie, na de installatie van de MFP stuurprogramma
"PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN
(Windows-omgeving)" (pagina 42) om de
stuurprogramma-instellingen van de printer te
configureren.
•
Zie, na de installatie van Button Manager,
"INSTALLATIE VAN DE BUTTON MANAGER" (pagina
18) om Button Manager in te stellen.
•
Als u de PC-FAX stuurprogramma geïnstalleerd hebt, zie "PC-FAX
VERZENDING GEBRUIKEN (wanneer de faxoptie in de
Windows-omgeving is geïnstalleerd)" (pagina 45).
Wanneer u Windows 2000 gebruikt
Klik op de knop [Ja], als er een melding
verschijnt met betrekking tot de digitale
handtekening.
Als het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd",
zal het "AR-XXXX (EB)" printerstuurprogramma en
scannerstuurprogramma worden geïnstalleerd.
13
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
INSTALLATIEMETHODE 4
Gebruik deze procedure om de software te installeren in de onderstaande:
1.De printer is verbonden via een parallelle kabel.
2.Windows versie: Windows 95/Windows 98/Windows Me/Windows NT 4.0*/Windows 2000*
Opmerking
Let erop, voordat u verder gaat, dat de
1
parallelle kabel niet is verbonden met
de machine of de computer.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and
Play scherm verschijnen. Wanneer dit wel zo is,
klikt u op de [Annuleren] toets om het scherm te
sluiten en verwijdert de kabel.
Opmerking
Plaats de "Software CD-ROM (1)" die
2
bij de machine is meegeleverd in de
CD-ROM-drive van uw computer.
Dubbelklik op [Deze computer] en
3
dubbelklik vervolgens op het
[CD-ROM] icoon.
* U hebt beheerderrechten nodig om deze software te kunnen installeren.
De kabel kan worden aangesloten in stap 17.
De installatie van het MFP
7
stuurprogramma begint (als u "MFP
stuurprogramma" in stap 5 hebt
geselecteerd).
Volg de instructies op het scherm. Indien u
Windows 95/NT 4.0 gebruikt, gaat u naar stap 10.
Selecteer [Aangesloten op deze
8
computer] en klik op de knop
[Volgende] wanneer u wordt gevraagd
hoe de printer is aangesloten.
SHARP
Volg de stappen 4 tot en met 7 van
4
"INSTALLATIEMETHODE 2"
Als u de MFP stuurprogramma
5
wilt installeren, klikt u op de [MFP
stuurprogramma(Printer/ Scanner)] knop.
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
Selecteer [Parallel] en klik op [Volgende],
9
wanneer het selectiescherm voor de
interface verschijnt.
SHARP
Klik op de knop [Volgende].
6
14
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
Selecteer de printerpoort en klik op de
10
knop [Volgende].
Selecteer [LPT1] voor de printerpoort.
SHARP
Opmerking
Selecteer het geschikte
11
Wanneer [LPT1] niet verschijnt wordt deze
poort door een andere printer of randapparaat
gebruikt. Ga in zo'n geval door met de
installatie en wijzig de instelling van de poort
na beëindiging van de installatie, zodat de
machine [LPT1] kan gebruiken. Deze
procedure wordt beschreven in "Een andere
printer gebruikt de parallelle poort (bij gebruik
van een parallelle kabel)" (pagina 41).
printerstuurprogramma afhankelijk van de
installatie van het tweevoudige functieboard
en klik op de knop [Volgende] wanneer u
wordt gevraagd om het te installeren
printerstuurprogramma te selecteren.
Wanneer het tweevoudige functieboard niet is
geïnstalleerd, selecteer dan [Voor standaardmodel].
Let op
Selecteer de modelnaam van uw machine
12
Wanneer het tweevoudige functieboard niet is
geïnstalleerd en u het printerstuurprogramma
voor het tweevoudige functieboard selecteert,
is printen niet mogelijk.
en klik op de toets [Volgende] wanneer het
modelselectiescherm verschijnt.
Klik op de knop [Sharpdesk].
16
• Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
• Volg de instructies op het scherm.
Opmerkingen
Klik op de knop [Sluiten] wanneer het
17
• In Windows 95/NT 4.0 verschijnen de
knop [Button Manager] en [PC-FAX
stuurprogramma] niet.
• In Windows 98/Me/2000 moet u de knop
[Button Manager] of [PC-FAX
stuurprogramma] niet selecteren (Button
Manager en de PC-FAX stuurprogramma
worden niet ondersteund wanneer u een
parallelkabel gebruikt).
scherm "Einde" verschijnt.
Wanneer "Sluit nu de MFP interfacekabel aan op
de PC" verschijnt, klikt u op de [OK] toets.
Opmerking
Schakel de machine en de computer
18
Na de installatie kan er een melding
verschijnen waarin u wordt gevraagd uw
computer opnieuw op te starten. Klik in dit
geval op de [Ja] toets om uw computer
opnieuw op te starten.
uit, en verbindt de machine via de
parallelle kabel met de computer.
(Pagina 44)
Nadat u de machine met uw computer hebt
verbonden, zet u eerst de machine en vervolgens
uw computer aan.
Hiermee is de installatie voltooid.
Zie, na de installatie van het MFP stuurprogramma
"PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN
(Windows-omgeving)" (pagina 42) om de
stuurprogramma-instellingen van de printer te
configureren.
1
Klik op de knop [Ja].
13
Klik op [OK] wanneer de melding "De
14
installatie van het MFP stuurprogramma
is voltooid." verschijnt.
Klik op de [Hulpprogramma] knop in
15
stap 5, als u Sharpdesk wilt installeren.
Ga naar stap 18, wanneer u Sharpdesk niet wilt
installeren.
Opmerking
In Windows 95/NT 4.0, verschijnt de
[Hulpprogramma] toets niet.
15
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
DE MACHINE GEBRUIKEN ALS GEDEELDE PRINTER
VIA EEN SERVER
U kunt de machine gebruiken als gedeelde printer in een Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000/XP netwerkomgeving. Let
er op dat de Windows networkomgeving vooraf moet zijn gerealiseerd.
Volg de onderstaande stappen om het printerstuurprogramma in de clientmachine te installeren.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de server- en printernaam van de machine binnen het netwerk.
Opmerking
Plaats de "Software CD-ROM (1)" die
1
bij de machine is meegeleverd in de
CD-ROM-drive van uw computer.
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
2
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
eerst op [Deze computer] en dubbelklikt u
vervolgens op de [CD-ROM] icoon.
Volg de stappen 4 tot en met 7 van
3
"INSTALLATIEMETHODE 2"
Klik op de knop
4
[MFP stuurprogramma(Printer/Scanner)].
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
Raadpleeg de "Gebruiksaanwijzing (voor printer en scanner)" voor de configuratieprocedure van de
printerserverinstellingen.
De hier beschreven "printerserver" is een computer verbonden aan de machine en waarbij andere computers
ofwel "clients" zijn aangesloten op hetzelfde netwerk als de printerserver.
De bestanden die zijn vereist voor de
6
installatie van het MFP stuurprogramma
worden gekopieerd (als u het "MFP
stuurprogramma" in stap 4 hebt
geselecteerd).
Volg de instructies op het scherm.
Selecteer [Via het netwerk aangesloten] en
klik op de knop [Volgende] wanneer u wordt
gevraagd hoe de printer is aangesloten.
SHARP
Klik op de knop [Volgende].
5
Klik op de knop [Netwerkpoort
7
toevoegen] wanneer u wordt gevraagd
om de printerpoort te selecteren die
moet worden gebruikt.
SHARP
16
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
Selecteer de netwerkprinter die wordt
8
gedeeld en klik op de knop [OK].
SHARP AR-XXXX
1
Opmerking
Controleer de gedeelde netwerkprinter
9
en klik op de knop [Volgende] in het
scherm printerpoort selectie.
Selecteer de modelnaam van uw machine
10
en klik op de toets [Volgende] wanneer het
modelselectiescherm verschijnt.
Volg de instructies op het scherm.
Let op
Klik op de knop [Sluiten].
11
Hiermee is de installatie voltooid.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
server- en printernaam van de machine
binnen het netwerk.
Wanneer u Windows 2000/XP gebruikt.
Klik op de knop [Toch doorgaan] of [Ja] als er
een melding verschijnt met betrekking tot de
Windows logo test of digitale handtekening.
17
INSTALLATIE VAN DE BUTTON MANAGER
Button Manager is een software-programma dat, samen met het scannerstuurprogramma, scannen vanaf de
machine mogelijk maakt.
