Sharp AR-206 User Manual [nl]

MODEL
AR-206
DIGITAAL LASER-KOPIEERAPPARAAT
GEBRUIKSAANWIJZING
BLZ.
ALVORENS TE KOPIËREN
2
KOPIËREN
BEDRIJFSINDICATORS
ALGEMENE INFORMATIE
OPTIONELE ACCESSOIRES
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Neem de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht tijdens het gebruik van dit kopieerapparaat.
De fuseereenheid is heet. Wees voorzichtig in de buurt ervan wanneer u vastgelopen papier verwijdert.
Waarschuwing
Voorzichtig
Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron. Hierdoor kunnen uw ogen beschadigd worden.
Plaats het kopieerapparaat op een stevige en horizontale ondergrond.
Installeer het kopieerapparaat niet in een vochtige of stoffige omgeving.
Wanneer het kopieerapparaat gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat worden, bijvoorbeeld gedurende aaneengesloten vrije dagen, schakelt u de hoofdschakelaar uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Zorg bij het verplaatsen van het kopieerapparaat ervoor dat de hoofdschakelaar uit staat en de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Dek het kopieerapparaat niet af met een stofhoes, een grote doek of een vel plastic, terwijl de stroom aan staat. Hierdoor kan het afvoeren van warmte worden gehinderd en het kopieerapparaat worden beschadigd.
Het bedienen van onderdelen, maken van instellingen, en uitvoeren van procedures die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke laserstraling.
Veiligheidsinformatie betreffende de laser
Golflengte 785 nm ±10 nm Aantal pulsen (8,141 µs ±0,1 µs)/7 mm Uitgangsvermogen 0,2 mW ± 0,02 mW
INHOUD Blz.
ALVORENS TE KOPIËREN
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
BELANGRIJKSTE EIGENSCHAPPEN . . . . . . . . . . . . . . . 3
NAAM EN FUNCTIE VAN DE ONDERDELEN . . . . . . . . . . 4
– Algemeen overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
– Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
BIJVULLEN VAN PAPIER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
KOPIËREN
ACCOUNTREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
NORMAAL KOPIËREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOMEN . . . . . . . . . . . . . . 16
INVOEREN VANAF DE HANDINVOER (speciaal papier)
DUBBELZIJDIG KOPIËREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
X/Y-ZOOM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Z/W-OMKEER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
BOEKKOPIËREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
ONDERBREKEN VAN EEN KOPIEEROPDRACHT . . . . 26
INSTELLEN VAN HET AUTOMATISCHE BELICHTINGSNIVEAU
TONERBESPARINGSFUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
. . . 18
. . 27
ALVORENS TE KOPIËREN
KOPIËREN
BEDRIJFS-
INDICATORS
BEDRIJFSINDICATORS
ALGEMENE INFORMATIE
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE . . . . . . 29
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN . . . . . . . . . . 31
ONTWIKKELAAR VEREIST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
ONDERHOUD VEREIST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
ALGEMENE INFORMATIE OPTIONELE ACCESSOIRES
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
– Instellingen voor de accountregeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
ENERGIEBESPARINGSFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER . . . . . . . . . . . . . . 46
PROBLEMEN MET HET KOPIEERAPPARAAT? . . . . . . 48
VERBRUIKSMATERIALEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
– Type en formaat papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
– Gebruik originele onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
OPTIONELE ACCESSOIRES
KOPIEERSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
EENMALIG-DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER (AR-SP2)/ ZELF-OMKERENDE EENMALIG-DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER (AR-SP1)
ELEKTRONISCHE UITBREIDINGSKAART (AR-EB3)
– Sorteren/groeperen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
– 2-in-1 of 4-in-1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
– Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
– Kantlijnverschuiving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
250-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-DE5)/
2x250-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-DE6) . . . . . . 72
. 57
. . . . 64
INDEX. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
1
ALVORENS TE KOPIËREN
INLEIDING
Dit kopieerapparaat is ontworpen om handige kopieermogelijkheden te bieden met een zo klein mogelijk ruimtebeslag en een zo groot mogelijk bedieningsgemak. Om alle gebruiksmogelijkheden van dit kopieerapparaat optimaal te kunnen benutten, dient u uzelf vertrouwd te maken met deze gebruiksaanwijzing en het kopieerapparaat. Houd deze gebruiksaanwijzing onder handbereik om er tijdens het gebruik van het kopieerapparaat snel een beroep op te kunnen doen.
Inleiding
Opmerking
Dit kopieerapparaat kan worden gebruikt als een laserprinter door optionele onderdelen te installeren. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft echter alleen het gebruik als kopieerapparaat. Voor een beschrijving van het gebruik als laserprinter, leest u de afzonderlijke gebruiksaanwijzing. (Niet alle opties zijn in alle landen verkrijgbaar.)
Notatieconventies gebruikt in deze gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing worden de onderstaande iconen gebruikt om de gebruiker attent te maken op informatie die voor het gebruik van dit kopieerapparaat belangrijk is.
Waarschuwt de gebruiker ervoor dat als de waarschuwing niet goed wordt opgevolgd, dit kan leiden tot verwonding
Waarschuwing
Voorzichtig
Opmerking
van de gebruiker of beschadiging van het kopieerapparaat.
Maakt de gebruiker erop attent dat als de attentie niet goed wordt opgevolgd, dit kan leiden tot beschadiging van het kopieerapparaat of een van de onderdelen ervan.
Opmerkingen geven informatie over het kopieerapparaat met betrekking tot de technische gegevens, functies, prestaties, bediening en dergelijke, die nuttig kan zijn voor de gebruiker.
Geeft een letter aan die op de kopie-aantal-display wordt afgebeeld.
2
BELANGRIJKSTE EIGENSCHAPPEN
ALVORENS TE KOPIËREN
Razendsnel laserkopiëren
De eerste-kopietijd is slechts 7,2 seconden (behalve in een energiebesparingsfuncties of onmiddellijk na het inschakelen).