Als u het bedieningspaneel van de machine wilt gebruiken om te scannen, moet Button Manager zijn verbonden met
de bestemming die in de display verschijnt. Volg de onderstaande stappen om Button Manager te verbinden met
scangebeurtenissen van de machine.
Opmerking
Wanneer computers met beide USB-poorten van de machine verbonden zijn, zijn aparte Button Manager-instellingen
noodzakelijk voor USB-1 en USB-2 (wanneer het tweevoudig functieboard is geïnstalleerd).
WINDOWS XP
Klik op [Start], op [Configuratiescherm],
1
op [Printers en Andere Hardware] en klik
vervolgens op [Scanners en Camera’s].
Klik op de [SHARP AR-XXXX] icoon en
2
selecteer [Eigenschappen] uit het
menu [Bestand].
In het "Eigenschappen" scherm klikt u
3
op de [Gebeurtenissen] tab.
Selecteer [SC1:] uit het rolmenu
4
"Selecteer een gebeurtenis".
Eigenschappen voor SHARP AR-XXXX
Selecteer [Uitvoeren] en selecteer
5
vervolgens [Sharp Button Manager G]
uit het rolmenu.
Eigenschappen voor SHARP AR-XXXX
E
Klik op de [Toepassen] toets.
6
E
Herhaal stap 4 tot en met 6 om Button
7
Manager te koppelen aan [SC2:] tot en
met [SC6:].
•
Selecteer [SC2:] uit het rolmenu "Selecteer een
gebeurtenis". Selecteer [Uitvoeren], selecteer
[Sharp Button Manager G] uit het rolmenu en klik
vervolgens op de [Toepassen] toets. Ga op dezelfde
manier te werk voor elk ScanMenu tot [SC6:].
•
Wanneer de instellingen voltooid zijn, klikt u op de
[OK] toets om dit scherm te sluiten.
Button Manager is nu gekoppeld aan de
scanbestemmingen van de machine SC1 tot SC6.
• U kunt de scaninstellingen voor elke
scanbestemming SC1 tot SC6 wijzigen via het
instelscherm van Button Manager.
•
Voor de standaardinstellingen voor de bestemmingen
SC1 tot SC6 en de configuratieprocedures van Button
Manager instellingen, zie "SCANNEN VIA DE
TOETSEN OP HET APPARAAT" en "BUTTON
MANAGER INSTELLINGEN" in "Gebruiksaanwijzing
(voor printer en scanner)" op de "Software CD-ROM
(1)" die bij de machine meegeleverd wordt.
18
DE BIJ DE MACHINE MEEGELEVERDE SOFTWARE INSTALLEREN
WINDOWS 98/ME/2000
Klik op de [Start] toets, selecteer
1
[Instellingen] en klik vervolgens op
[Configuratiescherm].
Dubbelklik op de [Scanners en
2
camera's] icoon.
Opmerking
Selecteer [SHARP AR-XXXX] en klik
3
op de [Eigenschappen] toets.
Klik in Windows Me met de rechtermuisknop op
[SHARP AR-XXXX] en vervolgens op
[Eigenschappen] in het menu dat verschijnt.
In het "Eigenschappen" scherm klikt u
4
op de [Gebeurtenissen] tab.
Selecteer [SC1:] uit het rolmenu
5
"Scannergebeurtenissen".
Klik op [Alle opties van het Configuratiescherm
weergeven] als de icoon [Scanners en
camera's] niet verschijnt in Windows Me.
Selecteer [Sharp Button Manager G] in
6
"Naar deze toepassing doorsturen".
Opmerking
Klik op de [Toepassen] toets.
7
Indien er andere toepassingen worden
getoond, deselecteert u de checkboxes voor
de andere toepassingen en laat u alleen de
Button Manager checkbox geselecteerd.
1
Herhaal stap 5 tot en met 7 om Button
8
Manager te koppelen aan [SC2:] tot en
met [SC6:].
• Selecteer [SC2:] uit het rolmenu
"Scannergebeurtenissen". Selecteer [Sharp
Button Manager G] in "Naar deze toepassing
doorsturen" en klik op de [Toepassen] toets.
Ga op dezelfde manier te werk voor elke
scanbestemming tot [SC6:].
• Wanneer de instellingen voltooid zijn, klikt u op
de [OK] toets om dit scherm te sluiten.
Opmerking
Button Manager is nu gekoppeld aan de
scanbestemmingen van de machine SC1 tot SC6.
• U kunt de scaninstellingen voor elke
scanbestemming SC1 tot SC6 wijzigen via het
instelscherm van Button Manager.
• Voor de standaardinstellingen voor de
bestemmingen SC1 tot SC6 en de
configuratieprocedures van Button Manager
instellingen, zie "
HET APPARAAT
INSTELLINGEN
en scanner)" op de "Software CD-ROM (1)" die bij
de machine meegeleverd wordt.
In Windows 2000 start u uw computer opnieuw.
SCANNEN VIA DE TOETSEN OP
" en "
BUTTON MANAGER
" in "Gebruiksaanwijzing (voor printer
19
SOFTWARE INSTALLEREN
2
(VOOR OPTIES)
INSTALLATIE VOOR EEN NETWERKVERBINDING
De installatieprocedures van software wanneer de machine gebruikt wordt als een netwerkprinter met de optionele
netwerkuitbreidingskit (AR-NB3) wordt in dit hoofdstuk beschreven. Bekijk de volgende tabel voor de te volgen
installatieprocedure afhankelijk of u een Windows-omgeving (TCP/IP-netwerk) of Macintosh-omgeving gebruikt.
BesturingssysteemTe volgen procedure
Windows(1) STEL HET IP-ADRES VAN DE MACHINE IN (pagina 21)
(2) SOFTWARE INSTALLEREN (pagina 24)
Macintosh(1) HET PPD BESTAND INSTALLEREN (pagina 32)
Er zijn verschillende typen netwerkomgevingen. De meest voorkomende netwerkomgevingen zijn:
• Windows netwerkomgeving
• NetWare netwerkomgeving
• UNIX netwerkomgeving
• Macintosh netwerkomgeving
Deze handeling beschrijft de peer-to-peer en server-client netwerkverbindingen binnen een Windows omgeving.
Raadpleeg de On line handleiding ("Gebruikershandleiding Print Server Card") op de "Network Utilities" CD-ROM,
indien u de machine in een andere netwerkomgeving gebruikt.
Voorbeelden van netwerkverbindingen
Peer-to-peerServer-client
Computer draait
op Windows
Computer draait
op Windows
Computer draait
op Windows
Computer draait
op Windows
Voor de installatieprocedure van het
printerstuurprogramma, zie "INSTALLATIE
VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA
(STANDAARD INSTALLATIE)" and
"AANGEPASTE INSTALLATIE" (pagina 24
tot 27) in deze handleiding.
Voorbeeld: Windows Server 2003
omgeving
Raadpleeg de "Gebruiksaanwijzing
(voor printer en scanner)" op de
"Software CD-ROM (1)" die bij de
machine meegeleverd wordt om de
serverinstellingen te configureren
indien de machine wordt gebruikt in
een server-client netwerk.
Voor de installatieprocedure van het printerstuurprogramma,
zie "DE MACHINE GEBRUIKEN ALS GEDEELDE PRINTER
VIA EEN SERVER" (pagina 28 tot 29) in deze handleiding.
20
TCP/IP protocol
Microsoft Printing Protocol
SETUP IN EEN WINDOWS
OMGEVING
HARDWARE EN SOFTWARE EISEN
Zie, voor de installatie van de software "HARDWARE EN SOFTWARE EISEN" op pagina 43 zodat u zeker weet dat
uw computer aan de hardware- en software-eisen voldoet.
STEL HET IP-ADRES VAN DE MACHINE IN
Stel het IP-adres van de machine in, voordat u het printerstuurprogramma installeert. Vraag uw netwerkbeheerder
om het correcte IP-adres, subnet mask en standaard gateway die moeten worden ingevoerd.
automatisch een IP-adres aan de machine toekent, is de volgende procedure niet nodig.
het door DHCP aan de machine toegekende IP-adres , zie "HET IP-ADRES CONTROLEREN" (pagina 43).)
Wanneer een DHCP-server
(Voor het controleren van
Let op
Zorg ervoor dat de LAN-kabel met de
1
machine is verbonden en zet de
machine daarna aan.
Plaats de netwerkuitbreidingskit
2
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
3
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
eerst op [Deze computer] en dubbelklikt u
vervolgens op de [CD-ROM] icoon.
Wanneer de machine gebruikt wordt in een DHCP-omgeving, verandert het IP-adres van de
machine misschien automatisch. Wanneer dit gebeurt is afdrukken niet langer mogelijk. In dit
geval gebruikt u een WINS-server of gebruikt u de machine niet in een DHCP-omgeving.
Dubbelklik op het [Setup] () icoon.
4
Opmerking
Het scherm "LICENTIEOVEREENKOMST"
5
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ja] knop.
Lees de melding in het scherm "Welkom"
6
en klik vervolgens op de toets [Volgende].
Selecteer de gewenste taal en klik op de
toets [Volgende] zodra het taalselectiescherm
verschijnt, nadat u op het [Setup] icoon hebt
geklikt. (Normaal gesproken wordt de correcte
taal automatisch geselecteerd.)
21
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
Klik op de knop [Hulpmiddelen voor
7
beheerders].
Klik op de knop [NICManager].
8
Klik op de knop [Print Server Card
10
Snelle installatie].
Wanneer de machine gebruikt wordt in een
DHCP-omgeving of het IP-adres is op een
andere manier ingesteld, gaat u naar stap 15.
Wanneer het IP-adres niet ingesteld is
11
(het IP-adres is ingesteld op "0.0.0.0"),
verschijnt er een melding waarin u
gevraagd wordt het IP-adres in te
stellen. Klik op de knop [Ja].
Voer het IP-adres in en klik op de knop
12
[OK].
• Het IP-adres van de machine is gewijzigd.
• Wanneer er een scherm "wachtwoord
invoeren" verschijnt terwijl het IP-adres
gewijzigd wordt, voert u het wachtwoord in en
klikt op de [OK] toets.
• Het wachtwoord dat standaard ingesteld is voor
deze machine is "Sharp".
De printer (of printers) die is
9
aangesloten op het netwerk wordt
herkend. Kies de te configureren
printer (de machine).
Selecteer hier [AR-XXXX].
Opmerking
Als de printer niet wordt gevonden, zorgt u ervoor
dat de printer is ingeschakeld en aangesloten op
een netwerk. Zoek daarna opnieuw.
Start de machine opnieuw.
13
Zet de stroom uit en vervolgens weer aan.
Selecteer [Zoeken] in het [Bestand] menu,
14
selecteer de machine en klik op de knop
[Print Server Card Snelle installatie].
Voer het wachtwoord in in het scherm
15
"wachtwoord invoeren" en klik op de
[OK] knop.
•
Het venster Print Server Card Snelle installatie verschijnt.
•
Het wachtwoord dat standaard ingesteld is voor deze
machine, is "Sharp".
•
Wanneer de [Gast] checkbox geselecteerd is, kunt u de
instellingen bekijken, maar niet configureren.
Klik op de [TCP/IP] tab.
16
22
Configureer de instellingen en klik
17
daarna op de [Bijwerken] toets.
Vraag uw netwerkbeheerder om het correcte
IP-adres, subnet mask en standaard gateway die
moeten worden ingevoerd.
Uw wijzigingen van de instellingen
18
verschijnen. Zorg ervoor dat de
wijzigingen correct zijn en klik
vervolgens op de [OK] toets
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
2
Start de machine opnieuw.
19
Zet de stroom uit en vervolgens weer aan.
Selecteer [Zoeken] uit het [Bestand]
20
menu.
Het IP-adres, dat u hebt ingevoerd, verschijnt. Let
erop dat dit correct is.
Hiermee wordt de instellingenprocedure van het
IP-adres voltooid.
23
SOFTWARE INSTALLEREN
INSTALLATIE VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA
(STANDAARD INSTALLATIE)
Opmerking
Let op
Plaats de netwerkuitbreidingskit
1
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
2
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
eerst op [Deze computer] en dubbelklikt u
vervolgens op de [CD-ROM] icoon.
Dubbelklik op het [Setup] () icoon.
3
Opmerking
Selecteer [Aangepaste installatie] wanneer u tijdens de installatie van het printerstuurprogramma de
lettertypendisplay wilt installeren of het IP-adres van de machine rechtstreeks wilt invoeren. (Pagina 26)
Het "TCP/IP Protocol" moet op uw computer zijn geïnstalleerd om de machine te kunnen gebruiken als netwerkprinter in
Windows NT 4.0. Als die niet geïnstalleerd is, installeert u deze, zoals beschreven in Windows NT 4.0 Help.
Selecteer de gewenste taal en klik op de toets
[Volgende] zodra het taalselectiescherm
verschijnt, nadat u op het [Setup] icoon hebt
geklikt. (Normaal gesproken wordt de correcte
taal automatisch geselecteerd.)
Klik op de knop
6
[Printerstuurprogramma].
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
Het scherm "LICENTIEOVEREENKOMST"
4
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ja] knop.
Lees de melding in het scherm "Welkom"
5
en klik vervolgens op de toets [Volgende].
•
Als u de printerstatus monitor of de PC-FAX
stuurprogramma wilt installeren, klikt u op de knop
[Hulpprogramma] in dit venster en daarna op de
knop [Printerstatus Monitor] of [PC-FAX
stuurprogramma]. Volg de instructies op het scherm.
•
Als u de printer administration utility wilt installeren,
klik op de knop [Hulpmiddelen voor beheerders] en
vervolgens op de knop [printer administration utility]
en volg de instructies op het scherm.
Klik op de knop [Volgende].
7
Klik op de knop [Standaard
8
installatie].
SHARP
24
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
Printers die met het netwerk verbonden zijn,
9
worden herkend. Selecteer de gewenste
printer en klik op de knop [Volgende].
SHARP
SHARP AR-XXXX
Opmerking
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
10
Als de printer niet wordt gevonden, zorgt u ervoor
dat de printer is ingeschakeld en aangesloten op
een netwerk en begint u opnieuw de
zoekopdracht. Als de printer daarna nog steeds
niet wordt gevonden, gebruik dan de aangepaste
installatieprocedure om rechtstreeks het IP-adres
specificeren. (Pagina 26)
Controleer de inhoud en klik op de knop
[Volgende].
Als het modelselectiescherm verschijnt,
11
selecteert u het te installeren
printerstuurprogramma en klikt u
vervolgens op de toets [Volgende].
Selecteer de checkboxen van de
printerstuurprogramma’s die geïnstalleerd
moeten worden.
SHARP
Controleer de inhoud van het scherm
13
en klik op de knop [Volgende].
De installatie van de printerstuurprogramma
wordt gestart.
Let op
Klik op [OK], wanneer de melding "De
14
Wanneer u Windows 2000/XP/Server
2003 gebruikt
Klik op de knop [Toch doorgaan] of [Ja] als er
een melding verschijnt met betrekking tot de
Windows logo test of digitale handtekening.
installatie van het MFP stuurprogramma
is voltooid." verschijnt.
Klik op de knop [Sluiten].
15
Opmerking
Hiermee is de installatie van de software voltooid.
• Zie, na de installatie
"PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN
(Windows-omgeving)" (pagina 42) om de
printerstuurprogramma-instellingen te controleren.
• Als u de PC-FAX stuurprogramma geïnstalleerd
hebt, zie "PC-FAX VERZENDING GEBRUIKEN
(wanneer de faxoptie in de Windows-omgeving is
geïnstalleerd)" (pagina 45).
Opmerking
Na de installatie kan er een melding
verschijnen waarin u wordt gevraagd uw
computer opnieuw op te starten. Klik in dit
geval op de [Ja] toets om uw computer
opnieuw op te starten.
Als u het PS-printerstuurprogramma installeert,
kunt u de PS schermlettertype installeren van
de "PRINTER UTILITIES" CD-ROM, meegeleverd
bij de PS3-uitbreidingskit. (Pagina 30)
2
Opmerking
Selecteer of u al dan niet de printer als
12
Als u het PS-printerstuurprogramma wilt
gebruiken, moet u de PS3-uitbreidingskit
installeren.
standaard printer wilt instellen en klik
op de toets [Volgende].
Als u meerdere printerstuurprogramma’s
installeert, selecteert u de printer die u als
standaard printer wilt instellen.
Als u geen enkele printer als standaard printer
wilt instellen, selecteert u [Nee].
25
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
AANGEPASTE INSTALLATIE
Selecteer [Aangepaste installatie] wanneer u tijdens de installatie van het printerstuurprogramma de
lettertypendisplay wilt installeren of het IP-adres van de machine rechtstreeks wilt invoeren.
Als u de printerstatus monitor of de PC-FAX
Plaats de netwerkuitbreidingskit
1
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
2
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
eerst op [Deze computer] en dubbelklikt u
vervolgens op de [CD-ROM] icoon.
Dubbelklik op het [Setup] () icoon.
3
•
stuurprogramma wilt installeren, klikt u op de knop
[Hulpprogramma] in dit venster en daarna op de
knop [Printerstatus Monitor] of [PC-FAX
stuurprogramma]. Volg de instructies op het scherm.