De kopieersnelheid is 20 kopieën/min.: goed genoeg voor zakelijk gebruik, waardoor efficiënter kan worden gewerkt.
Kwalitatief hoogstaande digitale beelden
Kwalitatief hoogstaand kopiëren op 600 dpi.
Naast de automatische belichtingsfunctie, kan de handmatige belichting op vijf niveaus worden ingesteld.
Met de foto-belichtingsfunctie is het scherp kopiëren van gedetailleerde halftoon origineelbeelden, zoals zwart-witfoto’s
Belangrijkste eigenschappen
en kleurenfoto’s, mogelijk. De foto-belichtingsfunctie is in vijf stappen instelbaar.
Indrukwekkende kopieermogelijkheden
U kunt zoomkopiëren van 50% tot 200% in stapjes van 1%.
Ononderbroken kopiëren van maximaal 99 vellen is eveneens mogelijk.
Nuttige speciale functies, zoals X/Y-zoom, Z/W-omkeer en boekkopiëren, staan ter beschikking.
De tonerbesparingsfunctie verlaagt het tonerverbruik met ongeveer 10%.
Gebruikersprogramma’s stellen u in staat de functies overeenkomstig uw behoeften in te stellen of te veranderen. De gebruikersprogramma’s maken tevens het instellen van de interne accountregeling mogelijk.
U kunt automatisch dubbelzijdig kopiëren.
Eenmaal scannen, vele malen afdrukken (alleen enkelzijdig kopiëren)
Het kopieerapparaat is uitgerust met een 1-pagina geheugenbuffer. Door deze buffer is het kopieerapparaat in staat een origineel slechts 1 keer te scannen en maximaal 99 kopieën te maken. Deze mogelijkheid zorgt ervoor dat u efficiënter kan werken, verlaagt het geluidsniveau van het werkende kopieerapparaat, en vermindert de slijtage van het scanmechanisme waardoor de betrouwbaarheid verhoogd wordt.
Optionele mogelijkheden
De optionele eenmalig-doorvoerende origineelinvoer (SPF) maakt het automatisch invoeren van maximaal 30 originelen mogelijk.
De optionele zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer (RSPF) maakt het automatisch invoeren van maximaal 30 tweezijdige originelen mogelijk.
De optionele elektronische uitbreidingskaart stelt u in staat vele nuttige gebruiksmogelijkheden aan uw kopieerapparaat toe te voegen. Meerdere kopiesets kunnen worden gesorteerd zonder dat een sorteereenheid noodzakelijk is, en iedere kopieset kan verspringend ten opzichte van de voorgaande kopieset worden uitgevoerd. Tevens zijn de wisfunctie, kantlijnverschuivingsfunctie, en 2-in-1-functie en 4-in-1-functie beschikbaar. (Voor het gebruik van de 2-in-1-functie en 4-in-1-functie alsmede de sorterenfunctie en groeperenfunctie moet tevens de optionele SPF of RSPF zijn aangebracht.)
Dit kopieerapparaat kan worden gebruikt als een laserprinter door de optionele printer uitbreidingskaart te installeren.
Niet alle opties zijn in alle landen verkrijgbaar.
Opmerking
Milieuvriendelijk ontwerp
De kopie-uitvoerlade is in het inwendige van het kopieerapparaat geplaatst om plaatsingsruimte te besparen.
Een voorverwarmingsfunctie en een automatische uitschakelfunctie zijn aanwezig om het energieverbruik te verlagen in de stand-by-stand.
3
ALVORENS TE KOPIËREN
ALVORENS TE KOPIËREN
NAAM EN FUNCTIE VAN DE ONDERDELEN
Algemeen
overzicht
Naam en functie van de onderdelen
Origineelklep (los verkrijgbaar)
Plaats het origineel op de glasplaat en sluit de origineelklep.
Glasplaat
Plaats het te kopiëren origineel hierop.
Handgrepen
Pak het kopieerapparaat hier vast als u dit wilt verplaatsen.
Hoofdschakelaar
Druk hierop om de stroom van het kopieerapparaat aan en uit te zetten.
Bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen zijn hierop samengebracht voor een groot bedieningsgemak.
Kopie-uitvoerlade
Afgewerkte kopieën worden in de kopie-uitvoerlade uitgevoerd.
Voorklep
Open deze klep om papierstoringen op te heffen en om het kopieerapparaat te onderhouden.
Papierladen
In iedere papierlade kan 250 vellen papier worden bijgevuld.
Zijklep
Open deze klep om papierstoringen op te heffen en om het kopieerapparaat te onderhouden.
Handgreep van de zijklep
Til deze op en trek eraan om de zijklep te openen.
Papiergeleiders van de handinvoer
Stel deze in op de breedte van het papier.
Handinvoer
Papier, inclusief speciaal papier (zoals transparanten), kan hier vanaf worden ingevoerd.
Verlenging van de handinvoer
Trek deze naar buiten wanneer u een groot formaat papier, zoals B4-formaat en A3-formaat, invoert.
Laderreiniger
Gebruik deze om de overdrachtslader te reinigen.
4
NAAM EN FUNCTIE VAN DE ONDERDELEN
ALVORENS TE KOPIËREN
ALVORENS TE KOPIËREN
Naam en functie van de onderdelen
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Gebruik deze hendel om de tonercartridge te ontgrendelen.
Tonercartridge
Hierin zit de toner.
Fotogeleidende drum
De kopiebeelden worden op de fotogeleidende drum gevormd.
Draaiknop van de rollen
Draai aan deze knop om vastgelopen papier te verwijderen.
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Duw deze omlaag om vastgelopen papier te verwijderen.
De fuseereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen
Waarschuwing
Papiergeleider
Open deze om vastgelopen papier te verwijderen.
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Laderreiniger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
van vastgelopen papier.
Toebehoren
5
Deze toetsen worden niet gebruikt voor de functies van het kopieerapparaat.
NAAM EN FUNCTIE VAN DE ONDERDELEN
ALVORENS TE KOPIËREN
ALVORENS TE KOPIËREN
Naam en functie van de onderdelen
ONDERBREKING-toets en -indicator ( )
(blz. 26)
Hiermee kunt u een kopieeropdracht onderbreken.
Kopie-aantal-display
Dit geeft het opgegeven aantal te maken kopieën aan tijdens de gebruiksklaar-toestand en geeft het aantal nog te maken kopieën aan tijdens het kopiëren. Zie tevens
ZOOM-indicator (blz. 17)
Licht op wanneer een kopieerfactor is ingesteld.
Kopieerfactordisplay-toets ( ) (blz. 17)
Houd deze toets ingedrukt in de stand-bystand om de kopieerfactor op de kopie-aantal-display af te beelden.
Zoomtoetsen (blz. 17)
Druk op deze toetsen om iedere kopieerfactor van 50% tot 200% in stapjes van 1% in te stellen.
PAPIERFORMAAT INSTEL-toets ( )
(blz. 12)
Druk op deze toets om het formaat in te stellen van het papier dat in een papierlade is bijgevuld.
ACCOUNT WIS-toets ( ) (blz. 13)
Sluit een geopende account.
PAPIERFORMAAT-indicators
Lichten op om het ingestelde papierformaat aan te geven.
Waarschuwingsindicators
ENERGIEBESPARING-indicator ( ) (blz. 44)
Licht op wanneer het kopieerapparaat in een energie­besparingsfunctie staat.
SPF-indicator (blz. 58)
Licht op wanneer originelen in de origineelinvoerlade van de optionele SPF of RSPF zijn geplaatst.
Uitvoerlade-vol-indicator (blz. 65)
Licht op om aan te geven dat de kopieën vanaf de uitvoerlade moeten worden verwijderd.
6
Bedienings-
paneel
en .
: Onderhoud-vereist-indicator (blz. 36) : Tonercartridge-vervangingsindicator (blz. 29) : Ontwikkelaar vervangingsindicator (blz. 36) : Papier-bijvulindicator (blz. 10) : Papierstoringsindicator (blz. 31)
Z/W-
OMKEER
Druk op deze toets om de zwarte en witte delen op het origineel om te draaien op de kopie.
X/Y-ZOOM-toets en -indicator ( ) (blz. 22)
Druk op deze toets om de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk van elkaar in te stellen.
SORTEREN/GROEPEREN-toets en -indicators (
/ ) (blz. 65)
Druk op deze toets om de sorterenfunctie of de groeperen­functie te kiezen wanneer de optionele elektronische uitbreidingskaart en de optionele SPF of RSPF zijn aangebracht.
ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( )
Knippert wanneer het geheugen vol raakt met de beeldgegevens van de gescande originelen. (Wordt gebruikt wanneer de optionele elektronische uitbreidingskaart en de optionele SPF of RSPF zijn aangebracht.)
2-IN-1/4-IN-1-toets en -indicators
(blz. 67)
Druk op deze toets om de 2-in-1-functie of de 4-in-1­functie te kiezen. (Alleen beschikbaar wanneer de optionele elektronische uitbreidingskaart en de optionele SPF of RSPF zijn aangebracht.)
AUTOMATISCH/HANDMATIG/FOTO-toets en
-indicators ( / / ) (blz. 14)
Druk bij herhaling op deze toets om achtereenvolgens de automatische belichtingsfunctie, handmatige belichtingsfunctie en foto-belichtingsfunctie te kiezen.
Lichttoets ( ), donkertoets ( ) en belichtingsniveau-indicators (blz. 15)
Druk op deze toetsen om het belichtingsniveau in de handmatige belichtingsfunctie en in de foto-belichtings­functie in te stellen.
Cijfertoetsen
Druk op deze toetsen om het aantal te maken kopieën in te voeren of om in gebruikersprogramma’s gegevens in te voeren.
Nultoets
Druk op deze toets als onderdeel van de cijfertoetsen om het aantal te maken kopieën in te voeren. Druk op deze toets tijdens ononderbroken kopieer­opdrachten om het aantal reeds gemaakte kopieën in de huidige kopieeropdracht af te beelden.
-toets en -indicator
( / )
( ) (blz. 24)
NAAM EN FUNCTIE VAN DE ONDERDELEN
ALVORENS TE KOPIËREN
ALVORENS TE KOPIËREN
Naam en functie van de onderdelen
Houd deze toets in de stand-bystand ingedrukt om de totale productie af te beelden.
Houd de toets ingedrukt
1ste display
12.345
2de display
vellen uitgevoerd
Opmerking:
Dubbelzijdige kopieën worden als twee kopieën geteld.
A3-formaat kopieën tellen als twee vellen.
WIS-toets ( )
Wist de kopie-aantal-display of stopt een kopieeropdracht.
START-toets en -indicator ( )
Kopiëren is mogelijk wanneer deze indicator oplicht. Druk op deze toets om met het kopiëren te beginnen.
WIS ALLES-toets ( )
Wist alle gekozen instellingen en stelt het kopieerapparaat terug op de standaardinstellingen.
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen en
-indicators (blz. 17)
Druk op bij herhaling op deze toetsen om achtereen­volgens de volgende vaste verkleiningsfactoren en vergrotingsfactoren te kiezen: 50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141% en 200%.
ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets en
-indicators (
)
Druk op deze toets om het origineelformaat.
AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( )
Wanneer deze indicator oplicht, wordt papier van het juiste formaat automatisch gekozen aan de hand van het origineelformaat en de ingestelde kopieerfactor.
PAPIERLADEKEUZE-toets ( ) (blz. 14)
Druk op deze toets om handmatig een papierlade te kiezen.
AUTO IMAGE-toets en -indicator ( )
Druk op deze toets om de kopieerfactor automatisch te laten instellen.