•
Als u de printer administration utility wilt installeren,
klik op de knop [Hulpmiddelen voor beheerders] en
vervolgens op de knop [Printer Administration Utility]
en volg de instructies op het scherm.
Klik op de knop [Volgende].
7
Klik op de knop [Aangepaste
8
installatie].
Opmerking
Het scherm "LICENTIEOVEREENKOMST"
4
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ja] knop.
Lees de melding in het scherm "Welkom"
5
en klik vervolgens op de toets [Volgende].
Klik op de knop
6
[Printerstuurprogramma].
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
Selecteer de gewenste taal en klik op de
toets [Volgende] zodra het taalselectiescherm
verschijnt, nadat u op het [Setup] icoon hebt
geklikt. (Normaal gesproken wordt de correcte
taal automatisch geselecteerd.)
SHARP
Selecteer [Rechtstreekse LPR-afdruk]
9
en klik op de knop [Volgende].
Printers die met het netwerk
10
verbonden zijn, worden herkend.
Selecteer de gewenste printer en klik
op de knop [Volgende].
SHARP
R-XXXX
26
Klik op de knop [Adres opgeven], voer het
IP-adres in en klik op de knop [Zoeken] als u
rechtstreeks het IP-adres wilt specificeren.
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
11
Controleer de inhoud en klik op de knop
[Volgende].
Als het modelselectiescherm verschijnt,
12
selecteert u het te installeren
printerstuurprogramma en klikt u
vervolgens op de toets [Volgende].
Selecteer de checkboxen van de
printerstuurprogramma’s die geïnstalleerd
moeten worden.
SHARP
Opmerking
Selecteer of u al dan niet de printer als
13
Als u het PS-printerstuurprogramma wilt
gebruiken, moet u de PS3-uitbreidingskit
installeren.
standaard printer wilt instellen en klik
op de toets [Volgende].
Als u meerdere printerstuurprogramma’s
installeert, selecteert u de printer die u als
standaard printer wilt instellen.
Als u geen enkele printer als standaard printer
wilt instellen, selecteert u [Nee].
Controleer de inhoud van het scherm
16
en klik op de knop [Volgende].
De installatie van de printerstuurprogramma
wordt gestart.
Let op
Klik op [OK], wanneer de melding "De
17
Wanneer u Windows 2000/XP/Server
2003 gebruikt
Klik op de knop [Toch doorgaan] of [Ja] als er
een melding verschijnt met betrekking tot de
Windows logo test of digitale handtekening.
installatie van het MFP stuurprogramma
is voltooid." verschijnt.
Klik op de knop [Sluiten].
18
Opmerking
Hiermee is de installatie voltooid.
• Zie, na de installatie
"PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN
(Windows-omgeving)" (pagina 42) om de
printerstuurprogramma-instellingen te controleren.
• Als u de PC-FAX stuurprogramma geïnstalleerd
hebt, zie "PC-FAX VERZENDING GEBRUIKEN
(wanneer de faxoptie in de Windows-omgeving is
geïnstalleerd)" (pagina 45).
Opmerking
Na de installatie kan er een melding
verschijnen waarin u wordt gevraagd uw
computer opnieuw op te starten. Klik in dit
geval op de [Ja] toets om uw computer
opnieuw op te starten.
Als u het PS-printerstuurprogramma installeert, kunt
u de PS schermlettertype installeren van de
"PRINTER UTILITIES" CD-ROM, meegeleverd bij
de PS3-uitbreidingskit. (Pagina 30)
2
Klik op de knop [Volgende] wanneer
14
het scherm Printernaam verschijnt.
Voer de gewenste naam in als u de printernaam
wilt wijzigen.
Selecteer of u al dan niet de
15
lettertypendisplay wilt installeren en
klik op de toets [Volgende].
SHARP
27
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
DE MACHINE GEBRUIKEN ALS GEDEELDE PRINTER
VIA EEN SERVER
Volg de onderstaande stappen om de printerstuurprogramma in elke client computer te installeren als de
printerserver in een Windows NT server omgeving, NetWare server omgeving of een andere omgeving is
geconfigureerd om de printer (de machine) te delen.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de server- en printernaam van de machine binnen het netwerk.
Opmerking
Plaats de netwerkuitbreidingskit
1
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
2
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
eerst op [Deze computer] en dubbelklikt u
vervolgens op de [CD-ROM] icoon.
Dubbelklik op het [Setup] () icoon.
3
Opmerking
Raadpleeg de "Gebruiksaanwijzing (voor printer en scanner)" op de "Software CD-ROM (1)", die bij de machine
wordt meegeleverd, voor de configuratieprocedure van de printerserverinstellingen.
De hier beschreven "printerserver" is een computer die rechtstreeks is verbonden met de machine en waarbij
andere computers ofwel "clients" zijn aangesloten op hetzelfde netwerk.
Selecteer de gewenste taal en klik op de
toets [Volgende] zodra het taalselectiescherm
verschijnt, nadat u op het [Setup] icoon hebt
geklikt. (Normaal gesproken wordt de correcte
taal automatisch geselecteerd.)
Klik op de knop
6
[Printerstuurprogramma].
Klik op de knop [README weergeven] om
informatie over de software te bekijken.
Het scherm "LICENTIEOVEREENKOMST"
4
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ja] knop.
Lees de melding in het scherm "Welkom"
5
en klik vervolgens op de toets [Volgende].
Klik op de knop [Volgende].
7
Klik op de knop [Aangepaste
8
installatie].
SHARP
28
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
Selecteer [Gedeelde printer] en klik op
9
de knop [Volgende].
Voor de te gebruiken poort, selecteert
10
u de machine (die als gedeelde printer
geconfigureerd is) en klikt u op de
toets [Volgende].
U kunt ook klikken op [Netwerkpoort toevoegen]
en de printer selecteren die u wilt delen (de
machine) door in het netwerk te bladeren in het
scherm dat verschijnt.
SHARP
Opmerking
Controleer de instellingen in de printerserver, als
de gedeelde printer niet in de lijst verschijnt.
Volg de instructies op het scherm.
13
Opmerking
Hiermee is de installatie voltooid.
Zie, na de installatie "PRINTERSTUURPROGRAMMA
CONFIGUREREN (Windows-omgeving)" (pagina 42)
om de printerstuurprogramma-instellingen te
controleren.
Opmerking
Na de installatie kan er een melding
verschijnen waarin u wordt gevraagd uw
computer opnieuw op te starten. Klik in dit
geval op de [Ja] toets om uw computer
opnieuw op te starten.
Als u het PS-printerstuurprogramma installeert, kunt
u de PS schermlettertype installeren van de
"PRINTER UTILITIES" CD-ROM, meegeleverd bij
de PS3-uitbreidingskit. (Pagina 30)
2
Selecteer de modelnaam van uw machine
11
en klik op de toets [Volgende] wanneer het
modelselectiescherm verschijnt.
Als het modelselectiescherm
12
verschijnt, selecteert u het te
installeren printerstuurprogramma
en klik op de toets [Volgende].
Let erop dat hetzelfde printerstuurprogramma
wordt geselecteerd als van de gedeelde printer
(de machine).
SHARP
29
SETUP IN EEN WINDOWS OMGEVING
DE PS SCHERMLETTERTYPE INSTALLEREN
De lettertypen die gebruikt worden door het PS-printerstuurprogramma bevinden zich op de "PRINTER UTILITIES"
CD-ROM bij de PS3-uitbreidingskit (AR-PK1/N). Installeer deze lettertypen zonodig voor het
PS-printerstuurprogramma.
Plaats de "PS3-uitbreidingskit (AR-PK1/N)
1
"PRINTER UTILITIES" CD-ROM in het
cd-romstation van uw computer.
Als uw computer is geconfigureerd voor CD-ROM
automatische start, verschijnt het installatievenster.
Ga naar stap 4.
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
2
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op het [CD-ROM] () icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
eerst op [Deze computer] en dubbelklikt u
vervolgens op de [CD-ROM] icoon.
Dubbelklik op het [Setup] () icoon.
3
Opmerking
Selecteer [PS schermlettertype] en
4
Selecteer de gewenste taal en klik op de
toets [Volgende] zodra het taalselectiescherm
verschijnt, nadat u op het [Setup] icoon hebt
geklikt. (Normaal gesproken wordt de correcte
taal automatisch geselecteerd.)
klik op de knop [Volgende].
•
Let op
Selecteer niet
[PS-Printerstuurprogramma].
•
Het PS-printerstuurprogramma voor
de machine wordt geïnstalleerd van
de "Software CD-ROM (1)", die bij de
netwerkuitbreidingskit (AR-NB3)
meegeleverd wordt.