Papierinvoerbronindicators/papierstorings­plaatsindicators (blz. 31)
De gekozen papierinvoerbron wordt aangegeven door een oplichtende indicator (
). De plaats waar papier is vastgelopen wordt bij benadering aangegeven door een knipperende rode indicator (
BOEK KOPIEER-toets en -indicator ( )
(blz. 25)
Druk op deze toets om afzonderlijke kopieën te maken van twee naast elkaar op de glasplaat geplaatste originelen.
WIS-toets en -indicators ( / ) (blz. 69)
Druk op deze toets om de randwisfunctie en/of de middenwisfunctie te kiezen. (Alleen beschikbaar wanneer de optionele elektronische uitbreidingskaart is aangebracht.)
KANTLIJNVERSCHUIVING-toets en -indicator ( ) (blz. 71)
Druk op deze toets om het beeld op de kopie te verschuiven zodat een inbindkantlijn aan de linkerkant (of aan de bovenkant) van de kopie ontstaat. (Alleen beschikbaar wanneer de optionele elektronische uitbreidingskaart is aangebracht.)
ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets en -indicators
(blz. 20 en 58)
Druk op deze toets om de enkelzijdig en dubbelzijdig kopieerfuncties te kiezen.
: Voor het maken van dubbelzijdige kopieën
van enkelzijdige originelen.
: Voor het maken van dubbelzijdige kopieën
van dubbelzijdige originelen. (Deze kopieerfunctie kan alleen gekozen worden als de optionele RSPF is aangebracht.)
: Voor het maken van enkelzijdige kopieën
van dubbelzijdige originelen. (Deze kopieerfunctie kan alleen gekozen worden als de optionele RSPF is aangebracht.)
Standaardinstellingen
Het kopieerapparaat stelt de standaardinstellingen in nadat deze voor het eerst wordt ingeschakeld, nadat op de WIS ALLES-toets ( ) is gedrukt, of ongeveer een minuut* nadat de laatste kopie is gemaakt in een van de kopieerfuncties.
Kopieerfactor: 100%
Belichting: automatisch
Aantal kopieën: 0
Alle speciale kopieerfuncties: uit
Automatische papierkeuze: aan
Papierinvoerbron: laatst gekozen papierlade
* Deze tijdsduur (de automatische terugsteltijd) kan worden
veranderd. Zie blz. 37, GEBRUIKERSPROGRAMMAS.
).
7
ALVORENS TE KOPIËREN
Installatie
INSTALLATIE
Een onjuiste installatie kan het kopieerapparaat beschadigen. Let a.u.b. op het onderstaande wanneer u het kopieerapparaat voor het eerst installeert en wanneer het kopieerapparaat wordt verplaatst.
Wanneer het kopieerapparaat wordt verplaatst van een koud vertrek naar een warm vertrek, is het mogelijk dat zich in het kopieerapparaat condens vormt. Als u het kopieerapparaat in deze toestand
Voorzichtig
Installeer het kopieerapparaat niet op plaatsen met een van de volgende kenmerken:
nat, vochtig of erg stoffig
blootgesteld aan direct zonlicht
bedient, zal een slechte kopiekwaliteit worden verkregen en zullen er storingen ontstaan. Laat het kopieerapparaat minstens twee uur bij kamertemperatuur staan alvorens het te gebruiken.
slecht geventileerd
onderhevig aan extreme schommelingen van de temperatuur of vochtigheidsgraad, bijv. nabij een airconditioner of verwarmingstoestel.
Voor een gemakkelijke aansluiting moet het kopieerapparaat dichtbij een toegankelijk stopcontact worden geplaatst.
Let erop dat het netsnoer uitsluitend wordt aangesloten op een stopcontact dat voldoet aan opgegeven stroomvoorzienings­vereisten. Controleer tevens dat het stopcontact goed geaard is.
Voor de stroomvoorzieningsvereisten van dit kopieerapparaat raadpleegt u het identificatieplaatje op de achterkant van het kopieerapparaat.
Sluit het kopieerapparaat aan op een stopcontact dat niet gebruikt wordt door andere elektrische apparaten.
Opmerking
Zorg ervoor dat de vereiste ruimte rondom het kopieerapparaat wordt vrijgelaten voor het plegen van onderhoud en voor een goede ventilatie.
Als een lamp op hetzelfde stopcontact is aangesloten, kan het licht flikkeren.
8
10 cm
VOORZORGSMAATREGELEN
Let er goed op dat u het kopieerapparaat behandelt in overeenstemming met het onderstaande om de goede prestaties van het kopieerapparaat te waarborgen.
Laat het kopieerapparaat niet vallen, stel het niet bloot aan schokken, en stoot het niet tegen een ander voorwerp.
Bewaar extra tonercartridges op een koele, droge plaats zonder deze uit de verpakking te halen voordat ze worden gebruikt.
Wanneer deze worden blootgesteld aan direct zonlicht of extreme hitte, kan de kopiekwaliteit achteruit gaan.
ALVORENS TE KOPIËREN
Voorzorgsmaatregelen
Raak de fotogeleidende drum niet aan (het groene gedeelte).
Krassen of vegen op de druk zal resulteren in vieze kopieën.
9
ALVORENS TE KOPIËREN
Om ruimte te besparen is dit kopieerapparaat uitgerust met een verstelbare papierlade die gemakkelijk vanaf de voorkant kan worden geopend voor het bijvullen van papier. Voor de beste resultaten gebruikt u uitsluitend kopieerpapier aanbevolen door SHARP (zie blz. 51). De papier-bijvulindicator ( ) licht op wanneer zich geen papier in de gekozen papierinvoerbron bevindt, of wanneer de gekozen papierlade niet is aangebracht of niet goed is aangebracht.
Wanneer het papierformaat wordt verandert in een
Bijvullen van papier
Opmerking
papierlade, moet het formaat van het papier worden ingevoerd door middel van bedieningsstappen 8 tot en met 11 op blz. 12. Als u dit niet doet, is het mogelijk dat tonervlekken op de randen van de kopieën zichtbaar zijn. Bovendien zullen de AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE­functie en de AUTO IMAGE-functie niet juist werken.