Volg de instructies op het scherm.
5
30
HET PPD BESTAND GEBRUIKEN
Met het PPD-bestand kan de machine afdrukken via het standaard PS-stuurprogramma van het besturingssysteem.
Installeer zonodig het PPD-bestand.
Gebruik de Wizard "Printer toevoegen" in Windows om het PPD-bestand te installeren.
Lees het README-bestand (Readme.txt) voordat u het PPD-bestand installeert. Het README-bestand bevindt zich
in de "Dutch" map. Zie stap 4 voor de locatie van de map.
Klik op [Start], [Configuratiescherm],
1
[Printers en Andere Hardware] en
vervolgens op [Printers en Faxapparaten].
•
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op [Start],
[Instellingen] en vervolgens op [Printers].
•
In Windows Server 2003, klik op [Start] en
vervolgens op [Printers en Faxen].
Plaats de netwerkuitbreidingskit
2
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Klik op [Printer toevoegen] in
3
[Printertaken].
• Dubbelklik in Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000
op de icoon [Printer toevoegen].
• De Wizard "Printer toevoegen" verschijnt.
Volg de instructies op het scherm.
4
Wanneer u wordt gevraagd het pad te definiëren
van het PPD-bestand, voer dan het pad als volgt in.
(Vervang de letter van uw CD-ROM station in "R" in
de volgende paden.)
BesturingssysteemPPD-bestandpad
Windows 95/98/MeR:\Drivers\Printer
\Dutch\PPD\9XME
Windows NT 4.0R:\Drivers\Printer
\Dutch\PPD\NT40
Windows 2000/XP/Server
2003
R:\Drivers\Printer
\Dutch\PPD\2KXP
DE INFORMATIE OVER RESIDENT LETTERTYPEN
(alleen wanneer het PPD-bestand is geïnstalleerd in
2
Windows 95/98/Me)
Als u het PPD-bestand in Windows 95/98/Me hebt geïnstalleerd en de resident lettertypen gaat gebruiken, moet u
de informatie over resident lettertypen installeren. Volg de procedure hieronder om de informatie over resident
lettertypen te installeren.
Opmerkingen
Plaats de netwerkuitbreidingskit
1
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Dubbelklik op [Deze Computer] ()
2
en dubbelklik daarna op de [CD-ROM]
icoon ().
Dubbelklik op de map [Drivers], op de
3
map [Printer], de map [Dutch], de map
[PPD], de map [9XME] en daarna op
[PFMSetup.exe].
• Als u Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003 gebruikt, wordt de informatie over resident
lettertypen automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van het PPD-bestand.
• Let erop dat u het PDD-bestand installeert, voordat u de informatie over resident lettertypen installeert.
Volg de instructies op het scherm.
4
Nadat de informatie over resident
5
lettertypen geïnstalleerd is, start u
de computer opnieuw.
Opmerking
Wanneer resident lettertypen van een
toepassing niet kunnen worden gedefinieerd,
is de informatie over resident lettertypen niet
geïnstalleerd of beschadigd. Installeer in dit
geval de informatie opnieuw.
31
SETUP IN EEN MACINTOSH
OMGEVING
HARDWARE EN SOFTWARE EISEN
Zie, voor de installatie van het PDD-bestand voor Macintosh "HARDWARE EN SOFTWARE EISEN" op pagina 43
om er zeker van te zijn dat uw computer aan de hardware- en software-eisen voldoet.
BesturingssysteemMac OS 8.6 to 9.2.2, 10.1.5, 10.2.8, 10.3.3 tot 10.4.
CPU en RAMEr moet zijn voldaan aan de vereisten van het besturingssysteem.
Opmerkingen
• Zorg ervoor dat u Mac OS X v10.1 bijwerkt tot 10.1.5 voordat u het PPD-bestand installeert. Raadpleeg het
Help-bestand in uw Macintosh computer voor informatie over het bijwerken van de Mac OS.
• Zorg ervoor dat u Mac OS X v10.2 bijwerkt tot 10.2.8 voordat u het PPD-bestand installeert. Raadpleeg het
Help-bestand in uw Macintosh computer voor informatie over het bijwerken van de Mac OS.
APPLETALK-INSTELLINGEN
Nadat de machine op het netwerk is aangesloten, moet u de AppleTalk instellingen configureren volgens de
vereisten van uw netwerkomgeving.
Voor het configureren van de instellingen, zie de On line handleiding uit de "Network Utilities" CD-ROM.
HET PPD BESTAND INSTALLEREN
Om te kunnen afdrukken vanuit een Macintosh moet het PPD-bestand zijn geïnstalleerd. Volg de stappen hieronder
om het PDD-bestand te installeren.
INSTALLATIE IN MAC OS X
Plaats de netwerkuitbreidingskit
1
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Dubbelklik op de [CD-ROM] icoon ()
2
op het bureaublad.
Dubbelklik op de map [MacOSX].
3
Dubbelklik op de map met de versie
4
van het besturingssysteem dat u wilt
gebruiken.
•
In Mac OS X v10.1.5, dubbelklikt u op de map
[Version 10.1].
•
In Mac OS X v10.2.8, dubbelklikt u op de map
[Version 10.2].
•
In Mac OS X v10.3.3 tot 10.3.9, dubbelklikt u op de
map [Version 10,3].
•
In Mac OS X v10.4, dubbelklikt u op de map [Version
10.4].
32
SETUP IN EEN MACINTOSH OMGEVING
Dubbelklik op de [AR-NB3-1] icoon ().
5
Opmerkingen
Klik op de knop [Ga door].
6
Het scherm met de licentieovereenkomst
7
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ga door] knop.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd
of u instemt met de voorwaarden van de licentie.
Klik op de knop [Akkoord].
• Als het venster "Identiteitscontrole"
verschijnt, voert u het wachtwoord in en
klikt u op de knop [OK] .
• Als u Mac OS X v10.1.5 gebruikt, klikt u
op de lock icoon (), voert u het
wachtwoord in en klikt u op de [OK] knop.
Klik op de knop [Installeer].
9
De installatie van het PPD-bestand wordt gestart.
Opmerking
Klik op de knop [Sluit] als het bericht
10
"De installatie is geslaagd" wordt
weergegeven in het installatievenster.
Hiermee is de installatie van de software voltooid.
Wanneer Mac OS X v10.3.3 to 10.4 gebruikt,
verschijnt het venster "Identiteitscontrole". Voer
het wachtwoord in en klik op de knop [OK].
2
Let op
Selecteer de harde schijf waarop u het
8
PPD-bestand wilt installeren en klik
op de knop [Ga door].
Let erop dat u de harde schijf selecteert waarop
uw besturingssysteem is geïnstalleerd.
Als er een andere taal verschijnt, ga
dan naar Nederlands.
33
SETUP IN EEN MACINTOSH OMGEVING
INSTALLATIE IN MAC OS 8.6 TO 9.2.2
Plaats de netwerkuitbreidingskit
1
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Dubbelklik op de [CD-ROM] icoon ()
2
op het bureaublad.
Dubbelklik op de map [MacOS].
3
Dubbelklik op de [Installer] icoon ().
4
Het installatievenster verschijnt.
Klik op de knop [Installeer].
5
2004
Het scherm met de licentieovereenkomst
6
verschijnt. Verzeker u ervan dat u de inhoud
van de licentieovereenkomst goed begrijpt
en klik vervolgens op de [Ja] knop.
Lees het bericht in het venster dat
7
verschijnt en klik op de knop [Ga door].
De installatie van het PPD-bestand wordt gestart.
Na het installeren verschijnt er een bericht waarin
u wordt gevraagd om de computer opnieuw op te
starten. Klik op de knop [OK] en start uw
computer opnieuw.
Hiermee is de installatie van de software voltooid.
Opmerking
Als u Mac OS 8.6 tot 9.2.2 gebruikt, zorg dan dat "LaserWriter 8" is geïnstalleerd en dat de checkbox
"LaserWriter8" is geselecteerd () in "Extensiebeheer" in "Configuratieschermen". Zo niet, installeer dit dan
vanaf de systeem cd-rom die bij uw Macintosh-computer hoort.
DE SCHERMLETTERTYPEN INSTALLEREN (MAC OS 8.6 - 9.2.2)
Macintosh schermlettertypen bevinden zich in de map [Font] van de "PRINTER UTILITIES" CD-ROM, bij de
PS3-uitbreidingskit (AR-PK1/N) meegeleverd. De schermlettertypen worden geïnstalleerd door de noodzakelijke
"screen font suitcase" mappen naar uw Macintosh te kopiëren.
Kopieer de schermlettertypen naar de volgende map:
• Mac OS 8.6 to 9.2.2: [Fonts] map in de [Systeemmap]
Opmerking
Als u problemen ondervindt die veroorzaakt kunnen zijn door de geïnstalleerde schermlettertypen, wis dan
onmiddellijk de gekopieerde font suitcase map uit uw systeem.
34
PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN
Volg onderstaande procedure om het printerstuurprogramma van het apparaat te configureren.
MAC OS X V10.2 TOT 10.4
Zorg dat het apparaat aanstaat.
1
Kies [Programma's] in het menu [Ga].
2
Dubbelklik op de map [Utilities].
3
Dubbelklik op de icoon [Print Center] ().
4
• Dubbelklik in Mac OS X v10.3.3 to 10.4, op de
icoon [Printer Setup Hulpprogramma].
• Het venster "Printers" verschijnt.
Opmerking
Als dit de eerste keer is dat u een
printerstuurprogramma op uw computer
installeert, verschijnt er een bevestigingsbericht.
Klik op de knop [Voeg toe].
Klik in de lijst op de modelnaam van
7
het apparaat.
De apparaatnaam die wordt weergegeven is de
naam die is ingevoerd in de AppleTalk-instellingen
tijdens het configureren van de netwerkinstellingen.
Tenzij de naam tijdens de configuratie van de
instellingen is gewijzigd, is de naam [SCxxxxxx]
(waarbij "xxxxxx" een lettersequentie is die varieert
afhankelijk van uw machine).
Selecteer [Sharp] in het menu
8
[Printermodel] ([Print gebruiken] in Mac
OS X v10.4)].
Het venster voor selectie van het PPD-bestand
wordt weergegeven.
2
Klik op [Voeg toe].
5
Kies [AppleTalk] in het menu bovenin
6
het venster.
• Klik in Mac OS X v10.4 op het icoon [Default
Browser].
• De op het netwerk aangesloten printers worden
in een lijst weergegeven.
Opmerking
Mochten er meerdere AppleTalk-zones
worden weergegeven, selecteer dan de
zone waarin de printer is opgenomen.
Selecteer het PPD-bestand voor uw
9
model.
35
SETUP IN EEN MACINTOSH OMGEVING
Klik op de knop [Voeg toe].
10
Het apparaat wordt toegevoegd aan de lijst met
printers.
Klik op de naam van het apparaat in
11
het venster "Printerlijst", en kies
[Toon info] in het menu [Printers].
Het venster "Printerinfo" wordt weergegeven.
Selecteer [Installatiemogelijkheden] in
12
het menu.
Configureer de printer op basis van de
13
geïnstalleerde opties en klik dan op de
knop [Pas wijzigingen toe].
Sluit het scherm.
14
Hiermee is de installatie van het
printerstuurprogramma voltooid.
36
MAC OS X v10.1.5
SETUP IN EEN MACINTOSH OMGEVING
Zorg dat het apparaat aanstaat.
1
Kies [Programma's] in het menu [Ga].
2
Dubbelklik op de map [Utilities].
3
Dubbelklik op de icoon [Print Center] ().
4
Het venster "Printers" verschijnt.
Opmerking
Klik op de knop [Voeg Printer toe].
5
Als dit de eerste keer is dat u een
printerstuurprogramma op uw computer
installeert, verschijnt er een bevestigingsbericht.
Klik op de knop [Voeg toe].
Klik in de lijst op de modelnaam van
7
het apparaat.
De apparaatnaam die wordt weergegeven is de
naam die is ingevoerd in de AppleTalk-instellingen
tijdens het configureren van de netwerkinstellingen.
Tenzij de naam tijdens de configuratie van de
instellingen is gewijzigd, is de naam [SCxxxxxx]
("xxxxxx" is een lettersequentie die varieert
afhankelijk van uw machine).
Klik op het menu [Printermodel] en
8
kies [Andere] uit de lijst met
PPD-bestanden.
Het venster voor selectie van het PPD-bestand
wordt weergegeven.
Klik op de naam van de
9
systeemdiskette, [Library], [Printers],
[PPDs], [Contents], [Resources],
[nl.lproj], en kies het PPD-bestand
met uw modelnaam.
2
Kies [AppleTalk] in het menu bovenin
6
het venster.
De op het netwerk aangesloten printers worden
in een lijst weergegeven.
Opmerking
Mochten er meerdere AppleTalk-zones
worden weergegeven, selecteer dan de
zone waarin de printer is opgenomen.
Klik op de knop [Kies].
10
Klik op de knop [Voeg toe].
11
Hiermee is de installatie van het
printerstuurprogramma voltooid.
37
SETUP IN EEN MACINTOSH OMGEVING
MAC OS 8.6 TO 9.2.2
Kies [Kiezer] uit het Apple-menu.
1
Klik op het pictogram [LaserWriter 8].
2
•
De modelnaam van het op het netwerk aangesloten
apparaat ([SCxxxxxx]) wordt weergegeven in de
"Selecteer een PostScript-printer" lijst rechts.
De apparaatnaam die wordt weergegeven is de
naam die is ingevoerd in de AppleTalk-instellingen
tijdens het configureren van de netwerkinstellingen.
Tenzij de naam tijdens de configuratie van de
instellingen is gewijzigd, is de naam [SCxxxxxx]
("xxxxxx" is een lettersequentie die varieert
afhankelijk van uw machine).
•
Mochten er meerdere AppleTalk-zones worden
weergegeven, selecteer dan de zone waarin de
printer is opgenomen.
Klik in de "Selecteer een PostScript-
3
printer" lijst op de modelnaam van het
apparaat ([SCxxxxxx]).
Configureer het printerstuurprogramma
6
op basis van de geïnstalleerde opties en
klik dan op de knop [OK].
Klik op de knop [OK] om het
7
dialoogvenster te sluiten.
Klik op het vakje "Sluit" () om de
8
"Kiezer" te sluiten.
Hiermee is de installatie van het
printerstuurprogramma voltooid.
Klik op de knop [Maak aan].
4
•
Als het dialoogvenster "Selecteer een
printerbeschrijvingsbestand" verschijnt, selecteer
dan het PPD-bestand van uw model en klik op de
knop [Selecteer].
•
Mocht het dialoogvenster "Selecteer een
printerbeschrijvingsbestand" niet verschijnen, volg
dan deze stappen om het PPD-bestand
handmatig te selecteren als u terugkeert naar het
dialoogvenster "Kiezer".
(1) Controleer of het apparaat is geselecteerd in
de lijst "Selecteer een PostScript-printer" en
klik dan op de knop [Opties] en de knop
[Selecteer PPD].
(2) Selecteer het PPD-bestand van uw model en
klik dan op de knop [Open] (of [Selecteer]).
(3) Klik op de knop [OK].
Controleer of het apparaat is
5
geselecteerd in de lijst "Selecteer een
PostScript-printer" en klik dan op de
knop [Opties] en de knop [Configureer].
38
PROBLEEM OPLOSSING EN
3
NUTTIGE INFORMATIE
PROBLEEMOPLOSSING
Als de software niet juist wordt geïnstalleerd of u de software moet verwijderen, moet u de volgende items op uw
computer controleren.
Informatie over probleemoplossing kunt u ook vinden in de README bestanden van alle softwareprogramma’s. Als
u het README-bestand voor een software-programma wilt bekijken, klikt u op de [README weergeven] knop in het
software selectievenster dat tijdens de installatie verschijnt.
Software verwijderen
Als u een printerstuurprogramma of een softwareprogramma wilt verwijderen dat geïnstalleerd is met behulp van
Installer, volgt u de stappen hieronder.
Windows-omgeving
Klik op [Start] en kies vervolgens
1
[Configuratiescherm].
• In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op
[Start], [Instellingen] en vervolgens op
[Configuratiescherm].
Klik op [Programma’s
2
installeren/verwijderen].
•
Dubbelklik in Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000 op
de icoon [Programma’s toevoegen/verwijderen].
Selecteer het stuurprogramma of
3
softwareprogramma dat u van de lijst
wilt verwijderen en klik op de goede
knop om het te verwijderen.
• Zie de handleiding of de helpbestanden van uw
besturingsprogramma voor meer informatie.
Start uw computer opnieuw.
4
MACINTOSH-OMGEVING(Mac OS 8.6 tot 9.2.2)
Plaats de "Software CD-ROM (1)" in
1
uw CD-ROM-station.
Dubbelklik op de [CD-ROM] icoon ()
2
op het bureaublad en dubbelklik op de
map [MacOS].
Dubbelklik op de [Installer] icoon ().
3
Kies [Verwijder] in het installatiemenu
4
en klik op de knop [Verwijder].