BIJVULLEN VAN PAPIER
Til de papierlade voorzichtig op en trek deze uit het kopieerapparaat totdat deze stopt.
1
Maximale hoogtelijn
Duw de drukplaat omlaag totdat deze vergrendeld wordt.
2
Waaier het kopieerpapier uit en plaats dit in de papierlade. Zorg ervoor dat de hoeken van het papier
3
onder de hoekhaken vallen.
Wanneer u een ander papierformaat bijvult, moet de papierlade worden aangepast. Zie hiervoor de volgende bladzijde.
Plaats het papier langs de geleiders.
De papierlade kan maximaal 250 vellen papier bevatten. Vul geen papier bij tot boven de maximale hoogtelijn.
10
Duw de papierlade stevig terug in het kopieerapparaat.
4
BIJVULLEN VAN PAPIER
Veranderen van het papierformaat in de papierlade
Til de papierlade voorzichtig op en trek deze uit het kopieerapparaat totdat deze stopt.
1
ALVORENS TE KOPIËREN
Bijvullen van papier
Linker geleider
Voorste geleider
Duw de drukplaat omlaag totdat deze vergrendeld wordt.
2
Knijp de vergrendeling in van de voorste geleider en verschuif de voorste geleider overeenkomstig de
3
breedte van het papier.
Verplaats de linker geleider naar de van toepassing zijnde gleuf, zoals aangegeven op de bodem van de
4
papierlade.
Wanneer u A5-formaat papier gebruikt, vult u dit bij in de bovenste papierlade. Indien u dit in een andere papierlade (inclusief papierladen in optionele papierinvoereenheden) gebruikt, kunnen papierstoringen optreden.
Vul papier bij in de papierlade.
5
Om het gekozen papierformaat aan te geven, plaatst u het van toepassing zijnde etiket in het verzonken
6
gedeelte aan de rechterkant op de voorkant van de papierlade.
Duw de papierlade stevig terug in het kopieerapparaat.
7
11
BIJVULLEN VAN PAPIER
ALVORENS TE KOPIËREN
Bijvullen van papier
Om het bijgevulde papierformaat op het kopieer­apparaat in te stellen, drukt u op de PAPIERFORMAAT
8
INSTEL-toets (
De gekozen papierinvoerbronindicator zal knipperen en de overeenkomstige (huidig ingestelde) papierformaatindicator zal oplichten. Alle overige indicators zullen uitgaan.
).
9
10
11
Druk op de PAPIERLADEKEUZE-toets ( ) om de papierlade te kiezen waarvan het papierformaat werd veranderd.
Bij iedere druk op de PAPIERLADEKEUZE-toets ( ) wordt een papierlade aangeduid door middel van een knipperende papier­invoerbronindicator.
Druk op de ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ( ) om het papierformaat te kiezen dat werd bijgevuld.
Bij iedere druk op de ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ( ) wordt een papierformaat aangeduid door middel van een papierformaatindicator.
Druk op de START-toets ( ) en vervolgens op de PAPIERFORMAAT INSTEL-toets (
Om het papierformaat van een andere papierlade op het kopieer­apparaat in te stellen, herhaalt u de bedieningsstappen 9 en 10 nadat u op de START-toets ( ) hebt gedrukt.
).
12
ACCOUNTREGELING
Wanneer de accountregeling van dit kopieerapparaat in gebruik is, functioneert het kopieerapparaat pas nadat een toegewezen 3-cijferig accountnummer is ingevoerd. Zie blz. 40 voor het instellen van de accountregeling.
Wanneer de accountregeling van dit kopieerapparaat in gebruik is, wordt als standaardinstelling “–––” op de kopie-aantal-display afgebeeld.
KOPIËREN
Voer uw accountnummer in met behulp van de cijfertoetsen.
1
Iedere keer als u een cijfer invoert, verdwijnt een streepje van de kopie-aantal-display.
Nadat een toegewezen accountnummer is ingevoerd, verandert de kopie-aantal-display in “0”.
Wanneer een niet-toegewezen accountnummer wordt ingevoerd, wordt nogmaals “–––” op de kopie-aantal-display afgebeeld, daarmee aangevende dat het accountnummer niet werd geaccepteerd.
Nadat het kopiëren klaar is, drukt u op de ACCOUNT
2
WIS-toets (
––– wordt nogmaals op de kopie-aantal-display afgebeeld, daarmee aangevende dat de accountregeling in gebruik is.
Nadat u in de onderbrekingsfunctie (zie blz. 26) klaar bent met de onderbrekende kopieeropdracht, drukt u op de ONDERBREKING­toets ( ). Alle voorgaande kopieerinstellingen zullen weer worden ingesteld en het voorheen gebruikte accountnummer zal weer worden gebruikt.
).
Accountregeling
13
NORMAAL KOPIËREN
Inschakelen
KOPIËREN
Normaal kopiëren
Zet de hoofdschakelaar aan.
1
2
3
Het opwarmen van het kopieerapparaat duurt ongeveer 35 seconden. U kunt tijdens het opwarmen echter reeds de gewenste kopieer­instellingen maken en op de START-toets ( begint automatisch nadat het opwarmen klaar is.
Wanneer de accountregeling van dit kopieerapparaat in gebruik is, licht de START-indicator ( ) niet op en wordt “–––” op de kopie-aantal­display afgebeeld. Voer een toegewezen 3-cijferig accountnummer in. Zie blz. 13.
Wanneer een optionele printer-uitbreidingskaart is aangebracht en alle indicators, behalve de ENERGIEBESPARING-indicator ( ), uit zijn, staat het kopieerapparaat in de automatische uitschakelfunctie. Druk in dit geval op de START-toets ( ). Zie blz. 44 ENERGIEBESPARINGSFUNCTIES.
Plaats het origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat. Lijn het origineel uit met de origineelformaatmarkeringen.