Opmerking
Er is geen verwijdertool voor Mac OS X.
Het PPD-bestand voor Mac OS X is gekopieerd
naar de volgende map van de systeemdiskette.
[Bibliotheek] - [Printers] - [PPDs] - [Contents] [Resources] - [nl.lproj] map
Verwijder het SHARP PPD bestand uit deze map.
39
PROBLEEM OPLOSSING EN NUTTIGE INFORMATIE
Het MFP stuurprogramma wordt niet
geïnstalleerd (Windows 2000/XP)
Als het MFP stuurprogramma niet in Windows 2000/XP
kan worden geïnstalleerd, volg dan deze stappen om de
instellingen van uw computer te controleren.
Klik op [Start] en kies vervolgens
1
[Configuratiescherm].
Klik in Windows 2000 op [Start], selecteer [Instellingen]
en klik vervolgens op [Configuratiescherm].
Klik op [Prestatievermogen en onderhoud]
2
en vervolgens op [Systeem].
Dubbelklik in Windows 2000 op de icoon [Systeem].
Klik op het tabblad [Hardware] en daarna
3
op de knop [Handtekeningverificatie].
Controleer de instellingen voor "Wat
4
wilt u dat Windows doet ?" ("Controle
van bestandshandtekeningen" in
Windows 2000).
Het Plug and Play scherm verschijnt
niet (wanneer de USB aangesloten is)
Als het Plug and Play scherm niet verschijnt nadat u
de machine op uw computer heeft aangesloten met
een USB kabel en u de machine heeft ingeschakeld,
dan moet u de volgende stappen uitvoeren om te
controleren of de USB poort beschikbaar is.
Klik op [Start], vervolgens op
1
[Configuratiescherm] en daarna op
[Prestatievermogen en onderhoud].
Klik in Windows 98/Me/2000 op [Start], selecteer
[Instellingen] en klik vervolgens op [Configuratiescherm].
Klik op [Systeem], klik op het tabblad
2
[Hardware] en klik op de knop
[Apparaatbeheer].
In de lijst met apparaten verschijnt "USB-controllers".
•
Opmerkingen
Dubbelklik in Windows 98/Me op [Systeem]
en klik op het tabblad [Apparaatbeheer].
•
Dubbelklik in Windows 2000 op de icoon
[Systeem], klik op het tabblad [Hardware] en
klik op de knop [Apparaatbeheer].
•
Klik op [Alle opties van het
Configuratiescherm weergeven] als de icoon
[Systeem] niet verschijnt in Windows Me.
Als [Blokkeren] is geselecteerd, kunt u
het MFP stuurprogramma niet installeren.
Selecteer [Waarschuwen] en installeer het MFP
stuurprogramma, zoals wordt beschreven
in "SOFTWARE INSTALLEREN" (pagina 7).
Klik op de -icoon naast de
3
"USB-controllers".
Er moeten twee items verschijnen: het type chipset
van uw controller en Root Hub. Wanneer deze items
verschijnen, kunt u de USB poort gebruiken. Als er
bij de "USB-controllers" een geel uitroepteken staat
of als twee hierboven genoemde items niet
verschijnen, dan moet u de gebruikershandleiding
van uw computer raadplegen om problemen met de
USB op te lossen of contact opnemen met de
computerfabrikant.
Zie, zodra u gecontroleerd hebt dat de
4
USB-poort geactiveerd is, "SOFTWARE
INSTALLEREN" (pagina 7) om het MFP
stuurprogramma te installeren.
40
PROBLEEM OPLOSSING EN NUTTIGE INFORMATIE
Het MFP stuurprogramma kan niet
correct worden geïnstalleerd met
Plug and Play (Windows 2000/XP)
Als u bij Windows 2000/XP het MFP stuurprogramma
niet juist kunt installeren met Plug en Play (als Plug en
Play bijvoorbeeld wordt uitgevoerd zonder de
noodzakelijke bestanden voor de installatie van het
MFP stuurprogramma van de Installer te kopiëren),
volgt u deze stappen om niet-gebruikte apparaten te
verwijderen. Zie "SOFTWARE INSTALLEREN"
(pagina 7) om het MFP stuurprogramma te installeren.
Klik op [Start], vervolgens op
1
[Configuratiescherm] en daarna op
[Prestatievermogen en onderhoud].
Klik in Windows 2000 op [Start], selecteer [Instellingen]
en klik vervolgens op [Configuratiescherm].
Klik op [Systeem], klik op het tabblad
2
[Hardware] en klik op de knop
[Apparaatbeheer].
Opmerking
Klik op de icoon naast "Overige
3
apparaten".
Dubbelklik in Windows 2000 op de icoon
[Systeem], klik op het tabblad [Hardware] en
klik op de knop [Apparaatbeheer].
Een andere printer gebruikt de
parallelle poort (bij gebruik van
een parallelle kabel)
Volg de onderstaande stappen om de poortinstelling van het
andere printerstuurprogramma te wijzigen en let erop dat de
poort van het printerstuurprogramma voor de machine is
ingesteld op "LPT1" als een andere printer de parallelle poort
gebruikt en afdrukken niet mogelijk is met de machine.
Klik op [Start], [Configuratiescherm],
1
[Printers en Andere Hardware] en
vervolgens op [Printers en Faxapparaten].
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op [Start],
[Instellingen] en vervolgens op [Printers].
Klik op de icoon van het
2
printerstuurprogramma waarvoor u de
poortinstelling wilt wijzigen en selecteer
[Eigenschappen] uit het menu [Bestand].
Klik op het tabblad [Poorten]. In Windows
3
95/98/Me, klikt u op het tabblad [Details].
Selecteer [FILE:] in de [Afdrukken
4
naar de volgende poort(en)] lijstbox,
en klik op [OK].
3
Overige apparaten
AR-XXXX Scanner
SHARP AR-XXXX
Als "AR-XXXX Scanner" en "SHARP AR-XXXX"
verschijnen, selecteer en verwijder beide items dan.
Opmerking
Zie "SOFTWARE INSTALLEREN"
4
(pagina 7) om het MFP stuurprogramma
te installeren.
Als "Overige apparaten" niet verschijnt, sluit
dan het venster "Apparaatbeheer".
Klik op de [SHARP AR-XXXX] icoon en
5
selecteer [Eigenschappen] uit het
menu [Bestand].
Klik op het tabblad [Poorten]. In Windows
6
95/98/Me, klikt u op het tabblad [Details].
Selecteer [LPT1] in de "Afdrukken naar de
7
volgende poort(en)" lijst en klik op [OK].
Opmerking
Herhaal de bovenstaande stappen om de poort
van de machine in te stellen op [FILE:] en de
poortinstelling van de andere printer terug te zetten
op [LPT1] als u de andere printer moet gebruiken.
Na installatie van het MFP stuurprogramma (printerstuurprogramma) of het printerstuurprogramma voor een optie, let u erop
dat het printerstuurprogramma ingesteld is als standaard printer en dat het aantal laden van de machine en het papierformaat
van elke lade geconfigureerd zijn in het printerstuurprogramma.
Klik op [Start], [Configuratiescherm],
1
[Printers en Andere Hardware] en
vervolgens op [Printers en Faxapparaten].
•
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op [Start],
[Instellingen] en vervolgens op [Printers].
•
In Windows Server 2003, klik op [Start] en
vervolgens op [Printers en Faxen].
Klik op de icoon "SHARP AR-XXXX" van
2
het printerstuurprogramma en selecteer
[Instellen als standaard printer].
Klik op de [SHARP AR-XXXX] icoon
3
van het printerstuurprogramma en
selecteer [Eigenschappen] uit het
menu [Bestand].
Indien u Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003
gebruikt, gaat u naar stap 5.
In Windows 95/98/Me, klikt u op het
4
tabblad [Instellen].
Klik op het tabblad [Configuratie] en
5
configureer het printerstuurprogramma
op basis van de geïnstalleerde opties.
Zorg dat u de juiste printerconfiguratie kiest. Anders
kunnen zich problemen voordoen bij het afdrukken.
Opmerking
Klik op de knop [Ladestatus instellen]
6
en selecteer het papierformaat van het
papier in elke lade.
Selecteer een lade in de menu "Papierinvoerbron"
en selecteer het papierformaat van het papier in de
lade van het menu "Papierformaat instellen".
Let op
Voor automatisch configureren van de instellingen op basis
van de herkende machinestatus, klikt u op de knop
[Automatische configuratie]. Let erop dat dit voor het MFP
stuurprogramma (printerstuurprogramma) alleen effectief
is, wanneer er een USB-kabel gebruikt wordt.