De ORIGINEELFORMAAT-indicator van het vastgestelde formaat zal oplichten.
Beeldverlies (max. 4 mm) kan zich voordoen langs de voor- en achterrand van de kopieën. Bovendien kan beeldverlies (max. 4 mm in totaal) zich voordoen langs de overige randen van de kopieën.
Sluit de origineelklep.
Papier van hetzelfde formaat als het origineel zal automatisch worden gekozen als de automatische papierkeuzefunctie is ingesteld. Om op papier van een ander formaat te kopiëren, drukt u op de PAPIERLADEKEUZE-toets ( ).
De automatische papierkeuzefunctie kan worden uitgeschakeld met behulp van gebruikersprogramma nr. 8. Wanneer deze functie is uitgeschakeld, gebruikt u de PAPIERLADEKEUZE-toets ( ) om de gewenste papierlade te kiezen. Zie blz. 37, GEBRUIKERS­PROGRAMMA’S.
De handinvoer kan niet automatisch worden gekozen.
Zorg ervoor dat de gewenste papierlade is gekozen.
) drukken. Het kopiëren
4
14
Stel de belichting in.
5
Dit kopieerapparaat heeft drie belichtingsfuncties waar uit u kunt kiezen: AUTOMATISCH ( ( ).
De automatische belichtingsfunctie is de standaardinstelling voor dit kopieerapparaat. In deze functie worden de karakteristieken van het origineel “afgelezen” door het belichtingssysteem en worden de belichtingsinstellingen automatisch gemaakt. Het contrast van de gekopieerde beelden wordt geoptimaliseerd door het effect van een gekleurde of gearceerde achtergrond te verminderen. Zie blz. 27 voor het instellen van het automatische belichtingsniveau.
), HANDMATIG ( ) en FOTO
NORMAAL KOPIËREN
Om de belichting handmatig in te stellen, drukt u op de AUTO­MATISCH/HANDMATIG/FOTO-toets ( / / ) om de HANDMATIG-belichtingsfunctie ( ) te kiezen en stelt u het belichtingsniveau naar wens in met behulp van de lichttoets ( ) en de donkertoets ( ).
Voor fotos kiest u de FOTO-belichtingsfunctie ( ) vervolgens stelt u het belichtingsniveau naar wens in met behulp van de lichttoets ( ) en de donkertoets ( ).
Er zijn 5 belichtingsniveaus aangegeven door 3 belichtingsniveau­indicators. (Een of twee indicators lichten tegelijkertijd op.) Wanneer belichtingsniveau 2 is gekozen, lichten de twee meest linkse belichtingsniveau-indicators tegelijkertijd op. Op dezelfde manier, wanneer belichtingsniveau 4 is gekozen, lichten de twee meest rechtse belichtingsniveau-indicators tegelijkertijd op.
KOPIËREN
Normaal kopiëren
Voer het aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
6
U kunt een enkele kopie maken met behulp van de standaardinstelling, d.w.z. terwijl “0” wordt afgebeeld.
In geval dat er een fout werd gemaakt, drukt u op de WIS-toets ( ) om een ingevoerd aantal te wissen.
Druk op de START-toets ( ).
7
Het aantal afgebeeld op de kopie-aantal-display neemt met 1 af iedere keer wanneer een kopie wordt gemaakt.
Druk op de WIS-toets ( ) om tijdens een kopieeropdracht het kopiëren te stoppen.
Om dezelfde kopieerbediening voor een ander origineel te herhalen, vervangt u eenvoudig het origineel door een nieuw origineel en drukt u op de START-toets (
Als het kopieerpapier in de gekozen papierlade opraakt tijdens een kopieeropdracht en geen andere papierlade hetzelfde formaat kopieerpapier bevat, kan de handinvoer worden gekozen met behulp van de PAPIERLADEKEUZE-toets (
).
).
Verwijderen van de origineelklep
De origineelklep kan van het kopieerapparaat worden verwijderd zodat u grote voorwerpen kan kopiëren. Om de origineelklep te verwijderen tilt u deze eenvoudigweg recht omhoog
Om de origineelklep weer op het kopieerapparaat te bevestigen, voert u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde uit.
15
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOMEN
Verkleiningsfactoren en vergrotingsfactoren kunnen automatisch worden gekozen met behulp van de AUTO IMAGE-toets ( ) of handmatig worden gekozen met behulp van de VASTE KOPIEERFACTOR­keuzetoetsen ( , ) en/of de zoomtoetsen ( , ). De zoomfunctie maakt een nauwkeurige instelling van de kopieerfactor mogelijk tussen 50% en 200% in stapjes van 1%.
KOPIËREN
Verkleinen/vergroten/zoomen
Automatisch
Plaats het origineel op de glasplaat en sluit de origineelklep.
1
De ORIGINEELFORMAAT-indicator van het vastgestelde formaat zal oplichten.
Druk op de PAPIERLADEKEUZE-toets ( ) om de papierlade te kiezen met het gewenste papierformaat.
2
Deze functie werkt niet wanneer een niet-standaardformaat papier wordt gebruikt, of wanneer de handinvoer wordt gebruikt.
Druk op de AUTO IMAGE-toets ( ).
3
De kopieerfactor wordt automatisch ingesteld.
Als een VASTE KOPIEERFACTOR-indicator knippert, is het mogelijk dat een deel van het origineelbeeld niet wordt gekopieerd.
16
Wanneer gebruikersprogramma nr. 7 niet is ingesteld en de plaatsingsrichting van het origineel niet overeenkomt met
Opmerking
Voer het aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
4
Druk op de START-toets ( ).
5
Opmerking
vaste verkleiningsfactoren of vergrotingsfactoren voor de gekozen papierlade, zal de ORIGINEELFORMAAT-indicator knipperen. Verander de plaatsingsrichting van het origineel.
Wanneer echter de optionele elektronische uitbreidingskaart is aangebracht, kan het origineelbeeld automatisch worden gedraaid.
Om de automatische verkleiningsfunctie/vergrotings­functie te annuleren, drukt u nogmaals op de AUTO IMAGE-toets (
Wanneer u originelen kopieer vanaf een optionele SPF of RSPF in deze functie, zal de automatische verkleiningsfunctie/vergrotingsfunctie automatisch worden geannuleerd nadat het kopiëren klaar is.
).
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOMEN
Handmatig
Plaats het origineel op de glasplaat en sluit de origineelklep.
1
Druk op de VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen ( ,
2
A. De vaste verkleiningsfactoren zijn: 86%, 81%, 70% en 50%. B. De vaste vergrotingsfactoren zijn: 115%, 122%, 141% en 200%. C. Zoomfactoren: Iedere kopieerfactor tussen 50% en 200% kan
D. Terugstellen op 100%: Druk bij herhaling op de of
) en op de zoomtoetsen ( , ) om de gewenste
kopieerfactor in te stellen.
Om een vaste verkleiningsfactor of vergrotingsfactor te kiezen, drukt u bij herhaling op de of toets totdat de indicator van de gewenste kopieerfactor oplicht.
worden ingesteld in stapjes van 1%. Druk op de of toets om de kopieerfactor bij benadering in te stellen, en druk vervolgens op de toets om de kopieerfactor te verlagen of op de toets om de kopieerfactor te verhogen.
Wanneer op een zoomtoets ( , ) wordt gedrukt, licht de ZOOM­indicator op en wordt de ingestelde zoomfactor gedurende tenminste twee seconde op de kopie-aantal-display afgebeeld.
Om de ingestelde zoomfactor te controleren zonder deze te veranderen, drukt u op de kopieerfactordisplay-toets ( ). Nadat de toets is losgelaten, verandert de display weer naar de kopie-aantal-display.
Om de zoomfactor snel te verlagen of verhogen, houd u de of toets ingedrukt. De afgebeelde zoomfactor zal echter stoppen bij de eerstvolgende vaste verkleiningsfactor of vergrotingsfactor. Om voorbij deze factoren te komen, laat u de toets even los en houdt u deze vervolgens weer ingedrukt.
toets totdat de kopieerfactor is teruggekeerd naar 100%.
KOPIËREN
Verkleinen/vergroten/zoomen
Zorg ervoor dat de gewenste papierlade is gekozen.
3
Wanneer de automatische papierkeuzefunctie is ingeschakeld, zal het van toepassing zijnde papierformaat automatische zijn gekozen afhankelijk van het origineelformaat en de kopieerfactor. Wanneer de gekozen KOPIEERFACTOR-indicator of de ZOOM-indicator knippert, dan is het beeld te groot voor het papierformaat.
Wanneer de automatische papierkeuzefunctie is uitgeschakeld, of wanneer u op een ander papierformaat wilt kopiëren, gebruikt u de PAPIERLADEKEUZE-toets ( ) om de papierinvoerbron te kiezen waarin het gewenste papierformaat is bijgevuld.
Voer het aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen en druk op de START-toets (
4
).
17
INVOEREN VANAF DE HANDINVOER (speciaal papier
De indicator wordt gebruikt om op transparanten, etiketten en ander speciaal papier te kopiëren. Maximaal 100 vellen gewoon papier kunnen in de handinvoer worden geplaatst.
Bij het kopiëren op speciaal papier moet het origineelbeeld kleiner zijn dan het papierformaat van het speciaal papier.
Opmerking
KOPIËREN
Wanneer het origineelbeeld groter is dan het papier­formaat van het speciaal papier, is het mogelijk dat vegen op de randen van de kopieën ontstaan. Bij het kopiëren op gewoon kopieerpapier is het tevens mogelijk dat vegen op de randen van het kopieerpapier ontstaan als het papierformaat niet minstens zo groot is als het origineelbeeld.
Klap de handinvoer omlaag.
1
Invoeren vanaf de handinvoer (speciaal papier)
)
Wanneer u papier van B4-formaat of A3-formaat invoert, trekt u de verlenging van de handinvoer uit.
Stel de papiergeleiders af op de breedte van het papier.
2
Steek het papier (met de te bedrukken kant naar beneden gericht) helemaal in de handinvoer.
3
Maximaal 100 vellen standaard kopieerpapier tussen A6-formaat en A3-formaat kunnen in de handinvoer worden geplaatst.
A6-formaat kopieerpapier moet met de smalle zijkant eerst in de gleuf van de handinvoer worden ingevoerd.
Transparanten, etiketten en ander speciaal papier (behalve enveloppen) moeten één voor één worden ingevoerd. Maximaal 10 enveloppen kunnen worden geplaatst.
Wanneer u papier wilt toevoegen, verwijdert u eerst het resterende papier, combineert u dit met het toe te voegen papier, en herplaatst u dit als één stapel in de handinvoer.
Zorg bij het plaatsen van enveloppen ervoor dat deze recht en vlak liggen.
18
INVOEREN VANAF DE HANDINVOER (speciaal papier)
Druk op de PAPIERLADEKEUZE-toets ( ) om de handinvoer te kiezen.
4
KOPIËREN
Laat het aantal te maken kopieën op “0” staan wanneer u speciaal papier invoert. Voer het aantal te maken
5
kopieën in met behulp van de cijfertoetsen wanneer u gewoon papier of enveloppen invoert.
Druk op de START-toets ( ).
6
Invoeren vanaf de handinvoer (speciaal papier)
19
DUBBELZIJDIG KOPIËREN
U kunt met dit kopieerapparaat automatisch dubbelzijdige kopieën maken. Voor het maken van dubbelzijdige kopieën vanaf de glasplaat volgt u de onderstaande procedure. Dubbelzijdige kopieën kunnen volledig automatisch gemaakt worden van enkelzijdige originelen wanneer een eenmalig­doorvoerende origineelinvoer (SPF) of een zelf-omkerende eenmalig­doorvoerende origineelinvoer (RSPF) is aangebracht. Zie blz. 58. Bovendien kunnen dubbelzijdige kopieën volledig automatisch gemaakt worden van dubbelzijdige originelen en kunnen enkelzijdige kopieën volledig automatisch gemaakt worden van dubbelzijdige originelen wanneer een zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer (RSPF) is aangebracht. Zie blz. 60.