Als het tweevoudige functieboard niet geïnstalleerd is, zorg
er dan voor dat de instellingen hierboven van "Ladestatus
instellen" geconfigureerd worden en definieer daarna een
lade, als u gaat printen, anders dan [Automatisch
selecteren] in "Papierinvoerbron"in het tabblad [Papier] van
het instelscherm Printerstuurprogramma.
•
Klik op de [OK] toets in het scherm "Ladestatus instellen".
•
Klik op de [OK] toets in het scherm printereigenschappen.
HET INSTALLEREN VAN ACROBAT READER
Om de On line handleiding te kunnen bekijken moet Acrobat Reader op uw computer zijn geïnstalleerd. Als u
Acrobat Reader niet hebt, volgt u de stappen hieronder om het te installeren.
Windows-omgeving
Plaats de CD-ROM in uw CD-ROM speler.
1
Klik op de [Start] knop, klik op [Deze
2
Computer] (), en dubbelklik vervolgens
op de [CD-ROM] () icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
eerst op [Deze computer] en dubbelklikt u
vervolgens op de [CD-ROM] icoon.
Dubbelklik op de map [Acrobat] en
3
dubbelklik vervolgens op [ar500nld.exe].
Volg de instructies op het scherm op om Acrobat
Reader te installeren.
Macintosh-omgeving
Plaats de netwerkuitbreidingskit
1
"Software CD-ROM (1)" in de CD-ROM
drive van uw computer.
Dubbelklik op de [CD-ROM] icoon ()
2
op het bureaublad.
Dubbelklik op de [Acrobat Reader]
3
map en dubbelklik daarna op de
[Dutch] map.
Dubbelklik op de icoon [Reader
4
Installer].
Volg de instructies op het scherm op om Acrobat
Reader te installeren.
42
HET IP-ADRES CONTROLEREN
Er zijn verschillende instellingen waarin IP-adres moet worden ingevoerd en gecontroleerd.
Om het IP-adres van de machine te controleren, houdt u de statusknop van de netwerkuitbreidingskit minstens 2 seconden
ingedrukt om een lijst printerinstellingen af te drukken.
Statusknop
Let op
RESETTEN VAN DE NETWERKUITBREIDINGSKIT
Voor het resetten van de netwerkuitbreidingskit zet u de machine aan terwijl u de statusknop op de
netwerkuitbreidingskit ingedrukt houdt.
Nadat de netwerkuitbreidingskit gereset is, de netwerkscannerbestemming informatie en scaninstellingen blijven
behouden, maar de netwerkinstellingen en netwerkprinterinstellingen keren terug naar de standaard instellingen.
HARDWARE EN SOFTWARE EISEN
Alvorens het installeren van de software van de CD-ROM, die standaard meegeleverd wordt bij de machine, of de
CD-ROM, die meegeleverd wordt met de optionele netwerkuitbreidingskit (AR-NB3), moet u erop letten dat uw
computer aan de volgende eisen voldoet.
Windows
(standaard machinesysteem)
Bedrijfssysteem*
ComputertypeIBM PC/AT compatibele computer
Display800 x 600 dots (SVGA), 256 kleuren (of hoger)
1
Windows 95*
Windows NT Workstation 4.0 (Service Pack 5 of later)*
Windows 2000 Professional*
Windows XP Home Edition*
Windows Server 2003*
Standaard uitgerust met een
USB 2.0*
bidirectionele parallelle poort
(IEEE1284 compliant).
2,3
, Windows 98, Windows Me,
4
4
, Windows 2000 Server*
4,5
6
/1.1*7 poort of een
, Windows XP Professional*4,
Uitgerust met een
10Base-T/100Base-TX LAN
board
Windows
(opties)
3,4
4,5,
Macintosh
(opties)
Mac OS 8.6 to 9.2.2,
,
10.1.5 , 10.2.8, 10.3.3
tot 10.4.
Een omgeving waarin
het bovengenoemde
besturingssysteem
volledig kan functioneren
3
Vrije ruimte op de
harde schijf
Andere hardware
vereisten
*1 Printen is niet beschikbaar in de MS-DOS modus.
*2 Als u de PC-FAX stuurprogramma of Printer Administration Utility in Windows 95 installeert, moet een systeembestand
worden geüpdate voordat het hulpprogramma geïnstalleerd kan worden. Voor meer informatie klikt u op de knop "README
Weergeven" in het Software-selectiescherm van de Installer.
*3 USB wordt niet ondersteund.
*4 Beheerderrechten zijn vereist om deze software te installeren.
*5 Het MFP stuurprogramma, Button Manager en andere software op de "Software CD-ROM (1)" die standaard bij de machine
meegeleverd wordt, worden niet ondersteund.
*6 De USB 2.0 poort van de machine verstuurt de gegevens alleen volgens de standaard USB 2.0 (Hoge snelheid)
gespecificeerde snelheid als het Microsoft USB 2.0 stuurprogramma is geïnstalleerd op de computer, of als het USB 2.0
stuurprogramma voor Windows 2000 Professional/XP (geleverd door Microsoft via "Windows Update") is geïnstalleerd.
*7 Compatibel met modellen, waarop Windows 98, Windows Me, Windows 2000 Professional, Windows XP Professional of
Windows XP Home Edition, Windows Server 2003 al zijn geïnstalleerd en die standaard voorzien zijn van een USB interface.
Een omgeving waarin alle bovengenoemde besturingssystemen volledig kunnen functioneren
150 MB of meer
43
MET DE COMPUTER VERBINDEN
Het aansluiten van een USB-kabel
Schaf een USB (afgeschermde) kabel aan die voldoet
aan de onderstaande specificatie.
Het USB interface op het apparaat komt overeen met
de USB 2.0*/1.1 standaard.
*
wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd.
USB-2:
USB 2.0 poort
USB-1:
USB 1,1 poort
Opmerkingen
• De USB 2.0 poort van de machine verstuurt de gegevens alleen volgens de standaard USB 2.0 (Hoge
snelheid) gespecificeerde snelheid als het Microsoft USB 2.0 stuurprogramma is geïnstalleerd op de
computer, of als het USB 2.0 stuurprogramma voor Windows 2000 Professional/XP (geleverd door Microsoft
via "Windows Update") is geïnstalleerd.
• De "USB 2.0-modus" in de gebruikersprogramma’s van de machine moeten op "Hoge snelheid" worden
ingesteld om te profiteren van de volledige USB 2.0 dataoverdracht. Raadpleeg het handboek voor de
hoofoperator voor meer informatie.
Gebruik de "HOGE SNELHEID" modus alleen wanneer uw computer draait onder Windows 2000/XP/Server 2003.
•
• Zelfs wanneer de Microsoft USB 2.0 driver wordt gebruikt, zijn sommige USB 2.0 uitbreidingskaarten niet in
staat om de USB 2.0 snelheid te halen. Neem contact op met de fabrikant van uw pc uitbreidingskaart voor de
laatste driver (die wellicht een hogere snelheid biedt).
• De kabel kan ook in een USB 1.1 poort geplaatst worden. Het vermogen blijft echter hetzelfde als USB 1.1.
Aansluiten van een parallelle kabel
Schaf een Centronics (afgeschermde) kabel aan die
voldoet aan de onderstaande specificatie.
De parallelle poort van de machine voldoet aan de
IEEE-STD-1284-1994 ECP richtlijnen.
Connectortype (op de machine):
36-pin Amphenol vrouwelijke connector
Aansluiting met een netwerkconnector
Als de machine gebruikt wordt als een
netwerkcomputer, lees dan de On line handleiding
van de "Network Utilities" CD-ROM die bij de
netwerkuitbreidingskit (AR-NB3) meegeleverd wordt.
Gebruik een afgeschermde netwerkkabel.
44
PC-FAX VERZENDING GEBRUIKEN (wanneer de
faxoptie in de Windows-omgeving is
geïnstalleerd)
Als u een document wilt faxen met de PC-FAX-functie, volgt u dezelfde procedure als wanneer u het document
vanaf een toepassing afdrukt. Eerst selecteert u de geïnstalleerde PC-FAX stuurprogramma als de “printer” en
begint daarna het printen. Er worden beeldgegevens voor faxverzending gegenereerd en het beeld wordt als een
fax verzonden.
Voor meer informatie over het gebruik van de PC-FAX-functie, zie de “Gebruiksaanwijzing”die samen met de
PC-FAX stuurprogramma geïnstalleerd is.
Als u de gebruiksaanwijzing wilt openen, klikt u op de Startknop van Windows, selecteer “Programma’s”, “SHARP
PC-FAX stuurprogramma V2” en daarna “Gebruiksaanwijzing”.
3
45
SOFTWARE-INSTALLATIEGIDS
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.