KOPIËREN
Plaats het eerste origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat en sluit de origineelklep.
1
Dubbelzijdig kopiëren
Druk op de ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets en kies enkelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren (
2
Controleer dat de gewenste papierlade is gekozen.
3
De papierformaten die kunnen worden gebruikt in de dubbelzijdig kopieerfunctie zijn: A5-formaat, A4-formaat, A4R-formaat en A3­formaat.
De handinvoer kan niet worden gebruikt in de dubbelzijdig kopieerfunctie.
).
20
Druk op de START-toets ( ).
4
De indicator zal knipperen.
De kopie zal niet worden uitgevoerd totdat beide kanten gescand zijn.
DUBBELZIJDIG KOPIËREN
Plaats het tweede origineel met de bedrukte kant naar beneden gericht op de glasplaat en druk nogmaals op
5
de START-toets (
Om een dubbelzijdige kopieeropdracht te stoppen, drukt u op de WIS­toets ( ).
Wanneer een oneven aantal originelen wordt geplaatst, drukt u aan het einde van de kopieeropdracht op de ORIGINEEL NAAR KOPIE­toets om de laatste kopie uit te voeren.
) om op de andere kant te kopiëren.
KOPIËREN
Dubbelzijdig kopiëren
Opmerking
Om de dubbelzijdig kopieerfunctie te annuleren, drukt u herhaaldelijk op de ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets totdat alle indicators in het ORIGINEEL NAAR KOPIE-gedeelte van het bedieningspaneel uit zijn.
Het beeld op de voorkant van ieder origineel kan 180° worden gedraaid met behulp van de beelddraaiingsfunctie. Deze functie is handig wanneer de originelen en de kopieën de liggende (horizontale) plaatsingsrichting hebben en de dubbelzijdige kopieën gelezen moeten worden door ze van links naar rechts om te slaan, in plaats van boven naar beneden. Om deze functie in te stellen, ziet blz. 62.
21
X/Y-ZOOM
KOPIËREN
X/Y-zoom
Origineel Kopie
De X/Y-ZOOM-functie maakt het mogelijk de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk van elkaar te veranderen. Deze functie kan niet worden gebruikt met de 2-in-1-functie of 4-in-1-functie. (De 2-in-1­functie of 4-in-1-functie kan alleen worden gebruikt nadat de optionele elektronische uitbreidingskaart en de optionele SPF of RSPF zijn aangebracht.) Om de X/Y-ZOOM-functie samen met de BOEK KOPIEER-functie te gebruiken, stelt u eerst de BOEK KOPIEER-functie in en vervolgens de X/ Y-ZOOM-functie. (Het is niet mogelijk een vergrotingsfactor in te stellen.)
Plaats het origineel op de glasplaat en sluit de origineelklep.
1
Druk op de X/Y-ZOOM-toets ( ).
2
De huidig ingestelde kopieerfactor voor de verticale richting wordt afgebeeld op de kopie-aantal-display.
Druk op de VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen ( ,
3
4
) en zoomtoetsen ( , ) om de kopieerfactor voor
de verticale richting te veranderen.
Druk op een VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoets ( of ) om de kopieerfactor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de
toets om de kopieerfactor te verlagen of op de toets om de kopieerfactor te verhogen. De kopieerfactor zal op de kopie-aantal­display worden afgebeeld.
Druk op de kopieerfactordisplay-toets ( ).
De gekozen kopieerfactor voor de verticale richting wordt vastgelegd en de huidige ingestelde kopieerfactor voor de horizontale richting wordt afgebeeld op de kopie-aantal-display.
22
X/Y-ZOOM
Druk op de VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen ( ,
5
6
) en zoomtoetsen ( , ) om de kopieerfactor voor de horizontale richting te veranderen op dezelfde manier als die voor de verticale richting.
Druk op de kopieerfactordisplay-toets ( ).
De gekozen kopieerfactor voor de horizontale richting wordt vastgelegd en de display verandert naar de kopie-aantal-display.
Om de kopieerfactoren te controleren, houdt u de kopieerfactordisplay­toets ( ) ingedrukt. De verticale en horizontale kopieerfactoren zullen beurtelings worden afgebeeld.
KOPIËREN X/Y-zoom
Zorg ervoor dat de gewenste papierlade is gekozen.
7
Voer het aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
8
Druk op de START-toets ( ).
9
Opmerking
Om de kopieerfactoren nogmaals te veranderen, drukt u op een ( of ) en een zoomtoets ( of ). Voer vervolgens bedieningsstap 3 verder uit.
Om de X/Y-ZOOM-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de X/Y-ZOOM-toets ( ).
VASTE KOPIEERFACTOR
-keuzetoets
23
Z/W-OMKEER
KOPIËREN
Z/W-omkeer
Origineel Kopie
De Z/W-OMKEER-functie wordt gebruikt om de zwarte en witte delen op het origineel om te draaien op de kopie.
Wanneer de Z/W-OMKEER-functie is gekozen, zal de belichtings­functie automatisch worden ingesteld op de HANDMATIG­belichtingsfunctie. U kunt geen andere belichtingsfunctie kiezen. Zelfs wanneer deze functie wordt geannuleerd, zal de HANDMATIG­belichtingsfunctie niet automatisch worden geannuleerd.
Plaats het origineel op de glasplaat en sluit de origineelklep.
1
Druk op de Z/W-OMKEER-toets ( ).
2
Zorg ervoor dat de gewenste papierlade is gekozen.
3
Voer het aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen en druk op de START-toets ( ).
4
24
Loading...
+ 58 hidden pages